Cover
Start nu gratis Vrijheidsbeperkende maatregelen - 2526.pptx
Summary
# Onderscheid tussen fysieke fixatie en vrijheidsbeperkende maatregelen
Dit onderwerp behandelt de kernbegrippen fysieke fixatie en vrijheidsbeperkende maatregelen, met een focus op hun onderlinge relatie en de criteria om te bepalen wanneer een maatregel als vrijheidsbeperkend kan worden beschouwd.
## 1. Onderscheid tussen fysieke fixatie en vrijheidsbeperkende maatregelen
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn een brede categorie van interventies die zowel direct als indirect op een persoon kunnen worden toegepast en de bewegingsvrijheid beperken. Fysieke fixatie is hierbij een specifieke, meer ingrijpende vorm van vrijheidsbeperking.
### 1.1 Definitie van fysieke fixatie
Fysieke fixatie wordt gedefinieerd als "het aanwenden van mechanische hulpmiddelen, bevestigd aan of in de directe omgeving van een persoon, die de bewegingsvrijheid van de persoon beperken en die door de persoon zelf niet kunnen worden opgeheven of verwijderd". Dit impliceert dat de gebruikte middelen dusdanig zijn dat de persoon er zelfstandig uit loskomen of deze wegnemen niet mogelijk is.
### 1.2 Vrijheidsbeperkende maatregelen in het algemeen
Alle maatregelen die de bewegingsvrijheid van een persoon beperken vallen onder de noemer vrijheidsbeperkende maatregelen. Dit kan variëren van minder ingrijpende middelen zoals een speciale pyjama tot meer directe vormen van fysieke beperking. Het is cruciaal om te kunnen onderscheiden welke maatregelen de vrijheid van een persoon daadwerkelijk beperken.
> **Tip:** Om te bepalen of een maatregel vrijheidsbeperkend is, dient men zich af te vragen of de persoon de maatregel zelf kan opheffen of verwijderen en of de bewegingsvrijheid significant wordt ingeperkt.
### 1.3 Mythes rondom fixatie
Er bestaan diverse misvattingen over het gebruik van fysieke fixatie, waaronder:
* **Mythe 1:** Ouderen hebben een hogere kans op vallen en verwondingen en moeten daarom gefixeerd worden.
* **Mythe 2:** Het is een morele plicht om zorgontvangers te beschermen van schade door middel van fixatiemateriaal.
* **Mythe 3:** Het niet adequaat toepassen van fixatie kan leiden tot wettelijke vervolging.
* **Mythe 4:** Zorgontvangers vinden het niet erg om gefixeerd te worden.
* **Mythe 5:** Fixatie is noodzakelijk vanwege personeelstekorten.
* **Mythe 6:** Er zijn geen alternatieven voorhanden met betrekking tot fixatie.
Het is belangrijk om deze mythes te ontkrachten, aangezien fixatie juist kan leiden tot meer schade (zowel lichamelijk als psychisch) en er vaak wel degelijk alternatieven bestaan.
## 2. Principes bij het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen
Het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen, inclusief fysieke fixatie, dient te allen tijde te geschieden volgens strikte principes om de rechten en het welzijn van de persoon te waarborgen:
* **Uitzonderlijke toepassing:** Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn enkel toegestaan in uitzonderlijke situaties en moeten goed onderbouwd en gemotiveerd zijn.
* **Onderliggende oorzaken aanpakken:** Er dient actief gezocht te worden naar de onderliggende uitlokkende factoren van probleemgedrag die mogelijk tot de noodzaak van beperking leiden.
* **Correct gebruik van hulpmiddelen:** Indien een fixatiemiddel wordt ingezet, moet het juiste middel worden gebruikt en met technische zorgvuldigheid worden toegepast.
* **Hygiëne en onderhoud:** Fixatiemateriaal moet hygiënisch worden onderhouden.
* **Snel ongedaan maken:** Er moet een aangepaste procedure zijn voor het snel en veilig kunnen opheffen van de fixatie.
* **Verhoogd toezicht:** Bij het toepassen van fixatie is verhoogd verpleegkundig toezicht vereist.
* **Regelmatige onderbreking en evaluatie:** Fixatie dient regelmatig te worden onderbroken en de noodzaak ervan moet voortdurend worden geëvalueerd.
* **Betrekken van familie:** Een geruststellende aanwezigheid van familie kan bijdragen aan het welzijn van de persoon.
* **Correcte rapportage:** Alle beslissingen en handelingen met betrekking tot vrijheidsbeperking moeten correct worden gedocumenteerd in het verpleegdossier.
## 3. Gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen
Het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen kan leiden tot aanzienlijke lichamelijke en psychische gevolgen:
### 3.1 Lichamelijke gevolgen
* Achteruitgang van mobiliteit
* Verhoogde kans op incontinentie
* Meer kans op huidletsels en decubitus
* Risico op trauma of zelfs overlijden
### 3.2 Psychische gevolgen
* Meer angst, onzekerheid, agressie en/of depressie
* Verhoogd medicatiegebruik
* Belemmering van sociale contacten
> **Tip:** Het is essentieel om de mogelijke negatieve gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen altijd af te wegen tegen het beoogde doel en de potentiële voordelen, en te streven naar de minst ingrijpende optie.
## 4. Fysieke fixatiemiddelen en alternatieven
Er is een spectrum aan fysieke fixatiemiddelen, variërend in ingrijpendheid. Enkele voorbeelden, van minst naar meest ingrijpend, kunnen zijn: een zitkussen met tafel, een verpleegpyjama, fixatieriemen, een tentbed, bedspanners of een verpleegdeken.
Het is cruciaal om te kijken naar alternatieven voor fixatie. Deze kunnen onder andere omvatten:
* **Gebruik van (elektronische) hulpmiddelen:** Denk aan sensoren of alarmen.
* **Aanpassen van de fysieke omgeving:** Zorgen voor een veilige omgeving die valrisico's minimaliseert.
* **Inzetten van voldoende personeel:** Adequate bemensing kan helpen bij het proactief anticiperen op risicosituaties.
* **Gedragsbeïnvloeding:** Het aanpakken van het gedrag zelf door middel van training en begeleiding.
> **Example:** Bij een cliënt met dwaalgedrag kan in plaats van fixatie het toepassen van een deursensor die een signaal afgeeft bij het openen van de deur een passend alternatief zijn, gecombineerd met een aanpassing van de omgeving om het dwaalgedrag te kanaliseren.
---
# Mythes rondom vrijheidsbeperking en fixatie
Dit gedeelte ontkracht veelvoorkomende misvattingen over het gebruik van fixatiemiddelen en vrijheidsbeperkende maatregelen bij ouderen, inclusief de vermeende noodzaak en mogelijke juridische consequenties.
### 2.1 Definitie en onderscheid fysieke fixatie en vrijheidsbeperkende maatregelen
* **Vrijheidsbeperkende maatregelen:** Maatregelen die zowel direct als indirect op de persoon kunnen worden toegepast om de bewegingsvrijheid te beperken.
* **Fysieke fixatie:** Een specifieke vorm van vrijheidsbeperking, gedefinieerd als "het aanwenden van mechanische hulpmiddelen, bevestigd aan of in de directe omgeving van een persoon, die de bewegingsvrijheid van de persoon beperken en die door de persoon zelf niet kunnen worden opgeheven of verwijderd".
### 2.2 Veelvoorkomende mythes ontkracht
De mythes, zoals uiteengezet door Evans & Strumpf, worden hieronder becommentarieerd:
#### 2.2.1 Mythe 1: ‘Ouderen hebben een hogere kans om te vallen en om zichzelf ernstig te verwonden en dienen daarom gefixeerd te worden.’
Deze mythe suggereert dat fixatie preventief nodig is om valpartijen en letsel te voorkomen. Echter, fixatie kan juist leiden tot meer schade door lichamelijke en psychische gevolgen.
#### 2.2.2 Mythe 2: ‘Het omvat vooral een morele taak om zorgontvangers van schade te beschermen, en dus door gebruik van fixatiemateriaal.’
Hoewel het beschermen van zorgontvangers een morele plicht is, is fixatie niet altijd de juiste of de meest effectieve manier om dit te bereiken. Er moet rekening gehouden worden met de mogelijke meer schade die fixatie kan veroorzaken, zowel lichamelijk als psychisch.
#### 2.2.3 Mythe 3: ‘Indien individuen en instellingen niet adequaat zouden fixeren, kan men wettelijk vervolgd worden.’
Er is geen expliciet wettelijk kader dat het niet adequaat fixeren bestraft. Wel is er wetgeving zoals de Europese Rechten van de Mens, de Belgische grondwet en de Wet op zorg en dwang (in Nederland) die het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen reguleert en beperkt.
#### 2.2.4 Mythe 4: ‘Bejaarde zorgontvangers vinden het niet erg om gefixeerd te worden.’
Deze stelling is onjuist. Zorgontvangers kunnen aanzienlijk psychisch lijden onder fixatie, wat kan leiden tot angst, onzekerheid, agressie of depressie.
#### 2.2.5 Mythe 5: ‘Fixeren is nodig wegens te weinig personeel.’
Te weinig personeel is geen rechtvaardiging voor het gebruik van fixatiemiddelen. Het impliceert dat fixatie een oplossing is voor personeelstekorten, wat de oorzaken van probleemgedrag maskeert en niet aanpakt.
#### 2.2.6 Mythe 6: ‘Er zijn geen alternatieven voorhanden wat betreft fixatie.’
Er zijn diverse alternatieven voor fysieke fixatie beschikbaar, waaronder het aanpassen van de fysieke omgeving, het inzetten van voldoende personeel en het gebruik van (elektronische) hulpmiddelen.
### 2.3 Gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen
Het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen kan diverse negatieve gevolgen hebben:
* **Lichamelijke gevolgen:**
* Achteruitgang van mobiliteit.
* Toename van incontinentie.
* Verhoogde kans op huidletsels en decubitus.
* Potentieel voor trauma of overlijden.
* **Psychische gevolgen:**
* Meer angst, onzekerheid, agressie en/of depressie.
* Verhoogd gebruik van medicatie.
* Belemmering van sociale contacten.
### 2.4 Principes bij gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen
Het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen dient te voldoen aan strikte principes:
* **Uitzonderlijke toepassing:** Alleen als laatste redmiddel, wanneer alle andere opties zijn uitgeput.
* **Weloverwogen en gemotiveerd:** Elke toepassing moet zorgvuldig overwogen en gedocumenteerd worden, met een duidelijke motivatie.
* **Onderliggende factoren:** Continu zoeken naar en aanpakken van de onderliggende uitlokkende factoren van probleemgedrag.
* **Juiste hulpmiddel:** Gebruik van het meest geschikte en minst ingrijpende fixatiemiddel.
* **Technische zorgvuldigheid:** Correct en veilig toepassen van de hulpmiddelen.
* **Hygiënisch onderhoud:** Regelmatige en correcte reiniging van fixatiemateriaal.
* **Snelle deblokkering:** Procedure voor het snel en veilig ongedaan maken van fixatie.
* **Verhoogd toezicht:** Intensief observeren en monitoren van de persoon tijdens fixatie.
* **Regelmatige onderbreking:** Fixtijd zo kort mogelijk houden en regelmatig onderbreken.
* **Regelmatige evaluatie:** Voortdurend evalueren of de maatregel nog noodzakelijk is.
* **Geruststellende aanwezigheid:** Betrekken van familie voor emotionele ondersteuning.
* **Correcte rapportage:** Gedetailleerde en accurate verslaglegging in het zorgdossier.
### 2.5 Alternatieven voor fysieke fixatie
Er zijn diverse alternatieven die ingezet kunnen worden in plaats van of ter aanvulling op fysieke fixatie:
* **Aanpassen van de fysieke omgeving:** Bijvoorbeeld door het creëren van een veilige omgeving voor dwaalgedrag of het wegnemen van obstakels die valrisico verhogen.
* **Inzetten van voldoende personeel:** Adequate personeelsbezetting kan leiden tot meer proactieve zorg en minder noodzaak voor reactieve, beperkende maatregelen.
* **Gebruik van (elektronische) hulpmiddelen:** Dit kan variëren van sensoren tot speciale kleding of medicatie-management systemen.
* **Gedragsbeïnvloeding:** Technieken gericht op het aanpakken van de oorzaken van ongewenst gedrag.
> **Tip:** De selectie van een gepast alternatief voor fysieke fixatie vereist een grondige risicoanalyse en een goed begrip van de individuele behoeften en triggers van de zorgontvanger.
> **Voorbeeld:** Bij een patiënt met dwaalgedrag kan het plaatsen van een deurmelder of het aanpassen van de looproutes in de instelling een alternatief zijn voor het vastzetten in bed. Bij valrisico kan het inzetten van een valpreventieprogramma met specifieke oefeningen effectiever zijn dan fixatie.
---
# Principes en gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen
Dit hoofdstuk behandelt de richtlijnen voor het correct toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen, evenals de fysieke en psychische gevolgen die deze maatregelen kunnen hebben voor patiënten.
### 3.1 Vrijheidsbeperkende maatregelen en fysieke fixatie
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn interventies die direct of indirect op een persoon worden toegepast om diens bewegingsvrijheid te beperken. Fysieke fixatie is een specifieke vorm van vrijheidsbeperking, gedefinieerd als "het aanwenden van mechanische hulpmiddelen, bevestigd aan of in de directe omgeving van een persoon, die de bewegingsvrijheid van de persoon beperken en die door de persoon zelf niet kunnen worden opgeheven of verwijderd".
#### 3.1.1 Mythes rondom fixatie
Er bestaan diverse misvattingen over het gebruik van fysieke fixatie:
* **Mythe 1:** Ouderen hebben een hogere kans op vallen en zichzelf ernstig te verwonden, en dienen daarom gefixeerd te worden.
* **Mythe 2:** Het is een morele taak om zorgontvangers van schade te beschermen, wat gebruik van fixatiemateriaal rechtvaardigt.
* **Mythe 3:** Het niet adequaat fixeren kan leiden tot wettelijke vervolging van individuen en instellingen.
* **Mythe 4:** Bejaarde zorgontvangers ervaren geen problemen met fixatie.
* **Mythe 5:** Fixatie is noodzakelijk vanwege personeelstekorten.
* **Mythe 6:** Er zijn geen alternatieven beschikbaar voor fixatie.
Het is belangrijk deze mythes te weerleggen, met name omdat fixatie juist kan leiden tot meer lichamelijke en psychische schade.
#### 3.1.2 Wettelijk kader
Er bestaat geen specifiek wettelijk kader voor fixatie in de beroepsgerelateerde wetgeving. Echter, Europese Rechten van de Mens, de Belgische grondwet en de Nederlandse Wet op zorg en dwang (Wzd) zijn relevant. Ook een Koninklijk Besluit van 1990 en de 'B1-handeling' dienen in acht genomen te worden.
### 3.2 Principes bij gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen
Het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen vereist een zorgvuldige en weloverwogen aanpak. De volgende principes zijn essentieel:
* **Uitzonderlijke toepassing:** Maatregelen mogen alleen in uitzonderlijke situaties, weloverwogen en gemotiveerd worden toegepast.
* **Onderliggende factoren:** Er dient actief gezocht te worden naar de onderliggende uitlokkende factoren van probleemgedrag.
* **Juiste hulpmiddelen:** Het juiste fixatiemiddel moet worden gekozen.
* **Technische zorgvuldigheid:** De middelen moeten met technische zorgvuldigheid worden toegepast.
* **Hygiënisch onderhoud:** Fixatiemateriaal vereist hygiënisch onderhoud.
* **Snelle de-escalatie:** Er moet een aangepaste procedure zijn voor het snel ongedaan kunnen maken van fixatie.
* **Verhoogd toezicht:** Verhoogd verpleegkundig toezicht is noodzakelijk.
* **Regelmatige onderbreking:** De fixatie dient regelmatig onderbroken te worden.
* **Regelmatige evaluatie:** De noodzaak van de maatregel moet regelmatig worden geëvalueerd.
* **Familiebetrokkenheid:** Een geruststellende aanwezigheid van familie kan positief bijdragen.
* **Correcte rapportage:** Alle beslissingen en acties met betrekking tot fixatie moeten correct worden gerapporteerd in het verpleegdossier.
> **Tip:** De toepassing van deze principes draagt bij aan het minimaliseren van de risico's en het waarborgen van de waardigheid van de patiënt.
### 3.3 Gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen
Het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen kan aanzienlijke gevolgen hebben voor patiënten, zowel op fysiek als op psychisch vlak.
#### 3.3.1 Lichamelijke gevolgen
* **Achteruitgang van mobiliteit:** Langdurige immobiliteit kan leiden tot spieratrofie en verminderde bewegingsvrijheid.
* **Meer incontinentie:** Beperking van bewegingsvrijheid kan de mogelijkheid om tijdig naar het toilet te gaan bemoeilijken, wat leidt tot meer incontinentie.
* **Huidletsels en decubitus:** Constante drukpunten door fixatiemiddelen verhogen het risico op huidbeschadigingen en doorligwonden (decubitus).
* **Trauma of overlijden:** In extreme gevallen kan fixatie leiden tot letsel of zelfs overlijden.
#### 3.3.2 Psychische gevolgen
* **Meer angst, onzekerheid, agressie en/of depressie:** Het gevoel van gevangenschap en onmacht kan leiden tot een toename van negatieve emoties en gedrag.
* **Meer gebruik van medicatie:** Om gedragsproblemen die voortkomen uit fixatie te beheersen, kan meer medicatie worden voorgeschreven.
* **Belemmering van sociale contacten:** Fixatie kan isolatie bevorderen en sociale interacties bemoeilijken.
> **Tip:** Het is cruciaal om de potentiële gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen te herkennen en deze af te wegen tegen de noodzaak ervan, in lijn met de vastgestelde principes.
### 3.4 Fysieke fixatiemiddelen
Er zijn diverse fysieke fixatiemiddelen met verschillende gradaties van ingrijpen. Voorbeelden, gerangschikt van minst naar meest ingrijpend, kunnen zijn:
* Zetel met voorzettafel
* Verpleegpyjama
* Verpleegdeken
* Fixatieriemen
* Tentbed
* Bedsponden
> **Example:** Een verpleegpyjama die aan de achterkant sluit, kan voorkomen dat een patiënt zichzelf uittrekt of ongeoorloofd uit bed komt, wat als een minder ingrijpende vorm van fixatie kan worden beschouwd dan bijvoorbeeld fixatieriemen die een patiënt aan het bed vastmaken.
### 3.5 Alternatieven voor vrijheidsbeperkende maatregelen
Er moet altijd gezocht worden naar alternatieven voor het toepassen van fysieke fixatie. Deze kunnen onderverdeeld worden in:
* **Gebruik van (elektronische) hulpmiddelen:** Denk aan sensoren die waarschuwen wanneer een patiënt opstaat.
* **Aanpassen van de fysieke omgeving:** Dit kan inhouden het creëren van een veilige omgeving die dwalen of vallen ontmoedigt, zoals het wegnemen van obstakels of het installeren van drempels.
* **Inzetten van voldoende personeel:** Een hogere personeelsbezetting maakt intensiever toezicht en directe interventie mogelijk, wat fixatie kan voorkomen.
> **Example:** Bij een patiënt met dwaalgedrag kan een deurmelder die waarschuwt als de patiënt de kamer verlaat, een alternatief zijn voor het vastzetten van de deur. Bij valrisico kan het aanpassen van de bedhoogte of het gebruik van anti-slipmatten preventief werken.
---
# Fysieke fixatiemiddelen en alternatieven
Dit onderwerp behandelt fysieke fixatiemiddelen, hun gradaties van ingrijpen, en verkent mogelijke alternatieven voor fixatie bij gedragsproblemen zoals dwaalgedrag en valrisico.
### 4.1 Vrijheidsbeperkende maatregelen en fysieke fixatie
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn maatregelen die zowel direct als indirect op de persoon kunnen worden toegepast om de bewegingsvrijheid te beperken. Fysieke fixatie is een specifieke vorm hiervan en wordt gedefinieerd als "het aanwenden van mechanische hulpmiddelen, bevestigd aan of in de directe omgeving van een persoon, die de bewegingsvrijheid van de persoon beperken en die door de persoon zelf niet kunnen worden opgeheven of verwijderd".
#### 4.1.1 Mythes rondom fixatie
Er bestaan diverse misvattingen over de noodzaak en het gebruik van fixatie:
* **Mythe 1:** Ouderen hebben een hogere kans om te vallen en zichzelf te verwonden, dus moeten zij gefixeerd worden.
* **Mythe 2:** Het is een morele plicht om zorgontvangers te beschermen tegen schade, wat fixatie rechtvaardigt. Echter, fixatie kan juist meer fysieke en psychische schade veroorzaken.
* **Mythe 3:** Indien individuen en instellingen niet adequaat zouden fixeren, kunnen zij wettelijk vervolgd worden.
* **Mythe 4:** Bejaarde zorgontvangers vinden het niet erg om gefixeerd te worden.
* **Mythe 5:** Fixatie is noodzakelijk vanwege een tekort aan personeel.
* **Mythe 6:** Er zijn geen alternatieven voorhanden wat betreft fixatie.
#### 4.1.2 Wetgeving rondom fixatie
Er bestaat geen specifiek wettelijk kader voor fixatie in België, maar het valt onder bredere wetgeving zoals de Europese Rechten van de Mens en de Belgische grondwet. In Nederland is de Wet zorg en dwang (Wzd) relevant.
#### 4.1.3 Principes bij gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen
Het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen, waaronder fysieke fixatie, moet aan strenge principes voldoen:
* **Uitzonderlijke toepassing:** Alleen in noodgevallen, weloverwogen en gemotiveerd.
* **Zoeken naar oorzaken:** Op zoek gaan naar onderliggende uitlokkende factoren van probleemgedrag.
* **Gebruik van juiste middel:** Selectie van het meest geschikte fixatiemiddel, met de minste impact.
* **Technische zorgvuldigheid:** Het middel moet met de nodige vaardigheid en veiligheid worden toegepast.
* **Hygiënisch onderhoud:** Regelmatig en correct reinigen van fixatiemateriaal.
* **Snelle de-fixatie:** Een aangepaste procedure om fixatie snel en veilig ongedaan te kunnen maken.
* **Verhoogd toezicht:** Extra observatie en aandacht voor de persoon tijdens fixatie.
* **Regelmatige onderbreking:** De fixatie moet periodiek worden onderbroken.
* **Regelmatige evaluatie:** Voortdurende beoordeling van de noodzaak van de maatregel.
* **Geruststellende aanwezigheid:** Betrekken van familie indien mogelijk om de persoon gerust te stellen.
* **Correcte rapportage:** Nauwkeurige vastlegging van de maatregel en de observaties in het verpleegdossier.
#### 4.1.4 Gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen
De gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen zowel fysiek als psychisch van aard zijn:
* **Lichamelijke gevolgen:**
* Achteruitgang van mobiliteit.
* Meer incontinentie.
* Verhoogd risico op huidletsels en decubitus.
* Trauma of overlijden.
* **Psychische gevolgen:**
* Meer angst, onzekerheid, agressie en/of depressie.
* Verhoogd medicatiegebruik.
* Belemmering van sociale contacten.
### 4.2 Fysieke fixatiemiddelen
De ernst van fysieke fixatiemiddelen kan variëren. Middelen die minder ingrijpend zijn, hebben de voorkeur.
#### 4.2.1 Gradaties van ingrijpen
Middelen kunnen worden gerangschikt naar mate van ingrijpen, van minst ingrijpend tot meest ingrijpend. Voorbeelden (niet limitatief):
* Zetel met voorzettafel
* Verpleegpyjama
* Verpleegdeken
* Tentbed
* Bedsponden
* Fixatieriemen
> **Tip:** Bij het selecteren van een fixatiemiddel is het cruciaal om te starten met de minst ingrijpende optie en alleen te escaleren indien strikt noodzakelijk en goed gemotiveerd.
### 4.3 Alternatieven voor fysieke fixatie
Het is essentieel om te zoeken naar alternatieven voor fysieke fixatie om de bewegingsvrijheid van personen zoveel mogelijk te waarborgen en de nadelige gevolgen van fixatie te vermijden.
#### 4.3.1 Categorieën van alternatieven
Alternatieven kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën:
* **Gebruik van (elektronische) hulpmiddelen:** Denk aan sensoren, alarmen of hulpmiddelen die dwaalgedrag signaleren.
* **Aanpassen van de fysieke omgeving:** Het creëren van een veilige, prikkelarme of juist stimulerende omgeving die probleemgedrag reduceert. Dit kan bijvoorbeeld door het wegnemen van obstakels of het aanbrengen van duidelijke markeringen.
* **Inzetten van voldoende personeel:** Een adequate personeelsbezetting maakt intensievere observatie en begeleiding mogelijk, wat de noodzaak tot fixatie kan verminderen.
> **Voorbeeld:** Bij een persoon met dwaalgedrag kan een veilige wandeling onder begeleiding van personeel een alternatief zijn voor het opsluiten in de kamer, wat zou kunnen gebeuren indien fixatie wordt toegepast. Bij valrisico kan een aangepaste stoel met een tafel ervoor, die het opstaan bemoeilijkt maar toch enige bewegingsvrijheid toelaat, een minder ingrijpend middel zijn dan fixatieriemen.
Het streven is een evidence-based benadering te hanteren voor het omgaan met fixatie, waarbij de nadruk ligt op het vinden van gepaste alternatieven voor specifieke risicosituaties zoals dwaalgedrag en valrisico.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Fysieke fixatie | Het aanwenden van mechanische hulpmiddelen, bevestigd aan of in de directe omgeving van een persoon, die de bewegingsvrijheid van de persoon beperken en die door de persoon zelf niet kunnen worden opgeheven of verwijderd. |
| Vrijheidsbeperkende maatregelen | Maatregelen die zowel direct als indirect op de persoon kunnen worden toegepast en de vrijheid van een persoon beperken. |
| Mobiliteit | Het vermogen om zich te verplaatsen of te bewegen. In de context van zorg verwijst dit naar het fysieke vermogen van een patiënt om te bewegen. |
| Incontinentie | Het onvermogen om de stoelgang of urinegang te controleren, leidend tot onvrijwillig verlies van ontlasting of urine. |
| Decubitus | Doorligwonden, ook wel drukplekken genoemd, die ontstaan door langdurige druk op de huid, vaak bij bedlegerige patiënten. |
| Dwaalgedrag | Ongecontroleerd rondlopen of dwalen, vaak voorkomend bij personen met dementie of andere cognitieve stoornissen, wat kan leiden tot verhoogde risico's. |
| Valrisico | De waarschijnlijkheid dat een persoon valt, verhoogd door factoren zoals leeftijd, medicatie, mobiliteitsproblemen of omgevingsfactoren. |
| Zetel met voorzettafel | Een stoel, vaak in de zorgcontext, voorzien van een tafel die ervoor is geplaatst om de persoon te ondersteunen of te belemmeren in beweging. |
| Verpleegpyjama | Een speciaal ontworpen pyjama die bedoeld is om de bewegingsvrijheid van een patiënt te beperken of om bijvoorbeeld medicatie discreet toe te dienen. |
| Fixatieriemen | Riemen die gebruikt worden om een persoon fysiek vast te zetten aan een bed, stoel of ander meubelstuk om beweging te voorkomen. |
| Tentbed | Een bed met een verhoogde structuur, soms met een afscherming, die kan dienen om te voorkomen dat iemand uit bed valt of om een beschermde omgeving te creëren. |
| Bedsponden | Een soort banden of netten die rond een bed worden bevestigd om te voorkomen dat een patiënt uit bed valt. |
| Verpleegdeken | Een deken die specifiek wordt gebruikt in de verpleegkunde, soms met extra sluitingen of stevigheid om een patiënt veilig te bedekken of te fixeren. |