Cover
Start nu gratis Trauma algemeen 2025.pdf
Summary
# De gestructureerde aanpak van het ernstig gewonde kind
Dit onderwerp behandelt de systematische benadering van ernstig gewonde kinderen, inclusief primaire en secundaire opvang, en levensreddende acties [1](#page=1).
### 1.1 Algemene principes en epidemiologie
Ernstig trauma is wereldwijd de eerste oorzaak van overlijden en handicap bij kinderen ouder dan 1 jaar. Jongens hebben tweemaal een hogere incidentie. Meer dan 90% van de trauma-mortaliteit bij kinderen is gerelateerd aan hoofdtrauma. Het herkennen en snel behandelen van levensbedreigende letsels is cruciaal [1](#page=1).
#### 1.1.1 Verschillen bij kinderen
Kinderen verschillen van volwassenen op fysiek, fysiologisch en psychologisch vlak. Dit vereist een specifieke benadering bij de behandeling van ernstig gewonde kinderen [2](#page=2).
#### 1.1.2 Focus op de basisprincipes
De kern van de aanpak ligt bij het "doen van de basics goed" . Dit omvat de primaire opvang met cABCDE resuscitatie. Aansturing en controle van het team zijn van groot belang. De secundaire aanpak volgt indien nodig, met het voorkomen van verdere achteruitgang [2](#page=2).
### 1.2 Systematische aanpak: De fasen van opvang
De systematische aanpak bestaat uit verschillende fasen [2](#page=2):
* **Primaire opvang:** Behandel de problemen zoals ze worden aangetroffen en voer levensreddende (damage control) acties uit [2](#page=2).
* **Secundaire opvang en spoedbehandeling:** Identificeer alle letsels en maak een plan [2](#page=2).
* **Definitieve zorg:** Bepaal het eindplan [2](#page=2).
#### 1.2.1 Levensbedreigende letsels
De volgende letsels worden beschouwd als levensbedreigend en vereisen onmiddellijke aandacht:
* Airway obstructie ] ] [16](#page=16) [3](#page=3) [9](#page=9).
* Tensie pneumothorax ] [16](#page=16) [3](#page=3).
* Open pneumothorax ] [16](#page=16) [3](#page=3).
* Massieve hemothorax ] [16](#page=16) [3](#page=3).
* Fladderthorax ] [16](#page=16) [3](#page=3).
* Cardiale tamponade ] [16](#page=16) [3](#page=3).
* Dreigende inklemming [3](#page=3).
* Shock (hemorragisch of door andere oorzaak) ] [3](#page=3).
#### 1.2.2 Damage Control Resuscitatie
Damage control resuscitatie is gericht op het stoppen van bloedingen, het voorzien van adequate orgaanperfusie en het vermijden van verdere stress. Het vermijden van de "dodelijke trias" (lethal triad) is essentieel: bloedverlies, hypoxie en afkoeling [3](#page=3).
### 1.3 De primaire opvang: cABCDE
De primaire opvang volgt het cABCDE-protocol ] ] ] ] ] ] ] ] ] ] [16](#page=16) [20](#page=20) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25) [27](#page=27) [2](#page=2) [5](#page=5) [9](#page=9).
#### 1.3.1 c: Catastrophale bloedingen
Bij de eerste aanpak worden katastrofale bloedingen gestopt [5](#page=5).
#### 1.3.2 A: Luchtweg (Airway)
Het vrijmaken van de luchtweg omvat positionering (jaw trust), het verwijderen van obstructies (suctie) en gaat van eenvoudig naar complex [5](#page=5).
#### 1.3.3 c: Cervicale wervelkolom (c-spine)
Bij verdenking op c-spine letsel dient immobilisatie te geschieden ] . Dit wordt aangeduid als MILS (Manual In-Line Spinal Stabilisation) ] ] . Bij een bewusteloos of zeer coöperatief kind wordt blokkering of tape gebruikt ] [5](#page=5) [7](#page=7) [8](#page=8).
Cervicale wervelkolom letsels zijn zeldzaam bij kinderen, maar ernstig wanneer gemist. Minder dan 2% van de kinderen heeft een cervicale wervelkolom letsel. Bij kinderen <5 jaar betreft het meestal ligamentaire letsels ter hoogte van C1-C3 [6](#page=6).
De beoordeling van de c-wervelkolom omvat inspectie, palpatie, neurologisch onderzoek, volledige röntgenfoto en CT-scan. Een specialist beslist bij neurologische uitval [6](#page=6).
**SCIWORA (Spinal Cord Injury Without Radiological Abnormality)**
Normale röntgenfoto's sluiten ruggenmergletsel niet uit [6](#page=6).
De immobilisatie wordt omgezet naar stabilisatie met MILS. Bij bewusteloosheid of coöperativiteit wordt gebruik gemaakt van blokken en tape [7](#page=7).
Spinale stabilisatie en bescherming omvat een stevige matras (geen harde plank) . Bij onderzoek wordt een log-roll toegepast. Drukverband in de lies, MILS en mama, en een vrije luchtweg zijn onderdeel van de eerste opvang cAcwk ] [23](#page=23) [8](#page=8).
#### 1.3.4 B: Ademhaling (Breathing)
De beoordeling van de ademhaling (B) omvat de inspanning (effort), doeltreffendheid (efficacy) en effecten op andere organen. Voorbeelden zijn: ademhalingsfrequentie 26/min, gedempt percussie geluid links onder, en een saturatie van 92% ] [9](#page=9).
Levensbedreigende thoraxletsels worden verder uitgewerkt met het ATOM FC schema ] [16](#page=16) [9](#page=9):
* **Tensie/spanningspneumothorax:** Kenmerken zijn respiratoire distress, tachycardie, hypoxie, hypotensie/verlengde CRT, unilateraal minder ademgeruis met hyperresonantie, trachea deviatie en uitgezette halsvenen. Behandeling omvat naalddecompressie en definitief een thoraxdrain [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Open pneumothorax:** Kenmerkt zich door een open wond met bubbels, hypoxie, tachypnoe, soms hypotensie, unilateraal minder ademgeruis met hyperresonantie. Behandeling is een 3-zijdig occlusieverband [17](#page=17).
* **Massieve hematothorax:** Symptomen zijn shock, hypotensie, tachycardie, hypoxie, dyspnoe/tachypnoe, unilateraal minder ademgeruis met doffe percussie en trachea deviatie. Behandeling is primair chirurgisch [18](#page=18).
* **Fladderthorax:** Minimaal 3 ribben gebroken op minstens 2 plaatsen, met paradoxale beweging, hypoxie, crepitus, hevige pijn en tachycardie. Behandeling omvat pijnstilling, stenting (taping), en indien nodig beademen met positieve druk [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Cardiale tamponade:** Kenmerken zijn shock die niet verbetert na vulling, hypotensie, doffe harttonen, uitgezette venen en soms penetrerend letsel. Behandeling is decompressie van de pericardholte [19](#page=19) [20](#page=20).
Indicaties voor intubatie en ventilatie omvatten dreigende luchtwegproblemen (inhalatie), onvoldoende ondersteuning met masker en ballon, langdurige gecontroleerde ventilatie, persisterende hypoxie ondanks zuurstof, en een korte aanrijtijd waarbij ballonneren nodig is [20](#page=20).
#### 1.3.5 C: Circulatie (Circulation)
Circulatoire tekenen van insufficiëntie omvatten een hartslag van 138/min, een CRT van 4 seconden, zwakke pols en bleekheid ] [20](#page=20) [21](#page=21).
Controle van bloedingen omvat tranexaminezuur, directe druk, bekkensling, spalken en tourniquets [21](#page=21).
Resuscitatie met vloeistoffen: crystalloid (5?) 10 ml/kg, gevolgd door bloed (10 ml/kg) ] . Bij massaal bloedverlies wordt een massief transfusie protocol overwogen . Drukverband, MILS/mama, vrije luchtweg, normale ademhalingspatroon en 2 infusen zijn onderdeel van de eerste opvang cAcwkBC ] [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23) [27](#page=27).
#### 1.3.6 D: Neurologische status (Disability)
De neurologische status wordt beoordeeld met de AVPU score: Alert, reageert op Voice, reageert op Pain, of Unconscious. De beoordeling omvat ook pupilgrootte (isocoor) en houding [22](#page=22).
#### 1.3.7 E: Omgeving en blootstelling (Environment & Exposure)
Dit omvat het toepassen van een spalk en het controleren van temperatuur (M+) ] [23](#page=23).
### 1.4 Secundaire opvang en spoedbehandeling
Na de primaire opvang volgt de secundaire opvang en spoedbehandeling. Dit is een hoofd-tot-teen onderzoek, van voor naar achter. De beoordeling omvat [25](#page=25):
1. Oppervlakte
2. Lichaamsopeningen
3. Lichaamsholtes
4. Extremiteiten
Bij de start van de behandeling met cABCDE wordt beoordeeld of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Dit kan pijnstilling betreffen, of verdere stappen in de cABCDE-reeks afhankelijk van de klachten (bv. ademhalingsfrequentie, SpO2, bloeddruk, pols) ] [25](#page=25).
#### 1.4.1 Herbeoordeling en achteruitgang
Bij tekenen van achteruitgang moet het primaire onderzoek opnieuw vanaf de A worden uitgevoerd . Een scenario waarbij ondanks adequate behandeling het kind stil wordt en in een PEA arrest belandt, benadrukt het belang van continue herbeoordeling [25](#page=25) [27](#page=27).
#### 1.4.2 Indicaties voor laparotomie
Indicaties voor een laparotomie omvatten penetrerend letsel, darmperforatie en een instabiele circulatie. Indien de nier niet kleurt op contrast is dit ook een indicatie [31](#page=31).
### 1.5 Samenvatting
De gestructureerde aanpak van het ernstig gewonde kind focust op "doing the basics well" . Dit omvat de primaire opvang met cABCDE resuscitatie, de secundaire opvang en spoedbehandeling, herbeoordeling, stabilisatie en definitieve zorg [31](#page=31).
> **Tip:** Zorg voor leeftijdsadequaat ABC materiaal voor aankomst van het kind [24](#page=24).
> **Tip:** Bij een snelle aanrijtijd is ballonneren cruciaal [20](#page=20).
> **Tip:** Een normale röntgenfoto sluit een ruggenmergletsel bij kinderen niet uit (SCIWORA) ] [6](#page=6).
---
# Identificatie en behandeling van levensbedreigende letsels
Dit onderdeel richt zich op het herkennen en direct behandelen van acute, levensbedreigende situaties zoals luchtwegobstructies, pneumothorax, hemothorax en shock.
### 2.1 Overzicht van levensbedreigende letsels
Levensbedreigende letsels omvatten een reeks acute situaties die onmiddellijke interventie vereisen. Deze kunnen onderverdeeld worden in verschillende categorieën [3](#page=3).
#### 2.1.1 Lijst van levensbedreigende letsels
De belangrijkste levensbedreigende letsels zijn:
* Luchtwegobstructie (airway obstructie) [26](#page=26) [3](#page=3).
* Tensie/spanningspneumothorax [10](#page=10) [12](#page=12) [16](#page=16) [3](#page=3).
* Open pneumothorax [10](#page=10) [13](#page=13) [17](#page=17) [3](#page=3).
* Massieve hemothorax [10](#page=10) [13](#page=13) [18](#page=18) [3](#page=3).
* Fladderthorax [11](#page=11) [14](#page=14) [18](#page=18) [3](#page=3).
* Cardiale tamponade [11](#page=11) [15](#page=15) [19](#page=19) [3](#page=3).
* Dreigende inklemming [3](#page=3).
* Shock (hemorragisch of door andere oorzaak) [3](#page=3).
#### 2.1.2 Damage Control Resuscitatie
Damage control resuscitatie is gericht op het minimaliseren van verdere schade tijdens de initiële behandeling. Kernprincipes zijn:
* Gebalanceerde resuscitatie – "Don't add insult to injury" [3](#page=3).
* Het vermijden van de "dodelijke trias" (lethal triad): bloedverlies, hypoxie en onderkoeling [3](#page=3).
* Het stoppen van bloedingen, het voorzien van adequate orgaanperfusie en het vermijden van verdere stress zijn essentiële doelen [3](#page=3).
### 2.2 Specifieke levensbedreigende letsels en hun kenmerken
#### 2.2.1 Luchtwegobstructie (Airway obstructie)
Dit is een acuut gevaar dat directe behandeling vereist.
#### 2.2.2 Tensie/spanningspneumothorax
* **Klinische presentatie:** Respiratoire distress, tachycardie, hypoxie, hypotensie met verlengde capillaire refill time (CRT), unilateraal minder ademgeruis met hyperresonantie (hol), trachea deviatiie en uitgezette halsvenen [10](#page=10) [12](#page=12) [16](#page=16).
* **Behandeling:** Naalddescompressie gevolgd door een thoraxdrain [17](#page=17).
#### 2.2.3 Open pneumothorax
* **Klinische presentatie:** Open wond met bubbels, hypoxie, tachypnoe, soms hypotensie, unilateraal minder ademgeruis met hyperresonantie (hol) [10](#page=10) [13](#page=13) [17](#page=17).
* **Behandeling:** Een driezijdig occlusief verband [17](#page=17).
#### 2.2.4 Massieve hemothorax
* **Klinische presentatie:** Shock, hypotensie, tachycardie, hypoxie, dyspnoe/tachypnoe, unilateraal minder ademgeruis met doffe percussie, trachea deviatiie [10](#page=10) [13](#page=13) [14](#page=14) [18](#page=18).
* **Behandeling:** Vocht- en/of bloedtransfusie, chirurgische interventie is vaak noodzakelijk. Overweeg een massieve transfusie protocol [27](#page=27).
#### 2.2.5 Fladderthorax
* **Definitie:** Minimaal 3 ribben zijn op minstens 2 plaatsen gebroken, wat resulteert in een "los" segment [11](#page=11) [14](#page=14) [18](#page=18).
* **Klinische presentatie:** Paradoxale beweging, hypoxie, crepitus, hevige pijn, tachycardie [11](#page=11) [14](#page=14) [18](#page=18).
* **Behandeling:** Pijnstilling, stenting (taping), zo nodig beademen met positieve druk [19](#page=19).
#### 2.2.6 Cardiale tamponade
* **Klinische presentatie:** Shock die niet verbetert na vulling, hypotensie, doffe harttonen, uitgezette venen, soms geassocieerd met penetrerend letsel [11](#page=11) [15](#page=15) [19](#page=19).
* **Behandeling:** Vereist vaak perocardiocentese of chirurgische interventie.
#### 2.2.7 Shock
Shock kan veroorzaakt worden door massaal bloedverlies (hemorragisch) of andere oorzaken [3](#page=3).
* **Klinische presentatie:** Hypotensie, tachycardie, bleke huid, verlengde CRT, zwakke pols [20](#page=20).
* **Behandeling:** Vochttoediening (crystalloid, eventueel bloed) aanpakken van de onderliggende oorzaak [27](#page=27).
### 2.3 Stabilisatie en Eerste Opvang
#### 2.3.1 Immobilisatie naar Stabilisatie (MILS)
Bij vermoeden van cervicale letsels is MILS (Manual In-line Spinal Stabilization) essentieel. Bij een bewuste, coöperatieve patiënt kan immobilisatie met blokken of tape plaatsvinden [7](#page=7).
#### 2.3.2 Primaire Opvang (cAcwkBD)
De primaire opvang volgt de ABCDE-benadering:
* **C**irculatie: Beoordeling van de circulatie, inclusief hartslag, bloeddruk, capillaire refill time (CRT) en tekenen van shock [20](#page=20).
* **A**irway met cervicale wervelkolom (c-spine) stabilisatie: Zorgen voor een vrije luchtweg, eventueel met MILS [25](#page=25) [9](#page=9).
* **B**reathing (ademhaling): Beoordeling van de ademhalingsfrequentie, ademgeruis, saturatie en ademarbeid [20](#page=20) [9](#page=9).
* **D**isability (neurologische status): Beoordeling van pupilreacties en bewustzijn [25](#page=25).
* **E**xposure en Environment: Volledige blootstelling en inspectie van het lichaam, waarbij onderkoeling voorkomen wordt [25](#page=25).
#### 2.3.3 Indicaties voor Intubatie en Ventilatie
Intubatie en mechanische ventilatie zijn geïndiceerd bij:
* Dreigende luchtwegproblemen (inhalatie) [20](#page=20).
* Onvoldoende ondersteuning met masker en ballon [20](#page=20).
* Langdurige, gecontroleerde ventilatie noodzakelijk [20](#page=20).
* Persisterende hypoxie ondanks zuurstoftoediening [20](#page=20).
* Bij korte aanrijtijden kan ballonneren (ventilatie met ballon) volstaan [20](#page=20).
### 2.4 Tweede Opvang en Spoedbehandeling
#### 2.4.1 Secundair Onderzoek
Het secundaire onderzoek volgt een hoofd-tot-teen benadering. Hierbij worden ook lichaamsopeningen, -holtes en extremiteiten grondig onderzocht. Bij een achteruitgang van de patiënt moet het primaire onderzoek herhaald worden vanaf de A [25](#page=25) [27](#page=27).
#### 2.4.2 Beeldvorming
Indien geïndiceerd, kan beeldvorming worden ingezet, zoals:
* E-FAST (Extended Focused Assessment with Sonography for Trauma) [26](#page=26).
* CT-scan [26](#page=26).
* Röntgenfoto (Rx) [26](#page=26).
#### 2.4.3 Specifieke Therapie
* **Pijnstilling:** Cruciaal bij diverse letsels, zoals fladderthorax [19](#page=19).
* **Vochttherapie:** Gebruik van crystalloiden en eventueel bloed is essentieel bij shock en massieve bloedingen [27](#page=27).
> **Tip:** Vergeet niet de "dodelijke trias" te voorkomen: bloedverlies, hypoxie en onderkoeling [3](#page=3).
>
> **Example:** Een patiënt met een open pneumothorax vertoont een open wond met bubbels en verminderd ademgeruis aan één zijde. De behandeling hiervoor is een driezijdig occlusief verband [10](#page=10) [17](#page=17).
---
# Specifieke traumatrauma bij kinderen
Dit onderwerp behandelt de specifieke kenmerken en benaderingen van letsels bij kinderen, met een focus op hoofd-, spinale en buiktrauma.
### 3.1 Inleiding en epidemiologie van kinder trauma
Trauma is wereldwijd de eerste oorzaak van overlijden en handicap bij kinderen ouder dan 1 jaar. Jongens hebben een tweemaal hogere incidentie van trauma. Meer dan 90% van de traumagerelateerde mortaliteit bij kinderen wordt veroorzaakt door hoofdtrauma [1](#page=1).
### 3.2 Fysische, fysiologische en psychologische verschillen bij kinderen
Kinderen verschillen fysiek, fysiologisch en psychologisch van volwassenen, wat invloed heeft op de aanpak van trauma [2](#page=2).
### 3.3 Systematische aanpak van ernstig gewonde kinderen
De aanpak van een ernstig gewond kind is systematisch en omvat de volgende fasen [2](#page=2) [6](#page=6):
* **Primaire opvang:** Behandel problemen direct zodra ze worden vastgesteld, met prioriteit voor reanimatie en levensreddende acties (damage control) [2](#page=2) [5](#page=5).
* **Secundaire opvang en spoedbehandeling:** Identificeer alle letsels en stel een plan op om verdere achteruitgang te voorkomen [2](#page=2) [5](#page=5).
* **Definitieve zorg:** Bepaal het eindplan voor verdere behandeling [2](#page=2) [5](#page=5).
> **Tip:** De kern van de aanpak ligt in "doing the basics well". De primaire opvang, inclusief cABC-resuscitatie, heeft de hoogste prioriteit. Teamleiding en controle zijn cruciaal [2](#page=2) .
#### 3.3.1 Voorbereiding en beoordeling ter plaatse
Bij het arriveren op een traumascene is het belangrijk om de omgeving te beoordelen en de patiënt volgens de cABCDE-principes te benaderen [4](#page=4) [5](#page=5).
> **Tip:** Als een kind erg groot of klein is voor zijn leeftijd, pas dan de schatting van het gewicht met één of twee jaar omhoog of omlaag aan. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de correcte dosering blijft bij de arts [11](#page=11).
##### 3.3.1.1 Gewichtschatting en medicatiedosering
Er zijn verschillende formules voor het schatten van het gewicht bij kinderen, afhankelijk van de leeftijd [4](#page=4):
* 0-1 jaar: Gewicht (kg) = (0.5 × lengte in meters) + 4
* 1-5 jaar: Gewicht (kg) = (2 × leeftijd in jaren) + 8
* 6-12 jaar: Gewicht (kg) = (3 × leeftijd in jaren) + 7
Een voorbeeld: voor een kind van 8 jaar wordt het gewicht geschat op 31 kg met de formule (3 x 8) + 7. Een alternatieve schatting is 38 kg met de formule 8 + (2.5 x leeftijd) [4](#page=4).
De APLS Aide Memoire biedt tabellen met relevante data voor medicatie, tubes en vitale functies gebaseerd op leeftijd en gewicht [4](#page=4).
##### 3.3.1.2 Beoordeling ter plaatse
Bij aankomst op de locatie van Lucas, een 12-jarige jongen die uit een boom viel, werd hij liggend op zijn zij aangetroffen, kreunend van de pijn en bloedend uit een wond in zijn linker lies. De omgeving werd als veilig beoordeeld. De prioriteiten ter plaatse volgen het principe van de cABCDE-aanpak [4](#page=4).
#### 3.3.2 Overdracht en traumateam
Bij aankomst van het kind in het ziekenhuis is een gestructureerde SBAR-overdracht essentieel. De samenstelling van het traumateam kan variëren afhankelijk van de lokale setting, zoals een Level 1 traumacentrum met PICU, een tertiair centrum of een regionaal ziekenhuis, maar de basisprincipes van de aanpak blijven hetzelfde .
### 3.4 Specifieke traumatypen bij kinderen
#### 3.4.1 Spinaal/thoracaal trauma
* **Incidentie:** Spinale wervelkolom letsels (CWK letsel) zijn zeldzaam bij kinderen, voorkomend bij 0-2% van de ernstige traumagevallen. Bij kinderen jonger dan 5 jaar betreft het meestal letsel aan de ligamenten van C1-C3 [16](#page=16).
* **Beoordeling:** De beoordeling omvat inspectie, palpatie, neurologisch onderzoek en indien nodig een volledige röntgenfoto of CT-scan. Een specialist beslist bij neurologische uitval [17](#page=17).
* **SCIWORA:** Spinal cord injury without radiological abnormality (SCIWORA) betekent dat een normale röntgenfoto een ruggemergsletsel niet uitsluit [18](#page=18).
* **Stabilisatie en bescherming:** Gebruik een stevige matras (geen harde plank) en pas de log-roll techniek toe tijdens het onderzoek [22](#page=22).
* **Eerste opvang:** Behandeling van eventueel bloedverlies (drukverband lies), immobilisatie van de cervicale wervelkolom (MILS), en zorgen voor een vrije luchtweg [23](#page=23).
> **Tip:** Een normale röntgenfoto sluit een ruggemergsletsel bij kinderen niet altijd uit (SCIWORA) [18](#page=18).
#### 3.4.2 Buiktrauma
Buiktrauma bij kinderen heeft specifieke kenmerken:
* **Anatomische verschillen:** Kinderen hebben minder bescherming door de ribben, de blaas ligt hoger, het diafragma is meer horizontaal en de buikwand is dunner [29](#page=29).
* **Oorzaken:** Trauma kan penetrerend zijn (bv. schotwond, messteek) of niet-penetrerend (compressie/deceleratie) [29](#page=29).
* **Beoordeling:** Observeer, ausculteer, palpeer en percuteer de buik. Het ontbreken van een hematoom sluit een letsel niet uit [29](#page=29).
* **Belangrijke organen:** Lever, milt, nier en pancreas zijn potentieel kwetsbare organen bij buiktrauma [30](#page=30).
* **Beeldvorming:** Mogelijkheden voor beeldvorming zijn E-FAST, abdominale echografie en CT-scan. Een röntgenfoto van het abdomen kan ook overwogen worden [30](#page=30).
* **Miltruptuur:** Bij een miltruptuur wordt overleg met een kinderchirurg geadviseerd voor een conservatief beleid op de PICU. Dit wordt gerechtvaardigd doordat de bloeding vaak zelflimiterend is, en het behoud van de milt de mortaliteit en morbiditeit verlaagt. Voorwaarden hiervoor zijn optimale stolling, een chirurg standby en strikte observatie [30](#page=30).
* **Indicaties voor laparotomie:** Een laparotomie is geïndiceerd bij penetrerend letsel, darmperforatie, instabiele circulatie of wanneer de nier niet kleurt bij beeldvorming [31](#page=31).
> **Example:** Een 10-jarige jongen, Jacob, presenteert zich na een val met zijn BMX op het stuur. Hij droeg beschermende uitrusting, inclusief helm. Initieel kon hij nog naar huis fietsen, maar later ontwikkelde hij buikpijn. Bij aankomst op de spoedafdeling is hij bleek, met een ademhalingsfrequentie van 20/min, een hartslag van 145/min, een capillaire refill tijd van minder dan 3 seconden. Hij is stil en reageert alleen op aanspreken. Hoge flow zuurstof wordt toegediend. Dit scenario illustreert een casus van pediatrisch traumatisch arrest waarbij buiktrauma een belangrijke overweging is [28](#page=28).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ernstig gewond kind | Een kind dat letsels heeft opgelopen die potentieel levensbedreigend zijn of tot langdurige handicaps kunnen leiden, wat onmiddellijke en gespecialiseerde medische zorg vereist. |
| Gestructureerde aanpak | Een systematische en stapsgewijze methode die wordt gevolgd om de ernst van de situatie in te schatten, prioriteiten te stellen en de meest effectieve behandeling te bieden, vooral in urgente medische contexten. |
| Levensbedreigende letsels | Letsels die direct de vitale functies van het lichaam bedreigen en onmiddellijk ingrijpen vereisen om de dood of permanente schade te voorkomen. |
| Primaire opvang | De initiële beoordeling en behandeling van een patiënt met ernstig trauma, gericht op het identificeren en corrigeren van direct levensbedreigende problemen volgens een gestandaardiseerd protocol zoals ABCDE. |
| Secundaire opvang | Een meer gedetailleerde beoordeling en behandeling die plaatsvindt nadat de directe levensbedreigende problemen zijn aangepakt, gericht op het identificeren van alle andere letsels en het plannen van verdere zorg. |
| Damage Control Resuscitatie | Een strategie binnen de traumazorg die gericht is op het minimaliseren van verdere schade aan de patiënt door snelle interventies om bloedingen te stoppen, hypoxie te bestrijden en onderkoeling te voorkomen, met als doel stabilisatie alvorens definitieve chirurgie. |
| Letale trias (dodelijke trias) | Een combinatie van drie factoren bij ernstig trauma die elkaar wederzijds versterken en tot overlijden kunnen leiden: hypothermie (onderkoeling), acidose (verhoogde zuurgraad) en coagulopathie (stollingsstoornis). |
| Tensiepneumothorax | Een levensbedreigende toestand waarbij lucht in de pleuraholte terechtkomt en zich ophoopt, wat leidt tot compressie van de long en het hart, resulterend in ademhalingsnood en circulatoire collaps. |
| Open pneumothorax | Een pneumothorax waarbij er een open wond in de borstwand is, waardoor lucht tijdens de ademhaling de pleuraholte in en uit kan stromen, wat leidt tot een "zuigeffect" en ernstige hypoxie. |
| Massieve hemothorax | Een levensbedreigende situatie waarbij er een grote hoeveelheid bloed in de pleuraholte aanwezig is, wat resulteert in compressie van de long, hypoxie en shock door bloedverlies. |
| Fladderthorax | Een ernstige borstkasblessure waarbij meerdere ribben op minstens twee plaatsen gebroken zijn, wat leidt tot een instabiel segment van de borstwand dat paradoxaal beweegt tijdens de ademhaling, met ernstige hypoxie en pijn. |
| Cardiale tamponade | Een levensbedreigende aandoening waarbij vloeistof zich ophoopt in het pericardiale membraan rond het hart, wat leidt tot compressie van het hart en beperking van de pompfunctie, resulterend in shock en hypotensie. |
| SCIWORA (Spinal cord injury without radiological abnormality) | Een ruggenmergletsel bij kinderen waarbij er geen zichtbare afwijkingen zijn op radiologische onderzoeken zoals röntgenfoto's of CT-scans, wat de diagnose bemoeilijkt maar het letsel niet uitsluit. |
| AVPU score | Een score die de bewustzijntoestand van een patiënt aangeeft: Alert (alert), Voice (reageert op aanspreken), Pain (reageert op pijn), Unconscious (bewusteloos). |
| Tranexaminezuur | Een medicijn dat wordt gebruikt om bloedingen te verminderen door de afbraak van bloedstolsels te remmen; het wordt vaak toegediend bij ernstig bloedverlies om de stolling te ondersteunen. |
| SBAR | Een communicatiemethode (Situation, Background, Assessment, Recommendation) die wordt gebruikt om gestructureerde en duidelijke informatie over te dragen tussen zorgverleners, vooral tijdens patiëntoverdrachten. |
| E-FAST (Extended Focused Assessment with Sonography for Trauma) | Een snelle echografische beoordeling die wordt gebruikt bij traumapatiënten om interne bloedingen in de buikholte, het hartzakje en de pleuraholtes op te sporen. |