Cover
Start nu gratis 5. Slaap-waakstoornissen.pdf
Summary
# Stoornissen van slapen en waken
Stoornissen van slapen en waken omvatten een reeks aandoeningen die de slaap-waakcyclus verstoren, met uiteenlopende symptomen en gevolgen [5](#page=5).
## 1. Stoornissen van slapen en waken
### 1.1 Classificatie van slaap- en waakstoornissen
Slaap- en waakstoornissen kunnen worden ingedeeld in vier hoofdcategorieën [5](#page=5):
* Stoornissen van inslapen en/of doorslapen (insomnia)
* Stoornissen met overdreven slaperigheid overdag (hypersomnia)
* Stoornissen van het slaap-waak-schema (circadiane stoornissen)
* Stoornissen met abnormaal gedrag in de slaap (parasomnieën)
Binnen deze hoofdcategorieën worden verder onderscheiden:
#### 1.1.1 Dyssomnia's
Dit zijn slaapstoornissen die het vermogen om goed te slapen belemmeren. Ze kunnen worden onderverdeeld in intrinsieke slaapstoornissen [6](#page=6):
* **Psychofysiologische insomnia:** Een door de patiënt zelf in stand gehouden vorm van slapeloosheid, vaak door angst en frustratie rondom het slapengaan [6](#page=6).
* **Sleep state misperception:** De subjectieve ervaring dat men niet slaapt, terwijl er objectief wel slaap is [6](#page=6).
* **Idiopathische insomnia:** Chronische insomnia zonder duidelijke oorzaak [6](#page=6).
* **Narcolepsie:** Een neurologische aandoening die de controle over slaap-waakcycli beïnvloedt, gekenmerkt door overmatige slaperigheid overdag en plotselinge slaapaanvallen [6](#page=6).
* **Recurrente hypersomnia:** Periodes van overmatige slaperigheid die zich herhalen [6](#page=6).
* **Idiopathische hypersomnia:** Chronische hypersomnia zonder duidelijke oorzaak [6](#page=6).
* **Posttraumatische hypersomnia:** Hypersomnia die ontstaat na een trauma [6](#page=6).
* **Obstructief SAS (Slaapapneu Syndroom):** Ademhalingsonderbrekingen tijdens de slaap veroorzaakt door een blokkade in de luchtwegen [6](#page=6).
* **Centraal SAS:** Ademhalingsonderbrekingen tijdens de slaap waarbij de hersenen geen signaal sturen om te ademen [6](#page=6).
* **Centraal alveolair hypoventilatiesyndroom:** Onvoldoende ademhaling die leidt tot verhoogde kooldioxideconcentraties in het bloed [6](#page=6).
* **Myoclonus nocturnus:** Onwillekeurige spierschokken tijdens de slaap [6](#page=6).
* **Restless legs:** Een onaangenaam gevoel in de benen dat de drang veroorzaakt om te bewegen, vooral in rust [6](#page=6).
#### 1.1.2 Parasomnieën
Dit zijn ongewenste gebeurtenissen of ervaringen die tijdens de slaap optreden. Voorbeelden hiervan zijn slaapwandelen en nachtmerries, hoewel deze niet specifiek uit de verstrekte tekst worden uitgewerkt [5](#page=5).
### 1.2 Insomnia
Insomnia wordt gedefinieerd als een subjectieve klacht van te weinig, inadequate of niet-restauratieve slaap. Dit gaat gepaard met nadelige gevolgen voor het dagelijks functioneren, zoals moeheid, prikkelbaarheid en een verminderd intellectueel prestatievermogen. Het is belangrijk om chronische insomnia niet te verwarren met een habitueel korte slaapduur. De prevalentie van chronische insomnia wordt geschat op 10-20% [7](#page=7).
> **Tip:** Insomnia is een symptoom, geen ziekte op zich [7](#page=7).
### 1.3 Hypersomnia
Hypersomnia wordt gekenmerkt door onbedwingbare slaapneigingen, vooral in passieve of sedentaire situaties. Het is een probleem dat vaak slecht wordt herkend door patiënten, hun omgeving en zelfs artsen, waardoor het soms verward wordt met algemene moeheid, wat kan leiden tot onnodige diagnostiek en therapieën. Onbehandelde hypersomnia kan ernstige psychosociale gevolgen hebben en een permanent risico op ongevallen met zich meebrengen. De prevalentie bij volwassenen is 11% bij vrouwen en 7% bij mannen [11](#page=11).
> **Voorbeeld:** Een vrachtwagenchauffeur die tijdens het rijden onbedwingbare slaapaanvallen heeft, ondanks voldoende nachtrust, kan lijden aan hypersomnia [11](#page=11).
### 1.4 Circadiane ritmestoornissen
Dit zijn stoornissen die de interne biologische klok beïnvloeden, wat leidt tot een ontregeling van het slaap-waakritme. Specifieke voorbeelden worden niet uitgedetailleerd in de verstrekte tekst [5](#page=5).
---
# Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS)
Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS) is een aandoening die wordt gekenmerkt door herhaaldelijke obstructie van de bovenste luchtweg (BLW) tijdens de slaap, wat leidt tot ademhalingsonderbrekingen [12](#page=12).
### 2.1 Definitie
OSAS wordt gedefinieerd als een obstructie van de bovenste luchtweg op het niveau van de naso- en orofarynx, die zich manifesteert tijdens de slaap. In tegenstelling tot wakker zijn, waarbij ademen vanzelfsprekend is, treedt er tijdens de slaap een partiële of volledige obstructie van de BLW op met als gevolg asfyxie. De oorzaak hiervan ligt in een anatomische vernauwing van de BLW en/of onvoldoende werking van de BLW dilatoren, vaak geassocieerd met obesitas en retrognathie [12](#page=12).
### 2.2 Pathofysiologie: de apnoe-cyclus
Tijdens de slaap treedt een partiële of volledige obstructie van de bovenste luchtweg op. Dit leidt tot een daling van de zuurstofsaturatie in het bloed (SaO2) en een verhoogde ademhalingsinspanning. Deze cyclus van obstructie, hypoxemie en verhoogde ademhalingsprikkel kan zich herhaaldelijk voordoen gedurende de nacht, waarbij de patiënt periodiek wakker wordt om de luchtweg weer open te krijgen [12](#page=12) [13](#page=13).
> **Tip:** De apnoe-cyclus is cruciaal om te begrijpen hoe OSAS de slaapkwaliteit en de algehele gezondheid beïnvloedt.
### 2.3 Klinische presentatie
#### 2.3.1 Nachtelijke symptomen
De klinische presentatie van OSAS omvat een reeks nachtelijke symptomen [14](#page=14):
* Luid snurken, afgewisseld met stille perioden [14](#page=14).
* Woelige slaap, gekenmerkt door veel lichaamsbeweging [14](#page=14).
* Nachtzweten [14](#page=14).
* Nycturie (vaak plassen 's nachts), soms in combinatie met enuresis (bedplassen) [14](#page=14).
* Ochtendhoofdpijn [14](#page=14).
* Droge mond en pijnlijke keel bij het ontwaken [14](#page=14).
* Slaapinertie bij ontwaken, wat een gevoel van traagheid en sufheid geeft [14](#page=14).
#### 2.3.2 Bijkomende kenmerken
Naast nachtelijke symptomen zijn er bijkomende kenmerken die wijzen op OSAS [15](#page=15):
* **Somnolentie:** Een onbedwingbare neiging om overdag in slaap te vallen. Dit begint aanvankelijk in rustige situaties (zoals tv kijken of lezen) en kan later ook optreden op het werk of tijdens het autorijden [15](#page=15).
* Karakter-, concentratie- en geheugenstoornissen [15](#page=15).
* Bij lichamelijk onderzoek (K.O.) worden vaak de volgende bevindingen waargenomen:
* Obesitas bij ongeveer twee derde van de patiënten [15](#page=15).
* Soms retrognathie (achterliggende kaak) [15](#page=15).
* Soms tonsillaire hypertrofie (vergrote amandelen) [15](#page=15).
* Frequent arteriële hypertensie (hoge bloeddruk) [15](#page=15).
### 2.4 Prevalentie
OSAS komt frequent voor bij volwassenen [16](#page=16).
* Symptomatisch OSAS wordt gediagnosticeerd bij 1 tot 4 procent van de volwassenen [16](#page=16).
* Ernstig OSAS, met bijbehorende hypoxemie, komt voor bij ongeveer 0.3 procent van de volwassenen [16](#page=16).
* De man-vrouw ratio is ongeveer 9 op 1 [16](#page=16).
* De piekincidentie van OSAS ligt vanaf het vierde levensdecennium [16](#page=16).
* OSAS kan ook bij kinderen voorkomen [16](#page=16).
### 2.5 Behandelingsopties
#### 2.5.1 Niet-heelkundige behandeling
De niet-heelkundige behandeling van OSAS richt zich op algemene maatregelen, medicatie en hulpmiddelen [17](#page=17).
* **Algemene maatregelen (NOPD):**
* **N:** Nasale obstructie behandelen [17](#page=17).
* **O:** Obesitas behandelen [17](#page=17).
* **P:** Positie van het lichaam tijdens de slaap beïnvloeden (bijvoorbeeld door zijligging te stimuleren) [17](#page=17).
* **D:** Drugs, specifiek het mijden van sedativa en alcohol die de spierspanning van de bovenste luchtweg kunnen verminderen [17](#page=17).
* **Medische behandeling:**
* Geneesmiddelen hebben over het algemeen onvoldoende effect bij de behandeling van OSAS [17](#page=17).
* **Nasale CPAP (Continuous Positive Airway Pressure)** is de voorkeursbehandeling. CPAP houdt in dat er continu positieve druk wordt uitgeademd via een neusmasker, wat helpt de luchtweg open te houden tijdens de slaap [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Mondapparaten:** Dit zijn op maat gemaakte apparaten die de positie van de onderkaak en tong kunnen aanpassen om de luchtweg te openen [17](#page=17).
#### 2.5.2 Heelkundige behandeling
Heelkundige ingrepen kunnen worden overwogen wanneer niet-heelkundige behandelingen onvoldoende effectief zijn [19](#page=19).
* **Uvulopalatopharyngoplastiek (UPPP):** Deze procedure omvat de resectie van de tonsillen, de onderrand van het zachte verhemelte (uvula) en de laterale wand van de orofarynx. De effectiviteit varieert; de apnoe-hypopnoe-index (AHI) wordt bij minder dan 50 procent van de patiënten met meer dan 50 procent gereduceerd [19](#page=19).
* **Maxillomandibulaire Advancement (MMA):** Dit is een ingrijpende chirurgische procedure waarbij de bovenkaak (maxilla) wordt doorgezaagd en de onderkaak (mandibula) parasagittaal wordt doorgesneden. De kaakdelen worden naar voren geplaatst (advancement, doorgaans meer dan 10 mm) en gefixeerd met osteosynthese. Deze methode is curatief bij meer dan 80 procent van de patiënten [19](#page=19).
* **Tracheotomie:** Dit wordt beschouwd als een noodmaatregel en houdt in dat er een kunstmatige luchtweg wordt gecreëerd via een opening in de luchtpijp [19](#page=19).
* **Neurostimulatie:** Een meer recente behandeloptie is neurostimulatie, specifiek van de nervus hypoglossus (tongzenuw), die helpt bij het openhouden van de luchtweg door de tongspieren te activeren [19](#page=19).
---
# Narcolepsie
Narcolepsie is een neurologische stoornis die wordt gekenmerkt door hypersomnie en cataplexie, met specifieke manifestaties gerelateerd aan slaap-waakcycli [20](#page=20).
### 3.1 Epidemiologie
De prevalentie van narcolepsie varieert tussen 2 en 18 per 10.000 personen, met etnische verschillen. De eerste symptomen manifesteren zich meestal in het tweede levensdecennium. Hoewel er een familiale incidentie van ongeveer 10% is, komt de stoornis vaker sporadisch voor. Er is een sterke associatie met de HLA-allel HLA-DR2 (D15) DQw1 (DQB1*0602). De ontwikkeling van narcolepsie lijkt een interactie te zijn tussen genetische aanleg en omgevingsfactoren; bij monozygote tweelingen is 25-31% van de concordante paren concordant voor narcolepsie [21](#page=21).
### 3.2 Diagnose
Een tentatieve diagnose van narcolepsie wordt gesteld op basis van de aanwezigheid van hypersomnie in combinatie met cataplexie. Cataplexie wordt gedefinieerd als duidelijk krachtsverlies, hoewel het soms discreet kan zijn. Slaapparalyse en hypnagoge hallucinaties zijn aspecifieke symptomen [22](#page=22).
De zekere diagnose wordt gesteld in een slaaplaboratorium. Hierbij wordt gelet op nachtelijke slaapkenmerken zoals SOREM (Sleep Onset REM Episodes) en frequent ontwaken. Daarnaast wordt een Multiple Sleep Latency Test (MSLT) uitgevoerd, waarbij een slaaplatentie van minder dan 5 minuten en minstens twee SOREM's tijdens vijf dutjes indicatief zijn voor narcolepsie [22](#page=22).
> **Tip:** Wees alert op simulanten bij de diagnostiek [22](#page=22).
### 3.3 Pathogenese
De pathogenese van narcolepsie wordt momenteel speculatief beschreven als een HLA-geassocieerde auto-immune destructie van slaap-regulerende neuronen. De neurotransmissie van orexine (ook wel hypocretine genoemd) is verstoord. De neuronen die orexine produceren bevinden zich in de laterale hypothalamus en spelen een rol in de regulatie van energiehomeostase en nutritie. Studies met orexine-knockout muizen vertonen symptomen die vergelijkbaar zijn met narcolepsie. Bij honden is een mutatie in het Hcrtr2-gen geassocieerd met narcolepsie. Een biomarker voor narcolepsie is een lage tot afwezige spiegels van hypocretine in het cerebrospinale vocht (CSV) [24](#page=24).
### 3.4 Behandeling
De behandeling van narcolepsie is symptomatisch en richt zich op het beheersen van de klachten, aangezien er geen causale therapie bestaat [25](#page=25).
* **Behandeling van hypersomnie:** Stimulantia worden voorgeschreven om de hypersomnie te behandelen. Voorbeelden hiervan zijn methylfenidaat, pemoline, amfetamine en modafinil. De dosering wordt geleidelijk opgehoogd. Het wordt aangeraden om 'drug-free holidays' in te lassen om gewenning te voorkomen [25](#page=25).
* **Onderdrukking van abnormale REM-fenomenen (cataplexie):** Klassieke tricyclische antidepressiva en selectieve serotonine reuptake inhibitoren (SSRI's) worden gebruikt om abnormale REM-fenomenen, waaronder cataplexie, te onderdrukken. Ook GHB (Xyrem) is een optie [25](#page=25).
* **Strategische dutjes:** Regelmatige, geplande dutjes op vaste tijdstippen kunnen helpen bij het management van de slaapklachten [25](#page=25).
---
# Restless Legs Syndroom (RLS)
Het restless legs syndroom (RLS) is een neurologische aandoening die wordt gekenmerkt door een onweerstaanbare drang om de ledematen te bewegen, vaak gepaard gaande met onaangename sensaties [26](#page=26).
### 4.1 Beschrijving van restless legs syndroom
RLS wordt gedefinieerd als een stoornis die gepaard gaat met een onweerstaanbare drang om de ledematen te bewegen, in combinatie met onaangename, moeilijk te omschrijven sensaties. Deze sensaties en de drang om te bewegen verergeren doorgaans tijdens rust en treden op tijdens de slaap. Het wordt beschouwd als een bewegingsstoornis die verband houdt met slaapstoornissen [26](#page=26).
#### 4.1.1 Geassocieerde aandoeningen
RLS is zeer vaak geassocieerd met:
* Periodieke beenbewegingen in de slaap [26](#page=26).
* Slaapfragmentatie [26](#page=26).
* Insomnie [26](#page=26).
* Hypersomnie [26](#page=26).
#### 4.1.2 Oorzaken van restless legs syndroom
Hoewel RLS meestal idiopatisch (zonder duidelijke oorzaak) is, kan het soms secundair optreden ten gevolge van bepaalde aandoeningen of omstandigheden:
* Ferriprieve anemie (ijzertekortanemie) [26](#page=26).
* Uremie (bij 20-40% van de dialysepatiënten) [26](#page=26).
* Zwangerschap [26](#page=26).
* Diabetes [26](#page=26).
* Gebruik van bepaalde geneesmiddelen [26](#page=26).
### 4.2 Behandelingsopties voor restless legs syndroom
De behandeling van RLS omvat verschillende medicamenteuze opties:
#### 4.2.1 Dopamineprecursoren en agonisten
Medicijnen die het dopaminesysteem beïnvloeden, worden vaak ingezet. Voorbeelden hiervan zijn:
* Ropinirol (Requip) [28](#page=28).
* Pramipexel (Mirapexin) [28](#page=28).
#### 4.2.2 Benzodiazepines
Benzodiazepines kunnen ook worden voorgeschreven voor de behandeling van RLS. Een voorbeeld is:
* Clonazepam (Rivotril), met een dosering van 0,5 tot 2 mg [28](#page=28).
#### 4.2.3 Overige medicatie
Naast de bovengenoemde medicatieklassen kunnen ook de volgende middelen worden gebruikt:
* Codeïne [28](#page=28).
* Narcotische analgetica [28](#page=28).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Polysomnografie (PSG) | Een diagnostische methode die tijdens de slaap meerdere fysiologische signalen registreert, zoals corticale activiteit, oogbewegingen, spiertonus, ademhaling en hartslag, om slaapstoornissen te evalueren. |
| EEG (Elektro-encefalogram) | Een techniek voor het meten en registreren van de elektrische activiteit van de hersenen, met name de golfpatronen die kenmerkend zijn voor verschillende slaapstadia. |
| Hypnogram | Een grafische weergave van de slaappatronen van een individu gedurende een nacht, die de overgangen tussen de verschillende slaapstadia (zoals REM en non-REM slaap) toont. |
| Insomnia | Een slaapstoornis die wordt gekenmerkt door subjectieve klachten van te weinig, inadequate of niet-rustgevende slaap, met negatieve gevolgen voor het dagelijks functioneren zoals vermoeidheid en prikkelbaarheid. |
| Hypersomnia | Een slaapstoornis die zich manifesteert als overmatige slaperigheid overdag, zelfs na een normale nachtrust, wat leidt tot onbedwingbare slaapaanvallen en een verhoogd risico op ongelukken. |
| Circadiane stoornissen | Stoornissen die verband houden met het interne biologische ritme van het lichaam, dat de slaap-waakcyclus regelt, en die leiden tot desynchronisatie tussen het lichaam en de externe omgeving. |
| Parasomnie | Een slaapstoornis die wordt gekenmerkt door abnormaal gedrag, ervaringen of autonome fysiologische gebeurtenissen die optreden tijdens de slaap of tijdens het ontwaken uit de slaap. |
| Dyssominia | Een brede categorie van slaapstoornissen die te maken hebben met het moeilijk in slaap vallen of doorslapen, of met overmatige slaperigheid overdag. |
| Psychofysiologische insomnia | Een vorm van aangeleerde insomnia waarbij negatieve conditionering leidt tot een vicieuze cirkel van slaapangst, verhoogde spierspanning en stimulatie van de waaktoestand. |
| Slaapapneusyndroom | Een slaapstoornis die wordt gekenmerkt door herhaalde perioden van gedeeltelijke of volledige blokkade van de luchtwegen tijdens de slaap, leidend tot ademhalingsonderbrekingen. |
| Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS) | Een type slaapapneu waarbij de luchtweg geblokkeerd raakt, meestal door de tong of zachte weefsels in de keel, wat resulteert in snurken en ademhalingspauzes. |
| Nachtzweten | Overmatig zweten tijdens de slaap, wat een symptoom kan zijn van obstructief slaapapneusyndroom en andere medische aandoeningen. |
| Nycturie | De neiging om 's nachts meerdere keren op te staan om te plassen, wat ook een symptoom kan zijn van slaapapneu. |
| Slaapinertie | Een overgangstoestand na het ontwaken, waarbij men zich traag, verward en suf voelt, wat de cognitieve prestaties en reactietijd kan beïnvloeden. |
| Nasale CPAP (Continuous Positive Airway Pressure) | Een niet-heelkundige behandeling voor slaapapneu waarbij continu positieve luchtdruk via een neusmasker wordt toegediend om de luchtwegen open te houden tijdens de slaap. |
| Uvulopalatopharyngoplastiek (UPPP) | Een chirurgische ingreep om de luchtwegen te verruimen door overtollig weefsel in de keel te verwijderen, vaak gebruikt bij obstructief slaapapneu. |
| Maxillo-mandibulaire advancement (MMA) | Een chirurgische procedure waarbij de boven- en onderkaak naar voren worden gebracht om de luchtweg te vergroten, een curatieve behandeling voor ernstig OSAS. |
| Narcolepsie | Een chronische neurologische stoornis die de regulering van slaap en waak beïnvloedt, gekenmerkt door onbedwingbare slaapaanvallen, cataplexie, slaapparalyse en hypnagoge hallucinaties. |
| Slaapparalyse | Een tijdelijk onvermogen om te bewegen of te spreken tijdens het inslapen of ontwaken, vaak geassocieerd met narcolepsie en levendige dromen. |
| Cataplexie | Plotseling, tijdelijk krachtsverlies in de spieren, vaak uitgelokt door emoties zoals lachen of schrikken, een kenmerkend symptoom van narcolepsie. |
| Hypnagoge hallucinaties | Levendige, droomachtige visuele, auditieve of tactiele waanvoorstellingen die optreden tijdens het inslapen. |
| REM (Rapid Eye Movement) slaap | Een stadium van slaap dat wordt gekenmerkt door snelle oogbewegingen, verhoogde hersenactiviteit en levendige dromen. SOREM (Sleep Onset REM) is REM-slaap die kort na het in slaap vallen optreedt. |
| MSLT (Multiple Sleep Latency Test) | Een diagnostische test die de snelheid meet waarmee iemand in slaap valt tijdens korte dutjes gedurende de dag, gebruikt om hypersomnolentie te evalueren. |
| Pathogenese | Het mechanisme waarmee een ziekte ontstaat, inclusief de stappen en processen die leiden tot de ontwikkeling van de aandoening. |
| Orexine (hypocretine) | Een neurotransmitter die betrokken is bij de regulatie van slaap-waakcycli, eetlust en energiehomeostase. Verlaagde niveaus hiervan worden geassocieerd met narcolepsie. |
| Restless Legs Syndrome (RLS) | Een neurologische bewegingsstoornis die wordt gekenmerkt door een onweerstaanbare drang om de benen te bewegen, vaak gepaard gaande met onaangename sensaties, vooral in rust en 's nachts. |
| Periodieke beenbewegingen in de slaap | Repetitieve bewegingen van de benen die optreden tijdens de slaap, vaak geassocieerd met het Restless Legs Syndrome en slaapfragmentatie. |
| Ferriprieve anemie | Bloedarmoede veroorzaakt door ijzertekort, wat een mogelijke oorzaak kan zijn van secundair Restless Legs Syndrome. |
| Uremie | Een toxische conditie die optreedt bij ernstig nierfalen, waarbij afvalstoffen zich ophopen in het bloed; kan geassocieerd zijn met RLS. |
| Dopamineagonisten | Medicijnen die de werking van dopamine in de hersenen nabootsen of versterken, gebruikt bij de behandeling van aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson en RLS. |