Cover
Start nu gratis principes-fiscaliteit-samenvatting.docx
Summary
# Studiehandleiding Principes Fiscaliteit (YB1188)
Dit document dient als een uitgebreide studiegids voor het vak Principes Fiscaliteit (YB1188), gericht op een grondige voorbereiding voor het examen, dat bestaat uit meerkeuzevragen en open vragen.
## Inleiding tot belastingen
De kern van het belastingrecht draait om het concept van belastingheffing als een essentieel instrument voor overheidsfinanciering en economische sturing.
### Begrip van belastingen
Een belasting wordt gedefinieerd als een bijdrage die volgens bepaalde rechtsregels door de overheid wordt opgelegd, met als doel financiële middelen te verzamelen voor uitgaven in het algemeen belang. Deze bijdrage moet wettelijk, decretaal of besluitmatig als belasting erkend zijn.
### Types belastingen
De documentatie noemt verschillende soorten belastingen:
* Personenbelasting (PB)
* Vennootschapsbelasting (VenB)
* Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW)
* Erfbelasting (successierechten)
* Douanerechten
* Accijnzen
### Wetgevende macht en bronnen van belastingwetgeving
* **Wet:** Federaal parlement (wetgevende macht).
* **Decreet (of ordonnantie):** Deelstaat (wetgevende macht).
* **Besluit:** Federaal of deelstaat (uitvoerende macht).
### Kenmerken van een belasting
Om als belasting te worden beschouwd, moet aan twee essentiële kenmerken worden voldaan:
1. **Financieel doel:** De heffing is bedoeld om diensten van openbaar nut te financieren, zonder een directe en individuele tegenprestatie ten opzichte van degene die betaalt.
* **Onderscheid met Retributie:** Een retributie is een heffing voor een geïndividualiseerde dienstverlening door de overheid, zoals een parkeermeter die een betaling vraagt voor het recht om te parkeren.
2. **Dwingend karakter:**
* De belasting wordt eenzijdig door de overheid opgelegd.
* De basis hiervoor ligt in een wet (of decreet of besluit).
* Niet-naleving leidt tot sancties.
* **Administratieve sancties:** Boetes of verhogingen bij fouten in de belastingaangifte.
* **Strafrechtelijke sancties:** Boetes, werkstraffen of gevangenisstraffen.
* **‘Una via’ (één weg) principe:** Inbreuken op de fiscale wetgeving worden exclusief via de administratieve of de strafrechtelijke weg vervolgd (non bis in idem – niet tweemaal voor hetzelfde bestraft worden).
### Overheidsinkomsten die geen belastingen zijn
Als een van de twee kenmerken (financieel doel of dwingend karakter) ontbreekt, spreken we niet van een belasting.
* **Retributie:** Vergoeding voor een geïndividualiseerde dienstverlening.
* **Parafiscale bijdragen:** Bijdragen specifiek bedoeld voor de financiering van sociale doeleinden (bv. sociale bijdragen in België), onderscheiden door het bestemmingscriterium.
## Situering en functies van het belastingrecht
### De situering van het belastingrecht
Belastingrecht bepaalt:
* Wie of wat aan belasting wordt onderworpen.
* Welk het toepasselijke tarief is.
* Hoe de belasting wordt gevestigd (berekend).
* Hoe de belasting wordt geïnd.
* Welke waarborgen de overheid geniet.
De studie van belastingrecht behoort tot de rechtswetenschap.
### Noodzakelijk karakter van belastingen in een moderne samenleving
In een moderne samenleving, waar productiemiddelen en opbrengsten bij burgers (natuurlijke personen en vennootschappen) berusten, is een belastingheffingssysteem noodzakelijk voor de overheid om haar taken te vervullen. Dit staat in contrast met centraal geleide economieën zoals het communisme.
### De functies van belastingen
1. **Financiële functie:**
* Oorspronkelijk en hoofddoel van belastingen.
* Geldelijke bijdragen die worden geraamd in de jaarlijkse begroting.
* Vereist een geregelde opbrengst en een eenvoudig belastingstelsel voor snelle en goedkope inning.
2. **Economische functie:**
* Beïnvloedt prijsvorming, spaarwezen, consumptie (bv. accijnzen op sigaretten, benzine om consumptie te ontmoedigen), investeringen en tewerkstelling.
3. **Sociale functie:**
* Draagt bij aan het draagkrachtbeginsel en de sociale aanpassing van de belasting.
4. **Politieke functie.**
5. **Demografische functie.**
6. **Culturele functie.**
## Wie mag belastingen heffen?
De bevoegdheid om belastingen te heffen is vastgelegd in de artikelen 170 en 173 van de Grondwet. De heffingsbevoegdheid ligt bij:
* De federale overheid.
* Lokale besturen (gemeenten, provincies, agglomeratie Brussel).
* Regionale besturen (Vlaams Gewest, Waals Gewest, Franstalige Gemeenschap, etc.).
* Publiekrechtelijke instellingen (bv. Aquafin NV).
* Supranationale overheden (bv. douanerechten aan de gemeenschappelijke buitengrens).
### Principe van fiscale autonomie
Dit principe geeft de federale overheid, lokale en regionale besturen het recht om hun uitgaven te dekken met eigen belastinginkomsten. Er zijn echter beperkingen:
* Federale overheid mag geen belastingen heffen op water en afval.
* Regionale overheden mogen geen belastingen heffen op federaal belaste materies.
* Gemeenten en provincies mogen geen belastingen heffen op federaal belaste materies.
### Soorten fiscale bevoegdheden
1. **Eigenlijke fiscale bevoegdheden:** Directe heffing van belastingen (bv. heffing op oppervlakte- en grondwater, leegstandheffing).
2. **Oneigenlijke fiscale bevoegdheden:**
* **Overgedragen belastingen:** Belastingen waarvan de inning en tariefzetting zijn overgedragen (bv. OV, registratierechten, erfbelasting).
* **Toegewezen belastingen:** Belastingen die door een niveau aan een ander niveau worden toegekend (bv. BTW). De 6e staatshervorming heeft de autonomie van de gewesten in de personenbelasting uitgebreid.
## Grondwettelijke beginselen van belastingheffing
Deze beginselen garanderen een eerlijke en rechtvaardige fiscale behandeling.
* **Legaliteitsbeginsel (wettelijkheidsbeginsel):** De overheid mag alleen handelen op basis van de wet. Burgers kunnen alleen gestraft worden voor handelingen die op het moment van begaan bij wet strafbaar waren gesteld.
* **Eenjarigheidsbeginsel (annualiteitsbeginsel):** De begroting en belastingwetgeving moeten jaarlijks door het parlement worden goedgekeurd. Wetten zijn slechts voor één jaar geldig, tenzij verlengd (art. 171 GW).
* **Gelijkheidsbeginsel:** Alle Belgen zijn gelijk voor de wet (art. 10 GW). Het genot van rechten en vrijheden moet zonder discriminatie worden verzekerd (art. 11 GW).
## Beginselen en kenmerken voortvloeiend uit de aard van belastingen
### De fiscale wet is van openbare orde
Belastingrecht behoort tot het publiek recht en raakt de essentiële belangen van de staat en de maatschappij. Overeenkomsten kunnen het belastingrecht niet aantasten.
#### Juridische gevolgen van het openbare orde karakter
* De belastingwet bepaalt zelf wie de schuldenaar is.
* Overeenkomsten met als doel belastingontduiking zijn nietig.
* Tussen de fiscus en de belastingplichtige kunnen geen overeenkomsten worden gesloten over rechtskwesties.
### Belastingontduiking versus Belastingvermijding
* **Belastingontduiking (MAG NIET):** Het ontsnappen aan een belastingplicht door oneigenlijke middelen (bv. verkopen zonder factuur, valse aankoopfacturen opnemen).
* **Belastingvermijding (MAG WEL):** Het zodanig organiseren dat men buiten belastbare omstandigheden valt (bv. eenmanszaak omvormen naar vennootschap, aankopen van minder belaste goederen). De belastingplichtige heeft het recht de minst belaste weg te kiezen.
### Bijkomende beginselen van de belastingwet
* **Niet-retroactiviteit:** Fiscale wetgeving kan niet met terugwerkende kracht worden ingevoerd.
* **Behoorlijk bestuur:** De fiscus is gebonden aan gedragsnormen, zorgvuldigheids- en voorzichtigheidsplicht; vertrouwensbeginsel.
* **Realiteitsbeginsel:** De fiscale wet moet worden toegepast op werkelijke feiten, niet op fictieve. Juridische werkelijkheid prevaleert boven economische werkelijkheid. Belastingwetten worden toegepast op de werkelijkheid, ongeacht of deze geoorloofd is.
* **Non bis in idem-beginsel:** Voorkomt dubbele bestraffing voor dezelfde belasting, voor hetzelfde belastbare tijdperk en met hetzelfde doel.
* **Territorialiteitsbeginsel:** Belastingsubject of -object moet voldoende aanknopingspunten met het Belgische grondgebied hebben (personele of zakelijke aanknoping).
* **Verdragsrecht:** Dubbelbelastingovereenkomsten en supranationale verdragen beheersen het Belgisch fiscaal recht.
## Onderscheid op basis van de grondslag van de belasting
Verschillende criteria kunnen worden gebruikt om belastingen te categoriseren:
* **Zakelijke belasting:** Geheven op basis van objectieve maatstaven, zonder rekening te houden met de persoonlijke situatie van de belastingplichtige.
* **Persoonlijke belasting:** Rekening houdend met de persoonlijke situatie van de belastingplichtige.
* **Kapitaal- of vermogensbelasting:** Belastingen op het vermogen zelf, ongeacht of het inkomen genereert.
* **Inkomstenbelasting:** Treffen periodieke opbrengsten van vermogen of bedrijvigheid.
* **Specifieke belastingen:** Geheven op basis van de aard van het belastbare feit, ongeacht de waarde ervan.
* **Belastingen ad valorem:** Geheven op basis van de waarde van de belastbare verrichting of feit.
* **Vaste belastingen:** Vast tarief (in euro).
* **Evenredige belastingen:** Vast percentage.
* **Progressieve belastingen:** Progressief klimmend tarief.
* **Directe belastingen:** De schuldenaar is ook de uiteindelijke drager.
* **Indirecte belastingen:** De schuldenaar is een tussenpersoon, niet de uiteindelijke drager (bv. BTW).
---
## Personenbelasting (PB)
De personenbelasting is een directe belasting op de inkomsten van natuurlijke personen.
### Wie is belastingplichtig in de PB?
Natuurlijke personen (ongeacht nationaliteit) die in België wonen.
* **Feitelijke woonplaats** is doorslaggevend (domicilie).
* Inschrijving in het rijksregister is een vermoeden van rijksinwoner.
* Gehuwden/wettelijk samenwonenden: belastingswoonplaats is de plaats waar het gezin gevestigd is.
### Aangiftetermijnen
* **30 juni:** Papiering.
* **15 juli:** Elektronische indiening (vereenvoudigde boekhouding, ook via mandataris).
* **18 oktober:** Complexe aangifte (deel 2, voor zelfstandigen).
### Voorstel vereenvoudigde aangifte
* Voor belastingplichtigen met een stabiele fiscale situatie.
* Geen aangifte indienen vereist, maar het voorstel moet nauwkeurig gecontroleerd en eventueel verbeterd worden.
### Welke inkomsten worden belast?
De PB wordt berekend op basis van het totale netto-inkomen na aftrek van aftrekbare bestedingen, wat resulteert in het belastbaar inkomen. Het totale netto-inkomen omvat:
1. Inkomen van onroerende goederen (OI).
2. Inkomen van roerende goederen en kapitalen (RI).
3. Beroepsinkomen.
4. Divers inkomen.
### Het systeem van progressieve belastingen
Hoe meer je verdient, hoe hoger het marginale belastingtarief.
* **Gezamenlijke aangifte:** De inkomsten van beide partners worden opgeteld en progressief belast.
### Het systeem van de belastingsvrije som (BVS)
Een deel van het inkomen blijft onbelast. De verhoging van de BVS komt toe aan de partner met het hoogste belastbaar inkomen. Bij feitelijk samenwonenden is er vrije keuze.
---
## Onroerende inkomsten (OI)
### Wat is onroerend inkomen (OI)?
Inkomsten uit onroerende goederen die tot het privévermogen behoren (bv. verhuur van woning, grond, garage). **NIET** belastbaar zijn inkomsten uit verhuur in functie van een beroepswerkzaamheid.
### Kadastraal inkomen (KI)
Het basisinkomen uit een onroerend goed, berekend op basis van de huurwaarde in 1975, dat vervolgens geïndexeerd en herwaardelijk wordt aangepast.
### Eigen woning
* Het huis waarin men woont of niet woont om beroeps-, sociale redenen, of wegens verbouwingen.
* De huur van een eigen woning om sociale of beroepsredenen is **niet belastbaar**.
* De **onroerende voorheffing** is een Vlaamse belasting op onroerende goederen, berekend op basis van het KI, maar wordt **niet** in de personenbelasting opgenomen.
### Onroerend goed gebruikt voor beroepsdoeleinden
Wanneer een deel van het onroerend goed professioneel wordt gebruikt (bv. bureau in een woning), wordt het KI van dat deel in de PB belast. Het voordeel van uitgespaarde huur wordt dan verrekend in het beroepsinkomen.
### Tweede verblijf dat niet verhuurd is
Het KI van een niet-verhuurd tweede verblijf wordt belast.
### Onroerend goed dat aan een NP wordt verhuurd voor privégebruik
Het KI van het verhuurde goed wordt belast, verhoogd met een percentage (40%).
### Onroerend goed dat aan een NP wordt verhuurd voor beroepsgebruik
De belastbare inkomsten worden berekend op basis van de nettohuur na kosten, met een minimum van het geïndexeerd KI verhoogd met 40%. Het is vaak interessanter om te verhuren aan een natuurlijke persoon die het niet beroepsmatig gebruikt.
### Onroerend goed dat aan een vennootschap wordt verhuurd
De berekening is vergelijkbaar met verhuur aan een NP voor beroepsgebruik. De nettohuur wordt verminderd met kosten (forfaitaire kosten of werkelijke kosten).
### Bijzonder geval: Huurder gebruikt pand deels privé, deels beroepsmatig
* **Optie 1 (met contractuele opsplitsing):** Het privédeel wordt belast op basis van het geïndexeerd KI en 40%, het beroepsdeel op basis van nettohuur.
* **Optie 2 (zonder contractuele opsplitsing):** Alles wordt als beroepsmatig beschouwd en belast op basis van nettohuur.
### Prorateren
Wanneer de eigendom of bestemming van een onroerend goed gedurende het jaar wijzigt, moet het onroerend inkomen proportioneel worden opgesplitst per dag.
---
## Beroepsinkomsten
Beroepsinkomsten omvatten lonen, wedden, pensioenen en werkloosheidsuitkeringen.
### Voordelen alle aard (VAA)
Voordelen die een werknemer of bedrijfsleider ontvangt die ook voor privégebruik bestemd zijn (bv. bedrijfswagen, GSM, tankkaart, laptop, hospitalisatieverzekering).
* **Bedrijfswagen:** Het voordeel wordt forfaitair berekend op basis van catalogusprijs, leeftijdsfactor, CO2-uitstoot en een percentage (6/7). Er geldt een minimum VAA.
* **Deelnamekosten werknemer:** Indien de werknemer bijdraagt in de kosten van het VAA (bv. bij een bedrijfswagen), wordt het belastbaar voordeel verminderd.
### Werkgeversbijdrage woon-werkverkeer
* De vergoeding die de werkgever betaalt voor woon-werkverkeer is in beginsel belastbaar voor de werknemer.
* Een deel van deze vergoeding kan vrijgesteld zijn, op voorwaarde dat de werknemer kiest voor de forfaitaire kosten en niet de werkelijke kosten bewijst.
### Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen
Bonussen toegekend aan een groep werknemers bij het behalen van collectieve doelstellingen. Vrijgesteld tot een bepaald bedrag, daarboven wordt het als loon belast.
### Werkgevers tussenkomst bij aankoop privé PC
Vrijgesteld tot een bepaald maximum bedrag per werknemer.
### Andere beroepsinkomsten (vrijgesteld)
* Maaltijd-, sport-, cultuur- en ecocheques.
* Terbeschikkingstelling van een fiets (inclusief onderhoud en stallingskosten) voor woon-werkverkeer.
* Stakingsvergoedingen betaald door vakbonden.
* Inkomsten uit verkoop groenestroomcertificaten.
* Vrijwilligersvergoedingen (met criterium van onbaatzuchtigheid).
* Sommige vervangingsinkomens (kinderbijslag, leefloon, studiebeurzen).
### Kosten
Je wordt belast op je netto beroepsinkomen (bruto beroepsinkomsten minus kosten).
* **Werknemers:** Kunnen kiezen tussen forfaitaire kosten of werkelijke beroepskosten.
* **Gemeenschappelijke aangifte (huwelijksquotiënt):** Indien het netto-inkomen van één partner minder dan 30% van het totale netto-inkomen bedraagt, mag een deel van het inkomen van de meest verdienende partner worden overgeheveld. Dit wordt automatisch toegepast indien voordelig.
---
## Roerend inkomen (RI)
Roerend inkomen omvat inkomsten uit dividenden, interesten, huur van roerende goederen en auteursrechten, ontvangen door natuurlijke personen.
### Dividenden en interesten
* **Dividenden:** Deel van de winst dat een onderneming (BV, NV) uitkeert aan aandeelhouders.
* **Interesten:** Vergoeding voor uitgeleend geld aan een bedrijf of overheid (bv. staatsbon).
### Belastingplicht bij gehuwden/samenwonenden
De aan te geven inkomsten worden toegewezen op basis van het huwelijksvermogensrecht (scheiding van goederen, wettelijk stelsel) of eigendomsaandeel.
### Facultatief aan te geven inkomsten (dividenden)
* Een vrijstelling geldt voor een bruto schijf van 800 euro per belastingplichtige per jaar. De ingehouden roerende voorheffing op deze schijf kan worden teruggevorderd.
* Dividenden boven deze vrijstelling kunnen facultatief worden aangegeven, waarbij een afzonderlijk tarief van 30% (of ander tarief afhankelijk van de oorsprong van de vennootschap) geldt, tenzij globalisatie voordeliger is.
### Verplicht aan te geven inkomsten (interesten)
* **Gereglementeerde spaarrekeningen:** Een vrijstelling geldt voor de eerste schijf van 980 euro per belastingplichtige. Eventuele roerende voorheffing op het saldo is facultatief terug te vorderen.
* **Andere interesten (bv. termijnrekeningen):** Deze zijn verplicht aan te geven in de mate ze de vrijstelling overschrijden en worden belast aan een afzonderlijk tarief (bv. 15%).
---
## Divers inkomen
Dit omvat een restcategorie van inkomsten:
* Inkomsten uit verenigingswerk.
* Deeleconomie (bv. Deliveroo).
* Toevallige winsten of baten (bv. verkopen op Vinted).
* Onderverhuur van een woning.
* Alimentatiegelden (worden belast op 80% van het ontvangen bedrag).
Indien deze inkomsten niet occasioneel zijn, worden ze beschouwd als beroepsinkomsten en belast tegen 33%.
---
## Vennootschapsbelasting
De vennootschapsbelasting is een belasting op de winst van vennootschappen, niet op natuurlijke personen.
### Berekening van de winst
De fiscale winst wordt berekend op basis van de boekhoudkundige winst, met aanpassingen voor verworpen uitgaven en toegekende belastingvoordelen.
### Tarieven vennootschapsbelasting
* **20%:** Van toepassing op de eerste 100.000 euro belastbare winst voor kleine vennootschappen die aan specifieke voorwaarden voldoen (omzet, balanstotaal, aantal werknemers, minimumbezoldiging bedrijfsleider).
* **25%:** Standaardtarief.
### Grootste fouten bij boekhouden en vennootschapsbelasting
* Onvoldoende scheiding tussen zakelijke en privé-uitgaven.
* Gebrek aan bewijsstukken voor kosten.
* Foutieve facturatie.
* Administratie niet op orde.
* Onvoldoende middelen apart houden voor belastingen.
* Niet op de hoogte zijn van aftrekposten en fiscale voordelen.
* Onjuist doorberekenen van kosten.
* Investeringen niet afschrijven.
* Betaalbewijzen niet correct inbrengen.
* Aangiftes te laat indienen.
### Aftrekbare beroepskosten
Kosten moeten gedaan of gedragen zijn tijdens het belastbaar tijdperk, om belastbare inkomsten te verkrijgen of behouden, en hun echtheid en bedrag moeten verantwoord zijn.
### Verworpen uitgaven
Kosten die fiscaal niet aftrekbaar zijn, zoals niet-aftrekbare belastingen, geldboeten, niet-aftrekbare receptie- en restaurantkosten, en een deel van de autokosten.
### Niet-aftrekbare autokosten
Gedeeltelijk of volledig niet-aftrekbaar afhankelijk van de CO2-uitstoot en het gebruik van de wagen.
### Voordeel Alle Aard (VAA) - Bedrijfswagen
Het VAA dat een werknemer of bedrijfsleider geniet voor het privégebruik van een bedrijfswagen, kan door de vennootschap deels in aftrek worden gebracht. Een deel van het VAA kan echter als verworpen uitgave worden beschouwd.
### Ladenpalen
Fiscale voordelen bestaan voor de installatie van laadpalen, met wijzigingen voor de toekomst gericht op emissievrije wagens.
### Fiscaal voordelig geld uit de onderneming halen
Verschillende opties zijn beschikbaar:
* **Loon:** Progressief belast, met belastingvrije som en mogelijkheid tot forfaitaire of werkelijke kosten.
* **Voordelen Alle Aard (VAA):** Aantrekkelijk alternatief voor brutoloon, waarbij de onderneming de werkelijke kost draagt en de werknemer belast wordt op een forfaitair bedrag.
* **Terugbetaling woon-werkverkeer:** Interessant alternatief indien geen wagen ter beschikking door werkgever.
* **Alternatieve fiscale verloningen:** Collectieve loonbonus, PC-bonus, maaltijdcheques, sport-/cultuurcheques, terbeschikkingstelling van een fiets, groepsverzekering, hospitalisatieverzekering, cafetariaplan, mobiliteitsbudget.
* **Forfaitaire onkostenvergoeding:** Maandelijkse vergoedingen voor specifieke kosten gerelateerd aan de uitvoering van werk.
---
## BTW (Belasting over de Toegevoegde Waarde)
BTW is een indirecte verbruiksbelasting die wordt geheven op de verkoop van goederen en diensten.
### Belastingplichtige
Eenieder die economische activiteiten verricht, geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk. De hoedanigheid van belastingplichtige wordt bepaald door de *daden* die iemand stelt, niet door de persoon zelf.
### Kenmerken van een BTW-belastingplichtige
* Eenieder (natuurlijke persoon of rechtspersoon).
* Economische activiteit.
* Geregeld uitgeoefende werkzaamheid (feitenkwestie).
* Zelfstandige werkzaamheid (geen band van ondergeschiktheid).
### Belastbare handelingen
* **Levering van goederen:** Lichamelijke goederen, elektriciteit, gas, etc., en zakelijke rechten op onroerende goederen.
* **Diensten:** Elke handeling die geen levering van een goed is.
### Intracommunautaire leveringen (ICL)
Leveringen van goederen met intracommunautair vervoer (van België naar een andere lidstaat). Deze zijn vrijgesteld onder bepaalde voorwaarden, met name dat de koper een geldig BTW-nummer van een andere lidstaat opgeeft en dat de levering correct wordt opgenomen in de intracommunautaire opgave (ICO).
### Invoer
Het binnenkomen van goederen in de Unie vanuit een derde land. De BTW wordt geheven op het moment van invoer.
### Uitvoer
Levering van goederen met verzending of vervoer naar een plaats buiten de Gemeenschap. Dit is vrijgesteld van BTW, mits bewijs van uitvoer.
### Regeling inzake winstmarge
Van toepassing op wederverkopers van tweedehands goederen, kunstvoorwerpen, verzamelingen of antiquiteiten. De BTW wordt berekend op de winstmarge (verkoopprijs min aankoopprijs), niet op de volledige verkoopprijs.
### Recht op aftrek
BTW-belastingplichtigen mogen de BTW die zij hebben betaald op hun aankopen (beroepsgoederen en -diensten) aftrekken van de BTW die zij aanrekenen aan hun klanten.
### Omvang en beperkingen van het recht op aftrek
* **Gebruiks- of bestemmingsprincipe:** Volledige BTW-aftrek indien goederen/diensten worden gebruikt voor de economische activiteit.
* **Beperkingen:** Niet-beroepsuitgaven (privé-uitgaven) zijn niet aftrekbaar.
* **Uitsluiting:** Bepaalde goederen en diensten zijn uitgesloten van BTW-aftrek (bv. tabaksproducten, sterke dranken, kosten van logies en onthaal).
### Vaststelling beroepsgebruik personenwagen
Er zijn verschillende methoden om het percentage beroepsgebruik van een personenwagen vast te stellen (gedetailleerde rittenadministratie, forfaitaire woon-werkverkeer, algemeen forfait).
### BTW - Verplichtingen
* **BTW-nummer:** Aanvragen en wijzigingen meedelen.
* **Aangiften:** Periodieke BTW-aangifte, intracommunautaire opgave, jaarlijkse listing afnemers.
* **Facturering:** Verplicht voor BTW-belastingplichtigen, met specifieke vermeldingen.
* **Verschaffen van inlichtingen:** Op verzoek van de controleambtenaar.
* **Boekhouding:** Verplicht bijhouden van registers voor de berekening van BTW en aftrek.
* **Voorleggingsplicht:** Boeken en stukken ter beschikking stellen van de administratie.
* **Retentierecht:** Recht van de administratie om documenten te behouden.
* **BTW-register van motorvoertuigen:** Garagisten moeten dit register bijhouden.
---
## Registratie- en successierechten
Deze belastingen zijn gewestelijke bevoegdheden.
### Registratierechten
Geheven n.a.v. een registratieformaliteit van een akte.
* **Bij verkoop onroerend goed:** Standaardtarief van 12% (of verlaagd tarief van 2% voor enige eigen woning onder voorwaarden). Er zijn ook uitzonderingen voor sociale verhuur en beroepsverkopers.
* **Bij schenking:**
* **Onroerende goederen:** Verplicht via notariële akte, met progressievoorbehoud bij opeenvolgende schenkingen.
* **Roerende goederen:** Vlak tarief (3% voor rechte lijn, 7% voor anderen). Een "verdachte periode" van 3 tot 5 jaar geldt, waarbij de schenking toch kan worden belast als erfbelasting bij overlijden van de schenker binnen die periode, tenzij het een notariële schenking betreft.
### Successierechten/erfbelasting
Belastingen geheven n.a.v. de overdracht van vermogen bij overlijden. De tarieven en schijven zijn afhankelijk van de graad van verwantschap. Er zijn geleidelijke aanpassingen gepland om de tarieven voor erfgenamen, partners en broers/zussen te verlagen.
---
## Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* **Niet-naleving van deadlines:** Te laat indienen van aangiftes of betalingen kan leiden tot boetes en interesten.
* **Onjuiste classificatie van inkomsten:** Het verkeerd indelen van inkomsten (bv. als divers inkomen in plaats van beroepsinkomen) kan leiden tot een verkeerde belastingheffing.
* **Vergeten van aftrekposten:** Onvoldoende benutten van wettelijke aftrekposten en verminderingen kan leiden tot een hogere belastingdruk.
* **Onjuiste boekhouding:** Fouten in de boekhouding kunnen leiden tot incorrecte belastingaangiftes en mogelijke sancties.
* **Onvoldoende bewijsstukken:** Het niet kunnen aantonen van gemaakte kosten kan leiden tot het niet-aftrekbaar zijn ervan.
* **Verwarring tussen belastingontduiking en belastingvermijding:** Belastingontduiking is illegaal en kan zware sancties tot gevolg hebben.
* **Onvoldoende kennis van de wetgeving:** Fiscale wetgeving is complex en verandert voortdurend; blijf op de hoogte.
Glossary
# Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| Belasting | Een bijdrage die volgens bepaalde rechtsregels door de overheid wordt opgelegd met het oog op het verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om uitgaven te doen in het algemeen belang en voor zover die bijdrage bij wet, decreet of besluit als belasting wordt erkend. |
| Retributie | Een heffing die bestemd is om een door de overheid verstrekte dienst rechtstreeks te laten vergoeden door degene die de dienst heeft genoten, zoals een parkeermeter. |
| Parafiscale bijdragen | Bijdragen die specifiek worden geïnd voor de financiering van bepaalde sociale doeleinden, zoals sociale bijdragen in België, met een bestemmingscriterium dat hen onderscheidt van belastingen. |
| Legaliteitsbeginsel | Het principe dat de overheid alleen mag handelen op basis van de wet, en burgers alleen gestraft kunnen worden voor handelingen die op het moment van begaan al strafbaar waren gesteld door de wet. |
| Eenjarigheidsbeginsel (Annualiteit) | Het principe dat de begroting en de belastingwetgeving jaarlijks moeten worden goedgekeurd door het parlement, waarbij regels slechts voor één jaar van kracht zijn, tenzij ze worden vernieuwd. |
| Gelijkheidsbeginsel | Het principe dat alle burgers gelijk zijn voor de wet en het genot van rechten en vrijheden zonder discriminatie moet worden verzekerd, zoals vastgelegd in artikel 10 en 11 van de Grondwet. |
| Belastingontduiking | Het zich onttrekken aan een verschuldigde belasting door middel van oneigenlijke middelen, zoals het niet aangeven van inkomsten of het gebruik van valse facturen. |
| Belastingvermijding | Het zo organiseren van de eigen financiële situatie dat men buiten belastbare omstandigheden valt, om de belastingdruk te verlichten, wat legaal is. |
| Kadastraal inkomen (KI) | Het normale, gemiddelde jaarlijkse netto-inkomen op basis van de normale nettohuurwaarde van een onroerend goed in 1975, dat dient als basis voor belastingen. |
| Voordeel alle aard (VAA) | Een voordeel dat een werknemer of bedrijfsleider ontvangt van zijn werkgever dat ook voor privégebruik mag dienen, zoals een bedrijfswagen, GSM of maaltijdcheques, en dat wordt belast als looninkomsten. |
| Verworpen uitgaven | Kosten die in de boekhouding weliswaar als bedrijfskost worden geboekt, maar fiscaal niet (of slechts gedeeltelijk) aftrekbaar zijn, waardoor ze tot de belastbare winst worden gerekend. |
| Roerend inkomen (RI) | Inkomen dat voortkomt uit roerende goederen, zoals dividenden, interesten, huur van roerende goederen en auteursrechten. |
| Onroerend inkomen (OI) | Inkomen uit onroerende goederen die tot het privévermogen behoren, zoals huurinkomsten uit gebouwen en terreinen, met uitzondering van inkomsten uit verhuur in functie van een beroepswerkzaamheid. |