Cover
Start nu gratis Werkloosheidsverzekering 2025 st.pptx
Summary
# Organisatie van de werkloosheidsverzekering
Deze sectie beschrijft de structuur, de betrokken instanties en de voorwaarden en bepalingen die van toepassing zijn binnen de Belgische werkloosheidsverzekering.
## 1. Instellingen en hun rol
De organisatie van de werkloosheidsverzekering omvat verschillende actoren met specifieke taken:
### 1.1 Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA)
De RVA is de centrale instantie met een reeks cruciale bevoegdheden:
* Vaststellen van het recht op werkloosheidsuitkeringen.
* Toestaan of weigeren van de betaling van uitkeringen.
* Verifiëren van betalingen en de toepassing van de reglementering.
* Bestrijden van fraude binnen het systeem.
* Beslissen over en uitvoeren van sancties bij overtredingen.
### 1.2 Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB)
De VDAB richt zich op de actieve begeleiding van werkzoekenden:
* Inschrijving van werkzoekenden.
* Het aanbieden van passende werkaanbiedingen.
* Verlenen van arbeidsbemiddeling, training en opleiding.
* Aanbieden van loopbaanbegeleiding.
* Bevordering van tewerkstelling door middel van financiële tegemoetkomingen.
* Controle op het "werkzoekgedrag" via opvolgingsgesprekken en het doen van voorstellen voor sancties.
### 1.3 Uitbetalingsinstellingen
Deze instellingen zijn verantwoordelijk voor de directe uitbetaling van werkloosheidsvergoedingen en fungeren als tussenpersoon tussen de werkloze en de RVA, ook bij de aanvraagprocedure. Er zijn twee soorten uitbetalingsinstellingen:
* **Openbaar:** De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW).
* **Particulier:** De werkloosheidsdiensten van de vakverbonden (ABVV, ACV, ACLVB).
### 1.4 Vakverbonden
De vakverbonden spelen een rol als particuliere uitbetalingsinstellingen en vertegenwoordigen de belangen van werknemers.
## 2. Recht op uitkeringen: uitgangspunten
Het basisprincipe van de werkloosheidsverzekering is dat wie arbeid verricht heeft en hiervoor RSZ-bijdragen voor de sector werkloosheid heeft betaald, recht kan openen op werkloosheidsuitkeringen bij het onvrijwillig verlies van zijn werk. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
* **Toelatingsvoorwaarden:** Deze bepalen of men überhaupt in aanmerking komt om toegang te krijgen tot het systeem.
* **Toekenningsvoorwaarden:** Deze bepalen of men het recht op uitkeringen kan behouden.
## 3. Toelatingsvoorwaarden tot de werkloosheidsverzekering
Om toegelaten te worden tot het systeem van werkloosheidsuitkeringen, moet men aan één van de volgende drie "toegangspoorten" voldoen:
### 3.1 Toegang op basis van arbeid
Dit vereist dat men:
* Onderworpen is geweest aan de sociale zekerheid, specifiek de sector werkloosheid.
* Een voldoende aantal arbeids- of gelijkgestelde dagen kan bewijzen gedurende een referteperiode (de periode onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag).
* **Arbeidsdagen in loondienst** moeten aan het minimumloon met RSZ-inhoudingen voldoen.
* **Gelijkgestelde dagen** omvatten onder andere: vakantiedagen gedekt door vakantiegeld, feestdagen, periodes van gewaarborgd loon, inhaalrustdagen, moederschapsrust, vaderschapsverlof, adoptieverlof, dagen van tijdelijke werkloosheid, staking, lock-out, dagen van uitoefening van de functie van rechter in sociale zaken, en dagen van afwezigheid van het werk om pleegzorgen te verstrekken.
De referteperiode kan verlengd worden met periodes van:
* Ziekte, invaliditeit, arbeidsongeval, beroepsziekte.
* Onderbrekingsuitkeringen voor loopbaanonderbreking of vermindering van prestaties.
* Dagen van voorlopige hechtenis of vrijheidsberoving (tijdens een periode van tewerkstelling of werkloosheid).
### 3.2 Toegang op basis van reeds ontvangen werkloosheidsuitkeringen (vrijstelling wachttijd)
Werknemers die opnieuw uitkeringen aanvragen als volledig werkloze, zijn vrijgesteld van de wachttijd indien zij hun aanvraag indienen tijdens de eerste of tweede vergoedingsperiode waarin zij recht op uitkeringen hadden. Ze kunnen dan opnieuw toegelaten worden tot het stelsel waarin ze laatst werden vergoed.
### 3.3 Toegang op basis van studies (beroepsinschakelingsuitkeringen)
Schoolverlaters zonder werk en zonder bewezen arbeidsdagen kunnen toch een uitkering ontvangen onder de volgende voorwaarden:
* Jonger zijn dan 25 jaar (na het doorlopen van de beroepsinschakelingstijd).
* Een diploma, getuigschrift of attest hebben behaald.
* Niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht.
* De studies hebben beëindigd.
* Actief naar werk hebben gezocht tijdens de beroepsinschakelingstijd en twee positieve evaluaties van hun zoekgedrag hebben ontvangen.
* Een beroepsinschakelingstijd van 156 dagen hebben doorlopen.
**Doorlopen van de beroepsinschakelingstijd (156 dagen):**
Dit begint na het einde van de studies en vóór de aanvraag van de uitkering.
* **Dagen die meetellen:**
* Arbeidsdagen in loondienst na het einde van de studies met RSZ-bijdragen.
* Studentenarbeid (zonder RSZ-bijdragen) na het einde van de studies.
* Alle dagen (behalve zondagen) waarop men beschikbaar is voor de arbeidsmarkt.
**Verplichtingen tijdens de beroepsinschakelingstijd:**
* Aanvaarden van elke passende dienstbetrekking, startbaanovereenkomst of beroepsopleiding.
* Actief werk zoeken en verplicht deelnemen aan en meewerken met het aangeboden individuele inschakelingstraject.
Het recht op een beroepsinschakelingsuitkering geldt gedurende maximaal 12 maanden, forfaitair in functie van de gezinstoestand en leeftijd.
## 4. Toekenningsvoorwaarden om het recht op uitkeringen te behouden
Om het recht op uitkeringen te behouden, moet de werkloze aan een reeks voorwaarden voldoen:
### 4.1 Geen arbeid verrichten
Dit geldt ook voor dagen waarop geen uitkeringen worden betaald.
* **Arbeid voor eigen rekening:** Enkel het gewoon beheer van eigen bezit is toegestaan. Dit betekent dat men niet daadwerkelijk ingeschakeld mag zijn in economisch ruilverkeer en geen opbrengst mag verkrijgen die bijdraagt aan het levensonderhoud. De omvang mag de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt niet in het gedrang brengen. Het starten als zelfstandige of het oprichten van een onderneming is mogelijk mits voorafgaande verklaring bij het werkloosheidsbureau en beperkt tot welbepaalde activiteiten en maximaal 6 maanden.
* **Arbeid voor derden:** Dit is niet toegestaan als men daarvoor enig loon of materieel voordeel ontvangt dat kan bijdragen tot het levensonderhoud. Er geldt een wettelijk (weerlegbaar) vermoeden dat dit het geval is.
**Uitzonderingen op het verbod arbeid te verrichten:**
* **Vrijwillige en gratis activiteit:** Dit voor een privépersoon, mits voorafgaande schriftelijke aanvraag en aanvaarding door de directeur, en indien de activiteit niet in de professionele sfeer valt. Dit geldt bijvoorbeeld voor vrijwilligerswerk. De activiteit moet wel vooraf schriftelijk worden aangevraagd en door de directeur worden aanvaard.
* **Politiek mandaat:** Bij uitvoerende mandaten kan de uitkering verminderd worden.
* **Voordien uitgeoefende bijkomstige activiteit:** Indien deze activiteit ten minste 3 maanden voor de uitkeringsaanvraag werd uitgeoefend, aangegeven bij de aanvraag, en men beschikbaar blijft (enkel tussen 18 u. en 7 u. of op zaterdag en zondag). Sommige activiteiten zijn verboden; het dagbedrag kan verminderd worden, en men kan het recht verliezen wanneer de activiteit niet langer een bijkomstig karakter heeft. Dit geldt bijvoorbeeld voor bepaalde artistieke activiteiten of activiteiten via PWA of dienstencheques.
### 4.2 Onvrijwillig werkloos zijn
Men moet werkloos zijn wegens omstandigheden onafhankelijk van de eigen wil. Er zijn vermoedens van "vrijwillige werkloosheid":
* Verlaten van een passende dienstbetrekking zonder wettige reden.
* Ontslag dat het redelijk gevolg is van een foutieve houding van de werknemer.
* Weigering van een passende dienstbetrekking.
* Niet-aanmelding na een oproep.
* Weigeren, stopzetten of doen mislukken van een individueel begeleidingsplan/inschakelingsparcours.
* Weigeren van outplacementbegeleiding.
De sanctie hierop is een uitsluiting van 4 tot 52 weken.
**Nieuw: Trampoline- of parachutepremie:**
Dit is een mogelijkheid om zelf de arbeidsovereenkomst te beëindigen met behoud van recht op werkloosheidsuitkering gedurende maximaal 6 maanden, of maximaal 12 maanden indien men een succesvolle opleiding voor een knelpuntberoep volgt gedurende de eerste 3 maanden.
* **Voorwaarden:** Einde arbeidsovereenkomst na 28 februari 2026, beroepsverleden van minstens 3120 arbeids- of gelijkgestelde dagen, aanvraag binnen 30 kalenderdagen na kennisgeving van een weigering van uitkering. Dit recht is eenmalig en onherroepelijk.
### 4.3 Beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt
Dit betekent het aanvaarden van elke passende betrekking, tenzij men vrijgesteld is (bijvoorbeeld omwille van mantelzorg of om een studie of opleiding te volgen). Het stellen van ongerechtvaardigde beperkingen leidt tot uitsluiting zolang de onbeschikbaarheid duurt.
### 4.4 Arbeidsgeschikt zijn
Men moet arbeidsgeschikt zijn volgens de criteria van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (ZIV).
### 4.5 Ingeschreven zijn als werkzoekende
Dit gebeurt bij de VDAB, tenzij men vrijgesteld is omwille van mantelzorg of om een studie of opleiding te volgen.
### 4.6 Actief zoeken naar werk
Een VDAB-bemiddelaar volgt het "werkzoekgedrag" van de werkloze op via verplichte "opvolgingsgesprekken". Een onafhankelijke en neutrale "controledienst" kan beslissingen nemen over het schorsen, verminderen of uitsluiten van het recht op uitkeringen. Hiertegen is beroep mogelijk bij de arbeidsrechtbank.
### 4.7 In België verblijven
De hoofdverblijfplaats en het effectief verblijf moeten in België zijn, met uitzonderingen voor bijvoorbeeld jaarlijkse vakantie (4 weken) of het zoeken naar werk.
### 4.8 Controleverplichtingen naleven
Dit omvat:
* Aangifte van activiteits- en werkloosheidsperiodes.
* Het bijhouden van de controlekaart vanaf de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand tot de laatste dag van die maand. Deze moet onmiddellijk kunnen worden voorgelegd bij controle. Indien dit niet gebeurt, verliest men de uitkering voor die dag en de dagen vanaf de eerste dag van de maand, met mogelijke bijkomende sanctie.
* De controlekaart invullen met onuitwisbare inkt (of digitaal), arbeidsactiviteit vermelden vóór aanvang, en deze ondertekenen en overmaken aan de uitbetalingsinstelling.
* Deze verplichtingen gelden niet voor oudere werklozen (vanaf 60 jaar).
* Ingaan op uitnodigingen of oproepingen van controleurs of het werkloosheidsbureau.
## 5. Passende arbeid: relevante criteria
De beoordeling van wat als "passende arbeid" wordt beschouwd, hangt af van verschillende criteria:
### 5.1 Functie
* **Eerste 5 maanden:** De functie moet een aangeleerd, gewoon of aanverwant beroep zijn (dit geldt 3 maanden indien de werkloze jonger is dan 30 jaar of een beroepsverleden heeft van minder dan 5 jaar).
* **Daarna:** Men wordt geacht een ander beroep te aanvaarden, rekening houdend met geschiktheid of vorming.
### 5.2 Bezoldiging
* De bezoldiging moet overeenstemmen met de geldende barema's.
* Bepalingen inzake betaling van loon, arbeidsduur en arbeidsvoorwaarden moeten worden nageleefd.
* De arbeid moet leiden tot een RSZ-onderwerping.
* Het nettoloon, vermeerderd met reiskosten en gezinsbijslag, moet minstens gelijk zijn aan de netto-uitkering plus gezinsbijslag.
* Gedurende de eerste 6 maanden is de eis dat het nettoloon, vermeerderd met reiskosten en gezinsbijslag, minstens 90% van de netto-uitkering plus gezinsbijslag bedraagt.
### 5.3 Arbeidsweg
De normale dagelijkse afwezigheid van de gewone verblijfplaats mag maximaal 12 uur bedragen, of de dagelijkse verplaatsing maximaal 4 uur (tenzij de afstand tussen verblijfplaats en werkplaats minder is dan 60 km). Dit wordt berekend aan de hand van gemeenschappelijke vervoersmiddelen en eventueel persoonlijke vervoersmiddelen die men normaal kan gebruiken.
### 5.4 Arbeidsduur
* Bepalingen inzake arbeidsduur moeten worden nageleefd.
* Nachtarbeid (tussen 20 u. en 6 u.) is verboden, tenzij het een beroep betreft met doorgaans nachtprestaties ten gevolge van:
* Keuze voor school- of beroepsopleiding.
* Aangeleerd beroep via tewerkstelling.
## 6. Niet-relevante criteria voor passende arbeid
Volgende factoren worden doorgaans niet als relevant beschouwd bij het bepalen van passende arbeid:
* Persoonlijke voorkeur of afkeer.
* Overwegingen van familiale aard, in het bijzonder kinderlast, tenzij deze een zwaar beletsel vormen.
* Het feit dat de werknemer eerstdaags het werk zal hervatten in een andere dienstbetrekking (tenzij bewijs van werkelijke indiensttreding).
## 7. Bepaling van de uitkering
De hoogte van de werkloosheidsuitkeringen hangt af van:
* De gezinstoestand.
* Het laatst verdiende loon.
* De duur van de werkloosheid.
Uitkeringen worden betaald voor alle dagen van de week behalve de zondag. In geval van een werkdag (ook op zondag) verliest men een dagdeel. Er geldt een inhouding van 10,09% (bruto) maar met vele uitzonderingen.
### 7.1 Gezinssituatie
De gezinstoestand is een cruciale factor bij de berekening van de uitkering.
### 7.2 Laatst verdiende loon
De uitkering is een percentage van het laatst verdiende brutoloon, met inachtneming van maximum- en minimumbedragen die afhankelijk zijn van de gezinscategorie.
### 7.3 Duur van de werkloosheid
De uitkering daalt naarmate men langer werkloos is. Er zijn twee vergoedingsperioden:
* **1e vergoedingsperiode:** 12 maanden.
* De eerste 3 maanden: 65% van het brutoloon plus een loongrens A1.
* De volgende 3 maanden: 60% van het brutoloon plus een loongrens A2.
* De laatste 6 maanden: 60% van het brutoloon plus een loongrens B.
* **2e vergoedingsperiode:** Deze periode volgt na de eerste 12 maanden. De lengte ervan is afhankelijk van het beroepsverleden: men ontvangt één bijkomende maand per schijf van 104 gewerkte of gelijkgestelde dagen (= 4 maanden), met een maximum van 12 maanden extra bovenop de eerste 12 maanden. Dit is dus een uitbreiding ten opzichte van de 312 dagen uit de referteperiode.
**Minimum dagbedragen (geïndexeerd):**
De minimum dagbedragen van de werkloosheidsuitkering worden vastgesteld op basis van de gezinstoestand (werknemer met gezinslast, alleenwonende werknemer, samenwonende werknemer) en de duur van de werkloosheid.
* **Werknemer met gezinslast:**
* Gedurende de eerste 6 maanden van de eerste vergoedingsperiode: 43,11 euro.
* Gedurende de daaropvolgende maanden: 39,19 euro.
* **Alleenwonende werknemer:**
* Gedurende de eerste 6 maanden van de eerste vergoedingsperiode: 34,94 euro.
* Gedurende de daaropvolgende maanden: 31,76 euro.
* **Samenwonende werknemer:**
* Gedurende de eerste 3 maanden van de eerste vergoedingsperiode: 33,63 euro.
* Gedurende maanden 4 tot 6 van de eerste vergoedingsperiode: 31,04 euro.
* Gedurende maanden 7 tot 12 van de eerste vergoedingsperiode: 28,22 euro.
* Gedurende de tweede vergoedingsperiode: 23,39 euro (indien voldaan aan specifieke voorwaarden) of 16,48 euro (indien niet voldaan aan die voorwaarden).
Wanneer twee samenwonende echtgenoten in de loop van een kalendermaand slechts beschikken over het laagste minimumuitkeringsbedrag voor samenwonenden, wordt dit bedrag verhoogd met 3,12 euro.
Gedurende de tweede vergoedingsperiode wordt het dagbedrag bepaald op basis van het minimum dagbedrag voor de gezinscategorie, met een onderscheid tussen werknemers die een voldoende beroepsverleden bewijzen en zij die dat niet doen.
## 8. Deeltijds werk en werkloosheid
### 8.1 Tijdelijke werkloosheid
Dit betreft een werknemer die door een arbeidsovereenkomst verbonden is waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk is geschorst. Dit kan voorkomen bij:
* **Enkel voor arbeiders:** Technische stoornis, slecht weer.
* **Voor arbeiders en bedienden:** Overmacht, collectieve sluiting, staking en lock-out, economische oorzaken.
**Formaliteiten bij tijdelijke werkloosheid:**
* **Wachttijd:** Geen wachttijd, automatisch toegelaten.
* **Werkgever:** Moet de RVA vooraf in kennis stellen (aangifte ASR scenario 2) en de werknemer tijdig voorzien van een controleformulier C3.2A (vanaf 2025 verplicht elektronisch).
* **Werknemer:** Moet een uitkeringsaanvraag indienen bij de uitbetalingsinstelling, alle prestaties vermelden vóór aanvang van de arbeid, het controleformulier bijhouden en op het einde van de maand ondertekenen en overmaken aan de uitbetalingsinstelling. Na de eerste drie maanden moet men ingeschreven zijn bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.
**Uitkeringen bij tijdelijke werkloosheid:**
De uitkeringen worden toegekend voor de uren van schorsing volgens specifieke formules.
* **Overmacht:** 65% van het laatst verdiende loon.
* **Andere oorzaken:** 60% van het laatst verdiende loon, met een toeslag per dag door de werkgever of het Fonds voor Bestaanszekerheid (FBZ).
Een aparte loongrens (C) is van toepassing. Er geldt steeds een inhouding van 26,75% (bruto). De werkgever moet per werkloosheidsdag een supplement betalen van minimaal 2 euro.
---
# Recht op werkloosheidsuitkeringen
Dit gedeelte behandelt de voorwaarden om recht te maken op werkloosheidsuitkeringen, inclusief de toelatings- en toekenningsvoorwaarden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het openen en behouden van dit recht.
## Recht op uitkeringen
Het uitgangspunt van de werkloosheidsverzekering is dat personen die arbeid hebben verricht waarvoor RSZ-bijdragen zijn betaald voor de sector werkloosheid, recht kunnen openen op werkloosheidsuitkeringen bij het onvrijwillig verlies van hun werk. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen toelatingsvoorwaarden (om toegelaten te worden tot het systeem) en toekenningsvoorwaarden (voor het behoud van het recht).
### Toelatingsvoorwaarden
Er zijn drie "toegangspoorten" om toegelaten te worden tot het systeem van werkloosheidsuitkeringen:
#### Op basis van arbeid
* **RSZ-onderwerping:** Men moet onderworpen zijn geweest aan de RSZ-bijdragen voor de sector werkloosheid.
* **Voldoende arbeids- of gelijkgestelde dagen:** Men moet een minimum aantal arbeids- of gelijkgestelde dagen kunnen bewijzen tijdens een referteperiode die onmiddellijk voorafgaat aan de aanvraag.
* **Arbeidsdagen:** Dagen in loondienst met een minimumloon en RSZ-inhoudingen.
* **Gelijkgestelde dagen:** Vakantiedagen gedekt door vakantiegeld, feestdagen, periodes van gewaarborgd loon, inhaalrustdagen, moederschapsrust, vaderschapsverlof, adoptieverlof, dagen van tijdelijke werkloosheid, staking, lockout, dagen van uitoefening van de functie van rechter in sociale zaken, en dagen van afwezigheid van het werk om pleegzorg te verstrekken.
* **Verlenging van de referteperiode:** De referteperiode kan verlengd worden met periodes van ziekte, invaliditeit, arbeidsongeval, beroepsziekte, onderbrekingsuitkeringen voor loopbaanonderbreking/vermindering van prestaties, en dagen van voorlopige hechtenis of vrijheidsberoving.
#### Op basis van reeds ontvangen werkloosheidsuitkeringen (vrijstelling wachttijd)
* Een werknemer die opnieuw uitkeringen aanvraagt als volledig werkloze, is vrijgesteld van de wachttijd indien de aanvraag wordt verricht tijdens de eerste of tweede vergoedingsperiode waarin hij recht op uitkeringen had.
#### Op basis van studies (beroepsinschakelingsuitkeringen)
* **Voorwaarden voor schoolverlaters:**
* Jonger zijn dan 25 jaar (na doorlopen van de beroepsinschakelingstijd).
* Een diploma, getuigschrift of attest behaald hebben.
* Niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht.
* Studies beëindigd hebben.
* Actief naar werk hebben gezocht tijdens de beroepsinschakelingstijd en twee positieve evaluaties van het zoekgedrag hebben ontvangen.
* Een beroepsinschakelingstijd van 156 dagen doorlopen hebben.
* **Doorlopen van beroepsinschakelingstijd:** Deze periode van 156 dagen loopt na het einde van de studies en vóór de uitkeringsaanvraag. Dagen die meetellen zijn:
* Arbeidsdagen in loondienst na einde studies met RSZ-bijdragen.
* Studentenarbeid (zonder RSZ-bijdragen) na einde studies.
* Alle dagen (m.u.v. zondagen) waarop men beschikbaar is voor de arbeidsmarkt.
* **Verplichtingen tijdens beroepsinschakelingstijd:**
* Elke passende dienstbetrekking, startbaanovereenkomst of beroepsopleiding aanvaarden.
* Actief werk zoeken en verplicht deelnemen aan het individuele inschakelingstraject.
* **Recht op beroepsinschakelingsuitkering:** Dit recht geldt gedurende maximaal 12 maanden en is forfaitair bepaald in functie van de gezinstoestand en leeftijd.
### Toekenningsvoorwaarden (behoud van het recht)
Om recht te behouden op werkloosheidsuitkeringen, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
#### Geen loon ontvangen
* Het principe is dat men geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering wanneer men loon ontvangt.
> **Tip:** Onbetaald werk uitvoeren voor familie of vrienden kan worden beschouwd als arbeid met een economisch voordeel. Controleer dit steeds grondig.
* **Arbeid voor eigen rekening:** Enkel het normale beheer van eigen bezit is toegestaan. Dit betekent dat men niet daadwerkelijk ingeschakeld mag zijn in economisch ruilverkeer en dat de omvang van het bezit de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt niet mag belemmeren.
* **Starten als zelfstandige of oprichten onderneming:** Dit is mogelijk, mits voorafgaande verklaring bij het werkloosheidsbureau en beperkt tot welbepaalde activiteiten en maximaal 6 maanden.
* **Arbeid voor derden:** Dit is niet toegestaan indien men daarvoor enig loon of materieel voordeel ontvangt dat tot het levensonderhoud kan bijdragen. Er geldt een wettelijk vermoeden dat dit het geval is.
* **Uitzonderingen:**
* **Vrijwillige en gratis activiteit:** Voor een privépersoon, mits vooraf schriftelijk aangevraagd en aanvaard door de directeur, en niet in een professionele sfeer. Dit geldt ook voor vrijwilligerswerk, mits vooraf schriftelijke aanvraag en aanvaarding door de directeur.
* **Politiek mandaat:** Bij uitvoerende mandaten kan de uitkering verminderd worden.
* **Voordien uitgeoefende bijkomstige activiteit:** Indien deze minstens 3 maanden vóór de uitkeringsaanvraag werd uitgeoefend en werd aangegeven bij de aanvraag. Als het bijkomstige karakter verloren gaat, kan dit leiden tot vermindering van het dagbedrag en verlies van uitkeringen.
* **Artistieke activiteit, activiteiten via PWA of dienstencheques:** Specifieke regels gelden hiervoor, vaak met vermindering van het dagbedrag.
#### Onvrijwillig werkloos zijn
* Men moet werkloos zijn wegens omstandigheden onafhankelijk van de eigen wil.
* **Vermoedens van "vrijwillige werkloosheid":**
* Verlaten van een passende dienstbetrekking zonder wettige reden.
* Ontslag dat een redelijk gevolg is van een foutieve houding van de werknemer.
* Weigering van een passende dienstbetrekking.
* Niet-aanmelding na een oproep.
* Weigeren, stopzetten of doen mislukken van een individueel begeleidingsplan/inschakelingsparcours.
* Weigeren van outplacementbegeleiding.
* **Sanctie bij vrijwillige werkloosheid:** Uitsluiting van 4 tot 52 weken.
* **Trampoline- of parachutepremie:** Een nieuwe regeling die het mogelijk maakt om zelf de arbeidsovereenkomst te beëindigen met behoud van recht op werkloosheidsuitkering.
* **Voorwaarden:** Einde arbeidsovereenkomst na 28/02/2026, beroepsverleden van minstens 3120 arbeids- of gelijkgestelde dagen, aanvraag binnen 30 kalenderdagen na kennisgeving van de weigering van een uitkering. Dit is een eenmalige en onherroepelijke regeling.
#### Beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt
* Men moet elke passende betrekking aanvaarden, tenzij men vrijgesteld is (bv. omwille van mantelzorg of om een studie/opleiding te volgen).
* Het stellen van ongerechtvaardigde beperkingen leidt tot uitsluiting zolang de onbeschikbaarheid duurt.
#### Arbeidsgeschikt zijn
* Men moet arbeidsgeschikt zijn conform de ZIV-criteria.
#### Ingeschreven zijn als werkzoekende
* Men moet ingeschreven zijn bij de VDAB, tenzij men vrijgesteld is (bv. omwille van mantelzorg of om een studie/opleiding te volgen).
#### Actief zoeken naar werk
* Het "werkzoekgedrag" wordt opgevolgd via verplichte "opvolgingsgesprekken". Een controledienst kan beslissingen nemen over het schorsen, verminderen of uitsluiten van het recht op uitkeringen. Beroep hiertegen is mogelijk bij de arbeidsrechtbank.
#### In België verblijven
* Hoofdverblijfplaats en effectief verblijf in België zijn vereist, met uitzonderingen zoals jaarlijkse vakantie (4 weken) en zoeken naar werk in het buitenland.
#### Controleverplichtingen naleven
* **Aangifte van activiteits- en werkloosheidsperiodes.**
* **Controlekaart bijhouden:** Vanaf de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand tot de laatste dag van die maand. De kaart moet onmiddellijk kunnen worden voorgelegd bij controle. Niet-naleving leidt tot geen uitkering voor die dag en voor de dagen vanaf de eerste dag van de maand, met mogelijke bijkomende sanctie. De controlekaart moet ingevuld worden met onuitwisbare inkt of digitaal, met vermelding van elke arbeidsactiviteit voor aanvang, ondertekend en overgemaakt aan de uitbetalingsinstelling. Deze verplichtingen gelden niet voor oudere werklozen (vanaf 60 jaar).
* **Ingaan op uitnodigingen/oproepingen:** Men moet ingaan op oproepingen van controleurs of het werkloosheidsbureau.
#### Leeftijdsvereiste
* **Jongeren:** Geen recht op uitkering zolang men onderworpen is aan de voltijdse of deeltijdse leerplicht.
* **Ouderen:** Vanaf de eerste dag van de maand volgend op de 65ste verjaardag, is er geen recht meer op uitkeringen.
### Passende arbeid (relevante criteria)
De criteria voor passende arbeid zijn:
* **Functie:**
* Eerste 5 maanden: aangeleerd, gewoon of aanverwant beroep. Indien jonger dan 30 jaar of met minder dan 5 jaar beroepsverleden, geldt dit voor 3 maanden.
* Daarna: een ander beroep aanvaarden, in functie van geschiktheid of vorming.
* **Bezoldiging:** Moet overeenstemmen met barema's en bepalingen inzake betaling loon, arbeidsduur en arbeidsvoorwaarden. Moet leiden tot RSZ-onderwerping.
* **Berekening:** Het nettorendement (nettoloon - reiskosten + gezinsbijslag) moet minstens gelijk zijn aan de netto-uitkering + gezinsbijslag. Gedurende de eerste 6 maanden moet het nettorendement minstens 90% van de netto-uitkering + gezinsbijslag bedragen.
* **Arbeidsweg:** Gewone dagelijkse afwezigheid uit de verblijfplaats van maximaal 12 uur, of dagelijkse verplaatsing van maximaal 4 uur (tenzij de afstand tussen verblijfplaats en werkplaats minder is dan 60 km). Dit wordt berekend a.h.v. gemeenschappelijke en eventueel persoonlijke vervoersmiddelen die men normaal kan gebruiken.
* **Arbeidsduur:** De bepalingen inzake arbeidsduur moeten worden nageleefd. Nachtarbeid is verboden (tussen 20u en 6u), tenzij het beroep doorgaans nachtprestaties inhoudt door:
* Keuze van school- of beroepsopleiding.
* Aangeleerd beroep via tewerkstelling.
#### Niet-relevante criteria voor passende arbeid
* Persoonlijke voorkeur of afkeer.
* Overwegingen van familiale aard, inzonderheid kinderlast, tenzij deze een zwaar beletsel vormen.
* Het feit dat de werknemer eerstdaags het werk zal hervatten in een andere dienstbetrekking (tenzij bewijs van werkelijke indiensttreding).
* De uitkering (het bedrag van de uitkering zelf is geen criterium voor geschiktheid).
## Bepaling uitkering
De hoogte van de werkloosheidsuitkeringen is afhankelijk van:
* **Gezinstoestand:** Alleenwonend, samenwonend, met gezinslast.
* **Laatst verdiende loon:** De uitkering is een percentage van het laatst verdiende brutoloon, met maximum- en minimumbedragen.
* **Duur werkloosheid:** De uitkering daalt naarmate men langer werkloos is.
### Vergoedingsperioden
Er zijn twee vergoedingsperioden:
1. **Eerste vergoedingsperiode:** 12 maanden.
* Eerste 3 maanden: 65% van het brutoloon (met loongrens A1).
* Volgende 3 maanden: 60% van het brutoloon (met loongrens A2).
* Laatste 6 maanden: 60% van het brutoloon (met loongrens B).
2. **Tweede vergoedingsperiode:** Na de eerste 12 maanden, één bijkomende maand per schijf van 104 gewerkte of gelijkgestelde dagen (met een maximum van 12 maanden extra). Gedurende deze periode wordt een forfaitair bedrag toegekend in functie van de gezinscategorie.
#### Minimum dagbedragen van de werkloosheidsuitkering
De minimum dagbedragen zijn vastgesteld per gezinscategorie en per periode:
* **Werknemer met gezinslast:**
* Gedurende de eerste zes maanden van de eerste vergoedingsperiode: 43,11 euro.
* Gedurende de daaropvolgende maanden: 39,19 euro.
* **Alleenwonende werknemer:**
* Gedurende de eerste zes maanden van de eerste vergoedingsperiode: 34,94 euro.
* Gedurende de daaropvolgende maanden: 31,76 euro.
* **Samenwonende werknemer:**
* Gedurende de eerste drie maanden van de eerste vergoedingsperiode: 33,63 euro.
* Gedurende de maanden vier tot zes van de eerste vergoedingsperiode: 31,04 euro.
* Gedurende de maanden zeven tot twaalf van de eerste vergoedingsperiode: 28,22 euro.
* Gedurende de tweede vergoedingsperiode (indien voldaan aan specifieke voorwaarden): 23,39 euro.
* Gedurende de tweede vergoedingsperiode (indien niet voldaan aan specifieke voorwaarden): 16,48 euro.
* Wanneer twee samenwonende echtgenoten in de loop van een kalendermaand slechts beschikken over de laagste minimumuitkering (16,48 euro), wordt het bedrag van deze minimumuitkering voor die maand verhoogd met 3,12 euro.
Gedurende de tweede vergoedingsperiode wordt het dagbedrag van de uitkering bepaald op basis van het minimum dagbedrag voor de gezinscategorie, rekening houdend met een voldoende beroepsverleden.
#### Deeltijds werk en werkloosheid / Tijdelijke werkloosheid
* **Wat:** Een werkloze die verbonden is door een arbeidsovereenkomst waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk geschorst is. Dit kan gelden voor arbeiders (technische stoornis, slecht weer) en bedienden (overmacht, collectieve sluiting, staking, lock-out, economische oorzaken).
* **Formaliteiten:** Geen wachttijd. De werkgever moet de RVA vooraf in kennis stellen en de werknemer tijdig voorzien van een controleformulier C3.2A (vanaf 1/1/25 verplicht elektronisch). De werknemer dient een uitkeringsaanvraag in, vermeldt alle prestaties, houdt het controleformulier bij en stuurt het maandelijks door. Na de eerste drie maanden moet men ingeschreven zijn bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.
* **Uitkeringen:** Toegekend voor uren van schorsing. Het bedrag is onafhankelijk van de gezinscategorie en duur werkloosheid:
* Overmacht: 65% van het laatst verdiende loon.
* Andere situaties: 60% van het laatst verdiende loon, met een toeslag per dag door de werkgever/FBZ. Een aparte loongrens (C) is van toepassing. Er geldt steeds een bedrijfsvoorheffing van 26,75%. De werkgever moet per werkloosheidsdag een supplement betalen van minstens 2 euro.
---
# Bepaling van de uitkering
Deze sectie behandelt de berekening van de hoogte van de werkloosheidsuitkering, inclusief de invloed van gezinstoestand, het laatst verdiende loon en de duur van de werkloosheid, evenals de verschillende vergoedingsperiodes.
### 3.1 Inleiding tot de uitkering
De werkloosheidsuitkering wordt berekend op basis van verschillende factoren die de economische situatie van de werkloze weerspiegelen. Het doel is om de werkloze financieel te ondersteunen na het onvrijwillig verlies van werk.
### 3.2 Factoren die de hoogte van de uitkering bepalen
De hoogte van de werkloosheidsuitkering is afhankelijk van drie hoofdcomponenten:
#### 3.2.1 Gezinstoestand
De gezinssituatie van de werkloze heeft een directe invloed op de hoogte van de minimumuitkeringen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen werknemers met gezinslast, alleenwonende werknemers en samenwonende werknemers.
* **Alleenwonende werknemer:** Ontvangt het laagste minimumbedrag.
* **Samenwonende werknemer:** Ontvangt een bedrag dat lager is dan dat van alleenwonenden, met specifieke tarieven voor de eerste maanden en de tweede vergoedingsperiode.
* **Werknemer met gezinslast:** Ontvangt het hoogste minimumbedrag.
> **Tip:** Bij samenwonende echtgenoten die in een kalendermaand slechts beschikken over het laagste minimumbedrag voor samenwonenden, wordt dit bedrag verhoogd.
#### 3.2.2 Laatst verdiende loon
De uitkering wordt berekend als een percentage van het laatst verdiende brutoloon. Er zijn echter maximumbedragen (loonplafonds) die niet overschreden kunnen worden.
* **Eerste vergoedingsperiode:**
* Gedurende de eerste drie maanden wordt een percentage van het brutoloon toegepast, gekoppeld aan loongrens A1.
* Voor de volgende drie maanden geldt een lager percentage en loongrens A2.
* Gedurende de laatste zes maanden van de eerste vergoedingsperiode geldt een percentage van het brutoloon met loongrens B.
* **Tijdelijke werkloosheid:**
* Bij overmacht ontvangt de werkloze 65% van het laatst verdiende loon.
* In andere gevallen van tijdelijke werkloosheid ontvangt de werkloze 60% van het laatst verdiende loon. Hierbij kan een toeslag per dag door de werkgever of het Fonds voor Bestaanszekerheid van toepassing zijn.
* Voor tijdelijke werkloosheid geldt een aparte loongrens (C).
* Een vast percentage van 26,75% bedrijfsvoorheffing wordt steeds ingehouden.
> **Tip:** Voor tijdelijke werkloosheid is er een verplichting voor de werkgever om een supplement te betalen per werkloosheidsdag.
#### 3.2.3 Duur van de werkloosheid
De uitkering daalt naarmate de werkloosheid langer duurt. Dit wordt geregeld via twee vergoedingsperiodes:
* **Eerste vergoedingsperiode:** Deze duurt in principe 12 maanden.
* Het ontvangen percentage van het brutoloon en de bijhorende loongrenzen veranderen gedurende deze periode (zie 3.2.2).
* **Tweede vergoedingsperiode:** Deze periode volgt op de eerste 12 maanden. De duur hiervan is afhankelijk van het beroepsverleden.
* De duur wordt berekend als één bijkomende maand per schijf van 104 gewerkte of gelijkgestelde dagen, met een maximum van 12 extra maanden. Dit is een toevoeging op de 312 dagen uit de referteperiode.
* Gedurende de tweede vergoedingsperiode wordt een forfaitair bedrag toegekend, dat wel nog steeds afhankelijk is van de gezinscategorie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen werknemers met een voldoende beroepsverleden en werknemers zonder.
> **Voorbeeld:**
> Een werknemer begint zijn loopbaan op 01/01/2026 en werkt tot 01/03/2027 (14 maanden). Na afloop van zijn contract heeft hij recht op maximaal 12 maanden uitkeringen.
>
> Een andere werknemer start op 01/01/2026 met een contract van onbepaalde duur en eindigt op 31/12/2029. Hij ontvangt 12 maanden uitkeringen (eerste vergoedingsperiode). Vervolgens kan hij nog 9 maanden uitkeringen ontvangen, gebaseerd op 9 periodes van 4 maanden tussen 01/01/2027 en 31/12/2029.
>
> Als de werkloze zijn contract beëindigt op 31/12/2031, en na de eerste 12 maanden uitkeringen nog 12 extra maanden kan ontvangen (12 periodes van 4 maanden tussen 01/01/2027 en 31/12/2030).
### 3.3 Minimumdagbedragen
Artikel 115 van het koninklijk besluit specificeert de minimum dagbedragen van de werkloosheidsuitkering, variërend naar gelang de gezins categorie en de duur van de werkloosheid binnen de eerste vergoedingsperiode, evenals voor de tweede vergoedingsperiode.
#### 3.3.1 Eerste vergoedingsperiode
* **Werknemer met gezinslast:**
* Eerste zes maanden: 43,11 euro per dag.
* Daaropvolgende maanden: 39,19 euro per dag.
* **Alleenwonende werknemer:**
* Eerste zes maanden: 34,94 euro per dag.
* Daaropvolgende maanden: 31,76 euro per dag.
* **Samenwonende werknemer:**
* Maanden 1-3: 33,63 euro per dag.
* Maanden 4-6: 31,04 euro per dag.
* Maanden 7-12: 28,22 euro per dag.
#### 3.3.2 Tweede vergoedingsperiode
* **Werknemer die voldoet aan voorwaarden van artikel 114, § 4, 1°:** Het minimum dagbedrag voor de gezinscategorie, zoals voorzien in artikel 115, § 1, eerste lid, 1°, b), 2°, b), of 3°, d).
* **Werknemer die niet voldoet aan voorwaarden van artikel 114, § 4, 1°:** Het minimum dagbedrag voor de gezinscategorie, zoals voorzien in artikel 115, § 1, eerste lid, 1°, b), 2°, b), of 3°, e).
* Voor samenwonenden die slechts het laagste minimum ontvangen, wordt het bedrag verhoogd met 3,12 euro.
### 3.4 De uitkering bij tijdelijke werkloosheid
Bij tijdelijke werkloosheid, waar de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdelijk geschorst is, wordt een uitkering toegekend voor de uren van schorsing.
* **Berekening:**
* Overmacht: 65% van het laatst verdiende loon.
* Andere oorzaken: 60% van het laatst verdiende loon, met een mogelijke toeslag per dag door de werkgever of het Fonds voor Bestaanszekerheid.
* Een aparte loongrens (C) is van toepassing.
* Er wordt steeds 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.
* De werkgever dient per werkloosheidsdag een supplement van minimaal 2 euro te betalen.
> **Tip:** Voor tijdelijke werkloosheid is er geen wachttijd. De werkgever dient de RVA vooraf in kennis te stellen en de werknemer tijdig te voorzien van het controleformulier C3.2A (of de elektronische variant). De werknemer dient zijn uitkeringsaanvraag in te dienen bij de uitbetalingsinstelling en alle prestaties te vermelden. Na de eerste drie maanden moet de werknemer ingeschreven zijn bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.
---
# Tijdelijke werkloosheid
Tijdelijke werkloosheid betreft werknemers die door omstandigheden die buiten hun wil liggen, tijdelijk niet kunnen werken, waarvoor zij recht hebben op een werkloosheidsuitkering.
### 4.1 Concept en oorzaken van tijdelijke werkloosheid
Tijdelijke werkloosheid is van toepassing wanneer een werknemer verbonden is door een arbeidsovereenkomst waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is. De oorzaken van deze schorsing kunnen variëren en zijn onderverdeeld per type werknemer:
* **Enkel voor arbeiders**:
* Technische stoornis.
* Slecht weer.
* **Voor arbeiders en bedienden**:
* Overmacht.
* Collectieve sluiting.
* Staking en lock-out.
* Economische oorzaken (bijvoorbeeld door economische terugval, gebrek aan grondstoffen, weersomstandigheden die gelden voor bedienden en arbeiders, etc.).
### 4.2 Formaliteiten bij tijdelijke werkloosheid
Er is geen wachttijd verschuldigd voor tijdelijke werkloosheid; werknemers zijn automatisch toegelaten tot dit systeem. Er gelden echter wel specifieke formaliteiten voor zowel de werkgever als de werknemer:
* **Werkgever**:
* De werkgever dient de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) voorafgaand aan de tijdelijke werkloosheid in kennis te stellen. Dit gebeurt door middel van een aangifte via het ASR scenario 2.
* De werknemer dient tijdig in het bezit te worden gesteld van een controleformulier (C3.2A). Vanaf 1 januari 2025 is deze procedure verplicht elektronisch.
* **Werknemer**:
* Dien een uitkeringsaanvraag in bij de uitbetalingsinstelling.
* Vermeld alle prestaties die plaatsvonden voor de aanvang van de tijdelijke werkloosheid.
* Houd het controleformulier bij en onderteken dit aan het einde van de maand, waarna het overgemaakt wordt aan de uitbetalingsinstelling.
* Na de eerste drie maanden van tijdelijke werkloosheid dient de werknemer ingeschreven te zijn bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.
### 4.3 Uitkeringen bij tijdelijke werkloosheid
De uitkeringen bij tijdelijke werkloosheid worden toegekend voor de uren van schorsing. Het bedrag van deze uitkeringen is, in tegenstelling tot reguliere werkloosheid, onafhankelijk van de gezinscategorie en de duur van de werkloosheid.
* **Bedrag van de uitkering**:
* Bij overmacht wordt een uitkering van 65% van het laatst verdiende loon toegekend.
* Bij andere oorzaken van tijdelijke werkloosheid (zoals economische oorzaken, slechte weersomstandigheden, technische stoornissen, collectieve sluiting, staking, lock-out) bedraagt de uitkering 60% van het laatst verdiende loon.
* Hier bovenop ontvangt de werknemer een toeslag per dag die door de werkgever of het Fonds voor Bestaanszekerheid (FBZ) wordt betaald.
* Er geldt een aparte loongrens (C) die van toepassing is.
* Een bedrijfsvoorheffing van 26,75% wordt steeds ingehouden op deze uitkeringen.
* De werkgever is verplicht om per dag van tijdelijke werkloosheid een supplement van minimaal 2 euro te betalen.
> **Tip:** De specifieke regels en percentages kunnen evolueren. Raadpleeg steeds de meest recente wetgeving en de informatie van de RVA voor de exacte berekening van uitkeringen.
### 4.4 Definitie van passende arbeid in de context van tijdelijke werkloosheid
Hoewel tijdelijke werkloosheid een specifieke context heeft, blijven de basisprincipes van "passende arbeid" relevant wanneer een werknemer uit tijdelijke werkloosheid wordt opgeroepen om te werken, of wanneer de schorsing eindigt en een passende werkaanbieding volgt.
* **Relevante criteria voor passende arbeid**:
* **Functie**:
* Gedurende de eerste vijf maanden van werkloosheid dient een aangeleerd, gewoon of aanverwant beroep aanvaard te worden. Dit wordt verlaagd naar drie maanden voor werknemers jonger dan 30 jaar of met een beroepsverleden van minder dan vijf jaar.
* Na deze periode dient een ander beroep aanvaard te worden, afhankelijk van de geschiktheid of de mogelijkheid tot vorming.
* **Bezoldiging**:
* De bezoldiging moet overeenstemmen met de geldende barema's.
* Bepalingen inzake betaling van loon, arbeidsduur en arbeidsvoorwaarden moeten nageleefd worden.
* De tewerkstelling moet leiden tot onderwerping aan de RSZ.
* Tijdens de eerste zes maanden dient het nettoloon min reiskosten plus gezinsbijslag minstens 90% te bedragen van de netto-uitkering plus gezinsbijslag. Daarna is de norm dat het nettoloon min reiskosten plus gezinsbijslag gelijk moet zijn aan of hoger moet zijn dan de netto-uitkering plus gezinsbijslag.
* **Arbeidsweg**:
* De gebruikelijke dagelijkse afwezigheid van de woonplaats mag niet meer dan 12 uur bedragen, of de dagelijkse verplaatsing niet meer dan 4 uur (tenzij de afstand tussen woon- en werkplaats minder dan 60 kilometer is). Deze berekening is gebaseerd op het gebruik van gemeenschappelijke vervoersmiddelen en eventueel persoonlijke vervoersmiddelen die normaal gebruikt kunnen worden.
* **Arbeidsduur**:
* Bepalingen inzake arbeidsduur moeten worden nageleefd. Nachtarbeid (tussen 20 uur en 6 uur) is in principe verboden, tenzij het beroep doorgaans nachtprestaties met zich meebrengt, bijvoorbeeld door keuze van school- of beroepsopleiding, of wanneer het een aangeleerd beroep betreft via tewerkstelling.
* **Niet-relevante criteria voor passende arbeid**:
* Persoonlijke voorkeur of afkeer.
* Overwegingen van familiale aard, met name kinderlast, tenzij deze een zwaar beletsel vormen.
* Het feit dat de werknemer eerstdaags het werk zal hervatten in een andere dienstbetrekking, tenzij er bewijs is van werkelijke indiensttreding.
> **Tip:** De interpretatie van "passende arbeid" kan complex zijn. Bij twijfel is het raadzaam om advies in te winnen bij de RVA of uw uitbetalingsinstelling.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) | Een overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor het vaststellen van het recht op werkloosheidsuitkeringen, het goedkeuren of weigeren van betalingen, en het bestrijden van fraude binnen het systeem. |
| Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) | Een dienst die zich bezighoudt met de inschrijving van werkzoekenden, het aanbieden van passende werkaanbiedingen, arbeidsbemiddeling, training, opleiding en loopbaanbegeleiding. |
| Uitbetalingsinstellingen | Particuliere of openbare instellingen die de werkloosheidsvergoedingen uitbetalen en optreden als tussenpersoon tussen de werkloze en de RVA. Voorbeelden zijn de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) en de werkloosheidsdiensten van vakverbonden. |
| Toelatingsvoorwaarden | De voorwaarden die vervuld moeten zijn om überhaupt in aanmerking te komen voor het systeem van werkloosheidsverzekering. Dit kan gebaseerd zijn op arbeid, reeds ontvangen uitkeringen of studies. |
| Toekenningsvoorwaarden | De voorwaarden die gedurende de werkloosheid vervuld moeten blijven om het recht op uitkeringen te behouden. Deze voorwaarden hebben vaak betrekking op het actief zoeken naar werk en het niet verrichten van arbeid. |
| Beroepsinschakelingsuitkering | Een uitkering die schoolverlaters kunnen ontvangen nadat ze hun studies hebben beëindigd en gedurende een specifieke periode actief naar werk zoeken, zonder reeds arbeidsdagen te kunnen bewijzen. |
| Beroepsinschakelingstijd | Een periode van 156 dagen die volgt op het einde van de studies, waarin de schoolverlater actief naar werk moet zoeken en aan bepaalde verplichtingen moet voldoen om recht te krijgen op een beroepsinschakelingsuitkering. |
| Passende dienstbetrekking | Een arbeidsplaats die voldoet aan bepaalde criteria met betrekking tot functie, bezoldiging, arbeidsweg en arbeidsduur, en die door een werkloze aanvaard moet worden om zijn recht op uitkeringen te behouden. |
| Trampoline- of parachutepremie | Een nieuwe regeling die het mogelijk maakt om de arbeidsovereenkomst zelf te beëindigen met behoud van recht op werkloosheidsuitkering, onder bepaalde voorwaarden en voor een beperkte duur. |
| Controlekaart | Een document dat de werkloze gedurende de maand moet bijhouden om zijn arbeidsactiviteiten en werkloosheidsdagen aan te geven. Dit document is essentieel voor de controle en de uitbetaling van uitkeringen. |
| Vergoedingsperiode | De periode waarin een werkloze recht heeft op werkloosheidsuitkeringen. Er zijn verschillende vergoedingsperiodes met variërende percentages van het loon en soms een forfaitair bedrag. |
| Tijdelijke werkloosheid | Een situatie waarin de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdelijk, geheel of gedeeltelijk geschorst is om verschillende redenen zoals overmacht, collectieve sluiting, staking, lock-out of economische oorzaken. |