Cover
Start nu gratis PF&R_2025_09_26 (vaststelling vaderschap) (1).pptx
Summary
# Vaststelling van vaderschap binnen het huwelijk
Dit deelonderwerp behandelt de juridische vaststelling van het vaderschap voor kinderen geboren binnen een huwelijk, inclusief de wettelijke vermoedens en de uitzonderingen hierop.
### 1.1 De vaderschapsregel
De vaderschapsregel stelt dat de echtgenoot vader is van kinderen die binnen het huwelijk van de moeder zijn geboren, of binnen 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van dit huwelijk. Dit principe is gebaseerd op de Latijnse uitdrukking "Pater is est quem nuptiae demonstrant".
### 1.2 Vermoedens omtrent de verwekking
#### 1.2.1 De verwekkingsperiode
Er geldt een wettelijk vermoeden, een *vermoeden juris tantum*, dat een kind is verwekt in de periode van 300 dagen tot 180 dagen vóór de geboorte. Dit tijdvak bedraagt praktisch 121 dagen. Tegen dit vermoeden kan tegenbewijs worden geleverd.
* **Toepassing:** Als een kind 301 dagen na de ontbinding van het huwelijk wordt geboren, maar de zwangerschap 302 dagen heeft geduurd, speelt de vaderschapsregel nog omdat het kind tijdens het huwelijk is verwekt. Als een kind 180 dagen na de ontbinding van het huwelijk wordt geboren, maar de zwangerschap slechts 179 dagen heeft geduurd, speelt de vaderschapsregel niet omdat het kind na het huwelijk is verwekt.
#### 1.2.2 Gunstigste tijdstip van verwekking
Het kind wordt vermoed verwekt te zijn op het voor het kind gunstigste tijdstip binnen het wettelijke tijdvak van verwekking (*omni meliore momento*). Dit is eveneens een *vermoeden juris tantum*. Dit principe kan de toepassing van de vaderschapsregel uitschakelen, bijvoorbeeld indien de verwekking binnen het wettelijk tijdvak valt, maar na de ontbinding van het huwelijk.
### 1.3 Uitzonderingen op het vermoeden van vaderschap
Het vaderschap van de echtgenoot staat krachtens de wet niet vast in de volgende gevallen, tenzij de echtgenoten op het ogenblik van de aangifte van de geboorte een gemeenschappelijke verklaring van vaderschap hebben afgelegd:
#### 1.3.1 Afwezigheid van de echtgenoot
Wanneer een beslissing houdende vaststelling van het vermoeden van afwezigheid de geboorte van het kind meer dan 300 dagen na de verdwijning van de echtgenoot vaststelt, vervalt het vaderschapsvermoeden. Het regime van afwezigheid is aanzienlijk hervormd door de wet van 9 mei 2007.
#### 1.3.2 Onwaarschijnlijkheid van vaderschap
In vijf specifieke gevallen is het vaderschap van de echtgenoot onwaarschijnlijk:
1. Na de inleiding van een echtscheidingsprocedure (EOO of EOT), waarbij drie specifieke gevallen worden onderscheiden (twee EOO en één EOT).
2. Na geregistreerde inschrijving op verschillende adressen van de echtgenoten.
3. Na een machtiging tot afzonderlijk verblijf.
4. [Geval 4 en 5 ontbreken in de verstrekte tekst, maar de tekst verwijst naar "Drie (eigenlijk vijf) gevallen"].
Het vaderschap van de echtgenoot staat globaal gezien niet vast wanneer het kind geboren is meer dan 300 dagen na de gebeurtenissen vermeld onder de punten 1 tot 3.
### 1.4 Vaderschapsconflicten
#### 1.4.1 Nieuw huwelijk van de moeder
Na een nieuw huwelijk van de moeder gaat de voorkeur uit naar de nieuwe echtgenoot wat betreft de vaststelling van het vaderschap, conform artikel 317, eerste lid oud BW.
#### 1.4.2 Bigamie
In geval van bigamie stelt de rechter de meest waarschijnlijke afstamming vast, zoals bepaald in artikel 331 septies oud BW.
### 1.5 Vaststelling van vaderschap buiten het huwelijk
Vaderschap buiten het huwelijk kan op twee essentieel verschillende wijzen worden vastgesteld:
* Erkenning door een man.
* Gerechtelijke vaststelling van vaderschap (onderzoek naar het vaderschap).
### 1.6 Erkenning door een man
#### 1.6.1 Grondvoorwaarden voor erkenning
Erkenning is mogelijk indien:
a) Het vaderschap niet vaststaat krachtens de vaderschapsregel en het meemoederschap niet vaststaat (conform artikel 319 oud BW).
b) Eén of meerdere toestemmingen vereist zijn, zoals bepaald in artikel 329 bis oud BW.
#### 1.6.2 Vereiste toestemmingen
De vereiste toestemmingen zijn afhankelijk van de leeftijd van het kind:
* **Kind jonger dan 12 jaar:** De moeder moet toestemmen, ook bij prenatale erkenning.
* **Kind 12 jaar of ouder:** De moeder en het kind moeten toestemmen. Het kind hoeft echter niet toe te stemmen indien de rechtbank oordeelt dat het geen onderscheidingsvermogen heeft (conform artikel 329 bis, § 2 oud BW).
* **Kind meerderjarig of ontvoogd:** Het kind moet zelf toestemmen (vetorecht, conform artikel 329 bis, § 1 oud BW), tenzij het wilsonbekwaam is of onbekwaam werd verklaard (conform artikel 329 bis, § 1/1 oud BW).
* **Bijzondere gevallen:** Uitzonderingen hierop zijn voorzien in artikel 329 bis, § 3 oud BW. In dergelijke gevallen moet de erkenning ter kennis worden gebracht, met het oog op een eventuele vordering tot nietigverklaring.
#### 1.6.3 Verhaal na toestemmingsweigering
Indien toestemming wordt geweigerd, kan de aspirant-erkenner verhaal instellen bij de familierechtbank (conform artikel 329 bis, § 2, vierde lid oud BW). De aspirant-erkenner dagvaardt de weigerende partij(en). De partijen worden gehoord in raadkamer.
#### 1.6.4 Procedure bij de familierechtbank
Na toestemmingsweigering doorloopt het geding voor de familierechtbank twee fasen (conform artikel 329 bis, § 2, vierde lid oud BW):
a) Een verzoeningspoging.
b) Een uitspraak van de rechtbank, indien de nodige toestemmingen niet worden bekomen.
#### 1.6.5 Beslissing van de rechtbank
De rechtbank beslist als volgt:
* Bij bewijs van biologisch niet-vaderschap wordt het verzoek afgewezen.
* Indien het niet-vaderschap niet wordt bewezen, kan de rechtbank de erkenning weigeren indien deze strijdig is met de belangen van het kind. Een dubbele afstammingsband wordt in het belang van het kind geacht. Overwegingen inzake de gevolgen van de afstamming (ouderlijk gezag, recht op persoonlijk contact) doen hierbij in het algemeen niet ter zake.
* Indien tegen de aspirant-erkenner een strafvervolging is gestart wegens verkrachting van de moeder gedurende het wettelijke tijdperk van de verwekking, kan de erkenning niet plaatsvinden (conform artikel 329 bis, § 2, vijfde lid oud BW).
#### 1.6.6 Procedure vóór geboorte
De procedure na toestemmingsweigering kan door de aspirant-erkenner vóór de geboorte worden ingeleid (conform artikel 328 bis oud BW). Hierbij kunnen echter problemen rijzen met het bewijs van de biologische realiteit.
#### 1.6.7 Geen absoluut huwelijksbeletsel
De erkenning kan niet plaatsvinden wanneer uit die erkenning een absoluut huwelijksbeletsel tussen de erkenner en de moeder zou blijken (conform artikel 321 oud BW, dat echter ongrondwettelijk is verklaard).
#### 1.6.8 Afwezigheid van frauduleus oogmerk
De erkenning mag geen frauduleus oogmerk hebben.
#### 1.6.9 Vormvereisten
De erkenning dient te gebeuren via een geboorteakte of een erkenningsakte (conform artikel 327, § 1 oud BW). Dit proces kent twee fasen:
1. **Aangifte van de erkenning:** Deze moet ondertekend zijn door de ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) (conform artikel 327/1 oud BW). De aangifte dient te gebeuren binnen de maand, met een uitstel van maximaal drie maanden in geval van twijfel over de geldigheid of echtheid van documenten. Weigering tot ondertekening van de aangifte is mogelijk indien documenten ontbreken, ongeldig of onecht zijn, met de mogelijkheid van "beroep".
2. **Erkenningsakte:** Deze wordt opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand of een beroepsconsul. Notarissen zijn niet langer bevoegd.
#### 1.6.10 Ratio van de aangifteprocedure
De aangifteprocedure dient om frauduleuze erkenningen tegen te gaan. Er is geen afstammingsband wanneer uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van de erkenner kennelijk enkel gericht is op het verkrijgen van een verblijfsrechtelijk voordeel, dat verbonden is aan de vaststelling van een afstammingsband (conform artikel 330/1 oud BW). Strafsancties zijn voorzien in de Vreemdelingenwet.
#### 1.6.11 Opmaak van de erkenningsakte
De ABS kan de opmaak van de erkenningsakte weigeren indien hij vaststelt dat het om een frauduleuze erkenning gaat (conform artikel 330/2, eerste lid oud BW). Bij een ernstig vermoeden van fraude kan de opmaak worden uitgesteld voor maximaal twee maanden (verlengbaar met drie maanden) na de ondertekening van de aangifte, voor bijkomend onderzoek (conform artikel 330/2, tweede lid oud BW).
#### 1.6.12 Finale weigering
Bij een finale weigering kan "beroep" worden ingesteld bij de familierechtbank. De rechtbank bepaalt of het gaat om een frauduleuze erkenning, rekening houdend met de aanwezige belangen, waarbij het belang van het kind de voornaamste overweging is (conform artikel 330/2, zevende lid oud BW).
#### 1.6.13 Modaliteiten van erkenning
* **Erkenning door een man die niet de biologische vader is (erkenning uit welwillendheid):** Dit is mogelijk.
* **Erkenning door een onbekwame:** Dit is mogelijk voor een minderjarige (art. 328, § 1 oud BW) of een meerderjarige (art. 328, § 2 oud BW).
* **Prenatale erkenning:** Een kind kan vóór de geboorte worden erkend (conform artikel 328, § 3, eerste lid oud BW). Dit kan op elk ogenblik van de zwangerschap op basis van een zwangerschapsattest van een geneesheer of vroedvrouw (conform artikel 328, § 3, tweede lid oud BW).
* **Postume erkenning:** Een overleden kind kan worden erkend indien dit afstammelingen heeft nagelaten. Een kind zonder afstammelingen kan enkel binnen het jaar na zijn geboorte worden erkend (conform artikel 328, § 3, eerste lid oud BW).
* **Erkenning van een reeds erkend kind (opeenvolgende erkenningen):** Dit is mogelijk, maar enkel de eerste erkenning heeft uitwerking zolang deze niet is vernietigd (conform artikel 329 oud BW).
* **Erkenning van een doodgeboren kind:** Dit is niet mogelijk omwille van de theorie van de juridische persoonlijkheid. Wel kan/moet een akte van een levenloos kind worden opgemaakt, afhankelijk van de zwangerschapsduur (conform artikel 58-59 oud BW). Juridische persoonlijkheid ontstaat bij de levende en levensvatbare geboorte.
#### 1.6.14 Declaratief karakter
De erkenning werkt retroactief tot de geboorte of zelfs tot de verwekking, volgens het principe "Infans conceptus pro jam nato habetur, quoties de commodis eius agitur" (het ongeboren kind wordt geacht reeds geboren te zijn, telkens als het om zijn voordelen gaat).
#### 1.6.15 Publiciteit
* **Algemeen:** De erkenningsakte wordt opgenomen in deDatabank van de Burgerlijke Stand (DABS) (conform artikel 71, eerste lid, 1° oud BW). Afstammelingen in de eerste graad worden opgenomen in het Rijksregister.
* **Specifiek (overspelig kind a patre):** De erkenning van een overspelig kind door de vader moet ter kennis worden gebracht aan de echtgeno(o)t(e) van de erkenner, op straffe van relatieve niet-tegenwerpelijkheid (conform artikel 319 bis oud BW). Deze bepaling heeft echter een beperkte draagwijdte en staat op gespannen voet met artikel 8 en 14 EVRM.
### 1.7 Onderzoek naar het vaderschap (Gerechtelijke vaststelling)
#### 1.7.1 Grondvereisten
Onderzoek naar het vaderschap is mogelijk indien:
a) Het vaderschap niet vaststaat krachtens de vaderschapsregel, noch op grond van erkenning.
b) Het meemoederschap niet vaststaat.
c) Het recht van verzet niet succesvol wordt uitgeoefend (conform artikel 322 oud BW).
d) Er geen absoluut huwelijksbeletsel bestaat tussen de moeder en de vermeende vader (conform artikel 325 oud BW). Het onderzoek is onontvankelijk indien uit het vonnis een huwelijksbeletsel zou blijken waarvoor de familierechtbank geen ontheffing kan verlenen, tenzij de rechtbank oordeelt dat de vaststelling van het vaderschap niet strijdig is met het belang van het kind.
e) Er afwezigheid is van frauduleus oogmerk.
#### 1.7.2 Recht van verzet
De regeling van het recht van verzet tegen de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap is analoog aan de toestemmingen vereist voor een erkenning (zie artikel 332 quinquies oud BW). Na uitoefening van het relatief verzetsrecht wordt de vordering afgewezen indien de vaststelling strijdig is met de belangen van het kind. Het recht van verzet activeert een rechterlijke belangentoets. Zelfs indien de moeder vordert en er verweer wordt gevoerd, moet het belang van het kind worden getoetst.
#### 1.7.3 Bewijs van vaderschap
Het vaderschap kan worden bewezen op de volgende manieren (conform artikel 324 oud BW):
* **Bezit van staat:** Dit is een onweerlegbaar, primair bewijsmiddel (omschreven in artikel 331 nonies oud BW).
* **Alle wettelijke middelen:** Dit omvat onder meer DNA-onderzoek, maar ook andere wettelijke bewijsmiddelen zijn toegelaten, met uitzondering van de eed. DNA-onderzoek is ook post mortem mogelijk, zelfs na crematie. Rechtsgevolgen van onrechtmatige weigering van een deskundigenonderzoek zijn voorzien.
* **Vermoeden van vaderschap wegens geslachtsgemeenschap:** Er geldt een vermoeden van vaderschap wegens geslachtsgemeenschap met de moeder tijdens de wettelijke verwekkingsperiode, behalve wanneer er twijfel bestaat over het causale verband tussen de bewezen geslachtsgemeenschap en de verwekking (conform artikel 324, derde lid oud BW).
#### 1.7.4 Bewijs van niet-vaderschap
De familierechtbank moet de vordering hoe dan ook afwijzen indien het bewijs wordt geleverd dat de man wiens afstamming wordt onderzocht niet de biologische vader is (conform artikel 332 quinquies, § 3 oud BW). Dit geldt in alle gevallen, behalve in de context van medisch begeleide voortplanting met donorsperma (zie ook artikel 27 en 56 MBV-wet).
#### 1.7.5 Procedureregels
* **Titularissen van de vordering:** Het kind, elk van zijn ouders persoonlijk, en ook de beweerde vader (conform artikel 332 ter, eerste lid oud BW).
* **Termijn:** De vordering verjaart na 30 jaar, te rekenen vanaf het einde van het bezit van staat of, bij gebrek daaraan, vanaf de geboorte. Deze verjaringstermijn wordt geschorst tijdens de minderjarigheid, maar loopt tussen echtgenoten. Echter, aan diegene die de identiteit van zijn vermeende vader na het verstrijken van de verjaringstermijn verneemt, mag de vordering tot onderzoek naar het vaderschap niet worden ontzegd.
* **Partijen in het geding:** Zie artikel 332 ter, derde lid oud BW.
* **Vertegenwoordiging:** Zie artikel 331 sexies oud BW. Bij tegenstrijdigheid van belangen kan een voogd ad hoc worden aangesteld, die in concreto moet worden bewezen. Loutere verwijzing naar principiële tegenstrijdigheid volstaat niet langer.
* **Bevoegdheid:** De familierechtbank is bevoegd (conform artikel 322, eerste lid oud BW jo. artikel 629 bis, § 2/1 Ger.W.).
* **Wijze van gedinginleiding:** Het geding kan niet vóór de geboorte worden ingeleid (zie artikel 331 bis oud BW).
#### 1.7.6 Uitwerking van het vonnis
Het vonnis heeft een declaratief karakter.
#### 1.7.7 Publiciteitsregeling
* **Algemeen:** De definitieve uitspraak wordt meegedeeld aan het Openbaar Ministerie en de griffier door de gerechtsdeurwaarder. De nodige gegevens worden via de DABS aan de ABS toegezonden. Gewijzigde akten van het kind en zijn afstammelingen worden opgemaakt. Een gerechtsbrief wordt verzonden naar de afstammelingen in de eerste graad van de meerderjarige ouder wiens familienaam is gewijzigd en die 12 jaar of ouder zijn.
* **Bijkomende vormvereiste bij overspelige kinderen a patre:** Betekening van het vonnis aan de echtgeno(o)t(e) van de overspelige man, op straffe van relatieve niet-tegenwerpelijkheid (conform artikel 322, tweede lid oud BW). Er loopt een prejudiciële vraag over deze bepaling aan het Grondwettelijk Hof.
---
# Vaststelling van vaderschap buiten het huwelijk via erkenning
Dit deel van de studieleidraad behandelt de procedures en vereisten voor de erkenning van vaderschap door een man buiten de huwelijkscontext, inclusief de noodzakelijke toestemmingen en vormvereisten.
### 2.1 Algemene beginselen van erkenning
Erkenning is een van de drie wijzen waarop vaderschap buiten het huwelijk kan worden vastgesteld, naast de vaderschapsregel (binnen het huwelijk) en gerechtelijke vaststelling van vaderschap.
#### 2.1.1 Grondvoorwaarden voor erkenning
Om een erkenning geldig te laten zijn, moeten aan de volgende grondvoorwaarden zijn voldaan:
* Het vaderschap mag niet reeds vaststaan krachtens de vaderschapsregel (binnen het huwelijk) en het meemoederschap mag niet vaststaan (artikel 319 oud BW).
* Er moet aan één of meerdere wettelijk voorgeschreven toestemmingen worden voldaan (artikel 329 bis oud BW).
#### 2.1.2 Vereiste toestemmingen
De vereiste toestemmingen voor erkenning variëren afhankelijk van de leeftijd van het kind:
* **Kind jonger dan 12 jaar:** De moeder moet toestemming geven, ook bij prenatale erkenning.
* **Kind van 12 jaar of ouder:** Zowel de moeder als het kind moeten toestemming geven. Het kind hoeft echter niet toe te stemmen indien de rechtbank oordeelt dat het kind geen onderscheidingsvermogen heeft (artikel 329 bis, § 2 oud BW).
* **Kind meerderjarig of ontvoogd:** Het kind moet zelf toestemmen. Dit kind heeft een vetorecht (artikel 329 bis, § 1 oud BW). Dit geldt niet indien het kind wilsonbekwaam is of onbekwaam werd verklaard (artikel 329 bis, § 1/1 oud BW).
Er bestaan bijzondere gevallen waarin een erkenning zonder expliciete toestemming toch mogelijk is (artikel 329 bis, § 3 oud BW). In dergelijke gevallen moet de erkenning ter kennis worden gebracht van de betrokkenen, zodat zij eventueel een vordering tot nietigverklaring kunnen instellen.
#### 2.1.3 Verhaal na toestemmingsweigering
Wanneer toestemmingen voor erkenning worden geweigerd, kan de aspirant-erkenner verhaal instellen bij de familierechtbank (artikel 329 bis, § 2, vierde lid oud BW).
* De procedure start doordat de aspirant-erkenner de persoon die weigert, dagvaardt.
* Beide partijen worden gehoord in raadkamer.
* De procedure kent twee fasen: eerst een verzoeningspoging, gevolgd door een uitspraak van de rechtbank indien de nodige toestemmingen niet worden verkregen.
De rechtbank zal bij haar beslissing rekening houden met de volgende factoren:
* Indien bewijs van biologisch niet-vaderschap wordt geleverd, wordt het verzoek tot erkenning afgewezen.
* Indien het niet-vaderschap niet wordt bewezen, kan de rechtbank de erkenning weigeren indien deze strijdig is met de belangen van het kind. Het principe van een dubbele afstammingsband wordt in het belang van het kind geacht. Overwegingen inzake ouderlijk gezag of recht op persoonlijk contact zijn hierbij niet relevant.
* Indien tegen de aspirant-erkenner een strafvervolging is ingesteld wegens verkrachting van de moeder gedurende het wettelijk tijdperk van de verwekking, kan de erkenning niet plaatsvinden (artikel 329 bis, § 2, vijfde lid oud BW).
De procedure na toestemmingsweigering kan door de aspirant-erkenner reeds vóór de geboorte worden ingeleid (artikel 328 bis oud BW), hoewel er dan wel uitdagingen kunnen ontstaan met betrekking tot het bewijs van de biologische realiteit.
#### 2.1.4 Geen absoluut huwelijksbeletsel
De vader kan het kind niet erkennen wanneer uit die erkenning een absoluut huwelijksbeletsel tussen hem en de moeder zou blijken. Hoewel deze bepaling (artikel 321 oud BW) ongrondwettelijk werd verklaard, dient er toch aandacht te zijn voor mogelijke misbruiken.
#### 2.1.5 Afwezigheid van frauduleus oogmerk
Erkenning mag geen frauduleus oogmerk hebben. Dit houdt in dat de erkenning niet primair mag gericht zijn op het verkrijgen van een verblijfsrechtelijk voordeel voor de erkenner, het kind of de persoon die toestemming moet geven. Strafsancties zijn hierop van toepassing.
### 2.2 Vormvereisten van de erkenning
De erkenning van een kind buiten het huwelijk door een man dient te gebeuren via een geboorteakte of een specifieke erkenningsakte (artikel 327, § 1 oud BW). Dit proces kent twee fasen:
#### 2.2.1 Aangifte van de erkenning
* De aangifte van de erkenning moet worden ondertekend door de ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) (artikel 327/1 oud BW).
* De ondertekening dient plaats te vinden binnen een termijn van maximaal één maand. Er kan tot drie maanden uitstel worden verleend in geval van twijfel over de geldigheid of echtheid van de documenten.
* Indien documenten ontbreken, ongeldig of onecht zijn, kan de ABS weigeren de aangifte te ondertekenen. Hiertegen is "beroep" mogelijk.
* De ratio achter deze vormvereisten is het tegengaan van frauduleuze erkenningen, met name die met een verblijfsrechtelijk oogmerk.
#### 2.2.2 Opmaak van de erkenningsakte
* De erkenningsakte wordt opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) of een beroepsconsul. Notarissen zijn hier niet langer bevoegd voor (artikel 327, § 2 oud BW).
* De ABS stelt vast of het om een frauduleuze erkenning gaat. Bij een vastgestelde fraude wordt de akte geweigerd (artikel 330/2, eerste lid oud BW).
* Bij een ernstig vermoeden van fraude kan de opmaak van de akte worden uitgesteld voor maximaal twee maanden (verlengbaar met drie maanden) na de ondertekening van de aangifte, voor bijkomend onderzoek (artikel 330/2, tweede lid oud BW). Dit kan gebeuren na advies van de procureur des Konings (pdK).
* In geval van finale weigering kan men zich richten tot de familierechtbank. Deze rechtbank beoordeelt of er sprake is van een frauduleuze erkenning, waarbij het belang van het kind de voornaamste overweging is (artikel 330/2, zevende lid oud BW).
### 2.3 Modaliteiten van erkenning
Verschillende modaliteiten van erkenning zijn mogelijk:
#### 2.3.1 Erkenning door een man die niet de biologische vader is
Dit betreft een erkenning uit welwillendheid.
#### 2.3.2 Erkenning door een onbekwame
* Een minderjarige kan een kind erkennen (artikel 328, § 1 oud BW).
* Een meerderjarige die handelingsonbekwaam is verklaard, kan eveneens erkennen (artikel 328, § 2 oud BW).
#### 2.3.3 Prenatale erkenning
Erkenning van een kind vóór de geboorte is mogelijk (artikel 328, § 3, eerste lid oud BW). Dit kan op elk ogenblik van de zwangerschap, op basis van een zwangerschapsattest opgesteld door een geneesheer of vroedvrouw (artikel 328, § 3, tweede lid oud BW).
#### 2.3.4 Postume erkenning
Erkenning van een overleden kind is mogelijk indien dit afstammelingen heeft nagelaten. Een kind dat zonder afstammelingen is overleden, kan slechts binnen het jaar na zijn geboorte worden erkend (artikel 328, § 3, eerste lid oud BW).
#### 2.3.5 Opeenvolgende erkenningen
Een kind dat reeds erkend is, kan opnieuw worden erkend. Echter, enkel de eerste erkenning heeft uitwerking zolang deze niet is vernietigd (artikel 329 oud BW).
#### 2.3.6 Erkenning van een doodgeboren kind
De erkenning van een doodgeboren kind is niet mogelijk omdat juridische persoonlijkheid ontstaat bij een levende en levensvatbare geboorte. Wel kan of moet een akte van een levenloos kind worden opgemaakt, afhankelijk van de duur van de zwangerschap (artikelen 58-59 oud BW).
### 2.4 Declaratief karakter van erkenning
De erkenning heeft een declaratief karakter. Dit betekent dat de erkenning retroactief werkt tot de geboorte of zelfs tot de verwekking, conform het principe "Infans conceptus pro jam nato habetur, quoties de commodis eius agitur" (een kind dat verwekt is, wordt als reeds geboren beschouwd wanneer het zijn voordeel betreft).
### 2.5 Publiciteit van de erkenning
* **Algemeen:** De erkenningsakte wordt opgenomen in de burgerlijke stand (DABS) (artikel 71, eerste lid, 1° oud BW). Afstamming wordt geregistreerd in het Rijksregister voor afstammelingen in de eerste graad.
* **Specifiek:** De erkenning van een overspelig kind *a patre* (door de vader) moet ter kennis worden gebracht aan de echtgeno(o)t(e) van de erkenner, op straffe van relatieve niet-tegenwerpelijkheid (artikel 319 bis oud BW). Deze bepaling heeft echter een beperkte draagwijdte en kan op gespannen voet staan met mensenrechtenverdragen.
> **Tip:** De kennisgeving aan de echtgeno(o)t(e) gebeurt door de ABS met een aangetekende brief binnen drie dagen na de opmaak van de akte, of bij gebrek daaraan, via een deurwaardersexploot op verzoek van de vader, het kind of de wettelijke vertegenwoordiger.
---
# Gerechtelijke vaststelling van vaderschap
Dit onderdeel beschrijft de diverse procedures en vereisten voor de gerechtelijke vaststelling van vaderschap in België.
### 3.1 Vaderschapsregel (binnen het huwelijk)
De "pater is est quem nuptiae demonstrant"-regel stelt dat de echtgenoot van de moeder geacht wordt de vader te zijn van kinderen geboren binnen het huwelijk, of binnen 300 dagen na ontbinding of nietigverklaring ervan.
#### 3.1.1 Vermoedens aangaande de verwekking
* **Verwekkingsperiode:** Een kind wordt vermoed verwekt te zijn in de periode tussen de 300ste en de 180ste dag vóór de geboorte. Dit is een weerlegbaar vermoeden ($juris\ tantum$).
* **Praktische toepassing:** Dit tijdvak van 121 dagen is cruciaal. Als een kind bijvoorbeeld 301 dagen na ontbinding van het huwelijk wordt geboren, maar de zwangerschap 302 dagen heeft geduurd, speelt de vaderschapsregel nog voor dit kind omdat de verwekking tijdens het huwelijk plaatsvond. Omgekeerd, indien een kind 180 dagen na ontbinding van het huwelijk wordt geboren na een zwangerschap van slechts 179 dagen, speelt de vaderschapsregel niet, omdat de verwekking na het huwelijk heeft plaatsgevonden.
* **Omni meliore momento:** Het kind wordt vermoed verwekt te zijn op het voor het kind gunstigste tijdstip binnen het wettelijke verwekkingstijdvak. Dit is eveneens een weerlegbaar vermoeden.
* **Belang:** Dit principe kan de toepassing van de vaderschapsregel uitschakelen, bijvoorbeeld als de verwekking binnen het wettelijk tijdvak valt, maar na de ontbinding van het huwelijk.
#### 3.1.2 Uitzonderingen op het vaderschapsvermoeden
Het vaderschap van de echtgenoot staat niet vast in de volgende gevallen:
* Een beslissing houdende vaststelling van afwezigheid, waaruit blijkt dat het kind meer dan 300 dagen na de verdwijning van de echtgenoot is geboren.
* Vijf specifieke gevallen waarin het vaderschap van de echtgenoot onwaarschijnlijk is, tenzij de echtgenoten bij de aangifte van de geboorte een gemeenschappelijke verklaring van vaderschap hebben afgelegd:
* Meer dan 300 dagen na de inleiding van een echtscheidingsprocedure (EOO of EOT).
* Meer dan 300 dagen na de geregistreerde inschrijving op verschillende adressen.
* Meer dan 300 dagen na de machtiging tot afzonderlijk verblijf.
#### 3.1.3 Vaderschapsconflicten
* **Nieuw huwelijk van de moeder:** De voorkeur gaat uit naar de nieuwe echtgenoot.
* **Bigamie:** De rechter stelt de meest waarschijnlijke afstamming vast.
### 3.2 Vaststelling van vaderschap buiten het huwelijk
Dit kan op twee essentieel verschillende wijzen: via erkenning door een man of via gerechtelijke vaststelling (onderzoek naar het vaderschap).
#### 3.2.1 Erkenning door een man
Erkenning is mogelijk wanneer het vaderschap niet reeds vaststaat via de vaderschapsregel of meemoederschap, en de nodige toestemmingen zijn verkregen.
##### 3.2.1.1 Grondvereisten
* Het vaderschap staat niet vast krachtens de vaderschapsregel en het meemoederschap staat niet vast.
* Eén of meerdere toestemmingen zijn vereist (zie art. 329 bis oud BW).
##### 3.2.1.2 Toestemmingen
* **Kind < 12 jaar:** Toestemming van de moeder is vereist, ook bij prenatale erkenning.
* **Kind $\geq$ 12 jaar:** Toestemming van de moeder en het kind is vereist. Het kind wordt echter niet gehoord indien de rechtbank oordeelt dat het onvoldoende onderscheidingsvermogen heeft.
* **Kind meerderjarig of ontvoogd:** Het kind moet zelf toestemmen (vetorecht), tenzij het wilsonbekwaam is of onbekwaam werd verklaard.
* **Bijzondere gevallen:** Erkenning zonder toestemming is mogelijk, maar moet ter kennis worden gebracht om een eventuele vordering tot nietigverklaring mogelijk te maken.
##### 3.2.1.3 Verhaal na toestemmingsweigering
Indien de nodige toestemmingen worden geweigerd, kan de aspirant-erkenner zich wenden tot de familierechtbank. De procedure omvat een verzoeningspoging en vervolgens een uitspraak door de rechtbank.
* **Beslissing van de rechtbank:**
* Bij bewijs van biologisch niet-vaderschap wordt het verzoek afgewezen.
* Indien het niet-vaderschap niet wordt bewezen, kan de rechtbank de erkenning weigeren indien deze strijdig is met de belangen van het kind. Overwegingen inzake ouderlijk gezag of persoonlijk contact doen hierbij niet ter zake.
* Indien tegen de aspirant-erkenner een strafvervolging wegens verkrachting van de moeder loopt gedurende de wettelijke verwekkingsperiode, kan de erkenning niet plaatsvinden.
##### 3.2.1.4 Procedurele aspecten bij toestemmingsweigering
De procedure kan vóór de geboorte worden ingeleid, maar dit kan problemen opleveren met het bewijs van de biologische realiteit.
##### 3.2.1.5 Verdere gronden voor weigering of onontvankelijkheid
* **Absoluut huwelijksbeletsel:** Erkenning is niet toegestaan indien hieruit een absoluut huwelijksbeletsel tussen de erkenner en de moeder zou blijken.
* **Frauduleus oogmerk:** Erkenning is niet toegestaan indien deze een frauduleus oogmerk heeft, met name gericht op het verkrijgen van een verblijfsrechtelijk voordeel.
##### 3.2.1.6 Vormvereisten
De erkenning dient te gebeuren via een geboorteakte of een erkenningsakte. Dit omvat twee fasen:
* **Aangifte van de erkenning:** Deze moet worden ondertekend door de ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS). Documenten zoals de geboorteakte van het kind en de identiteitsbewijzen van de betrokkenen moeten worden voorgelegd. De aangifte moet binnen een maand worden ondertekend, met een mogelijke uitstel van maximaal drie maanden bij twijfel over de geldigheid of echtheid van documenten. Weigering tot ondertekening is mogelijk bij ontbrekende, ongeldige of onechte documenten, met mogelijkheid van beroep. De ratio hierachter is het tegengaan van frauduleuze erkenningen, waarbij de intentie om een verblijfsrechtelijk voordeel te bekomen doorslaggevend is. Strafsancties zijn voorzien in de Vreemdelingenwet.
* **Opmaak van de erkenningsakte:** De ABS kan de opmaak weigeren bij een vastgestelde frauduleuze erkenning. Bij een ernstig vermoeden kan de opmaak worden uitgesteld voor nader onderzoek. Bij finale weigering kan beroep worden ingesteld bij de familierechtbank, die oordeelt of het een frauduleuze erkenning betreft, met het belang van het kind als voornaamste overweging.
##### 3.2.1.7 Modaliteiten van erkenning
* **Erkenning door een man die niet de biologische vader is (erkenning uit welwillendheid):** Dit is mogelijk.
* **Erkenning door een onbekwame:**
* Minderjarige erkenner: Mogelijk onder bepaalde voorwaarden.
* Meerderjarige erkenner: Mogelijk onder bepaalde voorwaarden.
* **Prenatale erkenning:** Erkenning vóór de geboorte is mogelijk op basis van een zwangerschapsattest, op elk ogenblik van de zwangerschap.
* **Postume erkenning:** Erkenning van een overleden kind is mogelijk indien dit afstammelingen heeft nagelaten. Een kind zonder afstammelingen kan enkel binnen het jaar na zijn geboorte worden erkend.
* **Erkenning van een reeds erkend kind (opeenvolgende erkenningen):** Dit is mogelijk, maar enkel de eerste erkenning heeft uitwerking, tenzij deze wordt vernietigd.
* **Erkenning van een doodgeboren kind:** Dit is niet mogelijk, omdat juridische persoonlijkheid ontstaat bij levende en levensvatbare geboorte. Wel kan een akte van een levenloos kind worden opgemaakt.
##### 3.2.1.8 Declaratief karakter
De erkenning werkt retroactief tot de geboorte of zelfs tot de verwekking, conform het principe "Infans conceptus pro jam nato habetur, quoties de commodis eius agitur" (een ontvangen kind wordt geacht reeds geboren te zijn, telkens als het om zijn voordelen gaat).
##### 3.2.1.9 Publiciteit
* **Algemeen:** De erkenningsakte wordt opgenomen in de database van de burgerlijke stand (DABS) en afstammelingen worden geregistreerd in het Rijksregister.
* **Specifiek voor overspelige kinderen:** De erkenning van een overspelig kind door de vader moet ter kennis worden gebracht aan de echtgeno(o)t(e) van de erkenner, op straffe van relatieve niet-tegenwerpelijkheid. Dit is echter een beperkte draagwijdte en staat op gespannen voet met het EVRM.
#### 3.2.2 Onderzoek naar het vaderschap
Dit is een gerechtelijke procedure om het vaderschap vast te stellen.
##### 3.2.2.1 Grondvereisten
* Het vaderschap staat niet vast krachtens de vaderschapsregel, noch op grond van erkenning.
* Het meemoederschap staat niet vast.
* Het recht van verzet wordt niet succesvol uitgeoefend.
* Er is geen absoluut huwelijksbeletsel tussen de moeder en de vermeende vader.
* Er is geen sprake van frauduleus oogmerk.
##### 3.2.2.2 Recht van verzet
Dit recht is analoog aan de toestemmingen voor erkenning. Na uitoefening van het relatief verzetsrecht wordt de vordering afgewezen indien de vaststelling strijdig is met de belangen van het kind. De rechter voert een belangentoets uit.
##### 3.2.2.3 Bewijs van vaderschap
* **Bezit van staat:** Dit is een onweerlegbaar, primair bewijsmiddel. Het wordt omschreven als het gedragen worden als vader door de omgeving en door het kind zelf.
* **Alle wettelijke middelen:** Inclusief DNA-onderzoek, maar uitgezonderd de eed.
* **Vermoeden van vaderschap wegens geslachtsgemeenschap:** Dit geldt, behalve wanneer er twijfel bestaat over het causale verband tussen de bewezen geslachtsgemeenschap en de verwekking.
##### 3.2.2.4 Bewijs van niet-vaderschap
De rechtbank moet de vordering afwijzen indien bewezen wordt dat de man niet de biologische vader is, met uitzondering van situaties met donorsperma.
##### 3.2.2.5 Procedureregels
* **Titularissen van de vordering:** Het kind, "elk van zijn ouders persoonlijk" en de beweerde vader.
* **Termijn:** 30 jaar, te rekenen vanaf het einde van het bezit van staat of vanaf de geboorte. Deze termijn wordt geschorst tijdens de minderjarigheid, maar loopt wel tussen echtgenoten. Er is een uitzondering op deze verjaringstermijn voor personen die de identiteit van hun vermeende vader pas na het verstrijken van de termijn vernemen.
* **Partijen in het geding:** Diverse betrokkenen en vertegenwoordiging, waarbij een voogd ad hoc kan worden aangesteld bij tegenstrijdigheid van belangen.
* **Bevoegdheid:** De familierechtbank is bevoegd.
* **Wijze van gedinginleiding:** De vordering kan niet vóór de geboorte worden ingeleid.
##### 3.2.2.6 Uitwerking van het vonnis
Het vonnis heeft een declaratief karakter.
##### 3.2.2.7 Publiciteitsregeling
* **Algemeen:** Mededeling aan het Openbaar Ministerie en de griffier, toezending van gegevens aan de ABS via de DABS, opmaak van gewijzigde akten, en een gerechtsbrief aan afstammelingen van meerderjarige ouders wiens familienaam is gewijzigd.
* **Bijkomende vormvereiste bij overspelige kinderen:** Betekening van het vonnis aan de echtgeno(o)t(e) van de overspelige man, op straffe van relatieve niet-tegenwerpelijkheid.
> **Tip:** Het onderscheid tussen de drie vaststellingswijzen (vaderschapsregel, erkenning, gerechtelijke vaststelling) is fundamenteel. Begrijp de specifieke vereisten en procedures voor elk van deze wijzen. Besteed extra aandacht aan de bepalingen rond frauduleuze erkenning, aangezien deze een belangrijk aspect vormen in de recente wetswijzigingen.
> **Voorbeeld:** Een kind wordt geboren binnen het huwelijk van de moeder. De echtgenoot wordt automatisch als vader beschouwd (vaderschapsregel). Indien de moeder niet getrouwd is en een man het kind wil erkennen, moet hij de procedure van erkenning volgen, inclusief eventuele toestemmingen. Als het vaderschap onduidelijk is en erkenning uitblijft, kan gerechtelijk onderzoek ingesteld worden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vaststelling van vaderschap | Het juridisch vaststellen van de biologische vader van een kind. |
| Vaderschapsregel | Een wettelijk principe dat de echtgenoot van de moeder als vader van het kind beschouwt, tenzij anders bewezen. |
| Juris tantum | Een weerlegbaar wettelijk vermoeden; de tegenpartij kan het tegenbewijs leveren. |
| Omni meliore momento | Het principe dat een kind geacht wordt verwekt te zijn op het voor het kind gunstigste tijdstip binnen het wettelijke tijdvak. |
| Afwezigheid | Een juridische status die wordt toegekend aan een persoon wiens verblijfplaats onbekend is en die vermoed wordt overleden te zijn. |
| Echtscheidingsprocedure (EOO of EOT) | Een gerechtelijke procedure die leidt tot de ontbinding van een huwelijk, hetzij door onderlinge toestemming (EOT) of door onherstelbaar verbroken huwelijksrelatie (EOO). |
| Erkenning door een man | Een vrijwillige akte waarbij een man zijn vaderschap over een kind erkent, ook indien hij niet gehuwd is met de moeder. |
| Meemoederschap | De juridische vaststelling van het moederschap voor een kind, met name in situaties van surrogaatmoederschap of kunstmatige voortplanting. |
| Prenatale erkenning | De erkenning van een kind door de vader vóór de geboorte van het kind. |
| Postume erkenning | De erkenning van een kind door de vader na het overlijden van het kind. |
| Frauduleuze erkenning | Een erkenning die plaatsvindt met als primair doel het verkrijgen van een verblijfsrechtelijk voordeel en niet om een daadwerkelijke afstammingsband te creëren. |
| Bezit van staat | De feitelijke toestand waarin een persoon als kind van een bepaalde vader wordt beschouwd en behandeld door de maatschappij, de familie en de persoon zelf. |
| Gedinginleiding | Het proces van het starten van een juridische procedure, bijvoorbeeld door het indienen van een verzoekschrift of dagvaarding bij de rechtbank. |
| Declaratief karakter | Het principe dat een juridische uitspraak slechts een bestaande situatie vaststelt, in plaats van een nieuwe situatie te creëren. |
| Relatieve niet-tegenwerpelijkheid | Een juridisch gevolg waarbij een rechtshandeling niet kan worden ingeroepen tegen bepaalde personen, tenzij aan specifieke voorwaarden is voldaan. |