Cover
Start nu gratis Strafrecht - Deel 5.pdf
Summary
# samenloop van misdrijven
Samenloop van misdrijven beschrijft situaties waarbij één dader meerdere feiten heeft gepleegd die samen voor de rechter komen, met als doel de strafoplegging te reguleren en excessieve straffen te vermijden [23](#page=23).
### 1.1 Begripsomschrijving en doel
Samenloop regelt situaties waarin één dader meerdere misdrijven heeft begaan die gezamenlijk voor de rechter worden gebracht. Het doel is om te voorkomen dat de straf te excessief wordt opgelegd en dient in die zin als een regel voor strafverlichting, hoewel strafverhoging in sommige gevallen mogelijk is [23](#page=23).
### 1.2 Onderscheid met wettelijke herhaling
Een cruciaal verschil tussen samenloop en wettelijke herhaling is dat bij samenloop een nieuw misdrijf wordt gepleegd voordat er een onherroepelijke veroordeling is voor het eerdere misdrijf [23](#page=23).
### 1.3 Vormen van samenloop
Er zijn twee hoofdvormen van samenloop:
#### 1.3.1 Eendaadse samenloop
Eendaadse samenloop doet zich voor wanneer een dader door één enkele gedraging twee of meer misdrijven pleegt, zonder dat hij voor één van die misdrijven reeds onherroepelijk was veroordeeld op het moment van plegen [23](#page=23).
* **Strafoplegging:** Er wordt één hoofdstraf opgelegd voor alle misdrijven samen, waarbij het zwaarste strafniveau als uitgangspunt dient [23](#page=23).
* **Bijkomende straffen:**
* Verplichte bijkomende straffen worden steeds gecumuleerd [23](#page=23).
* Facultatieve bijkomende straffen worden soeverein door de rechter beoordeeld [23](#page=23).
* De cumul van bijkomende straffen is begrensd door wettelijke maximumtermijnen [23](#page=23).
#### 1.3.2 Meerdaadse samenloop
Meerdaadse samenloop vindt plaats wanneer een dader door meerdere gedragingen, ongeacht het tijdsverloop, twee of meer misdrijven pleegt, zonder dat hij voor één van deze misdrijven onherroepelijk was veroordeeld op het ogenblik van het plegen (#page=23, 24). Er moet een zekere band of samenhang bestaan tussen de misdrijven, beoordeeld door de rechter [23](#page=23) [24](#page=24).
* **Niet-gelijktijdige berechting:** Indien misdrijven niet gelijktijdig worden berecht, moet de rechter rekening houden met een eerdere veroordeling (in België of de EU). De totale straf mag de bovengrens van een hypothetische gelijktijdige berechting niet overschrijden. De tweede rechter houdt rekening met de eerst uitgesproken straf [24](#page=24).
* **Strafniveau 7 of 8:** De zwaarste straf wordt opgelegd, de lagere straffen worden opgeslorpt [24](#page=24).
* **Strafniveau 1 tot 6:** De hoofdstraf valt binnen het hoogste strafniveau, met de optie tot verhoging (behalve bij strafniveau 1 en 6) [24](#page=24).
* **Bijkomende straffen:** Deze worden cumulatief toegepast, vergelijkbaar met eendaadse samenloop [24](#page=24).
* **Strafvermindering bij strafuitvoering:** Indien de rechter uitspraak deed zonder kennis van de samenloop, kan de strafuitvoeringsrechtbank een strafvermindering toepassen [24](#page=24).
### 1.4 Verbeurdverklaring bij samenloop
In gevallen van samenloop, en specifiek bij verbeurdverklaringen, kan er een gevaar bestaan op een onredelijk zware bestraffing. Om dit te vermijden en proportionaliteit te waarborgen, kan de verbeurdverklaring gematigd worden. Dit geldt voor [24](#page=24):
1. Verbeurdverklaring van zaken als bedoeld in artikel 53, §6 Nieuw Sw. [24](#page=24).
2. Verruimde verbeurdverklaring als bedoeld in artikel 54, §4 Nieuw Sw. [24](#page=24).
3. Verbeurdverklaring van goederen van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 411 Nieuw Sw. [24](#page=24).
> **Tip:** De rechter kan een geldboete lager leggen dan het wettelijk minimum, en een betalingsplan in schijven toestaan, indien de beklaagde zijn precaire financiële situatie bewijst [25](#page=25).
### 1.5 Gevolgen van overschrijding van de redelijke termijn
Wanneer de redelijke termijn voor een proces wordt overschreden, leidt dit niet tot een veroordeling, maar tot opschorting of een andere sanctie. De mogelijke gevolgen zijn [25](#page=25):
1. Lagere straf dan het wettelijk minimum [25](#page=25).
2. Beperking tot een eenvoudige schuldigverklaring (gelijk aan een opschorting) [25](#page=25).
3. Bij een zeer zwaarwichtige miskenning: het verval van de strafvordering, wat onontvankelijkverklaring inhoudt en verder gaat dan vrijspraak [25](#page=25).
> **Tip:** Een eenvoudige schuldigverklaring of een straf lager dan het wettelijk minimum kan dienen om nadeel te herstellen voor een onredelijk lange procesduur [25](#page=25).
### 1.6 Toerekening van de hechtenis voor de einduitspraak
De periode die een beklaagde reeds in hechtenis heeft doorgebracht of een voorlopige plaatsingsmaatregel heeft ondergaan, wordt in rekening gebracht bij de bepaling van de straf. Dit gebeurt zowel bij de toerekening aan de duur van de gevangenisstraf (art. 41 Nieuw Sw.) als bij de straftoemeting zelf (art. 63 Nieuw Sw.). De titel van artikel 63 Nieuw Sw. 'Toerekening van hechtenis' is niet volledig in lijn met de inhoud, die geen mathematische toerekening beschrijft, maar een rekening houden met de reeds ondergane periode [25](#page=25).
### 1.7 Straftoemetingsmodaliteiten: opschorting en uitstel
* **Opschorting:** Een mogelijke sanctie bij overschrijding van de redelijke termijn [25](#page=25).
* **Uitstel:** Een modaliteit die aan de straf gekoppeld wordt en als een gunst wordt beschouwd. Een probatiestraf is een normale straf zonder meer [25](#page=25).
---
# verzwarende en verzachtende omstandigheden
Dit onderwerp behandelt factoren die invloed hebben op de strafmaat die een rechter oplegt, waarbij rekening wordt gehouden met omstandigheden die de straf kunnen verhogen (verzwarend) of verlagen (verzachtend).
### 2.1 Verzwarende omstandigheden
Verzwarende omstandigheden zijn factoren die de rechter moet of kan in aanmerking nemen bij het bepalen van de zwaarte en keuze van de straf. Het is belangrijk deze te onderscheiden van verzwarende bestanddelen van misdrijven, die leiden tot een hogere strafbaarstelling zelf [19](#page=19).
#### 2.1.1 Algemene verzwarende factoren
##### 2.1.1.1 Discriminerende drijfveer
Het Nieuw Strafwetboek introduceert de discriminerende drijfveer als een algemene verzwarende factor die op alle misdrijven van toepassing kan zijn. Dit is deels ingegeven door Europese verplichtingen. De drijfveer is relevant wanneer het misdrijf is gepleegd op basis van vermeende kenmerken van het slachtoffer of de band met het slachtoffer. De bewijslast hiervan ligt bij de vervolgende partij en kan lastig zijn, omdat aangetoond moet worden dat het misdrijf is gepleegd vanwege bijvoorbeeld huidskleur, sociale afkomst of handicap. Getuigenverklaringen of uitspraken van de dader kunnen hierbij een rol spelen [20](#page=20).
##### 2.1.1.2 Herhaling
Herhaling, het plegen van een misdrijf na een eerdere veroordeling, kan leiden tot strafverzwaring en wordt in het Nieuw Strafwetboek aanzienlijk verstrengd [20](#page=20).
**Toepassingsvoorwaarden van herhaling:**
1. **Vorige veroordeling:**
* **Algemene herhaling:** Een eerdere veroordeling voor eender welk misdrijf bij nieuwe misdrijven van strafniveau 1-6 [20](#page=20).
* **Specifieke herhaling:** Een eerdere veroordeling tot een straf van niveau 7 of 8 bij een nieuw misdrijf van strafniveau 7 [20](#page=20).
* Een veroordeling tot een strafrechtelijke straf, ongeacht de aard, volstaat. Tuchstraffen, beveiligingsmaatregelen of opschorting van straf volstaan niet [20](#page=20).
* Ook een veroordeling uit een ander EU-land telt mee [20](#page=20).
2. **Definitieve veroordeling:** De vorige veroordeling moet in kracht van gewijsde zijn op het moment dat het nieuwe misdrijf wordt gepleegd. Zolang er beroep wordt aangetekend, leiden nieuwe feiten in die periode niet tot herhaling [20](#page=20).
3. **Tijdsvoorwaarde:** Deze hangt af van de zwaarte van het nieuwe misdrijf.
* **Tijdelijke herhaling:** Bij misdrijven van strafniveau 1-6 geldt een termijn van 5 jaar na de definitieve veroordeling [20](#page=20).
* **Permanente herhaling:** Bij misdrijven van strafniveau 7 schuift de 5-jaartermijn op tot na de periode dat de dader in gevangenis zat [20](#page=20).
**Herhaling versus Samenloop:**
Herhaling betreft het plegen van een nieuw misdrijf na een eerdere veroordeling voor een ander misdrijf, terwijl samenloop ziet op meerdere misdrijven die door dezelfde dader zijn gepleegd en aan de rechter worden voorgelegd [21](#page=21) [23](#page=23).
**Strafverzwaring door herhaling:**
* Facultatief voor misdrijven van strafniveau 1 tot 6: een straf van het onmiddellijk hogere niveau [21](#page=21).
* Verplicht voor misdrijven van strafniveau 7: het minimum van de straf wordt verhoogd [21](#page=21).
* Niet mogelijk voor misdrijven van strafniveau 8 [21](#page=21).
##### 2.1.1.3 Beveiligingsperiode
Een beveiligingsperiode is een facultatief door de rechter opgelegde periode waarin een veroordeelde niet in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidsstelling. Dit kan betrekking hebben op vrijstellingen met het oog op verwijdering van het grondgebied of overlevering [21](#page=21).
**Toepassingsvoorwaarden:** Alleen bij specifieke ernstige misdrijven zoals schendingen van internationaal humanitair recht, terrorisme, niet-consensuele seksuele handelingen met de dood tot gevolg, of foltering met de dood tot gevolg [21](#page=21).
**Duur van de beveiligingsperiode:**
* Veroordeling van meer dan 3 jaar en minder dan 30 jaar: vanaf tweederde van de straf [21](#page=21).
* Veroordeling van 30 jaar of meer: vanaf 15 jaar tot maximaal 25 jaar van de straf [21](#page=21).
* De maximale duur is 25 jaar, mede vanuit Europese regelgeving om te voorkomen dat mensen de kans op vervroegde vrijlating wordt ontnomen, wat als onmenselijke behandeling kan worden beschouwd [21](#page=21).
### 2.2 Verzachtende omstandigheden
Verzachtende omstandigheden zijn alle mogelijke omstandigheden die door de rechter in aanmerking worden genomen om een lichtere of gewijzigde straf op te leggen [22](#page=22).
#### 2.2.1 Verzachtende omstandigheden
Deze omstandigheden zijn niet in de wet ingeschreven en de toepassing ervan is facultatief voor de rechter. De gevolgen van de aanneming van deze omstandigheden zijn wel in de wet geregeld, bijvoorbeeld door het opleggen van een straf met een lager strafniveau dan bepaald voor het misdrijf, of het opleggen van een bijkomende straf in plaats van een hoofdstraf [22](#page=22).
#### 2.2.2 Verschoningsgronden
Verschoningsgronden zijn in de wet ingeschreven omstandigheden die tot strafontheffing (uitsluiting van straf) of strafvermindering leiden. De toepassing ervan is verplicht [22](#page=22).
**Voorbeelden van strafvermindering door verschoning:**
* **Uitgelokte doodslag:** Artikel 103 Nieuw Strafwetboek [22](#page=22).
* **Uitgelokte gewelddaden:** Artikel 203 Nieuw Strafwetboek [22](#page=22).
* **Medewerking met het gerecht bij drugsmisdrijven:**
* Na vervolging: Artikel 6, in fine Drugswet [22](#page=22).
* Volledige strafontheffing is gegarandeerd indien de dader voorafgaand aan de vervolging belangrijke informatie verstrekt ('onthullende verklaring') [22](#page=22).
**Algemene verschoningsgronden:**
##### 2.2.2.1 Noodweerexces
Noodweerexces is een algemene strafverminderende verschoningsgrond voor te ingrijpende of onnodige verdedigingshandelingen [22](#page=22).
**Toepassingsvoorwaarden:**
1. Een aanvalsdaad die wettige verdediging rechtvaardigt [22](#page=22).
2. Een hevige gemoedsbeweging, beoordeeld op basis van de feiten (objectief-subjectieve toets) [22](#page=22).
3. Een onevenredige of niet-noodzakelijke reactie [22](#page=22).
4. Een dubbel causaal verband: tussen de aanval en de hevige gemoedsbeweging, en tussen de gemoedsbeweging en de reactie [23](#page=23).
##### 2.2.2.2 Minderjarigheid
Minderjarigheid is een algemene verschoningsgrond. Het is een grond van ontoerekeningsvatbaarheid, maar niet absoluut, aangezien er uitzonderingen bestaan [23](#page=23).
**Gevolgen:**
* Bij verantwoordelijkheid en schuldbekwaamheid van een minderjarige die als meerderjarige wordt gestraft (bv. bij verkeersmisdrijven of uithandengeving), moet dit verplicht als strafverminderende verschoningsgrond in aanmerking worden genomen [23](#page=23).
* De concrete strafvermindering is bepaald in artikel 35 Nieuw Strafwetboek [23](#page=23).
* Levenslange opsluiting is uitgesloten indien de dader ten tijde van het misdrijf minderjarig was [23](#page=23).
### 2.3 Sociale toestand en financiële draagkracht
De sociale toestand en financiële draagkracht van de beklaagde moeten door de rechter in aanmerking worden genomen bij de straftoemeting. Dit is verplicht. Dit betekent dat mensen met een hoger inkomen zwaarder financieel gestraft kunnen worden dan mensen met een lager inkomen. Het strafmaat wordt uitgedrukt in aantal 'dagen' vermenigvuldigd met een dageenheid die de draagkracht van de beklaagde weergeeft, wat verschilt van een dagboetesysteem. Het is voor de rechter echter wel lastig om de precieze vermogenspositie van een verdachte volledig te achterhalen [19](#page=19).
### 2.4 Bemiddeling
Bemiddeling is een vertrouwelijk proces tussen conflicterende partijen, gefaciliteerd door een neutrale derde. Een rechter kan een zaak schorsen in afwachting van herstelbemiddeling, waarbij partijen zelf een oplossing proberen uit te werken. Hoewel dit mogelijkheden biedt voor herstel en verzoening, gebeurt het in de praktijk zelden wegens tijdsgebrek en lage slaagkansen. Het vertrouwelijke karakter geldt, tenzij partijen instemmen met openbaarmaking. De rechter kan rekening houden met bemiddeling bij de straf en strafmaat, mits dit in de beslissing wordt vermeld [19](#page=19).
### 2.5 Samenloop
Samenloop zijn situaties waarbij één dader meerdere feiten heeft gepleegd die samen voor de rechter komen. Dit kan leiden tot strafverhoging, maar is gericht op het plafoneren van de straf om excessieve oplegging te voorkomen. Het is dus te beschouwen als een regel voor 'verlichting' van straf, hoewel verhoging in sommige gevallen mogelijk is [23](#page=23).
* **Eendaadse samenloop:** Meerdere misdrijven worden door één gedraging gepleegd (bv. oplichting door gebruik van valse stukken). Hierbij wordt één hoofdstraf opgelegd voor alle misdrijven samen, gebaseerd op het zwaarste strafniveau. Verplichte bijkomende straffen worden steeds gecumuleerd [23](#page=23).
* **Meerdaadse samenloop:** Meerdere misdrijven worden door meerdere gedragingen gepleegd, ongeacht het tijdsverloop. Dit geldt ook als de feiten niet gelijktijdig aan de rechter worden voorgelegd [23](#page=23).
Het cruciale verschil met herhaling is dat bij samenloop het nieuwe misdrijf wordt gepleegd voordat er een onherroepelijke veroordeling is voor het vorige misdrijf [23](#page=23).
---
# Bijkomende straffen en bijzondere strafvormen
Dit hoofdstuk behandelt de bijkomende straffen en bijzondere strafvormen die naast de hoofdstraf kunnen worden opgelegd, ter aanvulling of als specifieke sancties voor bepaalde misdrijven.
### 3.1 Dienstverleningsstraf
De dienstverleningsstraf is een strafvorm waarbij een natuurlijk persoon kosteloos arbeid verricht in overheidsdienst of ten behoeve van een vereniging, wat doorgaans door bezoldigde werknemers wordt gedaan. De rechter bepaalt de duur van de straf, die minimaal 20 uren en maximaal 300 uren bedraagt, en kan aanwijzingen geven omtrent de concrete invulling. Deze straf kan worden opgelegd ter vervanging van een geldboete of gevangenisstraf en kent geen uitstel van tenuitvoerlegging. Het is geen dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap die geldt voor rechtspersonen [9](#page=9).
**Voorwaarden voor de dienstverleningsstraf:**
* De straf wordt in concreto opgelegd voor een strafniveau 2 [9](#page=9).
* De beklaagde moet instemmen, hetzij persoonlijk, hetzij via zijn advocaat [9](#page=9).
* Niet alle misdrijven sluiten deze strafvorm uit; enkel het strafniveau is relevant [9](#page=9).
### 3.2 Verlengde opvolging
Verlengde opvolging is een bijkomende straf die het mogelijk maakt om na afloop van een gevangenisstraf of een behandeling onder vrijheidsberoving, voorwaarden na te leven gedurende een bepaalde duur. Dit concept wordt samen gelezen met de terbeschikkingstelling van de strafuitvoerende rechtbank, wat een opvolger van TBS inhoudt. Het is bedoeld om personen te begeleiden, behandelen en ondersteunen bij hun reclassering om recidive te voorkomen, aangezien het direct na strafeinde in de gevangenis zonder zorg en reclassering moeilijk kan zijn. Bij niet-naleving, onmogelijkheid tot naleving of weigering is opsluiting mogelijk, doch niet in een gevangenis maar in een FPC (Forensisch Psychiatrisch Centrum). Het Nieuw Strafwetboek kent deze straf wel, waar het Oud Strafwetboek dit niet kende [9](#page=9).
**Types en duur van verlengde opvolging:**
* **Verplichte verlengde opvolging:** Moet door de rechter verplicht worden opgelegd, afhankelijk van het strafniveau en de aard van de straf. De duur bedraagt minimaal 5 jaar en maximaal 15 jaar [10](#page=10) [9](#page=9).
* **Facultatieve verlengde opvolging:** De rechter bepaalt dit na deskundigenadvies, afhankelijk van het strafniveau en de aard van de straf. De duur kent geen minimum en maximaal 15 jaar [10](#page=10) [9](#page=9).
**Belangrijk:** De inwerkingtreding van de verlengde opvolging is voorzien vanaf 01.01.2035, wegens een gebrek aan capaciteit en middelen. Tot dan blijft de terbeschikkingstelling van de strafuitvoerende rechtbank (TBS) bestaan [9](#page=9).
### 3.3 Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten
Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten is een bijkomende straf die het recht ontneemt om voor de toekomst bepaalde rechten uit te oefenen. Enkel specifieke rechten die vatbaar zijn voor ontzetting kunnen worden ontzegd [10](#page=10).
**Voorwaarden en duur:**
* Verplicht op te leggen bij strafniveau 8 [10](#page=10).
* Facultatieve ontzetting uit kiesrecht bij strafniveau 7 en 8 [10](#page=10).
* De duur bedraagt minimaal 5 jaar tot maximaal levenslang en wordt verlengd met de periode van vrijheidsberoving, met uitzondering van elektronisch toezicht en periodes van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidsstelling [10](#page=10).
* Facultatieve (gedeeltelijke) ontzetting is mogelijk bij strafniveau 2 tot en met 7 [10](#page=10).
* Verplichte en algehele ontzetting is enkel van toepassing bij strafniveau 8 [10](#page=10).
### 3.4 Beroepsverbod
Het beroepsverbod is een bijzondere vorm van ontzetting waarbij de veroordeelde wordt verboden om zijn beroep uit te oefenen indien hij daarvan ernstig misbruik heeft gemaakt om een misdrijf te plegen [10](#page=10).
**Toepassing en duur:**
* Kan als hoofdstraf (strafniveau 1) of als facultatieve bijkomende straf worden opgelegd [11](#page=11).
* De rechter beoordeelt de "ernst" van het misbruik [11](#page=11).
* Het verbod geldt voor het beroep als loontrekkende, ambtenaar of zelfstandige, zowel als natuurlijke persoon als rechtspersoon [11](#page=11).
* Het uitoefenen van de verboden activiteit door tussenkomst van een derde schendt het beroepsverbod [11](#page=11).
* De duur bedraagt minimaal 1 jaar en maximaal 5 jaar, verlengd met de periode van vrijheidsberoving (met uitzondering van elektronisch toezicht en periodes van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidsstelling) [11](#page=11).
* Er is geen vervangende straf voorzien, maar niet-naleving van het verbod kan leiden tot sancties onder art. 686 Nieuw Sw. [11](#page=11).
* Dit verbod is facultatief en toepasbaar voor alle misdrijven, onverminderd andere wettelijke bepalingen [11](#page=11).
### 3.5 Verval van het recht tot sturen
Het verval van het recht tot sturen is een bijzondere vorm van ontzetting waarbij de rechter het verval oplegt indien een motorrijtuig heeft gediend of bestemd was voor het plegen van een misdrijf of voor het verzekeren van de vlucht [11](#page=11).
**Toepassing en duur:**
* Het is een algemene straf met toepassingsgebied voor motorrijtuigen, gedefinieerd in art. 1 WAM-wet [11](#page=11).
* Kan als hoofdstraf (strafniveau 1) of als facultatieve bijkomende straf worden opgelegd [11](#page=11).
* De duur bedraagt minimaal 6 maanden en maximaal 5 jaar, met uitzondering van bijzondere strafwetten [11](#page=11).
* De rechter kan het verval beperken tot de uitvoering buiten beroepsactiviteit [11](#page=11).
* De duur wordt verlengd met de periode van vrijheidsberoving, met uitzondering van elektronisch toezicht en periodes van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidsstelling [11](#page=11).
* Er is geen vervangende straf voorzien, maar niet-naleving kan leiden tot sancties onder art. 686 Nieuw Sw. [11](#page=11).
* Dit verbod is facultatief en toepasbaar voor alle misdrijven, indien een motorrijtuig gediend heeft of bestemd was voor het plegen van een misdrijf of het verzekeren van de vlucht, onverminderd andere wettelijke bepalingen [11](#page=11).
### 3.6 Verblijfs-, plaats- of contactverbod
Dit is een bijzondere vorm van ontzetting waarbij de rechter de veroordeelde ontzet van het recht om te wonen, verblijven of zich op te houden binnen een bepaald gebied of met bepaalde personen. Dit moet gekoppeld worden aan een specifiek misdrijf. Het Nieuw Strafwetboek bevat hiervoor een algemene bepaling (art. 50 Nieuw Sw.) die enkel mogelijkheid biedt dit in bijzondere strafwetgeving te voorzien [12](#page=12).
**Toepassing en duur:**
* Enkel in specifieke gevallen opgelegd, bijvoorbeeld in art. 189 Nieuw Sw. inzake misdrijven tegen seksuele integriteit of art. 4bis § 3 Drugswet inzake havenverbod bij drugsmisdrijven [12](#page=12).
* Kan als hoofdstraf (strafniveau 1) of als facultatieve bijkomende straf worden opgelegd [12](#page=12).
* De duur bedraagt minimaal 1 jaar en maximaal 20 jaar, met uitzondering van bijzondere strafwetten [12](#page=12).
* De duur wordt verlengd met de periode van vrijheidsberoving, met uitzondering van elektronisch toezicht en periodes van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidsstelling [12](#page=12).
* Er is geen vervangende straf voorzien, maar niet-naleving kan leiden tot sancties onder art. 686 Nieuw Sw. [12](#page=12).
* Dit verbod is facultatief en toepasbaar voor alle misdrijven, onverminderd andere wettelijke bepalingen [12](#page=12).
### 3.7 Veroordeling bij schuldigverklaring (lichtste straf)
Dit is de lichtste straf die erin bestaat de ten laste gelegde feiten bewezen te verklaren en de beklaagde schuldig te bevinden. Het verschilt van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling (art. 64 Nieuw Sw.). De rechter kan deze straf opleggen wanneer hij oordeelt dat de feiten van geringe ernst zijn of wanneer de redelijke termijn van vervolging is overschreden [12](#page=12) [13](#page=13).
**Voorwaarden:**
* Hoofdstraf bij strafniveau 1 of 2, in concreto [13](#page=13).
* Feiten van geringe ernst of bij te lange duur van de vervolging (zie ook art. 27 V.TSv.) [13](#page=13).
* Niet samen met een andere straf, behalve de verbeurdverklaring, kosten en eventuele teruggave [13](#page=13).
### 3.8 Geldboete (vermogensstraf)
De geldboete is de verplichting tot betaling van een geldsom ten voordele van de staat. Het Nieuw Strafwetboek heeft het systeem van opdeciemen afgeschaft en de bedragen direct in de wet aangepast [13](#page=13).
**Toepassing en duur:**
* Als hoofdstraf bij strafniveau 1 [13](#page=13).
* Als bijkomende straf bij strafniveau 2 tot 8 [13](#page=13).
* Het karakter is facultatief, tenzij anders bepaald in bijzondere strafwetten [13](#page=13).
* De bedragen van de geldboete worden rechtstreeks in artikel 52 Nieuw Sw. aangepast [13](#page=13).
* De rechter heeft een matigingsbevoegdheid bij financiële precaire situaties, waardoor hij geldboetes onder het wettelijk bepaald minimum kan opleggen en betaling in schijven kan toestaan [13](#page=13).
**Verschil met andere sancties:**
* **Administratieve geldboete:** Wordt rechtstreeks door de overheid opgelegd, in tegenstelling tot een rechter, en dient voor de efficiëntere afhandeling van lichtere inbreuken. De overtreder kan zich echter steeds tot een rechter wenden [13](#page=13).
* **Bijdrage aan het slachtofferfonds:** Is geen strafrechtelijke geldboete, maar een bijdrage ter financiering van het Fonds voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden [13](#page=13).
### 3.9 Verbeurdverklaring
Verbeurdverklaring houdt de ontneming van het eigendomsrecht van de dader in voor zaken die misbruikt zijn of verkregen zijn naar aanleiding van een misdrijf waarvoor de dader veroordeeld werd. Nadien worden deze zaken toegewezen aan de Schatkist of teruggegeven aan de burgerlijke partij. Het Nieuw Strafwetboek bepaalt dat verbeurdverklaring verplicht uit te spreken is als hoofdstraf of bijkomende straf zodra de feiten bewezen zijn verklaard. Het kan ook dienen als beveiligingsmaatregel voor gevaarlijke of verboden voorwerpen [14](#page=14).
**Zaken vatbaar voor verbeurdverklaring (indien wettelijk bepaald):**
1. **Zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken (objectum sceleris):** Dit zijn de zaken waarop materieel gezien het misdrijf werd gepleegd, zoals een vervalste akte of ten onrechte verkregen subsidies. Enkel objectconfiscatie is mogelijk en het moet eigendom zijn van de veroordeelde, met uitzondering van specifieke gevallen [14](#page=14).
2. **Zaken die gediend hebben of bestemd waren tot plegen misdrijf (instrumentum sceleris):** Dit zijn zaken waarmee het misdrijf werd gepleegd, zoals wapens bij een overval of een voertuig bij drugstransport. Confiscatie bij equivalent is mogelijk indien de zaak intussen verkocht is. Het moet in principe roerende goederen betreffen, tenzij anders wettelijk bepaald [15](#page=15).
3. **Zaken die uit het misdrijf zijn ontstaan (productum sceleris):** Dit zijn zaken die als product rechtstreeks uit het misdrijf voortkomen, zoals een vals bankbiljet. Er is geen eigendomsvereiste voor deze zaken [15](#page=15).
4. **Vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen:** Dit omvat zowel primaire (rechtstreeks verkregen, bv. opbrengst drugverkoop) als secundaire vermogensvoordelen (vervangingsgoederen en inkomsten, bv. luxehorloge aangekocht met primaire voordelen). De verbeurdverklaring is gebaseerd op het bruto bedrag van de opbrengsten, ongeacht gemaakte kosten. Indien zaken niet meer teruggevonden worden, kan een verbeurdverklaring bij equivalent plaatsvinden [15](#page=15).
**Matiging en bewijslast:** De rechter kan de verbeurdverklaring matigen om onredelijk zware bestraffing te voorkomen. De bewijslast is gedeeld: het Openbaar Ministerie moet concrete bewijselementen leveren, en de veroordeelde moet aannemelijk tegenbewijs leveren dat de aangroei van vermogen of uitgaven niet uit misdrijf voortkomt [15](#page=15) [16](#page=16).
**Rechten van derden:** Derden met rechtmatige rechten op verbeurdverklaarde zaken kunnen deze rechten laten gelden binnen een bepaalde termijn en volgens de regels bepaald door de Koning. Zaken kunnen worden teruggegeven aan de burgerlijke partij indien deze aan haar toebehoren [16](#page=16).
### 3.10 Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel
Deze geldstraf is een vermogensstraf waarbij daders van (potentieel) lucratieve misdrijven, financieel worden gestraft in verhouding tot de vermogensvoordelen die uit het misdrijf konden worden behaald. Het Nieuw Strafwetboek voert deze straf in als een facultatieve bijkomende straf, naast de verbeurdverklaring, als alternatief voor een te beperkt geachte geldboete [16](#page=16).
**Kenmerken:**
* Kan als hoofdstraf (strafniveau 1) worden opgelegd [16](#page=16).
* Bedraagt maximaal het drievoud van de waarde van het verkregen of beoogde voordeel [16](#page=16).
* De straf wordt vastgesteld in verhouding tot de financiële draagkracht en sociale toestand [16](#page=16).
---
# Straftoemeting en strafdoelstellingen in het Nieuw Strafwetboek
Het Nieuw Strafwetboek (Nieuw Sw.) introduceert een grondige herziening van het strafrecht, waarbij de straftoemeting en de doelstellingen van straffen centraal staan. Dit samenvattende document behandelt de belangrijkste principes, regels en modaliteiten die van toepassing zijn op de toebedeling van straffen door de rechter, met specifieke aandacht voor de strafdoelstellingen, verzwarende en verzachtende omstandigheden, en diverse straftoemetingsmodaliteiten.
## 4. Straf toemeting en strafdoelstellingen in het nieuw strafwetboek
Het Nieuw Strafwetboek (Nieuw Sw.) legt de nadruk op een genuanceerde en doelgerichte straftoemeting, waarbij de rechter een aanzienlijke discretionaire bevoegdheid heeft, doch gebonden is aan wettelijke richtlijnen en de vastgelegde strafdoelstellingen. De straftoemeting omvat zowel de keuze van de straf als de bepaling van de strafmaat [17](#page=17).
### 4.1 Geldboetes en vermogensstraffen
Het Nieuw Sw. voorziet in specifieke vermogensstraffen, zoals de geldboete gebaseerd op het verwachte of behaalde voordeel uit het misdrijf. Deze straf is bedoeld om daders van lucratieve misdrijven financieel te treffen in verhouding tot de behaalde of beoogde voordelen [16](#page=16).
#### 4.1.1 Vermogensstraf op basis van voordeel
* **Doel:** Geldelijk bestraffen van daders van lucratieve misdrijven in verhouding tot vermogensvoordelen [16](#page=16).
* **Kenmerken:**
* Facultatieve bijkomende straf, alternatief voor een te beperkt geachte geldboete [16](#page=16).
* Uitzonderlijk ook als hoofdstraf op te leggen [16](#page=16).
* Maximaal het drievoud van de waarde van verkregen of beoogde voordeel [16](#page=16).
* Rekening houdend met de financiële draagkracht en sociale toestand van de dader [16](#page=16).
* Gericht op economisch-financieel strafrecht en witteboordencriminaliteit [17](#page=17).
* **Voorwaarden:**
* Veroordeling voor een misdrijf dat ertoe strekte een vermogensvoordeel te behalen [17](#page=17).
* De rechter acht het bedrag van de geldboete als bijkomende straf onvoldoende [17](#page=17).
#### 4.1.2 Verbeurdverklaring
Verbeurdverklaring betreft het ontnemen van goederen die voortkomen uit of bestemd zijn voor het misdrijf. De wet voorziet in verschillende vormen van verbeurdverklaring, waaronder de algemene verbeurdverklaring, de verruimde verbeurdverklaring en de verbeurdverklaring van goederen van een criminele organisatie [16](#page=16).
* **Gedeelde bewijslast:** Het Openbaar Ministerie (OM) moet concrete bewijzen leveren van onevenwichtige bestedingen en officiële inkomsten tijdens de incriminatieperiode. De veroordeelde moet op geloofwaardige wijze tegenbewijs leveren dat de aangroei van vermogen of uitgaven niet uit het misdrijf voortkomt [16](#page=16).
* **Toewijzing aan daders:** Wie het verbeurd te verklaren goed heeft onttrokken, moet betalen. Indien dit niet concreet kan worden nagegaan, wordt het bedrag verdeeld volgens het aandeel in de feiten [16](#page=16).
* **Rechten van derden:** Derden met rechtmatige rechten op verbeurdverklaarde zaken kunnen deze laten gelden volgens de door de Koning bepaalde regels [16](#page=16).
### 4.2 Strafdoelstellingen in het nieuw strafwetboek
Het Nieuw Sw. definieert expliciet de doelstellingen van de straf, wat een verbetering is ten opzichte van het oude recht waar deze niet wettelijk waren ingeschreven. Deze doelstellingen zijn niet verplicht cumulatief na te streven [17](#page=17) [18](#page=18).
De vier doelstellingen van de straf volgens art. 27 Nieuw Sw. zijn:
1. **Uiting geven aan maatschappelijke afkeuring:** Het symbolisch veroordelen van de overtreding van de strafwet [18](#page=18).
2. **Bevorderen van herstel:** Herstel van maatschappelijk evenwicht en herstel van door misdrijf veroorzaakte schade [18](#page=18).
3. **Bevorderen van maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie:** Het faciliteren van de terugkeer van de dader in de maatschappij [18](#page=18).
4. **Bescherming van de maatschappij:** Het vrijwaren van de samenleving tegen misdrijven [18](#page=18).
**Belangrijke Nuances:**
* **Preventie is geen strafdoel op zichzelf:** Hoewel straffen indirect een ontradend effect kunnen hebben, is preventie (algemeen en individueel) geen expliciet vastgelegd strafdoel. De effectiviteit van hogere straffen op criminaliteitsdaling is niet eenduidig aangetoond [18](#page=18).
* **Vergelding is geen strafdoel:** Hoewel het toevoegen van leed een kenmerk kan zijn van straf, is het leedtoevoeging zelf geen doelstelling. Dit is impliciet vervat in maatschappelijke afkeuring [18](#page=18).
* **Geen hiërarchie:** Er is geen vaste hiërarchie tussen de strafdoelen; de rechter kan één of meerdere doelen nastreven [18](#page=18).
**Bijkomende regels voor de keuze van strafdoelen:**
* **Gerechtvaardigde proportionaliteit:** De straf moet in verhouding staan tot het misdrijf [18](#page=18).
* **Ongewenste neveneffecten:** Rekening houden met ongewenste neveneffecten van de straf op personen, omgeving en samenleving [18](#page=18).
* **Gevangenisstraf als ultimum remedium:** Gevangenisstraf dient als laatste redmiddel te worden ingezet [18](#page=18).
### 4.3 Factoren die de straftoemeting beïnvloeden
De rechter heeft bij de straftoemeting een aanzienlijke vrijheid, maar deze wordt begrensd door wettelijke bepalingen, de strafdoelstellingen, en specifieke omstandigheden.
#### 4.3.1 Verzwarende factoren
Verzwarende factoren kunnen de zwaarte en keuze van de straf beïnvloeden, zonder dat dit leidt tot een straf van een hoger wettelijk niveau. De rechter bepaalt zelf de impact van deze factoren [19](#page=19).
* **Discriminerende drijfveer (art. 29 Nieuw Sw.):**
* Een algemene verzwarende factor die bij alle misdrijven kan worden ingeroepen [20](#page=20).
* Kan ook een verzwarend bestanddeel zijn, indien expliciet opgenomen in de wet (bv. door Europese verplichtingen) [20](#page=20).
* Vereist een vermoeden van een kenmerk of band met de dader. Bewijslast ligt bij de vervolgende partij [20](#page=20).
* **Herhaling (art. 60 Nieuw Sw.):**
* Pleegt een misdrijf na een eerdere veroordeling [20](#page=20).
* **Toepassingsvoorwaarden:**
1. Vorige veroordeling voor misdrijven van een bepaald strafniveau [20](#page=20).
2. Definitieve veroordeling op het moment van het nieuwe misdrijf [20](#page=20).
3. Tijdsvoorwaarde, afhankelijk van de zwaarte van het nieuwe misdrijf [20](#page=20).
* **Gevolgen:** Facultatief voor misdrijven van strafniveau 1 tot 6 (naar hoger niveau), verplicht voor niveau 7 (minimum verhoogd), niet mogelijk voor niveau 8 [21](#page=21).
#### 4.3.2 Verzachtende omstandigheden en verschoningsgronden
Verzachtende omstandigheden en verschoningsgronden kunnen leiden tot een lichtere of zelfs geen straf.
* **Verzachtende omstandigheden (art. 30 Nieuw Sw.):**
* Niet in de wet ingeschreven omstandigheden die de rechter in aanmerking neemt [22](#page=22).
* Facultatieve toepassing door de rechter [22](#page=22).
* Kunnen leiden tot straffen met een lager strafniveau of een bijkomende straf in plaats van een hoofdstraf [22](#page=22).
* **Verschoningsgronden (art. 33 Nieuw Sw.):**
* In de wet ingeschreven omstandigheden die strafontheffing of strafvermindering tot gevolg hebben [22](#page=22).
* Verplichte toepassing [22](#page=22).
* **Voorbeelden:**
* Uitgelokte doodslag of gewelddaden [22](#page=22).
* Medewerking met het gerecht bij drugsmisdrijven (na vervolging) [22](#page=22).
* Volledige strafontheffing bij onthulling voorafgaand aan vervolging [22](#page=22).
* **Noodweerexces (art. 34 Nieuw Sw.):**
* Algemene strafverminderende verschoningsgrond voor te ingrijpende verdedigingshandelingen [22](#page=22).
* Vereist een aanvalsdaad die wettige verdediging rechtvaardigt, hevige gemoedsbeweging, en een onevenredige reactie [22](#page=22).
* Er is een dubbel causaal verband vereist [23](#page=23).
* **Minderjarigheid (art. 35 Nieuw Sw.):**
* Een algemene verschoningsgrond die leidt tot strafvermindering wanneer de minderjarige verantwoordelijk en schuldbekwaam is [23](#page=23).
* Sluit levenslange opsluiting uit [23](#page=23).
#### 4.3.3 Sociale en financiële toestand
De sociale en financiële toestand van de beklaagde is een verplichte factor bij de straftoemeting, met name voor geldboetes [19](#page=19).
* **Financiële draagkracht:** Mensen met een hoger inkomen kunnen zwaarder financieel gestraft worden dan mensen met een lager inkomen [19](#page=19).
* **Geen dagboetesysteem:** Hoewel er geen dagboetesysteem is zoals in Finland of Zweden, kan de rechter rekening houden met de draagkracht bij het bepalen van de strafmaat [19](#page=19).
* **Precaire financiële situatie:** Indien bewezen, kan de rechter afwijken van het wettelijk minimum voor geldboetes of een betalingsplan toestaan [25](#page=25).
#### 4.3.4 Bemiddeling
Bemiddeling is een vertrouwelijk proces dat kan leiden tot strafvermindering indien de rechter hiermee rekening houdt en dit vermeldt in de beslissing [19](#page=19).
### 4.4 Samenloop en straftoemetingsregels
Samenloop doet zich voor wanneer een dader meerdere feiten pleegt die samen aan de rechter worden voorgelegd. Het doel is om te voorkomen dat de straf excessief wordt [23](#page=23).
* **Eendaadse samenloop (art. 61 Nieuw Sw.):** Eén gedraging leidt tot meerdere misdrijven. Eén hoofdstraf wordt opgelegd, met de zwaarste strafniveau voor de hoofdstraf. Bijkomende straffen worden gecumuleerd, tenzij beperkt door wettelijke maximumtermijnen [24](#page=24).
* **Meerdaadse samenloop (art. 62 Nieuw Sw.):** Meerdere gedragingen leiden tot meerdere misdrijven. De rechter houdt rekening met eerdere veroordelingen, en de totale straf mag de bovengrens van gelijktijdige berechting niet overschrijden [24](#page=24).
**Volgorde van straftoemetingsregels:**
Het Nieuw Sw. hanteert een specifieke volgorde voor de toepassing van straftoemetingsregels:
1. Misdrijf (constitutieve bestanddelen en kwalificatie) [27](#page=27).
2. Strafbare poging [27](#page=27).
3. Straf (verplicht > facultatief) [27](#page=27).
4. Herhaling bij misdrijf van niveau 7 [27](#page=27).
5. Verschoningsgronden (strafverminderend) [27](#page=27).
6. Herhaling bij misdrijven van 1 tot 6 [27](#page=27).
7. Verzachtende omstandigheden [27](#page=27).
8. Verzwarende factoren [27](#page=27).
9. Samenloop [27](#page=27).
10. Andere omstandigheden waarmee rechter rekening kan houden (financiële en sociale toestand, bemiddeling, hechtenis en plaatsingsmaatregel) [27](#page=27).
11. Straftoemetingsmodaliteiten [27](#page=27).
12. Beveiligingsperiode [27](#page=27).
### 4.5 Straftoemetingsmodaliteiten
Het Nieuw Sw. biedt diverse modaliteiten om de strafuitvoering te individualiseren, afhankelijk van de specifieke omstandigheden.
#### 4.5.1 Opschorting en uitstel
* **Opschorting van de uitspraak van de veroordeling (art. 64 Nieuw Sw.):**
* Rechter beperkt zich tot een oordeel over de schuldvraag, zonder uitspraak over straf of strafmaat [26](#page=26).
* Indien geen herroeping binnen de proeftijd (min. 1 jaar, max. 5 jaar), einde van de vervolging [26](#page=26).
* Voor misdrijven met strafniveau 1 tot 6 [26](#page=26).
* Geen vereisten m.b.t. strafrechtelijke voorgaanden [26](#page=26).
* **Uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen (art. 65 Nieuw Sw.):**
* Straf wordt uitgesproken, maar de effectieve uitvoering wordt uitgesteld [27](#page=27).
* Bij geen herroeping binnen de proeftijd (min. 1 jaar, max. 5 jaar), vervalt de straf [27](#page=27).
* Toepasselijk voor straffen tot strafniveau 3 [27](#page=27).
* Kan gewoon uitstel of probatie-uitstel zijn, met algemene en bijzondere voorwaarden [27](#page=27).
#### 4.5.2 Probatiestraf
De probatiestraf is de opvolger van de autonome probatiestraf uit het oude recht en is bedoeld als alternatieve straf. De voorwaarden worden opgelegd door de strafuitvoeringsrechtbank [26](#page=26) [27](#page=27).
#### 4.5.3 Beveiligingsperiode
Een facultatief door de rechter opgelegde periode waarin de veroordeelde niet in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit geldt enkel bij bepaalde ernstige misdrijven [21](#page=21).
#### 4.5.4 Toerekening van hechtenis
De reeds ondergane hechtenis of plaatsingsmaatregel wordt meegerekend bij de straftoemeting en de duur van de gevangenisstraf [25](#page=25).
### 4.6 Overige bepalingen
* **Voorlichtingsrapport (art. 31 Nieuw Sw.):** De rechter of het OM kan informatie vragen over de opportuniteit van een straf of maatregel [18](#page=18).
* **Advies van deskundigen (art. 32 Nieuw Sw.):** Verplicht advies in te winnen bij gespecialiseerde diensten voor seksuele of terroristische delinquenten, tenzij niet strikt noodzakelijk [18](#page=18).
* **Verval van straf door dood:** Bij overlijden van de veroordeelde vervallen straffen, met uitzondering van veiligheidsmaatregelen, gerechtskosten, teruggave en schadevergoedingen [28](#page=28).
* **Verjaring van de straf:** Beperking in de tijd voor het recht om straffen uit te voeren, met mogelijkheid tot stuiting [28](#page=28).
> **Tip:** Bestudeer de artikelen van het Nieuw Strafwetboek nauwkeurig, aangezien de specifieke bepalingen en voorwaarden cruciaal zijn voor het begrijpen van de straftoemeting. Vergelijk deze met het oude recht om de belangrijkste wijzigingen te identificeren.
> **Tip:** Let op de distinction tussen verplicht en facultatief karakter van bepaalde regels en omstandigheden, dit is vaak een belangrijk criterium bij de straftoemeting.
---
# Strafhovoordelen en de strafrechtelijke schaal in het Nieuw Strafwetboek
Hier is de studiegids voor het onderwerp "Strafhovoordelen en de strafrechtelijke schaal in het Nieuw Strafwetboek" op basis van de verstrekte documentatie, waarbij de nadruk ligt op pagina's 1-16.
## 5. Strafhovoordelen en de strafrechtelijke schaal in het Nieuw Strafwetboek
Dit onderdeel van de studiegids behandelt de aard van strafhovoordelen, de criteria voor de oplegging ervan, en de structuur van de strafrechtelijke schaal zoals die wordt gehanteerd in het Nieuw Strafwetboek, met een focus op de verschillende soorten hoofd- en bijkomende straffen.
### 5.1 De aard en doelstellingen van strafhovoordelen
Een strafhovoordeling, gepaard gaand met een schuldigverklaring, markeert een eindpunt in de strafrechtelijke interventie (afgezien van de uitvoering). De schuldigverklaring erkent strafbaar gedrag en verantwoordelijkheid, maar de concrete gevolgen worden pas zichtbaar via de strafoplegging, maatregelen en eventuele schadevergoedingen op burgerlijk vlak. De vraag wat een "goede of zinvolle" straf maakt en welke doelstellingen nagestreefd worden, is cruciaal. Hierbij moet rekening gehouden worden met mogelijke ongewenste neveneffecten van straffen, zoals detentieschade (alle gevolgen van een gevangenisstraf, ook tijdens voorhechtenis) of financiële en economische impact bij vermogensstraffen [1](#page=1).
De wetgever reikt in het Nieuw Strafwetboek richtlijnen aan voor de rechter, uiteengezet in artikel 27 N.Sw.. Deze richtlijnen omvatten [1](#page=1):
1. Maatschappelijke afkeuring [1](#page=1).
2. Herstel van het maatschappelijk evenwicht en van de door het misdrijf veroorzaakte schade [1](#page=1).
3. Maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader [1](#page=1).
4. Bescherming van de maatschappij [1](#page=1).
#### 5.1.1 Kenmerken van een straf
Hoewel er geen wettelijke definitie van een straf is, zijn er vier kenmerken die een sanctie als strafrechtelijk bestempelen [1](#page=1) [2](#page=2):
* **Wettelijk:** Moet expliciet in de wet bepaald zijn (legaliteitsbeginsel, art. 1 Nieuw Sw.) [1](#page=1).
* **Rechterlijk:** Moet door een rechter worden opgelegd; GAS-boetes, minnelijke schikkingen of sancties van tuchtorganen vallen hier niet onder [2](#page=2).
* **Persoonlijk:** Alleen de dader of deelnemer is verantwoordelijk; niet de daden van anderen [2](#page=2).
* **Individueel:** Elke dader of deelnemer krijgt een eigen, individueel bepaalde straf [2](#page=2).
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hanteert eigen criteria om een sanctie als straf te beschouwen, gevolgd door het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie. Deze criteria zijn [2](#page=2):
1. De interne kwalificatie van de sanctie [2](#page=2).
2. Het toepassingsgebied van de verbodsbepaling en de aard van de inbreuk [2](#page=2).
3. De aard en intensiteit van de sanctie [2](#page=2).
Het EHRM hanteert deze criteria om te bepalen of een sanctie gelijkgesteld moet worden met een strafrechtelijke straf, wat gevolgen heeft voor de waarborgen die aan de dader geboden moeten worden [2](#page=2).
### 5.2 De strafrechtelijke schaal in het Nieuw Strafwetboek
Het Nieuw Strafwetboek schaft het traditionele drieledige onderscheid tussen criminele, correctionele en politiestraffen af. In plaats daarvan wordt er een systeem gehanteerd met acht strafniveaus voor 'misdrijven' [2](#page=2).
#### 5.2.1 Strafniveaus
* **Strafniveau 8:** Gereserveerd voor uitzonderlijk ernstige misdrijven, zoals moord [2](#page=2).
* **Strafniveaus 2 tot 7:** Deze niveaus omvatten een breder scala aan misdrijven [2](#page=2).
* **Strafniveau 3 of hoger:** Vereist een gevangenisstraf [2](#page=2).
* **Strafniveau 1:** Dit niveau is gereserveerd voor "misdrijven van geringe ernst" en hierbij verdwijnt de gevangenisstraf [2](#page=2).
* **Strafniveau onder 6:** Bij verzachtende omstandigheden kan er gekozen worden voor een straf van niveau 2 [2](#page=2).
Overtredingen, zoals die in het oude recht bestonden, worden opgeheven. Het Nieuw Strafwetboek kent ook geen "correctionalisering" of "contraventionalisering" meer, wat betekent dat misdrijven niet meer kunnen worden gedegradeerd naar een lagere categorie door de toepassing van verzachtende omstandigheden [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 5.2.2 Verzachtende en verzwarende omstandigheden
* **Verzachtende omstandigheden:** Deze zijn niet wettelijk bepaald in het Nieuw Strafwetboek, waardoor de rechter veel vrijheid heeft om het strafniveau te bepalen. Ze zorgen ervoor dat de concreet opgelegde straf lager kan zijn dan de straf die abstract in de wet staat [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Straf verminderende verschoningsgronden:** Deze zijn letterlijk in de wet gekoppeld aan specifieke situaties, zoals uitlokking, en leiden tot een verplicht lagere strafniveau [3](#page=3).
* **Verzwarende bestanddelen:** Dit zijn gevolgen die leiden tot verzwaringen van de straf [4](#page=4).
### 5.3 Hoofdstraffen
Hoofdstraffen zijn de straffen die door de rechter zelfstandig kunnen worden opgelegd [3](#page=3).
#### 5.3.1 Hoofdstraffen voor natuurlijke personen (Art. 41 N.Sw.)
Het Nieuw Strafwetboek kent de volgende hoofdstraffen voor natuurlijke personen:
* **Vrijheidsbenemende hoofdstraffen (ultimum remedium):**
* **Gevangenisstraf:** Een vrijheidsberoving voor een door de rechter bepaalde termijn, overeenkomstig de wettelijke regels. De duur varieert van minimaal zes maanden tot levenslang. Voorlopige hechtenis wordt afgetrokken van de duur. Elektronisch toezicht kan ook als modaliteit van aanhouding of strafuitvoering dienen en telt mee als effectieve vrijheidsberoving [5](#page=5) [6](#page=6).
* **Behandeling onder vrijheidsberoving:** Een nieuwe straf die een mengvorm is van internering en gevangenisstraf. Deze is bedoeld voor verminderd toerekeningsvatbare daders met een psychiatrische aandoening die een behandeling nodig hebben. De minimumduur is zes maanden, maximum twintig jaar. De inwerkingtreding is voorzien vanaf 01.01.2035 wegens gebrek aan capaciteit en middelen [6](#page=6).
* **Vrijheidsbeperkende hoofdstraffen:**
* **Straf onder elektronisch toezicht:** Een verplichting tot aanwezigheid op een bepaald adres, gecontroleerd via elektronische middelen. Het kan als hoofdstraf (minimum één maand, maximum één jaar), modaliteit voor de uitvoering van een aanhoudingsmandaat, of in de uitvoeringsfase van een gevangenisstraf worden toegepast [7](#page=7).
* **Probatiestraf:** De verplichting om algemene en bijzondere voorwaarden na te leven gedurende een door de rechter bepaalde termijn. Dit kan als autonome hoofdstraf of als straftoemetingsmodaliteit worden opgelegd. De proeftijd varieert van minimaal zes maanden tot maximaal twee jaar [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Werkstraf:** Het kosteloos verrichten van arbeid in de vrije tijd, naast eventuele school- of beroepsactiviteiten. De duur varieert van minimaal 20 uren tot maximaal 300 uren [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Verlengde opvolging:** De verplichting om na afloop van een gevangenisstraf of behandeling onder vrijheidsberoving voorwaarden na te leven voor een bepaalde duur (minimaal 5 jaar, maximaal 15 jaar). Dit is een nieuwe straf die de plaats inneemt van de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank, met inwerkingtreding vanaf 01.01.2035 [9](#page=9).
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten:** Neemt het recht weg om bepaalde rechten uit te oefenen voor de toekomst [10](#page=10).
* **Beroepsverbod:** Een bijzondere vorm van ontzetting die de veroordeelde verbiedt zijn beroep uit te oefenen indien hij daarvan ernstig misbruik heeft gemaakt om een misdrijf te plegen [10](#page=10).
* **Verval van het recht tot sturen:** Een bijzondere vorm van ontzetting die het recht op sturen oplegt indien een motorrijtuig gediend heeft of bestemd was voor het plegen van een misdrijf of het verzekeren van de vlucht [11](#page=11).
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod:** Een bijzondere vorm van ontzetting die de veroordeelde verbiedt te wonen, te verblijven of zich op te houden binnen een bepaald gebied of met bepaalde personen [12](#page=12).
* **Lichtste straf:**
* **Veroordeling bij schuldigverklaring:** De lichtste straf, waarbij de rechter de ten laste gelegde feiten bewezen en de beklaagde schuldig verklaart. Dit kan bij geringe ernst van de feiten of bij overschrijding van de redelijke termijn van vervolging [12](#page=12) [13](#page=13).
#### 5.3.2 Hoofdstraffen voor rechtspersonen (Art. 38 N.Sw.)
Het Nieuw Strafwetboek voorziet in een rechtstreekse sanctieregeling voor rechtspersonen, bestaande uit:
* **Geldboete:** Zonder conversiesysteem [4](#page=4).
* **Dienstverleningsstraf:** In lijn met de werkstraf voor natuurlijke personen [4](#page=4).
* **Probatiestraf:** Met gelijkaardige voorwaarden als voor natuurlijke personen [4](#page=4).
**Tip:** Strafniveaus 1 tot en met 8 bepalen de theoretische strafmaat, maar de rechter kan op basis van verzachtende omstandigheden afwijken naar lagere niveaus [2](#page=2) [3](#page=3).
### 5.4 Bijkomende straffen
Bijkomende straffen worden steeds toegevoegd aan een opgelegde hoofdstraf en kunnen facultatief of verplicht zijn [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Bijkomende straffen (Art. 37 N.Sw.):** Een niet-limitatieve lijst van straffen die naast de hoofdstraffen kunnen worden opgelegd [4](#page=4).
* **Bijkomende straffen voor rechtspersonen (Art. 39 N.Sw.):** Ook hier een niet-limitatieve lijst [5](#page=5).
* **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (Art. 47 N.Sw.):** Enkel verplicht bij strafniveau 8, facultatief bij niveau 7 en 8 [10](#page=10).
* **Beroepsverbod (Art. 48 N.Sw.):** Kan facultatief worden opgelegd voor alle misdrijven [10](#page=10).
* **Verval van het recht tot sturen (Art. 49 N.Sw.):** Facultatief op te leggen indien een motorrijtuig gediend heeft of bestemd was voor het plegen van een misdrijf [11](#page=11).
* **Verblijfs-, plaats- of contactverbod (Art. 50 N.Sw.):** Facultatief op te leggen voor alle misdrijven [12](#page=12).
* **Geldboete (Art. 52 N.Sw.):** Kan als bijkomende straf worden opgelegd bij strafniveau 2 tot 8 [13](#page=13).
* **Verbeurdverklaring (Art. 53 N.Sw.):** Verplicht uit te spreken als bijkomende straf, tenzij dit onredelijk zwaar is [14](#page=14).
* **De geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel (Art. 55 N.Sw.):** Een facultatieve bijkomende straf als alternatief voor de geldboete bij potentieel lucratieve misdrijven [16](#page=16).
### 5.5 Beveiligingsmaatregelen
Naast straffen kunnen ook beveiligingsmaatregelen worden opgelegd. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de **verbeurdverklaring** die ook als beveiligingsmaatregel kan dienen, met name voor het uit omloop nemen van schadelijke en/of verboden voorwerpen [14](#page=14).
### 5.6 Geldboetes en financiële sancties
* **Geldboete (Art. 52 N.Sw.):** De verplichting tot betaling van een geldsom ten voordele van de staat. De bedragen worden rechtstreeks aangepast in het artikel, zonder het oude systeem van "opdeciemen". De rechter heeft matigingsbevoegdheid bij financiële precaire situaties [13](#page=13).
* **Administratieve geldboete:** Verschilt van een strafrechtelijke geldboete doordat deze rechtstreeks door de overheid wordt opgelegd [13](#page=13).
* **Bijdrage aan het slachtofferfonds:** Een fonds voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden [13](#page=13).
* **Verbeurdverklaring (Art. 53 N.Sw.):** Ontnemen van eigendomsrecht van zaken die misbruikt of verworven zijn in het kader van een misdrijf. Dit kan betrekking hebben op objecten die het voorwerp van het misdrijf uitmaken (objectum sceleris), zaken die gediend hebben of bestemd waren tot het plegen van het misdrijf (instrumentum sceleris), zaken die uit het misdrijf zijn ontstaan (productum sceleris), en vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen (voordeelsontneming) [14](#page=14) [15](#page=15).
* **De geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel (Art. 55 N.Sw.):** Een vermogensstraf die daders van lucratieve misdrijven treft in verhouding tot de behaalde of beoogde voordelen. Deze straf kan maximaal het drievoud van de waarde van het verkregen of beoogde voordeel bedragen [16](#page=16).
**Let op:** Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen strafrechtelijke geldboetes, administratieve geldboetes en bijdragen aan het slachtofferfonds, evenals de verschillende vormen van verbeurdverklaring [13](#page=13) [14](#page=14).
---
Dit onderdeel van het Nieuw Strafwetboek reguleert de wijze waarop rechters straffen toemeten, rekening houdend met diverse factoren, strafdoelen en specifieke omstandigheden, alsook de consequenties van herhaling en samenloop van misdrijven.
### 5.1 Straftoemeting en de rol van de rechter
Straftoemeting omvat het opleggen van de straf en het bepalen van de strafmaat. Hoewel straf en strafmaat in de wet zijn vastgelegd (legaliteitsbeginsel), kent de rechter een aanzienlijke discretionaire bevoegdheid. Dit kan vragen oproepen over gelijkheid, rechtszekerheid en voorspelbaarheid, aangezien er geen dwingende straftoemetingsrichtlijnen zijn, hoewel de vordering van het Openbaar Ministerie wel een indirecte invloed kan hebben [17](#page=17).
#### 5.1.1 Doelstellingen van de straf
Het Nieuw Strafwetboek formuleert vier doelstellingen van de straf, die niet noodzakelijk cumulatief nagestreefd hoeven te worden [17](#page=17) [18](#page=18):
1. Het uiting geven aan de maatschappelijke afkeuring ten aanzien van de overtreding van de strafwet [18](#page=18).
2. Het bevorderen van herstel van maatschappelijk evenwicht en herstel van door misdrijf veroorzaakte schade [18](#page=18).
3. Het bevorderen van maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader [18](#page=18).
4. Het beschermen van de maatschappij [18](#page=18).
Preventie is geen op zichzelf staand strafdoel, hoewel het impliciet vervat kan zijn in rehabilitatie en maatschappelijke afkeuring. Vergelding is evenmin een doelstelling; het kenmerk van leedtoevoeging is niet hetzelfde als leedtoevoeging als doel. Er is geen hiërarchie tussen de strafdoelen, en de rechter kan één of meerdere doelstellingen nastreven [18](#page=18).
Bijkomende regels voor de keuze van strafdoelen omvatten gerechtvaardigde proportionaliteit, het vermijden van ongewenste neveneffecten, en het beschouwen van gevangenisstraf als *ultimum remedium* [18](#page=18).
#### 5.1.2 Voorlichtingsrapport en deskundigenadvies
De rechter of het Openbaar Ministerie kan informatie vragen via een voorlichtingsrapport om de opportuniteit van een straf of maatregel te beoordelen. Dit rapport wordt opgesteld door bevoegde diensten binnen het gerechtelijk arrondissement van de verblijfplaats van de beklaagde. Voor seksuele en terroristische delinquenten is het advies van gespecialiseerde diensten verplicht, tenzij dit niet strikt noodzakelijk is [18](#page=18).
#### 5.1.3 Rekening houden met sociale en financiële toestand
Artikel 52, §2, lid 1 van het Nieuw Strafwetboek verplicht de rechter om rekening te houden met de financiële draagkracht en sociale toestand van de beklaagde. Dit betekent dat personen met een hoger inkomen zwaarder financieel gestraft kunnen worden dan personen met een lager inkomen. De beklaagde dient zelf elementen met betrekking tot zijn sociale en financiële toestand aan te leveren [19](#page=19).
> **Tip:** Het Nieuw Strafwetboek kent geen dagboetesysteem zoals in Finland of Zweden, waarbij de strafmaat wordt uitgedrukt in een aantal 'dagen' vermenigvuldigd met een dageenheid die de draagkracht van de beklaagde uitdrukt [19](#page=19).
#### 5.1.4 Bemiddeling
Bemiddeling, een gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen met medewerking van een neutrale derde, kan door de rechter worden overwogen. De rechter kan een zaak schorsen in afwachting van herstelbemiddeling, maar dit gebeurt zelden wegens tijdsgebrek en lage slaagkans. Het vertrouwelijke karakter van bemiddeling kan doorbroken worden indien partijen instemmen [19](#page=19).
### 5.2 Verzwarende en verzachtende omstandigheden
#### 5.2.1 Verzwarende factoren
Verzwarende factoren zijn omstandigheden die de rechter in aanmerking moet nemen bij de bepaling van de strafmaat. Deze factoren verschillen van verzwarende bestanddelen van misdrijven, aangezien ze niet leiden tot een hogere strafniveau [19](#page=19).
##### 5.2.1.1 De discriminerende drijfveer
De discriminerende drijfveer kan als een algemene verzwarende factor bij alle misdrijven worden ingeroepen. Dit is deels het gevolg van Europese verplichtingen. Discriminatiegronden omvatten vermeende kenmerken van het slachtoffer of een vermeende band daarmee. De bewijslast ligt bij de vervolgende partijen en kan moeilijk zijn [20](#page=20).
##### 5.2.1.2 Herhaling
Herhaling, het plegen van een misdrijf na een eerdere veroordeling, kan aanleiding geven tot strafverzwaring. De toepassingsvoorwaarden omvatten een eerdere veroordeling van een bepaald strafniveau, een definitieve veroordeling op het moment van het nieuwe misdrijf, en een tijdsvoorwaarde die afhankelijk is van de zwaarte van het nieuwe misdrijf. Veroordelingen uit andere EU-landen kunnen hierbij ook meegerekend worden [20](#page=20).
> **Uitleg:** Herhaling verschilt van samenloop, waarbij meerdere misdrijven door dezelfde dader worden gepleegd en aan de rechter worden voorgelegd [21](#page=21).
Strafverzwaring wegens herhaling is facultatief voor misdrijven van strafniveau 1 tot 6 (naar een onmiddellijk hoger niveau) en verplicht voor misdrijven van strafniveau 7 (minimum verhoogd) [21](#page=21).
#### 5.2.2 Verzachtende omstandigheden
Verzachtende omstandigheden zijn alle mogelijke omstandigheden die de rechter in aanmerking neemt voor een lichtere of gewijzigde straf. Deze omstandigheden zijn niet wettelijk ingeschreven en hebben facultatieve toepassing [22](#page=22).
##### 5.2.2.1 Verschoningsgronden
Verschoningsgronden zijn wettelijk ingeschreven omstandigheden die strafontheffing of strafvermindering tot gevolg hebben en verplicht dienen te worden toegepast. Voorbeelden zijn uitgelokte doodslag, uitgelokte gewelddaden, en medewerking met het gerecht bij drugsmisdrijven [22](#page=22).
###### 5.2.2.1.1 Noodweerexces
Noodweerexces is een algemene strafverminderende verschoningsgrond voor te ingrijpende of onnodige verdedigingshandelingen, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, waaronder een hevige gemoedsbeweging en een dubbel causaal verband [22](#page=22) [23](#page=23).
###### 5.2.2.1.2 Minderjarigheid
Minderjarigheid kan een verschoningsgrond zijn, wat leidt tot strafverminderende gevolgen. Dit sluit levenslange opsluiting uit voor daders die op het moment van het misdrijf minderjarig waren [23](#page=23).
### 5.3 Samenloop van misdrijven
Samenloop doet zich voor wanneer één dader meerdere feiten heeft gepleegd die samen voor de rechter komen. Dit kan leiden tot strafverhoging, maar is gericht op het plafonneren van de straf [23](#page=23).
#### 5.3.1 Eendaadse samenloop
Bij eendaadse samenloop worden door één gedraging twee of meer misdrijven gepleegd. Er wordt één hoofdstraf opgelegd, die gelijk is aan het zwaarste strafniveau van de misdrijven. Bijkomende straffen worden gecumuleerd, met mogelijke grenzen aan wettelijke maximumtermijnen [24](#page=24).
#### 5.3.2 Meerdaadse samenloop
Meerdaadse samenloop betreft het plegen van twee of meer misdrijven door meerdere gedragingen. Er moet een samenhang tussen de misdrijven zijn. Bij niet-gelijktijdige berechting moet de rechter rekening houden met eerdere veroordelingen. Voor misdrijven van strafniveau 7 of 8 wordt de zwaarste straf opgelegd, terwijl voor misdrijven van strafniveau 1 tot 6 de hoofdstraf binnen het hoogste strafniveau valt, met optie tot verhoging. Bijkomende straffen worden cumulatief toegepast [24](#page=24).
> **Let op:** Verbeurdverklaring kan worden verminderd indien een precaire financiële situatie van de beklaagde bewezen wordt, om een onredelijk zware bestraffing te vermijden [24](#page=24) [25](#page=25).
### 5.4 Straftoemetingsmodaliteiten
Het Nieuw Strafwetboek biedt diverse alternatieve mogelijkheden voor straftoemeting, die voortkomen uit een dadergerichte benadering [25](#page=25) [26](#page=26).
#### 5.4.1 Opschorting van de uitspraak van de veroordeling
Opschorting van de uitspraak van de veroordeling houdt in dat de rechter zich beperkt tot het oordeel over de schuldvraag en geen uitspraak doet over straf of strafmaat. Dit vereist instemming van de beklaagde, bewezenverklaring van het misdrijf, en betreft misdrijven met strafniveau 1 tot 6. Er is een proeftijd van minimaal één jaar en maximaal vijf jaar [26](#page=26).
#### 5.4.2 Uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen
Bij uitstel van de tenuitvoerlegging spreekt de rechter een straf uit, maar stelt de effectieve uitvoering daarvan uit. Dit is mogelijk voor straffen tot strafniveau 3 en kent een proeftijd van minimaal één jaar en maximaal vijf jaar. Er kan sprake zijn van gewoon uitstel of probatie-uitstel met algemene en bijzondere voorwaarden. De wijziging en herroeping van uitstel worden beslist door de strafuitvoeringsrechtbank [27](#page=27).
> **Kernpunt:** De probatiestraf is de opvolger van de autonome probatiestraf uit het oud BW [26](#page=26).
#### 5.4.3 Overige modaliteiten
Andere modaliteiten zijn de beveiligingsperiode, die de mogelijkheid tot vervroegde invrijheidstelling beperkt en de toerekening van reeds ondergane hechtenis [21](#page=21) [25](#page=25).
### 5.5 Verval en verjaring van straffen
#### 5.5.1 Dood van de veroordeelde
De dood van de veroordeelde leidt tot het verval van de straf, met uitzondering van beveiligingsmaatregelen, gerechtskosten, teruggave en schadevergoedingen. Dit geldt enkel voor natuurlijke personen [28](#page=28).
#### 5.5.2 Verjaring van de straf
De verjaring van de straf beperkt in de tijd het recht om straffen uit te voeren. De verjaringstermijnen kunnen worden gestuit of geschorst onder specifieke omstandigheden [28](#page=28) [29](#page=29).
#### 5.5.3 Verjaring van burgerrechtelijke veroordeling
De verjaring van burgerrechtelijke veroordelingen in strafzaken volgt de regels van het burgerlijk recht. Onwaardigheid om te erven verjaart niet [29](#page=29).
### 5.6 Genade en amnestie
#### 5.6.1 Genade
Genade is een grondwettelijk voorrecht van de Koning om uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen. Het beïnvloedt de gevolgen en uitvoering van opgelegde, maar nog niet uitgevoerde straffen [29](#page=29).
#### 5.6.2 Amnestie
Amnestie is een beslissing van de wetgevende macht die de strafwaardigheid van gedragingen uit het verleden opheft. Dit ontneemt het strafbaar karakter van gedragingen voor een bepaalde categorie veroordeelden. Amnestie is niet mogelijk voor beveiligingsmaatregelen [30](#page=30).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Samenloop van misdrijven | Situaties waarbij één dader meerdere feiten heeft gepleegd die samen voor de rechter worden gebracht, wat kan leiden tot strafverhoging, maar ook tot plafonnering van de straf om te voorkomen dat deze excessief wordt. |
| Eendaadse samenloop | Een situatie waarin een dader door één enkele gedraging twee of meer misdrijven pleegt, zonder dat hij voor een van deze misdrijven reeds onherroepelijk was veroordeeld op het moment van het plegen van de feiten. Er wordt één hoofdstraf opgelegd, gebaseerd op het zwaarste strafniveau, en verplichte bijkomende straffen worden steeds gecumuleerd. |
| Meerdaadse samenloop | Een situatie waarin een dader door meerdere gedragingen twee of meer misdrijven pleegt, zonder dat hij voor een van deze misdrijven reeds onherroepelijk was veroordeeld op het moment van het plegen van de feiten. Er moet een samenhang tussen de misdrijven bestaan en de rechter houdt rekening met eerdere veroordelingen bij niet-gelijktijdige berechting. |
| Wettelijke herhaling | Een juridische situatie die verschilt van samenloop, waarbij een nieuw misdrijf wordt gepleegd nadat de dader reeds onherroepelijk is veroordeeld voor een eerder misdrijf. |
| Hoofdstraf | De primaire straf die wordt opgelegd voor een of meerdere misdrijven, waarbij bij samenloop de zwaarste strafniveau van de gepleegde misdrijven als basis dient. |
| Bijkomende straffen | Strafrechtelijke sancties die naast de hoofdstraf kunnen worden opgelegd, zoals een ontzegging van het recht tot sturen. Bij eendaadse samenloop worden verplichte bijkomende straffen gecumuleerd, terwijl facultatieve bijkomende straffen soeverein door de rechter worden beoordeeld. |
| Cumulatie van straffen | Het optellen of samenvoegen van straffen, met name bijkomende straffen, binnen de grenzen van de wet. Bij meerdaadse samenloop mogen de straffen voor niet-gelijktijdige berechting samen de bovengrens van de gelijktijdige berechting niet overschrijden. |
| Verbeurdverklaring | De ontneming van goederen die verband houden met een misdrijf. De rechter kan de verbeurdverklaring verminderen om een onredelijk zware bestraffing te vermijden, met name bij precair financiële situaties van de beklaagde. |
| Precaire financiële situatie | Een toestand van financiële instabiliteit die door de beklaagde moet worden bewezen met documenten, en die de rechter kan doen afwijken van het wettelijk minimum voor geldboetes of betalingsplannen in schijven toestaat. |
| Overschrijden van de redelijke termijn | Een situatie waarin een proces te lang duurt, wat kan leiden tot sancties zoals opschorting, een lagere straf dan het wettelijk minimum, een eenvoudige schuldigverklaring, of in ernstige gevallen, het verval van de strafvordering. |
| Hechtenis | De periode die een verdachte reeds in de gevangenis heeft doorgebracht in afwachting van de uitspraak. Deze periode wordt in mindering gebracht op de uiteindelijke gevangenisstraf en de rechter houdt er rekening mee bij de straftoemeting. |
| Verzwarende factoren | Omstandigheden die de rechter in aanmerking moet nemen bij het bepalen van de strafmaat en de keuze van de straf. De rechter bepaalt zelf de impact van deze factoren, die geen deel uitmaken van de wettelijke bestanddelen van het misdrijf zelf. |
| Discriminerende drijfveer | Een algemene verzwarende factor die bij alle misdrijven kan worden ingeroepen wanneer deze is ingegeven door discriminatie op basis van vermeende kenmerken van het slachtoffer of diens vermeende band daarmee. Dit kan leiden tot hogere straffen, zeker wanneer het expliciet als verzwarend bestanddeel in de wet is opgenomen. |
| Herhaling | Het plegen van een misdrijf na een eerdere veroordeling. Herhaling kan leiden tot strafverzwaring, afhankelijk van het strafniveau van de eerdere en de nieuwe misdrijven, de definitieve aard van de veroordeling en de geldende tijdsvoorwaarden. |
| Beveiligingsperiode | Een facultatief door de rechter opgelegde periode waarin een veroordeelde niet in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidsstelling of voorlopige invrijheidsstelling, met name bij ernstige misdrijven zoals schendingen van het internationaal humanitair recht of terrorisme. |
| Verzachtende omstandigheden | Alle mogelijke omstandigheden die door de rechter in aanmerking worden genomen om een lichtere of gewijzigde straf op te leggen. Deze omstandigheden zijn niet in de wet ingeschreven en de toepassing ervan is facultatief voor de rechter. |
| Verschoningsgronden | In de wet ingeschreven omstandigheden die leiden tot strafontheffing of strafvermindering. De toepassing hiervan is verplicht en leidt tot een straf op een lager niveau dan oorspronkelijk bepaald voor het misdrijf. |
| Noodweerexces | Een algemene strafverminderende verschoningsgrond die van toepassing is op te ingrijpende of onnodige verdedigingshandelingen die voortkomen uit een hevige gemoedsbeweging na een aanvalsdaad die wettige verdediging rechtvaardigt. |
| Minderjarigheid | Een algemene verschoningsgrond die, indien de minderjarige verantwoordelijk en schuldbekwaam is, verplicht in aanmerking moet worden genomen als strafverminderende factor wanneer deze als meerderjarige wordt gestraft. Dit sluit levenslange opsluiting uit. |
| Samenloop | Situaties waarbij één dader meerdere feiten heeft gepleegd die gezamenlijk aan de rechter worden voorgelegd. Dit kan leiden tot strafverhoging, maar er is een plafond ingesteld om excessieve straffen te voorkomen. |
| Verlengde opvolging | Een verplichting om na afloop van een gevangenisstraf of behandeling onder vrijheidsberoving bepaalde voorwaarden na te leven gedurende een specifieke duur, gericht op begeleiding, behandeling en het vermijden van recidive. |
| Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten | Een bijkomende straf die de veroordeelde het recht ontneemt om in de toekomst bepaalde specifieke rechten uit te oefenen, zoals het kiesrecht, en die verplicht is bij strafniveau 8. |
| Beroepsverbod | Een bijzondere vorm van ontzetting waarbij de veroordeelde verboden wordt om zijn beroep uit te oefenen, met name wanneer hij daarvan ernstig misbruik heeft gemaakt om een misdrijf te plegen. |
| Verval van het recht tot sturen | Een bijzondere vorm van ontzetting waarbij de rechter een verval van het recht op het besturen van motorrijtuigen oplegt, indien een motorrijtuig gediend heeft of bestemd was voor het plegen van een misdrijf of voor het verzekeren van de vlucht. |
| Verblijfs-, plaats- of contactverbod | Een bijzondere vorm van ontzetting waarbij de rechter de veroordeelde de ontzetting oplegt van het recht om te wonen, te verblijven of zich op te houden binnen een bepaald gebied of met bepaalde personen. |
| Veroordeling bij schuldigverklaring | De lichtste straf, die erin bestaat de ten laste gelegde feiten bewezen te verklaren en de beklaagde schuldig te bevinden, zonder oplegging van een andere straf, en die wordt toegepast bij feiten van geringe ernst of bij overschrijding van de redelijke termijn voor vervolging. |
| Geldboete | Een verplichting tot betaling van een geldsom ten voordele van de staat, die kan dienen als hoofdstraf of als bijkomende straf, waarbij de rechter matigingsbevoegdheid heeft in geval van financiële precaire situaties. |
| Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel | Een vermogensstraf waarbij daders van potentieel lucratieve misdrijven geldelijk worden gestraft in verhouding tot de vermogensvoordelen die uit het misdrijf konden worden behaald, als facultatieve bijkomende straf. |
| Vermogensstraf | Een straf die wordt opgelegd op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel, waarbij daders van potentieel lucratieve misdrijven geldelijk worden gestraft in verhouding tot de vermogensvoordelen die uit het misdrijf konden worden behaald. Dit is een facultatieve bijkomende straf of uitzonderlijk een hoofdstraf, maximaal het drievoud van de waarde van het verkregen of beoogde voordeel. |
| Straftoemeting | Het proces waarbij de rechter de straf bepaalt en de strafmaat kiest. Hoewel de wet de straffen en strafmaten vastlegt, heeft de rechter hierbij een aanzienlijke discretionaire bevoegdheid, waarbij rekening wordt gehouden met verzachtende en verzwarende omstandigheden en de vastgestelde strafdoelstellingen. |
| Strafdoelstellingen | De vier doelstellingen van de straf zoals vastgelegd in artikel 27 van het Nieuw Strafwetboek: het uiten van maatschappelijke afkeuring, het bevorderen van herstel van maatschappelijk evenwicht en schade, het bevorderen van maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader, en het beschermen van de maatschappij. Preventie en vergelding worden niet als zelfstandige strafdoelen beschouwd. |
| Voorlichtingsrapport | Een rapport dat door de rechter of het Openbaar Ministerie kan worden opgevraagd om informatie te verkrijgen over de opportuniteit van een straf of maatregel. Dit rapport wordt opgesteld door een bevoegde dienst en kan de rechter helpen bij het verantwoord opleggen van alternatieve straffen. |
| Opschorting van de uitspraak van de veroordeling | Een modaliteit waarbij de rechter zich beperkt tot het oordeel over de schuldvraag en geen uitspraak doet over de straf of strafmaat. Dit resulteert niet in een strafrechtelijke veroordeling en leidt tot het definitieve einde van de procedure indien de proeftijd zonder herroeping wordt doorlopen. |
| Straf | Het opleggen van een straf die gepaard gaat met een veroordeling, wat (op de fase van de uitvoering na) een eindpunt van de strafrechtelijke interventie vormt. De schuldigverklaring erkent strafbaar gedrag en strafrechtelijke verantwoordelijkheid, maar heeft pas tastbare gevolgen via de straf(toemeting), het opleggen van maatregelen en eventuele schadevergoeding. |
| Detentieschade | Alle gevolgen van een gevangenisstraf, inclusief de periode van voorhechtenis, die kunnen leiden tot ontslag, aantasting van de naam en verlies van contact met familie, evenals een deklassering met verlies van werk en financiële schulden. |
| Vergelding | Een van de doelstellingen van straf, die de normale reactie van de maatschappij op strafbaar gedrag weerspiegelt, gericht op het uiten van maatschappelijke afkeuring. |
| Maatschappelijk evenwicht en herstel van schade | Een doelstelling van straf die beoogt het evenwicht in de samenleving te herstellen en de door het misdrijf veroorzaakte schade te vergoeden. |
| Maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie | Een doelstelling van straf gericht op het bevorderen van het herstel en de terugkeer van de dader in de maatschappij. |
| Beschermen van de maatschappij | Een doelstelling van straf die gericht is op het waarborgen van de veiligheid en het welzijn van de samenleving tegen criminele activiteiten. |
| Wettelijk (strafkenmerk) | Een kenmerk van straf dat inhoudt dat de straf expliciet in de wet moet zijn vastgelegd, conform het legaliteitsbeginsel zoals bepaald in artikel 1 van het Nieuw Strafwetboek. |
| Rechterlijk (strafkenmerk) | Een kenmerk van straf dat aangeeft dat straffen enkel door een rechter kunnen worden opgelegd, en dus geen sancties zijn die door bijvoorbeeld gemeentelijke administratieve sancties (GAS), minnelijke schikkingen of tuchtorganen worden opgelegd. |
| Persoonlijk (strafkenmerk) | Een kenmerk van straf dat stelt dat men niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de daden van anderen; enkel de daders en deelnemers aan een misdrijf kunnen worden gestraft. |
| Individueel (strafkenmerk) | Een kenmerk van straf dat inhoudt dat elke dader of deelnemer aan een misdrijf een eigen, individueel bepaalde straf krijgt. |
| Hoofdstraffen | Strafen die door de rechter zelfstandig, dus zonder andere straf, kunnen worden opgelegd. Dit omvat zowel vrijheidsbenemende als vrijheidsbeperkende hoofdstraffen. |
| Vrijheidsbenemende hoofdstraffen | Hoofdstraffen die de vrijheid van een persoon ontnemen, zoals de gevangenisstraf en behandeling onder vrijheidsberoving. |