Cover
Start nu gratis fenomenen crimi.docx
Summary
# Kunstcriminaliteit
Hieronder volgt een gedetailleerde studiehandleiding over kunstcriminaliteit, gebaseerd op de verstrekte tekst.
## 1. Kunstcriminaliteit
Kunstcriminaliteit omvat een breed spectrum aan criminele activiteiten die gericht zijn op kunst en cultureel erfgoed, variërend van diefstal en vervalsing tot illegale handel en plundering.
### 1.1 Definities en reikwijdte
Er bestaat geen uniforme, algemeen aanvaarde definitie van kunstcriminaliteit. Conklin (1994) definieert het als "crimineel strafbare handelingen waarbij kunstwerken betrokken zijn". Kunstwerken worden daarbij ruim geïnterpreteerd en omvatten niet alleen "fijne kunsten" zoals schilderijen, sculpturen en grafiek, maar ook decoratieve kunsten, antiquiteiten, etnografische objecten en diverse andere items zoals wapens, boeken en munten.
### 1.2 Kunst en cultureel erfgoed
Cultureel erfgoed wordt beschouwd als een subset van cultuurgoederen. De verschillende vormen van criminaliteit die hierop betrekking hebben zijn onder meer:
* Diefstal
* Plundering
* Illegale handel in cultuurgoederen
* Vernieling van cultureel erfgoed, vaak tijdens conflicten of maatschappelijke onrust (iconoclasme)
* Vervalsing en fraude
* Witwassen van crimineel geld via kunst
* Witwassen van cultuurgoederen
### 1.3 Diefstal van kunst
Kunst diefstal kent diverse patronen. Twee voorbeelden illustreren dit: de diefstal van panelen in 1934 waarbij de dief losgeld eiste, en de spectaculaire diefstal van meerdere kunstwerken in 2004, kort na Sint Patricks Day, door twee vermomde politieagenten.
#### 1.3.1 Profiel van de kunstdief
De motivaties van kunstdieven zijn divers:
* **Persoonlijk bezit of liefde voor de kunst:** Zoals in het geval van Stéphane Breitweiser.
* **Op bestelling van een verzamelaar:** Soms aangeduid als "Dr. No"-type diefstallen.
* **Doorverkoop:** Zowel in het legale als illegale circuit.
* **Betaalmiddel of onderpand:** In criminele transacties.
* **Artnapping:** Kunst wordt gestolen om vervolgens te onderhandelen over strafvermindering of om andere doelen te bereiken. Een voorbeeld hiervan is de diefstal van werken in het Nationalmuseum in Stockholm, waar de dief, Myles Connor Jr., onderhandelde met justitie.
* **Politiek motief:** Zoals de diefstal van de Mona Lisa.
* **Toevallige opportuniteit:** Het benutten van een onverwachte kans.
* **Signaal uitzenden:** Zoals bij de diefstal uit de Whitworth Gallery in Manchester.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen professionele en amateuristische dieven, evenals diefstal gepleegd door insiders (insider theft).
### 1.4 Vervalsing en fraude
Vervalsing en fraude in de kunstwereld zijn wijdverbreid en kunnen aanzienlijke financiële en reputatieschade veroorzaken. Een prominent voorbeeld is de Knoedler-affaire, waarbij tussen 1994 en 2011 valse schilderijen van gerenommeerde kunstenaars zoals Rothko, Pollock en De Kooning werden verkocht. Glafira Rosales, samen met een vervalser, speelde hierin een sleutelrol, terwijl Ann Freedman, galeriehoudster, een centrale figuur was. Dit benadrukt het belang van "due diligence", "provenance" (herkomst) en de rol van kenners ("connaisseurs"). Wetenschappelijke methoden zoals röntgenonderzoek en chemische analyse van verfstoffen worden ingezet om vervalsingen op te sporen.
#### 1.4.1 Definitie en motivatie van vervalsing
Vervalsing kan worden gedefinieerd als "iets dat pretendeert te zijn wat het niet is". De term is breder dan alleen vervalsing en kan ook namaak, replica's, kopieën, pastiches, reproducties en imitaties omvatten. Motieven voor vervalsing zijn divers en omvatten financiële winst, wraak of het nastreven van bekendheid. Bekende vervalsers zoals Eric Hebborn en John Myatt illustreren dit. Nieuwe technologieën zoals infraroodtechnieken, artificiële intelligentie en blockchain bieden zowel nieuwe mogelijkheden voor vervalsers als voor het detecteren ervan.
### 1.5 Plundering
Plundering verwijst naar het onrechtmatig toe-eigenen van kunstwerken en culturele objecten, vaak met een sterk politiek of ideologisch motief. Historische voorbeelden zijn talrijk:
* **Portret van Adele Bloch-Bauer I (Gustav Klimt):** Dit schilderij, oorspronkelijk eigendom van een Oostenrijkse Joodse bankier, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door nazi's verduisterd. Na een lange juridische strijd door de erfgenamen werd het uiteindelijk teruggegeven.
* **Paarden van San Marco:** Deze antieke paardenbeelden werden tijdens de Vierde Kruistocht uit Constantinopel geplunderd en naar Venetië gebracht. Ze werden later door Napoleon meegenomen naar Parijs en na zijn val teruggegeven aan Italië, waar ze nu vanwege luchtvervuiling beschermd worden binnen.
* **Benin Bronzes:** Deze koninklijke beeldhouwwerken uit het Koninkrijk Benin werden door Europese koloniale machten meegenomen, wat de machtsrelatie tussen kolonist en gekoloniseerde weerspiegelt.
Bewijzen van plundering is vaak moeilijk. Het Amerikaanse leger heeft in het verleden inspanningen geleverd om geplunderde voorwerpen op te sporen.
### 1.6 Illegale handel in cultuurgoederen
De illegale handel in cultuurgoederen omvat een breed scala aan transacties, waaronder illegale invoer, uitvoer en eigendomsoverdracht. Definities variëren, maar de Europese Commissie definieert het als handel die verband houdt met de productie, verwerving, verkoop, verzending, vervoer, overdracht, ontvangst, bezit of distributie van een illegaal product of een legaal product voor niet-legale doeleinden. Culturele goederen worden gedefinieerd als objecten van belang voor archeologie, geschiedenis, kunst of wetenschap.
De aanpak van illegale handel vindt plaats in bronlanden, aan grenzen en in marktlanden. Wetgeving op internationaal, Europees en nationaal niveau probeert deze handel te bestrijden. Voorbeelden van Belgische wetgeving omvatten wetten betreffende de in-, uit- en doorvoer van goederen, de teruggave van onrechtmatig uitgevoerde cultuurgoederen, en recentere wetgeving ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering.
### 1.7 Iconoclasme
Iconoclasme, afgeleid van het Griekse "eikon" (afbeelding) en "klasma" (breken), verwijst naar de vernietiging van beelden of symbolen, vaak met de bedoeling de betekenis of macht die eraan wordt toegekend te breken. Vormen van iconoclasme zijn onder meer:
* **Religieus iconoclasme:** Zoals de Beeldenstorm, of acties door IS en de Taliban.
* **Politiek iconoclasme:** Bijvoorbeeld gerelateerd aan de NSDAP.
* **Revolutionair iconoclasme:** Gericht tegen symbolen van slavernij of kolonialisme.
### 1.8 Conclusie over kunstcriminaliteit
Kunstcriminaliteit wordt vaak niet als prioriteit beschouwd en kampt met gebrek aan financiering en betrouwbare data, wat leidt tot een groot "dark number" (onderrapportage). Dit leidt tot de vraag of het een "victimless crime" is, wat de aanpak bemoeilijkt. Er is een noodzaak aan gestructureerd onderzoek en beleid om deze vorm van criminaliteit effectiever te bestrijden.
---
# Vuurwapentrafiek en vuurwapengeweld
Oké, hier is de samenvatting over "Vuurwapentrafiek en vuurwapengeweld", opgesteld als een examengeklaarde studiegids in het Nederlands, met de nadruk op de gevraagde paginabereiken en de strikte naleving van alle opmaak- en inhoudelijke vereisten.
## 2 Vuurwapentrafiek en vuurwapengeweld
Dit gedeelte onderzoekt de oorzaken, gevolgen en aanpak van de illegale handel in vuurwapens en het daaruit voortvloeiende geweld.
### 2.1 Onderzoek naar vuurwapentrafiek
Het onderzoek naar vuurwapentrafiek is complex, mede door het aanzienlijke "dark number", oftewel het grote aantal illegale vuurwapens waarvan de overheid geen weet heeft. De invoer van vuurwapens is in België gestegen, ondanks een verstrenging van de wapenwetgeving. Terroristen verkrijgen hun vuurwapens vaak via criminele circuits, waarbij illegaal verkregen wapens oorspronkelijk legaal waren. Diefstal en fraude met vuurwapens spelen hierbij een rol. De context waarin een vuurwapen wordt aangetroffen, is cruciaal voor risico-inschatting; een Kalasjnikov in een terroristische omgeving impliceert een ander doel dan een vuurwapen dat door een oma wordt gevonden.
#### 2.1.1 Bronnen van illegale wapens
De meeste illegale wapens in Europa vinden hun oorsprong in het voormalige Joegoslavië. Deze wapens zijn vaak afkomstig uit oorlogssituaties en komen op de markt wanneer mensen zich veiliger voelen of economische problemen ondervinden. Een significante stroom van Joegoslavische wapens werd rond 2007 waargenomen. De emotionele waarde die mensen aan wapens hechten, kan de verkoop vertragen. De "Balkan trail" is een bekende route voor de smokkel van zowel drugs als wapens naar België, mede gefaciliteerd door de Schengenzone die vrije doorgang binnen EU-landen mogelijk maakt.
Een opkomend fenomeen sinds 2015 zijn alarmpistolen, die legaal verkocht kunnen worden maar eenvoudig om te bouwen zijn tot functionele vuurwapens, met name die van Turkse makelij. Deze omgebouwde alarmpistolen vormen een aanzienlijk risico, aangezien ze relatief gemakkelijk verkrijgbaar zijn voor jonge criminelen en een hogere winstmarge genereren.
#### 2.1.2 Nieuwe uitdagingen
De opkomst van 3D-geprinte vuurwapens, zoals de "Liberator" (2013) en de "FGC.9" (2020), vormt een nieuwe uitdaging. Deze wapens, vaak gemaakt van plastic, zijn moeilijker te traceren en vereisen geen criminele connecties voor verkrijging. De impact van de oorlog in Oekraïne, een land met een grote hoeveelheid wapens, wordt verwacht een vergelijkbare stroom van illegale wapens te veroorzaken als na de oorlog in Joegoslavië, met een toename van de beschikbaarheid en potentiële schietpartijen tot gevolg.
#### 2.1.3 Aanpak van vuurwapentrafiek
Een effectieve aanpak vereist goede wetgeving, voldoende capaciteit voor handhaving, en correcte registratie en tracering van wapens. De Britse aanpak na de verstrenging van de vuurwapenwetgeving in de jaren '90 illustreert hoe gerichte maatregelen de vuurwapenproblematiek kunnen aanpakken. Het ontbreken van een goed zicht op de problematiek bemoeilijkt beleidsvorming.
### 2.2 Vuurwapengeweld
Vuurwapengeweld en -trafiek zijn de afgelopen jaren toegenomen, mede door een reeks aanslagen. Lange tijd was dit geen prioriteit, maar na 2010 en met name na terroristische aanslagen is er meer aandacht voor gekomen. Hoewel er op lange termijn een daling van vuurwapen-homicides wordt waargenomen in Europa, zijn er specifieke regio's zoals Zweden die een sterke stijging kennen, vaak gelinkt aan drugscriminaliteit en de vroege instroom van wapens en omgebouwde alarmpistolen.
#### 2.2.1 Context van wapengeweld
Het analyseren van media-artikelen kan een indicatie geven van de context van wapengeweld, hoewel dit niet altijd betrouwbaar is. Het is cruciaal om te achterhalen welk type wapen is gebruikt, en hoewel de context snel kan worden achterhaald, is er vaak weinig informatie over de wapens zelf. De meeste incidenten betreffen familiaal geweld, dreigementen of per ongeluk gebruik, waarbij het wapen vaak legaal verkregen is. In Brussel en Antwerpen is er meer sprake van effectief geschoten worden, voornamelijk in het drugsmilieu. Een significant percentage van de incidenten betreft minderjarigen.
#### 2.2.2 Soorten wapens en geweld
Er wordt onderscheid gemaakt tussen korte en lange wapens. West-Europa kent vaker lange wapens, terwijl Oost-Europa meer handvuurwapens ziet. Niet-dodelijke vuurwapengeweld komt veel vaker voor dan dodelijk geweld, maar hierover zijn de cijfers minder betrouwbaar. In België is er een algemene daling van zelfmoorden en homicides met vuurwapens, met name in Vlaanderen, na de verstrenging van de wapenwetgeving.
#### 2.2.3 Criminele context en geweld
In het drugsmilieu worden wapens gebruikt voor intimidatie en rip-deals, waarbij vaak illegale handvuurwapens worden ingezet. De beschikbaarheid van wapens, met name handvuurwapens, is hoog. "Repeat shootings" - herhaaldelijke schietpartijen - komen voor, gedreven door conflicten binnen criminele netwerken of imitatiedrang.
#### 2.2.4 Terrorisme
Terroristische aanslagen tonen aan hoe wapens uit diverse bronnen, waaronder het Joegoslavische leger, geactiveerd wapens en gestolen vuurwapens, gebruikt worden. Extreemrechtse kringen maken soms gebruik van legale wapens, maar de toegang tot 3D-geprinte wapens wordt een groeiende zorg. Het beperken van vraag en aanbod is cruciaal in de strijd tegen vuurwapengeweld.
#### 2.2.5 Munitie
Munitie wordt vaak samen met wapens verkocht en is moeilijk traceerbaar, wat bijdraagt aan de uitdagingen in het bestrijden van vuurwapengeweld.
---
> **Tip:** De term "dark number" benadrukt de grote onzekerheid in schattingen van illegale wapens en vuurwapengeweld, wat het effectief beleid maken bemoeilijkt.
> **Tip:** De link tussen de wapenwetgeving, de beschikbaarheid van wapens en het aantal geweldsincidenten is complex. Verstrenging van wetgeving is een belangrijke factor, maar de effectiviteit hangt af van handhaving en de bredere context.
> **Tip:** De evolutie van alarmpistolen naar omvormbare varianten illustreert hoe technologie en creativiteit van criminelen steeds nieuwe uitdagingen creëren voor wetgevers en handhavers.
> **Voorbeeld:** De "Balkan trail" toont aan hoe internationale samenwerking essentieel is om grensoverschrijdende wapensmokkel aan te pakken, aangezien wapens uit conflictgebieden gemakkelijk hun weg vinden naar West-Europa.
> **Voorbeeld:** 3D-geprinte wapens zoals de "Liberator" vertegenwoordigen een paradigmashift, waarbij de drempel om aan vuurwapens te geraken drastisch wordt verlaagd.
---
# Jongeren in de publieke ruimte
Hier is een gedetailleerde studiegids voor het onderwerp "Jongeren in de publieke ruimte", gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 3 Jongeren in de publieke ruimte
Dit onderdeel analyseert de ervaringen van jongeren in de publieke ruimte, inclusief hoe zij deze ruimtes gebruiken, de sociale normen die er gelden en genderverschillen in hun beleving van veiligheid.
### 3.1 Het onderzoek naar jongeren in de publieke ruimte
Het onderzoek richtte zich op vijf buurten in Brussel en omvatte focusgroepen, interviews met personen tussen 11 en 25 jaar, en participerende observatie. Methoden zoals "derive" (een drift door de stad) en het maken van "mental maps" (mentale kaarten van de eigen buurt, met nadruk op betekenisvolle, veilige en onveilige plekken) werden gebruikt. De leeftijdscategorie voor "jeugd" werd gedefinieerd als 10 tot 25 jaar. Het onderzoek benadrukt dat jongeren geen homogene groep zijn en dat er significante verschillen zijn op basis van geslacht, etniciteit en klasse.
#### 3.1.1 Het concept "jeugd" en de publieke ruimte
Het concept "jeugd" als een aparte sociale categorie ontstond in de 19e eeuw met de ontwikkeling van instituties zoals middelbare scholen en heropvoedingsscholen. Jongeren werden ook een specifieke consumentengroep. De publieke ruimte speelt een cruciale rol in het opgroeiproces van jongeren, naast thuis, school en georganiseerde vrijetijdsbesteding.
#### 3.1.2 Waar zoeken jongeren naar in de publieke ruimte?
De publieke ruimte biedt jongeren een gratis, toegankelijke plek waar ze onder elkaar kunnen zijn, zonder directe autoriteit of strenge regels. Het is een ruimte voor exploratie, een leeromgeving en een plek waar protest kan plaatsvinden. Jongeren claimen deze plekken als hun eigen.
#### 3.1.3 De rol van thuis, school en georganiseerde vrijetijd
* **Thuis:** Buurten kunnen liefde en trots opwekken. In achtergestelde buurten is privacy beperkter, wat jongeren ertoe kan aanzetten hun eigen ruimte buitenhuis te zoeken. Gender speelt hierbij een rol, met meisjes die soms liever thuis blijven uit onzekerheid of onveiligheid.
* **School:** Scholen zijn plekken voor sociale contacten en relaties. In Brussel is er bijvoorbeeld een onderscheid tussen Nederlandstalige en Franstalige scholen met verschillende sociale strata.
* **Georganiseerde vrijetijd:** Activiteiten zoals scouts of chiro bieden toegang tot sociale structuren, hoewel de toegang in bepaalde Brusselse buurten beperkter kan zijn, mede door financiële of culturele drempels.
#### 3.1.4 Kenmerken van de publieke ruimte volgens jongeren
Jongeren zien de publieke ruimte als een plaats waar ze onder elkaar kunnen zijn, zonder autoriteit en met veel ruimte om dingen uit te proberen. Het is een diverse en gratis plek waar ze zichtbaarheid kunnen claimen en "hun" plek kunnen opeisen.
### 3.2 Gender en de publieke ruimte
Er zijn duidelijke genderverschillen in de beleving van de publieke ruimte door jongeren.
#### 3.2.1 Jongens versus meisjes
* **Jongens:** Beperken zich vaak niet in hun gebruik van de publieke ruimte en nemen vaak een leidende rol in bij het bepalen van activiteiten in gemengde groepen. De buurt is voor hen vaak een plek van veiligheid.
* **Meisjes:** Ervaren vaker onveiligheid, vooral in het donker. Ze rapporteren aangestaard en nageroepen te worden, wat een gevoel van onvoorspelbaarheid en onveiligheid creëert. Dit wordt versterkt door de angst voor gewelddadige criminaliteit.
#### 3.2.2 Verdedigingstactieken en "affectieve kaarten"
Meisjes passen hun gedrag aan om zich veiliger te voelen. Dit omvat het gebruik van "affectieve kaarten" (het aanduiden van plekken met negatieve ervaringen), het vermijden van bepaalde plekken, het meenemen van "chaperons" (iemand om mee te reizen) en het aanpassen van kledij.
#### 3.2.3 Implicaties van gender voor de publieke ruimte
Jongens zijn zich vaak niet bewust van de beperkingen die meisjes ervaren. Meisjes ervaren controle en observatie door jongens in de publieke ruimte, wat hun deelname beperkt. Het rondhangen voor meisjes kan schadelijk zijn voor hun reputatie en die van hun familie. De publieke ruimte wordt als masculien beschouwd.
### 3.3 Territorialiteit en gemeenschapsgevoel
Territorialiteit, het gevoel van een eigen plek te hebben, is een emotioneel fenomeen dat sterk verbonden is met plaatsverbondenheid.
#### 3.3.1 Wantrouwen en vijandigheid jegens buitenstaanders
In bepaalde buurten, zoals Molenbeek en Peterbos, ontstaat een gevoel van wantrouwen of vijandigheid ten opzichte van buitenstaanders. Jongeren keren zich meer naar binnen en regelen zaken onderling, met een voorkeur voor het vermijden van politie.
#### 3.3.2 Circulaire dynamiek
Deze vijandigheid kan voortkomen uit discriminatie en onveiligheid die jongeren op andere plekken in de stad ervaren. Hierdoor voelen ze zich enkel nog veilig in hun eigen wijk, wat leidt tot een vijandige houding tegenover buitenstaanders.
#### 3.3.3 Territorialiteit als klassefenomeen
Territorialisering kan ook een klassefenomeen zijn, waarbij jongeren uit achtergestelde buurten een kleinere mobiliteit hebben dan jongeren uit hogere klassen, wat directe gevolgen heeft voor hun sociale mobiliteit.
### 3.4 Conclusie over jongeren in de publieke ruimte
De publieke ruimte is gereguleerd door zowel wetten als onzichtbare sociale normen die contextafhankelijk en cultureel verschillend zijn. Jongeren navigeren in deze ruimtes, waarbij hun ervaringen significant verschillen op basis van gender en sociale achtergrond. De publieke ruimte kan voor sommigen een veilige, experimentele plek zijn, terwijl het voor anderen een bron van onveiligheid en controle kan vormen.
> **Tip:** Bij het bestuderen van dit onderwerp is het belangrijk om de nadruk te leggen op de sociale constructie van "jeugd" en hoe de publieke ruimte wordt gevormd door machtsrelaties en genderdynamieken. De concepten van "mental maps" en "affectieve kaarten" zijn nuttig om de subjectieve ervaringen van jongeren te begrijpen.
---
# Milieuschade versus milieucriminaliteit
Hier is een gedetailleerd studieonderdeel over milieuschade versus milieucriminaliteit.
## 4. Milieuschade versus milieucriminaliteit
Dit gedeelte verkent de complexe en vaak ambigue aard van milieucriminaliteit, waarbij verschillende vormen van milieuschade, de impact op slachtoffers en de rol van zowel bedrijven als overheden worden belicht.
### 4.1 De ambiguïteit van milieucriminaliteit
Milieucriminaliteit is een veelomvattend en vaak betwist concept. De rol van machtige actoren, zoals bedrijven en politieke entiteiten, maakt het onderscheiden van pure schade versus crimineel gedrag lastig. Veel milieuschade ontstaat binnen legale economische activiteiten en kan daarom langdurig en diffuus zijn. Dit kan het vertrouwen in het economisch systeem aantasten, met name wanneer de schade en het slachtofferschap omvangrijk zijn.
#### 4.1.1 De "black box" van bedrijfsprocessen
Vaak functioneren bedrijven als een "black box", waarbij alleen de input en output zichtbaar zijn, maar de interne besluitvormingsprocessen verborgen blijven. Dit bemoeilijkt het toewijzen van verantwoordelijkheid en het begrijpen van de oorzaken van milieuschade.
### 4.2 Milieuschade
Milieuschade omvat een breed scala aan negatieve effecten op het milieu, variërend van acute incidenten tot langdurige vervuiling.
#### 4.2.1 Voorbeelden van milieuschade
Enkele illustratieve voorbeelden van milieuschade zijn:
* Scheepsongelukken (bv. Probo Koala)
* Illegale dumping van afval
* Handel in producten van bedreigde diersoorten
* Plasticvervuiling
* Luchtvervuiling
* Ontbossing
#### 4.2.2 Criminologische definitie van milieucriminaliteit
Vanuit een brede, kritische criminologische invalshoek, zoals voorgesteld door Edwin Sutherland, omvat milieucriminaliteit zowel bewust als onbewust schadelijk gedrag dat gepleegd wordt door personen en organisaties met een groot maatschappelijk vertrouwen, vaak in de uitoefening van hun bedrijf.
#### 4.2.3 Typen milieucriminaliteit
Milieucriminaliteit kan worden gecategoriseerd in verschillende typen:
* **Bruine milieucriminaliteit:** Gerelateerd aan afval en vervuiling.
* **Groene milieucriminaliteit:** Betreft planten, dieren, ecosystemen, met inbegrip van illegale handel in bedreigde diersoorten, illegale visserij, ontbossing, landgrabbing en dierenmishandeling.
* **Witte milieucriminaliteit:** Omvat bio-piraterij, zoals de privatisering van natuurlijke hulpbronnen, en "Mon Santo-crimes", die verwijzen naar patenten op natuurlijke elementen.
#### 4.2.4 Schade en slachtofferschap
De schade veroorzaakt door milieucriminaliteit kan veelzijdig zijn en individuen, organisaties en de maatschappij als geheel treffen. Het kan leiden tot:
* **Financieel-economische schade:** Verlies van klanten, reputatieschade, waardeverlies van aandelen, hogere belastingen, kosten voor sanering.
* **Fysieke schade:** Negatieve effecten op de gezondheid van werknemers, consumenten, omwonenden en de samenleving.
* **Emotionele schade:** Psychologische impact op betrokkenen.
* **Schade aan niet-menselijke organismen, planten en ecosystemen.**
* **Grensoverschrijdende en generatie-overschrijdende schade.**
#### 4.2.5 Het analyseren van schade en slachtofferschap
Het "openen van de black box" vereist een gedetailleerde analyse van diverse schadevormen, gericht op organismen (mens, fauna, flora) en systemen (ecologisch, financieel, juridisch). Dit kan op verschillende niveaus plaatsvinden:
* **Individueel niveau:** Werknemers, klanten, burgers, investeerders.
* **Organisatieniveau:** Bedrijven en overheden.
#### 4.2.6 Financiële/economische schade
Financiële en economische schade is vaak directer herkenbaar en kwantificeerbaar. Indirecte effecten zoals reputatieschade, waardeverlies van aandelen voor aandeelhouders, hogere belastingen voor burgers door saneringskosten, en een algemene impact op de economie door bijvoorbeeld toename van ziekteverzuim door luchtvervuiling, zijn eveneens significant.
### 4.3 De rol van bedrijven en overheden
Bedrijven en overheden spelen een cruciale rol in zowel het veroorzaken als het aanpakken van milieuschade en milieucriminaliteit.
#### 4.3.1 Historisch voorbeeld: PFAS-vervuiling
De historische PFAS-vervuiling illustreert de langdurige impact van door de mens gemaakte chemicaliën, die vet-, water- en vuilafstotende eigenschappen hebben en sinds de jaren 1950 in tal van producten worden gebruikt. Blootstelling aan PFAS brengt gezondheidsrisico's met zich mee. Vanuit een criminologisch perspectief is PFAS-vervuiling grotendeels legaal ontstaan, wat de complexiteit van het definiëren van milieucriminaliteit onderstreept.
#### 4.3.2 Rol van overheidsregulering en handhaving
De ambiguïteit van milieucriminaliteit uit zich ook in de strafwetgeving, waar overtredingen van milieuwetgeving vaak administratief worden afgehandeld en strafrechtelijke vervolging uitzonderlijk is. De ernst van de schade, de identificatie van slachtoffers en daders, en de causale link tussen gedrag en schade zijn cruciaal voor het bepalen van de juridische aanpak. Zowel micro-, meso- als macro-niveaus (individuen, bedrijven, overheden) spelen een rol, en er zijn vaak links naar georganiseerde criminaliteit.
#### 4.3.3 Milieuschade door legale activiteiten
Veel milieuschade wordt veroorzaakt door activiteiten die op zichzelf legaal zijn. Dit onderstreept de noodzaak om verder te kijken dan strikt juridische definities en ook "social harm" mee te nemen, met speciale aandacht voor de disproportionele impact op de meest kwetsbaren.
#### 4.3.4 De "space crime" problematiek
Ook in de ruimtevaart doet zich criminaliteit voor, zoals het produceren van ruimtepuin, illegale satellieten, en potentieel geweld aan boord van ruimteschepen of ruimtepiraterij. Dit benadrukt dat milieucriminaliteit zich niet beperkt tot de aardse omgeving.
### 4.4 Conclusie
Milieuschade is een breed spectrum van negatieve effecten op het milieu en de maatschappij, die voortkomen uit diverse bronnen, zowel legaal als illegaal. Milieucriminaliteit, als specifiek facet daarvan, is complex door de verwevenheid met economische belangen, de rol van machtige actoren en de vaak diffuse aard van zowel de schade als de verantwoordelijkheid. De ambiguïteit van het concept, de uitdagingen in wetgeving en handhaving, en de noodzaak om verder te kijken dan strikt juridische definities, maken het een cruciaal onderzoeksgebied binnen de criminologie.
> **Tip:** Het is essentieel om de verbanden te leggen tussen economische drijfveren, overheidsbeleid, en de uiteindelijke milieuschade. Analyseer hoe verschillende actoren (bedrijven, overheden, individuen) bijdragen aan of bestrijden van milieucriminaliteit.
> **Voorbeeld:** De PFAS-vervuiling toont aan hoe langdurige blootstelling aan chemische stoffen, oorspronkelijk legaal geproduceerd voor commercieel gebruik, kan leiden tot wijdverspreide en langdurige milieuschade en gezondheidsproblemen, wat juridische en maatschappelijke uitdagingen met zich meebrengt.
---
# Georganiseerde drugscriminaliteit
Dit deelonderwerp belicht de productie, handel, smokkelroutes en de rol van jongeren binnen de georganiseerde drugscriminaliteit.
### 5.1 Inleiding
Illegale drugs omvatten substanties zoals cocaïne, cannabis, amfetaminen en xtc. Legale drugs daarentegen omvatten psychoactieve medicatie, alcohol, gokken, gamen (gedragsverslavingen) en roken. De drugsketen kent verschillende niveaus: groothandel (smokkel naar Europa), tussenhandel (verspreiding in kleinere pakketten, versnijding) en kleinhandel (verkoop in kleine hoeveelheden door dealers).
### 5.2 Vraag en aanbod
* **Vraagzijde:** Dit betreft de consumenten van drugs. Er is een tendens dat jongeren gevoeliger zijn voor bepaalde middelen, zoals vapen. Initiatieven zoals de "rookvrije generatie" trachten contact met sigaretten te vermijden door fysieke locaties rookvrij te maken.
* **Aanbodzijde:** Dit omvat de producenten en verkopers van drugs. De aanbodketen kent verschillende niveaus, van producent tot uiteindelijke verkoper.
### 5.3 Drugsproductie en handel
#### 5.3.1 Illegale productie: gezondheidsrisico's
België is wereldwijd de op één na grootste producent van synthetische drugs, zoals xtc, speed en amfetamine, die volledig in laboratoria worden gemaakt. De meeste drugslaboratoria bevinden zich in Antwerpen en Limburg, vaak op de grens met Nederland, wat samenwerking tussen beide landen faciliteert. Het dumpen van drugsafval over de grens is een veelvoorkomend probleem. Ook in afgelegen gebieden in Wallonië duiken labo's op.
* **Kitchenlabs:** Dit zijn drugslaboratoria die in huiselijke omgevingen, zoals keukens, worden opgezet. De hygiënische omstandigheden zijn vaak zeer slecht.
* **Labo slaven:** Dit zijn personen die instructies van de "kok" volgen. Ze zijn vaak niet geschoold in chemie en weten vaak niet voor wie ze werken.
* **Ontdekking van labo's:** Labo's worden vaak pas ontdekt na incidenten zoals intoxicaties.
#### 5.3.2 Netwerkstructuur en werkingsprincipes
Drugsproductie en -handel zijn georganiseerd in netwerken die vaak als losse cellen opereren:
* **Opdrachtgever/Financierder:** De top van de keten, vaak opererend als individu of kleine, familiebanden. Verantwoordelijk voor de financiering en logistieke planning.
* **Dienstverlener:** Verantwoordelijk voor de uitvoering en logistiek, zoals het vinden van locaties voor drugslabo's, het inkopen van grondstoffen en hardware. Deze groep werkt vaak voor onbekende opdrachtgevers.
* **Hulpkracht:** Personen die worden ingezet voor het opbouwen van labo's en aanwezig zijn in het labo. Zij weten vaak niet voor wie ze werken.
**De gevangenis als arbeidsmarkt voor drugslaboratoria:** Personen die vrijkomen uit de gevangenis, via contacten in de cel of via tijdelijk werkloze specialisten, worden vaak gerekruteerd.
#### 5.3.3 Identificatie en aanpak van verdachten
Het aanpakken van criminele netwerken vereist het identificeren van diverse rollen:
* **Kopstukken (Leiders):** De directe leiders van de organisatie.
* **Brokers (Medeplichtigen):** Personen met cruciale connecties binnen en buiten de organisatie. Het aanpakken van brokers kan een grotere destabiliserende impact hebben op het netwerk dan het aanpakken van de leiders, hoewel netwerken zich na verloop van tijd vaak herstellen.
#### 5.3.4 Crystal meth productie in België
De productie van crystal meth, voorheen voornamelijk in Zuid-Amerika, is verontrustend genoeg ook in België waargenomen. Labo's, zoals het in Wuustwezel in 2019, produceren aanzienlijke hoeveelheden afval en deze drug is zeer verslavend. Personen van Zuid-Amerikaanse afkomst werden hierbij aangetroffen. De productie vindt soms plaats in bestaande xtc-labo's. België wordt als productielocatie aangetrokken vanwege de marktvergrotingsmogelijkheden en de mogelijkheid om afval over de grens te dumpen.
#### 5.3.5 Afval bij drugscriminaliteit
De productie van drugs genereert enorme hoeveelheden afval. Voor 1 kg geproduceerde drugs kan er 10 tot 30 kg afval ontstaan. Dit afval wordt vaak gedumpt, omdat het niet kan worden afgevoerd via reguliere kanalen. Veelvoorkomende methoden zijn:
* **Dumping:** Vaak met behulp van een hele vrachtwagen en soms in brand gestoken.
* **Chemische lozingen:** In waterwegen, wat leidt tot verontreiniging van landbouwlocaties, woningen en panden.
* **Gebrek aan nationale richtlijnen:** Dit bemoeilijkt de aanpak en bepaalt wie verantwoordelijk is voor de opruiming.
#### 5.3.6 De Antwerpse haven als doorvoerhaven voor cocaïne
De Antwerpse haven is een cruciale doorvoerhaven voor cocaïne in Europa vanwege:
* **Centrale ligging en infrastructuur:** Toegang tot luchthavens, zeehavens en een goede verbinding met het Europese achterland.
* **Open en directe lijnen met Zuid-Amerika:** Essentieel voor de aanvoer.
* **Distributiecentrum:** De haven fungeert als distributiepunt voor heel Europa.
Ondanks mogelijke dalingen in inbeslagnames, blijft de hoeveelheid drugs aanwezig. De controle is complex vanwege het grote aantal containers en de frequentie van schepen. Standaardcontroles zijn onvoldoende; risicoanalyses zijn cruciaal. Diverse smokkelmethoden worden toegepast:
* **Vervoer via goederencontainers:** Vaak verstopt in fruit of andere ladingen.
* **Luchtverkeer:** Drugs verstoppen in het lichaam (achterwerk, zwangere buik, ingeslikte pillen) of in cargo-vliegtuigen.
* **Maritiem transport:** Via containers, waarbij drugs soms worden verstopt in rijp fruit om niet op te vallen.
* **Uithalers:** Personen die containers infiltreren om drugs te extraheren.
* **Trojaanse methode:** Europese containers worden naast Zuid-Amerikaanse containers geplaatst, waarna uithalers de drugs overbrengen.
* **Gepersonaliseerde levering:** Op kleine schaal worden drugs aan huis geleverd.
De havens van Rotterdam en Antwerpen, met hun diepe vaargeulen, directe verbindingen met mondiale handelsroutes en geavanceerde infrastructuur, bieden vergelijkbare gelegenheden voor drugssmokkel en zijn daardoor grotendeels inwisselbaar.
#### 5.3.7 Drugsgeweld in Antwerpen en Brussel
* **Antwerpen:** Geweld is hier voornamelijk gericht op het uitschakelen van concurrentie of binnen de eigen organisaties, met als doel zo onzichtbaar mogelijk te blijven.
* **Brussel:** Geweld is hier meer geconcentreerd op de kleinhandel, met name dealers die elkaars territorium betreden.
### 5.4 De rol van jongeren in drugscriminaliteit
#### 5.4.1 Instroom van jongeren
Hoewel de algemene jeugdcriminaliteit in de afgelopen 25 jaar is gedaald, blijft drugscriminaliteit significant aanwezig onder jongeren tussen 12 en 25 jaar. Dit is niet nieuw, maar de leeftijdscurve toont een sterke concentratie in deze leeftijdsgroep.
#### 5.4.2 Redenen voor instroom
Jongeren belanden in de drugscriminaliteit om diverse redenen:
* **Snel geldgewin:** De mogelijkheid om aanzienlijk meer te verdienen dan met reguliere banen.
* **Droom van een glamoureuze levensstijl:** Het nastreven van een imago of het willen helpen van familie.
* **Er bij horen en status verwerven:** Het verlangen om deel uit te maken van een groep en eigenschappen te ontwikkelen die elders ondergewaardeerd worden. Groepsdruk speelt hierbij een rol.
* **"Criminele weldoeners":** Personen die zich als weldoeners presenteren door lokale gemeenschappen te sponsoren (bv. sportclubs) en tegelijkertijd hun criminele activiteiten (bv. witwassen) camoufleren met legale bedrijven. Ze bieden jongeren een kans op werk.
* **Eigen initiatief:** Sommige jongeren worden beschermd omdat ze nog niet volledig verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor hun keuzes.
#### 5.4.3 Waarom jongeren willen stoppen
De aantrekkingskracht van de drugswereld verdwijnt vaak door:
* **Ontnuchtering:** Gevangen worden, bewustwording van negatieve gevolgen, en het besef dat minderjarigheid geen schild biedt tegen justitie.
* **Verdwijnende glamour:** De realiteit van de drugswereld blijkt stressvol en saai.
* **Pijn aan de omgeving:** Het besef van de schade die aan familie wordt aangericht, leidt tot schuldgevoel en schaamte.
* **Herstel van relaties:** Het herstellen van contacten met familie en het aangaan van nieuwe, positieve relaties.
#### 5.4.4 Barrières op de weg terug
Er zijn diverse obstakels voor jongeren die de drugswereld willen verlaten.
#### 5.4.5 Integrale aanpak
Een integrale aanpak omvat:
* **Preventie:** Voorkomen dat jongeren in de criminaliteit belanden.
* **Zorg:** Behandeling en ondersteuning om de redenen voor instap te keren.
* **Repressie:** Straf, boetes en arrestaties als afschrikking.
**Niet effectieve preventie:**
* **Straatcokesingel:** Het normaliseren van drugsgebruik door de aanwezigheid ervan in het straatbeeld.
* **Revolution training:** Het gebruik van angstaanjagende beelden om gebruikers af te schrikken, wat vaak niet effectief is.
**Effectieve preventie:** Preventie-initiatieven die gericht zijn op de directe leefomgeving van jongeren, zoals posters die een positieve boodschap over de lokale gemeenschap uitdragen, kunnen effectiever zijn.
### 5.5 Toepassingen van theorieën
#### 5.5.1 Gelegenheidstheorie (Cohen & Felson, 1979)
Deze theorie stelt dat criminaliteit plaatsvindt wanneer er drie elementen samenkomen:
* **Gemotiveerde daders:** Personen die bereid zijn crimineel gedrag te vertonen.
* **Geschikte doelwitten:** Dit kunnen personen of objecten zijn. In de context van drugs zijn dit bijvoorbeeld containers met cocaïne die geopend moeten worden.
* **Afwezigheid van toezicht:** Cruciaal voor het plaatsvinden van criminaliteit. Het gebrek aan effectief toezicht, zowel door politie als burgers, als publieke en private partijen, verklaart criminaliteitspatronen. Het toezicht is van essentieel belang voor de uitkomst van criminele pogingen.
De economische welvaart na de oorlog leidde tot meer geschikte doelwitten en gemotiveerde daders. Het gebrek aan toezicht is een verklaring voor criminaliteitspatronen.
#### 5.5.2 Methodologische verantwoording
De aanpak van de cocaïnehandel via de Antwerpse en Rotterdamse havens vereist een gecoördineerd beleidsmatig antwoord van politie, gemeenten, het Openbaar Ministerie en de douane.
#### 5.5.3 Criminele netwerken en havenarbeiders
Criminele netwerken zijn afhankelijk van de medewerking van actoren binnen de havens. Havenarbeiders kunnen door hun kennis en toegang de verdere distributie van cocaïne faciliteren, onder andere door het omzeilen van veiligheidscontroles. Door de omvang van de haven en het grote aantal medewerkers in zowel publieke als private sfeer, ontstaat er een noodzaak voor corruptie om criminele doelen te bereiken.
#### 5.5.4 Rol van toezicht in de havens
Effectief toezicht omvat:
* **Screening van personeel:** Zowel bij aanwerving als gedurende de carrière, met aandacht voor de sociale omgeving en mogelijke gevoeligheden voor corruptie.
* **Sensibilisering van personeel:** Het verhogen van de meldingsbereidheid en het verbeteren van sociale controle.
* **Informatie-uitwisseling:** Essentieel tussen verschillende toezichthoudende instanties en havens.
* **Regelgevende kaders:** Wetgeving die de werkzaamheden van havenarbeiders regelt, inclusief de inzet van gelegenheidsarbeiders.
Ondanks deze maatregelen blijft toezicht kwetsbaar door onder andere het omzeilen van beveiligingsmaatregelen en corruptie.
### 5.6 Conclusie: Inwisselbaarheid van havens
De havens van Antwerpen en Rotterdam vertonen grote overeenkomsten in hun fysieke structuur, de gelegenheden voor drugscriminaliteit en de mate van toezicht. Hoewel er nuances zijn in de organisatie van toezicht, zijn de algemene werking en kwetsbaarheden vergelijkbaar, waardoor ze voor drugscriminaliteit en de aanpak ervan grotendeels inwisselbaar zijn.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Kunstcriminaliteit | Criminaliteit die verband houdt met kunst en cultureel erfgoed, omvat activiteiten zoals diefstal, vernieling, illegale handel, plundering en vervalsing van kunstwerken en historische objecten. |
| Culturele criminologie | Een benadering binnen de criminologie die criminaliteit en de controle ervan beschouwt als culturele producten, waarbij de focus ligt op de betekenis, symboliek en context van crimineel gedrag. |
| Iconoclasme | De vernietiging van beelden of symbolen, vaak uit religieuze, politieke of revolutionaire motieven, met als doel de betekenis of macht achter het cultuurgoed te vernietigen. |
| Plundering | Het onrechtmatig wegnemen van waardevolle objecten, met name cultureel erfgoed, vaak tijdens conflicten, oorlogen of door machtige actoren die zich het recht toe-eigenen. |
| Vervalsing | Het creëren van een niet-authentiek cultuurgoed dat pretendeert echt te zijn, met als motieven vaak financieel gewin, wraak of bekendheid, en waarbij nieuwe technologieën een rol kunnen spelen. |
| Vuurwapentrafiek | De illegale handel in vuurwapens, inclusief de smokkel, productie en distributie ervan, vaak gelinkt aan georganiseerde misdaad en terrorisme. |
| Publieke ruimte | Een toegankelijke plek zoals straten, pleinen en parken waar mensen zich kunnen begeven, gereguleerd door sociale normen en wetten, en die kan variëren in toegankelijkheid en beleving voor verschillende groepen. |
| Milieucriminaliteit | Gedrag dat schadelijk is voor het milieu, zowel bewust als onbewust, en dat diverse vormen kan aannemen zoals afvalvervuiling, illegale handel in bedreigde diersoorten en ontbossing. |
| White collar crime | Criminaliteit gepleegd door personen in een positie van maatschappelijk vertrouwen, vaak in de uitoefening van hun beroep, zoals fraude en economische misdrijven, geïnspireerd door het werk van Willem Bonger en Edwin Sutherland. |
| PFAS | Per- en polyfluoralkylstoffen; synthetische chemische stoffen die vet-, water- en vuilafstotend zijn en sinds 1950 in veel producten worden gebruikt, maar die persistent zijn in het milieu en schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. |
| Spacecrime | Criminaliteit die plaatsvindt in de ruimte, inclusief ruimtepuin, illegale satellieten, drugs in de ruimte, geweld aan boord van ruimteschepen en ruimtepiraterij. |
| Georganiseerde drugscriminaliteit | Criminologische activiteiten die verband houden met de productie, smokkel, handel en distributie van illegale drugs, vaak uitgevoerd door gestructureerde netwerken met verschillende niveaus van betrokkenheid. |
| Dark web | Een deel van het internet dat versleuteld is en anonieme toegang vereist, vaak gebruikt voor illegale activiteiten, maar niet per definitie illegaal in gebruik. |
| Gelegenheidstheorie | Een criminologische theorie die stelt dat criminaliteit plaatsvindt wanneer er een geschikte gelegenheid is, gedefinieerd door de aanwezigheid van een gemotiveerde dader, een geschikt doelwit en de afwezigheid van toezicht. |