Cover
Inizia ora gratuitamente GBWN1 - 7. Rioleringen - deel 1.pdf
Summary
# Wetgeving en algemene begrippen rondom riolering
Dit onderwerp behandelt de relevante wetgeving en fundamentele begrippen met betrekking tot riolering in gebouwen, met een focus op de scheiding van afvalwater en hemelwater [4](#page=4).
### 1.1 Algemene begrippen rondom waterafvoer in woningen
De waterafvoer in een woning kan worden onderverdeeld in verschillende stromen [5](#page=5):
* **Huishoudwater:** Dit is het water dat door huishoudelijke activiteiten wordt verbruikt en daarna wordt afgevoerd [5](#page=5).
* **Grijs water:** Dit is huishoudwater dat niet is vervuild met fecaliën of urine. Voorbeelden zijn afvoerwater van douches, baden, wastafels en wasmachines [5](#page=5).
* **Zwart water:** Dit is huishoudwater dat wel is vervuild met fecaliën en/of urine. Het omvat het fecale water [5](#page=5).
* **Huishoudelijk afvalwater:** Dit is een verzamelnaam voor zowel grijs water als zwart water [5](#page=5).
* **Droog-weer-afvoer (DWA):** Dit is de afvoer van huishoudelijk afvalwater [5](#page=5).
* **Regenwater-afvoer (RWA) / Hemelwater:** Dit is het water dat neerslaat op daken en verharde oppervlakken en dat wordt afgevoerd [5](#page=5).
### 1.2 Relevante wetgeving voor riolering
De wetgeving rondom riolering in gebouwen wordt voornamelijk bepaald door de volgende regelgevingen [6](#page=6):
#### 1.2.1 VLAREM II
VLAREM II staat voor het "Vlaams Reglement betreffende Milieuvergunning". Het is een besluit van de Vlaamse regering uit 1995 dat algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne vastlegt. Het hoofddoel van VLAREM II is het voorkomen en beperken van hinder, milieuverontreiniging en veiligheidsrisico's gerelateerd aan bedrijven en handelszaken [7](#page=7).
Binnen het kader van VLAREM II worden specifieke verplichtingen met betrekking tot riolering opgelegd, waaronder [8](#page=8):
* De verplichting tot een gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater [8](#page=8).
* Het hanteren van een zoneringsplan om de aansluiting op de openbare riolering te regelen [8](#page=8).
* De verplichte keuring van private rioleringsinstallaties [8](#page=8).
* Het naleven van technische voorschriften en bepalingen inzake dimensionering [8](#page=8).
#### 1.2.2 Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSV Hemelwater)
De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSV Hemelwater) fungeert als een aanvulling op de algemene wetgeving, meer specifiek de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Deze verordening is door de jaren heen aangepast, met revisies in 2004, 2013 en 2023, om in te spelen op veranderende klimaatomstandigheden [9](#page=9).
De GSV Hemelwater regelt verschillende aspecten van hemelwaterbeheer, waaronder [9](#page=9):
* **Hemelwaterputten:** Voorschriften met betrekking tot de installatie en het gebruik van hemelwaterputten [9](#page=9).
* **Gescheiden lozing:** De verplichting om afvalwater en hemelwater gescheiden af te voeren [9](#page=9).
* **Infiltratievoorzieningen:** Bepalingen omtrent voorzieningen voor de infiltratie van hemelwater in de bodem [9](#page=9).
* **Buffervoorzieningen:** Regels voor het aanleggen van bufferbekkens om hemelwater te kunnen opvangen [9](#page=9).
De noodzaak voor de GSV Hemelwater vloeit voort uit een reeks milieuproblemen waarmee Vlaanderen kampt, zoals wateroverlast door hevige regenval, een dalende waterkwaliteit, de stijging van de zeespiegel, een afnemende waterbeschikbaarheid door verdamping, toenemende droogteperiodes, verlies aan biodiversiteit en toenemende hittestress. Het doel van de GSV Hemelwater is een mentaliteitswijziging te bewerkstelligen ten aanzien van water, waarbij er anders met water wordt omgegaan en er met respect voor de omgeving wordt gebouwd. Een nadeel van deze strenge regels kan echter zijn dat er veel uitzonderingen mogelijk zijn [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 1.2.3 Rioleringstoets
Sinds 2025 is de rioleringstoets een verplicht onderdeel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) [6](#page=6).
### 1.3 Basisprincipes van huisriolering en de scheiding van waterstromen
De basisprincipes voor huisriolering benadrukken twee cruciale aspecten [12](#page=12):
* **Scheiding van hemelwater en afvalwater:** Het is essentieel om regenwater (RWA) en huishoudelijk afvalwater (DWA) gescheiden af te voeren [12](#page=12).
* **Hemelwater behouden en hergebruiken:** Er wordt gestreefd naar het behouden en hergebruiken van hemelwater [12](#page=12).
#### 1.3.1 Het gescheiden rioleringsstelsel
Historisch gezien bestond het openbare rioleringsnetwerk vaak uit één enkele afvoerbuis waarin zowel droog-weer-afvoer (DWA) als regenwater-afvoer (RWA) werden samengevoegd en naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) werden geleid [13](#page=13).
Bij nieuwe aanleg of heraanleg van rioleringen wordt nu een gescheiden rioleringsnetwerk toegepast [13](#page=13):
* **DWA:** Wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie [13](#page=13).
* **RWA:** Wordt afgekoppeld en bij voorkeur gebruikt of geïnfiltreerd [13](#page=13).
#### 1.3.2 Voordelen van gescheiden riolering
Het scheiden van regenwater en afvalwater biedt verschillende voordelen [14](#page=14):
* **Verbeterd rendement RWZI:** Wanneer RWA en DWA gemengd worden afgevoerd, leidt de verdunning van het afvalwater tot een lager rendement van de rioolwaterzuiveringsinstallaties [14](#page=14).
* **Grondwaterpeil en verzilting:** Regenwater dat in de bodem kan infiltreren, draagt bij aan het stijgen van het grondwaterpeil. Dit is cruciaal voor het voorkomen van verzilting in poldergebieden [14](#page=14).
* **Besparing op drinkwaterfactuur:** Door regenwater te hergebruiken, kan de behoefte aan drinkwater worden verminderd, wat resulteert in lagere kosten [14](#page=14).
* **Minder overstromingsrisico:** Het gebruik van een hemelwaterput in combinatie met het ontharden van oppervlakken vermindert het risico op overstromingen [14](#page=14).
#### 1.3.3 De verantwoordelijkheid van de burger
De openbare gescheiden riolering loopt tot aan de rooilijn. De burger is vervolgens verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de huisriolering op zijn privéterrein. Dit houdt in dat de privériolering correct moet worden aangelegd, zodat de gescheiden afvoer van DWA en RWA gewaarborgd is. Een keuring van de privériolering is verplicht alvorens deze in gebruik te nemen [15](#page=15).
De aansluiting van de privé-riolering op het openbare netwerk vereist specifieke aansluitputjes die de gescheiden stromen DWA en RWA correct naar de respectievelijke openbare collector leiden [16](#page=16).
> **Tip:** De studie van VLAREM II en de GSV Hemelwater is cruciaal voor het begrijpen van de wettelijke kaders rondom riolering. Zorg ervoor dat je de belangrijkste principes en verplichtingen van beide kent.
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen grijs water, zwart water en huishoudelijk afvalwater, alsook de definitie van hemelwater. Dit is essentieel voor het correct toepassen van de scheidingsprincipes.
> **Tip:** Concentreer je op de voordelen van een gescheiden rioleringsstelsel; dit zijn belangrijke argumenten die vaak aan bod komen in examenvragen.
---
# Aansluiting op de riolering en individuele zuiveringssystemen
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de praktische methoden voor het afvoeren en zuiveren van huishoudelijk afvalwater, afhankelijk van de beschikbaarheid van een openbare riolering.
## 2. Aansluiting op de riolering en individuele zuiveringssystemen
De afvoer en zuivering van huishoudelijk afvalwater (DWA: huishoudelijk water en fecale water) is afhankelijk van de locatie van het gebouw en de aan- of afwezigheid van een openbare riolering in de straat. Er zijn vijf zones gedefinieerd om de aanpak te bepalen [17](#page=17) [19](#page=19):
* **Zone 1: Centraal gebied:** Riolering in de straat is aanwezig [19](#page=19).
* **Zone 2: Collectief geoptimaliseerd buitengebied:** Recent riolering in de straat aangelegd [19](#page=19).
* **Zone 3: Collectief te optimaliseren buitengebied:** Een septische put is aanwezig in afwachting van aansluiting op de riolering [19](#page=19).
* **Zone 4: Individueel te optimaliseren buitengebied:** Een individuele zuiveringsinstallatie (IBA) is nodig, vaak omdat een woning te afgelegen ligt voor de aanleg van openbare riolering [19](#page=19).
* **Zone 5: Individueel geoptimaliseerd buitengebied:** Een IBA is reeds geplaatst [19](#page=19).
Als een perceel niet in een gedefinieerde zone valt, wordt het automatisch beschouwd als zijnde in zone 4 [20](#page=20).
### 2.1 De rioleringstoets
Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning, vanaf 8 april 2025, is het verplicht om een extra document, addendum B25b, in te vullen door de architect. Dit is van toepassing wanneer er geen riolering aanwezig is of gepland wordt binnen zes jaar, en voor gebieden vanaf zone 3 of buiten een gedefinieerde zone. De rioleringstoets evalueert ook het hemelwaterbeheer en de impact op het milieu. Dit geldt eveneens voor verkavelingen [21](#page=21).
> **Tip:** De zone waarin een werf zich bevindt, kan geraadpleegd worden via de website van VMM (vlaamse milieu maatschappij): `https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan` [22](#page=22).
### 2.2 Aansluiting op de riolering of gebruik van een septische put
#### 2.2.1 Riolering in de straat
Wanneer er een riolering in de straat aanwezig is, is het **verplicht** om huishoudelijk afvalwater hierop aan te sluiten [23](#page=23).
#### 2.2.2 Verplichting voor een septische put
De noodzaak van een septische put dient navraag te doen bij de gemeente of de rioolbeheerder [23](#page=23).
##### 2.2.2.1 Capaciteit en leegmaken van een septische put
De vereiste inhoud van een septische put is afhankelijk van het aantal inwoners:
* **Bij geen rioolaansluiting (afvoer van grijs en zwart water):**
* Tot 5 inwoners: minimaal 3000 liter [24](#page=24).
* Meer dan 5 inwoners: minimaal 600 liter per inwoner [24](#page=24).
* **Bij aansluiting op de riolering (enkel afvoer van zwart water):**
* Tot 5 inwoners: minimaal 2000 liter [24](#page=24).
* Meer dan 5 inwoners: minimaal 300 liter per inwoner [24](#page=24).
Een volle septische put moet **altijd** worden laten ledigen door een erkende firma [24](#page=24).
##### 2.2.2.2 Materiaal en plaatsing van een septische put
Septische putten moeten beschikken over een CE-markering en kunnen vervaardigd zijn uit beton of kunststof. Ze dienen geplaatst te worden op een stabiele, verdichte ondergrond [25](#page=25).
Het plaatsingsproces omvat het graven van een bouwput, het correct positioneren van de put en het aansluiten van de buizen, meestal op de wand. De aanbevelingen van de fabrikant dienen nauwkeurig te worden gevolgd [26](#page=26).
##### 2.2.2.3 Werking van een septische put
Een septische put is doorgaans opgedeeld in twee compartimenten [27](#page=27).
1. **Eerste compartiment:** Hier bezinken en verteren vaste organische stoffen in een rottingsproces [27](#page=27).
2. **Tweede compartiment:** De vloeistof uit het eerste compartiment stroomt hiernaartoe. Door de toevoer van zuurstof worden vloeibare afvalstoffen geoxideerd, wat leidt tot gasontwikkeling (septische gisting). Ventilatie is hiervoor essentieel [27](#page=27).
Het resterende afvalwater wordt afgevoerd naar de openbare riolering, terwijl de bezinksels periodiek moeten worden laten ledigen [27](#page=27).
##### 2.2.2.4 Ontluchting van een septische put
Er is ontluchting nodig voor de septische put. Dit kan gebeuren via een buis die verbonden is met de put en bijvoorbeeld naar de achterzijde van de tuin leidt. Alternatief kan de ontluchting plaatsvinden via het afvoersysteem door het dak, wat dan wordt aangeduid als secundaire verluchting [28](#page=28).
### 2.3 Individuele behandelingsinstallaties (IBA's)
Individuele behandelingsinstallaties (IBA's) worden ingezet voor de zuivering van afvalwater wanneer de aanleg van een openbare riolering niet rendabel is, bijvoorbeeld door de afgelegen ligging van de woning. In dergelijke gevallen is de burger zelf verantwoordelijk voor de zuivering van zijn afvalwater, vaak na melding via de rioleringstoets [29](#page=29).
Er zijn twee hoofdtypen IBA-systemen:
* **Compact systeem:** Dit systeem is ondergronds [29](#page=29) [30](#page=30).
* **Plantensysteem:** Dit systeem is bovengronds [29](#page=29) [30](#page=30).
> **Tip:** De keuze voor een specifiek type IBA kan bepaald worden door het collectieve aanbod van de gemeente of rioolbeheerder, die adviseren welk type geschikt is voor de woning. Men heeft echter ook de vrije keuze om zelf een IBA aan te kopen en te onderhouden [30](#page=30).
#### 2.3.1 Algemene zuivering van afvalwater met een IBA
Het zuiveringsproces van afvalwater in een IBA volgt doorgaans drie stappen [31](#page=31):
1. **Voorbehandeling:** Hierbij wordt vast afval gescheiden van vloeibaar afval [31](#page=31).
2. **Biologische zuivering:** Afhankelijk van het specifieke IBA-systeem, breken bacteriën afvalstoffen af door toevoeging van zuurstof [31](#page=31).
3. **Nabehandeling:** Het gezuiverde afvalwater wordt gescheiden van het slib. Ook vindt er een afbraak van het slib plaats [31](#page=31).
---
# Basisvoorwaarden en technische vereisten voor huisriolering
Een goed functionerende huisriolering garandeert een geluidsarme, vlotte en reukloze afvoer van huishoudelijk afvalwater. Dit wordt bereikt door een zorgvuldig ontworpen rioleringsplan, correcte materiaalkeuze, adequate leidingdiameters, de juiste hellingsgraad en de integratie van sifons en ventilatiesystemen [35](#page=35) [42](#page=42) [45](#page=45) [47](#page=47) [65](#page=65) [66](#page=66) [72](#page=72).
### 3.1 Het rioleringsplan
Het rioleringsplan is verplicht aanwezig in het aanvraagdossier voor nieuwbouw en dient te voldoen aan de voorschriften van VLAREM II en VCRO, met mogelijke bijkomende voorwaarden vanuit provincies en gemeenten. Essentiële elementen van het plan omvatten de inplanting van voorzieningen zoals regenwaterputten, infiltratievoorzieningen en septische putten, de inhoud hiervan, en de vereiste infiltratieoppervlakte. Alle afvoerpunten moeten worden gelokaliseerd en benoemd op het plan. Het plan wordt doorgaans opgesteld op het funderingsplan, waarbij eerst alle afvoeren worden gemeld en vervolgens het tracé per afvalstroom, inclusief putten. Kleuren worden gebruikt om de verschillende afvalstromen te onderscheiden: blauw voor regenwater (RW), rood voor huishoudwater (HHW) en zwart voor fecale water (FW) [35](#page=35) [36](#page=36) [39](#page=39) [40](#page=40) [41](#page=41).
### 3.2 Principes voor een vlotte afvoer
Een vlotte afvoer van huishoudelijk afvalwater is cruciaal, vooral omdat leidingen vaak onder vloerplaten of verhardingen komen te liggen en daardoor moeilijk bereikbaar zijn voor onderhoud. Maatregelen voor een vlotte afvoer omvatten [46](#page=46):
#### 3.2.1 Materiaal en doorsnede van buizen
* **Materiaal:** Kunststofbuizen, zoals PVC, PP of PE, met een BENOR-keurmerk worden aanbevolen. Meestal zijn deze buizen roodbruin gekleurd voor afvalwater [48](#page=48).
* **Verbindingen:** Waterdichte verbindingen worden gerealiseerd met behulp van rubberdichtingen (manchetten) bij buizen met een mof, of door lijmen bij gladde buizen [48](#page=48).
* **Diameter:** De diameter van de leiding is afhankelijk van het aantal aangesloten afvoerleidingen. Een belangrijke richtlijn is dat de leiding maximaal voor de helft gevuld mag zijn. De aanbevolen minimale diameter is 125 mm, wat ook overeenkomt met de aansluiting op de openbare riolering. In de praktijk kan voor een eengezinswoning 110 mm volstaan, maar de aansluiting op de openbare riolering blijft 125 mm [49](#page=49).
#### 3.2.2 Plaatsing en fundering
Leidingen moeten voldoende diep worden geplaatst om vorstvrij te zijn, doorgaans tussen 60 en 80 cm onder het maaiveld. Om verzakkingen te voorkomen, dienen de leidingen op een goed verdichte ondergrond geplaatst te worden, zoals verdicht zand. Een alternatief voor een volledige fundering is het aan de fundering van de woning bevestigen van de leidingen [50](#page=50) [51](#page=51).
#### 3.2.3 Tracé (verloop) van leidingen
Het tracé van de afvoeren dient zo efficiënt mogelijk te zijn, waarbij de leidingen zo snel mogelijk naar buiten worden geleid. Het is raadzaam om leidingen zoveel mogelijk rechtlijnig door funderingen of andere ondergrondse constructies te voeren. Het minimaliseren van hulpstukken en bochten is belangrijk. Bochten of koppelstukken van 90° dienen te worden vermeden ten gunste van combinaties van bochten van 30° of 45°. Een directe, loodrechte aansluiting van 90° is wel gebruikelijk bij de aansluiting op putten [52](#page=52) [53](#page=53) [54](#page=54) [55](#page=55).
#### 3.2.4 Verval (helling) van leidingen
Het gepaste verval is cruciaal voor een vlotte afvoer. Een te kleine helling leidt tot onvoldoende afloop, terwijl een te grote helling kan veroorzaken dat vaste bestanddelen achterblijven, met verstoppingen tot gevolg. De aanbeveling is een minimale helling van 10 mm per meter en een maximale helling van 25 mm per meter, wat neerkomt op 1% tot 2,5% [56](#page=56).
Randvoorwaarden voor het bepalen van het verval omvatten de diepte van de openbare riolering, de afstand van de leidingen tot de rooilijn (aansluitingsputjes), het verschil in niveau tussen in- en uitvloei, en de diepte van de putten. Het is aan te raden om de aansluiting op de openbare riolering zo hoog mogelijk te maken om terugslag van afvalwater uit de openbare riolering te vermijden [57](#page=57) [58](#page=58) [59](#page=59).
#### 3.2.5 Wettelijk kader en keuring
De privé-riolering is aan wettelijke keuring onderhevig. Deze keuring controleert de correcte aansluiting op de openbare riolering, septische put of individuele zuivering (IBA), de scheiding van afvalwater en regenwater, en het behoud en hergebruik van regenwater [60](#page=60).
### 3.3 Principes voor een reukloze afvoer
Een reukloze afvoer wordt hoofdzakelijk gegarandeerd door de correcte werking van stank- of geurafsluiters (sifons) en een adequate verluchting van de standleiding [66](#page=66) [72](#page=72).
#### 3.3.1 Stank- of geurafsluiters (sifon)
Een sifon, ook wel waterslot genoemd, is essentieel om geurhinder te voorkomen door water vast te houden, wat een barrière vormt voor rioolgassen. De plaatsing van een sifon is tussen het lozingstoestel (zoals een toilet, bad of lavabo) en de rioleringsbuizen [66](#page=66).
* **Principe:** Een sifon werkt door een waterniveau te creëren dat rioolgassen blokkeert. Er is echter een risico op geurhinder wanneer de sifon leeg raakt door overdruk, te weinig water wordt gebruikt, of het water deels verdampt [68](#page=68) [69](#page=69).
* **Niveauverschil:** Het niveauverschil tussen het minimale peil dat de sifon moet gevuld zijn en het uitvloei-niveau is belangrijk. Voor sifons binnen een gebouw is minimaal 5 cm vereist, en voor sifons buiten een gebouw is minimaal 7,5 cm aanbevolen vanwege de grotere kans op verdamping [70](#page=70) [71](#page=71).
#### 3.3.2 Verluchting van de standleiding
Een standleiding is de verticale leiding die afvalwater transporteert naar het horizontale tracé. Bij meerdere aangesloten sanitaire toestellen kan de stroming van afvalwater luchtverplaatsingen veroorzaken, leidend tot boven- en onderdrukken. Deze drukverschillen kunnen ervoor zorgen dat de sifons (deels) leeggezogen worden, wat geurhinder veroorzaakt [72](#page=72) [73](#page=73).
* **Primaire verluchting:** Bij gebouwen tot 3 bouwlagen wordt de standleiding verlengd tot buiten (door het dak of een buitenmuur) om verse lucht toe te voeren en drukverschillen op te vangen [74](#page=74).
* **Secundaire verluchting:** Voor gebouwen met meer dan 3 bouwlagen is primaire verluchting vaak onvoldoende. Secundaire verluchting zorgt uitsluitend voor de toevoer van verse lucht en wordt aangesloten bij elk sanitair toestel in een z-vorm. Er mag geen afvalwater in de verluchtingsbuis stromen. Aansluiting op de riolering kan gebeuren op het horizontale deel (indien de afstand tussen het laagste aangesloten toestel en de horizontale leiding ≤ 1,5m is) of op het verticale deel (indien deze afstand > 1,5m is) [75](#page=75) [77](#page=77).
* **Beluchter (alternatief):** Indien een standleiding niet door het dak of een buitenmuur kan, kan een beluchter als alternatief dienen. Deze werkt met een regelbare klep die opent bij onderdruk en sluit bij bovendruk. Een nadeel van beluchters is dat het membraan na verloop van tijd zijn soepelheid kan verliezen, wat resulteert in onvoldoende afdichting [78](#page=78) [79](#page=79).
#### 3.3.3 Bundelen van afvalwater
Een basisregel is om afvalwater zo lang mogelijk gescheiden te houden tot vlak voor de aansluiting op het openbaar rioleringsnet. Dit gebeurt door het correct bundelen in een 'dubbele schepput met sifon'. Huishoudwater komt in het eerste compartiment van de schepput met sifon terecht, en fecale water in het tweede, waarna het gezuiverde afvalwater naar de openbare riolering vloeit. Indien een septische put aanwezig is, wordt fecale water eerst daarin verzameld en stroomt het vervolgens via de overstort naar het tweede compartiment van de schepput met sifon [61](#page=61) [62](#page=62) [63](#page=63).
### 3.4 Geluidsarme afvoer
Voor een geluidsarme afvoer is het van belang om vooraf goed na te denken over het tracé van de leidingen, met name om te vermijden dat afvoeren van bijvoorbeeld toiletten direct langs leefruimtes lopen. Een correcte keuze van leidingdiameters en een uitvoering conform het rioleringsplan dragen eveneens bij aan geluidsarme afvoer [44](#page=44).
---
# Noodzakelijke putten en hulpstukken voor rioleringssystemen
Dit gedeelte behandelt de essentiële putten en hulpstukken die noodzakelijk zijn voor een correcte werking van huisrioleringen, waaronder controleputten, dubbele schepputten met waterslot, afvalwater-verzamelputten en terugslagkleppen [81](#page=81).
### 4.1 Controleput
#### 4.1.1 Functie en plaatsing
Een controleput, ook wel bekend als een toezichtput, inspectieput of onderhoudsput, dient primair om eventuele verstoppingen in het rioleringssysteem gemakkelijk te kunnen opsporen. Deze putten worden idealiter geplaatst op locaties waar buizen samenkomen of van richting veranderen, maar het is belangrijk om ze niet te overdrijven; ze zijn enkel noodzakelijk waar verstoppingen reëel zijn. Dit is met name het geval bij afvalwater met veel zeepresten (zoals uit spoelbakken of wasmachines) of veel haarresten (uit badkamers). De put dient niet om afvalwater te verzamelen, maar om doorstroming te garanderen. De uitvloeibuis ligt bij voorkeur lager dan de invloeibuizen, en de invloei is meestal loodrecht, hoewel een hoek ook mogelijk is [82](#page=82) [85](#page=85).
#### 4.1.2 Uitvoering en alternatieven
Moderne controleputten zijn vaak vervaardigd uit kunststoffen prefab materialen. Ze zijn voorzien van een deksel, meestal gemaakt van metaal of kunststof, dat bestand moet zijn tegen druk en vaak betegeld kan worden. Een goedkoper alternatief voor traditionele toezichtputten zijn T-hulpstukken [83](#page=83) [84](#page=84).
> **Tip:** Bij het ontwerpen van het rioleringssysteem is het cruciaal om een balans te vinden in het aantal controleputten. Te veel putten zijn kostbaar en kunnen potentieel lekpunten creëren, terwijl te weinig putten het opsporen van verstoppingen bemoeilijken.
### 4.2 Dubbele schepput met waterslot
#### 4.2.1 Toepassing en werking
De dubbele schepput met waterslot is essentieel waar grijs water (afkomstig van bijvoorbeeld spoelbakken, wasmachines, badkamers) en zwart water (afkomstig van de wc) samenkomen alvorens te worden afgevoerd naar de openbare riolering. De volgorde van de compartimenten is van belang: grijs water komt in het eerste compartiment en zwart water in het tweede. Deze constructie combineert de functies van een sifonput en een toezichtput om rioolstank te voorkomen. In het eerste compartiment blijft water staan, waardoor een waterslot ontstaat dat de geurhinder richting het tweede compartiment beperkt. In het tweede compartiment is het niveau van de uitvloeibuis gelijk aan de bodem van de put. Vanuit deze laatste put vertrekt de verbindingsbuis naar de openbare riolering [86](#page=86) [87](#page=87).
#### 4.2.2 Waterslot en afsluiting
De hoogte van het waterslot moet minimaal 7,5 centimeter bedragen om effectief te zijn. Het is belangrijk om in- en uitvoeren van een put die niet gebruikt wordt, af te sluiten met een dop om geuroverlast en ongedierte te voorkomen [88](#page=88).
> **Voorbeeld:** Een typische opstelling kan inhouden dat afvoer van de wc op verdieping naar het tweede compartiment van de dubbele schepput loopt, terwijl afvoeren van de badkamer, wasmachine en spoelbak naar het eerste compartiment leiden. Beide compartimenten zijn verbonden, met het eerste compartiment dat het grijs water voorbehandelt voordat het naar het tweede compartiment met het zwarte water stroomt [86](#page=86).
### 4.3 Afvalwater-verzamelput (of pompput)
#### 4.3.1 Noodzaak en werking
Een afvalwater-verzamelput, ook wel pompput genoemd, is noodzakelijk wanneer de afvoerleiding van de huisriolering lager ligt dan de aansluiting op de openbare riolering. In dit geval wordt het afvalwater verzameld in de pompput en vervolgens met behulp van een afvalwater-dompelpomp naar de openbare riolering gepompt [89](#page=89).
> **Tip:** De keuze van de dompelpomp is cruciaal voor de betrouwbaarheid van het systeem. Zorg voor een pomp die geschikt is voor het type afvalwater en de vereiste opvoerhoogte.
### 4.4 Terugslagklep
#### 4.4.1 Functie en plaatsing
Een terugslagklep is een hulpstuk dat voorkomt dat water terugstroomt vanuit de openbare riolering naar de huisriolering. In theorie wordt deze klep geplaatst tussen de dubbele schepput met waterslot en de openbare riolering. De correcte plaatsing en werking van de terugslagklep zijn essentieel om verstoppingen te voorkomen [91](#page=91).
#### 4.4.2 Werking en beperkingen
De werking van de terugslagklep is afhankelijk van de stromingsrichting; de klep gaat open om afvalwater van de woning door te laten en sluit om afvalwater van de openbare riolering tegen te houden. Een belangrijke beperking is echter dat de klep geblokkeerd kan worden door vaste bestanddelen in de openbare riolering, wat betekent dat de effectiviteit ervan soms ter discussie staat [93](#page=93).
> **Voorbeeld:** Een terugslagklep kan worden geïntegreerd in een controleput of tussen twee rioolbuizen geplaatst worden om de terugstroming te beveiligen [92](#page=92).
#### 4.4.3 Overwegingen
Hoewel terugslagkleppen theoretisch een bescherming bieden, is hun betrouwbaarheid afhankelijk van het onderhoud en de toestand van de openbare riolering. In situaties waar de openbare riolering vaak verontreinigd is met vaste deeltjes, kan een terugslagklep juist een bron van verstoppingen worden [93](#page=93).
---
# Praktische tips voor kijkstages rondom riolering
Dit onderwerp biedt concrete tips en aandachtspunten voor studenten die kijkstages volgen met betrekking tot rioleringen, met speciale focus op het observeren van specifieke infrastructuuraspecten zoals gescheiden riolering, septische putten en leidingtracés.
### 5.1 Observatiepunten tijdens een kijkstage
Tijdens een kijkstage rondom rioleringen zijn er diverse essentiële aspecten die nauwkeurig geobserveerd en gedocumenteerd dienen te worden om een volledig begrip te krijgen van het rioleringssysteem.
#### 5.1.1 Infrastructuur en Aansluitingen
* **Gescheiden riolering:** Controleer of er sprake is van een gescheiden rioleringssysteem in de straat. Dit betekent dat hemelwater en afvalwater gescheiden worden afgevoerd [95](#page=95).
* **Septische putten:** Inventariseer of de noodzaak bestaat voor de installatie van een septische put. Dit is met name relevant waar nog geen aansluiting op de openbare riolering bestaat of waar afvalwater eerst gezuiverd moet worden [95](#page=95).
* **Leidingtracés:** Bestudeer het volledige tracé van de rioleringsbuizen, inclusief de doorloop naar een dubbele schepput met sifon. Een sifon is cruciaal om geurhinder te voorkomen [95](#page=95).
* **Aansluiting openbare riolering:** Identificeer de precieze locatie waar de afvoerleidingen aansluiten op de openbare riolering [95](#page=95).
#### 5.1.2 Doorvoeren en Funderingen
* **Door kelderwanden en funderingen:** Observeer hoe de rioleringsbuizen worden geleid door kelderwanden of funderingen. Dit is technisch vaak een uitdagend aspect en vereist specifieke constructieve oplossingen om integriteit te waarborgen [95](#page=95).
### 5.2 Basisprincipes huisriolering
Een correct ontworpen huisriolering volgt een aantal fundamentele principes die essentieel zijn voor een efficiënte en hygiënische afvoer van afvalwater en hemelwater.
* **Scheiding van hemelwater en afvalwater:** Een cruciaal principe is de gescheiden afvoer van hemelwater en huishoudelijk afvalwater. Dit bevordert de efficiëntie van zuiveringsinstallaties en maakt hergebruik van hemelwater mogelijk [96](#page=96).
* **Samenvoeging van afvalwater:** Grijs water (afkomstig van wastafels, douches, etc.) en zwart water (afkomstig van toiletten) worden pas op een later moment, kort voor de aansluiting op de openbare riolering, samengevoegd [96](#page=96).
* **Behoud en hergebruik van hemelwater:** Hemelwater dient waar mogelijk behouden en hergebruikt te worden. Dit aspect wordt verder uitgediept in Deel 2 van de cursus [96](#page=96).
> **Tip:** Noteer tijdens de kijkstage specifiek of er gescheiden leidingen zichtbaar zijn en hoe deze hun weg vinden naar de eindbestemming. Dit kan veel zeggen over de moderniteit en conformiteit van het rioleringssysteem.
> **Tip:** Besteed extra aandacht aan de methoden waarmee leidingen door dragende muren of funderingen lopen. Zoek naar eventuele verzakkingen of beschadigingen die kunnen wijzen op problemen met de doorvoering.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Huishoudwater | Water dat vrijkomt uit baden, douches, wastafels en wasmachines, wat ook wel grijs water wordt genoemd. Dit water bevat zeepresten en organische stoffen, maar geen fecaliën. |
| Zwart water | Water dat fecaliën en urine bevat, afkomstig van toiletten. Dit water is biologisch belast en vereist specifieke zuiveringsmethoden om het te behandelen voordat het geloosd wordt. |
| Grijs water | Water afkomstig van douches, baden, wastafels en wasmachines. Dit water is minder vervuild dan zwart water en kan, mits bepaalde behandelingen, mogelijk hergebruikt worden voor niet-drinkbare toepassingen. |
| Droog-weer-afvoer (DWA) | De afvoer van huishoudelijk afvalwater dat normaal gesproken bij droog weer uit woningen komt. Dit is het water dat normaal gesproken naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie gaat. |
| Regenwater-afvoer (RWA) | De afvoer van hemelwater dat op daken en verharde oppervlakken valt. Dit water wordt, indien mogelijk, afkoppeld van het afvalwatersysteem en kan gebruikt of geïnfiltreerd worden. |
| VLAREM II | Het Vlaams Reglement betreffende Milieuvergunning, een wetgevend kader dat algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne vastlegt, met als doel hinder en milieuverontreiniging te voorkomen en te beperken. |
| Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSV Hemelwater) | Een specifieke verordening die regels en richtlijnen oplegt voor het beheer van hemelwater bij nieuwbouw en verbouwingen, gericht op het verminderen van wateroverlast en het bevorderen van waterbeheer. |
| Septische put | Een tank die dient voor de opslag en deels voor de vergisting van afvalwater. Vaak wordt hierin eerst het grijze en zwarte water opgevangen voordat het naar de riolering wordt geleid, of enkel het zwarte water indien het grijze water reeds gescheiden wordt afgevoerd. |
| Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA) | Een installatie die wordt gebruikt om afvalwater lokaal te zuiveren wanneer een aansluiting op de openbare riolering niet mogelijk is. Dit is vaak het geval voor woningen die afgelegen liggen. |
| Dubbele schepput met waterslot | Een essentiële voorziening in de huisriolering waar grijs en zwart water samenkomen. Het fungeert als een overgang tussen de gescheiden afvoeren en de gezamenlijke aansluiting op de openbare riolering, en voorkomt tevens geurhinder door een waterslot. |
| Waterslot (sifon) | Een geurafsluiter die functioneert door een waterkolom in een gebogen leiding. Dit water blokkeert de doorgang van rioolgassen, waardoor geurhinder wordt voorkomen. Het niveauverschil tussen het minimale waterpeil en het uitvloei-niveau is cruciaal. |
| Standleiding | De verticale afvoerbuis in een gebouw die afvalwater van verschillende sanitaire toestellen verzamelt en transporteert naar het horizontale leidingnetwerk. |
| Primaire verluchting | Een verluchtingssysteem voor de standleiding dat de drukverschillen die ontstaan door de waterstroom opvangt door verse lucht toe te voeren via een buis die tot buiten het dak reikt. Dit voorkomt dat sifons leeggezogen worden. |
| Secundaire verluchting | Een aanvullend verluchtingssysteem dat, vooral bij gebouwen met meer dan drie bouwlagen, zorgt voor extra toevoer van verse lucht in de standleiding, om zo ook in de diepste delen een adequate drukregulatie te garanderen. |
| Controleput (toezichtput) | Een inspectiepunt in het rioleringsstelsel dat dient om verstoppingen op te sporen en te verhelpen. Deze putten worden geplaatst op strategische punten waar leidingen samenkomen of van richting veranderen. |
| Terugslagklep | Een mechanisch onderdeel dat de stroming van vloeistoffen slechts in één richting toelaat. In rioleringssystemen voorkomt het de terugstroming van afvalwater vanuit de openbare riolering naar de woning, met name bij verstoppingen of overstromingen. |
| Verval (helling) | De helling van een rioleringsbuis, uitgedrukt in millimeters per meter of als percentage. Een correct verval is essentieel voor een vlotte afvoer van afvalwater en om te voorkomen dat vaste bestanddelen achterblijven en verstoppingen veroorzaken. |
| BENOR | Een Belgisch certificeringssysteem dat de conformiteit van producten en diensten met de geldende normen aantoont. In de context van rioleringen garandeert BENOR dat de putten en hulpstukken voldoen aan de technische en kwalitatieve eisen. |