Cover
Inizia ora gratuitamente 2 van-dijk-2009-free-the-victim-a-critique-of-the-western-conception-of-victimhood.pdf
Summary
# Analyze victim narratives for unexpected inner strengths, anger, and post-traumatic altruism
Dit deel van de studie onderzoekt hoe slachtofferverhalen conventionele opvattingen over passief lijden uitdagen en onverwachte innerlijke krachten, woede en zelfs posttraumatisch altruïsme onthullen, wat duidt op een verschuiving in het begrip van victimisatie.
### 1.1 De problematische aard van het 'slachtoffer'-label
Het label 'slachtoffer' wordt in veel westerse talen, in tegenstelling tot talen zoals Chinees en Japans waar men spreekt van de 'benadeelde partij', geassocieerd met offer en offerobjecten. Dit etymologische verband met het Latijnse 'victima', dat oorspronkelijk verwees naar offerdieren en later, rond de Reformatie, als ere-aanduiding voor Jezus Christus werd gebruikt, impliceert een passieve rol en suggereert dat de dader wellicht hogere motieven had. Dit label kan een snelle of zelfs enige vorm van herstel belemmeren en straalt een gebrek aan respect uit naar hen die lijden onder de gevolgen van criminaliteit. Steeds meer slachtoffers verzetten zich tegen dit label omdat het hun potentiële innerlijke kracht ontkent en hen 'opgesloten' doet voelen. Bekende slachtoffers zoals Natascha Kampusch en Treshi Meili hebben publiekelijk hun slachtofferstatus verworpen en verkiezen de term 'overlever' [2](#page=2) [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.2 Implicaties van het 'slachtoffer'-label voor de behandeling van slachtoffers
De morele imperatieven die verbonden zijn aan het 'slachtoffer'-label vormen de manier waarop slachtoffers in westerse samenlevingen worden behandeld. Het 'ideale slachtoffer' wordt gezien als onschuldig, diep lijdend, maar bereid om de dader te vergeven. Vanuit de gemeenschap wordt medelijden en respect verwacht voor personen die aan deze verwachtingen voldoen. Echter, slachtoffers die deze rol tegenspreken of trotseren, verliezen hun aanspraak op medelijden en respect en kunnen zelfs woede en morele verontwaardiging oproepen [8](#page=8).
> **Tip:** Positivistisch victimologisch onderzoek, zoals enquêtes, biedt veel kennis over de prevalentie en gevolgen van victimisatie, maar schiet tekort om fundamenteel te begrijpen hoe slachtoffers door de maatschappij worden geconstrueerd en hoe hun omgeving op hen reageert.
### 1.3 Narratieve analyse als methode voor het begrijpen van slachtofferervaringen
Om de authentieke stemmen van slachtoffers te begrijpen, wordt narratieve analyse als een veelbelovende methode voorgesteld. Autobiografische verslagen van prominente slachtoffers, zoals die van Natascha Kampusch en Meli Treishi, bieden een persoonlijk en ongecensureerd inzicht in hun ervaringen en de reactie van de maatschappij daarop. Hoewel deze narratieven gevormd worden door culturele conventies en persoonlijke belangen kunnen dienen, zijn ze van bijzonder belang omdat ze, ondanks hun subjectiviteit, getuigen van de authenticiteit van de ervaringen en de feitelijke inhoud ervan kan worden getoetst aan onafhankelijke informatie. Het is echter belangrijk te erkennen dat prominente slachtoffers die hun verhalen publiceren mogelijk niet representatief zijn voor minder veerkrachtige slachtoffers [8](#page=8) [9](#page=9).
### 1.4 Onverwachte innerlijke krachten bij slachtoffers
Een eerste gemeenschappelijke draad in de getuigenissen van slachtoffers/overlevers is de ontdekking van onverwachte innerlijke krachten tijdens het omgaan met hun victimisatie en de nasleep ervan. Sabine Dardenne ontdekte dat ze een sterk meisje was Natascha Kampusch realiseerde zich dat zij de sterkste was in haar relatie met haar ontvoerder en Terry Waite beschreef hoe de ontvoering hem en zijn familie individueel en collectief had versterkt. Deze ontdekking van innerlijke krachten bij slachtoffers wordt ook ondersteund door klinische studies die de fenomenen 'victim resilience' en 'post traumatic growth' identificeren [10](#page=10) [9](#page=9).
> **Tip:** De proportie slachtoffers die onverwachte innerlijke krachten of persoonlijke groei ervaren, lijkt groter te zijn dan diegenen die lijden aan stressstoornissen. Dit suggereert dat prominente slachtoffers mogelijk representatiever zijn voor grotere groepen slachtoffers dan voorheen werd aangenomen.
### 1.5 Woede en het weigeren van vergeving
Een tweede terugkerend thema in de getuigenissen is de woede van het slachtoffer jegens de dader en een gerelateerde weigering om hem of haar te vergeven. Sabine Dardenne was vastbesloten getuigenis af te leggen om ervoor te zorgen dat Dutroux niet lichtzinnig wegkwam en weigerde categorisch vergeving aan te bieden. Mukhtar Mai beschrijft woede als een tegengif tegen depressie en een drijvende kracht om te overleven en vooruit te komen. Ook al worstelen veel slachtoffers met woedegevoelens, de mogelijkheid tot vergeving wordt vaak als onbespreekbaar beschouwd als de daders niet door het recht worden gestraft [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 1.5.1 Complexe gevoelens en de strijd met vergeving
Sommige slachtoffers, zoals Natascha Kampusch en Jan Philipp Reemtsma, uiten ambivalente gevoelens jegens hun ontvoerders, mede door de gedwongen intimiteit van de situatie. Deze complexiteit kan leiden tot schaamtegevoelens over het ervaren van wraakfantasieën, vooral wanneer geïnternaliseerde concepten van beschaving dit ontmoedigen. Ondanks deze ambivalente gevoelens blijft het verlangen naar gerechtigheid bestaan. De getuigenissen benadrukken de prevalentie, kracht en helende potentie van gevoelens van woede en wraak, maar tonen ook aan hoe slachtoffers worstelen met wraakfantasieën, soms vanwege hun waarden of ambivalente gevoelens. Het strafrechtelijk systeem biedt hierbij vaak weinig hulp [11](#page=11).
### 1.6 Posttraumatisch altruïsme
Hoewel niet expliciet uitgediept in de verstrekte tekstsegmenten, impliceert de focus op onverwachte innerlijke krachten, het overwinnen van trauma en de veerkracht van slachtoffers, een potentieel voor positieve transformatie en zelfs altruïsme na het trauma. De term 'posttraumatisch altruïsme' suggereert dat slachtoffers, na het doorwerken van hun ervaringen, zich inzetten voor anderen of voor een hoger doel, mogelijk voortkomend uit hun eigen lijden en herstel. Dit sluit aan bij de observatie dat de ervaring van victimisatie meer inhoudt dan enkel diep lijden [10](#page=10) [9](#page=9).
---
## 1. Innerlijke krachten, woede en post-traumatisch altruïsme bij slachtoffers
Dit hoofdstuk analyseert slachtoffervertellingen om onverwachte innerlijke krachten, de rol van woede en post-traumatisch altruïsme te ontdekken, waarbij wordt aangetoond hoe slachtoffers actief omgaan met hun ervaringen en zich inzetten voor anderen [12](#page=12).
### 1.1 De veelvoorkomende aard van onverwachte innerlijke kracht
Een opvallend thema in de getuigenissen van slachtoffers is hun vermogen tot innerlijke kracht, vaak tot hun eigen verrassing. Deze kracht manifesteert zich in veerkracht en autonomie, wat vaak botst met geïnternaliseerde stereotypen van passiviteit en hulpeloosheid die geassocieerd worden met slachtofferschap. Slachtoffers die trouw willen blijven aan zichzelf, worden gedwongen zich te verzetten tegen de sociale rollen die hen als passief worden toebedeeld [12](#page=12) [13](#page=13).
### 1.2 Post-traumatisch altruïsme: inzet voor anderen
Een significant en wijdverbreid thema is de neiging van slachtoffers om zich in te zetten voor sociale activiteiten ten behoeve van andere ongelukkigen of slachtoffers. Dit manifesteert zich in initiatieven zoals [12](#page=12):
* Ger Vaders die een leidende rol nam in de ontwikkeling van slachtofferhulp in Nederland [12](#page=12).
* Treshi Meili die haar baan opgaf om voor liefdadigheidsorganisaties te werken en vrijwilligerswerk te doen voor een slachtofferhulpgroep in New York [12](#page=12).
* Mukhtar Mai die compensatie gebruikte om scholen voor meisjes in haar dorp op te zetten [12](#page=12).
* Natascha Kampusch die een fonds oprichtte voor slachtoffers en een aanzienlijk bedrag doneerde aan slachtoffers van een ontvoering [12](#page=12).
* Terry Waite die een organisatie runt die hulp biedt aan arme gemeenschappen in ontwikkelingslanden [12](#page=12).
* Arjan Erkel die zich bezighoudt met diverse vormen van liefdadigheidswerk [12](#page=12).
* Hank Heijn die trots was op de beslissing van haar kinderen om deel van de erfenis aan een goed doel te besteden [12](#page=12).
* Reemtsma die zijn fortuin gebruikte voor filantropische doelen en onderzoek naar sociale problemen [12](#page=12).
* Het Jill Dando Institute of Crime Science in het Verenigd Koninkrijk, opgericht ter nagedachtenis aan een vermoord tv-persoonlijkheid [12](#page=12).
* De Lamplugh Foundation, opgericht door de moeder van een vermoordde vrouw [12](#page=12).
* De familie van Ron Goldman die het vonnisgeld uit een civiele zaak besteedde aan een fonds ter ondersteuning van overlevenden van geweldsmisdrijven [12](#page=12).
Deze neiging tot altruïsme wordt beschouwd als een van de meest voorkomende uitingen van post-traumatische groei [12](#page=12).
### 1.3 Reactieve scapegoating van slachtoffers: woede en miskenning
Een terugkerend element in slachtoffergetuigenissen is de discrepantie tussen hun zelfbeeld als autonome individuen met aanzienlijke sterke punten en legitieme eisen, en de beperkende sociale verwachtingen van hun omgeving. Slachtoffers ervaren vaak negatieve reacties van hun sociale omgeving, de media en/of ambtenaren wanneer zij een actievere rol aannemen. Deze ervaringen van secundaire victimisatie kunnen worden geïnterpreteerd als gevalletjes van directe victim blaming, wat dient als een psychologisch verdedigingsmechanisme om te herinneren dat we in een rechtvaardige wereld leven [13](#page=13).
Echter, een specifiek mechanisme lijkt hier in werking te zijn: de negatieve reacties worden niet zozeer veroorzaakt door de ernst van de victimisatie zelf, maar juist door de veerkrachtige coping-stijl van de slachtoffers. Hun autonomie en activisme triggeren negatieve reacties. Het sociale milieu kan weerstand bieden aan de assertiviteit van slachtoffers, hen als "verstoorders van de vrede" beschouwen [13](#page=13).
#### 1.3.1 Voorbeelden van reactieve scapegoating
* **Mrs Lamplugh**: Reageerde op de activistische coping-stijl van de moeder van een vermoord dochter met kritiek, onder meer door te suggereren dat haar gebrek aan zichtbare rouw betekende dat ze haar dochter niet erg had liefgehad. Dit wordt geïnterpreteerd als een informele sanctie op gedrag dat de rolverwachting van een slachtoffer schendt [13](#page=13).
* **Reemtsma**: Werd door professionele collega's op een conferentie van het International Study Group for Trauma, Violence and Homicide van de sprekerslijst gehaald, omdat men hem "ongeschikt" achtte gezien zijn ervaringen [14](#page=14).
* **Sabine Dardenne**: Haar weigering om psychiatrische behandeling te ondergaan lokte agressieve reacties uit. Ze werd door de aanklager afgeschilderd als een onbetrouwbare getuige, ondanks dat haar verklaring later door het hof werd gestaafd. De media en de aanklager keerden zich tegen haar toen ze zich uitsprak tegen een complottheorie [14](#page=14).
* **Natascha Kampusch**: Na een aanvankelijke golf van sympathie, ontstonden er speculaties in de media dat ze medeplichtig was aan haar eigen ontvoering, mede door haar sterke en evenwichtige optreden na haar vrijlating. Zowel zij als haar moeder werden beschuldigd van medeplichtigheid, ondanks dat alle beschuldigingen ongegrond werden verklaard [14](#page=14) [15](#page=15).
* **De ouders McCann**: Werden aanvankelijk bekritiseerd voor het achterlaten van hun dochter, en later beschuldigd van moord of medeplichtigheid aan de ontvoering. Hun activistische houding werd door sommigen als "niet-slachtofferlijk" beschouwd [15](#page=15).
* **Ger Vaders**: Na de bevrijding uitte hij kritiek op de overheid, wat leidde tot een diagnose van het Stockholm Syndroom en een poging hem als criticus te "incapaciteren". Zijn inzet voor slachtofferhulp werd niet door iedereen gewaardeerd, en hij werd het doelwit van lastercampagnes en doodsbedreigingen [16](#page=16).
* **John Tulloch**: Zijn gewonde gezicht werd iconisch na de bomaanslag in Londen, maar zijn beeld werd door de media gebruikt om politieke agenda's te steunen, zonder zijn toestemming. Zijn kritiek op de overheid lokte beschuldigingen uit van sympathie met terroristen [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Reemtsma**: Een Duitse krant publiceerde tegen de wens van zijn vrouw een foto van zijn verwonde gezicht, wat illustreert hoe de media de privacy van slachtoffers schenden en hen als publiek eigendom beschouwen [17](#page=17).
Het patroon van secundaire victimisatie omvat aanvankelijk sympathie, gevolgd door kritiek en zelfs vijandigheid wanneer slachtoffers autonomie opeisen, kritiek uiten of zich mengen in officiële onderzoeken. In sommige gevallen worden slachtoffers zelfs van medeplichtigheid beschuldigd [17](#page=17).
#### 1.3.2 Psychologische analyse van de reacties
De ambivalentie of vijandigheid van de media jegens assertieve slachtoffers kan worden verklaard door psychologische mechanismen. In mildere gevallen kan het voortkomen uit miscommunicatie, waarbij de omgeving verrast is door het gedrag. In extremere gevallen lijken de agressieve emoties die door het misdrijf zijn opgeroepen, omgeleid te worden naar de slachtoffers zelf; dit fenomeen staat bekend als scapegoating. Slachtoffers die niet voldoen aan de verwachting van zachtmoedigheid worden dan als "verstoorders van de vrede" gezien en worden door middel van victim blaming tot de orde geroepen [18](#page=18).
Binnen een christelijke culturele context biedt het label van het slachtoffer zowel een beloning (medelijden onder voorwaarde van zachtmoedigheid) als een straf. Slachtoffers die zich niet passief opstellen, lopen het risico doelwit te worden van de door het misdrijf opgewekte agressie. Dit kan worden omschreven als **reactieve victim scapegoating**, waarbij de veroorzaakte agressie op de slachtoffers wordt gericht als reactie op hun assertiviteit [18](#page=18).
### 1.4 Victimologie en de veronachtelijking van woede en kracht
De discipline van de victimologie heeft tot op heden weinig aandacht besteed aan de diepere betekenissen van het woord "slachtoffer" en de daaraan verbonden stereotypering [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Vroege victimologie**: Gericht op de eigen schuld van het slachtoffer, wat misbruikt kon worden voor victim blaming, met name bij slachtoffers van seksueel geweld. Deze stroming toonde vaak weinig sensitiviteit voor de behoeften van slachtoffers [19](#page=19).
* **Tweede golf victimologie**: Focus op de emotionele problemen en behoeften van slachtoffers, met name Post Traumatische Stress Syndroom (PTSS). Hoewel dit therapeutisch vriendelijker was, werd kritiek geuit op de exclusieve focus op angst en de negering van woedegevoelens. Onderzoek toont aan dat woede en vijandigheid net zo, zo niet vaker, voorkomen bij slachtoffers dan depressie of angst. De neiging van de behandelmodellen om het slachtoffer als zwak en passief af te beelden, in plaats van als woedend en actiegericht, wordt bekritiseerd [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Therapeutische interventies**: Standaardinterventies zijn vaak gericht op het vermijden van angstaanjagende herinneringen en negeren de noodzaak om met woede om te gaan. Het uiten van woede is therapeutisch belangrijk en kan helpen bij het herstel van eigenwaarde en het afschrikken van potentiële daders [20](#page=20).
#### 1.4.1 Woede en de noodzaak van expressie
Woedegevoelens zijn een veelvoorkomende reactie op traumatisering en kunnen, net als angst, centraal staan bij PTSS. Het onderdrukken van woede en wraakgevoelens wordt als therapeutisch contraproductief en maatschappelijk gevaarlijk beschouwd. Voor slachtoffers van seksueel misbruik kan de druk om hun daders te vergeven zelfs leiden tot hertraumatisering; het uiten van woede is hierbij cruciaal [19](#page=19) [20](#page=20).
### 1.5 Strafrechtspleging: tussen Scylla en Charybdis
Hervormingen die het strafrecht slachtvriendelijker maken, stuiten op felle tegenstand van juristen. De bezwaren richten zich op het verstoren van het evenwicht tussen aanklaag en verdediging en het bevorderen van een meer punitieve cultuur. De overtuiging dat slachtoffers intrinsiek punitief zijn, wordt echter weerlegd door empirisch onderzoek dat aantoont dat slachtoffers niet punitiever zijn dan de algemene bevolking. Slachtoffers zoeken vaak meer voldoening van hun rechtvaardigheidsgevoel dan wraak [20](#page=20) [21](#page=21).
**Tip:** De aanname dat slachtoffers primair gericht zijn op strenge straffen is een hardnekkige mythe die empirisch onderzoek niet ondersteunt [20](#page=20) [21](#page=21).
Nieuwe rechten voor slachtoffers, zoals het recht om in de rechtbank een verklaring af te leggen, leiden niet automatisch tot zwaardere straffen [21](#page=21).
#### 1.5.1 Restoratieve rechtspraak en de negering van slachtofferbehoeften
Restoratieve rechtspraak wordt naar voren geschoven als een alternatief, maar ook hier wordt soms de empirische werkelijkheid van slachtofferbehoeften genegeerd. Vroege voorstanders van restauratieve rechtspraak negeerden vaak de woede en vijandigheid van slachtoffers van ernstige misdrijven en hun behoefte aan straf. Het "ideale slachtoffer" van de conventionele rechtspraak – een kwetsbare, volkomen onschuldige en hulpeloze oude dame – is een geïdealiseerde, niet-empirisch onderbouwde constructie [21](#page=21).
**Tip:** Het is cruciaal om bij de ontwikkeling van slachtofferondersteuning en hervormingen in de rechtspraak rekening te houden met de volledige emotionele bandbreedte van slachtoffers, inclusief hun woede, assertiviteit en behoefte aan erkenning van hun innerlijke kracht.
---
## 1. Analyse van slachtofferverhalen op onverwachte innerlijke krachten, woede en posttraumatisch altruïsme
De analyse van slachtofferverhalen onthult de evolutie van restauratieve rechtvaardigheid, van een idealistische benadering die een 'ideale slachtofferrol' veronderstelde, naar een meer genuanceerde visie die de complexiteit van slachtofferervaringen erkent, inclusief hun woede en potentieel voor altruïsme [22](#page=22) [23](#page=23).
### 1.1 De kritiek op het 'ideale slachtoffer' in vroege restauratieve rechtvaardigheid
Vroege protagonisten van restauratieve rechtvaardigheid, zoals Bianchi, werden bekritiseerd omdat ze een 'ideale slachtofferrol' promootten die vrij was van woede en verlangens naar wraak. Dit 'ideale slachtoffer' werd verondersteld klaar te zijn om de dader te ontmoeten, excuses te accepteren en vergeving aan te bieden. Onderzoek suggereert dat deze vroege programma's slachtoffers grondig voorbereidden om een specifieke identiteit aan te nemen: ze moesten controle behouden over hun emoties, niet beledigend of wraakzuchtig worden, en indien mogelijk vergeven. Protagonisten zoals Burt Gallavay stelden dat slachtoffers niet passief mochten blijven of wraak mochten koesteren [22](#page=22).
#### 1.1.1 Invloeden van christelijke ethiek op vroege restauratieve rechtvaardigheid
De vroege concepten van restauratieve rechtvaardigheid werden sterk beïnvloed door de christelijke ethiek van vergeving. Operationele programma's in de VS, zoals de Victim Offender Reconciliation Programmes, werden vaak gelanceerd door geloofsorganisaties, zoals de Mennonite Church. Protagonisten zoals Zehr benadrukten de christelijke opvatting om lief te hebben, zelfs vijanden, en te vergeven. In Nederland uitte professor Herman Bianchi bezorgdheid over het verlies van christelijke waarden in het strafrecht en stelde hij dat slachtoffers van ernstige misdrijven beter af zouden zijn als hun zaken buiten de rechtbank werden afgehandeld. Hij pleitte ervoor dat kerken een rol zouden spelen in het bieden van sanctuaries voor daders, en theologen Allard en Northey zagen restauratieve rechtvaardigheid als een heropleving van traditionele christelijke waarden [22](#page=22).
### 1.2 Evolutie en kritiek op restauratieve rechtvaardigheid in de recente jaren
Recente jaren hebben geleid tot kritiek op vroege restauratieve rechtvaardigheidsprogramma's vanwege onbewezen aannames over de capaciteiten en behoeften van slachtoffers. Een belangrijk bezwaar is de positionering van restauratieve rechtvaardigheid als een alternatief voor het strafrecht. Voor veel slachtoffers van ernstige misdrijven is erkenning en geruststelling door het strafrecht een kernbehoefte. De veroordeling van een dader door een strafrechtbank wordt gezien als een uiting van solidariteit met het slachtoffer [23](#page=23).
#### 1.2.1 Integratie van restauratieve rechtvaardigheid binnen het strafrecht
Als reactie op deze kritiek zijn nieuwere generaties restauratieve rechtvaardigheidsprogramma's niet langer gepositioneerd als een alternatief, maar als een geïntegreerd onderdeel van het strafrecht. Huidige programma's zijn victim-sensitiever en erkennen de legitimiteit van gevoelens als woede en verontwaardiging. Volgens Strang zouden slachtoffers de ruimte moeten krijgen om gevoelens van woede, angst en verontwaardiging te uiten, evenals de wens dat de dader net zoveel pijn ervaart als zij [23](#page=23).
##### 1.2.1.1 Veranderingen in programmanamen als erkenning van victim-sensitiviteit
De evolutie is zichtbaar in de naamswijzigingen van programma's. Marc Umbreit, een pionier, hernoemde zijn Victim-Offender Reconciliation Conferences naar Victim-Sensitive Victim-Offender Mediation, en uiteindelijk naar Victim-Sensitive Offender Dialogues. Deze veranderingen duiden op een impliciete erkenning dat eerdere programma's mogelijk onvoldoende victim-sensitief waren. Zijn huidige programma's voor nabestaanden van moordslachtoffers richten zich niet meer op mediation, maar bieden slachtoffers simpelweg de gelegenheid om hun dader te ontmoeten [23](#page=23).
#### 1.2.2 Beperkingen voor slachtoffers in conventionele en onveranderde restauratieve systemen
Volgens experts in het conventionele strafrecht zijn slachtoffers te wraakzuchtig om stem te krijgen in strafprocedures. Hun deelname aan het proces wordt vaak beperkt door procedurele en inhoudelijke beperkingen, wat kan leiden tot subjectieve ontevredenheid. Hoewel veel vroege restauratieve programma's niet specifiek slachtoffergericht waren, werden slachtoffers wel uitgenodigd tot deelname, vaak onder de vooronderstelling dat zij in een geest van verzoening zouden komen, wat mogelijk niet overeenkwam met hun ware gevoelens. Slachtoffers die therapeutisch nuttige reacties zochten bij zowel het conventionele strafrecht als ongereformeerde restauratieve rechtvaardigheid, bevonden zich in een moeilijke positie, omdat ambtenaren met vooraf bepaalde ideeën over hun gedrag klaarstonden. In beide systemen werden slachtoffers met argwaan behandeld, met weinig begrip voor hun ware behoeften en authentieke opvattingen [23](#page=23).
> **Tip:** Wees kritisch op de aannames achter 'ideale slachtoffers' en erken dat woede een legitieme emotie is voor slachtoffers, die ruimte moet krijgen binnen restauratieve processen [22](#page=22) [23](#page=23).
>
> **Voorbeeld:** De verschuiving van 'Victim-Offender Reconciliation Conferences' naar 'Victim-Sensitive Offender Dialogues' illustreert de erkenning dat de focus moet liggen op de behoeften en gevoelens van het slachtoffer, in plaats van op een opgelegde verzoening [23](#page=23).
---
# Schuldverdeling en de constructie van schuld
Dit onderwerp onderzoekt hoe het concept van 'slachtoffer' en 'schuld' wordt geconstrueerd, zowel in de maatschappij als in juridische zin, en hoe dit de ervaring van slachtoffers beïnvloedt.
## 2.1 De constructie van het 'slachtoffer'-label
Het label "slachtoffer" is niet neutraal en kan ongewenste connotaties met zich meebrengen. In het westen wordt dit label vaak geassocieerd met het christelijke concept van vergeving, wat kan leiden tot een verwachting van passiviteit en het afzien van een activistische houding bij slachtoffers. Afwijkingen van deze verwachte, passieve rol kunnen leiden tot negatieve oordelen of zelfs tot het scapegoaten van het slachtoffer, waarbij deze wordt hergeconstrueerd als dader of medeplichtige [25](#page=25).
### 2.1.1 Maatschappelijke en psychologische aspecten van het label
Ondanks de mogelijke negatieve effecten, kan het label "slachtoffer" ook een beginpunt zijn voor maatschappelijke erkenning en steun. De studie van autobiografieën van bekende slachtoffers is waardevol, maar verder onderzoek naar de ervaringen van 'gewone' slachtoffers, bijvoorbeeld via dagboeken of interviews, is cruciaal. Dit kan bijdragen aan minder stereotiepe opvattingen over slachtoffers en hen meer ruimte geven om hun gevoelens en wensen te uiten [25](#page=25).
> **Tip:** Het concept van 'positieve victimologie' suggereert dat victimologie zich niet alleen moet richten op stoornissen en behandelbehoeften, maar ook op het 'koesteren van de sterktes' van slachtoffers en het transformeren van lijdenservaringen in sociale of politieke actie [25](#page=25).
Sommige slachtoffers vermijden bewust het label "slachtoffer" vanwege de geassocieerde stereotypen van zwakte en schaamte. Zij prefereren termen als "overlever", die veerkracht, vindingrijkheid en productiviteit impliceren [25](#page=25).
### 2.1.2 Etymologische en religieuze oorsprong
Het woord "victim" is etymologisch verwant aan het Duitse "Weihen" (consecreren, zoals in Weihnachten/Kerstmis) en het Sanskriet "Vinakti" (uitkiezen, apart zetten). Op het diepste niveau verwijst het naar degenen die, net als Jezus Christus, geheiligd werden na te zijn aangewezen als zondebok [26](#page=26).
In de islamitische context verwijzen woorden als Dchiya (of Qurbani) niet alleen naar het offerobject, maar ook primair naar de offerbereidheid van Abraham en zijn zoon. De Koran leert dat het kwijtschelden van vergelding uit barmhartigheid een daad van verzoening is [26](#page=26).
### 2.1.3 Hedendaagse voorbeelden van het 'slachtoffer'-label en de constructie van schuld
De ervaringen van bekende slachtoffers, zoals Natascha Kampusch, Sabine Dardenne, Treshi Meili, John Tulloch, Jan Philipp Reemtsma, Muktar Mai, Ger Vaders, Mrs. Heijn, Diana Lamplugh, de familie McCann, en Arjan Erkel, illustreren de complexe realiteit van victimisatie en de maatschappelijke reacties daarop [27](#page=27).
Een schrijnend voorbeeld is de reactie op Natascha Kampusch na haar ontsnapping, waarbij ze, door het delen van haar ervaringen en het reizen met haar ontvoerder, in de publieke opinie werd omgevormd van slachtoffer naar schuldige of zelfs oplichter. Dit illustreert hoe slachtoffers onder publieke druk kunnen komen te staan om hun gedrag te verantwoorden. Ook in de zaak van de familie McCann waren er initiële beschuldigingen aan het adres van de ouders [27](#page=27).
Onderzoek naar slachtoffers van medische missers toont aan dat de beschuldiging van 'mentaal instabiel' te zijn door artsen een belangrijke motief kan zijn voor juridische stappen. Negatieve labeling door verantwoordelijken komt ook voor bij slachtoffers van door de mens veroorzaakte rampen [27](#page=27).
Secundaire victimisatie, waarbij slachtoffers geconfronteerd worden met een vijandige receptie, is een tragisch fenomeen. Voorbeelden hiervan zijn de ontvangst van Sjoa-overlevenden die verloren eigendommen of kinderen terugvorderden in het naoorlogse Polen en Nederland, waarbij hen werd gevraagd hun sympathie niet op het spel te zetten door te veeleisend te zijn [27](#page=27).
## 2.2 Schuld en strafrechtelijke concepten
Het strafrecht hanteert vaak een dichotomie tussen schuld van de dader en de onschuld van het 'ideale slachtoffer'. Dit concept van het 'ideale slachtoffer' is een constructie binnen het strafrecht die de schuld van de dader moet benadrukken. Dit staat in contrast met de meer flexibele schuldconcepten in het civiele recht (tort law). Echter, de oorsprong van het slachtofferconcept ligt niet primair in juridische taal, maar in het informele taalgebruik, en de adoptie in juridische taal is relatief recent [26](#page=26).
### 2.2.1 De rol van straf in de solidariteit met het slachtoffer
Straf van de dader is belangrijk voor het slachtoffer, niet zozeer om wraakgevoelens te bevredigen, maar omdat het de solidariteit van de gemeenschap met het slachtoffer toont. Door de dader uit te sluiten, wordt het slachtoffer geïncludeerd. De straf communiceert in essentie dezelfde boodschap als vriendelijke brieven van medeleven [28](#page=28).
### 2.2.2 Mimesis en zondebokmechanismen
Rene Girard's werk biedt psychologische interpretaties die draaien om de concepten mimesis (nabootsing) en zondebokmechanismen. Girard paste dit interpretatieschema toe op antropologische en theologische onderwerpen. Een favoriet voorbeeld van Girard is Oedipus, die zich uiteindelijk neerlegt bij zijn lot als zondebok voor de problemen van Thebe [26](#page=26).
## 2.3 Deconstructie van schuld en de ervaring van slachtoffers
Het is essentieel om de constructie van schuld en het slachtofferlabel te onderzoeken om te begrijpen hoe slachtoffers worden ervaren en behandeld [25](#page=25).
> **Tip:** Een diepere analyse van de narratieven van slachtoffers kan bijdragen aan een genuanceerder beeld en helpen bij het ontwikkelen van maatschappelijke structuren die slachtoffers beter ondersteunen [25](#page=25).
De impact van het strafrechtelijk systeem op slachtoffers, en hoe zij zich daarin positioneren, is een belangrijk onderzoeksveld. Sommige slachtoffers voelen zich echter ongemakkelijk bij het idee dat zij de schuld krijgen, zelfs indirect, door de gebeurtenis zelf. De uitspraak "als mijn broer niet op de een of andere manier schuldig was aan zijn dood, dan was niemand veilig?" illustreert deze angst voor gedeelde schuld en de implicatie van het lot [27](#page=27) [28](#page=28).
---
# De rol en perceptie van het slachtofferlabel
Het label "slachtoffer" is complex en roept uiteenlopende associaties en verwachtingen op, die de ervaringen en reacties van getroffenen van misdrijven sterk kunnen beïnvloeden. Dit hoofdstuk onderzoekt de historische, etymologische en sociaal-culturele aspecten van het slachtofferlabel, evenals de percepties en de impact ervan op individuen en de maatschappij [25](#page=25) [33](#page=33).
### 3.1 Etymologie en historische oorsprong van het slachtofferlabel
Het woord "slachtoffer" heeft diepe etymologische wortels die verband houden met heiliging en het apart zetten. Het Engelse woord "victim" is verwant aan het Duitse "Weihen" (consecreren, zoals in "Weihnachten" - Kerstmis) en het Sanskriete "Vinakti" (afzonderen, apart zetten). Op het meest basale niveau verwijst het naar degenen die, net als Jezus Christus, heilig werden na als zondebok te zijn aangewezen [26](#page=26).
Historisch gezien verscheen het concept van het slachtoffer eerst in informeel taalgebruik en niet in juridische termen. In het oude criminele taalgebruik in het Engels, Frans, Nederlands of Zweeds werd de getroffen partij aangeduid als de private aanklager of partij in het proces, maar nooit als "slachtoffer". Het slachtofferconcept is pas zeer recent in juridisch taalgebruik opgenomen [26](#page=26).
#### 3.1.1 Religieuze en culturele connotaties
De religieuze connotaties van het slachtofferlabel zijn significant, met name de verbinding met het christelijke concept van vergeving van de dader. Dit kan leiden tot de verwachting dat slachtoffers hun daders moeten vergeven, wat bezwaren kan oproepen tegen een activistische houding. Binnen de islamitische context verwijzen de woorden Dchiya of Qurbani niet alleen naar het offerobject, maar ook primair naar de offerhouding van Abraham en zijn zoon. Hoewel moslims niet onder een morele verplichting staan om daders te vergeven, wordt dit wel verwacht als een daad van naastenliefde [25](#page=25) [26](#page=26).
#### 3.1.2 Het "ideale slachtoffer" concept
Christie beschouwt het concept van het onschuldige "ideale slachtoffer" als een kenmerk van het strafrecht, dat de onschuld van het slachtoffer benadrukt om de schuld van de dader te onderstrepen. Dit wordt gedeeld door Fletscher, die de dichotomische aard van het strafrechtelijke schuldconcept tegenover het flexibelere schuldconcept in het civiele recht bespreekt [26](#page=26).
### 3.2 Perceptie en stigma van het slachtofferlabel
Het slachtofferlabel kan geassocieerd worden met negatieve stereotypen, zoals zwakte en schaamte, wat ertoe kan leiden dat getroffenen diensten weigeren. Julia Osmond, UN goodwillambassadeur, beschreef de ongemakkelijkheid die slachtoffers voelen met dit label, omdat het synoniem is met zwakte en schaamte, terwijl zij zichzelf als overlevenden, veerkrachtig en productief zien [25](#page=25).
#### 3.2.1 Negatieve waardeoordelen en scapegoating
Zelfs kleine afwijkingen van de verwachte, passieve slachtofferrol kunnen argwaan wekken en negatieve waardeoordelen uitlokken. In extreme gevallen kunnen slachtoffers die hun verwachte rollen van passieve lijdenden betwisten, zelf het doelwit worden van scapegoating en worden geherinterpreteerd als daders of medeplichtigen [25](#page=25).
#### 3.2.2 Secundaire victimisatie
Slachtoffers kunnen secundaire victimisatie ervaren wanneer hun rol of verantwoordelijkheid in twijfel wordt getrokken, of wanneer ze worden geconfronteerd met vijandige reacties. Een schrijnend voorbeeld hiervan is de ontvangst van teruggekeerde Holocaust-overlevenden die verloren eigendommen of kinderen terugvorderden; zij werden geconfronteerd met antisemitische uitingen en opmerkingen die hun sympathie in gevaar brachten. Ook bij medische malpractice kunnen patiënten worden bestempeld als mentaal instabiel, wat een motief kan zijn om juridische stappen te ondernemen [27](#page=27).
#### 3.2.3 De publieke perceptie van "schuld"
De publieke perceptie kan snel omslaan, zoals geïllustreerd door het geval van Natascha Kampusch. Nadat bleek dat ze met haar ontvoerder op vakantie was geweest, werd zij in de publieke opinie van slachtoffer tot "schurk" omgevormd, met een stortvloed aan haatmail tot gevolg. Vergelijkbaar trok de zaak van de familie McCann veel aandacht, waarbij de ouders aanvankelijk in de media in verdenking werden gesteld [27](#page=27).
### 3.3 Verder onderzoek en positieve victimologie
Het bestuderen van de autobiografieën van prominente slachtoffers zou gevolgd moeten worden door onderzoek naar de verhalen van "gewone" slachtoffers, bijvoorbeeld via dagboeken of diepte-interviews. Dit zou de victimologische kennis kunnen vergroten en leiden tot minder stereotiepe opvattingen over slachtoffers [25](#page=25).
#### 3.3.1 "Positieve victimologie"
Er is een pleidooi voor een verschuiving binnen de victimologie, weg van de exclusieve focus op stoornissen en behoeften, naar het erkennen van mogelijke voordelen van pijnlijke levensgebeurtenissen, geïnspireerd door de "positieve psychologie". Victimologie zou zich moeten richten op het 'voeden van krachten' bij slachtoffers en hen helpen hun negatieve ervaringen te benutten en om te zetten in sociale of politieke actie. Dit zou kunnen leiden tot de ontwikkeling van een "positieve victimologie" [25](#page=25).
#### 3.3.2 De rol van straf en gemeenschapssteun
De straf van de dader is belangrijk voor het slachtoffer, niet zozeer uit wraakgevoelens, maar omdat het de solidariteit van de gemeenschap met het slachtoffer toont. De straf sluit de dader uit en omvat daarmee het slachtoffer, wat vergelijkbaar is met de steunbetuigingen via vriendelijke brieven aan een terugkerend persoon [28](#page=28).
> **Tip:** Het is cruciaal om de negatieve connotaties van het slachtofferlabel te herkennen en te onderzoeken hoe deze de ervaringen en het herstel van getroffenen beïnvloeden. Een meer genuanceerde en minder stereotiepe benadering kan bijdragen aan betere ondersteuning en integratie van slachtoffers in de samenleving.
> **Voorbeeld:** Onderzoek naar de behoeften van slachtoffers zoals geuit door de slachtoffers zelf, benadrukt de complexiteit van hun ervaringen en de noodzaak van een breder perspectief dan enkel kwetsbaarheid. De analyse van de impact van het strafrecht op slachtoffers ("victimalisering van het strafrecht") toont aan hoe juridische processen de victimisatie kunnen versterken [29](#page=29) [32](#page=32).
---
# De rol van vergeving en verzoening in de slachtofferervaring
Dit onderdeel onderzoekt de complexe dynamiek van vergeving en verzoening binnen de context van de slachtofferervaring, inclusief de maatschappelijke verwachtingen en de persoonlijke beleving van slachtoffers.
### 4.1 De maatschappelijke verwachting van vergeving
De maatschappelijke perceptie van het "slachtoffer"-etiket brengt vaak impliciete of expliciete verwachtingen met zich mee, waaronder de notie van vergeving jegens de dader. Deze verwachting, die mede geworteld is in religieuze connotaties van het woord "victim" kan bij slachtoffers weerstand oproepen [25](#page=25).
* **Kritiek op het "ideale slachtoffer"-concept:** Het concept van het "onschuldige ideale slachtoffer", zoals beschreven door Christie, benadrukt de onschuld van het slachtoffer om de schuld van de dader te onderstrepen. Dit kan leiden tot een dichotomie tussen schuld en onschuld, wat niet altijd de complexiteit van slachtofferschap weerspiegelt. De oorsprong van het slachtofferconcept ligt echter niet primair in juridische taal, maar in informele taal [26](#page=26).
* **Christelijke connotaties en de verwachting van verzoening:** De christelijke interpretatie van "victima" als verzoening met de Vader draagt bij aan de maatschappelijke verwachting dat slachtoffers hun daders moeten vergeven. Dit kan slachtoffers onder druk zetten en hun emotionele expressie beperken [25](#page=25).
* **Islamitische perspectieven op verzoening:** In de islamitische context verwijzen termen als "Dchiya" of "Qurbani" naar de offers die Abraham bracht. Hoewel er geen morele verplichting tot vergeving is, suggereert de koran dat het kwijtschelden van vergelding door middel van liefdadigheid een daad van verzoening is. Dit impliceert dat slachtoffers, hoewel niet verplicht, wel geacht kunnen worden tot vergeving over te gaan uit barmhartigheid [26](#page=26).
### 4.2 Weerstand tegen het "slachtoffer"-etiket
Veel slachtoffers ervaren ongemak met het "slachtoffer"-etiket vanwege de bijbehorende stereotypen van zwakte en schaamte. Zij identificeren zich liever als "overlevenden" die veerkrachtig, levend en productief zijn [25](#page=25).
* **Stereotypen en negatieve waardeoordelen:** Afwijkingen van de verwachte, passieve slachtofferrol kunnen leiden tot negatieve waardeoordelen en achterdocht. In extreme gevallen kunnen slachtoffers die hun rol betwisten zelfs zelf worden gemythologiseerd als daders of medeplichtigen [25](#page=25).
* **De behoefte aan een bredere definitie van slachtofferschap:** Victimologische onderzoek zou zich minder exclusief moeten richten op stoornissen en de behoefte aan hulpverlening. Er moet meer aandacht komen voor de "sterktes" van slachtoffers en hoe zij negatieve ervaringen kunnen omzetten in sociale of politieke actie. Dit kan leiden tot een "positieve victimologie" [25](#page=25).
### 4.3 De rol van rechtspraak en gemeenschap
De rechtspraak en de gemeenschap spelen een rol in hoe slachtoffers worden behandeld en in hun verwerkingsproces.
* **Ondersteuning door het rechtssysteem:** De aanwezigheid van juridische structuren, zoals uniformen, wapens en toga's van rechters, kan slachtoffers tijdens het getuigen een gevoel van orde en "beschaving" geven, vooral na een traumatische ervaring. Dit kan hen helpen hun verhaal te vertellen [28](#page=28).
* **De betekenis van straf voor het slachtoffer:** Straf van de dader is belangrijk voor het slachtoffer, niet zozeer omwille van wraak (wat meestal niet gebeurt), maar omdat de straf de solidariteit van de gemeenschap met het slachtoffer toont. De straf sluit de dader uit en omvat daarmee het slachtoffer. Dit communiceert dezelfde boodschap als steunbetuigingen van individuen [28](#page=28).
### 4.4 Secondaire victimisatie en labeling
Slachtoffers kunnen te maken krijgen met secundaire victimisatie, waarbij de reacties van hun omgeving of het systeem de oorspronkelijke schade verergeren. Dit kan gebeuren door negatieve labeling [27](#page=27).
* **Voorbeelden van negatieve labeling:**
* In het geval van Natascha Kampusch werd zij, nadat geruchten ontstonden dat zij met haar ontvoerder op vakantie was gegaan, in de publieke opinie van slachtoffer tot schurk bestempeld. Dit leidde tot een stroom van haatmail [27](#page=27).
* Slachtoffers van medische missers werden door artsen als mentaal instabiel bestempeld, wat een belangrijke motivatie was om juridische stappen te ondernemen [27](#page=27).
* Repatriërende overlevenden van de Holocaust die hun verloren eigendommen of kinderen terug wilden, werden geconfronteerd met antisemitische reacties en de waarschuwing om het medelijden niet te verspelen door "te veeleisend" te zijn [27](#page=27).
* **De rol van media en publieke opinie:** Media en de publieke opinie kunnen snel omslaan, waardoor slachtoffers van helden tot schurken kunnen worden gemythologiseerd. Dit benadrukt de kwetsbaarheid van slachtoffers voor de grilligheid van de publieke perceptie [27](#page=27).
### 4.5 De complexiteit van vergeving en verzoening in de praktijk
De concepten vergeving en verzoening zijn niet altijd eenvoudig toe te passen in de realiteit van slachtofferschap.
* **Weigering van hulp door afkeer van het "slachtoffer"-etiket:** Sommige slachtoffers weigeren hulpdiensten, zelfs na ernstige schade, uit afkeer van het label "slachtoffer" en de bijbehorende stereotypen [25](#page=25).
* **De noodzaak van een 'positieve victimologie':** Victimologie zou meer aandacht moeten besteden aan mogelijke voordelen van pijnlijke levensgebeurtenissen. Dit betekent niet het bagatelliseren van trauma, maar het erkennen van de mogelijkheid van groei en transformatie [25](#page=25).
* **Narratieve analyse van slachtofferervaringen:** Onderzoek naar autobiografieën van bekende slachtoffers, en later naar de verhalen van gewone slachtoffers, kan bijdragen aan een minder stereotype beeldvorming en meer ruimte bieden voor vrije expressie van gevoelens en wensen [25](#page=25).
> **Tip:** Het is cruciaal om het verschil te begrijpen tussen de maatschappelijke verwachting van vergeving en de persoonlijke keuze van een slachtoffer om al dan niet te vergeven. Beide zijn valide aspecten van de slachtofferervaring.
> **Voorbeeld:** De zaak van Natascha Kampusch illustreert hoe snel de publieke opinie kan keren. Eerst gezien als een slachtoffer van een gruwelijke ontvoering, werd ze later bekritiseerd en beschuldigd van bedrog door de publieke perceptie die haar rol opnieuw definieerde. Dit onderstreept de impact van externe labeling op de slachtofferervaring [27](#page=27).
---
# De westerse opvatting van slachtofferschap en de oorsprong van het label 'slachtoffer'
Hier is een samenvatting voor het onderwerp "De westerse opvatting van slachtofferschap en de oorsprong van het label 'slachtoffer'", gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 5. De westerse opvatting van slachtofferschap en de oorsprong van het label 'slachtoffer'
De westerse opvatting van slachtofferschap wordt diepgaand beïnvloed door de etymologische oorsprong van het woord 'slachtoffer' en de associatie met het lijden van Christus, wat leidt tot impliciete verwachtingen van passiviteit en vergeving.
### 5.1 De etymologische oorsprong van het label 'slachtoffer'
#### 5.1.1 Universele benamingen voor getroffenen van misdaad
In westerse talen worden personen die getroffen zijn door misdaad universeel aangeduid met termen die afgeleid zijn van het Latijnse woord *victima*, wat 'offer(dier)' betekent. Dit geldt niet alleen voor Romaanse talen, maar ook voor het Duitse *Opfer* (offer/offerande) en het Nederlandse *slachtoffer* (letterlijk: object dat geslacht wordt als offer). Ook in andere talen, zoals het IJslandse *Fornarlamb* (offerlam), het Grieks, Hongaars en Slavische talen, worden vergelijkbare concepten gehanteerd. Zelfs in het moderne Hebreeuws en Arabisch wordt met deze termen naar getroffenen verwezen. Dit staat in contrast met talen als Chinees en Japans, waar neutrale termen als 'partij die schade heeft geleden' worden gebruikt [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 5.1.2 De associatie met het lijden van Christus
De keuze voor het label *victima* is opmerkelijk omdat het melodramatisch en respectloos kan overkomen. Het suggereert een passiviteit die herstel ontkent en de dader in een gunstiger licht plaatst, alsof deze hogere, onzelfzuchtige motieven had. De term *holocaust* (offer door vuur) voor de genocide op de Joden wordt als problematisch beschouwd omdat het impliceert dat de gebeurtenis een hoger doel diende; daarom prefereert men de term *shoah* (God verlaten ramp) [2](#page=2).
Volgens het artikel ontstond het gebruik van het woord *victim* voor een mens in de westerse talen oorspronkelijk in theologische teksten rond de Reformatie. Een van de oudste vermeldingen in het Nederlands dateert uit 1557, waar Jezus Christus 'het slachtoffer van onze zonden' wordt genoemd. In het Frans wordt het woord *victime* in 1642 door Corneille gebruikt in de betekenis van 'vrijwillig slachtoffer' voor Christus. In het Engels verscheen het woord *victim* voor het eerst in de Rhemense Bijbel in de 16e eeuw, aanvankelijk enkel voor offerdieren. Pas rond 1736 werd het in het Engels gebruikt als erenaam voor Jezus Christus als 'verzoenend slachtoffer' dat de mensheid verloste. Deze theologische oorsprong, met name de identificatie van Jezus als *victima* of *Agnus Dei* (Lam Gods), lijkt de oorsprong van het label voor misdaadslachtoffers te zijn [1](#page=1) [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 5.1.3 De verschuiving naar algemeen gebruik
Hoewel het gebruik van *victim* voor menselijke lijders aanvankelijk als godslasterlijk werd beschouwd, begon het concept breder toegepast te worden vanaf de 17e eeuw, ongeveer een eeuw na de eerste theologische toepassing op Christus. In het Engels gebeurde dit pas aan het einde van de 18e eeuw. Deze bredere toepassing vond plaats in het spraakgebruik en niet als juridische term. De groeiende menswording van het beeld van Jezus Christus in de kunst, met name de populariteit van Passiespelen, en de erkenning van de Kruisiging als een geval van *scapegoating* (zondebokmechanisme), faciliteerden deze verschuiving. Gewone mensen begonnen het lijden van medemensen te herkennen als een echo van Christus' passie en pasten het *victima*-label toe op algemene menselijke slachtoffers van rampen en misdaden [4](#page=4) [5](#page=5).
### 5.2 Implicaties van het 'slachtoffer'-label
#### 5.2.1 Connotaties van medelijden en vergeving
Het *victima*-label brengt primair de connotatie van medelijden (co-misery) met zich mee. Door getroffenen als 'slachtoffers' te bestempelen, wordt hun diepe en onschuldige lijden erkend. Dit sluit aan bij het concept van het 'ideale slachtoffer' als een onschuldige, kwetsbare persoon, zoals de oude dame bij Nils Christie. Een belangrijke secundaire connotatie is die van vergeving, geïnspireerd door de woorden van Jezus aan het kruis: "Vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen". Het Nieuwe Testament benadrukt de plicht tot vergeving, zelfs van vijanden [5](#page=5) [6](#page=6).
Deze nadruk op vergeving is niet louter theologisch. Veel kerken moedigen slachtoffers aan hun daders te vergeven, terwijl wraak als een zonde wordt beschouwd. Dit is zichtbaar in de rol van vergeving in de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika, en in de acties van de Amish-gemeenschappen na een schoolmassamoord [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 5.2.2 De positie van het slachtoffer als zondebok
In tegenstelling tot vroeger, toen slachtoffers en hun families het recht hadden op wraak of bloedgeld, wordt hen nu een morele plicht tot afstand doen van dit recht opgelegd. Dit betekent dat slachtoffers een aanzienlijk offer moeten brengen ten behoeve van de gemeenschap. Vanuit de sociologische traditie van Durkheim wordt criminaliteit als sociaal functioneel gezien voor morele cohesie door bestraffing van de dader, wat impliciet veronderstelt dat slachtoffers afzien van vergelding [6](#page=6).
Het moderne maatschappelijke omgaan met slachtoffers plaatst hen in een positie die vergelijkbaar is met zondebokken in primitieve culturen. Net zoals de zondebok in Leviticus de zonden van de Israëlieten draagt en de woestijn in wordt gestuurd, worden misdaadslachtoffers geacht de door de dader verstoorde vrede te herstellen door hun recht op wraak op te geven. Volgens de theorieën van René Girard, die religieuze rituelen als sacrificial ziet, kan het strafproces worden geïnterpreteerd als een ritueel dat de belangen van het slachtoffer opoffert ten gunste van de gemeenschap. Succesvolle zondebokmechanismen vereisen oprechtheid van degenen die de uitwijzing organiseren, en de zondebok wordt gezien als 'goed geweld' [6](#page=6) [7](#page=7).
Op etymologisch niveau suggereert de hypothese dat de maatschappij door getroffenen 'slachtoffers' te noemen, hen tot quasi-zondebokken maakt, een diepere betekenis. De identificatie van Jezus als *victima* erkent zijn rol in een lange traditie van zondebokken die werden gedood om vrede te brengen. De kernkarakteristieken van een zondebok, zoals medeplichtigheid aan de eigen ondergang en onvermogen tot vergelding, passen bij Jezus, die zijn kwelgevers vergeeft en daardoor een ideaal model wordt voor misdaadslachtoffers [7](#page=7).
Het label 'slachtoffer' biedt een 'taalkundig genie': het erkent het diepe lijden en drukt tegelijkertijd de verwachting uit dat het slachtoffer zijn recht op wraak zal opofferen. Dit dubbele aspect – lijdend object van medelijden en actief subject van een offer – kan de snelle adoptie van het label verklaren [7](#page=7).
#### 5.2.3 Verwachtingen en reacties van de samenleving
De morele imperatieven verbonden aan het *victima*-label bepalen hoe misdaadslachtoffers in westerse samenlevingen worden behandeld. Het 'ideale slachtoffer' is onschuldig, lijdt diep, maar is bereid te vergeven. De gemeenschap toont medelijden en respect voor degenen die aan deze verwachtingen voldoen. Slachtoffers die afwijken van dit label, door hun eigenbelang te verdedigen of wraak te uiten, ondermijnen christelijke waarden en kunnen rekenen op woede en morele verontwaardiging in plaats van medelijden [8](#page=8).
Positivistische victimologische onderzoeken dragen bij aan kennis over de gevolgen van victimisatie, maar bieden weinig inzicht in hoe slachtoffers door de maatschappij worden geconstrueerd en hoe er op hen wordt gereageerd. De focus op psychische stoornissen, zoals posttraumatische stressstoornis, kan een verborgen bias reflecteren voortkomend uit het label 'slachtoffer' [8](#page=8).
#### 5.2.4 Slachtoffer-narratieven: innerlijke kracht, woede en posttraumatisch altruïsme
Narratieve analyse van autobiografische verslagen van hoogprofielslachtoffers biedt een manier om hun authentieke stemmen te verstaan. Deze narratieven laten zien dat slachtoffers vaak onverwachte innerlijke krachten ontdekken bij het omgaan met hun victimisatie. Voorbeelden zijn Sabine Dardenne, Natascha Kampusch en Terry Waite, die hun veerkracht beschrijven. Dit fenomeen, 'victim resilience' en 'post traumatic growth' genoemd, wordt bevestigd in klinische studies en lijkt bij een aanzienlijk deel van de slachtoffers voor te komen. Deze groeiende erkenning van veerkracht en groei bij slachtoffers, samen met de trend van publicatie van slachtofferbiografieën, duidt op een geleidelijke ontrafeling van conventionele representaties van slachtofferschap in het Westen [10](#page=10) [8](#page=8) [9](#page=9).
Een tweede terugkerend thema is de woede van slachtoffers jegens de dader en hun weigering om te vergeven. Sabine Dardenne uit haar woede en weigering tot vergeving, en beschrijft haar gevecht om te voorkomen dat haar dader er gemakkelijk vanaf komt. Mukhtar Mai ervaart woede als een tegengif tegen depressie en erkent de helende kracht van het uiten van woede en wraakgevoelens. Dit toont aan dat het overwinnen van victimisatie niet altijd gebaseerd is op vergeving, maar ook op het erkennen en kanaliseren van negatieve emoties [10](#page=10).
---
Dit gedeelte van de studiehandleiding behandelt de complexe en vaak tegenstrijdige westerse opvattingen over slachtofferschap, de reacties van de omgeving op veerkrachtige slachtoffers, en de historische ontwikkeling van de victimologie en haar impact op de beeldvorming van slachtoffers.
### 5.1 De complexiteit van slachtofferervaringen
Victimologische analyses, met name die gebaseerd op getuigenissen van slachtoffers van ontvoering, tonen aan dat slachtofferschap verder gaat dan passief lijden en hulpeloosheid [12](#page=12).
#### 5.1.1 De rol van emoties en copingstrategieën
* **Woede en wraak:** Veel slachtoffers ervaren sterke gevoelens van woede en een instinct tot wraak als reactie op hun slachtofferschap. Dit kan worden gezien als een overlevingsmechanisme dat hen in staat stelt vooruit te gaan en actie te ondernemen, in plaats van te bezwijken voor wanhoop of dood [11](#page=11).
* Mukhtar Mai weigerde haar belagers te vergeven en vertrouwde op goddelijke straf als de rechtbank faalde [11](#page=11).
* Natascha Kampusch uitte ambivalente gevoelens ten opzichte van haar ontvoerder, wat werd geïnterpreteerd als Stockholm Syndroom [11](#page=11).
* Jan Philipp Reemtsma ervoer aanvankelijk verdriet dat omsloeg in fantasieën over het tormenteren van zijn ontvoerder. De gedwongen intimiteit tijdens de ontvoering belemmerde hem echter in zijn vermogen de dader voldoende te haten, wat hij als traumatisch beschouwde [11](#page=11).
* Arjan Erkel erkent eveneens ambivalente gevoelens door gedwongen intimiteit met zijn ontvoerders [11](#page=11).
* Critici wijzen erop dat films en literatuur vaak de behoefte aan wraak reflecteren, terwijl dit in de publieke sfeer wordt onderdrukt, ondanks dat het een diepgevoelde emotie is [11](#page=11).
* **Post-traumatisch altruïsme:** Een opvallend en veelvoorkomend thema is de neiging van slachtoffers om zich te engageren in sociale activiteiten ten gunste van andere slachtoffers of in liefdadigheidsorganisaties. Dit wordt gezien als een manifestatie van post-traumatische groei [12](#page=12).
* Ger Vaders werd een leidend figuur in slachtofferhulp in Nederland na een terroristische aanslag [12](#page=12).
* Treshi Meili gaf haar baan op om voor liefdadigheidsorganisaties te werken en vrijwilligerswerk te doen voor een slachtofferhulp in New York [12](#page=12).
* Mukhtar Mai gebruikte haar compensatie om scholen voor meisjes op te zetten [12](#page=12).
* Natascha Kampusch richtte een fonds op voor slachtoffers [12](#page=12).
* Terry Waite runt een organisatie die hulp biedt aan gemeenschappen in ontwikkelingslanden [12](#page=12).
* Arjan Erkel is actief in diverse vormen van liefdadigheidswerk [12](#page=12).
* Jan Philipp Reemtsma financierde een onderzoekscentrum naar sociale problemen, inclusief de effecten van collectieve victimisatie [12](#page=12).
* Initiatieven zoals het Jill Dando Institute of Crime Science en de Lamplugh Foundation in het Verenigd Koninkrijk, en het fonds van de familie Ron Goldman in de VS, illustreren dit fenomeen [12](#page=12).
#### 5.1.2 De mismatch tussen zelfbeeld en sociale verwachtingen
Slachtoffers ervaren vaak een discrepantie tussen hun zelfbeeld als autonome individuen met sterke punten en de beperkende sociale verwachtingen van hun omgeving. Deze mismatch kan leiden tot secundaire victimisatie, waarbij slachtoffers negatieve reacties ontvangen juist vanwege hun veerkracht en activisme [13](#page=13).
* **Sociale druk tot passiviteit:** Er bestaat een impliciete verwachting dat slachtoffers passief, stil en hulpeloos dienen te zijn. Afwijkend gedrag, zoals assertiviteit of het uiten van woede, wordt vaak bekritiseerd of geminimaliseerd [13](#page=13) [14](#page=14).
* Mrs Lamplugh werd bekritiseerd omdat haar gebrek aan zichtbare rouw zou impliceren dat ze haar dochter niet veel had liefgehad. Ze interpreteerde dit als informele sancties voor gedrag dat de rolverwachtingen van een slachtoffer doorbrak: "Een goed slachtoffer is vóór alles iemand die negatief gedefinieerd wordt: niet intelligent, niet zichtbaar, niet verbaal, niet boos. De enige toegestane modus is: blijf snikken en wees stil" [13](#page=13).
* Jan Philipp Reemtsma werd geweigerd als spreker op een conferentie voor traumaprofessionals, omdat men hem 'onbevoegd' achtte vanwege zijn ervaringen [14](#page=14).
* Sabine Dardenne werd als onbetrouwbare getuige afgeschilderd door de aanklager en media na het uiten van kritiek op een samenzweringstheorie rond de zaak-Dutroux. Haar weigering psychiatrische behandeling te ondergaan, ook al werd ze als 'niet mentaal patiënt' beschouwd, leidde tot agressieve reacties van haar omgeving [14](#page=14).
* **Mediareacties en verdachtmakingen:** De media spelen een significante rol in secundaire victimisatie, door slachtoffers te framen als medeplichtigen of daders wanneer zij afwijken van het verwachte slachtofferbeeld [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* Natascha Kampusch werd beschuldigd van medeplichtigheid toen bleek dat ze haar ontvoerder had vergezeld op een uitstapje. Haar veerkrachtige optreden werd verdachtmakingen dat ze geen slachtoffer was. De media schilderden haar en haar moeder af als medeplichtigen, wat culmineerde in een 'moderne heksenjacht' [14](#page=14) [15](#page=15).
* De ouders McCann werden aanvankelijk bekritiseerd voor nalatigheid, maar later beschuldigd van betrokkenheid bij de verdwijning van hun dochter, mede vanwege hun actieve rol in de media [15](#page=15).
* Ger Vaders werd door een psychiater gediagnosticeerd met het Stockholm Syndroom, wat hij zag als een poging zijn autonomie af te nemen. Zijn kritiek op de overheid en steun voor slachtoffers leidde tot smaadcampagnes en doodsbedreigingen [16](#page=16).
* John Tulloch, een slachtoffer van de Londense bomaanslagen, werd door The Sun geportretteerd als steunend aan strengere anti-terreurwetgeving, ondanks zijn verzet daartegen. Zijn identiteit werd geappropriëerd om politieke agenda's te dienen. Zijn kritiek op de overheid leidde tot beschuldigingen van sympathie met terroristen [16](#page=16) [17](#page=17).
* Reemtsma bekritiseert de media voor het schenden van de privacy van slachtoffers, zoals bij de publicatie van een foto van zijn gewonde gezicht en het publiek maken van het ontredderde gelaat van Sabine Dardenne [17](#page=17).
#### 5.1.3 Reactieve scapegoating van slachtoffers
De negatieve reacties op veerkrachtige slachtoffers, met name door de media en autoriteiten, kunnen worden geïnterpreteerd als een vorm van 'reactieve scapegoating'. Wanneer slachtoffers niet voldoen aan de verwachting van passiviteit en hulpeloosheid, en hun autonomie opeisen, kunnen zij het doelwit worden van de agressie en angst die door de misdaad zijn opgeroepen [18](#page=18).
* **Mechanisme van scapegoating:** In de context van de christelijke cultuur biedt het label 'slachtoffer' zowel compassie als een 'stok'. Compassie wordt verleend op voorwaarde van meegaandheid. Wie deze voorwaarde schendt, loopt het risico het doelwit te worden van de agressie die door de misdaad is opgewekt. Dit kan leiden tot de aantijging dat slachtoffers medeplichtigen of zelfs daders zijn, waarmee de opgeroepen emoties worden omgeleid [18](#page=18).
### 5.2 Victimologie: een kritische blik op het label 'slachtoffer'
De academische discipline victimologie heeft historisch gezien de diepere betekenissen en de culturele connotaties van het woord 'slachtoffer' onvoldoende onderzocht, waardoor stereotypen onbedoeld werden gereproduceerd [18](#page=18) [19](#page=19).
#### 5.2.1 De evolutie van de victimologie
* **Vroege victimologie (Mendelsohn, Von Hentig):** Deze stroming richtte zich op de schuld van het slachtoffer, met typologieën gebaseerd op de mate van eigen toerekeningsvatbaarheid. De centrale vraag was of het slachtoffer 'schuldig' was (La victime, est-elle coupable?). Deze aanpak werd bekritiseerd voor het potentieel voor slachtofferbeschuldiging, met name bij slachtoffers van seksueel geweld, en vertoonde weinig sensitiviteit voor de ervaringen en behoeften van slachtoffers [19](#page=19).
* **Tweede golf victimologie (therapeutisch georiënteerd):** Deze golf verschoof de focus naar de emotionele problemen en behoeften van slachtoffers, met Post Traumatische Stress Syndroom (PTSS) als centraal concept. Deze benadering was victim-vriendelijker en leidde tot evidence-based interventies. Echter, deze stroming werd bekritiseerd omdat ze zich voornamelijk richtte op gevoelens van angst en depressie, en gevoelens van woede en vijandigheid negeerde. Onderzoek toont aan dat woede en vijandigheid juist centraal kunnen staan bij PTSS [19](#page=19).
* De behandeling lijkt het stereotype van het slachtoffer als zwak en passief te hebben gereproduceerd en versterkt, in plaats van als boos en actiegericht [20](#page=20).
* Ondersteuningsinstanties en overheden vinden een angstig, passief slachtoffer mogelijk gemakkelijker te managen dan een boos slachtoffer dat actief om straf of maatschappelijke veranderingen vraagt [20](#page=20).
#### 5.2.2 Kritiek op therapeutische modellen
Standaard therapeutische interventies richten zich vaak op het overwinnen van angst voor herinneringen, waarbij de behoefte om met woedegevoelens om te gaan grotendeels wordt genegeerd. Het aandringen op vergeving door religieuze counselors kan slachtoffers van seksueel misbruik re-traumatiseren; het uiten van woede is therapeutisch essentieel [20](#page=20).
* **De rol van wraak en verzoening:** Filosofen en psychologen betogen dat gevoelens van wraak ego-sterkte en zelfrespect kunnen herstellen en potentiële daders kunnen afschrikken. Het onderdrukken van deze gevoelens in de moderne samenleving wordt als zowel therapeutisch contraproductief als gevaarlijk voor de samenleving beschouwd [20](#page=20).
### 5.3 Criminal Justice Hervormingen: Tussen hamer en aambeeld
Slachtofferorganisaties hebben gestreden voor meer rechten binnen het strafrecht, maar stuitten op weerstand van strafrechtadvocaten [20](#page=20).
#### 5.3.1 Tegenstand tegen slachtofferrechten
De oppositie tegen slachtofferrechten is gebaseerd op de vrees dat deze de balans tussen vervolging en verdediging verstoren en een meer punitieve cultuur bevorderen. Tegenstanders vrezen dat slachtoffers hun 'intrinsieke behoefte aan strenge straffen' zullen uiten, en dat de uitsluiting van slachtoffers uit het strafproces juist dient om humane strafbeleid te bewaren [20](#page=20).
* **De mythe van de intrinsieke punitiviteit van slachtoffers:** Empirisch victimologisch onderzoek toont echter consequent aan dat slachtoffers niet punitiever zijn dan het publiek in het algemeen. De perceptie van de slachtoffer als iemand met een inherente behoefte aan straf is dus grotendeels een mythe [20](#page=20).
---
Dit onderwerp verkent de historische en culturele wortels van de westerse opvatting van slachtofferschap, met name de invloed van christelijke moraal op de vorming van het 'ideale slachtoffer' en de implicaties van het slachtofferlabel.
### 5.1 Kritiek op traditionele opvattingen van slachtofferschap in het strafrecht
Onderzoek toont aan dat slachtoffers, ondanks hun mogelijke boosheid jegens daders, over het algemeen niet primair op wraak uit zijn, maar op genoegdoening van hun rechtsgevoel. Procedurele rechten voor slachtoffers, zoals het recht om het hof toe te spreken, leiden niet automatisch tot zwaardere straffen. Desondanks blijven slachtoffer-vriendelijke hervormingen binnen het strafrecht controversieel, wat in veel landen heeft geleid tot beperkingen op het spreekrecht van slachtoffers tot het uiten van de impact van het misdrijf, met uitsluiting van uitspraken over strafmaten [21](#page=21).
### 5.2 De opkomst en kritiek op herstelrecht
Herstelrecht wordt door sommigen als een veelbelovend alternatief voor conventioneel strafrecht gezien, zowel voor daders als slachtoffers. Voorstanders van herstelrecht kennen slachtoffers minder snel extreem punitieve houdingen toe dan traditionele juristen. De 'ideale slachtoffer'-conceptie in herstelrecht, die onschuld, hulpeloosheid en een gebrek aan woede en wraak predikt, is echter gebaseerd op een geïdealiseerd, christelijk-moralistisch beeld dat empirisch onderzoek niet ondersteunt. Vroege pioniers van herstelrecht, zoals Christie, Braithwaite en Bianchi, negeerden de behoeften van slachtoffers, inclusief hun behoefte aan gerechtigheid en soms straf, en bouwden hun theorieën meer op persoonlijke ervaringen en abstracte idealen dan op empirische kennis [21](#page=21).
> **Tip:** Houd rekening met het verschil tussen de theoretische conceptie van het 'ideale slachtoffer' in herstelrecht en de realiteit van de emoties en behoeften van echte slachtoffers.
De vroege programma's van herstelrecht, zoals Victim Offender Reconciliation Programmes, waren sterk beïnvloed door de christelijke ethiek van vergeving en verzoening. De nadruk lag op het 'trainen' van slachtoffers om controle te houden over hun emoties, niet vengeful te zijn en waar mogelijk te vergeven. Dit werd mede ingegeven door het verlangen naar het herstellen van christelijke waarden in het strafrecht [22](#page=22).
Recentere kritiek op herstelrecht wijst op de onbewezen aannames over de capaciteiten en behoeften van slachtoffers en het negeren van de symbolische functie van het strafrecht voor erkenning en geruststelling. De symbolische veroordeling van een dader door een rechtbank wordt gezien als een uitdrukking van solidariteit met het slachtoffer en als een gebaar van uitsluiting van de dader en terugkeer van het slachtoffer in de gemeenschap [23](#page=23).
> **Voorbeeld:** Marc Umbreit's naamswijziging van "Victim-Offender Reconciliation Conferences" naar "Victim-Sensitive Victim-Offender Mediation" en uiteindelijk naar "Victim-Sensitive Offender Dialogues" illustreert de evolutie naar een meer slachtoffer-gerichte benadering, waarbij de nadruk verschuift van bemiddeling naar het bieden van een gelegenheid voor slachtoffers om de dader te ontmoeten [23](#page=23).
### 5.3 Victim labelling: een nieuw onderzoeksveld
De focus op 'victim labelling' (slachtofferlabeling) is voorgesteld als een nieuw en belangrijk onderzoeksgebied binnen de victimologie. Dit concept erkent dat 'slachtofferstatus' niet enkel wordt toegekend, maar ook geclaimd, geëvalueerd en geverifieerd door de sociale omgeving. Het slachtofferlabel heeft echter ook negatieve connotaties, mede door de westerse, christelijke invloed die passiviteit, stil lijden en het afzien van wraak impliceert. Dit label kan leiden tot een sociaal geconstrueerde identiteit die schadelijk kan zijn voor het slachtoffer, door het opleggen van rolverwachtingen en het beperken van gedragsvrijheid [24](#page=24).
> **Tip:** Begrijp dat het verkrijgen van het 'slachtofferlabel' zowel voordelen (steun, erkenning) als nadelen (stigmatisering, passiviteit, beperkingen) kan hebben voor de persoon die het label draagt.
Slachtofferlabeling vindt plaats in zowel informele als formele contexten en kan leiden tot stigmatisering en weerstand tegen hulpverlening, omdat slachtoffers zich ongemakkelijk voelen bij het stereotype dat het label oproept (#page=24, 25). De verwachting van vergeving die aan het label kleeft, kan spanningen veroorzaken. In extreme gevallen kunnen slachtoffers die hun rol tegenspreken, zelf als dader of medeplichtige worden beschouwd [24](#page=24) [25](#page=25).
### 5.4 Toekomstige richtingen in victimologie
Onderzoek naar victim labelling, onder andere door het analyseren van autobiografieën en het uitvoeren van diepte-interviews, kan leiden tot minder stereotiepe opvattingen van slachtoffers en meer ruimte voor hun uitdrukking van gevoelens en wensen. Een belangrijke ontwikkeling zou de verschuiving naar een 'positieve victimologie' zijn, die, geïnspireerd door positieve psychologie, niet alleen focust op behoeften aan behandeling, maar ook op het 'koesteren van sterktes', het benutten van negatieve levenservaringen en het omzetten van lijden in sociale of politieke actie ter preventie van misdaad of hulp aan andere slachtoffers [25](#page=25).
Julia Osmond, welwillend ambassadeur van de VN voor de bestrijding van mensenhandel, benadrukte de ongemakkelijkheid van het label 'slachtoffer', dat vaak synoniem wordt gesteld aan zwakte en schaamte, terwijl veel slachtoffers juist overlevenden zijn die veerkrachtig, levendig en productief zijn. Dit benadrukt de noodzaak om slachtoffers niet enkel te zien in termen van hun geleden leed, maar ook in hun kracht en veerkracht [25](#page=25).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Slachtoffer (Victim) | Een term die oorspronkelijk werd gebruikt voor offerdieren en later, met name in theologische teksten, voor Jezus Christus vanwege zijn offerrol. In moderne Westerse talen wordt het ook gebruikt voor personen die getroffen zijn door misdaad of rampen, wat vaak connotaties van medelijden en vergeving met zich meebrengt, maar ook de verwachting dat het slachtoffer zijn recht op wraak opgeeft. |
| Overlevende (Survivor) | Een alternatieve term voor slachtoffer, met name in gevallen van geweld tegen vrouwen, die de nadruk legt op kracht en veerkracht in plaats van passiviteit en hulpeloosheid. Deze term wordt steeds vaker gebruikt om de negatieve connotaties van het label "slachtoffer" te vermijden. |
| Innerlijke Kracht (Inner Strength) | Onverwachte mentale of emotionele veerkracht die individuen ontdekken bij het omgaan met traumatische ervaringen. Dit fenomeen wordt ook wel "slachtofferweerbaarheid" genoemd en suggereert dat slachtoffers meer potentieel hebben dan conventionele representaties van hulpeloosheid doen vermoeden. |
| Posttraumatische Groei (Post-traumatic Growth) | Een fenomeen waarbij individuen na een traumatische ervaring positieve psychologische veranderingen doormaken. Dit kan zich uiten in een verhoogd gevoel van dankbaarheid, een diepere waardering voor het leven, sterkere relaties, een groter gevoel van persoonlijke kracht en spirituele veranderingen. |
| Posttraumatisch Altruïsme (Post-traumatic Altruism) | De neiging van slachtoffers om na hun traumatische ervaring zich in te zetten voor het welzijn van anderen, met name mede-slachtoffers. Dit uit zich vaak in deelname aan sociale activiteiten, vrijwilligerswerk of het opzetten van steunorganisaties, en wordt beschouwd als een veelvoorkomende manifestatie van posttraumatische groei. |
| Vergeving (Forgiveness) | Een centraal concept in de christelijke theologie en moraal, waarbij slachtoffers worden aangemoedigd hun daders te vergeven. Dit wordt gezien als een essentieel onderdeel van het vredesproces na een misdaad, hoewel het in de praktijk vaak een conflict oplevert met de natuurlijke reactie van woede en verlangen naar vergelding. |
| Woede (Anger) | Een natuurlijke en vaak krachtige emotie die slachtoffers ervaren na een traumatische gebeurtenis. Het uiten van woede kan dienen als een tegengif voor depressie en hulpeloosheid, en wordt in sommige gevallen gezien als een noodzakelijke stap in het helingsproces, ondanks de sociale druk om te vergeven. |
| Scapegoating (Zondebokmechanisme) | Een sociaal proces waarbij een individu of groep de schuld krijgt van problemen of spanningen binnen een gemeenschap, vaak om de aandacht af te leiden van de werkelijke oorzaken. In de context van slachtoffers kan dit betekenen dat zij, door hun gedrag dat afwijkt van de verwachte passiviteit, zelf tot zondebok worden gemaakt en negatieve reacties oproepen. |
| Secundaire Victimization (Secundaire Victimization) | De negatieve reacties en behandeling die slachtoffers ervaren van hun sociale omgeving, media of officiële instanties nadat ze al slachtoffer zijn geworden van een misdaad. Dit kan voortkomen uit onbegrip, vooroordelen of het niet voldoen aan de verwachtingen van het "ideale slachtoffer". |
| Narratieve Analyse (Narrative Analysis) | Een onderzoeksmethode die zich richt op het analyseren van persoonlijke verhalen en autobiografische verslagen om de ervaringen en interpretaties van individuen te begrijpen. Deze methode wordt gebruikt om de authentieke stemmen van slachtoffers te onderzoeken, voorbij conventionele representaties van hun situatie. |
| Slachtofferlabel | Het proces waarbij een persoon wordt aangeduid als "slachtoffer", wat vaak gepaard gaat met stereotypen en verwachtingen, zoals vergeving van de dader, wat kan leiden tot weerstand bij slachtoffers om deze rol te accepteren. |
| Positieve victimologie | Een benadering binnen de victimologie die zich niet uitsluitend richt op de behoeften en stoornissen van slachtoffers, maar ook kijkt naar de mogelijke voordelen van pijnlijke levensgebeurtenissen en hoe slachtoffers hun negatieve ervaringen kunnen omzetten in sociale of politieke actie. |
| Ideale slachtoffer | Een concept binnen het strafrecht dat de onschuld van het slachtoffer benadrukt om de schuld van de dader te onderstrepen, wat een dichotomische kijk op schuld creëert in tegenstelling tot de flexibelere concepten in het civiele recht. |
| Zondebokmechanisme | Een proces waarbij een individu of groep wordt aangewezen als oorzaak van problemen, vaak om de aandacht af te leiden van andere factoren of om collectieve spanningen te ontladen. Dit kan ertoe leiden dat slachtoffers zelf als zondebok worden aangewezen. |
| Secundaire victimisatie | Het proces waarbij een slachtoffer opnieuw wordt geschaad, niet door de oorspronkelijke dader, maar door de reacties van de samenleving, de media, of het rechtssysteem, bijvoorbeeld door ongeloof, beschuldigingen of een vijandige bejegening. |
| Victimologiewetenschap | Het academische veld dat zich bezighoudt met de studie van slachtoffers, hun ervaringen, de oorzaken van victimisatie en de gevolgen daarvan, inclusief de sociale en juridische reacties op slachtofferschap. |
| Schuldconstructie | Het proces waarbij de verantwoordelijkheid voor een gebeurtenis of schade wordt toegewezen aan specifieke personen of entiteiten, wat kan worden beïnvloed door sociale, culturele en juridische factoren. |
| Mimesis | Een concept, met name geassocieerd met Rene Girard, dat verwijst naar het imiteren van verlangens en gedragingen, wat kan leiden tot rivaliteit en geweld. |
| Vergeving | Het proces van het laten varen van wrok of verlangen naar vergelding jegens iemand die onrecht heeft aangedaan. In de context van slachtofferschap kan de verwachting van vergeving een culturele druk uitoefenen. |
| Herstelrecht | Een benadering van rechtvaardigheid die zich richt op het herstellen van schade en het betrekken van alle betrokken partijen, inclusief slachtoffers, daders en de gemeenschap, om tot verzoening en genezing te komen. |
| Ideaal slachtoffer | Een concept binnen het strafrecht dat de onschuld van het slachtoffer benadrukt om de schuld van de dader te onderstrepen, vaak gebaseerd op een dichotomie tussen schuld en onschuld. |
| Victimologenkennis | De verzameling van kennis en inzichten binnen het vakgebied van de victimologie, die zich bezighoudt met de studie van slachtoffers, hun ervaringen, en hun relatie tot criminaliteit en het rechtssysteem. |
| Culturele beperkingen | Sociale en culturele normen en verwachtingen die het gedrag en de expressie van individuen, waaronder slachtoffers, beperken en beïnvloeden in hun interacties en uitingen. |
| Stereotypen van slachtoffers | Vereenvoudigde en vaak onjuiste voorstellingen van hoe slachtoffers zich zouden moeten gedragen of voelen, die kunnen leiden tot misverstanden, stigmatisering en het negeren van hun werkelijke behoeften. |
| Victimologie | Het wetenschapsgebied dat zich bezighoudt met de studie van slachtoffers, hun ervaringen, en hun rol binnen het strafrechtelijk systeem en de maatschappij. Het onderzoekt ook de maatschappelijke perceptie en bejegening van slachtoffers. |
| Verzoening | Een proces waarbij de relatie tussen dader en slachtoffer wordt hersteld, vaak na een conflict of misdaad. Dit kan gepaard gaan met vergeving, maar is niet altijd hetzelfde, en kan gericht zijn op het herstellen van sociale banden en het voorkomen van toekomstige conflicten. |
| Gedeelde schuld | Het idee dat zowel het slachtoffer als de dader een zekere mate van verantwoordelijkheid dragen voor de gebeurtenissen die tot victimisatie hebben geleid. Dit concept is controversieel en kan leiden tot victim blaming. |
| Geloof in een rechtvaardige wereld | Een psychologische neiging om te geloven dat de wereld inherent rechtvaardig is en dat mensen krijgen wat ze verdienen. Dit kan ertoe leiden dat slachtoffers de schuld krijgen van hun eigen lot, omdat men aanneemt dat er een reden moet zijn waarom hen iets ergs is overkomen. |
| Slachtofferschap | Het concept van het zijn van een slachtoffer, waarbij de nadruk ligt op de rol van passiviteit, lijden en vergeving, vaak voortkomend uit de associatie met het lijden van Jezus Christus in de westerse cultuur. |
| Victima | Latijns woord dat oorspronkelijk "offer" of "slachtoffer" betekende, en dat de oorsprong vormt van het Engelse woord "victim" en vergelijkbare termen in andere westerse talen, gebruikt om personen te beschrijven die getroffen zijn door misdaad of rampen. |
| Narratieve analyse | Een onderzoeksmethode die gebruikmaakt van autobiografische verslagen en persoonlijke verhalen van slachtoffers om hun ervaringen, interpretaties en de reacties van hun omgeving te begrijpen, met als doel de conventionele representaties van slachtofferschap te bevragen. |
| Posttraumatische groei | Het fenomeen waarbij individuen na het ervaren van een traumatische gebeurtenis onverwachte innerlijke krachten ontwikkelen, persoonlijke groei doormaken en een verhoogd gevoel van dankbaarheid, veerkracht en altruïsme ervaren, wat in contrast staat met de traditionele opvattingen over slachtofferschap. |
| Wraak | Het verlangen of de actie om schade te vergelden die men heeft ondergaan; in de context van slachtofferschap wordt dit vaak onderdrukt door de nadruk op vergeving, maar het kan ook een helende kracht hebben voor slachtoffers die zich hierin herkennen. |