Cover
Inizia ora gratuitamente page76-79.pdf
Summary
# Risico inschatten en anamnese bij mondgezondheid
Hieronder volgt een gedetailleerd studieoverzicht van het onderwerp "Risico inschatten en anamnese bij mondgezondheid", gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 1. Risico inschatten en anamnese bij mondgezondheid
Het inschatten van mondgezondheidsrisico's vereist een grondige anamnese, klinisch onderzoek en aanvullende diagnostiek om een individueel aangepaste preventiestrategie te kunnen plannen [1](#page=1).
### 1.1 Het belang van een goede anamnese
Een gedetailleerde anamnese vormt de basis voor het inschatten van risicofactoren. Deze wordt onderverdeeld in drie hoofdcategorieën [1](#page=1):
#### 1.1.1 Socio-demografische anamnese
Deze categorie omvat demografische en sociaal-culturele factoren die de mondgezondheid kunnen beïnvloeden, zoals leeftijd, sociale klasse, nationaliteit, culturele afkomst, opleidingsniveau en algemene hygiëne [1](#page=1).
#### 1.1.2 Medische anamnese
Bij de medische anamnese is er speciale aandacht voor aandoeningen en medicatie die de speekselklierfunctie kunnen beïnvloeden. Meer dan 400 verschillende medicaties hebben een bekende impact op de speekselklierfunctie, waarbij 90% van de voorgeschreven medicatie een dergelijke impact heeft. Relevante aandoeningen zijn onder andere het Sjögren syndroom, diabetes, ADHD (door medicatie), chemotherapie en bestralingstherapie in het hoofd-halsgebied. Medicatie die suiker bevat, zoals siropen en inhalers met lactose als drager, is eveneens van belang [1](#page=1).
#### 1.1.3 Tandheelkundige anamnese
De tandheelkundige anamnese richt zich op de tandheelkundige voorgeschiedenis en huidige gewoonten. Belangrijke aspecten zijn [1](#page=1):
* **Aantal aanwezige vullingen en frequentie van vervanging**: Dit geeft een correlatie met de 'past caries experience' (dmft/DMFT) [1](#page=1).
* **Wijzigingen in aantastingspatroon**: Een plotselinge toename in cariësletsels of erosieve schade is een belangrijk signaal [1](#page=1).
* **Gerapporteerde gewoonten**:
* **Mondhygiëne**: Frequentie, tijdstip, methode (elektrisch of manueel) en gebruikte tools [1](#page=1).
* **Fluoride**: Gebruik van tandpasta en andere fluorideproducten [1](#page=1).
* **Voeding**: Samenstelling, frequentie en eetgewoonten [1](#page=1).
### 1.2 Wat leert ons het klinische onderzoek?
Het klinische onderzoek biedt objectieve informatie over de mondgezondheid na een grondige anamnese [1](#page=1).
#### 1.2.1 Visuele inspectie
Voor een optimale visuele inspectie zijn goede belichting, een spiegel en een niet-scherpe sonde essentieel. Hierbij wordt de aanwezigheid, hoeveelheid, kleur, lokalisatie en kleverigheid van biofilm geëvalueerd. Na het verwijderen van de biofilm, spoelen en drogen van de tanden, wordt de intacte buitenlaag beoordeeld. Belangrijke notities betreffen het stadium van de laesie, de lokalisatie, de uitbreiding (oppervlak) en het activiteitsniveau [1](#page=1).
#### 1.2.2 Beeldvorming
Verschillende beeldvormende technieken kunnen worden toegepast:
* Radiologische beeldvorming [1](#page=1).
* Transilluminatie, zoals Fiber Optic Transillumination (FOTI) [1](#page=1).
* Diagnocam (Kavo) [1](#page=1).
#### 1.2.3 Aanvullende diagnostiek
Naast de visuele inspectie en standaard beeldvorming, kunnen aanvullende diagnostische methoden worden ingezet:
* **Laser fluorescentie (Quantitative Laser Fluorescence – QLF)**: De Diagnodent (KaVo) maakt hier gebruik van, met een rood licht van 655 nm golflengte. Een grotere fluorescentie duidt op cariës en wordt omgezet in een numerieke waarde. Voorafgaande reiniging van het gebit is noodzakelijk [1](#page=1).
### 1.3 Speekselonderzoek
Het speekselonderzoek omvat de beoordeling van de hoeveelheid speeksel, het buffervermogen en de microbiologische samenstelling [2](#page=2).
### 1.4 Risicoclassificatie
De uiteindelijke risicoclassificatie wordt bepaald door een vergelijking te maken tussen de geïdentificeerde 'contributing factors' (bijdragende factoren) en 'protective factors' (beschermende factoren) [2](#page=2).
### 2. Preventieve strategie
Het plannen van een effectieve preventieve strategie is gebaseerd op de uitkomsten van de risico-inschatting [2](#page=2).
#### 2.1 Basisprincipe
Het basisprincipe van een preventieve strategie omvat het plannen, implementeren, evalueren en bijsturen van interventies [2](#page=2).
---
# Individuele preventieve aanpak bij adolescenten
Dit deel van de studiebegeleiding richt zich op de specifieke preventieve aanpak voor adolescenten, rekening houdend met hun ontwikkelingsfase, lichamelijke veranderingen, sociale invloeden en familiale context.
### 2.1 Concrete voorbeelden: adolescenten (12-18 jaar)
Bij adolescenten is het cruciaal om rekening te houden met diverse factoren die hun gezondheid, en specifiek hun mondgezondheid, kunnen beïnvloeden.
#### 2.1.1 Factoren gerelateerd aan de adolescent zelf
Adolescenten ondergaan aanzienlijke lichamelijke en psychische veranderingen. Dit omvat hormonale schommelingen, gemoedswisselingen, nieuwe gevoelens, angsten, onzekerheid en het zoeken naar een eigen identiteit en plaats in de wereld. Daarnaast worden ze blootgesteld aan invloeden zoals geweld in media en games, maatschappelijke stereotypen, en geïdealiseerde beelden uit de media. Op deze leeftijd kunnen ze over eigen financiële middelen beschikken, wat kan leiden tot onbeperkte toegang tot tabak, drugs en alcohol. Een laag zelfbeeld of stress kan bijdragen aan eetstoornissen zoals anorexia, boulimia, of obesitas. Obesitas, vaak geassocieerd met een verhoogde inname van koolhydraten, is in de USA in 20 jaar tijd met een factor drie gestegen en verhoogt het risico op hypertensie en diabetes [3](#page=3).
#### 2.1.2 Familie gerelateerde invloeden
De familiale context van adolescenten is eveneens aan verandering onderhevig. Wijzigende familiestructuren, zoals een toenemend aantal eenoudergezinnen, en verschuivingen in gezinstypes, die vaak gerelateerd zijn aan opleidingsniveau, kunnen stress veroorzaken, wat de speekselproductie kan beïnvloeden. Gewijzigde rolpatronen, waarbij vrouwen ook buitenshuis werken, leiden tot minder beschikbare tijd. Daarnaast zijn er veranderingen in opvoedingsprincipes, met minder nadruk op grenzen, discipline en zelfcontrole, en andere verwachtingspatronen van ouders [3](#page=3).
#### 2.1.3 Impact op mondgezondheid
**Aandoeningen zelf:**
* **Orthodontische aspecten:** De groei van maxillofaciale structuren kan orthodontische regulatie noodzakelijk maken, evenals de doorbraak van wijsheidstanden [3](#page=3).
* **Gingivitis en parodontitis:** De basis voor deze aandoeningen wordt reeds in de adolescentie gelegd. Gingivitis kan een hormonale reactie zijn, waarbij het tandvlees gevoeliger wordt en makkelijker bloedt, roodheid en zwelling vertoont. Bij meisjes is er een link met de menstruatiecyclus. Dit kan ook optreden bij adolescenten die voorheen een goede mondhygiëne hadden en weinig gingivale reactie vertoonden [3](#page=3).
* **Gewijzigde inflammatoire respons:** Tandplaque kan bij adolescenten leiden tot een snellere endotheliale schade, verhoogde vasculaire permeabiliteit, een gewijzigde chemotactische reactie van leukocyten, een ander patroon in de vorming van granulatieweefsel, en een verschuiving in de samenstelling van de subgingivale microflora naar een hoger aandeel gram-negatieven [3](#page=3).
* **Cariës:** Cariës is de meest frequente chronische aandoening bij 5- tot 17-jarigen, mede door veranderde voedingsgewoonten zoals de consumptie van frisdranken, beperkte melkinname, een gebrek aan eetstructuur met veel tussendoortjes, en de consumptie van alcohol en alcopops. Verslaving aan cafeïne en suiker komt ook voor [3](#page=3).
* De verkoop van frisdranken in secundaire scholen in de USA is in 20 jaar met meer dan 1100% gestegen [3](#page=3).
* Vlaamse jongeren scoren slecht op dagelijks frisdrankgebruik: 35% van de jongens en 26% van de meisjes. Frisdrankconsumptie zou beperkt moeten worden tot één keer per week; dagelijks gebruik verhoogt het risico op obesitas en diabetes type II met 82% [3](#page=3).
* Light frisdranken zijn geen goed alternatief door de maximale hoeveelheid kunstmatige zoetstoffen en het effect op 'hongersignalen', waarbij de hersenen worden misleid en insuline wordt aangemaakt door de suikersmaak, wat kan leiden tot meer eten. Daarnaast vormen ze een gevaar voor erosie: 56% van de 12-jarigen en 64% van de 14-jarigen ervaart erosie, vooral jongens en adolescenten met een lagere sociaaleconomische status [3](#page=3).
**Mondhygiëne zelf:**
* Bij 11-jarigen poetsen 43% van de jongens en 40% van de meisjes niet tweemaal daags. Factoren die samenhangen met de poetsfrequentie zijn studierichting, het beroep van het gezinshoofd, de opleiding van de vader, schoolresultaten en leeftijd. Over het algemeen poetsen meisjes vaker dan jongens, wat gelinkt kan worden aan het poetsgedrag van hun moeder en hun algemene 'lifestyle', zoals roken, alcoholconsumptie, slapen en tv-kijken [3](#page=3).
**Overige invloeden:**
* **Bleken:** Tandbleken mag nooit onder de 14 jaar gebeuren, nooit bij dragers van een beugel, en steeds onder controle van de tandarts [4](#page=4).
* **Mondjuwelen:** Het dragen van mondjuwelen kan leiden tot infecties (lokaal en algemeen), bloedingen, beschadiging van tanden en tandvlees, en inslikgevaar [4](#page=4).
* **Roken:** 89% van de volwassenen begon met roken vóór de leeftijd van 18 jaar. Het rookgedrag van de ouders op 7-jarige leeftijd van het kind is bepalend voor het rookgedrag van het kind op 17-jarige leeftijd [4](#page=4).
#### 2.1.4 Tandartsbezoek en communicatie
Er is sprake van onderbenutting van de gezondheidszorg door jongeren, zowel bij de huisarts als bij de tandarts. De communicatie met adolescenten staat centraal in de preventieve aanpak. Essentieel hierbij is duidelijkheid, eerlijkheid, goed luisteren, niet oordelen, zelf het goede voorbeeld geven, en positief aanmoedigen. Jongeren willen behandeld worden als volwassenen en hun eigen inbreng, net als die van de ouders, dient gerespecteerd te worden. Technieken zoals 'self-assessment' met behulp van kleurenfoto's en plaqueverklikkers kunnen nuttig zijn. Het is belangrijk om jongeren snel te informeren als er problemen optreden. Visualisatie, bijvoorbeeld met een intra-orale camera, en het gebruik van technologische tools en producten kunnen de effectiviteit van de communicatie vergroten. Argumentatie, bijvoorbeeld over halitose (slechtruikende adem), kan eveneens bijdragen [4](#page=4).
---
# Basisprincipes van preventieve strategieën in de tandheelkunde
Preventieve strategieën in de tandheelkunde omvatten het fundamentele proces van het plannen, implementeren, evalueren en bijsturen van maatregelen ter verbetering van de mondgezondheid [2](#page=2).
### 2.1 Het cyclische proces van preventie
Het kernelement van een preventieve strategie is een cyclisch proces dat bestaat uit vier opeenvolgende, doch onderling verbonden, stappen. Deze stappen zorgen ervoor dat preventieve maatregelen effectief, efficiënt en aangepast blijven aan de veranderende behoeften en omstandigheden [2](#page=2).
#### 2.1.1 Plannen van preventieve maatregelen
De eerste fase betreft het zorgvuldig plannen van de te nemen preventieve maatregelen. Dit omvat het identificeren van specifieke doelstellingen, het selecteren van geschikte interventies en het bepalen van de benodigde middelen. Een belangrijk onderdeel van de planning is de risicoclassificatie, waarbij bijdragende factoren (contributing factors) en beschermende factoren (protective factors) worden vergeleken [2](#page=2).
#### 2.1.2 Implementeren van preventieve maatregelen
Na het opstellen van het plan volgt de implementatie, de daadwerkelijke uitvoering van de geplande preventieve acties. Dit kan variëren van voorlichting en educatie tot het toepassen van specifieke behandelingen of het adviseren over leefstijlveranderingen [2](#page=2).
#### 2.1.3 Evalueren van preventieve maatregelen
Na implementatie is het cruciaal om de effectiviteit van de genomen maatregelen te evalueren. Deze evaluatie meet in hoeverre de gestelde doelen zijn bereikt en wat de impact is op de mondgezondheid van de patiënt of populatie [2](#page=2).
#### 2.1.4 Bijsturen van preventieve maatregelen
Op basis van de evaluatieresultaten wordt de preventieve strategie bijgestuurd. Dit betekent dat er aanpassingen worden gedaan aan de plannen, de implementatie of de doelstellingen om de effectiviteit te optimaliseren en de mondgezondheid verder te verbeteren. Dit cyclische proces van plannen, implementeren, evalueren en bijsturen zorgt voor een dynamische en adaptieve benadering van preventie [2](#page=2).
> **Tip:** Het effectief toepassen van dit cyclische proces vereist een goede diagnostiek, zoals speekselonderzoek om de hoeveelheid speeksel, het buffervermogen en de microbiologische samenstelling te bepalen. Deze informatie is essentieel voor zowel de risicoclassificatie als het monitoren van de effectiviteit van preventieve maatregelen [2](#page=2).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Anamnese | Een systematisch interview met de patiënt om informatie te verzamelen over de medische en tandheelkundige geschiedenis, levensstijl en eventuele risicofactoren die de mondgezondheid kunnen beïnvloeden. |
| Socio-demografische anamnese | Een onderdeel van de anamnese dat zich richt op de sociale en demografische kenmerken van een persoon, zoals leeftijd, sociale klasse, nationaliteit, culturele achtergrond en opleidingsniveau, die relevant kunnen zijn voor gezondheidsrisico's. |
| Medische anamnese | Het verzamelen van informatie over de algemene gezondheidstoestand van een patiënt, inclusief bestaande aandoeningen, medicijngebruik en eerdere behandelingen, met speciale aandacht voor de impact op de speekselklierfunctie. |
| Tandheelkundige anamnese | Een specifiek gedeelte van de anamnese dat gericht is op de mondgezondheid, waaronder eerdere tandheelkundige behandelingen, cariëservaring, erosieve schade, mondhygiëne, fluoridegebruik en voedingsgewoonten. |
| Cariëservaring | De maatstaf voor de cumulatieve blootstelling aan tandbederf gedurende het leven, vaak uitgedrukt met de dmft- of DMFT-index (decidue-melk-tand-gevuld/permanente-tand-gevuld). |
| Biofilm | Een georganiseerde gemeenschap van micro-organismen, zoals bacteriën, die zich hechten aan oppervlakken, inclusief tanden, en een laag vormen die bijdraagt aan tandheelkundige aandoeningen zoals cariës en gingivitis. |
| Radiologische beeldvorming | Technieken die röntgenstralen gebruiken om interne structuren zichtbaar te maken, zoals röntgenfoto's, die helpen bij het diagnosticeren van tandheelkundige problemen zoals cariës en botafwijkingen. |
| Transilluminatie | Een diagnostische techniek waarbij licht door tandweefsel wordt gestuurd om cariës of andere afwijkingen te detecteren die met het blote oog moeilijk te zien zijn. |
| Laser fluorescentie (QLF) | Een techniek die gebruikmaakt van laserlicht om de fluorescentie van tandweefsel te meten, wat kan helpen bij het kwantificeren van de ernst van cariës en de activiteit ervan. |
| Speekselonderzoek | Analyse van speeksel om de hoeveelheid, het buffervermogen en de microbiologische samenstelling te bepalen, wat inzicht geeft in het risico op cariës en andere mondgezondheidsproblemen. |
| Buffervermogen van speeksel | Het vermogen van speeksel om de pH te neutraliseren, wat een belangrijke beschermende factor is tegen de demineralisatie van tandglazuur door zuren geproduceerd door bacteriën. |
| Preventieve strategie | Een plan van aanpak gericht op het voorkomen van tandheelkundige aandoeningen door het identificeren en beheersen van risicofactoren en het bevorderen van beschermende factoren. |
| Gingivitis | Ontsteking van het tandvlees, gekenmerkt door roodheid, zwelling en bloeding, vaak veroorzaakt door bacteriële plaque. |
| Parodontitis | Een meer gevorderde vorm van tandvleesontsteking die leidt tot schade aan de ondersteunende weefsels van de tanden, inclusief het kaakbot. |
| Macro-economische veranderingen | Grootschalige economische verschuivingen die invloed kunnen hebben op de levensstijl en het welzijn van bevolkingsgroepen, wat indirect de mondgezondheid kan beïnvloeden. |
| Adolescenten | Jongeren in de leeftijdscategorie tussen ongeveer 12 en 18 jaar, een periode van significante lichamelijke, psychologische en sociale ontwikkeling die specifieke aandacht vereist voor mondgezondheid. |
| Mondhygiëne | Het geheel van gewoonten en technieken die worden toegepast om de mond schoon te houden, zoals poetsen, flossen en het gebruik van mondspoelmiddel, om tandheelkundige ziekten te voorkomen. |
| Erosie | Het chemische verlies van tandweefsel, veroorzaakt door zuren, die afkomstig kunnen zijn van voeding, dranken of maagzuur. |