Cover
Inizia ora gratuitamente fiscaal deel 1 inleiding.pdf
Summary
# Algemene principes van het fiscaal recht
Dit onderdeel behandelt de fundamentele definities, kenmerken en noodzaak van belastingen in een moderne samenleving, inclusief hun diverse functies.
### 1.1 Begrip en kenmerking van belastingen
Een belasting kan gedefinieerd worden als een bijdrage die door de overheid wordt opgelegd volgens specifieke rechtsregels, met als doel financiële middelen te verzamelen om uitgaven in het algemeen belang te kunnen doen, en die bij wet of decreet als belasting wordt erkend [2](#page=2).
#### 1.1.1 Kenmerken van een belasting
Een belasting kent de volgende kenmerken [2](#page=2):
1. **Financieel doel**:
* Het primaire doel is het dekken van overheidsuitgaven, zoals het aanleggen van wegen of het betalen van salarissen in het onderwijs en het onderhoud van onderwijsgebouwen [2](#page=2).
* Er is geen rechtstreekse en individuele tegenprestatie. Dit betekent dat men niet exact ziet waar de betaalde belasting naartoe gaat; de middelen komen in een algemene pot voor diverse uitgaven. Dit staat in contrast met een retributie [2](#page=2) [3](#page=3).
2. **Dwingend karakter**:
* Belastingen worden eenzijdig opgelegd en zijn verplicht te betalen [2](#page=2).
* Er zijn sancties mogelijk, zowel administratieve (zoals boetes, bijvoorbeeld een verhoging van 10% op de verschuldigde belasting) als strafrechtelijke (bij fraude met bedrieglijk oogmerk, zoals geld verduisteren of oplichten) [2](#page=2).
* Het **una via-principe** stelt dat de administratie moet kiezen tussen het opleggen van een administratieve of een strafrechtelijke sanctie; beide zijn niet mogelijk voor dezelfde feiten [3](#page=3).
#### 1.1.2 Onderscheid met andere heffingen
Het is belangrijk belastingen te onderscheiden van andere heffingen [3](#page=3):
* **Retributie**: Dit is een vergoeding voor een individuele tegenprestatie. Het is vrijwillig (de burger is niet verplicht de dienst af te nemen) en levert een persoonlijk voordeel op. Voorbeelden zijn het huren van een gemeentelijke sportzaal of het betalen voor toegang tot gemeentelijke zwembaden [3](#page=3).
* **Parafiscale bijdragen**: Dit zijn bijdragen die niet meetellen in de algemene begroting, maar apart staan voor een specifiek doel, zoals sociale bijdragen voor de sociale zekerheid [3](#page=3).
* **Verhaalbelasting / Urbanisatiebelasting**: Dit zijn specifieke heffingen die door gemeenten worden opgelegd. Verhaalbelasting is gericht op de directe gebruiker of genieter van een specifieke dienst, zoals herstelwerkzaamheden aan riolering die op bewoners van een straat worden verhaald. Urbanisatiebelasting is gerelateerd aan nieuwe bouwprojecten of infrastructuur [3](#page=3).
> **Tip:** Onthoud dat het cruciale verschil tussen een belasting en een retributie ligt in het ontbreken van een directe, individuele tegenprestatie bij belastingen.
### 1.2 Noodzakelijk karakter van belastingen in een moderne samenleving
Belastingen zijn essentieel voor een moderne samenleving, omdat de overheid inkomsten nodig heeft om haar kerntaken te kunnen vervullen en te zorgen voor het algemeen welzijn van haar inwoners. Zonder belastingen kan de overheid haar uitgaven niet financieren [3](#page=3).
### 1.3 Functies van de belasting
Belastingen dienen meerdere functies, die herkend moeten kunnen worden in casussen [3](#page=3).
1. **De financiële functie**:
* Dit is de belangrijkste functie, waarbij belastingen dienen als een cruciale inkomstenbron voor de overheid om haar uitgaven te dekken [3](#page=3).
* De jaarlijkse begroting is hier een direct gevolg van [3](#page=3).
2. **De economische functie**:
* Belastingen kunnen worden ingezet om de economie te sturen en te beïnvloeden. Dit gebeurt onder andere door invloed uit te oefenen op prijsvorming, spaargedrag, investeringen en tewerkstelling [4](#page=4).
* **Stimulans en gedragssturing**: Overheden kunnen belastingen gebruiken om gewenst gedrag te stimuleren of ongewenst gedrag te ontmoedigen.
* **Voorbeeld (pensioensparen)**: Om burgers aan te moedigen pensioen te sparen, kan de overheid een belastingvermindering toepassen [4](#page=4).
* **Voorbeeld (accijnzen)**: Hoge accijnzen op brandstof en tabak zijn bedoeld om roken en autorijden te ontmoedigen, hoewel dit ook kan leiden tot hogere gezondheidszorgkosten [4](#page=4).
* **Investeringsstimulering**: De overheid kan de fiscale regels aanpassen om investeringen te bevorderen.
* **Voorbeeld (investeringsaftrek)**: Een standaard investeringsaftrek van 8% kan worden verhoogd, bijvoorbeeld naar 25%, om investeringen tijdens economisch moeilijke periodes te stimuleren [4](#page=4).
3. **De sociale functie**:
* Belastingen kunnen worden gebruikt om inkomensverschillen te verminderen en solidariteit te bevorderen door een progressief systeem. Hierbij wordt een groter deel van hogere inkomens belast dan van lagere inkomens, en de opbrengsten kunnen worden ingezet ten gunste van lagere inkomens [4](#page=4).
* **Voorbeeld (progressieve personenbelasting)**: Naarmate iemands inkomen stijgt, stijgt ook het belastingtarief dat van toepassing is in de hogere belastingschijven. Dit leidt tot een herverdeling van middelen, waarbij de hogere inkomens relatief meer bijdragen dan de lagere [4](#page=4).
* **Voorbeeld (registratiebelasting)**: Een lagere registratiebelasting voor de aankoop van een eerste woning dan voor een tweede woning creëert een evenwicht en stimuleert het bezit van een eigen woning [4](#page=4).
### 1.4 Wie mag belastingen heffen?
Belastingen mogen geheven worden door entiteiten binnen hun eigen bevoegdheden. Dit omvat verschillende niveaus van bestuur [4](#page=4):
* Federale overheid [4](#page=4).
* Regionale besturen (voor eigenlijke en oneigenlijke bevoegdheden) [4](#page=4).
* Lokale besturen [4](#page=4).
* Publiekrechtelijke instellingen [4](#page=4).
* Supranationale overheden [4](#page=4).
#### 1.4.1 De Zesde Staatshervorming (2014-2015)
Deze hervorming had als doel de autonomie van de gewesten en gemeenschappen te versterken, hen meer bevoegdheden en inkomsten te geven, en meer beslissingsruimte te bieden op gebieden die regionaal of lokaal beter beheerd kunnen worden [4](#page=4).
Een belangrijke verandering op fiscaal vlak was de overdracht van de bevoegdheid inzake erfbelasting van het federale niveau naar de gewesten [4](#page=4).
* * *
# Constitutionele en wettelijke basis van belastingen
Hieronder volgt een gedetailleerd studieonderdeel over de constitutionele en wettelijke basis van belastingen, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2\. Constitutionele en wettelijke basis van belastingen
De constitutionele en wettelijke basis van belastingen regelt wie belastingen mag heffen, hoe dit wordt beïnvloed door staatsstructuren en de fundamentele grondwettelijke beginselen die belastingheffing reguleren.
### 2.1 Wie mag belastingen heffen?
Het heffen van belastingen is bevoegdheid van verschillende publiekrechtelijke instanties, elk binnen hun eigen bevoegdheidsdomein. Dit betreft [4](#page=4):
* De federale overheid [4](#page=4).
* Regionale besturen (met zowel eigenlijke als oneigenlijke bevoegdheden) [4](#page=4).
* Lokale besturen [4](#page=4).
* Publiekrechtelijke instellingen [4](#page=4).
* Supranationale overheden [4](#page=4).
### 2.2 Gevolgen van de zesde staatshervorming (2014-2015) op fiscaal gebied
De zesde staatshervorming had tot doel de autonomie van gewesten en gemeenschappen te versterken, wat zich vertaalde in belangrijke veranderingen op fiscaal vlak [4](#page=4).
#### 2.2.1 Doelstellingen van de hervorming
* Versterking van de autonomie van gewesten en gemeenschappen [4](#page=4).
* Meer bevoegdheden en inkomsten voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel [4](#page=4).
* Meer beslissingsruimte op gebieden die regionaal of lokaal beter beheerd kunnen worden [4](#page=4).
#### 2.2.2 Belangrijke fiscale veranderingen
* **Erfbelasting:** Voorheen federaal geregeld, nu een gewestelijke bevoegdheid, waarbij elk gewest tarieven en regels kan aanpassen [4](#page=4).
* **Onroerende voorheffing:** De gewestelijke bevoegdheid is uitgebreid, met mogelijkheden tot aanpassing van tarieven en vrijstellingen [5](#page=5).
* **Verkeersbelasting:** Wordt beheerd door de gewesten en verschilt per regio [5](#page=5).
* **Personenbelasting:** De basisheffing blijft federaal, maar gemeenten kunnen aanvullende gemeentebelastingen opleggen [5](#page=5).
* **Overdracht van financiële middelen:** Gewesten ontvingen een groter aandeel van de federale inkomsten om nieuwe bevoegdheden te financieren [5](#page=5).
#### 2.2.3 Belang van deze veranderingen
Deze hervormingen waren essentieel omdat veel beslissingen die lokaal beter pasten voorheen federaal werden geregeld. Nu kan elk gewest belastingen aanpassen aan zijn eigen beleid en economische situatie, wat een direct gevolg is van de federale structuur van België, waarbij bevoegdheden en financiële draagkracht op elkaar moeten afgestemd zijn [5](#page=5).
> **Tip:** Het is belangrijk om te weten welke belastingen onder welke bevoegdheid vallen. Een overzicht voor de federale overheid, gewesten en gemeenten is nuttig:
>
> * **Federaal:** Personenbelasting, vennootschapsbelasting, BTW, accijnzen [5](#page=5).
>
> * **Gewesten:** Onroerende voorheffing, verkeersbelasting, registratierechten, erfbelasting [5](#page=5).
>
> * **Gemeenten:** Aanvullende opcentiemen op personenbelasting en onroerende voorheffing, gemeentebelastingen (bv. huisvuil, terrassen) [5](#page=5).
>
### 2.3 Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
De overheid moet zich houden aan bepaalde grondwettelijke beginselen om rechtvaardigheid in de belastingheffing te waarborgen. Deze beginselen zorgen ervoor dat belastingen enkel kunnen worden ingevoerd op basis van specifieke wettelijke bepalingen. Het uitgangspunt is dat wat niet als belastbaar is aangemerkt, in principe ook niet belastbaar is [5](#page=5).
#### 2.3.1 Het legaliteitsbeginsel
Dit beginsel stelt dat er steeds een wet, decreet of besluit nodig is om een nieuwe belasting in te voeren. De invoering van een belasting omvat drie facetten [5](#page=5):
1. Vaststelling van het belastingsubject en de grondslag [5](#page=5).
2. Vaststelling van het tarief [5](#page=5).
3. Vaststelling van de modaliteiten [5](#page=5).
Het legaliteitsbeginsel impliceert een principiële belastingvrijdom, een vermoeden van niet-belastbaarheid ten gunste van de belastingplichtige, en een gebonden bevoegdheid van de administratie. De administratie mag geen kwijtschelding of vermindering verlenen aan een belastingplichtige buiten de wettelijke kaders. Administratieve commentaren hebben geen bindende kracht voor de belastingplichtige. Daarnaast is er het voorzienbaarheidsbeginsel, dat vereist dat wetten duidelijk zijn en consistent worden toegepast, zodat belastingplichtigen weten waar ze aan toe zijn. De gevolgen hiervan zijn het vermoeden van niet-belastbaarheid, de gebonden bevoegdheid en het principe dat een jaarlijkse toepassing in het verleden leidt tot continuïteit in de toekomst [6](#page=6).
> **Tip:** Een decreet wordt uitgevaardigd door een gewest of gemeenschap, een wet door de staat, en een besluit door een gemeente of provincie [6](#page=6).
#### 2.3.2 Het eenjarigheidsbeginsel
Hoewel belastingwetten voor onbepaalde duur kunnen worden ingevoerd, moet de uitvoerende macht elk jaar opnieuw machtiging krijgen om belastingen te heffen op basis van bestaande wetgeving. Dit betekent dat de begroting elk jaar opnieuw moet worden goedgekeurd voor een periode van één jaar, wat verband houdt met de septemberverklaring. Dit beginsel kan ertoe leiden dat bijvoorbeeld de indiening van de personenbelasting jaarlijks plaatsvindt of dat bedrijfskosten jaarlijks aftrekbaar zijn, gekoppeld aan het betreffende fiscale jaar [6](#page=6).
#### 2.3.3 Het gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel stelt dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden en ongelijke gevallen ongelijk, mits er een objectieve en redelijke verantwoording is voor de ongelijke behandeling. Er moet een redelijke verhouding bestaan tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. De controle op dit beginsel kan geschieden via een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof (GWH), wat kan leiden tot schorsing of vernietiging binnen zes maanden na uitvaardiging [6](#page=6).
Het is toegestaan om belastingplichtigen ongelijk te behandelen als er objectieve criteria zijn en een redelijke verantwoording. Een voorbeeld hiervan is een ongelijke gemeentebelasting (bv. 0% in Knokke versus 8% in Brugge), wat is toegestaan omdat de gemeente die de belasting int, hiervoor een objectieve reden kan geven. Ook het verschil in behandeling tussen bedrijven en gezinnen is toegestaan, omdat een bedrijf financieel krachtiger kan worden geacht dan een gezin, en dus meer zou mogen betalen [6](#page=6) [7](#page=7).
> **Tip:** Controle op het gelijkheidsbeginsel kan op verschillende niveaus plaatsvinden:
>
> * **Controle door het Grondwettelijk Hof (GWH):**
>
> * Via een prejudiciële vraag: Dit is slechts bindend voor de specifieke partijen in het geding en niet algemeen toepasbaar [7](#page=7).
>
> * Schorsing of vernietiging: Binnen 6 maanden na uitvaardiging van de bepaling [7](#page=7).
>
> * **Rechtbanken en Hoven (voor KB's, MB's, belastingreglementen):** Deze kunnen Koningsbesluiten (KB's) en Ministeriële Besluiten (MB's) toetsen zonder prejudiciële vraag [7](#page=7).
>
> * **Raad van State:** Kan met terugwerkende kracht vernietigen of schorsen [7](#page=7).
>
### 2.4 Beginselen en kenmerken die voortvloeien uit de aard van belastingen en het recht in het algemeen
#### 2.4.1 Geen volstrekte autonome rechtsvak
Er bestaat geen algemeen fiscaal wetboek dat alle fiscale bepalingen omvat. Recentelijk is er wel een wetboek voor inning en invordering tot stand gekomen. Procedurele regels en tarieven zijn vaak verspreid terug te vinden. Het gemeen recht is van toepassing, tenzij er specifieke afwijkingen zijn [7](#page=7).
#### 2.4.2 Openbare orde
Fiscaal recht behoort tot de openbare orde, wat betekent dat ervan kan worden afgeweken, zelfs met de medewerking van een controleur. Het raakt de belangen van de maatschappij. De belastingwet bepaalt wie de schuldenaar is van de belastingen; de schuldenaar is niet noodzakelijk de belastingdrager. De fiscus houdt geen rekening met overeenkomsten tussen partijen die afwijken van de wettelijke bepalingen omtrent de betaling van belastingen. Bijvoorbeeld, bij een huurovereenkomst waarin de huurder de onroerende voorheffing betaalt, zal de fiscus bij niet-betaling nog steeds de eigenaar (verhuurder) aanspreken, die nadien de huurder kan aanspreken op basis van hun overeenkomst [7](#page=7).
#### 2.4.3 Belastingontduiking
Belastingontduiking is illegaal en wordt beschouwd als fiscale fraude. Het is strafrechtelijk en fiscaal sanctioneerbaar. Het houdt in dat belastingen opzettelijk niet worden betaald, wat een inbreuk is op de fiscale wet [7](#page=7).
* * *
# Interpretatie en handhaving van fiscale wetgeving
Dit onderwerp behandelt de principes en praktijken die ten grondslag liggen aan de interpretatie en handhaving van fiscale wetgeving, inclusief de rol van algemene rechtsbeginselen en internationale verdragen [7](#page=7).
### 3.1 Algemene beginselen en kenmerken van belastingen
Fiscaal recht is geen volledig autonome rechtsvak, aangezien er geen algemeen fiscaal wetboek bestaat; de procedureregels en tarieven zijn verspreid. Het gemeen recht is van toepassing, tenzij er specifieke afwijkingen zijn. Belastingen raken de belangen van de maatschappij en worden beschouwd als openbare orde, wat betekent dat hiervan niet kan worden afgeweken, zelfs niet met instemming van de belastingplichtige of de fiscus [7](#page=7).
#### 3.1.1 Belastingontduiking versus belastingontwijking
* **Belastingontduiking** is illegaal en wordt beschouwd als fiscale fraude. Het betreft het opzettelijk niet betalen van verschuldigde belasting in strijd met de fiscale wetgeving. Voorbeelden hiervan zijn het niet aangeven van inkomsten uit zwarte kas of simulatie om schenkbelasting te vermijden. Belastingontduiking kan zowel fiscaal als strafrechtelijk gesanctioneerd worden [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Belastingontwijking** is legaal en houdt in dat men ervoor zorgt dat de fiscale wet niet op hem van toepassing is door aan de voorwaarden niet te voldoen, waardoor minder of geen belasting verschuldigd is. Voorbeelden zijn stoppen met roken na een accijnsverhoging, overstappen op milieuvriendelijker vervoer, of verhuizen naar een land met een gunstiger belastingregime. Juridische vormgeving door bijvoorbeeld het oprichten van een buitenlandse entiteit voor het ontvangen van dividenden kan ook belastingontwijking zijn, maar dit kan door de wetgever geneutraliseerd worden via antimisbruikbepalingen [10](#page=10) [8](#page=8).
#### 3.1.2 Fiscale optimalisatie
Fiscale optimalisatie, ook wel tax engineering genoemd, houdt in dat men handig gebruikmaakt van fiscale voordelen, aftrekken en verminderingen om het gewenste gedrag te stimuleren [9](#page=9).
#### 3.1.3 Simulatie en antimisbruikbepalingen
Simulatie, waarbij de juridische werkelijkheid niet overeenkomt met de werkelijke intentie, mag in principe niet leiden tot ontduiking, maar tot het kiezen van de fiscaal minst belastbare weg, mits er geen wettelijke bepalingen worden overtreden en de juridische gevolgen ervan worden gedragen. Invoering van antimisbruikwetgeving, zoals artikel 344 §1 WIB92, zorgt ervoor dat de juridische werkelijkheid primeert indien deze correct is [10](#page=10).
#### 3.1.4 Akkoorden en rulings
* **Akkoorden** kunnen worden gesloten tussen de fiscus en de belastingplichtige over feitelijke kwesties, niet over rechtskwesties. Dit kan gebeuren na een belastingcontrole, waarbij men tot een overeenkomst komt over bijvoorbeeld de aftrek van kosten [10](#page=10).
* **Rulings** zijn voorafgaande beslissingen van de administratie over de fiscale behandeling van een specifieke situatie, aangevraagd vóór de handeling wordt uitgevoerd. Eenmaal toegekend, is de ruling voor de administratie bindend voor een bepaalde periode (bv. 5 jaar). De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) geeft ook rulings af [10](#page=10) [14](#page=14).
#### 3.1.5 Strikte interpretatie van de belastingwet
Bij de interpretatie van belastingwetten geldt de regel "in dubio contra fiscum", wat betekent dat bij twijfel het voordeel naar de belastingplichtige gaat. Wettelijke teksten worden tekstueel geïnterpreteerd, rekening houdend met de bedoeling van de wetgever [10](#page=10).
#### 3.1.6 Retroactiviteit van belastingwetten
De retroactiviteit van belastingwetten is aan strikte regels gebonden. Strafwetten mogen absoluut geen terugwerkende kracht hebben. Koninklijke besluiten (KB's) en ministeriële besluiten (MB's) hebben geen terugwerkende kracht, tenzij dit expliciet in de wet is bepaald [10](#page=10).
### 3.2 Beginselen van behoorlijk bestuur
De fiscus dient zich te houden aan bepaalde gedragsnormen [11](#page=11).
* **Vertrouwensbeginsel:** Belastingplichtigen moeten kunnen vertrouwen op een vaste gedragsregel van de fiscus [11](#page=11).
* **Redelijkheidsbeginsel:** Dit impliceert het verbod op willekeur. Een voorbeeld is het meenemen van documenten zonder inventarisatie door de controleur, wat later tot bewijsproblemen kan leiden [11](#page=11).
* **Rechten van verdediging:** Dit omvat het hoorrecht en het inzagerecht. Belastingplichtigen hebben recht op inzage in hun dossier en moeten de mogelijkheid krijgen om hun standpunt toe te lichten, vaak tijdens mondelinge gesprekken met de controleur [11](#page=11).
* **Motiveringsplicht:** De fiscus is verplicht om de redenen te motiveren waarom hij bijvoorbeeld niet akkoord gaat met een aangifte [11](#page=11).
* **Zorgvuldigheidsplicht:** De fiscus moet zorgvuldig te werk gaan en geen onnodige schade veroorzaken bij controles. Een veroordeling van de Belgische staat kan volgen indien een onderneming failliet gaat door een onterecht bevroren bankrekening tijdens een controle [11](#page=11).
* **Fair play:** De fiscus mag niet bewust fouten maken of misleidende tactieken toepassen, zoals het onrechtmatig verkrijgen van informatie [11](#page=11).
### 3.3 Realiteitsbeginsel
Het realiteitsbeginsel stelt dat de werkelijk gestelde handelingen en feiten primeren. De wetgever kan echter bepalen dat de economische werkelijkheid prevaleert. Dit principe houdt ook in dat illegale activiteiten belastbaar zijn (morele neutraliteit) [11](#page=11).
### 3.4 Non bis in idem beginsel
Dit beginsel verbiedt dat een belastingplichtige voor hetzelfde belastbare feit, met hetzelfde doel en door dezelfde belasting, meer dan eens wordt getroffen [12](#page=12).
> **Voorbeeld (geen inbreuk):** Leegstandsheffing en roerende voorheffing op hetzelfde pand. De rechter oordeelde dat dit geen inbreuk is omdat, hoewel het om hetzelfde belastbare feit (eigendom onroerend goed) gaat, het doel anders is. De leegstandsheffing beoogt leegstand te vermijden voor economische redenen, terwijl de roerende voorheffing gebaseerd is op het eigendom [12](#page=12).
>
> **Voorbeeld (wel inbreuk):** Een huurder (H) die de onroerende voorheffing betaalt terwijl de wet de verhuurder (VH) als schuldenaar aanwijst. Dit kan als een inbreuk op non bis in idem worden beschouwd indien het dezelfde materie en doel betreft [12](#page=12).
### 3.5 Territorialiteitsbeginsel
Voor de toepassing van de Belgische fiscale wetgeving zijn voldoende aanknopingspunten met België nodig. Dit kan een personele aanknoping zijn (bv. woonplaats in België) of een zakelijke aanknoping (bv. onroerend goed gelegen in België) [12](#page=12).
### 3.6 Verdragsrecht beheerst intern fiscaal recht
Europese of internationale wetgeving moet in acht worden genomen. Rijksinwoners zijn belastbaar op hun wereldwijd inkomen, en verdragen zijn essentieel om internationale dubbele belasting te vermijden. Dubbele belastingverdragen bepalen welk land belastingsrecht heeft in situaties waar zowel de woonstaat als de bronstaat van inkomsten belasting kunnen heffen [12](#page=12).
### 3.7 Indeling van belastingen
Belastingen kunnen worden ingedeeld naar de heffende overheid (staatsbelasting, regionale belastingen, lokale belastingen, supranationale belastingen) en naar het tijdstip van heffing:
* **Directe belastingen** (voortdurende of permanente toestand): Inkomensbelasting (personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting, belasting niet-inwoners) en gelijkgestelde belastingen (verkeersbelasting, belasting op spelen, belasting inverkeerstelling, kilometerheffing, deelname WN in winst) [14](#page=14).
* **Indirecte belastingen** (voorbijgaand feit): Verbruiksbelastingen (douanerechten, accijnzen, verpakkingsheffing) en belastingen op het rechtsverkeer (BTW, erfbelasting, registratiebelasting, diverse rechten) [14](#page=14).
### 3.8 De administratieve inrichting
De belangrijkste federale overheidsdienst voor financiën in België is de FOD Financiën, met afdelingen zoals AAfisc (fiscaliteit) en AABBI (bijzondere belastinginspectie). De Hoge Raad van Financiën adviseert de minister van begroting. De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) is verantwoordelijk voor regionale belastingen en verstrekt ook voorafgaande beslissingen (rulings) [14](#page=14).
* * *
# Classificatie van belastingen
Belastingen kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld, gebaseerd op de heffende overheid, de grondslag, de wijze van vereffening en of ze direct of indirect zijn [12](#page=12) [13](#page=13).
### 4.1 Classificatie naar heffende overheid
Deze indeling kijkt naar welk publiekrechtelijk orgaan de belasting int [12](#page=12).
#### 4.1.1 Staatsbelastingen
Dit zijn belastingen die door de federale overheid worden geheven. Voorbeelden hiervan zijn de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting en de belasting voor niet-rijksinwoners [12](#page=12).
#### 4.1.2 Regionale belastingen
Deze belastingen worden geïnd door de gemeenschappen en gewesten. Voorbeelden zijn de erfbelasting, schenkbelasting en verkeersbelasting [12](#page=12).
#### 4.1.3 Lokale belastingen
Dit zijn belastingen die door provincies, agglomeraties en gemeenten worden geheven [12](#page=12).
#### 4.1.4 Supranationale belastingen
Belastingen die door supranationale overheden worden opgelegd vallen onder deze categorie [12](#page=12).
#### 4.1.5 Belastingen door publiekrechtelijke lichamen
Naast de bovengenoemde overheden kunnen ook andere publiekrechtelijke lichamen belastingen heffen [12](#page=12).
### 4.2 Classificatie naar de grondslag van de belasting
Deze indeling kijkt naar waarop de belasting wordt gebaseerd [13](#page=13).
#### 4.2.1 Zakelijke en persoonlijke belastingen
* **Zakelijke belastingen:** Deze zijn gebaseerd op objectieve maatstaven, zoals het kadastraal inkomen (KI) of de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) [13](#page=13).
* **Persoonlijke belastingen:** Deze houden rekening met de persoonlijke toestand van de belastingplichtige, zoals de personenbelasting [13](#page=13).
#### 4.2.2 Kapitaal- of vermogensbelastingen en inkomensbelastingen
* **Vermogensbelastingen:** Dit zijn belastingen op het vermogen. Een directe vermogensbelasting gedurende het leven bestaat in België niet, maar bij overlijden zijn er successierechten (erfbelasting) [13](#page=13).
* **Inkomensbelastingen:** Dit zijn belastingen op het inkomen, zoals de personenbelasting [13](#page=13).
#### 4.2.3 Specifieke belastingen en belastingen ad valorem
* **Specifieke belastingen:** De hoogte van de belasting is direct afhankelijk van de aard van het belastbaar feit [13](#page=13).
* **Ad valorem belastingen:** De hoogte van de belasting is gebaseerd op de waarde van het belastbaar feit [13](#page=13).
### 4.3 Classificatie naar de wijze van vereffening
Deze indeling beschrijft hoe de hoogte van de belasting wordt bepaald [13](#page=13).
#### 4.3.1 Vaste belastingen
Bij vaste belastingen geldt een vast tarief, ongeacht de omvang van het belastbare feit. Een voorbeeld is een vast bedrag voor het registreren van een schenkingsakte [13](#page=13).
#### 4.3.2 Evenredige belastingen
Evenredige belastingen worden berekend aan de hand van een vast percentage van het belastbare feit. Voorbeelden zijn BTW, registratierechten en de vennootschapsbelasting [13](#page=13).
#### 4.3.3 Progressieve belastingen
Bij progressieve belastingen stijgt het percentage naarmate het belastbare feit hoger is. De personenbelasting is hiervan een voorbeeld, waarbij men meer belasting betaalt bij een hoger inkomen [13](#page=13).
> **Tip:** Het registreren van een contract, zoals een schenking, krijgt een vaste datum en bewijs van indiening tegen betaling. Dit is essentieel om het moment van de schenking aan te tonen [13](#page=13).
### 4.4 Directe en indirecte belastingen
Het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen is cruciaal [13](#page=13).
#### 4.4.1 Directe belastingen
Directe belastingen hebben betrekking op een voortdurende of permanente toestand en worden doorgaans jaarlijks of periodiek geheven [13](#page=13).
* **A. Inkomensbelastingen:**
* Personenbelasting
* Vennootschapsbelasting
* Rechtspersonenbelasting
* Belasting niet-inwoners [14](#page=14).
* **B. Met inkomensbelasting gelijkgestelde belastingen:**
* Verkeersbelasting
* Belasting op spelen en weddenschappen
* Belasting op automatische ontspanningstoestellen
* Belasting inverkeerstelling
* Kilometerheffing voor zware vrachtwagens
* Deelname van werknemers in winst of kapitaal van een vennootschap [14](#page=14).
#### 4.4.2 Indirecte belastingen
Indirecte belastingen worden geheven naar aanleiding van een voorbijgaand feit of een specifieke handeling, zoals het verbruiken van goederen of diensten [13](#page=13).
* **Indirecte belastingen op verbruik:**
* Verbruiksbelastingen
* Douanerechten
* Accijnzen
* Verpakkingsheffing en milieuheffing [14](#page=14).
* **Indirecte belastingen op het rechtsverkeer:**
* Belasting over de toegevoegde waarde (BTW)
* Erfbelasting
* Hypotheek- en griffierechten
* Registratiebelasting
* Diverse rechten en taksen [14](#page=14).
### 4.5 De administratieve inrichting
De inning en het beheer van belastingen in België zijn georganiseerd rond verschillende overheidsdiensten [14](#page=14).
* **FOD Financiën (Federale Overheidsdienst Financiën):** De grootste federale overheidsdienst met diverse afdelingen, waaronder de afdeling Fiscaliteit (AAfisc) en de Bijzondere Belastinginspectie (AABBI) [14](#page=14).
* **Hoge Raad van Financiën:** Deze instantie adviseert de minister van Begroting [14](#page=14).
* **De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL):** Deze dienst verstrekt voorafgaande beslissingen (rulings) en publiceert standpunten en commentaren over fiscale regelgeving [14](#page=14).
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Belasting | Een bijdrage die volgens bepaalde rechtsregels door de overheid wordt opgelegd met het oog op het verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om uitgaven te doen in het algemeen belang. |
| Retributie | Een vergoeding voor een individuele tegenprestatie, die vrijwillig is en een persoonlijk voordeel oplevert, in tegenstelling tot een belasting die een algemeen belang dient. |
| Parafiscale bijdragen | Bijdragen die niet meetellen in de algemene begroting, maar bestemd zijn voor specifieke doelen, zoals sociale bijdragen die bestemd zijn voor de sociale zekerheid. |
| Financieel doel (van belastingen) | Het primair doel van belastingen is het vergaren van inkomsten voor de overheid om overheidsuitgaven te dekken, zoals de aanleg van wegen of het betalen van lonen in het onderwijs. |
| Dwingend karakter (van belastingen) | Belastingen worden eenzijdig opgelegd door de overheid en zijn verplicht te betalen, waarbij sancties mogelijk zijn bij niet-naleving, zoals boetes of strafrechtelijke vervolging. |
| Una via-principe | Het principe dat de administratie moet kiezen tussen het opleggen van administratieve of strafrechtelijke sancties bij een belastingovertreding; men kan niet voor beide tegelijk worden gesanctioneerd. |
| Verhaalbelasting | Een belasting die door een gemeente wordt opgelegd aan specifieke gebruikers of genietende inwoners voor werken die direct ten goede komen aan hen, zoals bij de aanleg van een riolering in een straat. |
| Urbanisatiebelasting | Een gemeentelijke belasting die wordt geheven bij nieuwe bouwprojecten of de ontwikkeling van infrastructuur, bedoeld om de kosten van deze ontwikkelingen te dekken. |
| Economische functie (van belastingen) | Belastingen kunnen worden ingezet om de economie te sturen door middel van prijsvorming, spaarwezen, investeringen en tewerkstelling, bijvoorbeeld via belastingverminderingen of accijnzen. |
| Sociale functie (van belastingen) | Belastingen kunnen worden gebruikt om inkomensverschillen te verkleinen door hogere tarieven toe te passen op hogere inkomens en via progressieve tarieven geld over te hevelen naar lagere inkomensgroepen. |
| Legaliteitsbeginsel | Het principe dat er steeds een wettelijke basis (wet, decreet of besluit) nodig is om een nieuwe belasting in te voeren, inclusief de vaststelling van het belastbaar subject, de grondslag en het tarief. |
| Eenjarigheidsbeginsel | Hoewel belastingwetten voor onbepaalde duur kunnen worden ingevoerd, moet de uitvoerende macht jaarlijks machtiging krijgen om belastingen te heffen, wat samenhangt met de jaarlijkse begrotingsgoedkeuring. |
| Gelijkheidsbeginsel | Dit principe vereist dat belastingplichtigen die zich in objectief vergelijkbare situaties bevinden, gelijk worden behandeld, tenzij er een redelijke en objectieve verantwoording is voor een ongelijke behandeling. |
| Non bis in idem beginsel | Het principe dat een belastingplichtige niet tweemaal mag worden belast voor hetzelfde belastbare feit, met hetzelfde doel en met betrekking tot dezelfde belastbare materie. |
| Territorialiteitsbeginsel | Bepalen of een persoon of zaak voldoende aanknopingspunten heeft met België om onder de Belgische fiscale wetgeving te vallen, gebaseerd op persoonlijke of zakelijke banden. |
| Belastingontduiking | Illegale praktijken, ook wel fiscale fraude genoemd, waarbij opzettelijk de verschuldigde belasting niet wordt betaald door inbreuk te maken op de fiscale wetgeving. |
| Belastingontwijking | Legale methoden waarbij men ervoor zorgt dat de fiscale wet niet op de eigen situatie van toepassing is, of dat de voorwaarden niet vervuld zijn, waardoor de belasting ofwel niet ofwel minder verschuldigd is. |
| Fiscale optimalisatie (tax engineering) | Het slim benutten van bestaande fiscale voordelen, aftrekken en verminderingen om de fiscale last te verlagen, vaak gestuurd door de overheid om bepaald gedrag te stimuleren. |
| Realiteitsbeginsel | Het principe dat de werkelijke gestelde handelingen en feiten primeren bij de belastingheffing, hoewel de wetgever ook de economische werkelijkheid kan laten primeren en zelfs illegale activiteiten belastbaar kan maken. |
| FOD Financiën | De Federale Overheidsdienst Financiën is de grootste federale overheidsdienst in België en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de fiscale wetgeving. |
| VLABEL (De Vlaamse Belastingdienst) | De Vlaamse Belastingdienst is de regionale overheidsdienst die belast is met de inning en beheer van gewestelijke belastingen en die ook voorafgaande beslissingen (rulings) aflevert. |