Cover
Inizia ora gratuitamente FVE Financieel recht 2 ST (2).pptx
Summary
# Historisch overzicht van financieel recht in België
Dit overzicht schetst de evolutie van het Belgische financiële recht, met nadruk op de impact van belangrijke wetgevende momenten en crises.
### 1.1 Crisisjaren '30 en de nasleep
De financiële crisis van de jaren '30 legde de basis voor latere reguleringen.
### 1.2 Periode tussen de jaren '30 en '70
Deze periode kende een relatieve stabiliteit in de financiële wetgeving na de directe nasleep van de crisis.
### 1.3 De Mammoetwet van 1975
De mammoetwet van 1975 was een reactie op de toenemende branchevervaging in de financiële sector, waarbij de grenzen tussen verschillende soorten financiële instellingen vervaagden.
* **Noodzaak tot wetgeving:** De branchevervaging maakte de tussenkomst van de wetgever noodzakelijk.
* **Europese invloed:** Een Europese richtlijn uit 1973 bevorderde harmonisatie en samenwerking op Europees niveau, gericht op de vrijheid van vestiging en vrije dienstverlening.
* **Inhoud van de wet:**
* Spaarkassen kregen ruimere mogelijkheden voor beleggings- en kredietoperaties.
* De revisorale controle werd verstrengd en gelijkgesteld aan die van privébanken.
* Controlevoorschriften werden aanzienlijk aangescherpt.
* De Bankencommissie kreeg nieuwe bevoegdheden, zoals het benoemen van een speciale commissaris, het stopzetten of opschorten van activiteiten, en het intrekken van de inschrijving als bank.
### 1.4 Wet van 1993 ("Bankenwet")
De wet van 1993, ook bekend als de "Bankenwet", was een verdere stap in het oplossen van de branchevervaging en implementeerde de tweede Europese richtlijn inzake financiële diensten.
* **Doel:** De grenzen tussen financiële instellingen werden nog verder weggewerkt met het oog op de Economische en Monetaire Unie (EMU).
* **Europese context:** Elke lidstaat had aanvankelijk zijn eigen regelgeving voor de bescherming en controle van de financiële markt. De tweede EG-richtlijn beoogde dat financiële instellingen hun activiteiten over de grenzen heen konden organiseren en gelijkschakelde de toegangsvoorwaarden tussen de lidstaten. Het principe van "home country control" werd geïntroduceerd.
* **Nationale aanpassing:** Naast de implementatie van de tweede EG-richtlijn werd ook de nationale wetgeving aangepast.
* **Eén juridische regeling:** Er was geen onderscheid meer tussen de drie grote financiële instellingen (banken, beleggingsondernemingen, verzekeringsondernemingen) op het gebied van activiteiten en organisatie. De wet van 1993 introduceerde eenzelfde juridische regeling voor alle drie.
* **Toezicht:** Het toezicht op alle instellingen kwam onder de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, de opvolger van de Bankencommissie.
### 1.5 Crisis 2008-2009 en de Wet van 2014
De wereldwijde financiële crisis van 2008-2009 leidde, net als de crisis van de jaren '30, tot nieuwe regelgeving.
* **Oorzaken:** De crisis werd toegeschreven aan jarenlang fout monetair beleid en misstappen in de regulering, met name binnen de Amerikaanse vastgoedsector, wat culmineerde in het faillissement van Lehman Brothers.
* **Gevolgen voor België:**
* Beperkingen in kredietverlening door banken.
* Paniekreacties op de financiële markten.
* Verbindingen tussen Belgische en Amerikaanse banken zorgden voor een directe impact.
* Noodzaak tot overheidssteun (korte termijn): geld lenen aan banken, investeren in de maatschappij, optrekken van de waarborg van het garantiefonds.
* Publiek debat en lange termijn oplossingen.
* **Wet van 25 april 2014 (nieuwe bankenwet):** Dit was de omzetting van de nieuwe EU-richtlijn 2013/36/EU in Belgische wetgeving.
* Verving de wet van 1993.
* Introduceerde een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme.
* Bevatte een principieel verbod op proprietary trading (handel met eigen gelden).
* Reguleerde governance, eigen vermogen en liquiditeit.
* Introduceerde herstelplannen.
### 1.6 Twin Peaks (Wet van 2 juli 2010)
De crisis van 2008 gaf ook aanleiding tot de wet van 2 juli 2010, die het toezichtsmodel reorganiseerde volgens het "Twin Peaks"-principe.
* **Doel:** Reorganisatie van het toezichtsmodel.
* **Twee pijlers:**
* **Prudentieel toezicht:** Gericht op de stabiliteit van de financiële markten, onderverdeeld in macroprudentieel en microprudentieel toezicht.
* **Gedragstoezicht:** Controle van informatie en processen om transparante en duidelijke informatievoorziening aan marktdeelnemers te garanderen.
---
# De Mammoetwet van 1975
De Mammoetwet van 1975 werd geïntroduceerd als reactie op branchevervaging binnen de financiële sector en om de Europese harmonisatie te bevorderen, met de invoering van ruimere mogelijkheden voor spaarkassen en verstrengde controlevoorschriften.
### 2.1 Achtergrond en doelstellingen
#### 2.1.1 Branchevervaging
De financiële sector kende een groeiende tendens tot branchevervaging, waarbij de traditionele scheidslijnen tussen verschillende soorten financiële instellingen vervaagden. Dit maakte interventie door de wetgever noodzakelijk om de stabiliteit en coherentie van de markt te waarborgen.
#### 2.1.2 Europese harmonisatie
Een belangrijke drijfveer achter de Mammoetwet was de bevordering van Europese harmonisatie. Een EG-richtlijn uit 1973 stimuleerde de samenwerking op Europees niveau, wat de vrijheid van vestiging en vrije dienstverlening ten goede kwam.
### 2.2 Kernaspecten van de Mammoetwet van 1975
#### 2.2.1 Ruimere mogelijkheden voor spaarkassen
De wet verruimde de operationele mogelijkheden voor spaarkassen. Zij kregen uitgebreidere bevoegdheden voor beleggings- en kredietoperaties, wat hen dichter bracht bij de activiteiten van traditionele banken.
#### 2.2.2 Verstrengde controlevoorschriften
Tegelijkertijd werden de controlevoorschriften aanzienlijk aangescherpt. De Bankencommissie, de toezichthoudende instantie, kreeg nieuwe instrumenten en bevoegdheden om de financiële instellingen te controleren.
> **Tip:** De Mammoetwet markeerde een belangrijke stap in de evolutie van het financieel toezicht, waarbij gepoogd werd een balans te vinden tussen marktontwikkelingen en noodzakelijke regulering.
##### 2.2.2.1 Nieuwe controlemogelijkheden voor de Bankencommissie
De wet voorzag in specifieke nieuwe controlemogelijkheden, waaronder:
* Het benoemen van een speciale commissaris om toezicht te houden op specifieke instellingen of operaties.
* De bevoegdheid om activiteiten stop te zetten of op te schorten indien dit noodzakelijk werd geacht voor de stabiliteit van de markt.
* De mogelijkheid om de inschrijving van een instelling als bank te herroepen.
#### 2.2.3 Herleving van gemengde banken
Hoewel niet expliciet uitgewerkt in het verstrekte document, suggereert de tekst een lichte herleving van het concept van gemengde banken, waarbij instellingen een breder scala aan financiële diensten konden aanbieden.
> **Tip:** Het begrijpen van de context van branchevervaging is cruciaal om de ingrijpende wijzigingen die de Mammoetwet introduceerde volledig te kunnen plaatsen.
---
# De Wet van 1993 en de EMU
Deze wet, ook wel de Bankenwet genoemd, implementeert de tweede EG-richtlijn en beoogt de gelijkschakeling van toegangsvoorwaarden en de organisatie van financiële instellingen over de grenzen heen, ter voorbereiding op de Economische en Monetaire Unie (EMU).
### 3.1 Achtergrond en doelstellingen
De wet van 1993 is een reactie op de branchevervaging die zich in de financiële sector had voorgedaan. Vóór deze wet was er een onderscheid tussen verschillende soorten financiële instellingen, elk met eigen regelgeving. De toenemende globalisering en de voorbereidingen op de Economische en Monetaire Unie (EMU) maakten een harmonisatie van de regelgeving noodzakelijk.
#### 3.1.1 Implementatie van de tweede EG-richtlijn
Een cruciaal aspect van de wet van 1993 was de implementatie van de tweede EG-richtlijn betreffende de toegang tot het bedrijf van de instellingen voor de inzameling van openbare spaargelden en tot de uitoefening van hun werkzaamheden. Deze richtlijn had als doel de grenzen tussen nationale financiële markten verder te verkleinen en de concurrentie tussen financiële instellingen in de lidstaten te bevorderen.
De belangrijkste doelstellingen van de tweede EG-richtlijn, en dus ook van de wet van 1993, waren:
* **Financiële instellingen moeten hun activiteiten over de grenzen heen kunnen organiseren:** Dit betekent dat een bank uit het ene EU-land zonder al te veel belemmeringen filialen kon openen of diensten kon verlenen in een ander EU-land.
* **Toegangsvoorwaarden diverse lidstaten gelijkschakelen:** Er werd gestreefd naar een uniform kader voor de vergunningverlening en de operationele vereisten voor financiële instellingen, ongeacht hun vestigingsplaats binnen de EU.
* **Home country control:** Dit principe houdt in dat het toezicht op een financiële instelling primair wordt uitgeoefend door de autoriteiten van het land waar de instelling haar zetel heeft (het thuisland). Dit vergemakkelijkte grensoverschrijdend opereren, aangezien de instelling dan niet met de regelgeving van elk afzonderlijk gastland geconfronteerd werd.
#### 3.1.2 Oplossing voor branchevervaging
De wet van 1993 pakte de branchevervaging aan door een einde te maken aan het onderscheid tussen de drie traditionele financiële instellingen: banken, beleggingsondernemingen en spaarbanken. In plaats daarvan werd er één juridisch kader gecreëerd dat van toepassing was op alle drie soorten instellingen. Dit betekende dat ze onder dezelfde regels opereerden, zowel wat betreft hun activiteiten als hun organisatie.
#### 3.1.3 Verschuiving in toezicht
Met de komst van de wet van 1993 verschoof het toezicht op alle financiële instellingen naar de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, de opvolger van de vroegere Bankencommissie. Dit centraliseerde het toezicht en zorgde voor een consistentere aanpak.
> **Tip:** Begrijp de context van de EMU als drijfveer achter deze Europese harmonisatiewetgeving. De wet van 1993 was een stap in de richting van een geïntegreerde Europese financiële markt.
### 3.2 Vergelijking met de Mammoetwet van 1975
De wet van 1993 kan gezien worden als een verdere evolutie van eerdere wetgeving, met name de Mammoetwet van 1975. Waar de Mammoetwet van 1975 al een begin maakte met het versoepelen van regels voor spaarkassen en het invoeren van strengere controlevoorschriften, zette de wet van 1993 de stap naar volledige harmonisatie en grensoverschrijdende integratie.
De Mammoetwet van 1975:
* Beantwoordde aan de noodzaak na de branchevervaging.
* Implementeerde de EG-richtlijn van 1973.
* Bevorderde Europese samenwerking en de vrijheid van vestiging en dienstverlening.
* Verruimde de mogelijkheden voor spaarkassen op het gebied van beleggings- en kredietoperaties.
* Verstrengde de controlenormen en gaf de Bankencommissie nieuwe instrumenten voor toezicht.
De wet van 1993 bouwde hierop voort door de grenzen tussen financiële instellingen nog verder te vervagen en een uniforme juridische regeling te introduceren, gericht op de voorbereiding van de EMU.
> **Tip:** Leg het verband tussen opeenvolgende wetgeving. Elke wet bouwt voort op de vorige, met steeds verdergaande harmonisatie en aanpassing aan economische en politieke ontwikkelingen.
---
# De crisis van 2008-2009 en de Wet van 25 april 2014
De crisis van 2008-2009, met het faillissement van Lehman Brothers als startpunt, leidde tot significante gevolgen voor België en resulteerde in nieuwe regelgeving, omgezet in de wet van 25 april 2014, die onder meer een verbod op proprietary trading en nieuwe governance-eisen introduceert.
### 4.1 De crisis van 2008-2009
#### 4.1.1 Oorzaken en aanvang
De crisis van 2008-2009 begon met het faillissement van Lehman Brothers en wordt gezien als een gevolg van jarenlang fout monetair beleid en misstappen in de regulering binnen de Amerikaanse vastgoedsector.
> **Tip:** Het is essentieel om de oorzaken van de crisis in de VS te begrijpen om de gevolgen en de daaropvolgende regelgeving te kunnen plaatsen.
#### 4.1.2 Gevolgen voor België
De crisis had een grote impact op België. Belgische banken, die verbonden waren met Amerikaanse banken, kregen te maken met de volgende consequenties:
* **Kredietbeperking:** Banken verstrekten nauwelijks nog kredieten.
* **Paniekreacties:** Er ontstond paniek bij de banken.
* **Noodzaak van overheidssteun:** De overheid moest tussenkomen met steunmaatregelen. Dit omvatte:
* Geld lenen aan banken.
* Investeren in de maatschappij.
* Het optrekken van de waarborg van het garantiefonds.
* **Publiek debat en lange termijn oplossingen:** De crisis leidde tot publieke debatten en parlementaire commissies die moesten leiden tot lange termijn oplossingen.
### 4.2 De wet van 25 april 2014 (nieuwe bankenwet)
De crisis van 2008 gaf aanleiding tot nieuwe regelgeving, vergelijkbaar met de reactie op de crisis van de jaren '30. De Europese Unie vaardigde Richtlijn 2013/36/EU uit, die in België werd omgezet via de wet van 25 april 2014. Deze wet vervangt de wet van 1993 en introduceert belangrijke wijzigingen.
#### 4.2.1 Belangrijkste bepalingen
De wet van 25 april 2014 introduceert een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme en regelt onder andere:
* **Principieel verbod op proprietary trading:** Dit houdt in dat banken niet langer hun eigen geld mogen gebruiken om financiële producten te verhandelen.
> **Voorbeeld:** Proprietary trading is het speculatieve handelen met de eigen middelen van de bank, los van het aanbieden van financiële diensten aan klanten. Dit verbod beoogt het nemen van overmatig risico door banken te beperken.
* **Governance:** Er worden nieuwe eisen gesteld aan de interne bestuursstructuur en procedures van financiële instellingen.
* **Eigen vermogen en liquiditeit:** De wet versterkt de vereisten rond het eigen vermogen en de liquiditeitspositie van banken om hun stabiliteit te waarborgen.
* **Herstelplannen:** Banken moeten over gedetailleerde herstelplannen beschikken voor het geval zij in financiële moeilijkheden geraken.
#### 4.2.2 Relatie met de TWIN PEAKS-wet (wet van 2 juli 2010)
De crisis van 2008 gaf ook aanleiding tot de wet van 2 juli 2010, beter bekend als de TWIN PEAKS-wet. Deze wet reorganiseerde het toezichtsmodel voor financiële markten in België. Het model omvat twee soorten toezicht:
* **Prudentieel toezicht:** Dit richt zich op de stabiliteit van de financiële markten en is onderverdeeld in:
* **Macroprudentieel toezicht:** Gericht op het systeemrisico in de gehele financiële sector.
* **Microprudentieel toezicht:** Gericht op de stabiliteit en solvabiliteit van individuele financiële instellingen.
* **Gedragstoezicht:** Dit omvat de controle van informatie en processen die ervoor zorgen dat marktdeelnemers transparant en duidelijk worden geïnformeerd.
De wet van 25 april 2014 bouwt voort op dit geherstructureerde toezichtsmodel door specifieke regels voor kredietinstellingen te implementeren.
---
# Het Twin Peaks-toezichtsmodel
Het Twin Peaks-toezichtsmodel, geïntroduceerd met de wet van 2 juli 2010, herorganiseert het financieel toezicht door prudentieel toezicht (macro- en microprudentieel) te scheiden van gedragstoezicht om de stabiliteit en transparantie van de financiële markten te waarborgen.
### 5.1 Achtergrond en Noodzaak van het Model
De crisis van 2008-2009 legde de tekortkomingen bloot van het bestaande toezichtsmodel en gaf aanleiding tot de wet van 2 juli 2010. Deze crisis, die mede voortkwam uit jarenlang een fout monetair beleid en misstappen in de regulering van de Amerikaanse vastgoedsector, had significante gevolgen voor België. Banken kenden geen kredieten meer toe, er ontstond paniek, en Belgische banken bleken verbonden met Amerikaanse banken.
De gevolgen voor België vereisten overheidssteun op korte termijn, zoals het lenen van geld aan banken, het investeren in de maatschappij en het optrekken van de waarborg van het garantiefonds. Op lange termijn leidden deze bevindingen tot de nieuwe bankenwet van 25 april 2014, die de wet van 1993 verving en een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme introduceerde.
De wet van 25 april 2014 bracht onder andere een principieel verbod op proprietary trading (het gebruik van eigen gelden om financiële producten te verhandelen), aanpassingen aan de governance, regels voor eigen vermogen en liquiditeit, en de invoering van herstelplannen.
### 5.2 Structuur van het Twin Peaks-model
Het Twin Peaks-model scheidt het financieel toezicht op in twee hoofdpijlers:
* **Prudentieel toezicht:** Dit aspect richt zich op de algemene stabiliteit van de financiële markten. Het omvat:
* **Macroprudentieel toezicht:** Dit toezicht heeft betrekking op het financiële systeem als geheel en beoogt het voorkomen van systemische risico's.
* **Microprudentieel toezicht:** Dit toezicht richt zich op de stabiliteit en solvabiliteit van individuele financiële instellingen.
* **Gedragstoezicht:** Dit aspect focust op de transparantie en correcte informatieverstrekking aan de deelnemers van de financiële markt. Het omvat de controle van de informatie en de processen die ervoor zorgen dat marktdeelnemers op een transparante en duidelijke wijze worden geïnformeerd.
> **Tip:** Het onderscheid tussen macro- en microprudentieel toezicht is cruciaal. Macroprudentieel kijkt naar het bos (het systeem), terwijl microprudentieel kijkt naar de bomen (individuele instellingen). Gedragstoezicht zorgt voor een eerlijk speelveld voor consumenten en beleggers.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Financieel recht | Het rechtsgebied dat de regels en voorschriften omvat met betrekking tot financiële markten, financiële instellingen en financiële instrumenten. Het regelt de uitgifte, handel, toezicht en instorting van financiële producten. |
| Branchevervaging | Een fenomeen waarbij de traditionele grenzen tussen verschillende financiële sectoren (zoals banken, verzekeraars en beleggingsondernemingen) vervagen, waardoor instellingen activiteiten ontplooien die voorheen tot andere sectoren behoorden. |
| EG-richtlijn | Een bindende rechtsnorm binnen de Europese Unie die lidstaten verplicht om hun nationale wetgeving aan te passen om het voorgeschreven resultaat te bereiken. Het geeft een doel aan, maar laat de keuze van middelen aan de lidstaten over. |
| Harmonisatie | Het proces waarbij wet- en regelgeving van verschillende landen op elkaar wordt afgestemd, met als doel de interne markt te versterken, concurrentieverhoudingen gelijk te trekken en grensoverschrijdende activiteiten te faciliteren. |
| Vrijheid van vestiging | Het recht voor burgers en ondernemingen van de ene lidstaat om zich blijvend te vestigen en economische activiteiten uit te oefenen in een andere lidstaat onder dezelfde voorwaarden als de nationale burgers of ondernemingen. |
| Vrije dienstverlening | Het recht voor burgers en ondernemingen van de ene lidstaat om tijdelijk diensten te verlenen in een andere lidstaat zonder zich er te hoeven vestigen. |
| Spaarkassen | Financiële instellingen die traditioneel gericht zijn op het aantrekken van spaargelden van particulieren en het verstrekken van kredieten, vaak met een maatschappelijke of regionale focus. |
| Beleggings- en kredietoperaties | Activiteiten die financiële instellingen uitvoeren, waaronder het investeren in financiële producten (beleggingsoperaties) en het verstrekken van leningen (kredietoperaties). |
| Revisorale controle | Een onafhankelijke controle van de financiële overzichten en interne procedures van een organisatie, uitgevoerd door een externe accountant of auditor om de getrouwheid en deugdelijkheid te waarborgen. |
| Bankencommissie | Een voormalige toezichthoudende autoriteit belast met het toezicht op banken en financiële instellingen. Deze commissie werd in de loop der tijd vervangen of gefuseerd met andere instanties. |
| EMU (Economische en Monetaire Unie) | Een economische en monetaire unie van lidstaten van de Europese Unie die de euro als hun gemeenschappelijke munt hebben ingevoerd en een gecoördineerd economisch en monetair beleid voeren. |
| Home country control | Een principe in het bankentoezicht waarbij het toezicht op een financiële instelling primair wordt uitgeoefend door de toezichthouder van het land waar de instelling haar hoofdkantoor heeft, zelfs indien zij in andere lidstaten actief is. |
| Proprietary trading | De handel door een financiële instelling met haar eigen geld in financiële instrumenten, in tegenstelling tot handel in opdracht van klanten. Dit kan leiden tot verhoogde risico's. |
| Governance | Het systeem van regels, praktijken en procedures waarmee een organisatie wordt geleid en beheerst. In de context van financiële instellingen omvat dit het management, de raad van bestuur en de interne controlemechanismen. |
| Eigen vermogen en liquiditeit | Eigen vermogen verwijst naar het kapitaal dat door de eigenaren van een instelling is ingebracht, terwijl liquiditeit verwijst naar het vermogen van een instelling om aan haar kortetermijnverplichtingen te voldoen door beschikbare middelen. |
| Herstelplannen | Plannen die financiële instellingen moeten opstellen om aan te geven hoe zij zouden omgaan met ernstige financiële moeilijkheden of een faillissement, teneinde de financiële stabiliteit te waarborgen. |
| Prudentieel toezicht | Toezicht gericht op het waarborgen van de financiële stabiliteit en solvabiliteit van financiële instellingen, teneinde het risico op faillissementen en de impact daarvan op het financiële systeem te beperken. |
| Macroprudentieel toezicht | Toezicht dat zich richt op het monitoren en beheersen van systeemrisico's binnen het financiële stelsel als geheel, om de stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen. |
| Microprudentieel toezicht | Toezicht dat zich richt op de stabiliteit en soliditeit van individuele financiële instellingen, om te voorkomen dat zij falen en de bredere financiële markten destabiliseren. |
| Gedragstoezicht | Toezicht dat gericht is op het waarborgen dat financiële markten eerlijk, transparant en efficiënt opereren, en dat consumenten en beleggers adequaat worden beschermd tegen misleiding en oneerlijke handelspraktijken. |