Cover
Inizia ora gratuitamente Stuvia-6839337-samenvatting-rechtspersonenrecht-2024-25.pdf
Summary
# Algemene informatie en wetgevingsgeschiedenis
Dit gedeelte biedt een gedetailleerd overzicht van het vennootschapsrecht in België, inclusief de relevante wetgeving, de historische evolutie en de structuur van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV).
## 1. Algemene informatie en wetgevingsgeschiedenis
### 1.1 Cursusmateriaal en wetgeving
Het studiemateriaal voor dit vak bestaat uit slides, het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), en een syllabus die zich specifiek richt op de NV, BV en CV. De leerstof is primair gebaseerd op de colleges en bijhorende notities, waarbij begrip belangrijker wordt geacht dan pure memorisatie [3](#page=3).
De kernwetgeving die vennootschappen en verenigingen regelt, is het **Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)**. Dit wetboek, ingevoerd bij wet van 23 maart 2019 en in werking getreden op 1 mei 2019, vervangt de vroegere "Wetboek van vennootschappen" (W. venn.) uit 1999 en de VZW-wet uit 1921 [3](#page=3).
#### 1.1.1 Toepassingsperiode WVV
* **Nieuwe entiteiten:** Vennootschappen, verenigingen en stichtingen opgericht op of na 1 mei 2019 vallen onmiddellijk onder het WVV [3](#page=3).
* **Bestaande entiteiten:** Voor entiteiten die reeds bestonden vóór 1 mei 2019, werd het WVV van toepassing op 1 januari 2020 [3](#page=3).
* **Statutenwijziging:** Bestaande entiteiten moesten hun statuten bij de eerste statutenwijziging, en ten laatste op 1 januari 2024, volledig aanpassen aan het WVV. Belangrijk is dat dwingende regels van het WVV reeds vanaf 1 januari 2020 van toepassing waren, ook al waren de statuten nog niet aangepast [3](#page=3).
#### 1.1.2 Aanvullende wetgeving
Naast het WVV zijn er nog twee belangrijke koninklijke besluiten en wetten:
* Het **Koninklijk Besluit van 29 april 2019** regelt voornamelijk de openbaarmakingsverplichtingen en de jaarrekening. Dit wordt ook wel "het uitvoerings-KB" genoemd [3](#page=3).
* De **Fiscale Wet van 17 maart 2019** is voornamelijk bedoeld om fiscaal neutrale terugname van inbrengen, die niet langer als kapitaal worden geboekt, te waarborgen [3](#page=3).
#### 1.1.3 Oude wetgeving
Het WVV heeft de oude wetboeken vervangen. Hoewel de studenten de oude regels niet meer hoeven te kennen voor het examen, is het belangrijk om te beseffen dat rechtspraak en rechtsleer die nog betrekking hebben op de oude regels relevant kunnen blijven in de latere beroepsloopbaan [3](#page=3).
### 1.2 Wetgevingsgeschiedenis van het vennootschapsrecht
De historische ontwikkeling van het Belgische vennootschapsrecht is als volgt te reconstrueren:
* **Napoleonitische Tijd (1804-1806):** Vennootschappen werden oorspronkelijk geregeld in het Burgerlijk Wetboek (BW) en het Wetboek van Koophandel [4](#page=4).
* Het BW regelde de **maatschap**, een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid voor niet-commerciële activiteiten, beschouwd als een bijzondere overeenkomst naast koop en huur [4](#page=4).
* De **Code de commerce** omvatte de commerciële vennootschappen, die wel rechtspersoonlijkheid hadden [4](#page=4).
* **1873:** Dit jaar markeert de introductie van de eerste puur Belgische vennootschapswet, die de **naamloze vennootschap (NV)** invoerde. Voorheen was beperkte aansprakelijkheid en de vrije verhandelbaarheid van aandelen enkel mogelijk bij de commanditaire vennootschap op aandelen of specifiek door de overheid vergunde NV's. In hetzelfde jaar werd ook de **coöperatieve vennootschap** voor het eerst gereguleerd [4](#page=4).
* **1935:** De **besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA)**, nu bekend als de besloten vennootschap (BV), werd ingevoerd [4](#page=4).
* **Jaren '70 en '80:** Gedurende deze decennia onderging het vennootschapsrecht ingrijpende wijzigingen, voornamelijk gedreven door Europese harmonisatierichtlijnen. Deze wijzigingen troffen vooral de NV, maar de Belgische wetgever paste de regels vaak ook toe op de BVBA (nu BV). Deze praktijk van "goldplating" werd in 2019 door het WVV teruggedraaid [4](#page=4).
* **1999:** Het Wetboek van vennootschappen (W. venn.) bracht de vennootschapsrechtelijke bepalingen uit het BW en het Wetboek van Koophandel samen in één aparte wet [4](#page=4).
* **1921 (VZW-wet):** Naast het W. venn. bleef er een aparte wet bestaan voor de VZW en de stichting, ingevoerd in 1921 [4](#page=4).
* **2015-2019:** Minister Geens gaf opdracht aan een commissie om een grote modernisering van het vennootschapsrecht door te voeren, wat resulteerde in het WVV in 2019 [4](#page=4).
### 1.3 Belangrijke studieprincipes en context
* **Casusgericht leren:** Het examen zal voor minstens de helft uit casussen bestaan, vergelijkbaar met de oefeningen die in de les worden besproken [4](#page=4).
* **Het "waarom" achter regels:** Er zal altijd een vraag zijn naar het "waarom" achter bepaalde transacties of wettelijke verboden. Het begrijpen van de redenen achter rechtsregels en vennootschapsrechtelijke praktijken is cruciaal [4](#page=4).
* *Voorbeeld:* Waarom kopen vennootschappen vaak eigen aandelen terug en waarom legt de wet die praktijk aan banden? [4](#page=4).
* **Focus op principes:** De cursus behandelt slechts een tipje van de ijsberg, aangezien vennootschapsrecht zeer uitgebreide procedures kent. Het is belangrijk om de grote principes van het vennootschapsrecht te doorgronden, in plaats van zich louter te focussen op het memoriseren van procedurele voorschriften. De studenten moeten zich afvragen waarom bepaalde procedures, zoals een verslag of een wachttermijn, worden opgelegd [4](#page=4).
* **Context is essentieel:** Vennootschapsrecht is een vermogensrecht en voor een groot deel toegepast verbintenissenrecht, met een sterke component zakelijke rechten. De kernbegrippen vermogen, vertegenwoordiging en rechtspersoon vormen de basis [5](#page=5).
* **Economische link:** Vennootschappen zijn in essentie geldverdienende organisaties. Kennis van basisbegrippen uit het boekhoudrecht is onmisbaar. Een goede ondernemingsjurist kan communiceren met bankiers, economen, managers en boekhouders. Het volgen van economisch nieuws uit bronnen zoals De Standaard, De Tijd, The Economist of de Financial Times wordt sterk aanbevolen. Zonder economische context is het moeilijk om een volwaardige ondernemingsjurist te zijn [5](#page=5).
### 1.4 Praktische afspraken voor het examen
* **Toegelaten materiaal:** Alle wetgeving, inclusief het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, is toegelaten [5](#page=5).
* **Editie:** Enkel commerciële edities van het WVV (bv. VRG, Bama-codex Die Keure) zijn toegelaten; eigen kopieën of prints zijn verboden [5](#page=5).
* **Markeringen:** Onderlijnen en kleuren in de wetgeving is toegestaan, zolang het geen verborgen boodschap vormt [5](#page=5).
* **Schriftelijke notities:** Niets mag in het examenwetboek geschreven worden (geen kruisverwijzingen, pijltjes, bolletjes, streepjes, etc.) [5](#page=5).
* **Post-its:** Post-its of gelijkaardige briefjes mogen gebruikt worden voor indexering, maar mogen geen geschreven tekst bevatten [5](#page=5).
* **Geannoteerde wetboeken:** Wetboeken die door de uitgever zijn geannoteerd (bv. met cassatierechtspraak) zijn niet toegelaten [5](#page=5).
### 1.5 Opbouw van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Het WVV is opgedeeld in 5 delen en 18 Boeken [5](#page=5):
* **Deel 1:** Algemene bepalingen voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen, inclusief jaarrekeningrecht [5](#page=5).
* **Boek 1:** Definities (vennootschap, vereniging, stichting) en boekhoudkundige begrippen [6](#page=6).
* **Boek 2:** Gemeenschappelijke regels voor rechtspersonen, zoals openbaarmakingsformaliteiten, naam en zetel, nietigheid van rechtspersoon en beslissingen, bestuurdersaansprakelijkheid en geschillenregeling [6](#page=6).
* **Boek 3:** De jaarrekening en de revisor [6](#page=6).
* **Deel 2:** Vennootschappen [5](#page=5).
* **Boek 4:** Personenvennootschappen [6](#page=6).
* **Boek 5:** Besloten vennootschap (BV) [6](#page=6).
* **Boek 6:** Coöperatieve vennootschap (CV) [6](#page=6).
* **Boek 7:** Naamloze vennootschap (NV) [6](#page=6).
* **Boek 8:** Erkende vennootschappen [6](#page=6).
* **Deel 3:** Verenigingen en stichtingen [5](#page=5).
* **Deel 4:** Herstructureringen en omzettingen (vennootschap, vereniging, stichting) [5](#page=5).
* **Deel 5:** De Europese rechtsvormen [5](#page=5).
#### 1.5.1 Belangrijke opmerkingen over de structuur van Deel 2
* **Geen algemeen boek voor alle vennootschappen:** In tegenstelling tot de oude wetgeving worden de vroegere gemeenrechtelijke bepalingen niet langer beschouwd als een gemeenschappelijke stam [6](#page=6).
* **Boek 2 als gemeenschappelijke basis:** Boek 2 bevat wel gemeenschappelijke regels die van toepassing zijn op alle rechtspersonen [6](#page=6).
* **Onderscheid personen- en kapitaalvennootschappen:** Er is de overtuiging dat personenvennootschappen weinig gemeen hebben met de NV en BV [6](#page=6).
#### 1.5.2 Schematisch overzicht structuur WVV
Een schematisch overzicht van de structuur van het WVV wordt door Frank Hellemans gepresenteerd, wat een visuele hulp biedt bij het begrijpen van de indeling [6](#page=6).
---
# Inleiding tot vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Dit deel introduceert de verschillende juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties, hun kernmerken, doelen en functies, met een nadruk op de vennootschap.
### 2.1 Juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), ingevoerd op 23 maart 2019 en van kracht sinds 1 mei 2019 (en sinds 1 januari 2020 op bestaande rechtspersonen), reguleert vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Deze structuren worden gebruikt voor privaatrechtelijke organisaties [18](#page=18).
#### 2.1.1 Vennootschap
Een vennootschap is een organisatie die wordt opgericht door een overeenkomst of uitzonderlijk door een eenzijdige rechtshandeling. De oprichters, genaamd vennoten of aandeelhouders, moeten een inbreng doen. Het primaire doel van een vennootschap is het maken van winst die kan worden verdeeld onder de aandeelhouders (dividenden). Hoewel winstuitkering de kern is, kan een vennootschap ook andere doelstellingen hebben [18](#page=18).
**Definitie van een vennootschap:**
* Één of meer vennoten [18](#page=18).
* Verrichten een inbreng in ruil voor winstaanspraak [18](#page=18).
* Heeft een eigen vermogen, zelfs indien geen rechtspersoonlijkheid ("doelvermogen") [18](#page=18).
* Heeft als doelstelling het uitkeren van een vermogensvoordeel ("doel") [18](#page=18).
* Nagestreefde activiteiten worden aangeduid als het "voorwerp" [18](#page=18).
**Voorbeelden:** Grote bedrijven zoals Apple, Proximus, Volkswagen, maar ook kleinere ondernemingen zoals een bakker, slager, boekhandel, café of hotel [18](#page=18).
#### 2.1.2 Vereniging
Een vereniging verschilt van een vennootschap door haar non-profitkarakter. Verenigingen streven geen winst na; indien er winst wordt gemaakt, mag deze niet worden verdeeld onder de leden, maar moet deze worden geherinvesteerd. Een bekende vorm is de vereniging zonder winstoogmerk (VZW) [19](#page=19).
**Definitie van een vereniging:**
* Ontstaat door een overeenkomst tussen minstens twee leden [19](#page=19).
* Streeft bepaalde activiteiten na met een belangeloos doel [19](#page=19).
* Geen uitkeringen toegestaan, tenzij voor de verwezenlijking van het belangeloze doel [19](#page=19).
**Voorbeelden:** Fanfares, Amnesty International, Natuurpunt, ziekenhuizen, politieke partijen en vakbonden [19](#page=19).
#### 2.1.3 Stichting
Een stichting heeft eveneens een belangeloos doel. Het belangrijkste verschil is dat een stichting wordt opgericht door één stichter die een deel van zijn vermogen daaraan toewijdt. Een stichting heeft nooit leden, maar wel een bestuur dat juridisch bevoegd is om beslissingen te nemen. Het betreft een afgesplitst vermogen dat overeenkomstig de wensen van de stichter voor een belangeloos doel wordt ingezet [19](#page=19).
**Definitie van een stichting:**
* Een eenzijdige rechtshandeling [19](#page=19).
* Beschikt over een vermogen met rechtspersoonlijkheid [19](#page=19).
* Geen leden [19](#page=19).
* Vermogen is bestemd voor een belangeloos doel [19](#page=19).
* Geen uitkeringen toegestaan, tenzij voor de verwezenlijking van het belangeloze doel [19](#page=19).
**Voorbeelden:** Een stichting voor malariabestrijding [19](#page=19).
#### 2.1.4 Samenwerkingsverband en vermogensbeheer
Vennootschappen en verenigingen zijn vaak samenwerkingsverbanden tussen twee of meer personen die een doel willen bereiken, zoals het ontwerpen, produceren en verkopen van smartphones. Echter, sommige vennootschappen en de meeste stichtingen zijn meer gericht op vermogensbeheer dan op samenwerking of het uitbaten van een onderneming. Een rijke persoon kan bijvoorbeeld zijn verhuurde vastgoed via een vennootschap beheren om fiscale en organisatorische voordelen te behalen [19](#page=19).
#### 2.1.5 Cursusfocus
In deze cursus wordt voornamelijk gefocust op vennootschappen, omdat het vennootschapsrecht complexer is en een beter begrip ervan de basis legt voor het leren kennen van non-profitrecht. Er is niet genoeg tijd om alle technische regels van alle drie de vormen gedetailleerd te behandelen [19](#page=19).
### 2.2 Kenmerken van een rechtspersoon
Een rechtspersoon is een rechtssubject dat geen natuurlijke persoon is, maar toch rechtsbekwaam is om rechten en plichten te hebben en rechtshandelingen te stellen [20](#page=20).
#### 2.2.1 Verschil in positie ten opzichte van de vennootschap
Er is een fundamenteel verschil in de positie van een bank (schuldeiser, SE) en een aandeelhouder (AH1) ten opzichte van een vennootschap, zelfs als beiden een vordering op de vennootschap hebben [20](#page=20).
* **Bank (Schuldeiser):** Een leningsovereenkomst met een bank legt een vaststaande schuld vast, inclusief rente. De bank kan de terugbetaling eisen, ongeacht de winstgevendheid van de vennootschap. De vordering van de bank is een vaste schuldvordering [20](#page=20).
* **Aandeelhouder (AH1):** Een aandeelhouder kan zijn inbreng volledig verliezen. Hun aanspraak op de winst is contingent: afhankelijk van of er winst wordt gemaakt en of de aandeelhoudersvergadering beslist deze winst uit te keren. Als de vennootschap verlies maakt, zal de aandeelhouder niets ontvangen [20](#page=20).
#### 2.2.2 Financiering van ondernemingen
Ondernemingen, inclusief vennootschappen, financieren hun activiteiten via eigen vermogensfinanciering (gegenereerde inkomsten) of schuldfinanciering (bv. bankkredieten). Een hoge schuldfinancieringsgraad wordt aangeduid als een hoge "leverage" [20](#page=20).
* **Eigen vermogen:** Gelijk aan netto-actief [20](#page=20).
* **Vreemd vermogen:** Schulden [20](#page=20).
#### 2.2.3 Bestuur van vennootschappen
Bij kleine vennootschappen leiden de aandeelhouders vaak zelf de dagelijkse gang van zaken. Bij grotere vennootschappen kunnen bestuurders een manager aanduiden [20](#page=20) [21](#page=21).
#### 2.2.4 Beperkte aansprakelijkheid
De meeste vennootschapsvormen genieten van beperkte aansprakelijkheid. Dit betekent dat de aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap met hun privévermogen. Enkele vennootschapsvormen kennen echter onbeperkte aansprakelijkheid, zoals de vennootschap onder firma (VOF). In een VOF kunnen aandeelhouders wel degelijk aangesproken worden voor de schulden van de vennootschap, zelfs met hun privévermogen [21](#page=21).
#### 2.2.5 Maatschappelijk-economisch fenomeen
Vennootschappen en verenigingen zijn maatschappelijk-economische fenomenen binnen een kapitalistisch systeem. Ze kunnen vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd: sociologisch, antropologisch, normatief (wat is het doel: aandeelhouders verrijken, werknemers zinvol bestaan bieden, duurzame ontwikkeling?), economisch (efficiënt genereren van output), juridisch-technisch (oprichting, werking, ontbinding) en vanuit het corporate governance-perspectief [21](#page=21).
#### 2.2.6 Corporate governance en agency conflicts
Corporate governance bestudeert het samenspel van "stakeholders" (aandeelhouders, schuldeisers, werknemers, managers) met hun deels tegenstrijdige belangen. "Agency conflicts" verwijzen naar situaties waarin de belangen van verschillende betrokkenen bij de onderneming (bv. aandeelhouders en bestuurders) uiteenlopen. Bestuurders treden op als agenten van de aandeelhouders en moeten de vennootschap in hun belang leiden, niet in hun eigen belang. Dit kan leiden tot conflicten, bijvoorbeeld bij het bepalen van hun eigen vergoeding [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 2.2.7 Juridisch-technische invalshoek
Hoewel andere invalshoeken ook belangrijk zijn, domineert in deze cursus de technisch-juridische benadering, met als doel studenten voor te bereiden op de praktijk door basiskennis en -vaardigheden mee te geven [22](#page=22).
### 2.3 Voornaamste kenmerken van een vennootschap
Vennootschappen, verenigingen en stichtingen zijn organisatievormen met meestal een van de volgende functies: vermogensbeheer of het structureren van een onderneming [22](#page=22).
#### 2.3.1 Organisatie (algemeen begrip)
Een organisatie heeft een zekere permanentie (meer dan occasionele transacties), een functie (bv. goederen produceren, beheren, zieken verzorgen) en werkt voor een belangrijk deel op basis van een bevels- of gezagstructuur ("fiat") [22](#page=22).
#### 2.3.2 Twee voornaamste functies
1. **Onderneming structureren:** Bijvoorbeeld een NV die geneesmiddelen produceert [22](#page=22).
2. **Vermogen beheren:** Bijvoorbeeld een NV die het onroerend patrimonium van een familie beheert om transacties te faciliteren en de fiscale situatie te optimaliseren [22](#page=22).
#### 2.3.3 Onderneming
Het begrip "onderneming" is niet uniform juridisch gedefinieerd, maar kent algemene definities in het Wetboek Economisch Recht (WER) [23](#page=23).
* **Woordenboekdefinitie:** Een geheel van mensen en middelen dat ingezet wordt om goederen of diensten te produceren voor een markt, impliceert minstens tegen kostprijs om "going concern" te zijn en heeft afnemers buiten de onderneming [23](#page=23).
**Onderneming in het WER:**
* Alle privaatrechtelijke rechtspersonen [23](#page=23).
* Ook entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid, tenzij ze geen uitkeringsoogmerk hebben en feitelijk geen uitkeringen verrichten. Maatschappen zijn wel ondernemingen, maar vakbonden en politieke partijen niet [23](#page=23).
* Natuurlijke personen met een zelfstandige beroepsactiviteit [23](#page=23).
**Belang van de definitie in het WER:** De registratie in de KBO en faillietverklaringen gelden enkel voor ondernemingen in de zin van het WER [23](#page=23).
#### 2.3.4 Andere ondernemingsdefinities
Er bestaan specifieke definities van "onderneming" buiten het WER, bijvoorbeeld in milieuwetgeving, sociale wetgeving, en binnen het WER zelf voor specifieke domeinen zoals mededingingsrecht. Deze kunnen focussen op economische eenheid, ongeacht financiering, winstoogmerk, of rechtspersoonlijkheid [24](#page=24).
#### 2.3.5 Verband tussen onderneming en vennootschap
* Alle vennootschappen zijn ondernemingen in de zin van het WER, ongeacht hun activiteiten [24](#page=24).
* Niet alle vennootschappen produceren goederen of diensten voor een markt; sommigen doen aan vermogensbeheer [24](#page=24).
* Niet alle WER-ondernemingen zijn vennootschappen [24](#page=24).
**Vennootschap als rechtssubject vs. onderneming als feitelijke realiteit:**
* Een vennootschap is meestal een rechtspersoon en dus een rechtssubject, titularis van rechten en plichten, met een eigen vermogen, en kan gedwongen worden tot uitvoering van verbintenissen [24](#page=24).
* Een onderneming is geen rechtssubject en is dus niet aanspreekbaar of sanctioneerbaar als zodanig [24](#page=24).
Vaak vallen de vennootschap en de onderneming samen, maar juridisch gezien is de vennootschap de juridische structuur en het rechtssubject, terwijl de onderneming de feitelijke/economische realiteit is. Het is mogelijk dat één onderneming is opgesplitst over meerdere vennootschappen (bv. een supermarktketen). Een holdingvennootschap heeft als voornaamste activiteit het aanhouden van aandelen in andere vennootschappen [24](#page=24) [25](#page=25).
#### 2.3.6 Mededingingsrecht in groepen van vennootschappen
Vennootschappen maken vaak deel uit van een groep, bestaande uit een moedervennootschap en haar dochtervennootschappen. Het mededingingsrecht legt regels op aan de "onderneming" als geheel, zelfs als deze uit meerdere vennootschappen bestaat. Als een dochtervennootschap het mededingingsrecht schendt (bv. een kartel), is de moederonderneming aansprakelijk voor kartelboetes en schadevergoeding, ook al heeft de moeder zelf geen inbreuk gepleegd [25](#page=25).
#### 2.3.7 Profit versus non-profit
* **Vennootschap:** Gericht op winst en winstverdeling [25](#page=25).
* **Vereniging en stichting:** Beoren tot de non-profitsector; maken wel winst, maar dit is geen doel op zich en mag niet worden uitgekeerd [25](#page=25).
* **Vennootschap en vereniging:** Meestal samenwerkingsverbanden, vaak gebaseerd op contract [25](#page=25).
* **Stichting:** Eenzijdige rechtshandeling, meestal gericht op vermogensbeheer [25](#page=25).
### 2.4 Nadere analyse van de vennootschap
De juridisch essentiële bestanddelen van een vennootschap zijn: het inbrengen van vermogen, het doel van winstuitkering, en de nagestreefde activiteiten (voorwerp) [25](#page=25).
#### 2.4.1 Inbreng
Aandeelhouders doen een inbreng in de vennootschap, wat inhoudt de overdracht van een vermogensbestanddeel dat in geld waardeerbaar is en enig nut heeft voor de vennootschap. De inbreng is in ruil voor winstdeelname en dus onderhevig aan risico [26](#page=26).
* **Soorten inbrengen:**
* **In geld:** Directe financiële bijdrage [26](#page=26).
* **In natura:** Overdracht van materiële (gebouwen, machines) of immateriële goederen (schuldvorderingen, octrooien, knowhow, niet-concurrentiebedingen, kredietwaardigheid). Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid moet een inbreng in natura worden gewaardeerd door een revisor om de vennoten tegen elkaar te beschermen [26](#page=26).
* **In nijverheid:** Belofte om in de toekomst prestaties te verrichten voor de vennootschap, niet in ruil voor loon, maar voor een percentage van de winst. In een NV kan dit enkel via een winstbewijs [26](#page=26).
* **Manieren van overdracht:**
* **In eigendom:** Het volledige eigendomsrecht van het vermogensbestanddeel wordt overgedragen aan de vennootschap [27](#page=27).
* **In genot:** Slechts een gebruiksrecht wordt toegekend, waarbij de inbrenger eigenaar blijft. Dit is voor een beperkte duur, maar de aandelen die men in ruil krijgt niet [27](#page=27).
* **Debt equity swap:** Een schuldeiser doet afstand van zijn vorderingsrecht en brengt dit in de vennootschap in ruil voor aandelen [26](#page=26).
#### 2.4.2 (Winst)uitkering
Het recht op (winst)uitkering vloeit voort uit de inbreng, maar is een louter eventueel recht. Het hangt af van de winstgevendheid van de vennootschap en de beslissing van de algemene vergadering om de winst al dan niet uit te keren [27](#page=27).
* **Dividend:** Kan in geld of, zeldzaam, in natura zijn ("stock dividend" - bijkomende aandelen) [27](#page=27).
* **Andere georganiseerde manieren om geld uit de vennootschap te halen:** Inkoop aandelen, kapitaalvermindering, uittreding (bij BV en CV). De inkoop van eigen aandelen door de vennootschap kan fiscaal voordelig zijn [27](#page=27) [28](#page=28).
* **Onrechtstreekse uitkering:** Transacties met een vennootschap aan manifest niet-marktconforme voorwaarden, waardoor winst versluist naar aandeelhouders. Dit is ethisch niet verantwoord [28](#page=28).
### 2.5 Recap vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Vennootschappen, verenigingen en stichtingen worden gebruikt als organisatievormen met doorgaans een van de twee functies: vermogensbeheer of het structureren van een onderneming (bijna altijd samenwerking). Ze hebben een abstract "doel" (oogmerk, drijfveer) en een "voorwerp" (activiteiten om het doel te realiseren) [28](#page=28).
### 2.6 Nut van vennootschappen
Vennootschappen bieden diverse voordelen:
* **Samenwerking zonder ondergeschiktheid:** Medewerkers zijn geen werknemers van elkaar [28](#page=28).
* **Samenvoeging talent en geld:** Maakt grotere projecten mogelijk [28](#page=28).
* **Gemak van rechtspersoonlijkheid:** Eigen rechten en plichten, onderscheiden van de vennoten [28](#page=28).
* **Aansprakelijkheidsbeperking:** Voor NV, BV en CV staan aandeelhouders niet met hun privévermogen in voor schulden van de vennootschap [28](#page=28).
* **Fiscaliteit:** Potentieel voordeliger dan een eenmanszaak, vooral door lagere vennootschapsbelastingtarieven [29](#page=29).
* **Continuïteit:** Een vennootschap sterft niet, wat handig is voor bedrijfsopvolging of familiale verdeling [28](#page=28).
* **Aandeel als risicokapitaal:** In plaats van een vaste vergoeding voor financiers [28](#page=28).
* **Overdraagbaarheid van aandelen:** Los van het bestaan van de vennootschap. Dit was cruciaal tijdens de industriële revolutie voor kapitaalintensieve investeringen [29](#page=29).
#### 2.6.1 Obligatie vs. aandeel
Een obligatie is een schuldeffect waarbij geld wordt uitgeleend aan een bedrijf voor een bepaalde looptijd, in ruil voor rente en terugbetaling van het geleende kapitaal. Een aandeel vertegenwoordigt daarentegen risicokapitaal [28](#page=28) [29](#page=29).
### 2.7 Fiscale opmerking
Veel vennootschappen worden opgericht om fiscale redenen. Natuurlijke personen worden vaak belast tot ongeveer 50% op beroepsinkomsten, terwijl vennootschappen een basistarief van 25% op winst hebben, met verlaagde tarieven (bv. 20% voor kmo's) [29](#page=29).
#### 2.7.1 Roerende voorheffing
Indien reeds belaste winst als dividend wordt uitgekeerd, wordt hierop roerende voorheffing ingehouden (basistarief 30%, soms verlaagd tot 15% via het "VVPRbis"-tarief). Voor natuurlijke personen is dit tarief bevrijdend, maar voor rechtspersonen is het niet-bevrijdend. Liquidatiereserves kunnen aan 5% of 10% belast worden. De totale belastingdruk op vennootschapswinst kan zo dalen tot 30-35%. Grote vennootschappen kunnen via wettelijke constructies soms zelfs een veel lagere reële belastingdruk bereiken [29](#page=29).
---
# Categorieën van vennootschappen en vermogensafscheiding
Dit gedeelte analyseert de verschillende categorieën vennootschappen, met en zonder rechtspersoonlijkheid, en de concepten van vermogensafscheiding, entiteit- en eigenaarsbescherming [30](#page=30) [32](#page=32).
### 3.1 Rechtspersoon of niet
In België hebben vrijwel alle vennootschapsvormen rechtspersoonlijkheid, met uitzondering van de maatschap. Rechtspersoonlijkheid betekent dat een organisatie, hoewel geen natuurlijk persoon, wordt erkend als rechtssubject en handelingsbekwaam is. Dit houdt in dat de organisatie rechten en plichten kan dragen, rechtshandelingen kan stellen, en zowel actief als passief procesbekwaam is [32](#page=32).
#### 3.1.1 Voordelen van rechtspersoonlijkheid
* **Zelfstandige drager van rechten en plichten**: Een rechtspersoon kan zelf contracten aangaan en is onderscheiden van haar leden [32](#page=32).
* **Eigen vermogen**: Een rechtspersoon bezit een eigen vermogen, gescheiden van dat van haar vennoten [32](#page=32).
* **Procesrechtelijke erkenning**: Dit omvat zowel actieve als passieve procesbekwaamheid [32](#page=32).
#### 3.1.2 Gevolgen van het ontbreken van rechtspersoonlijkheid
Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid moeten een vertegenwoordiger registreren in de Kruispuntbank voor Ondernemingen die namens hen kan worden aangesproken. Sommige organisaties, zoals vakbonden en politieke partijen, vermijden rechtspersoonlijkheid bewust om juridische aansprakelijkheid en dagvaarding te bemoeilijken. Echter, hun bezittingen, zoals gebouwen en kasgelden, worden vaak ondergebracht in een aparte rechtspersoon, zoals een VZW, die door vertrouwelingen wordt bestuurd [32](#page=32).
#### 3.1.3 Vereiste geschriften
* **Zonder rechtspersoonlijkheid**: Er is geen verplicht geschrift vereist, hoewel dit vaak wel vrijwillig gebeurt [32](#page=32).
* **Met rechtspersoonlijkheid**: Een geschrift is verplicht [32](#page=32).
* Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid kan dit een onderhandse of authentieke akte zijn [32](#page=32).
* Voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid is een authentieke akte (notarieel) vereist [32](#page=32).
#### 3.1.4 Moment van verwerving rechtspersoonlijkheid
Rechtspersoonlijkheid wordt verkregen door de neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie van de Ondernemingsrechtbank. Hierna volgt verplicht de publicatie van een uittreksel in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad, wat de inhoud tegenwerpelijk maakt aan derden. Het is cruciaal dat beperkte aansprakelijkheid en rechtspersoonlijkheid niet noodzakelijkerwijs samenvallen [32](#page=32).
### 3.2 Het "scheidingsprincipe" (asset partitioning)
Rechtspersoonlijkheid creëert een scheidingsprincipe, ook wel bekend als "asset partitioning" of "Trennungsprinzip" in de Duitse rechtsleer. Dit principe kent twee hoofdbestanddelen [33](#page=33):
#### 3.2.1 Entity shielding
Entity shielding beschermt de rechtspersoon zelf. Dit uit zich op twee manieren [33](#page=33):
1. **Geen rechten van aandeelhouders op vennootschapsvermogen**: Aandeelhouders zijn geen (mede-)eigenaars van de goederen die tot het vermogen van de rechtspersoon behoren. Zij kunnen dus niet over deze goederen beschikken en de werking van de vennootschap als *going concern* niet verstoren. Eigendommen die de vennootschap tijdens haar bestaan verwerft, zijn dus exclusief eigendom van de rechtspersoon zelf [33](#page=33).
2. **Geen rechten van persoonlijke schuldeisers van aandeelhouders op vennootschapsvermogen**: Een persoonlijke schuldeiser van een aandeelhouder kan het vennootschapsvermogen niet aanspreken en kan geen ontbinding of vereffening-verdeling vorderen. Zelfs als een aandeelhouder een goed heeft ingebracht in de vennootschap, kan zijn persoonlijke schuldeiser dit goed niet zomaar aanspreken [33](#page=33).
De rechtspersoonlijkheid beperkt dus de "samenloop" van schuldeisers. Het vennootschapsvermogen is exclusief het verhaalobject voor vennootschapsschuldeisers [33](#page=33).
#### 3.2.2 Owner shielding
Owner shielding beschermt de aandeelhouder. Dit komt tot uiting in de beperkte aansprakelijkheid, waarbij de vennootschapsschuldeisers niet kunnen doorstoten naar het privévermogen van de aandeelhouders. Het privévermogen van de aandeelhouder blijft exclusief een verhaalobject voor zijn eigen private schuldeisers. Dit geldt echter niet voor vennoten met onbeperkte aansprakelijkheid [34](#page=34).
### 3.3 Gradaties vermogensafscheiding
Er bestaat een spectrum aan gradaties van vermogensafscheiding. In het algemeen staat men in het Burgerlijk Wetboek met het gehele vermogen in voor schulden, maar er zijn legitieme manieren van vermogensafsplitsing, zoals de inbreng in een vennootschap [34](#page=34).
#### 3.3.1 Inbreng in een vennootschap zonder bedrieglijke intentie
De inbreng van goederen in een vennootschap leidt tot vermogensafsplitsing. De ingebrachte goederen worden eigendom van de vennootschap, terwijl de inbrenger aandelen verkrijgt die tot zijn eigen vermogen behoren. Dit mag echter niet gebeuren met bedrieglijke intentie; anders kan de *actio pauliana* worden ingeroepen door benadeelde schuldeisers. De *actio pauliana* laat schuldeisers toe om handelingen van de schuldenaar die met bedrieglijk oogmerk zijn verricht om hen te verarmen, niet tegenwerpelijk te verklaren [34](#page=34).
> **Voorbeeld**: Als iemand met openstaande schulden bij een bank zijn enige bezit (bv. een auto) inbrengt in een vennootschap om te voorkomen dat de bank dit in beslag neemt, en dit gebeurt met bedrieglijke intentie, kan de bank zich beroepen op bedrog en de handeling niet tegenwerpelijk verklaren via de *actio pauliana* [34](#page=34).
#### 3.3.2 Maatschap en vermogensafscheiding
De maatschap, de meest primitieve vennootschapsvorm, heeft geen rechtspersoonlijkheid, maar bezit wel een eigen vermogen dat onderscheiden kan worden van het vermogen van de vennoten. Dit gebeurt via een boedelgemeenschap. Hoewel rechtspersoonlijkheid doorgaans vermogensafscheiding impliceert, zijn er rechtspersonen met een minder perfecte afscheiding (onbeperkte aansprakelijkheid) en entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid met enige afscheiding [34](#page=34).
In een maatschap kunnen de vennoten niet beschikken over individuele goederen die tot het vermogen van de maatschap behoren, en hun schuldeisers kunnen dit evenmin, noch verdeling vorderen. Dit wordt gewettigd door het principe van de boedelgemeenschap [36](#page=36).
#### 3.3.3 Vormen van mede-eigendom
* **Traditioneel (contractuele bestemming)**: Enkel een contractuele beschikking die een doelbestemming geeft aan een goed is niet tegenwerpelijk aan derden (zoals schuldeisers) indien er geen zakenrechtelijke beschikking is. De bestemming van een goed voor gebruik binnen een maatschap volstaat op zichzelf niet om het te beschermen tegen schuldeisers [35](#page=35).
* **Gewone mede-eigendom**: Hierbij kan een schuldeiser van een deelgenoot beslag leggen op diens aandeel in het mede-eigendom. De mede-eigendom beschermt het voorwerp niet tegen aanspraken van persoonlijke schuldeisers van de mede-eigenaars. Dit leidt tot een verdeling van de mede-eigendom [35](#page=35).
* **Boedelgemeenschap**: Bij een boedelgemeenschap hebben deelgenoten enkel recht op het geheel van de goederen, niet op individuele goederen. Hun schuldeisers hebben geen recht op de individuele goederen en kunnen geen verdeling vorderen. Dit geldt voor onder meer huwelijksgemeenschappen en onverdeelde nalatenschappen, en ook voor het vermogen van een maatschap [35](#page=35).
#### 3.3.4 Maatschap en vermogensafscheiding
Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) bevestigt expliciet de principes van vermogensafscheiding voor de maatschap, ondanks het ontbreken van rechtspersoonlijkheid. Het vermogen van een maatschap wordt beschouwd als een actieve boedelgemeenschap, waar vennoten en hun persoonlijke schuldeisers geen individuele rechten op de goederen kunnen doen gelden. Artikelen 4:13 tot 4:15 WVV regelen dit [36](#page=36).
#### 3.3.5 Gradaties vermogensafscheiding en historische context
* **Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid (VOF, Comm.V.)**: Hier kunnen schuldeisers doorstoten naar het privévermogen van de aandeelhouders. Dit is historisch te verklaren: deze contractuele vennootschapsvormen zijn ouder dan de idee van rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid. Reputatie en persoonlijke kredietwaardigheid waren in het verleden cruciaal. De wetgever nam de toenmalige gewoonten over, wat resulteerde in een minder perfecte vermogensafscheiding [36](#page=36).
* **Logica van rechtspersoonlijkheid**: Ideaal gesproken zou een rechtspersoon een eigen vermogen moeten hebben dat volledig gescheiden is van dat van de vennoten. Vennoten zouden geen recht moeten hebben op dit vermogen, noch hun schuldeisers. Verder zou de schuldeiser van de vennootschap niet mogen kunnen doorstoten naar het privévermogen van de vennoot, wat neerkomt op beperkte aansprakelijkheid. De logica zou de rechtspersoon als exclusief aanknopingspunt van verbintenissen en vermogen moeten beschouwen. Echter, beleid en geschiedenis (pad-afhankelijkheid) winnen het vaak van deze logica [36](#page=36).
* **Maatschap als boedelgemeenschap**: Het vermogen van de maatschap is beschermd tegen persoonlijke schuldeisers van de vennoot omdat de beleidskeuze is gemaakt om het belang van de maatschap als *going concern* te behouden. Tegelijkertijd kan de schuldeiser van de maatschap de vennoten aanspreken, wat in lijn is met hun onbeperkte aansprakelijkheid [36](#page=36).
* **Vergelijking met rechtspersonen met onbeperkte aansprakelijkheid**: De maatschap vertoont op deze punten gelijkenissen met vennootschappen mét rechtspersoonlijkheid en onbeperkte aansprakelijkheid, zoals de VOF en Comm.V.. Bij deze vennootschappen is het logisch dat persoonlijke schuldeisers van de vennoot geen beslag kunnen leggen op het vennootschapsvermogen, maar het is minder logisch dat de schuldeiser van de vennootschap wel kan doorstoten naar het privévermogen van de vennoten. Dit laatste is wederom historisch te verklaren door de focus op persoonlijke kredietwaardigheid in oudere commerciële vennootschapsvormen [37](#page=37).
### 3.4 Beperkte of onbeperkte aansprakelijkheid
Er is geen directe gelijkloop tussen rechtspersoonlijkheid en de mate van aansprakelijkheid [37](#page=37).
* **Geen rechtspersoonlijkheid → onbeperkte aansprakelijkheid**: Dit is typisch voor bijvoorbeeld de maatschap [37](#page=37).
* **Rechtspersoon en toch onbeperkte aansprakelijkheid**: Dit geldt voor de Vennootschap onder firma (VOF) en gecommanditeerden in een commanditaire vennootschap (Comm.V.), evenals voor landbouwondernemingen. Dit is historisch te verklaren, zoals eerder vermeld [37](#page=37).
* **Steeds beperkte aansprakelijkheid**: Dit is kenmerkend voor de Besloten Vennootschap (BV), de Coöperatieve Vennootschap (CV) en de Naamloze Vennootschap (NV), die uit latere periodes stammen [37](#page=37).
#### 3.4.1 Onbeperkte aansprakelijkheid
Bij onbeperkte aansprakelijkheid staan de vennoten met hun persoonlijk vermogen in voor de schulden van de vennootschap. Zij zijn geen tweedelijnsschuldenaars of borgstellers, maar hun verbintenis is op gelijke hoogte met die van de vennootschap. De aansprakelijkheid is hoofdelijk. Hoewel er geen strikte volgorde van tenuitvoerlegging is, eist de wet soms eerst een veroordeling van de vennootschap om de schuld vast te stellen. Om tegenstrijdige vonnissen te vermijden, moet de vennootschap gelijktijdig met de vennoot worden gedagvaard. Zodra de schuld vaststaat, kan de schuldeiser kiezen wie hij aanspreekt [37](#page=37).
#### 3.4.2 Beperkte aansprakelijkheid
Beperkte aansprakelijkheid is logisch en onbetwist voor contractuele schulden, maar academisch betwist voor schulden uit onrechtmatige daad. Beperkte aansprakelijkheid kan immers de prikkels verminderen voor het management om negatieve externaliteiten te internaliseren, wat leidt tot een "risico-asymmetrie". Vennoten kunnen onbeperkt winst afromen, terwijl hun risico beperkt blijft tot hun inbreng [38](#page=38).
> **Tip**: Beperkte aansprakelijkheid creëert een stimulans tot *leverage* (schuldfinanciering) doordat winsten onbeperkt naar de aandeelhouders vloeien, terwijl het verlies voor hen beperkt is tot hun inbreng [38](#page=38).
> **Voorbeeld (Leverage)**: Stel u investeert 100 euro spaargeld en dit brengt na een jaar 130 euro op (30% return on equity). Als u nu ook een lening van 100 euro bij de bank opneemt (rente 5%) en dit bedrag mee investeert (totaal 200 euro), en de investering na een jaar 260 euro oplevert, is uw return on equity aanzienlijk hoger. Na terugbetaling van de lening (105 euro) en intrest, blijft er meer winst over voor uw eigen vermogen, resulterend in een hogere return on equity (in dit geval 55%) [38](#page=38).
### 3.5 Genoteerde vennootschap (art. 1:11 WVV)
Een genoteerde vennootschap is een vennootschap waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, zoals Euronext in België. Dit is de secundaire markt, in tegenstelling tot de primaire markt waar een Initial Public Offering (IPO) plaatsvindt. Genoteerde vennootschappen zijn onderworpen aan aanvullend en afwijkend vennootschapsrecht, met name op het gebied van *corporate governance*. De reden hiervoor is het grote aantal beleggers dat betrokken is, wat een grotere afstand tussen stakeholders creëert en de noodzaak tot bescherming door de wetgever vergroot. Dit geldt niet voor kleinere, familiale ondernemingen waar de economische impact van een faillissement beperkter is [38](#page=38) [39](#page=39).
### 3.6 Openbaar aanbod van effecten
Een openbaar aanbod van effecten gebeurt wanneer een vennootschap, al dan niet genoteerd, geld wil ophalen bij een groot aantal investeerders. Dit is van toepassing op de uitgifte van aandelen en obligaties. Een aanbod wordt als "openbaar" beschouwd als het zich richt tot meer dan 150 beleggers (werknemers en grote professionals niet meegerekend). Het kapitaalmarktreglement, dat gericht is op beleggersbescherming, wordt hier van toepassing [39](#page=39).
#### 3.6.1 Uitgifteprospectus
Bij een openbaar aanbod van effecten moet een vennootschap in regel een prospectus uitgeven. Dit is een brochure die potentiële kopers informeert over de kenmerken van de vennootschap, haar financiële prestaties, en de kenmerken van de effecten, om hen in staat te stellen een geïnformeerde beslissing te nemen. Een prospectus is niet nodig bij een *private placement* [39](#page=39).
### 3.7 Organisaties van openbaar belang (OOBs, art. 1:12 WVV)
OOBs zijn organisaties van openbaar belang die van "systemisch belang" zijn, omdat hun faillissement zware economische gevolgen zou hebben. Zij zijn onderworpen aan extra veiligheidsmaatregelen, vergelijkbaar met genoteerde vennootschappen, zoals strengere *governance*-regels. Naast genoteerde vennootschappen vallen ook kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en vereffeningsinstellingen onder deze noemer [40](#page=40).
### 3.8 Personenvennootschappen versus kapitaalvennootschappen
Dit is een puur doctrinaal onderscheid [40](#page=40).
* **Personenvennootschappen**: Maatschap, VOF, Comm.V. Ze zijn *intuitu personae* (persoonsgebonden) [40](#page=40).
* **Kapitaalvennootschappen**: NV. Ze zijn *intuitu pecuniae* (kapitaalgebonden) [40](#page=40).
* **Gemengd**: BV, CV, hoewel deze nu eerder op kapitaal gericht zijn dan vroeger [40](#page=40).
In de praktijk is er vaak sprake van een glijdende schaal [40](#page=40).
### 3.9 Vorm- en typendwang
De keuze van de vennootschapsvorm is in beginsel vrij, en omzetting naar een andere vorm is mogelijk zonder verlies van rechtspersoonlijkheid. Er is geen typendwang; contractsvrijheid overheerst. Wel kan de "institutionele opvatting" van een vennootschap impliceren dat bepaalde vormen niet mogen worden "genatureerd". Belangrijk is dat alleen de wetgever rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid kan verlenen; dit kan niet contractueel worden gecreëerd [40](#page=40).
---
# Individuele rechtsvormen: personen- en kapitaalvennootschappen
Dit hoofdstuk biedt een gedetailleerd overzicht van de verschillende juridische entiteiten die een onderneming kan aannemen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen personenvennootschappen en kapitaalvennootschappen, alsook Europese varianten [41](#page=41).
### 4.1 Personenvennootschappen
Personenvennootschappen kenmerken zich door de onbeperkte aansprakelijkheid van de vennoten en delen veel gemeenschappelijke kenmerken. Er is weinig dwingend recht van toepassing [41](#page=41).
#### 4.1.1 Maatschap
De maatschap is de meest primitieve vennootschapsvorm in België. Het is een puur contract zonder rechtspersoonlijkheid [41](#page=41).
* **Kenmerken:**
* Geen geschrift vereist; wilsovereenstemming volstaat [41](#page=41).
* **Onbeperkte aansprakelijkheid** van de vennoten [41](#page=41).
* Eigen en apart vermogen, weliswaar onderscheiden maar niet echt afgescheiden van het vermogen van de vennoten [41](#page=41).
* Zeer weinig dwingend recht van toepassing [41](#page=41).
* Geen organen noch bestuursplicht [41](#page=41).
* Onlichamelijk "aandeel" dat verkregen wordt door een inbreng [41](#page=41).
* Eén vennoot, één stem [41](#page=41).
* Winstverdeling is evenredig aan de inbreng, maar dit is suppletief recht en kan anders worden overeengekomen [41](#page=41).
* *Intuitu personae*: persoonlijke samenwerking staat centraal [41](#page=41).
* Ontbinding door overlijden van een vennoot, met uitzonderingen zoals een voortzettingsbeding of een verblijvingsbeding (ook wel beding van aanwas) [41](#page=41).
* Aandeel is slechts mits unanimiteit overdraagbaar, wat eveneens suppletief recht is [41](#page=41).
* Dwingend recht verbiedt een "leeuwenbeding" (uitsluiting van winstdeelname ondanks inbreng) [42](#page=42).
* **Oorspronkelijke varianten (niet meer als aparte rechtsvormen vermeld in WVV):**
* **Tijdelijke vennootschap:** opgericht voor een bepaald werk, met automatische ontbinding bij einde werk [42](#page=42).
* **Stille vennootschap:** een interne vennootschap waarbij het bestaan niet naar buiten treedt. De stille vennoot doet een inbreng in ruil voor winstdeelname, maar blijft beperkt aansprakelijk tenzij hij extern optreedt. Dit is vergelijkbaar met een commanditaire vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid [42](#page=42).
* **Impact Wet Ondernemingsrecht (WVV):**
* De maatschap wordt behandeld als een quasi-rechtspersoon [42](#page=42).
* Persoonlijke schuldeisers van een vennoot kunnen geen beslag leggen op het vennootschapsvermogen, wat leidt tot een zekere afscheiding [42](#page=42).
* Ondanks het ontbreken van een rechtspersoonlijkheid, is registratie in de KBO verplicht [42](#page=42).
* De uiteindelijk rechthebbenden (UBO) moeten worden geregistreerd in het UBO-register [42](#page=42).
* Rechtsbekwaamheid is mogelijk door het registreren van een officiële vertegenwoordiger in de KBO, maar dit is niet verplicht [42](#page=42).
* **Fiscale transparantie** blijft behouden: winsten worden belast bij de vennoten, niet op de maatschap zelf [42](#page=42).
* **Toepassingen:**
* Wanneer fiscale transparantie gewenst is [43](#page=43).
* Voor vermogensbeheer binnen een familie, inclusief gunstige overdrachten en het samenhouden van aandelenpakketten [43](#page=43).
#### 4.1.2 Vennootschap onder firma (VOF)
De VOF is vergelijkbaar met een maatschap, maar met rechtspersoonlijkheid [43](#page=43).
* **Kenmerken:**
* **Rechtspersoonlijkheid:** vereist een geschrift en openbaarmaking bij de griffie van de ondernemingsrechtbank [43](#page=43).
* Vennoten zijn **extern steeds hoofdelijk aansprakelijk** [43](#page=43).
* Geen plicht tot organisatie van bestuur [43](#page=43).
* *Intuitu personae* karakter, met ontbinding bij overlijden van een vennoot [43](#page=43).
* Geen vrije overdracht van aandelen, tenzij afgeweken in de statuten [43](#page=43).
* **Toepassingen:**
* Voor ondernemingsactiviteiten met weinig risico en zonder grote financiële middelen [43](#page=43).
* Joint ventures, waarbij de onbeperkte aansprakelijkheid economisch minder zwaar weegt voor de moedermaatschappijen [43](#page=43).
#### 4.1.3 Commanditaire vennootschap (Comm.V.)
De Comm.V. is een variant van de VOF met twee soorten vennoten [44](#page=44).
* **Soorten vennoten:**
* **Gecommanditeerden (werkende vennoten):** zijn zaakvoerders, onbeperkt aansprakelijk en vertegenwoordigingsbevoegd. Vaak gebruikt door een eenpersoons-BV [44](#page=44).
* **Commanditaire vennoten (stille vennoten):** zijn geldschieters met beperkte aansprakelijkheid. Indien zij toch vertegenwoordigen, worden ze behandeld als gecommanditeerden [44](#page=44).
* **Kenmerken:**
* Rechtspersoonlijkheid: vereist geschrift en publiciteit [44](#page=44).
* Wordt minder veel gebruikt dan vroeger [44](#page=44).
* Vroeger bestonden er Comm.V.-A's met verhandelbare aandelen, deze bestaan niet meer [44](#page=44).
* Indien nog gebruikt, dan in vergelijkbare omstandigheden als VOF's [44](#page=44).
* Komt nog veel voor in de sector van investeringsfondsen [44](#page=44).
### 4.2 Kapitaalvennootschappen
Kapitaalvennootschappen hebben een beperkte aansprakelijkheid en rechtspersoonlijkheid. Een authentieke oprichtingsakte is vereist [44](#page=44).
#### 4.2.1 Besloten vennootschap (BV)
De BV, oorspronkelijk opgericht in 1935, was bedoeld als een minder zware en praktischere vennootschap dan de NV [44](#page=44).
* **Kenmerken (historisch en huidig):**
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid [44](#page=44).
* Vroeger was er een **kapitaalplicht**, een minimum inbreng die niet terug uitkeerbaar was. Dit is afgeschaft voor de BV en CV, maar bestaat nog voor de NV [44](#page=44).
* Vroeger was de BV wezenlijk besloten, met aandelen die niet overdraagbaar waren zonder instemming van een ruime meerderheid [45](#page=45).
* Nu is de BV veel flexibeler en niet meer wezenlijk besloten; afwijken in de statuten is mogelijk [45](#page=45).
* Kan genoteerd worden op een beurs, wat het tegenovergestelde is van een juridisch besloten vennootschap [45](#page=45).
* Even flexibel als VOF of Comm.V., maar met beperkte aansprakelijkheid [45](#page=45).
* **Toepassingen:**
* Bedoeld als dé vennootschap met beperkte aansprakelijkheid voor vrijwel alle doeleinden [45](#page=45).
#### 4.2.2 Naamloze vennootschap (NV)
De NV is bedoeld als een financieringsstructuur voor grotere ondernemingen, met een open structuur en vrije overdraagbaarheid van aandelen [45](#page=45).
* **Kenmerken:**
* Naamloos: de identiteit van de aandeelhouders is niet relevant [45](#page=45).
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid [45](#page=45).
* **Kapitaalplicht:** de enige vennootschap in België met deze verplichting. Minimaal 61.500 euro moet bij oprichting worden ingebracht. Dit kapitaal is onuitkeerbaar/onbeschikbaar tijdens het bestaan van de vennootschap [45](#page=45).
* Bedoeld om grote geldsommen te vergaren door de verkoop van aandelen aan duizenden investeerders [45](#page=45).
* Tot circa 2014 ook gebruikt voor kleinere, de facto besloten vennootschappen, mede door de mogelijkheid tot het uitgeven van aandelen aan toonder. Sinds de WVV bestaan toonderaandelen niet meer [46](#page=46).
* Vroeger minstens 3 bestuurders vereist, nu één bestuurder mogelijk, tenzij het een genoteerde NV betreft [46](#page=46).
* Vorm bij uitstek voor genoteerde vennootschappen [46](#page=46).
#### 4.2.3 Coöperatieve vennootschap (CV)
Oorspronkelijk ontstaan uit de 19e-eeuwse arbeidersbeweging als een "a-kapitalistische" samenwerking, gericht op ondersteuning van de activiteiten van vennoten in plaats van winstmaximalisatie [46](#page=46).
* **Oorspronkelijke bedoeling:**
* Samenwerking en kostenbesparing [46](#page=46).
* Winstverdeling via ristorno's (dividend bepaald door bijdrage aan de omzet) [46](#page=46).
* Eén vennoot, één stem ("democratisch") [46](#page=46).
* **Huidige tendens:**
* Vooral gebruikt door leveranciers, zoals melkvee-CV's [47](#page=47).
* **Juridische hoofdkenmerken:**
* Vlotte in- en uittrede van vennoten [47](#page=47).
* Het bestuur kan nieuwe aandelen creëren voor nieuwe toetredingen zonder statutenwijziging [47](#page=47).
* Vennoten hebben een uittredingsrecht ten laste van het vennootschapsvermogen, mogelijk onder voorwaarden [47](#page=47).
* Vroeger een vluchtvorm tegenover de BVBA met grote statutaire flexibiliteit en niet-afdwingbare kapitaalregels [47](#page=47).
##### 4.2.3.1 CV onder WVV
De oorspronkelijke bedoeling was de afschaffing van de CV, maar deze is niet doorgegaan. Artikel 6:1 WVV bepaalt dat enkel "echte CV's" mogen blijven bestaan; onechte CV's moeten tegen 2024 worden omgezet in een BV of andere rechtsvorm. Vrije beroepers mogen zich niet meer organiseren volgens de CV [47](#page=47).
* **Huidige status:**
* Enige vennootschap die een sociale onderneming kan zijn [47](#page=47).
* Vaak gewone winstverdeling met stemrecht volgens inbrengwaarde [47](#page=47).
##### 4.2.3.2 Erkende CV
Een CV kan zich laten erkennen als "erkende CV" door de nationale raad voor erkende vennootschappen [48](#page=48).
* **Voorwaarden:**
* Organiseren volgens de originele coöperatieve gedachte [48](#page=48).
* Beperkte winstuitkering (zeer beperkt, minder dan 5%) aan aandeelhouders [48](#page=48).
* Eén vennoot, één stem [48](#page=48).
* **Voordelen:**
* Lagere belastingen en "halve non-profit" status [48](#page=48).
* De enige vennootschap die zich kan laten erkennen als sociale onderneming (CVSO) [48](#page=48).
##### 4.2.3.3 Blijvende basiskenmerken CV
* Uittrede ten laste van vennootschapsvermogen steeds mogelijk [48](#page=48).
* Toetrede soepel: bestuur geeft aandelen uit zonder statutenwijziging of notaris [48](#page=48).
* Rechten van vennoten en bevoegdheden van organen mogen in een intern reglement worden geregeld [48](#page=48).
* Overdracht bestaande aandelen is zeer beperkt en de CV wordt nooit genoteerd [48](#page=48).
* Voor de rest is de CV grotendeels als een BV georganiseerd [48](#page=48).
### 4.3 Erkende vennootschappen
#### 4.3.1 Erkende CV
Fiscale voordelen zijn verbonden aan de erkende CV [48](#page=48).
#### 4.3.2 CVSO - Sociale onderneming
Dit kan alleen een CV zijn en kent voorwaarden, waaronder een beperkte winstuitkering (maximaal 6%) [48](#page=48).
#### 4.3.3 Landbouwonderneming
Vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen, vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en coöperatieve vennootschappen kunnen erkenning aanvragen als "landbouwonderneming" [49](#page=49).
* **Toepassing:** Enkel voor vennootschappen die een land- of tuinbouwbedrijf uitbaten [49](#page=49).
* **Voordelen:** Statuut in pachtwetgeving met extra bescherming, en geen jaarrekening die door een revisor moet worden nagekeken [49](#page=49).
* Beherende vennoten, vergelijkbaar met VOF [49](#page=49).
* Beherende en stille vennoten, vergelijkbaar met Comm.V. [49](#page=49).
* Geen jaarrekening of commissaris vereist [49](#page=49).
### 4.4 Europese vennootschapsvormen
Deze vormen worden zelden gebruikt [49](#page=49).
#### 4.4.1 Europese vennootschap (SE)
De SE is een supranationale rechtsvorm, geregeld door een Verordening en Richtlijn [49](#page=49).
* **Oprichtingsmogelijkheden:**
* Samensmelting van vennootschappen uit twee verschillende lidstaten [49](#page=49).
* Vennootschap met zetel in een EU-lidstaat die al minstens twee jaar een buitenlandse dochtervennootschap heeft [49](#page=49).
* **Kenmerken:**
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid [49](#page=49).
* Minimumkapitaal van 120.000 euro [49](#page=49).
* Werkelijke en statutaire zetel in dezelfde lidstaat [49](#page=49).
* Gevormd door minstens twee bestaande vennootschappen uit minstens twee lidstaten [49](#page=49).
* Vier vormingswijzen: fusie, holding, dochtervennootschap of omzetting van een bestaande NV met een minstens twee jaar oude dochter in een andere lidstaat [49](#page=49).
* **Anti-ontduikingsregels:**
* Betrekken van werknemers bij de besluitvorming [50](#page=50).
* Indien geen akkoord wordt bereikt, geldt het systeem van de Europese richtlijn [50](#page=50).
* Fiscale implicaties en culturele verschillen zijn redenen waarom de SE zelden wordt gebruikt [50](#page=50).
* **Hiërarchie rechtsnormen:** Verordening, statuten, nationale SE-wetgeving, en vervolgens nationaal recht [50](#page=50).
* **Grensoverschrijdende zetelverplaatsing** zonder onderbreking van rechtspersoonlijkheid is mogelijk [50](#page=50).
* Belgische uitvoeringswet staat duaal bestuur toe: Raad van toezicht en Directieraad [50](#page=50).
#### 4.4.2 Europese coöperatieve vennootschap (SCE)
Deze vorm wordt nauwelijks gebruikt [50](#page=50).
* **Kenmerken:**
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid [50](#page=50).
* Minstens 5 oprichters [50](#page=50).
* Variabel kapitaal [50](#page=50).
* Bedoeld voor vennoten die klanten of leveranciers zijn [50](#page=50).
* Eén vennoot, één stem, in principe [50](#page=50).
#### 4.4.3 Europees economisch samenwerkingsverband (EESV)
Dit is van belang en beheerst door een Verordening die aangeeft dat het geen vennootschap is [50](#page=50).
* **Kenmerken:**
* Rechtspersoonlijkheid, maar **onbeperkte aansprakelijkheid** [50](#page=50).
* Bedoeld om bestaande vennootschappen te laten samenwerken aan een project [50](#page=50).
* Leden zijn doorgaans bestaande ondernemingen uit verschillende EU-lidstaten [50](#page=50).
* Ondersteunt structurele, lange-termijn samenwerking gericht op kostenbesparing [50](#page=50).
* De beperkte aansprakelijkheid van de leden maakt de onbeperkte aansprakelijkheid van het EESV minder problematisch [50](#page=50).
* Vroeger gebruikt voor projecten zoals Airbus, nu soms in de sector van vrije beroepers die grensoverschrijdend willen samenwerken [51](#page=51).
* Vergelijkbaar met een VOF die gebruikt wordt om een joint venture te creëren, maar dan op Europees niveau [51](#page=51).
### 4.5 Taalgebruik praktijk: terminologie
* **Holdingvennootschap:** Vennootschap waarvan het voornaamste actief participaties in andere vennootschappen zijn [51](#page=51).
* **Patrimoniumvennootschap:** Geen rechtsvorm, maar een uitdrukking voor vennootschappen die een vermogen beheren, vaak onroerend goed [51](#page=51).
* **Professionele vennootschap:** Vennootschap opgericht door vrije beroepers voor het uitoefenen van hun beroep, om fiscale en organisatorische redenen [51](#page=51).
* **Middelenvennootschap:** Vennootschap die werkingsmiddelen ter beschikking stelt van een andere vennootschap (de werkmaatschappij) [51](#page=51).
* **Kasgeldvennootschap:** Vennootschap wiens enige actief geld is, vaak na verkoop van activa. Dit kan gebruikt worden om belastingen te ontwijken bij herinvestering [51](#page=51).
---
# Geldigheidsvereisten voor alle vennootschappen en oprichtingsprocessen
Here's a detailed study guide section on the validity requirements for all companies and their incorporation processes, based on the provided document content.
## 5 Geldigheidsvereisten voor alle vennootschappen
Dit deel behandelt de essentiële geldigheidsvereisten voor de oprichting van vennootschappen, inclusief oprichters, inbrengen, voorwerp en doel, alsook de fasen van oprichting en rechtspersoonlijkheid.
### 5.1 Voldoende oprichters die geldig verbonden zijn
Een vennootschap vereist een minimum aantal oprichters die op geldige wijze hun verbintenis aangaan. De meerhoofdigheidseis, historisch ingevoerd vanwege wantrouwen tegen vermogensafsplitsing, verschilt per vennootschapsvorm [59](#page=59).
#### 5.1.1 Meerhoofdigheid
* **Algemene regel:** De meeste vennootschappen vereisen minstens twee oprichters, zoals bepaald in artikel 7-8 van het Hypotheek Wetboek. Dit was oorspronkelijk de basis omdat een vennootschap werd beschouwd als een contract [59](#page=59).
* **Uitzonderingen:**
* De NV (Naamloze Vennootschap) en BV (Besloten Vennootschap) kunnen door één persoon worden opgericht [59](#page=59).
* De CV (Commanditaire Vennootschap) vereist minimaal drie oprichters [59](#page=59).
* **Tijdens het bestaan van de vennootschap:** De meerhoofdigheidseis geldt zowel bij oprichting als gedurende het bestaan van de vennootschap. Indien het aantal oprichters onder het wettelijk minimum daalt, kan dit leiden tot ontbinding [59](#page=59).
#### 5.1.2 Geldige toestemming
Natuurlijke personen en rechtspersonen (zowel privaat als publiek, mits dit binnen hun opdracht valt) kunnen vennoot worden [59](#page=59).
* **Vertegenwoordiging van rechtspersonen:** Een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door haar bevoegd orgaan, meestal het bestuur. Dit vereist bewijs van benoeming [60](#page=60).
* **Groep:** Een groep bestaat uit moeder- en dochtervennootschappen tezamen. Een dochtervennootschap is een aparte, gecontroleerde rechtspersoon [59](#page=59).
* **Controle:** Controle wordt gedefinieerd als de bevoegdheid, in rechte of in feite, om het beleid bepalend te beïnvloeden [59](#page=59).
#### 5.1.3 Vertegenwoordiging en sterkmaking
Oprichters kunnen optreden in persoon of via vertegenwoordiging met volmacht [60](#page=60).
* **Sterkmaking:** Indien een vertegenwoordiging ongeldig is, kan de oprichting worden gered via sterkmaking. De sterkmaker belooft dat zijn cliënten de oprichting zullen bekrachtigen. Als dit niet gebeurt, is de sterkmaker zelf gehouden de inbreng te doen [60](#page=60).
#### 5.1.4 Minderjarigen als oprichter
De wet beschermt minderjarigen tegen verbintenissen die verder gaan dan hun inbreng. Daarom is deelname aan de oprichting van een vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, het doen van een inbreng in natura, of het dragen van oprichtersaansprakelijkheid niet toegestaan voor minderjarigen, zelfs niet met toestemming van de ouders [60](#page=60).
* **Machtiging vrederechter:** Voor het betrekken van minderjarigen kan een machtiging van de vrederechter nodig zijn, hoewel dit zelden wordt toegestaan [61](#page=61).
* **Inbreng van geld:** Geld op de bankrekening van een minderjarige mag wel worden ingebracht in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid na oprichting, zolang er geen sprake is van oprichtersaansprakelijkheid (#page=60, 61) [60](#page=60) [61](#page=61).
* **Praktijkoplossingen:**
* Ouders kunnen de inbreng doen ten behoeve van hun minderjarige kind, waarbij zij de oprichtersaansprakelijkheid dragen (vaak een onrechtstreekse schenking) [61](#page=61).
* Een minderjarige kan in een NV of BV de oprichtersaansprakelijkheid ontlopen door als 'loutere inschrijver' op te treden [61](#page=61).
#### 5.1.5 Echtgenoten
Huwelijksvermogensrecht bepaalt of aandelen eigen of gemeenschappelijk zijn. Vennootschapsrecht regelt wie vennoot is [61](#page=61).
* **Basisregel (art. 2.3.19 BW):** Elke echtgenoot kan zonder medewerking van de ander een inbreng doen met eigen of gemeenschapsgelden. Bij inbreng van gemeenschapsgelden zijn de uitgediende aandelen ook gemeenschappelijk [61](#page=61).
* **Nuance (art. 2.3.19, 5° BW):** Indien gemeenschapsgelden zijn ingebracht en de aandelen op naam van één echtgenoot worden ingeschreven, zijn de aandelen financieel gemeenschappelijk, maar de lidmaatschapsrechten (stemrecht, etc.) zijn eigen [61](#page=61).
* **Voorwaarden voor deze nuance:**
* Aandelen ingeschreven op naam van één echtgenoot.
* Vennootschap met beperkte overdracht van aandelen (wet, statuten, aandeelhoudersovereenkomst).
* OF: de 'ingeschreven' echtgenoot oefent als enige zijn beroep uit in de vennootschap [62](#page=62).
* **Secundair gemeenschapsregime:** Bij inbreng van gemeenschappelijke goederen geldt concurrentieel bestuur, tenzij specifieke uitzonderingen van toepassing zijn (bv. gemeenschappelijk onroerend goed, handelszaak) [62](#page=62).
* **Tellen echtgenoten voor twee?** Een deel van de praktijk beschouwt echtgenoten die enkel gemeenschapsgoederen inbrengen als één oprichter. Echter, op grond van art. 2.3.19 BW worden zij als aparte oprichters beschouwd [63](#page=63).
#### 5.1.6 Wilsgebreken
Toestemming kan worden aangetast door wilsgebreken zoals bedrog, dwaling of geweld. Bedrog vereist dat het uitgaat van de wederpartij om nietigheid te verkrijgen [63](#page=63).
* **Bedrog bij bestuur:** Indien bedrog door het bestuur plaatsvindt, kan de bedrogene enkel schadevergoeding vorderen, tenzij het bestuur feitelijk wordt geassocieerd met de verkoper (bv. bij verkoop van aandelen) [63](#page=63).
* **Dwaling:** Is minder belangrijk wegens de verschoonbaarheidsvereiste die zelden vervuld is [63](#page=63).
* **Geweld:** Komt in deze toepassing niet voor [63](#page=63).
* **Onderzoeksplicht:** Derden hebben een onderzoeksplicht (due diligence) [63](#page=63).
### 5.2 Inbrengen
Een inbreng is de verbintenis om een vermogensbestanddeel over te dragen en te onderwerpen aan het risico van de vennootschapsactiviteit, in ruil voor een winstrecht. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het aangaan van de verbintenis ('plaatsing') en de feitelijke levering ('volstorting') [64](#page=64).
#### 5.2.1 Wie kan inbreng doen?
Inbrengen kunnen worden gedaan door de oprichter zelf, of door een derde ten behoeve van de vennootschap of haar aandeelhouders [64](#page=64).
* **Ten behoeve van derden:** Een vereffenaar kan bijvoorbeeld de opbrengst van een activaverkoop aan de aandeelhouders verdelen, of een deel van de activa inbrengen in een concurrerende vennootschap ten gunste van de aandeelhouders van de ontbonden vennootschap [64](#page=64).
* **Minderjarige kinderen:** Ouders die een inbreng doen, maar de aandelen toekennen aan hun minderjarige kind, doen dit ten behoeve van dat kind [64](#page=64).
#### 5.2.2 Wat kan worden ingebracht?
Alles wat verhandelbaar is en in geld waardeerbaar kan worden gemaakt, kan worden ingebracht [64](#page=64).
* **Specifieke gevallen:**
* **Cliënteel:** Kan worden ingebracht via een niet-concurrentieverbintenis, wat een economische waarde vertegenwoordigt [64](#page=64).
* **Knowhow:** Zie later [64](#page=64).
* **Goodwill:** Het verschil tussen de boekwaarde en de werkelijke waarde van een ingebracht actief, vertegenwoordigt goodwill en maakt deel uit van de tegenprestatie [64](#page=64).
#### 5.2.3 Soorten inbrengen
Er zijn verschillende soorten inbrengen: in geld, in natura, en in nijverheid.
* **Inbreng van geld:** Alle leveringsmiddelen zijn toegelaten. Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid moeten deze worden gestort op een geblokkeerde rekening [65](#page=65).
* **Inbreng in natura:** Omvat alle overige vermogensbestanddelen, zowel materiële (bv. grond) als immateriële (bv. vergunningen, intellectuele eigendomsrechten). Dit kan ook een schuldvordering zijn [65](#page=65).
* **Inbreng van nijverheid:** Dit is de belofte van toekomstige arbeid of diensten, vergoed met aandelen en winstdelname (geen loon). In een NV mag dit niet met kapitaalaandelen worden vergoed, maar wel met winstbewijzen. In een BV en CV is vergoeding met aandelen wel mogelijk [65](#page=65).
* **Relevantie van onderscheid:** De waardering van inbrengen in natura in vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid moet door een onafhankelijke revisor gebeuren, op straffe van nietigheid [65](#page=65).
#### 5.2.4 Eigendom versus genot
Een inbreng kan geschieden in eigendom of in genot.
* **Inbreng in eigendom:** Dit is de meest voorkomende vorm, waarbij het volle eigendomsrecht wordt overgedragen, vergelijkbaar met een koop-verkoop [65](#page=65).
* **Inbreng van genot:** Hierbij wordt enkel het gebruiksrecht overgedragen, vergelijkbaar met een verhuur. De inbrenger behoudt de eigendom en kan het goed terugnemen bij ontbinding of faillissement. Het risico blijft bij de inbrenger (res perit domino) [65](#page=65).
* **Let op:** De duur van het gebruiksrecht staat los van de duur van de aandelen; de aandelen vervallen niet automatisch na afloop van het gebruiksrecht, maar hun waarde kan afhankelijk zijn van de duur van het genot [65](#page=65).
#### 5.2.5 Hoe inbrengen?
De overdracht van het (eigendoms)recht geschiedt door wilsovereenstemming tussen partijen. Voor tegenwerpelijkheid aan derden zijn specifieke formaliteiten vereist [66](#page=66).
* **Onroerend goed:** Vereist een authentieke inbrengakte bij het hypotheekkantoor [66](#page=66).
* **Schuldvordering:** Vereist kennisgeving aan de schuldenaar [66](#page=66).
* **Intellectuele eigendomsrechten:** Vereisen registratie volgens bijzondere wetten [66](#page=66).
* **Handelszaak:** Kan op twee manieren worden ingebracht:
1. **Burgerrechtelijke inbreng:** Elk onderdeel apart inbrengen volgens eigen tegenwerpelijkheidsformaliteiten [66](#page=66).
2. **Inbreng van bedrijfstak (Boek 13 WVV):** Een collectie activa en passiva die onder algemene titel worden overgedragen. Dit is een uitzondering op de regels van novatie en bevrijdt de inbrenger van de overgenomen schulden, behalve reeds opeisbare schulden op de datum van inbreng [66](#page=66).
> **Tip:** Het is cruciaal om bij de inbreng van een handelszaak alle bestanddelen expliciet te specificeren in de inbrengakte om te voorkomen dat alleen de essentiële bestanddelen worden ingebracht.
* **Voorbeeld:** Bij de inbreng van een bakkerij met een hypothecaire lening, zal de schuld alleen overgaan naar de vennootschap indien dit expliciet in de inbrengakte wordt opgenomen. Anders blijft de oorspronkelijke inbrenger aansprakelijk, hoewel de bank het ingebrachte pand kan verkopen [67](#page=67).
#### 5.2.6 Volstorting (levering) van inbreng
Volstorting is de feitelijke levering van de inbreng. De regels variëren per vennootschapsvorm [67](#page=67).
* **BV en CV:** De inbreng moet verplicht onmiddellijk worden gestort, tenzij de statuten of oprichtingsakte anders bepalen [67](#page=67).
* **NV:** Minimaal een kwart van de inbreng in geld moet direct worden volstort. De rest kan later worden volgestort, na afspraak of op verzoek van het bestuur indien de vennootschap het geld nodig heeft [67](#page=67).
#### 5.2.7 Leveren inbreng en sancties
Indien de inbreng niet wordt volgestort na de statutair bepaalde termijn of na een verzoek van het bestuur, volgen er sancties [68](#page=68).
* **Vertraging:** Wettelijke interesten beginnen van rechtswege te lopen [68](#page=68).
* **Sancties NV en BV:** Stemrecht wordt van rechtswege geschorst [68](#page=68).
* **Zijdelingse vordering:** Schuldeisers kunnen de rechtbank verzoeken de vennootschap te veroordelen tot het opeisen van de volstorting. Indien de vennootschap dit nalaat, kunnen schuldeisers via een zijdelingse vordering de volstorting zelf van de inbrenger eisen, maar de opbrengst komt alle schuldeisers ten goede [68](#page=68).
#### 5.2.8 Risicoregeling en vrijwaring
Bij de inbreng is het risico voor de vennootschap.
* **Eigendom:** Benadeling voor 7/12 is niet toepasselijk. Een handelsfonds impliceert een niet-concurrentiebeding. Bij een schuldvordering is de solvabiliteit van de schuldenaar niet gevrijwaard [68](#page=68).
* **Algemeenheden, bezwaarde goederen:** Een onbekende last leidt tot vrijwaring. Indien de last of het passief groter is dan het actief, is de inbreng waardeloos en nietig [68](#page=68).
#### 5.2.9 Genotsinbreng en nijverheid-inbreng
* **Genotsinbreng:** Het enkel inbrengen van het gebruiksrecht op een goed. De inbrenger behoudt de eigendom en het risico. Het goed kan bij ontbinding worden teruggenomen [69](#page=69).
* **Inbreng van nijverheid:** Arbeid voor aandelen. Dit impliceert automatisch een wettelijke niet-concurrentieverbintenis, tenzij anders overeengekomen. Wanprestatie kan leiden tot schorsing of verval van de aandelen [69](#page=69).
#### 5.2.10 Vermogen en kapitaal
* **Kapitaal (NV):** Is onuitkeerbaar eigen vermogen en vertegenwoordigt een schuld van de vennootschap aan de aandeelhouders. Het moet steeds minimaal gelijk zijn aan het netto-actief (#page=70, 84) [70](#page=70) [84](#page=84).
* **Ingebracht eigen vermogen (BV, CV):** Is doorgaans beschikbaar, tenzij de statuten anders bepalen (#page=70, 85) [70](#page=70) [85](#page=85).
#### 5.2.11 Enkele begrippen
* **Eigen vermogen:** Niet terugbetaalbaar tijdens het bestaan van de vennootschap. Kapitaal is hier een onderdeel van. Reserves zijn niet-uitgekeerde winsten [70](#page=70).
* **Vreemd vermogen:** Terugbetaalbaar [70](#page=70).
* **Nettoactief:** Totaal actief min schulden en voorzieningen; geeft een buffer voor schuldeisers [70](#page=70).
### 5.3 Geldig voorwerp
De vennootschap moet bepaalde, niet-verboden activiteiten nastreven die in de statuten worden omschreven. Een overschrijding van de bevoegdheden is bij de BV, NV en CV niet tegenwerpelijk aan derden [70](#page=70).
### 5.4 Winstverdelings-oogmerk
Een vennootschap moet een winstoogmerk hebben, ruim te begrijpen als ook de spreiding van lasten en kosten. Handelingen die niet bijdragen aan winstvorming zijn in principe verboden, tenzij ze een onrechtstreekse winstbijdrage leveren (bv. sponsoring, mecenaat) [70](#page=70).
* **Winstverdeling:** Winst moet in principe jaarlijks worden uitgekeerd. De verdeling is evenredig aan de waarde van de inbreng, tenzij anders bepaald in de statuten (bv. preferentieel dividend) [71](#page=71).
* **Verbod van leeuwenbeding:** Afspraken die een vennoot uitsluiten van winstdeelname of hem het verliesrisico laten afwentelen op medevennoten, zijn nietig. Bij NV, BV, CV is een dergelijke clausule ongeschreven [71](#page=71).
* **Niet-profit doel:** In België kan een vennootschap naast een winstoogmerk ook andere doelen nastreven, maar een puur non-profit doel vereist de oprichting van een vereniging of stichting [71](#page=71).
### 5.5 Oprichting en rechtspersoonlijkheid
De oprichting van een vennootschap doorloopt verschillende fasen en vereist specifieke formaliteiten om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen.
#### 5.5.1 Fasen in de oprichting
* **Pre-contractuele fase:** Beoordeeld op basis van de algemene zorgvuldigheidsnorm (art. 6.5 BW). Hier worden partiële overeenkomsten gesloten zoals NDA's en exclusiviteitsclausules [73](#page=73).
* **Overeenkomst tot oprichting (zeldzaam):** Een belofte om in de toekomst een vennootschap op te richten, met rechtsgevolgen indien het voorwerp voldoende duidelijk is omschreven. Enkel schadeloosstelling is mogelijk bij niet-nakoming [73](#page=73).
* **Neerleggen akte = RP:** Rechtspersoonlijkheid wordt verkregen op het moment van neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie. Zonder neerlegging is sprake van een maatschap [73](#page=73).
#### 5.5.2 Schriftvereiste
Een schriftelijke oprichtingsakte is een bestaansvereiste voor het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid, zowel voor de oprichting als voor latere statutenwijzigingen [73](#page=73).
* **Onbeperkte aansprakelijkheid / verenigingen:** Onderhandse akte, tenzij een onroerend goed wordt ingebracht, dan is een authentieke akte vereist [73](#page=73).
* **Beperkte aansprakelijkheid / stichtingen:** Vereisen een authentieke akte [73](#page=73).
* **Online oprichting:** Sinds juli 2021 is digitale oprichting via videoconferentie met een notaris mogelijk [73](#page=73).
#### 5.5.3 Inhoud oprichtingsakte
De oprichtingsakte moet verplichte vermeldingen bevatten, waaronder de naam, het voorwerp, de inbrengen en het kapitaal. Het ontbreken van wezenlijke gegevens kan leiden tot nietigheid [74](#page=74).
#### 5.5.4 Openbaarmaking oprichtingsakte
De neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie van de ondernemingsrechtbank en de publicatie in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad zijn cruciaal voor de verkrijging van rechtspersoonlijkheid en de tegenwerpelijkheid aan derden [74](#page=74).
#### 5.5.5 Gevolgen publicatie BS
Publicatie in het Belgisch Staatsblad maakt de gegevens van de vennootschap tegenwerpelijk aan derden. Werkelijke kennis is niet vereist [75](#page=75).
* **Belang:** Het stelt derden in staat om informatie over de vennootschap in te winnen en is essentieel voor externe partijen zoals schuldeisers [75](#page=75).
#### 5.5.6 Inschrijving in KBO
De inschrijving in het Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is eveneens verplicht en regelt onder andere de identificatie van vestigingseenheden en activiteiten [76](#page=76).
#### 5.5.7 Preconstitutief handelen (art. 2:2 WVV)
Dit betreft rechtshandelingen die worden gesteld voordat de rechtspersoonlijkheid is verworven. De vennootschap kan deze handelingen nadien overnemen, waardoor de promotor (degene die namens de vennootschap handelt) bevrijd wordt. Strikte termijnen gelden voor de oprichting van de vennootschap (max. 2 jaar) en de overname van de verbintenis (max. 3 maanden na verwerving RP) [77](#page=77).
> **Tip:** De termijnen voor preconstitutief handelen zijn strikt. Overschrijding kan ertoe leiden dat zowel de promotor als de vennootschap aansprakelijk zijn.
#### 5.5.8 Nietigheid
Nietigheid van een vennootschap kan voortvloeien uit formele of materiële gronden.
* **Nietigheid deelneming versus vennootschap:** De nietigheid van één vennoot leidt niet automatisch tot nietigheid van de vennootschap, tenzij dit leidt tot eenhoofdigheid of bij intuitu personae vennootschappen [78](#page=78).
* **Beperking nietigheidsgronden (beperkte aansprakelijkheid):** Slechts vier gronden zijn mogelijk: ongeoorloofd voorwerp, te weinig geldig verbonden oprichters, oprichtingsakte niet in vereiste vorm, en ontbreken van wezenlijke gegevens in de oprichtingsakte [78](#page=78).
* **Retroactiviteit:** Nietigheid werkt in principe ex nunc (voor de toekomst), niet ex tunc (met terugwerkende kracht), behalve bij maatschappen waar discussie over bestaat [78](#page=78).
* **Procedure:** Nietigheid moet door de rechter worden uitgesproken en is tegenwerpelijk aan derden vanaf publicatie in het BS [78](#page=78).
### 5.6 Geldigheidsvereisten per vennootschapsvorm (algemeen)
De vennootschapsvorm bepaalt de specifieke vereisten rondom oprichters, inbrengen, en kapitaal.
#### 5.6.1 NV versus BV en CV
* **NV:** Vereist een minimumkapitaal van 61.500 euro, dat volledig moet worden volgestort. Kapitaal is onuitkeerbaar. Inbreng in natura moet binnen vijf jaar worden volgestort (#page=83, 86) [83](#page=83) [86](#page=86).
* **BV en CV:** Vereisen een toereikend aanvangsvermogen, geen wettelijk minimumbedrag. Inbreng in geld en natura moet onmiddellijk worden volgestort, tenzij anders bepaald (#page=85, 86). Het ingebracht eigen vermogen is doorgaans beschikbaar, tenzij de statuten anders bepalen [85](#page=85) [86](#page=86).
#### 5.6.2 Financieel plan
Voor de oprichting van een NV, BV of CV is een financieel plan verplicht, dat de financieringsbehoeften voor de komende twee jaar inschat. Dit plan wordt bewaard door de notaris en is cruciaal bij faillissement binnen drie jaar na oprichting [86](#page=86).
#### 5.6.3 Controle inbreng in natura
De inbreng in natura wordt gecontroleerd door een onafhankelijke bedrijfsrevisor om overwaardering te bestrijden en schuldeisers en aandeelhouders te beschermen (#page=86, 87). Uitzonderingen op deze controle bestaan voor genoteerde effecten, recent gewaardeerde activa, of activa uit een gecontroleerde jaarrekening [86](#page=86) [87](#page=87).
#### 5.6.4 Inbreng van nijverheid
* **NV:** Kan niet met kapitaalaandelen worden vergoed, wel met winstbewijzen [87](#page=87).
* **BV/CV:** Inbreng van nijverheid kan met aandelen worden vergoed [87](#page=87).
#### 5.6.5 Quasi-inbreng (enkel bij NV)
Dit zijn transacties die economisch gelijkgesteld worden aan een inbreng in natura en onderworpen zijn aan revisorale controle indien ze plaatsvinden binnen twee jaar na oprichting en tegen een tegenwaarde van minstens 10% van het geplaatste kapitaal [87](#page=87).
#### 5.6.6 Oprichtersaansprakelijkheid
De oprichtersaansprakelijkheid vangt gebreken in de oprichting en kapitaalvorming op.
* **Wie is oprichter?** Wie bij de akte verschijnt, inclusief 'loutere inschrijvers' die tot maximaal 2/3 van het kapitaal bijdragen en geen oprichtersvoordelen genieten [89](#page=89).
* **Kenmerken:** Hoofdelijke aansprakelijkheid, dwingend recht, verjaart na 5 jaar, persoonsgebonden, en jegens elke belanghebbende [89](#page=89).
* **Soorten aansprakelijkheid:**
* Voor schulden van de vennootschap bij kennelijk ontoereikend kapitaal [89](#page=89).
* Tot schadevergoeding bij nietigheid, ontbreken/onjuistheid gegevens in de oprichtingsakte, of kennelijke overwaardering van inbreng in natura [89](#page=89).
* Oprichters gehouden als inschrijvers bij ongeldige inschrijvingen of gebrekkige vertegenwoordiging [89](#page=89).
* Oprichters gehouden tot volstorting bij nalatigheid of specifieke NV-vereisten [89](#page=89).
---
# Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) en bestuur
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) is het hoogste orgaan binnen een vennootschap, dat de beslissingen neemt over fundamentele aangelegenheden, terwijl het bestuur verantwoordelijk is voor het dagelijks beleid en de vertegenwoordiging van de vennootschap.
## 6. Algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)
### 6.1 Feitelijke rol
De feitelijke rol van de AVA verschilt per type vennootschap. Bij besloten vennootschappen (BV) kan deze vaak overbodig lijken, zeker in familiale context, maar blijft strikt formalistisch nodig. Bij genoteerde vennootschappen (NV) fungeert de AVA traditioneel als een moment van communicatie met investeerders en is er een toenemende druk vanuit institutionele beleggers ("shareholder engagement") om actiever deel te nemen aan het vennootschapsbeleid op lange termijn. Passieve AVA's kunnen wel degelijk impact hebben door controleaandeelhouders die buiten de AVA contact leggen met het bestuur [91](#page=91).
### 6.2 Bevoegdheid AVA
De bevoegdheden van de AVA zijn wettelijk voorbehouden en omvatten voornamelijk:
* Het vaststellen van het statuut en de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen [92](#page=92).
* Het goedkeuren van de jaarrekening [92](#page=92).
* Statutenwijzigingen, zoals kapitaalwijzigingen, wijzigingen van het voorwerp, ontbinding, sluiting van de vereffening en omzetting [92](#page=92).
De bevoegdheden van de AVA kunnen statutair uitgebreid worden, maar de "Prokura-leer" stelt dat derden hier geen rekening mee hoeven te houden, tenzij de vennootschap kan bewijzen dat zij daar kennis van hadden. Individuele rechten van aandeelhouders kunnen niet worden gewijzigd [92](#page=92).
### 6.3 Soorten AVA
Er zijn drie soorten AVA's te onderscheiden:
* **Gewone AVA:** Dit is de jaarlijkse vergadering, statutair vastgelegd qua datum, uur en plaats. De agenda omvat minimaal de goedkeuring van de jaarrekening en de kwijting van de bestuurders [92](#page=92).
* **Buitengewone AVA:** Elke andere AVA dan de jaarlijkse. Deze kan worden bijeengeroepen door 10% van de aandeelhouders en wordt vaak gebruikt voor statutenwijzigingen. Er geldt een hogere drempel qua aanwezigheid en stemmen dan bij de gewone AVA [92](#page=92).
* **Bijzondere AVA:** Noodzakelijk voor de goedkeuring van "change of control" clausules bij genoteerde vennootschappen en voor de overdracht van significante activa (3/4 van het totaal) [93](#page=93).
### 6.4 Bijwonen AVA
Aandeelhouders, houders van winstbewijzen (NV), houders van converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten, bestuurders en commissarissen (wanneer hun verslag wordt besproken) hebben het recht om de AVA bij te wonen. Anderen, zoals raadslieden, kunnen toegelaten worden na beslissing van de AVA. Bijwonen is niet hetzelfde als stemmen [93](#page=93).
### 6.5 Communicatie
Communicatie tussen vennootschap en aandeelhouder kan verlopen via e-mail of een gelijkwaardig proces. Indien een e-mailadres niet bekend is, geldt communicatie per gewone post [93](#page=93).
### 6.6 Oproeping
De oproeping is de eerste stap voor de AVA. Deze kan gebeuren door het bestuur, de commissaris, 10% aandeelhouders of de vereffenaar. De vorm van oproeping (brief, e-mail, website) en de termijnen hangen af van het type vennootschap. Niet nodig indien alle aandeelhouders vrijwillig verschijnen. Voor genoteerde vennootschappen kan een 3%-aandeelhouder een toevoeging aan de agenda eisen [94](#page=94).
### 6.7 Agenda
De agenda wordt bepaald door degene die oproept. Bij niet-genoteerde vennootschappen is een opgave van de te behandelen onderwerpen vereist, bij genoteerde vennootschappen ook de voorstellen tot besluiten. Besluiten die genomen worden voor agendapunten die er niet op stonden, kunnen nietig worden verklaard, tenzij met unanimiteit of in vennootschapsbelang [95](#page=95).
### 6.8 Mededeling verslagen
Bepaalde beslissingen kunnen enkel rechtsgeldig worden genomen nadat het bestuur verslagen heeft meegedeeld aan de aandeelhouders. De sanctie bij niet-mededeling is nietigheid, met als ratio het stemmen met kennis van zaken. Naamsaandeelhouders, bestuurders en commissarissen krijgen een afschrift samen met de oproeping [95](#page=95).
### 6.9 Toelatingsformaliteiten
Deze formaliteiten, indien van toepassing, moeten in de statuten en de oproeping vermeld worden en mogen enkel betrekking hebben op legitimatie, niet op stemrecht. Er zijn geen wachttermijnen toegelaten. De AVA kan echter steeds toelaten, zelfs indien niet aan de formaliteiten is voldaan [96](#page=96).
### 6.10 Deelname op afstand
Elektronische deelname aan de AVA is mogelijk indien de vennootschap dit toelaat, waarbij deelnemers geacht worden aanwezig te zijn voor het quorum en de meerderheid. De bureau (voorzitter en stemopnemers) moet echter steeds fysiek vergaderen [96](#page=96).
### 6.11 Vraagrecht
Aandeelhouders kunnen mondeling en schriftelijk vragen stellen aan het bestuur en de commissaris over agendapunten, zowel tijdens als vóór de AVA. Antwoorden kunnen geweigerd worden in het belang van de vennootschap [96](#page=96).
### 6.12 Agenda jaarvergadering
De minimumagenda voor de jaarvergadering bevat de goedkeuring van de jaarrekening, het voorleggen van het jaarverslag en het verlenen van kwijting aan de bestuurders [97](#page=97).
#### 6.12.1 Controleverslag – meldingen
Het controleverslag van de commissaris bij de jaarrekening (verplicht bij grote vennootschappen) beoordeelt of de jaarrekening een getrouw beeld geeft. Er zijn vier soorten oordelen: zonder voorbehoud, met voorbehoud, afkeurend en onthouding. Daarnaast signaleert de commissaris eventuele schendingen van het WVV of de statuten [97](#page=97).
### 6.13 Verdagingsrecht
Het bestuur kan een vergadering steeds verdagen. Reeds genomen besluiten blijven behouden [97](#page=97).
### 6.14 Notulen
Notulen zijn een verplicht verslag van de vergadering. Voor niet-notariële beslissingen zijn ze theoretisch geen exclusief bewijsmiddel. De taalwetgeving is van toepassing op de opstelling van notulen [98](#page=98).
### 6.15 Schriftelijke AVA
Het is toegestaan om beslissingen buiten de AVA schriftelijk te nemen. Dit kan enkel wanneer alle vennoten akkoord gaan met deze werkwijze en de beslissingen unaniem worden genomen. Dit is niet mogelijk voor beslissingen die authentiek moeten worden vastgelegd [98](#page=98).
### 6.16 Volmacht
Aandeelhouders kunnen zich laten vertegenwoordigen door een volmachthouder. De vennootschap kan dit recht niet uitsluiten. Volmachten kunnen blanco zijn of met instructies gegeven worden [98](#page=98).
### 6.17 Aandelen in onverdeeldheid
Bij aandelen in onverdeeldheid kan het stemrecht geschorst worden totdat één stemgerechtigde is aangeduid. Dit geldt ook voor huwelijksgemeenschappen en vruchtgebruik [99](#page=99).
### 6.18 Stemming en meerderheden
Enkel stemming over agendapunten is toegestaan, tenzij iedereen aanwezig is en unaniem akkoord gaat, of tenzij het dringend noodzakelijk is in vennootschapsbelang. Er geldt een amenderingsrecht op voorstellen, behalve op het voorstel van de jaarrekening [99](#page=99).
#### 6.18.1 Schorsing stemrecht
Stemrecht kan geschorst worden bij geen volstorting na opvraging, bij ingekochte aandelen (door de vennootschap zelf) en bij het niet voldoen aan de participatiemelding bij genoteerde vennootschappen [99](#page=99).
### 6.19 Beslissingen
#### 6.19.1 Basisregels
Er is geen aanwezigheidsquorum vereist. Beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden buiten beschouwing gelaten [100](#page=100).
#### 6.19.2 Statutenwijziging
Voor een statutenwijziging is een nauwkeurige opgave in de oproeping, een notariële akte en een aanwezigheidsquorum van 50% van het maatschappelijk kapitaal vereist. Bij een tweede vergadering zonder quorum is een meerderheid van 75% van de uitgebrachte stemmen nodig [100](#page=100).
#### 6.19.3 Wijziging voorwerp
De wijziging van het statutair voorwerp vereist een aanwezigheidsquorum (zoals bij statutenwijziging) en een meerderheid van 4/5 van de stemmen. Winstbewijzen hebben hierbij één stem per stuk [100](#page=100).
#### 6.19.4 Omzetting
Omzetting van rechtsvorm vereist een aanwezigheidsquorum van de helft van het kapitaal en de helft van de winstbewijzen, en een meerderheid van 4/5 van de stemmen. Winstbewijzen en aandelen zonder stemrecht stemmen mee [100](#page=100).
### 6.20 Stemmen op afstand
Vooraf stemmen over agendapunten is mogelijk per brief of elektronisch, indien statutair voorzien. Dit is niet toegelaten voor bestuurders of commissarissen .
### 6.21 Stemafspraken
Aandeelhouders kunnen contracten sluiten ("aandeelhoudersovereenkomst" of "aandeelhouderssyndicaat") om afspraken te maken over hoe ze zullen stemmen. Deze zijn beperkt in de tijd en moeten steeds in het vennootschapsbelang zijn. Stemmen op basis van een nietige overeenkomst is eveneens nietig, tenzij aangetoond kan worden dat dit geen invloed had op de stemming .
### 6.22 Aard van het stemrecht
Het stemrecht mag in eigenbelang worden gebruikt, maar rechtsmisbruik is mogelijk wanneer een aandeelhouder zich niet gedraagt volgens de eisen van goede trouw .
### 6.23 Nietigverklaring AVA-beslissingen
AVA-beslissingen kunnen nietig worden verklaard wegens vormelijke of materiële nietigheidsgronden. De vordering tot nietigverklaring moet binnen zes maanden na tegenwerpelijkheid worden ingesteld door een belanghebbende wiens bescherming de geschonden norm beoogde .
#### 6.23.1 Formele nietigheidsgronden
Deze betreffen o.a. de oproeping, samenstelling en vergaderwijze. Nietigheid is enkel mogelijk indien de onregelmatigheid potentiële invloed had op het besluit, tenzij er sprake is van bedrieglijk opzet .
#### 6.23.2 Materiële nietigheidsgronden
Dit betreft inhoudelijke nietigheidsgronden, zoals overschrijding van bevoegdheid of misbruik van bevoegdheid. Misbruik door de meerderheid of minderheid kan leiden tot nietigverklaring van de AVA-beslissing, of in geval van misbruik van minderheid, kan de rechter zijn vonnis in de plaats stellen van de beslissing van de AVA .
## 7. Het bestuur
### 7.1 Organisatie van het bestuur
#### 7.1.1 Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV, NV, CV)
Er zijn twee basismodellen:
* **Collegiale raad van bestuur:** Bestaande uit drie of meer leden die samen beslissen, meestal bij meerderheid. Dit is het dominante model bij de NV .
* **Eén of meer individueel bevoegde zaakvoerders/bestuurders:** Deze kunnen elk op zich beslissingen nemen. Dit is het dominante model bij de BV en CV .
#### 7.1.2 Personenvnootschappen
Hier kan men werken met "beherende vennoten" of een of meerdere zaakvoerders .
### 7.2 Realiteit van bestuur
In kleine KMO's zijn bestuurders en grootaandeelhouders vaak dezelfde personen. In heel grote vennootschappen is er vaak een scheiding tussen de raad van bestuur (monitoring-functie) en het dagelijks bestuur of managementcomités die de feitelijke leiding hebben. Bestuurders worden onderverdeeld in uitvoerende, niet-uitvoerende en onafhankelijke bestuurders .
### 7.3 Bestuurders moeten besturen in het belang van de vennootschap
Het "vennootschapsbelang" kan eng (collectief winstbelang van alle aandeelhouders op lange termijn) of ruim (evenwicht tussen belangen van verschillende stakeholders) worden opgevat. Een procedurele opvatting stelt dat het bestuur een discretionaire afweging maakt van belangen. In ieder geval moeten bestuurders het winstoogmerk en het statutair voorwerp respecteren en mogen ze hun eigen belang niet nastreven .
#### 7.3.1 Corporate governance
Dit is de studie van agency-problemen en probeert conflicten tussen verschillende belangen (aandeelhouders, managers, schuldeisers) te beperken via niet-bindende aanbevelingen in corporate governance codes. Typische aanbevelingen betreffen de splitsing van CEO en voorzitter RvB, een evenwichtige samenstelling van de raad en adviserende comités .
### 7.4 Orgaantheorie
De raad van bestuur en individuele bestuurders zijn organen van de vennootschap. Feitelijke handelingen of rechtsfeiten van een orgaan worden toegerekend aan de rechtspersoon. Organieke vertegenwoordiging vereist geen volmacht .
### 7.5 Bevoegdheid bestuur
Het bestuur heeft de volheid van bevoegdheid, behalve wat wettelijk aan andere organen is toegewezen (residuaire bevoegdheid). Deze bevoegdheden moeten in het vennootschapsbelang worden uitgeoefend .
#### 7.5.1 Bevoegdheidsbeperkingen
Statutaire bevoegdheidsbeperkingen zijn niet tegenwerpelijk aan derden (Prokura-leer). Wettelijke bevoegdheidsbeperkingen (zoals na vereffening of het winstoogmerk) zijn wel tegenwerpelijk .
### 7.6 Bestuursmodellen
#### 7.6.1 NV: 3 modellen
* **Monistisch (Raad van Bestuur):** Collegiale raad van bestuur, minstens drie leden, beslissingen bij meerderheid. Dit is het meest voorkomende model .
* **Duaal:** Bestaat uit een directieraad (DR) en een raad van toezicht (RvT). De DR heeft de volheid van bestuursbevoegdheid, de RvT houdt toezicht. Dit model is verplicht in Duitsland en mogelijk in België .
* **Enige Bestuurder:** Kan een vetorecht krijgen tegen bepaalde beslissingen. Kan onbeperkt aansprakelijk worden gemaakt .
#### 7.6.2 BV en CV: 1 model
Het basismodel is één bestuurder (zaakvoerder). Meerdere bestuurders zijn elk apart bevoegd, tenzij statuten dit anders regelen. Een duaal bestuur is niet mogelijk .
#### 7.6.3 Dagelijks Bestuur & Gedelegeerd Bestuurder
Deze zijn facultatieve organen die naast de verplichte bestuursorganen kunnen bestaan .
### 7.7 Statuut bestuurders
#### 7.7.1 Benoembaarheid
Er zijn geen wettelijke benoembaarheidsvoorwaarden, maar er kunnen wettelijke onverenigbaarheden en beroepsverboden gelden. Statuten kunnen ook eigen voorwaarden stellen .
#### 7.7.2 Gender regels
In genoteerde vennootschappen en organisaties van openbaar belang geldt een regel van minstens 1/3 vertegenwoordiging van het ondervertegenwoordigde geslacht .
#### 7.7.3 Rechtspersonen
Rechtspersonen kunnen bestuurder worden, mits een vaste vertegenwoordiger wordt aangeduid. Dit beperkt de aansprakelijkheid niet .
#### 7.7.4 Aantal en functioneren
Het aantal bestuurders hangt af van het type vennootschap en het gekozen bestuursmodel. Collegiale organen kunnen schriftelijk beraadslagen mits unanimiteit .
#### 7.7.5 Sociaalrechtelijk aspect
Een bestuurder is sociaalrechtelijk gezien steeds zelfstandig. Cumulatie met een arbeidsovereenkomst is mogelijk, behalve voor de bestuursfunctie als zodanig .
#### 7.7.6 Benoeming
De eerste bestuurders worden benoemd in de oprichtingsakte; daarna gebeurt dit door de AVA. Bij wegval van een bestuurder kan bij collegiaal bestuur coöptatie plaatsvinden .
#### 7.7.7 Duur
De duur van het mandaat varieert per vennootschapstype (BV/CV: bepaald of onbepaald; NV: maximaal 6 jaar) .
#### 7.7.8 Ontslag
Vrijwillig ontslag is steeds mogelijk. Gedwongen ontslag kan "ad nutum" (zonder opgave van reden) of om wettige reden plaatsvinden .
#### 7.7.9 Vergoeding
De vergoeding van bestuurders wordt bepaald door de AVA en is niet geldig zonder goedkeuring .
### 7.8 Vertegenwoordiging
Vertegenwoordiging is beheerst door het lastgevingsrecht, maar bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid wordt dit beperkt door de Prokura-leer, wat betekent dat bevoegdheidsbeperkingen in statuten niet tegenwerpelijk zijn aan derden te goeder trouw [136-137](#page=136,137).
#### 7.8.1 Lastgeving
Hierbij handelt de lasthebber (bestuurder) in naam en voor rekening van de lastgever (vennootschap). Voorwaarden zijn hoedanigheid, bevoegdheid en legitimatie .
#### 7.8.2 Correcties lastgeving
Onbevoegde handelingen kunnen bekrachtigd worden door bevoegde personen. De vertrouwensleer of het schijnmandaat kan de vennootschap binden indien de derde rechtmatig vertrouwde op een schijn van bevoegdheid die aan de vennootschap toerekenbaar is .
#### 7.8.3 NV, BV en CV: Prokura-leer
Derden mogen ervan uitgaan dat organen van de vennootschap de maximale vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben die hen door de wet is gegeven. Beperkingen in statuten zijn niet tegenwerpelijk aan derden, tenzij er sprake is van kwade trouw. Dit geldt niet voor werknemers die geen orgaan zijn .
### 7.9 Facultatieve bestuursorganen
Naast de verplichte organen kunnen er facultatieve organen zijn zoals gedelegeerd bestuurders (vertegenwoordiging) en dagelijks bestuurders (beperkte beslissingen) .
#### 7.9.1 Gedelegeerd bestuurder
Dit is een "orgaan van vertegenwoordiging" dat in de statuten moet zijn aangeduid en bestuurder moet zijn. Ze hebben dezelfde vertegenwoordigingsbevoegdheid als de voltallige RvB, maar geen beslissingsbevoegdheid .
#### 7.9.2 Dagelijks bestuur
Dit orgaan behandelt de dagelijkse zaken van de vennootschap. De bevoegdheid is beperkt tot minder belangrijke of dringende zaken. De RvB is niet aansprakelijk voor fouten van het dagelijks bestuur, maar moet wel toezicht houden .
### 7.10 Belangenconflict
Een belangenconflict ontstaat wanneer een bestuurder een persoonlijk financieel belang heeft dat potentieel strijdig is met het vennootschapsbelang. De procedure omvat een meldingsplicht, notuleringsplicht en geen deelname aan beraadslaging. Sanctie is nietigheid van de beslissing, hoewel rechters hiervan kunnen afwijken indien de beslissing sowieso zou zijn genomen. Dit geldt niet voor personenvnootschappen .
#### 7.10.1 Procedure
De procedure omvat melding aan bestuurders en commissaris, notulering en openbaarmaking. Bij meerdere bestuurders met conflict beslist de AVA, tenzij er maar één bestuurder is .
#### 7.10.2 Related party transactions (RPTs)
Transacties met verbonden partijen (grote aandeelhouders, topmanagers, etc.) vereisen bij genoteerde vennootschappen een objectiveringsprocedure waarbij onafhankelijke bestuurders de transactie voorbereiden. Dit is bedoeld om de invloed van controlerende partijen ten nadele van minderheidsaandeelhouders te vermijden .
#### 7.10.3 Private benefits
Dit zijn voordelen die controlerende aandeelhouders of topmanagers onttrekken aan de vennootschap, ten nadele van minderheidsaandeelhouders. Volgens de "Rozenblum-doctrine" mag een groepsvennootschap wel financiële offers brengen aan andere groepsvennootschappen, mits er op termijn voordeel tegenover staat en de vennootschap zelf niet financieel wordt benadeeld .
## 8. Bestuurdersaansprakelijkheid
### 8.1 Preliminaria
Bestuurders zijn tegenover de vennootschap gehouden tot behoorlijke taakvervulling. Zij moeten maatregelen nemen om de continuïteit van de vennootschap te garanderen indien er bedreigingen zijn. Bestuurders zijn onderworpen aan een loyauteitsplicht, wat discretie- en niet-concurrentieplicht inhoudt. De orgaantheorie stelt dat onrechtmatige daden van organen worden toegerekend aan de rechtspersoon .
#### 8.1.1 Omschrijving plichten bestuurders
Plicht tot behoorlijke taakvervulling, het nemen van continuïteitsmaatregelen, en het naleven van wetgeving, statuten en het vennootschapsbelang .
#### 8.1.2 Loyauteitsplicht
Bestuurders moeten hun eigen belangen ondergeschikt maken aan die van de vennootschap. Dit omvat discretieplicht en niet-concurrentieplicht .
#### 8.1.3 Onderscheid
Een tekortkoming van de vennootschap mag in beginsel niet aan de bestuurder worden toegerekend, tenzij het een wettelijke toerekening betreft (bv. fiscale en RSZ-zaken) .
#### 8.1.4 Orgaantheorie
Onrechtmatige daden en geestesgesteldheden van organen worden toegerekend aan de rechtspersoon .
#### 8.1.5 Komt aansprakelijkheid voor?
Aansprakelijkheidsvorderingen tegen bestuurders komen zelden voor, behalve na faillissement en bij KMO's (fiscale en RSZ-aansprakelijkheid) .
#### 8.1.6 Wetgeving
De regels betreffende bestuurdersaansprakelijkheid zijn grotendeels gecodificeerd in Boek 2 van het WVV .
### 8.2 Aansprakelijkheidsgronden
Er zijn verschillende soorten fouten die tot aansprakelijkheid kunnen leiden:
1. **Gewone bestuursfout:** Contractueel aansprakelijk t.o.v. de vennootschap. Het foutcriterium is dat van een professioneel bestuurder in dezelfde omstandigheden .
2. **Schending WVV/statuten:** Aansprakelijkheid t.o.v. vennootschap en derden .
3. **Bestuursfout die tevens 6.5 BW-fout is:** Aansprakelijkheid t.o.v. vennootschap en derden .
4. **Kennelijk grove fout die bijdraagt tot faillissement:** Aansprakelijkheid voor het netto-passief t.o.v. de curator en schuldeisers .
5. **Wrongful trading:** Aansprakelijkheid voor het netto-passief bij niet tijdig of passend reageren op continuïteitsbedreiging .
#### 8.2.1 Feitelijke bestuurders
De aansprakelijkheidsregels gelden ook voor feitelijke bestuurders die niet formeel benoemd zijn maar wel bestuursbevoegdheid hadden .
#### 8.2.2 Hoofdelijkheid
Indien het bestuur collegiaal georganiseerd is, is er hoofdelijke aansprakelijkheid, zelfs indien een bestuurder niet heeft meegewerkt. Dit geldt ook voor schendingen van het WVV of statuten .
#### 8.2.3 Gewone bestuursfout
Dit vereist een schending van een gedragsnorm of beleidsfouten die onder "marginale toetsing" vallen. Voorbeelden zijn onvoldoende verzekeren of investeringen zonder rentabiliteitsonderzoek .
#### 8.2.4 Discretionaire bevoegdheid en marginale toetsing
Bestuurders hebben een beoordelingsmarge. Rechters mogen geen opportuniteitsoordelen vellen en enkel bij kennelijke onredelijkheid aansprakelijk stellen [148-149](#page=148,149).
#### 8.2.5 Schending WVV/statuten
Dit wordt beschouwd als een "erge" fout, met steeds hoofdelijke aansprakelijkheid. Ontsnappen aan aansprakelijkheid ("disculpatie") is mogelijk indien men kan bewijzen geen deelname te hebben gehad aan de overtreding of dit gemeld heeft .
#### 8.2.6 6.5 BW-aansprakelijkheid t.o.v. derden
Indien de slechte uitvoering van het mandaat leidt tot schade bij derden, kan dit naast contractuele aansprakelijkheid ook onrechtmatige daad zijn .
#### 8.2.7 Bestuurder als uitvoeringsagent
Bestuurders die contractuele verbintenissen van de vennootschap uitvoeren, worden beschouwd als hulppersonen. Ze zijn aansprakelijk voor eigen onrechtmatige daden, maar kunnen verweermiddelen uit het contract inroepen .
#### 8.2.8 Kennelijk grove fout en faillissement
Dit kan leiden tot aansprakelijkheid voor het ganse netto-passief na faillissement, indien veroorzaakt door zeer zware fouten. Voorbeelden zijn fiscale fraude of het niet toepassen van de liquiditeitstest bij uitkering .
#### 8.2.9 Wrongful trading
Gecodificeerd in XX.227 WER, dit houdt aansprakelijkheid voor het netto-passief in bij niet passend reageren op een bekende of kenbare faillissementstoestand .
#### 8.2.10 Bijzondere fiscale aansprakelijkheid
Herhaaldelijk niet-betalen van BTW of bedrijfsvoorheffing leidt tot een weerlegbaar vermoeden van een 6.5-fout. Parafiscale aansprakelijkheid voor RSZ-schulden bij faillissement is ook mogelijk .
### 8.3 Kwijting, verjaring, cap
#### 8.3.1 Kwijting
De AVA kan bestuurders kwijting verlenen voor hun bestuur in het afgelopen boekjaar. Dit dekt geen schendingen van het WVV of statuten, tenzij expliciet vermeld in de oproeping. Kwijting heeft geen impact op minderheidsvorderingen of vorderingen wegens kennelijk grove fout .
#### 8.3.2 Vorderingsbevoegdheid
Normaal beslist de AVA over bestuurdersaansprakelijkheid. Indien de AVA gedomineerd wordt door bestuurders, kan een minderheidsaandeelhouder een afgeleide vordering instellen ten behoeve van de vennootschap .
#### 8.3.3 Verjaring
Alle rechtsvorderingen tegen bestuursorganen verjaren na 5 jaar .
#### 8.3.4 Aansprakelijkheids cap
De aansprakelijkheid van bestuurders is beperkt tot een cap, die afhangt van de omvang van de vennootschap. Deze cap geldt niet voor opzettelijke fouten, bedrieglijk opzet, of kennelijk grove fouten .
#### 8.3.5 Draagwijdte cap
De cap geldt per feit of geheel van feiten, ongeacht het aantal daders, slachtoffers of kwalificaties .
#### 8.3.6 Algemene uitzonderingen op de cap
Bedrieglijk opzet, zware fout, en herhaalde lichte fouten vallen buiten de cap .
#### 8.3.7 Specifieke uitzonderingen op de cap
Bepaalde vorderingen van de fiscus en RSZ, en garantieverplichtingen bij uitgifte van nieuwe aandelen, zijn uitgesloten van de cap .
#### 8.3.8 Tegengewicht: geen "hold harmless" clausules
Clausules die bestuurders vrijwaren of schadeloosstellen zijn niet toegelaten. Vennootschappen mogen bestuurders wel op hun kosten verzekeren .
---
# Vermogensbescherming, kapitaalvermindering en uitkeringen
Dit deel bespreekt de mechanismen ter bescherming van het vermogen van de vennootschap tegen ongeoorloofde uitkeringen aan aandeelhouders, inclusief kapitaalregels, winstbestemming en procedures zoals kapitaalvermindering en inkoop van eigen aandelen .
### 7.1 Aandeelhouders versus schuldeisers
Aandeelhouders en schuldeisers hebben tegengestelde belangen: aandeelhouders willen geld uit de vennootschap halen, terwijl schuldeisers willen dat activa in de vennootschap blijven. De wetgever beschermt schuldeisers door middel van vermogensvormingsregels en uitkeringsbeperkingen, zoals uitkeringstests en verzetsrecht bij kapitaalvermindering .
#### 7.1.1 Kapitaal
Kapitaal is het bedrag op de passiefzijde van de balans dat aangeeft voor welk bedrag aan activa de vennootschap geen uitkeringen mag doen. Dit betekent dat de inbreng die het kapitaal vertegenwoordigt, wel gebruikt mag worden voor betalingen aan werknemers en schuldeisers, maar niet voor gratis overdrachten aan vennoten .
* **NV:** heeft een verplicht kapitaal. Kapitaalbescherming bij een NV beperkt de beschikkingsvrijheid over activa, zodat geen activa aan aandeelhouders worden overgedragen als de waarde van de activa lager is dan het kapitaalbedrag. Kapitaal kan enkel verlaagd worden via een zware procedure met verzetsrecht voor schuldeisers .
* **BV en CV:** hebben "ingebracht eigen vermogen" in plaats van kapitaal. Dit is uitkeerbaar door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), tenzij de statuten anders bepalen .
**Kapitaalbegrip:** Het kapitaal op de passiefzijde is geen onderpand voor schuldeisers, maar de WVV bevat regels die het kapitaalconcept gebruiken om schuldeisers te beschermen .
**Voorbeelden van beschermende regels:**
* Regel dat enkel winst uitkeerbaar is bij een NV .
* Balanstest (art. 7:212 WVV): geen uitkering van winst als het netto-actief lager is dan het kapitaalbedrag .
* Alarmbelprocedure (art. 7:228 WVV): als het netto-actief daalt tot onder de helft van het kapitaalbedrag, moet de AVA bijeengeroepen worden .
* Kapitaal kan enkel via een zware procedure verminderd worden .
#### 7.1.2 Netto-actief
Het netto-actief (eigen vermogen) is het totaal actief min het vreemd vermogen. Een positief netto-actief betekent dat de activa het vreemd vermogen overtreffen .
$$ \text{Netto-actief} = \text{Totaal actief} - \text{Vreemd vermogen} $$ .
Het eigen vermogen bestaat uit kapitaal/ingebracht eigen vermogen, uitgiftepremie, reserves, overgedragen winst/verlies, schulden, voorzieningen voor risico's en kosten, en uitgestelde belastingen .
#### 7.1.3 Zin van kapitaalvoorschriften
Kapitaalvoorschriften beschermen gewone NVs weinig, omdat ze niet fluctueren met het risico dat de vennootschap creëert en schuldeisers vooral kijken naar liquiditeit en zekerheden. Contractuele schuldeisers beschermen zich contractueel, terwijl onvrijwillige schuldeisers beter beschermd zijn door voorrechten, verplichte verzekering en regulering inzake risicocreatie .
### 7.2 Resultaatsbestemming
Resultaatsbestemming gaat over wat er gebeurt met winst en verlies .
#### 7.2.1 Winstbestemming
Winst is opbrengsten hoger dan kosten. Het voorstel voor winstbestemming komt van het bestuur en wordt goedgekeurd door de AVA. De AVA kan gebonden zijn door statutaire bepalingen, zoals een reserveringsplicht, en bij een NV geldt een wettelijke reserve .
**Mogelijke bestemmingen van winst:**
* **Dividenden:** Uitkering van winst aan aandeelhouders .
* **Tantièmes:** Bestuurdersbezoldiging betaald uit winst .
* **Reserves:** Winst wordt in de vennootschap gehouden .
* **Beschikbare reserves:** Steeds uitkeerbaar door latere AVA .
* **(Statutair) onbeschikbare reserves:** Niet uitkeerbaar door AVA, tenzij statuten worden gewijzigd .
* **Wettelijk onbeschikbare reserve:** Totaal onuitkeerbaar, bv. reserve voor inkoop eigen aandelen of financial assistance. Bij een NV is er een wettelijke reserve van 5% van de jaarwinst tot 10% van het kapitaal is gereserveerd .
* **Over te dragen winst:** Beslissing wordt uitgesteld naar een volgend boekjaar .
**Soorten dividenden:**
* **Normaal dividend:** Uitgekeerd door jaarlijkse AVA uit winst van vorig boekjaar .
* **Tussentijds dividend:** AVA mag op elk moment winst uitkeren, ook uit eerdere reservaties .
* **Interim dividend:** Uitkering van winst lopend boekjaar .
* **NV:** Bestuur mag interim dividend uitkeren (mits statutaire machtiging art. 7:213 WVV) .
* **BV/CV:** Zowel bestuur als AVA mogen op elk moment interim dividend uitkeren (mits statutaire machtiging art. 5:141 WVV) .
#### 7.2.2 Uitkeringstests: Balans- en liquiditeitstest
Om schuldeisers te beschermen, zijn er uitkeringstests die een uitkering moeten doorstaan .
* **Balanstest:** Toets of het eigen vermogen te laag is .
* **NV (art. 7:212 WVV):** Geen uitkering indien netto-actief lager is dan het gestorte kapitaal en onuitkeerbare reserves, of zou worden .
* **BV/CV (art. 5:142 WVV):** Geen uitkering indien eigen vermogen negatief is, of daardoor negatief zou worden, of lager zou worden dan onbeschikbare reserves .
> **Tip:** Bij de balanstest moet gekeken worden naar de laatste door de AVA goedgekeurde jaarrekening, maar het bestuursorgaan mag een recentere staat van activa en passiva nemen. Herwaarderingsmeerwaarden worden voor de balanstest behandeld als onbeschikbare reserves .
* **Liquiditeitstest (art. 5:143 WVV):** Toets of de liquiditeitspositie in gevaar komt .
* **BV/CV:** Bestuur moet vaststellen dat de vennootschap haar schulden kan voldoen voor minstens 12 maanden, rekening houdend met verwachte ontwikkelingen. Het bestuur kan een door de AVA besliste dividenduitkering tegenhouden als dit onverantwoord is .
* **NV:** Hoewel niet formeel in de wet voorzien, kan het uitkeren van dividend een grove bestuursfout zijn als het bestuur de cashpositie van de NV niet heeft gecontroleerd op basis van de algemene zorgvuldigheidsplicht .
> **Tip:** Het bestuur is verplicht een verslag op te stellen over de liquiditeitstest, maar dit verslag hoeft niet openbaar gemaakt te worden .
#### 7.2.3 Overtredingen van uitkeringstests
Indien een uitkering onterecht gebeurt:
* Het bestuur kan de onterechte uitkering van de aandeelhouder terugvorderen .
* **BV/CV:** Ongeacht goede of kwade trouw van de aandeelhouder .
* **NV:** Kwade trouw van de aandeelhouder is vereist .
* Bestuurders zijn aansprakelijk tegenover de vennootschap en derden indien zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap haar schulden niet meer zou kunnen betalen .
#### 7.2.4 Verliezen
Bij geringe verliezen worden deze overgedragen naar het volgende boekjaar. Het bestuur moet continuïteit bewaken .
##### 7.2.4.1 Alarmbelprocedure (NV)
Bij een NV moet de AVA bijeengeroepen worden wanneer het netto-actief door verliezen minder dan 50% van het geplaatst kapitaal bedraagt (art. 7:228 WVV). De AVA moet binnen twee maanden bijeenkomen en kan besluiten tot ontbinding of herstructurering .
##### 7.2.4.2 Alarmbelprocedure (BV)
Bij een BV moet de AVA bijeengeroepen worden wanneer het netto-actief negatief dreigt te worden, of indien niet langer vaststaat dat de vennootschap gedurende 12 maanden haar opeisbare schulden kan betalen (art. 5:153 WVV) .
### 7.3 Kapitaalvermindering
Kapitaalvermindering is enkel relevant bij een NV, omdat enkel NV's kapitaal hebben (art. 7:208-7:210 WVV). Dit vereist een statutenwijziging en een 75% meerderheid in de AVA .
**Manieren van kapitaalvermindering:**
1. **Terugstorting aan aandeelhouders:** Dit leidt tot een daling van het netto-actief en geeft schuldeisers een verzetsrecht .
2. **Vrijstelling volstortingsplicht:** Volstortingsvorderingen verdwijnen; er gaat geen cash uit de vennootschap .
3. **Toevoeging aan reserves:** De vermindering wordt een beschikbare reserve, zonder daling van het netto-actief en dus zonder verzetsrecht voor schuldeisers .
4. **Verwerking van verliezen:** Verliezen worden weggeschrapt tegen het kapitaal, wat leidt tot sanering van de balans. Dit heeft geen daling van het netto-actief tot gevolg, dus geen verzetsrecht voor SE's. Dit kan boekhoudkundig nuttig zijn voor de intrede van investeerders .
**Gemeenschappelijke kenmerken:**
* Steeds statutenwijziging .
* Doel en werkwijze te vermelden in oproeping AVA .
* Gelijkheid onder aandeelhouders moet gerespecteerd worden, tenzij unanimiteit van de aandeelhouders .
* Kapitaal mag niet onder het wettelijk minimum van 61.500 euro zakken, tenzij gevolgd door een kapitaalverhoging .
#### 7.3.1 Verzetsrecht schuldeisers
Bestaande schuldeisers hebben twee maanden vanaf de bekendmaking van de beslissing in het Belgisch Staatsblad om verzet aan te tekenen. Bij geen akkoord kan de meest gerede partij naar de rechter stappen die beslist over bijkomende zekerheden .
#### 7.3.2 Kapitaalvermindering met verliesverwerking
Bij verliesverwerking worden geleden verliezen weggeschrapt tegen het kapitaal. Dit kan ook anticiperen op voorzienbare verliezen, mits aanleggen van een onuitkeerbare reserve. De maximale aftrek voor voorzienbare verliezen is 10% van het geplaatste kapitaal na vermindering .
#### 7.3.3 Inkoop van eigen aandelen
Inkoop van eigen aandelen is een manier om geld uit de vennootschap aan aandeelhouders te geven. Dit is mogelijk in NV's en BV's, maar niet in CV's. De uitkeringstests voor dividenden zijn ook hier van toepassing .
**Redenen voor inkoop:**
* Fiscaal voordeel (vroeger) .
* Uitstappen van aandeelhouders .
* Koersondersteuning of -opheffing bij genoteerde vennootschappen .
* Verweer tegen vijandige openbare biedingen .
**Voorwaarden voor inkoop:**
1. Machtiging AVA (termijn van max. vijf jaar bij NV, voor altijd bij BV tenzij anders beslist) .
2. Enkel met uitkeerbare middelen .
3. Enkel volgestorte aandelen .
4. Gelijk aanbod aan aandeelhouders (afwijking mits unanimiteit) .
**Na de verwerving:**
* **Vernietiging aandelen:** Kan gepaard gaan met kapitaalvermindering .
* **Bewaren als actief ("thesaurie aandelen"):** Stemrecht is geschorst, dividenden vervallen. Herverkoop vereist opnieuw AVA-toelating met 75% meerderheid .
#### 7.3.4 Financiële bijstand (Financial Assistance)
Financiële bijstand door een vennootschap aan derden voor de verwerving van aandelen in de vennootschap is onderworpen aan strenge regels (art. 5:152 WVV) .
**Regels:**
* Goedkeuring AVA met statutaire meerderheid (75%) .
* Bedrag moet uitkeerbaar zijn volgens de uitkeringstests .
* Aanleggen van onbeschikbare reserve voor het bedrag van de steunverlening .
**Uitzonderingen:**
* Wanneer begunstigden personeel zijn (werknemers, zelfstandige managers en managementvennootschappen) .
* Bij "dreigend en ernstig nadeel" (statutaire clausule, max. 3 jaar oud), als verweer tegen een openbaar overnamebod .
> **Tip:** "Debt push down" is geen financial assistance, omdat het gaat om een dividend dat niet terugbetaald hoeft te worden aan de vennootschap .
---
# Uitgifte van nieuwe aandelen en financiering
Dit gedeelte behandelt de procedures, terminologie en implicaties rond de uitgifte van nieuwe aandelen door vennootschappen, met een specifieke focus op kapitaalverhogingen, voorkeurrechten en de verschillende financieringsvormen.
### 8.1 Context terminologie
De term "emissie" verwijst naar de uitgifte van nieuwe effecten. Bij een NV leidt dit tot een kapitaalverhoging en een statutenwijziging. Bij een BV is er geen sprake van een "kapitaalverhoging" daar de BV geen kapitaal kent, maar wel van een uitgifte van aandelen die een statutenwijziging vereist. Bij een CV is er geen statutenwijziging nodig voor een emissie .
Nieuwe inbrengen kunnen plaatsvinden zonder uitgifte van nieuwe aandelen, bijvoorbeeld wanneer bestaande aandeelhouders proportioneel bijdragen aan het kapitaal. Ook een aandelensplitsing resulteert in meer aandelen zonder nieuwe inbreng. De bevoegdheid tot statutenwijziging ligt bij de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), tenzij de statuten een clausule van toegestaan kapitaal voorzien, wat de bestuurders de mogelijkheid geeft aandelen uit te geven zonder tussenkomst van de AVA .
#### 8.1.1 Achtergrond NV
De "2e Richtlijn" blijft van toepassing, wat impliceert dat de kapitaal- en kapitaalvertegenwoordigende waarde van belang zijn, met suppletieve rechten die proportioneel zijn. In beginsel moet de AVA alle wijzigingen van het kapitaal goedkeuren .
#### 8.1.2 Problemen bij emissie
Het aantrekken van vers geld via de uitgifte van nieuwe aandelen kan leiden tot verwatering van de belangen van bestaande aandeelhouders .
* **Machtsverwatering:** Het percentage van de stemrechten van een aandeelhouder kan afnemen. Een oplossing hiervoor is het voorkeurrecht voor bestaande aandeelhouders (niet van toepassing op CV's) .
* **Financiële verwatering:** Nieuwe aandeelhouders kunnen zich inkopen tegen een discount, waardoor de waarde van de aandelen voor bestaande aandeelhouders kan dalen. Dit is met name relevant bij "(accelerated) bookbuilding", een proces waarbij bankiers snel investeerders zoeken om aandelen te verkopen. Hoewel een discount vaak nodig is om investeerders te overhalen, kan dit zelden volledig vermeden worden .
#### 8.1.3 Openbaar en privaat
* **Openbare uitgifte:** Aandelen worden aangeboden aan het beleggerspubliek (in essentie aan meer dan 150 beleggers, exclusief professionals en personeel). Dit vereist een door de FSMA goedgekeurd prospectus .
* **Private placement:** Aandelen worden geplaatst bij een beperkte groep (doorgaans professionele, non-retail) investeerders. Hiervoor is geen prospectus vereist .
* **Prospectus:** Een informatiebrochure over de emittent en de aangeboden effecten die alle materieel relevante informatie voor de belegger bevat .
#### 8.1.4 Wie is bevoegd (NV en BV)?
Elke uitgifte van aandelen is een statutenwijziging, aangezien de statuten het aantal aandelen vermelden. Hierdoor is in beginsel de algemene vergadering bevoegd. Echter, net als bij de NV, kan het bestuur van een BV bevoegd zijn tot uitgifte indien de statuten dit voorzien (zie toegestaan kapitaal). Statutenwijzigingen vallen onder artikel 5:100 BW .
### 8.2 De inbreng en volstorting
Bij een BV/CV worden inbrengen geboekt als beschikbaar of onbeschikbaar, waarbij de statuten gewijzigd kunnen worden met een statutaire meerderheid. Bij een NV worden inbrengen geboekt als kapitaal, vaak met een deel als uitgiftepremie om de economische waarde te weerspiegelen .
De kapitaalvormingsplichten en het verbod op inschrijving op eigen aandelen, zoals bij de oprichting, gelden ook hier. Bij een BV is directe volstorting vereist, tenzij de statuten anders bepalen. Bij een NV geldt bijvoorbeeld dat er een volstorting van een kwart is op elk aandeel bij inbreng van geld. De controle op inbreng in natura en het storten van geld op een bijzondere rekening zijn eveneens van toepassing. Er zijn geen specifieke regels over oprichtersaansprakelijkheid, maar wel over bestuurdersaansprakelijkheid bij ongeldige emissie .
#### 8.2.1 Verslag bij uitgifte
Het bestuur is verplicht een verslag op te stellen bij elke uitgifte van nieuwe aandelen, ongeacht boven of onder pari, met of zonder voorkeurrecht. Dit verslag verantwoordt de uitgifteprijs en de gevolgen voor de vermogens- en lidmaatschapsrechten. Indien er een commissaris is, beoordeelt deze de getrouwheid van de cijfergegevens. Alle aandeelhouders kunnen unaniem afzien van de vereiste van verslagen bij inbreng in geld, tenzij het een inbreng in natura betreft. De sanctie op het niet naleven van deze verslagvereisten is nietigheid .
### 8.3 Inbreng zonder uitgifte nieuw aandeel
Bij een BV zijn bijkomende inbrengen zonder uitgifte van nieuwe aandelen mogelijk. Dit is geen statutenwijziging, maar vereist wel een authentieke vaststelling en een beslissing van de algemene vergadering met gewone meerderheid. Bij een NV vereist dit unanimiteit, waarbij inbrengen door elke vennoot proportioneel aan hun participatie moeten geschieden .
### 8.4 Fasen van kapitaalverhoging of emissie
Kapitaalverhogingen of emissies kunnen in één of twee fasen verlopen .
* **Eén fase:** De AVA beslist tot de verhoging en deze wordt onmiddellijk gerealiseerd door inschrijvingen .
* **Twee fasen:** De AVA beslist tot de verhoging en stelt een inschrijvingstermijn open. Na afloop van de termijn en na aktering door het bestuur, wordt de verhoging gerealiseerd. Indien niet alle aandelen verkocht zijn, kan er sprake zijn van een gedeeltelijke verhoging indien dit voorzien was; anders gaat de verhoging niet door. Er zijn twee authentieke akten vereist .
### 8.5 Kapitaalverhoging (NV)
Bij een kapitaalverhoging in een NV worden de inbrengen geboekt als kapitaal, wat een statutenwijziging impliceert. Aandelen hebben een nominale of fractiewaarde .
* **Nominale waarde:** De kapitaalvertegenwoordigde waarde, een breuk van het totale kapitaal .
* **Fractiewaarde:** In de praktijk werken de meeste vennootschappen met fractiewaarde, waarbij alle aandelen, zowel oude als nieuwe, geacht worden dezelfde fractiewaarde te hebben. Deze rechten moeten proportioneel zijn aan de kapitaalvertegenwoordigde waarde .
#### 8.5.1 Uitgifteprijs
Aandelen kunnen boven, onder of met de bestaande fractiewaarde worden uitgegeven. Dit kan ook boven of onder pari (de kapitaalvertegenwoordigende waarde) gebeuren. Tenzij de statuten anders bepalen, is de fractiewaarde van alle aandelen na uitgifte gelijk .
#### 8.5.1.1 Uitgiftepremie
Een uitgiftepremie wordt gevraagd om financiële verwatering te voorkomen wanneer de boekwaarde hoger ligt dan de nominale of fractiewaarde van de oude aandelen. De uitgiftepremie is een inbreng die niet op het kapitaal wordt geboekt en telt dus niet mee voor de berekening van de kapitaalvertegenwoordigende waarde van het aandeel .
> **Voorbeeld uitgiftepremie:**
> VOOR: 10 miljoen kapitaal, 10.000 aandelen, 10 miljoen reserves → 20 miljoen Eigen Vermogen (EV). Fractiewaarde: 1000. Boekwaarde: 2000 .
> NA kapitaalverhoging tegen 1000 per aandeel: 20 miljoen kapitaal, 20.000 aandelen, 10 miljoen reserves → 30 miljoen EV. Boekwaarde: 1500. Gevolg: verwatering van 500 euro per aandeel voor oude aandeelhouders .
> NA kapitaalverhoging tegen 2000 per aandeel (1000 kapitaal, 1000 uitgiftepremie): 20 miljoen kapitaal, 20.000 aandelen, 10 miljoen uitgiftepremie, 10 miljoen reserves → 40 miljoen EV. Boekwaarde: 2000. Geen korting, maar in de praktijk moeilijk te realiseren .
Het voorkeurrecht kan helpen om verwatering te beperken doordat oude aandeelhouders tegen de uitgifteprijs kunnen inschrijven .
#### 8.5.1.2 Uitgifte onder pari
Wanneer er verliezen zijn, is de boekwaarde van aandelen lager dan de nominale of fractiewaarde. Uitgifte onder pari kan dan plaatsvinden. Bij aandelen met nominale waarde is eerst een kapitaalvermindering nodig. Bij aandelen met fractiewaarde worden alle aandelen gelijkgeschakeld, tenzij het uitgiftebesluit anders bepaalt .
> **Voorbeeld uitgifte onder pari:**
> Oorspronkelijk: K 10 miljoen, verliezen 1 miljoen, 10.000 aandelen. Fractiewaarde (FW) 1/10.000 = 1000. Boekwaarde (BW): 900 .
> Kapitaalverhoging: 10.000 nieuwe aandelen. Nieuwe breukwaarde: 1/20.000. FW oorspronkelijke aandelen: 1000. FW nieuwe aandelen: 900 .
> Gelijkschakeling: FW van 950, BW van 900. De nieuwe aandelen worden ingebracht tegen 900, waardoor oude aandeelhouders niet verwateren .
### 8.6 Incorporatie van reserves
Kapitaal kan ook verhoogd worden door de incorporatie van reserves, zonder nieuwe inbreng. Dit is een boekhoudkundige operatie. Indien er geen nieuwe aandelen worden uitgegeven, stijgt de kapitaalvertegenwoordigende waarde, met name de nominale of fractiewaarde (NV). Indien er wel nieuwe aandelen worden uitgegeven, zijn dit "bonusaandelen" die gratis onder bestaande aandeelhouders worden verdeeld op voet van gelijkheid. Dit leidt niet tot een stijging van de vermogenssituatie en is niet belast. Ook de wettelijke reserve van een NV mag geïncorporeerd worden .
### 8.7 Uitgifte door bestuur
Met machtiging van de AVA mag het bestuur zelf aandelen uitgeven, zowel bij BV als NV, mits een clausule van "toegestaan kapitaal" in de statuten of oprichtingsakte. Deze machtiging is maximaal vijf jaar geldig en verlengbaar. De invoering vereist een verslag over de bijzondere omstandigheden en doeleinden, op straffe van nietigheid. De AVA stelt de grenzen aan deze bevoegdheid .
#### 8.7.1 Uitgifte door bestuur BV
In een BV, in tegenstelling tot een NV, hoeven de statuten slechts één keer per jaar aangepast te worden aan uitgiften door het bestuur, mits een aparte statutaire machtiging. Dit faciliteert in- en uittredes, zoals in een CV. De uitgifte zelf is geen directe statutenwijziging en vereist dus geen notaris; de aanpassing gebeurt door het bestuursorgaan vóór het einde van het boekjaar, waarna de notaris de gecoördineerde statuten openbaar maakt .
### 8.8 Voorkeurrecht
Het voorkeurrecht geeft bestaande aandeelhouders het recht om bij voorrang in te schrijven op nieuwe aandelen of converteerbare effecten, proportioneel aan hun aandelenbezit. Dit recht is alleen van toepassing bij inbreng in geld (of verkapte natura) en niet bij inbreng in natura of incorporatie van reserves. Bonusaandelen (NV) worden gelijk verdeeld. Het doel van het voorkeurrecht is om machts- en financiële verwatering tegen te gaan .
#### 8.8.1 Procedure
Het uitgiftebesluit wordt aangekondigd in het Belgisch Staatsblad, samen met de inschrijvingsvoorwaarden. Er is een minimumtermijn van 15 dagen om het recht uit te oefenen. Na deze termijn kan een derde inschrijven .
#### 8.8.2 Verhandeling
Voorkeurrechten zijn verhandelbaar ('scrips' bij genoteerde vennootschappen). Er bestaat ook een synthetisch voorkeurrecht .
#### 8.8.3 Wat als er soorten zijn?
Indien aandelen verschillende rechten hebben (bv. meervoudig stemrecht), geldt het voorkeurrecht alleen voor de soort die wordt uitgegeven. Dit kan echter een wijziging van soortrechten impliceren, met de bijbehorende vereiste meerderheid. Bij de eerste invoering van een nieuwe soort (bv. meervoudig stemrecht) hebben alle aandeelhouders een voorkeurrecht .
#### 8.8.4 Afwijking: beperking of uitsluiting
Veel uitgiftes gebeuren buiten het voorkeurrecht om, wat objectief opportuun kan zijn (bv. ten gunste van personeel, een bepaalde persoon, of in geval van financiële moeilijkheden). Hiervoor is een AVA-beslissing met 75% meerderheid vereist. De beslissing moet in het belang van de vennootschap zijn en een verantwoordend verslag, gecontroleerd door een commissaris, is noodzakelijk .
##### 8.8.4.1 Ten gunste van bepaalde persoon
De identiteit van de begunstigde moet in het bestuursverslag worden vermeld. Indien de begunstigde meer dan 10% van de stemrechten bezit (inclusief verbonden personen), mag deze niet meestemmen over de afwijking .
##### 8.8.4.2 In kader toegestaan kapitaal
Voor afwijking, afwijking ten gunste van een bepaalde persoon, en omzetting van reserves (NV) is uitdrukkelijke machtiging vereist. Het bestuur stelt hiervoor een verslag op. Er mag nooit een uitgifte gebeuren ten gunste van een 10%-aandeelhouder die een inbreng in natura doet, noch een uitgifte van een nieuwe soort .
#### 8.8.5 Afstand door aandeelhouders
Alle aandeelhouders kunnen eenparig afstand doen van het voorkeurrecht, zodat de procedure voor beperking niet gevolgd hoeft te worden. Dit moet vermeld worden in de volmacht en geakteerd worden in de authentieke akte van kapitaalverhoging .
### 8.9 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
Bij een kapitaalverhoging door inbreng in natura is er vanzelfsprekend geen voorkeurrecht. De verslagen van bestuur en commissaris over de inbreng in natura maken deel uit van de algemene verslagvereisten bij elke uitgifte van nieuwe aandelen .
### 8.10 Financiering door financiële bijstand
Financiële bijstand, gedefinieerd als de beslissing van een vennootschap om een derde financieel bij te staan onder de vorm van voorschotten, kredieten of zekerheden is aan strenge regels gebonden. Voorheen was dit verboden vanwege de financiële nadelen voor de vennootschap en aandeelhouders. Tegenwoordig is financiële bijstand toegestaan mits goedkeuring van de AVA met statutaire meerderheid (75%) en enkel met uitkeerbare middelen. Er dient een onbeschikbare reserve te worden aangelegd voor het bedrag van de steunverlening. Het bedrag dat aan financiële steun wordt gegeven, moet uitkeerbaar zijn volgens de uitkeringstests .
> **Tip:** Financiële bijstand kan hinderlijk zijn voor middelgrote ondernemingen (MBO's) .
>
> **Voorbeeld (niet) financiële bijstand:** Debt push down waarbij de vennootschap zelf een lening aangaat bij een bank om aandelen te kopen, wat leidt tot een superdividend, is geen financiële bijstand omdat een dividend geen lening, voorschot of zekerheid is. Dit wordt ook wel "naar beneden duwen van schulden" genoemd .
### 8.11 Uitzonderingen op financiële bijstand
De uitkeringsregels en de reserve-regel zijn altijd te respecteren. Personeel, inclusief zelfstandige managers en managementvennootschappen, valt onder de bepalingen over vermogen in boeken 5 en 7 .
---
# Ontbinding van vennootschappen
Dit hoofdstuk bespreekt de verschillende situaties waarin een vennootschap kan worden ontbonden en de daaropvolgende vereffeningsprocedure.
### 15.1 Redenen voor ontbinding
Een vennootschap kan op verschillende gronden worden ontbonden. De belangrijkste hiervan zijn de natuurlijke dood (verstrijken van de tijd waarvoor de vennootschap is aangegaan), de beslissing van de aandeelhouders, het faillissement, of het bereiken van het maatschappelijk doel .
### 15.2 Procedure na ontbinding
Na de ontbinding van een vennootschap treedt de vereffeningsprocedure in werking. Tijdens deze fase worden de bezittingen van de vennootschap te gelde gemaakt, schulden betaald en het resterende saldo verdeeld onder de aandeelhouders .
#### 15.2.1 Vereffenaars
De vereffening wordt uitgevoerd door één of meerdere vereffenaars, die door de aandeelhouders worden aangewezen. Deze vereffenaars treden in de plaats van de bestuurders voor wat betreft de afwikkeling van de vennootschap .
#### 15.2.2 Activiteiten van de vereffenaar
De vereffenaar is belast met:
* Het opmaken van een staat van het actief en passief van de vennootschap .
* Het te gelde maken van de goederen van de vennootschap .
* Het voldoen van de schulden van de vennootschap .
* Het verdelen van het eventueel resterende saldo onder de aandeelhouders, naar rato van hun inbreng of, indien de statuten dit bepalen, naar rato van hun aandelenbezit .
#### 15.2.3 Afwikkeling en sluiting
Na de afronding van de vereffeningswerkzaamheden stelt de vereffenaar een slotrekening en -kwijting op, die ter goedkeuring aan de aandeelhouders wordt voorgelegd. Na goedkeuring wordt de vennootschap definitief uitgeschreven uit het handelsregister .
### 15.3 Ontbinding bij faillissement
Indien een vennootschap failliet wordt verklaard, treedt de curator op als vereffenaar. De procedure is vergelijkbaar, maar staat onder toezicht van de rechtbank en de schuldeisers hebben een prioriteitspositie bij de verdeling van het actief .
### 15.4 Speciale gevallen: BV en NV
Voor de besloten vennootschap (BV) en de naamloze vennootschap (NV) kunnen specifieke regels gelden met betrekking tot ontbinding en vereffening, die onder andere betrekking hebben op de uitgifte van aandelen en kapitaalverhogingen .
> **Tip:** Zorg ervoor dat je de specifieke wettelijke bepalingen voor zowel BV's als NV's kent met betrekking tot ontbinding, aangezien er subtiele verschillen kunnen zijn, met name in relatie tot statutenwijzigingen en het toegestane kapitaal .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) | Een Belgische wet die sinds 1 mei 2019 de regels voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen bepaalt, ter vervanging van oudere wetgeving. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het juridische vermogen van een organisatie om als zelfstandig rechtssubject op te treden, eigen rechten en plichten te hebben, en zelfstandig rechtshandelingen te stellen en aangesproken te kunnen worden. |
| Vermogensafscheiding | Het principe waarbij het vermogen van een rechtspersoon gescheiden is van het vermogen van haar oprichters of leden, waardoor het vermogen van de rechtspersoon beschermd wordt tegen schuldeisers van de oprichters/leden en vice versa. |
| Entity shielding | Een aspect van vermogensafscheiding dat het vermogen van de rechtspersoon beschermt tegen persoonlijke schuldeisers van de aandeelhouders, en het recht van aandeelhouders om over de activa van de rechtspersoon te beschikken beperkt. |
| Owner shielding | Een aspect van vermogensafscheiding dat het privévermogen van aandeelhouders beschermt tegen de schuldeisers van de vennootschap, wat resulteert in de beperkte aansprakelijkheid van de aandeelhouders tot hun inbreng. |
| Maatschap | Een vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, gebaseerd op een contract tussen minstens twee personen die een inbreng doen met het oog op winstverdeling, maar waarbij de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. |
| Vennootschap onder firma (VOF) | Een vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, waarbij alle vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap, met de mogelijkheid van een geschriftvereiste en openbaarmaking. |
| Commanditaire vennootschap (Comm.V.) | Een vennootschapsvorm die verschilt van de VOF door de aanwezigheid van twee soorten vennoten: de gecommanditeerden (werkende vennoten, onbeperkt aansprakelijk en vertegenwoordigingsbevoegd) en de commanditairen (stille vennoten, beperkt aansprakelijk). |
| Besloten vennootschap (BV) | Een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, die oorspronkelijk bedoeld was als middenstandsvennootschap, met een grote flexibiliteit in zijn organisatie en zonder wettelijk minimumkapitaal onder het WVV. |
| Naamloze vennootschap (NV) | Een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, gekenmerkt door een verplicht minimumkapitaal, bedoeld voor grotere ondernemingen en met vrije overdraagbaarheid van aandelen, vaak genoteerd aan de beurs. |
| Coöperatieve vennootschap (CV) | Een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, oorspronkelijk bedoeld voor samenwerking en kostenbesparing, met kenmerken als vlotte in- en uittreding van vennoten en de mogelijkheid om erkend te worden als sociale onderneming. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het vermogen om juridisch op te treden als een eigen entiteit, los van de personen die haar oprichten of beheren. |
| Vennootschapsbelang | Het collectieve belang van alle aandeelhouders op lange termijn, dat door het bestuur nagestreefd dient te worden, in tegenstelling tot individuele belangen of het belang van een specifieke groep aandeelhouders. |
| Corporate governance | Het geheel van regels, praktijken en processen waarmee een onderneming wordt geleid en gecontroleerd, gericht op het beheersen van agency-problemen en het waarborgen van de belangen van alle stakeholders. |
| Agency-probleem | Een conflict dat ontstaat wanneer de belangen van verschillende partijen (bv. aandeelhouders en bestuurders) niet volledig overeenkomen, waarbij één partij (bv. de agent) handelt in naam van een ander (bv. de principal). |
| Bestuurdersaansprakelijkheid | De juridische verantwoordelijkheid die bestuurders kunnen dragen voor fouten of nalatigheden bij de uitoefening van hun functie, wat kan leiden tot aansprakelijkheid jegens de vennootschap, aandeelhouders of derden. |
| Kennelijk grove fout | Een fout die zo duidelijk en ernstig is dat deze buiten de normale beoordelingsmarge van een zorgvuldig bestuurder valt en die, indien deze bijdraagt tot het faillissement, kan leiden tot aansprakelijkheid voor het netto-passief. |
| Wrongful trading | Het voortzetten van de activiteiten van een vennootschap in de wetenschap dat deze financieel reddeloos verloren is en niet kan voldoen aan haar verplichtingen, wat kan leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurders voor het netto-passief. |
| Kwijting | Een beslissing van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders die de bestuurders decharge verleent voor het gevoerde beleid gedurende een boekjaar, waardoor de vennootschap afstand doet van vorderingen wegens aansprakelijkheid, tenzij de fouten specifiek werden gemeld of het ernstige overtredingen betreft. |
| Minderheidsvordering | Een afgeleide vordering die door minderheidsaandeelhouders kan worden ingesteld namens de vennootschap tegen bestuurders die hun plichten hebben geschonden, met name wanneer de Algemene Vergadering kwijting heeft verleend. |
| Aansprakelijkheidsbeperking (Cap) | Een wettelijke beperking van de maximale aansprakelijkheid van bestuurders, gekoppeld aan de omvang van de rechtspersoon, die echter niet van toepassing is bij opzettelijke fouten, zware fouten of bepaalde wettelijke overtredingen. |
| Uitkeringstests (Balanstest, Liquiditeitstest) | Wettelijke regels die bepalen onder welke voorwaarden winst of kapitaal aan aandeelhouders kan worden uitgekeerd. De balanstest controleert of het eigen vermogen voldoende is, terwijl de liquiditeitstest de solvabiliteit van de vennootschap beoordeelt. |
| Kapitaalvermindering | Een procedure die de NV toestaat haar kapitaal te verlagen, wat kan leiden tot terugbetaling aan aandeelhouders, vrijstelling van volstortingsplicht, of verwerking van verliezen, en waarbij schuldeisers een verzetsrecht hebben. |
| Inkoop van eigen aandelen | De mogelijkheid voor een vennootschap om haar eigen aandelen terug te kopen van aandeelhouders, wat een alternatieve uitkeringsvorm is die aan vergelijkbare voorwaarden als dividenden onderworpen is. |
| Financial assistance | De situatie waarbij een vennootschap financiële steun verleent (zoals voorschotten, kredieten of zekerheden) aan derden om hen in staat te stellen aandelen in die vennootschap te verwerven, wat aan strikte regels gebonden is. |
| Voorkeurrecht | Een recht dat bestaande aandeelhouders toelaat om bij voorrang in te schrijven op nieuw uit te geven aandelen of converteerbare effecten, proportioneel aan hun bestaand aandelenbezit, teneinde financiële en machtsverwatering tegen te gaan. |
| Share Purchase Agreement (SPA) | Een contract dat de verkoop van aandelen regelt, met daarin vaak uitgebreide verklaringen en garanties (representations & warranties) over de onderneming, en dat kan worden voorafgegaan door onderhandelingen en een letter of intent. |
| Due diligence | Het onderzoek dat een potentiële koper van aandelen uitvoert naar de financiële, juridische en operationele toestand van de doelonderneming om de waarde en risico's van de transactie in te schatten. |
| Signing en Closing | Twee cruciale fasen in een SPA: 'signing' verwijst naar de ondertekening van het contract, wat binding creëert, terwijl 'closing' de daadwerkelijke overdracht van de aandelen en betaling van de prijs omvat, vaak onderhevig aan opschortende voorwaarden. |
| Uittrede en Uitsluiting | Procedures waarbij aandeelhouders hun aandelen teruggeven aan de vennootschap (uittrede) of door de vennootschap uitgesloten worden (uitsluiting), vaak met een procedure voor waardebepaling van de aandelen en met specifieke regels voor BV en CV. |
| Squeeze-out | Een procedure in genoteerde vennootschappen waarbij een meerderheidsaandeelhouder de resterende minderheidsaandeelhouders dwingt hun aandelen te verkopen via een uitkoopbod, wat de weg vrijmaakt voor een 'delisting' van de beurs. |
| Transparantiewetgeving | Wetgeving die vereist dat belangrijke aandeelhoudersparticipaties (vaak vanaf 3% of 5% in genoteerde vennootschappen, en 25% in niet-genoteerde vennootschappen) worden gemeld aan de vennootschap en toezichthoudende autoriteiten om de controle van de vennootschap transparant te maken. |
| Dagelijks bestuur | Een facultatief bestuursorgaan dat de dagelijkse gang van zaken van de vennootschap regelt en beslissingen neemt over zaken van minder belang of dringende aard, en dat in principe als lasthebber wordt beschouwd. |
| Gedelegeerd bestuurder | Een orgaan binnen de vennootschap, vaak een lid van de raad van bestuur, dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gehele raad van bestuur delegeert en de vennootschap in het rechtsverkeer vertegenwoordigt. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin een bestuurder een persoonlijk financieel belang heeft dat potentieel strijdig is met het belang van de vennootschap, wat leidt tot specifieke procedures zoals meldings-, notulerings- en openbaarmakingsplichten, en het verbod op deelname aan de beraadslaging. |
| Related Party Transactions (RPTs) | Transacties tussen een vennootschap en verbonden partijen (zoals bestuurders, grootaandeelhouders, managers en hun familieleden), die aan specifieke objectiveringsprocedures onderworpen zijn om belangenconflicten en benadeling van minderheidsaandeelhouders te voorkomen. |
| Rozenblum-doctrine | Een principe dat toelaat dat groepsvennootschappen financiële offers brengen aan andere groepsvennootschappen ('do ut des'), mits er op termijn wederzijds voordeel tegenover staat en de transacties niet leiden tot de financiële ondergang van de schenkende vennootschap. |
| Oprichtingsakte | Het juridische document dat de oprichting van een vennootschap regelt en dat, afhankelijk van de rechtsvorm, een onderhandse of authentieke akte kan zijn, met specifieke inhoudelijke vereisten. |
| Preconstitutief handelen | Handelingen die worden verricht in naam van een nog op te richten rechtspersoon, waarbij de promotor persoonlijk gebonden is, maar de rechtspersoon deze handelingen kan overnemen na haar oprichting en de promotor daarmee bevrijd wordt, mits aan strikte termijnen wordt voldaan. |
| Ontbinding | Het juridische proces dat leidt tot het einde van het bestaan van een vennootschap, hetzij van rechtswege, gerechtelijk of vrijwillig, waarna een vereffening volgt om de schulden te voldoen en het resterende vermogen te verdelen. |
| Vereffening | Het proces na de ontbinding van een vennootschap waarbij een vereffenaar de activa te gelde maakt, de schulden betaalt, en het resterende liquidatiesaldo verdeelt onder de aandeelhouders, waarna de vennootschap definitief ophoudt te bestaan. |