Cover
Inizia ora gratuitamente PM_textbook_v1.pdf
Summary
# De rol van ontwerp in projectmanagement voor architectuurprojecten
Hier is een gedetailleerde samenvatting over de rol van ontwerp in projectmanagement voor architectuurprojecten, gebaseerd op de verstrekte documentatie:
## 1. De rol van ontwerp in projectmanagement voor architectuurprojecten
Ontwerp is een integraal en doorlopend proces dat de gehele projectcyclus van architectuurprojecten beïnvloedt, waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse benaderingen zoals modellering en prototyping om ideeën te communiceren, te bestuderen en te evalueren.
### 1.1 Ontwerp als fundamenteel aspect van architectuurprojecten
Het ontwerpproces is essentieel voor de realisatie van grote, door de mens gemaakte artefacten zoals gebouwen. Het verbindt menselijk denken met de fysieke wereld door middel van middelen en gereedschappen. In tegenstelling tot veel andere ontwerptakken, resulteert architectonisch ontwerp doorgaans niet in een fysiek artefact tijdens de ontwerpfase zelf, maar in een ontwerprepresentatie [10](#page=10) [9](#page=9).
### 1.2 Benaderingen van ontwerp
Verschillende methoden worden gebruikt om ontwerpen te visualiseren en te communiceren:
#### 1.2.1 Representatie door middel van modellen
Modellering houdt in dat een deel van het uiteindelijke materiële artefact wordt gecreëerd, vaak op schaal. Dit kan variëren van schetsen en 3D-beelden tot fysieke modellen zoals kleimodellen van auto's. Modellen helpen om indrukken te wekken en maken snelle overgangen mogelijk naar plannen, doorsneden, aanzichten en details, wat de communicatie met teamleden en adviseurs vergemakkelijkt. Echter, dynamische aspecten zoals beweging van objecten of stromingen (wind, zon) zijn moeilijker weer te geven met modellen [10](#page=10) [14](#page=14) [15](#page=15).
#### 1.2.2 Prototyping als ontwerpbenadering
Prototyping biedt een meer directe benadering, vooral voor delen van een gebouw of artefact. Het stelt niet alleen in staat om te evalueren hoe een vorm zich ontwikkelt tot een optimaal ontwerp, maar ook om prestaties te testen. "Rapid prototyping" wordt gebruikt om dynamische uitkomsten van stromen, toestandsveranderingen of spanningen in structuren snel te beoordelen. Een goed prototype kan dynamische aspecten zoals krachten, thermische stromingen en trillingen representeren en bestuderen, waardoor de "botten van de architectuur" geoptimaliseerd kunnen worden [15](#page=15) [16](#page=16).
#### 1.2.3 Representatie door tekeningen, afbeeldingen en video
Voor artefacten die nog niet goed gemodelleerd of geprototyped kunnen worden, dienen tekeningen, afbeeldingen en video's als een manier om een grafische representatie te bieden [10](#page=10) [16](#page=16).
> **Tip:** De keuze van de representatiemethode (tekening, model, prototype) hangt nauw samen met de aard van het te ontwerpen object en het beoogde publiek [10](#page=10).
### 1.3 Ontwerp is een doorlopend proces
Een centraal inzicht is dat ontwerp geen afgesloten fase is, maar een continu proces dat zich gedurende de gehele projectcyclus, inclusief de bouwfase en het gebruik van het gebouw, voordoet [17](#page=17) [20](#page=20) [21](#page=21).
#### 1.3.1 Beperkingen van modellering en tekenen
Architectonisch ontwerp is per definitie onvolledig. De misvatting dat het ontwerp een noodzakelijke en voldoende formele representatie van het gehele project is, wordt ontkracht door de inherente onvolmaaktheden.
* **Inhoudelijke onnauwkeurigheid:** Materialen, vormen en afmetingen zijn nooit exact zoals gespecificeerd. Variaties in materiaalsamenstelling, stabiliteit, uiterlijk en kleur, evenals productietoleranties, leiden tot afwijkingen [18](#page=18).
* **Onnauwkeurigheid van werkprocessen:** Bouwprocessen zijn relatief onnauwkeurig door de afhankelijkheid van materiaalonvolkomenheden en de noodzaak van toleranties. De lokale context, siteafmetingen, bestaande structuren en ondergrondcondities dragen bij aan deze onzekerheid [18](#page=18).
* **Factoren op de bouwplaats:** Ongunstige weersomstandigheden, variërende precisie van installaties en verschillende kennisniveaus van werknemers leiden tot afwijkingen van het oorspronkelijke ontwerp. Sitecontrole richt zich vaak op het bepalen van de acceptabele mate van deze afwijkingen [19](#page=19).
Deze onvermijdelijke onnauwkeurigheden, gecombineerd met de beperkingen van modellen, vereisen dat ontwerp en constructie gezamenlijk en continu door tal van partijen worden uitgevoerd [19](#page=19).
#### 1.3.2 Acceptatie van imperfectie en dynamische benaderingen
Moderne ontwerpteams accepteren steeds vaker de onnauwkeurigheid als een staat van evolutie van het ontwerp en combineren statische modellen met dynamische prototypes om betere ontwerpresultaten te behalen. Dit leidt tot een paradigmaverschuiving waarbij ontwerp niet langer een statisch resultaat is, maar een proces dat pas eindigt wanneer het gebouw in gebruik is [17](#page=17).
> **Tip:** Het succes van ontwerpen is vaak gebaseerd op de impliciete kennis van de ambachtsman, die rekening houdt met de intenties van de ontwerper en ter plekke aanpassingen doet binnen acceptabele marges [19](#page=19).
### 1.4 Wie ontwerpt?
Het ontwerpproces is afhankelijk van de schaal, context en complexiteit van het project en wordt uitgevoerd door één persoon, een klein team of meerdere partijen. In de praktijk ontwerpt de uitvoerende partij ter plaatse ook continu, en bouwprofessionals die ontwerp- naar bouw-informatie transformeren, leveren eveneens een bijdrage. Voor kleinere projecten kan één persoon volstaan, maar de meeste bouwprojecten vereisen groepswerk dat begint bij de opdracht en eindigt bij het gebruik van het gebouw [20](#page=20).
### 1.5 Ontwerpfasen en de Project File
De ontwikkeling van een architectonisch project doorloopt verschillende ontwerpfasen, die worden gedocumenteerd in een Project File:
* **De Brief:** Dit vormt het startpunt en bevat de primaire eisen, inclusief financiële en tijdsgebonden validaties [52](#page=52).
* **Schetsontwerp (Sketch Design):** Hierin wordt een eerste antwoord gegeven op de ontwerpvraag, met een focus op communicatie met de opdrachtgever (die vaak een leek is) door middel van technieken die 'common knowledge' benutten. Dit omvat ook de integratie van contextuele elementen zoals locatie, omgeving en culturele aspecten [53](#page=53).
* **Voorlopig Ontwerp (Preliminary Design):** In deze fase worden de volumes, afmetingen, lay-outs en belangrijkste kenmerken van het gebouw gedefinieerd, inclusief materialen, installaties, ramen, deuren, etc.. Dit vereist nauwe samenwerking met adviseurs en bevoegde instanties. Het is cruciaal om hier de impact op kosten en planning te evalueren [59](#page=59) [60](#page=60) [61](#page=61).
* **Definitief Ontwerp (Final Design):** Na validatie van het voorlopig ontwerp worden alle bouwdelen gedetailleerd, inclusief typische doorsneden, plattegronden en aanzichten. Dit leidt tot een verdere verfijning van budget en planning, waarbij specificaties voor materialen en constructiedelen worden opgesteld [64](#page=64).
> **Tip:** Het consolideren van informatie in een Project File, fase per fase, is essentieel voor een gestructureerde projectontwikkeling [52](#page=52).
#### 1.5.1 Communicatie en RACI-schema's
Een cruciaal onderdeel van het ontwerpproces, vooral in meer geformaliseerde projecten, is een effectief communicatieschema. RACI-schema's (Responsible, Accountable, Consulted, Informed) helpen bij het definiëren van rollen en verantwoordelijkheden voor verschillende taken en deliverables. Dit is essentieel om verwarring en fouten te voorkomen, vooral bij het betrekken van externe partijen zoals ingenieurs, stedenbouwkundige diensten en aannemers [55](#page=55) [61](#page=61) [62](#page=62).
#### 1.5.2 Organisatorische structuren in ontwerpbureaus
De organisatie binnen een architectenbureau of projectteam kan variëren tussen een **departementale organisatie** (geschikt voor grote, complexe projecten met gespecialiseerde teams en duidelijke fasen) en een **studio-organisatie** (flexibeler, gericht op feedbackloops gedurende het hele project, vaak gebruikt door kleinere of agile teams). Hybride modellen komen ook voor. De keuze van de organisatiestructuur heeft significante implicaties voor projectmanagement, communicatie en risicobeheer [57](#page=57) [58](#page=58).
### 1.6 Conclusie over de rol van ontwerp
Ontwerp in architectuurprojecten is geen op zichzelf staande fase, maar een dynamisch en continu proces dat samenwerking, communicatie en aanpassing vereist. Het omvat verschillende methoden van representatie, erkent de inherente onnauwkeurigheden in het bouwproces en integreert ontwerpactiviteiten door de gehele projectcyclus heen. Projectmanagement moet zowel het formele als informele ontwerpproces ondersteunen en faciliteren om een succesvol eindresultaat te garanderen [21](#page=21).
---
# Bouw-informatiebeheer en communicatiestrategieën
Dit onderwerp behandelt het belang van het verstrekken van adequate en effectieve bouw-informatie op het juiste moment, in het juiste formaat en via de juiste communicatiekanalen, inclusief de toepassing van RACI-schema's.
## 2. Bouw-informatiebeheer en communicatiestrategieën
### 2.1 Achtergrond en theoretisch kader
Bouw-informatie omvat alles wat nodig is om een bouwproject te realiseren. Dit kan variëren van impliciete kennis tot expliciete, gespecialiseerde, gecodeerde informatie, of eenvoudige beelden, schema's, teksten, tekeningen, en mondelinge instructies. In de praktijk evolueert het ontwerp vaak gedurende het gehele proces [22](#page=22).
Het succesvol ontwerpen van een project en het bijbehorende bouwproces vereist vier cruciale elementen:
1. Voldoende en effectieve informatie [22](#page=22).
2. Op de juiste plaats [22](#page=22) [29](#page=29).
3. Op het juiste moment [22](#page=22) [29](#page=29).
4. In het juiste format [22](#page=22) [30](#page=30).
5. Via de juiste communicatielijnen met de juiste partijen [22](#page=22) [30](#page=30).
#### 2.1.1 Praktijkvoorbeelden van bouw-informatie
* **Natuurlijke zwembaden en kleinere projecten:** Vaak wordt informatie mondeling gedeeld tussen de opdrachtgever, de uitvoerder en eventuele onderaannemers. Dit is economisch qua ontwerp- en administratiekosten, minimaliseert risico's en maakt natuurlijke verfijningen mogelijk tijdens de uitvoering, zoals bij bodemomstandigheden of het behoud van boomwortels. Dit model wordt toegepast op meer dan tweederde van de wereldwijde gebouwen en vereist gedeelde bouwkennis, gedeelde hulpbronnen en een gedeelde visie op het eindresultaat [23](#page=23).
* **Vernaculaire bouw in geïndustrialiseerde landen:** Op het niveau van de uitvoerder en de werknemer worden middelen, methoden en technieken vaak ter plekke besproken, waarbij plannen en details mondeling worden toegelicht met markeringen en instructies [24](#page=24).
* **Kleinere extensies:** Naast bouwvergunningstekeningen en informatie over isolatie, materialen en afmetingen, wordt er gedetailleerd materiaalgebruik, structurele berekeningen en een hoeveelhedenstaat met kostenramingen per bouwdeel verstrekt. Wekelijkse bijeenkomsten documenteren finetuning en aanpassingen. De hoeveelhedenstaat fungeert ook als een toewijzingsmatrix, waarbij de verantwoordelijke partij voor elke werkregel wordt geïdentificeerd [27](#page=27).
* **Grotere projecten (bv. seniorenresidentie):** Hier is een uitgebreide briefing vereist met algemene doelstellingen, richtlijnen van autoriteiten (regionaal, stedelijk, brandweer, toegankelijkheid, milieu), kwaliteits- en prestatievereisten (energie, duurzaamheid). Ontwerpers en ingenieurs synthetiseren deze informatie in een "rollend brief" dat de basis vormt voor een communicatie- en beheersschema, vaak evoluerend met RACI-principes [28](#page=28).
#### 2.1.2 Wat moet bouw-informatie doen?
* **Voldoende en effectieve informatie verstrekken:** Dit houdt in dat materialen met specifieke vormen en hoeveelheden, de regels van goed vakmanschap (mortelbereiding, metselwerk, toleranties, normen), en de juiste afmetingen en aansluitingen met andere bouwdelen worden gecommuniceerd. De manier waarop deze informatie wordt overgedragen, moet conform het specifieke bouwcontext zijn, inclusief lokale gewoonten en de vaardigheden van het personeel [29](#page=29).
* **Op de juiste plaats:** De locatie van de bouwplaats en de bouwdelen daarbinnen is cruciaal voor ontwerp, transport, bereikbaarheid, inzet van kranen of mankracht, en installaties. Dit beïnvloedt tijd, omstandigheden op de bouwplaats en kosten [29](#page=29).
* **Op het juiste moment:** Tijdprogrammering is een essentieel onderdeel van projectmanagement. Activiteiten moeten in de juiste volgorde worden gepland, aangezien de uitvoerbaarheid van een project sterk afhankelijk is van deze opeenvolging. Grote, complexe projecten gebruiken systemen zoals PERT of GANTT, terwijl kleinere projecten vaak informeler worden gepland [29](#page=29).
* **In het juiste format:** Het format (mondeling, tekening, tekst, beeld, digitaal) bepaalt hoe gedeelde kennis wordt gecommuniceerd. Elke partij heeft eigen verwachtingen voor het ontvangen en bestuderen van informatie. Met de opkomst van BIM (Building Information Modelling) wordt de vertaling van informatie zichtbaar, hoewel dit vaak alleen wordt toegepast bij grootschalige projecten of projecten met strikte regelgeving [30](#page=30).
* **Transmissie via de juiste communicatielijnen:** Dit omvat het onderscheiden van:
1. De **verantwoordelijke** partij die de taak uitvoert [30](#page=30).
2. De **verantwoorde** partij die de eindverantwoordelijkheid draagt en aansprakelijk is bij problemen [30](#page=30).
3. Partijen die **geraadpleegd** moeten worden en inspraak hebben [30](#page=30).
4. Partijen die **geïnformeerd** moeten worden [30](#page=30).
### 2.2 De communicatie opzet: RACI-schema en workflowdiagram
#### 2.2.1 RACI-schema
Een RACI-schema (Responsible, Accountable, Consulted, Informed) is een veelgebruikte methode om communicatie en de toewijzing van taken en verantwoordelijkheden te formaliseren. Het schema verduidelijkt wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van een taak, wie de uiteindelijke eindverantwoordelijkheid draagt en beslissingen neemt, wie geraadpleegd moet worden voor input en expertise, en wie geïnformeerd moet blijven over de voortgang [30](#page=30) [31](#page=31).
Het opstellen van een RACI-schema omvat:
* Identificeren van sleutelactiviteiten [31](#page=31).
* Oplijsten van alle belanghebbenden (stakeholders) [31](#page=31).
* Toewijzen van de RACI-rollen (R, A, C, I) aan elke taak en stakeholder [31](#page=31).
* Invullen van de RACI-matrix [31](#page=31).
* Reviewen en aanpassen van het schema met het projectteam [32](#page=32).
* Communiceren en implementeren van het schema [32](#page=32).
* Monitoren en bijwerken van het schema gedurende het project [32](#page=32).
**Voorbeeld van een RACI-schema voor een schetsontwerp:**
| | Responsible | Accountable | Consulted | Informed |
| :---------- | :---------- | :---------- | :------------ | :---------- |
| BRIEF | Client | Client | Architect | Gebruikers |
| SCHETSONTWERP | Architect | Client | Stedelijke zoning, Brandweer | Geen |
Tegenwoordig worden softwarepakketten gebruikt om dit proces te ondersteunen, inclusief workflowdiagrammen die de voortgang van reviews en goedkeuringen volgen [32](#page=32).
#### 2.2.2 Allocatiematrix
In meer gedetailleerde fasen van een bouwproject worden ook allocatiematrices gebruikt. Deze documenten wijzen specifieke rollen of taken toe aan een beperkte set van partijen die actief betrokken zijn bij het werk en/of de studies. De legenda bevat afkortingen voor verschillende functies en disciplines [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35).
> **Tip:** Het belang van een goede roltoewijzing ("role allocation") is essentieel om te bepalen welke informatie in welk format naar welke partij moet gaan, en welke respons en actie wordt verwacht [36](#page=36).
### 2.3 De bredere context: de juridische setting
Bouwprojecten opereren binnen een "juridische setting" die rechten en verplichtingen voor alle betrokken partijen identificeert, met een reeks wetten en regelgevingen. Twee hoofdlijnen van denken zijn hierbij van belang [36](#page=36):
#### 2.3.1 Het Napoleontische Code principe
Dit principe, voortkomend uit de Franse administratie, legt de nadruk op een gecentraliseerd, star wetboek met specifieke aansprakelijkheden voor liberaal beroepsbeoefenaars. De juridische structuur in veel Europese landen is gebaseerd op [37](#page=37):
1. Een gecentraliseerd, rigide wettelijk kader [37](#page=37).
2. Een sterke invloed van wetgeving op het organiseren van vrije beroepen en de bouwsector [37](#page=37).
3. Een duidelijke scheiding tussen de staat, de professional (bv. architect) en de opdrachtgever [37](#page=37).
Het klassieke driehoekige model in de bouw omvat: de Opdrachtgever (Maître de l'Ouvrage), de Architect (L'Architecte) en de Aannemer (L'Entrepreneur). De Opdrachtgever wordt beschouwd als leek en is verantwoordelijk voor de opdracht, de site-informatie en het tijdig betalen. De Architect is verantwoordelijk voor het ontwerpen en de controle op de uitvoering, terwijl de Aannemer verantwoordelijk is voor de werken volgens de regels van goed vakmanschap. Een consequentie hiervan is dat andere partijen zoals interieurontwerpers of projectmanagers juridisch minder expliciet aansprakelijk zijn [37](#page=37) [38](#page=38).
#### 2.3.2 Het Common Law principe
In landen met een Common Law-systeem, zoals het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, zijn er geen gecentraliseerde, gedetailleerde wetten, maar algemene principes en evoluerende wetgeving en jurisprudentie. Dit kan leiden tot directere aansprakelijkheden en vloeibare organisaties van verantwoordelijkheden. Er is vaak minder scheiding tussen de 'Client' en andere betrokken partijen. De rol van de architect kan dichter bij de artistieke kant liggen, en verantwoordelijkheden zoals het opstellen van offertes kunnen bij de aannemer liggen. In het VK is er bijvoorbeeld de rol van de Quantity Surveyor (QS) voor budgettering en kostencalculaties. De aansprakelijkheid voor controle op de bouwplaats is contractueel bepaald, niet per se wettelijk bij de architect [38](#page=38) [39](#page=39).
### 2.4 Het projectdossier
Het projectdossier is de centrale verzamelplaats voor alle geformaliseerde en ongeformaliseerde informatie van een project, die gedurende het project wordt bijgehouden en opgebouwd [40](#page=40).
#### 2.4.1 Initiële cliëntverklaring (Statement)
Een cliënt start een project met een verklaring van de gewenste resultaten. Deze kan variëren van informeel tot zeer gedetailleerd [40](#page=40) [41](#page=41).
#### 2.4.2 Projectverklaring > Brief (Opdrachtbepaling)
De projectverklaring wordt omgezet in een BRIEF, een projectdefinitie op hoog niveau, die als basis dient voor het ontwerp. Dit document identificeert de hoofddoelen, resourcebeperkingen (budget, site) en tijdschema's. De brief is bedoeld om operationeel bruikbaar te zijn voor de ontvangers, zoals ontwerpers, consultants en aannemers [41](#page=41) [42](#page=42).
> **Voorbeeld van een BRIEF:** Voor een hotelproject omvat de brief de scope (kamers, publieke ruimtes, wellness, BOH, keuken/wasserij, exterieur), budget (gerelateerd aan ROI, gemiddelde dagelijkse tarieven en bezettingsgraden) en timing (zo kort mogelijk, met indicatie van snelle methoden of andere verwachtingen) [43](#page=43) [44](#page=44).
#### 2.4.3 Projectdefinitie
Een projectdefinitie is een fase waarin de elementen van de brief verder worden uitgewerkt, inclusief groottes, budgetten op basis van sleutelcijfers en een eerste timing met mijlpalen. Dit vormt de basis voor een schetsontwerp, dat de behoeften van de cliënt vertaalt naar concrete doelen en oplossingen [44](#page=44) [45](#page=45).
#### 2.4.4 Gedetailleerde uitwerking (bv. kamerspecifiek)
Voor complexe projecten, zoals ziekenhuizen of luxehotels, is een gedetailleerdere uitwerking per kamer of ruimte nodig. Dit omvat specifieke afmetingen, materialen, installaties, meubilair en specificaties voor bijvoorbeeld bedden, kasten, verlichting, badkamers en deuren. Het budget wordt per typologie en per vakgebied uitgesplitst, en de timing wordt verder verfijnd [46](#page=46) [47](#page=47) [48](#page=48) [49](#page=49) [50](#page=50) [51](#page=51).
#### 2.4.5 Schetsontwerp
Na goedkeuring van de brief, kan het ontwerpteam starten met een schetsontwerp. Dit is een eerste communicatiemiddel dat de ontwerpintenties visualiseert en de validiteit van de brief, het budget en de timing controleert. Hierbij worden steeds meer belanghebbenden en autoriteiten betrokken [54](#page=54) [55](#page=55).
#### 2.4.6 Voorlopig ontwerp (Prelim Design)
In de fase van het voorlopig ontwerp worden de volumes, groottes, lay-outs en hoofdelementen van het gebouw verder gedefinieerd, inclusief materialen en installaties. Dit vereist de input van ingenieurs en lokale autoriteiten, en leidt tot herziene budgetten en tijdschema's. Het RACI-schema evolueert mee om de verantwoordelijkheden voor de verschillende disciplines te reflecteren [59](#page=59) [60](#page=60) [61](#page=61) [62](#page=62).
#### 2.4.7 Definitief Ontwerp
Na validatie van het voorlopig ontwerp wordt het definitieve ontwerp uitgewerkt met gedetailleerde doorsneden, plattegronden, aanzichten en 3D-modellen. Dit leidt tot een verdere verfijning van het budget, de planning en de specificaties van materialen en onderdelen. Het projectdossier wordt uitgebreid met deze gedetailleerde informatie [64](#page=64).
### 2.5 Communicatieschema's en projectdossier evolutie
Het projectdossier evolueert gefaseerd, waarbij elke fase voortbouwt op de vorige. Het omvat de scope, budget en timing, die de operationele vertaling zijn van de cliëntbrief. De betrokken partijen, belanghebbenden en bestuursinstanties worden geleidelijk toegevoegd aan de schema's die contractuele en andere relaties visualiseren, ondersteund door een communicatiesysteem zoals een RACI-schema of een allocatiematrix [66](#page=66).
De communicatie moet begrijpelijk en bruikbaar zijn voor de betreffende partijen, waarbij verschillende "vertalingen" van het ontwerp naast elkaar bestaan. Dit geldt ook voor de structuur van het projectdossier, dat toegankelijk moet zijn op basis van wie, wanneer en met welk doel [66](#page=66).
> **Tip:** Het is cruciaal dat het projectdossier "rollend" is, wat betekent dat het continu evolueert met elke gebeurtenis die het binnen een fase wijzigt of aanvult [66](#page=66).
### 2.6 Lessons Learned en toekomstige stappen
De opzet van een projectdossier, voor zowel informele als formele projecten, toont aan dat de drie hoofdelementen (scope, budget, timing) de kern vormen. De geleidelijke detaillering van de brief tot het voorlopig ontwerp, en de toevoeging van betrokkenen aan communicatieschema's, zijn essentiële stappen. Dit stelt studenten in staat om een passend projectdossier op te stellen voor elk type project, met behulp van diverse formaten en communicatieprocedures. Verdere lessen zullen worden behandeld in de volgende colleges, met betrekking tot hoeveelhedenplanning, kostencalculatie en specificaties op het niveau van de bouwconstructie-elementen [66](#page=66).
---
# Kwantiteitsopname en kostenraming in bouwprojecten
Dit onderwerp behandelt de methoden voor het opstellen van kwantiteitsopnamen en kostenramingen, inclusief de verschillende niveaus van detail, de definitie van bouwcomponenten en de financiële aspecten van projecten.
### 3.1 Het opstellen van een kwantiteitsopname (quantity scheduling)
Het doel van de kwantiteitsopname, ook wel een gedetailleerde hoeveelhedenstaat genoemd, is een grondige controle voorafgaand aan de uitvoeringsfase om te verzekeren dat alle werken en bouwcomponenten zijn meegenomen in het projectdossier. De meetmethoden kunnen complex zijn en variëren door vaktradities en regionale meetcodes. Echter, wereldwijd hanteren grotere projecten met gedetailleerde schema's, opgesteld door ontwerpers, Quantity Surveyors (QS) of aannemers, doorgaans de volgende richtlijnen [71](#page=71):
* **Meet de installatiewijze:** Elementen die per volume worden geïnstalleerd, worden als volume berekend (bijv. beton). Dunnen lagen of platen worden echter vaker per oppervlakte (m²) berekend, omdat de bekisting een significant deel van de kosten kan vormen. Prefabricage-elementen zoals ramen en deuren worden per stuk geteld. Lineaire elementen zoals dakranden of plinten worden per strekkende meter (m) berekend [71](#page=71).
* **Bakstenen muren:** Bij dragende muren die worden afgewerkt, wordt dit per volume berekend, waarbij de muurdikte wordt gespecificeerd. Bij gevelbekleding is een berekening per netto-oppervlakte gebruikelijker, waarbij grote openingen worden afgetrokken [71](#page=71).
De kwantiteitsopname van burgerlijke en afwerkingswerken is vaak een mix van algemene regels en de organisatie van specifieke vakgebieden of overheidsvereisten. Het is daarom essentieel om het volgende te doen [71](#page=71):
1. Identificeer hoe een bepaalde hoeveelheid wordt gemeten, inclusief de referentie van de meetmethode (code) [71](#page=71).
2. Geef de maateenheid aan (m, m², m³, stuk, etc.) [71](#page=71).
3. Specificeer hoe de hoeveelheid moet worden beschouwd: als exact en bekend, als een totaalcijfer of als een aangenomen som [71](#page=71).
#### 3.1.1 Soorten hoeveelheden
* **Vaste hoeveelheid (Fixed Quantity):** Gebruikt wanneer er hoge zekerheid is over de meting, zoals bij nieuwe muren [72](#page=72).
* **Aangenomen hoeveelheid (Assumed Quantity):** Gebruikt voor werken waarvan de exacte omvang pas tijdens de uitvoering duidelijk wordt, zoals bij renovaties waarbij verborgen gebreken pas tijdens sloopwerkzaamheden aan het licht komen. Er wordt een berekende schatting gemaakt [72](#page=72).
* **Lumpsum (Lump Sum):** Toegepast wanneer het werk een complex geheel is met meerdere kleine interventies, waarbij één prijs wordt gevraagd voor de gehele werkzaamheid (bijv. het maken van een opening in een dragende muur inclusief lintelen en afwerking). De kwantiteit wordt dan meestal op 1 gezet [72](#page=72).
* **Toeslag (Allowance) of Presumed Cost:** Gebruikt wanneer het niet mogelijk is om nauwkeurig te meten of de kosten in te schatten, bijvoorbeeld bij nog niet afgerond of gevalideerd ontwerp, of bij in te voegen kunstwerken die nog gecontracteerd moeten worden. De opdrachtgever en ontwerper bepalen een indicatief bedrag, waarna de aannemer een gedetailleerde offerte indient. Na aanvang van de werkzaamheden kan de aannemer een herziening van de toeslag voorstellen [72](#page=72).
#### 3.1.2 Het doel van kwantificeren
Het primair doel van kwantificeren is het informeren van de ontwerper en de opdrachtgever over de benodigde materialen en middelen (budget). Deze informatie, uitgewerkt in detail, wordt vervolgens gebruikt door de aannemer om een offerte op te stellen. Kwantificering breekt het project op in kleinere, beheersbare eenheden, vergelijkbaar met een Work Breakdown Structure (WBS). Dit creëert een feedbacklus naar het ontwerpproces om aanpassingen te doen voor budget- en materiaalcompliancy tussen scope, budget en timing [72](#page=72).
#### 3.1.3 Het niveau van detail van de hoeveelhedenstaat
Een hoeveelhedenstaat bevat een inventaris van alle elementen die in het gebouw worden opgenomen. Dit kan variëren van een zeer hoog niveau met weinig detail tot een zeer gedetailleerde staat op het niveau van bouwcomponenten of volumes per maateenheid. Gevorderde BIM-modules kunnen automatisch berekeningen van deze componenten uitvoeren, maar vereisen een gedetailleerde instelling [73](#page=73).
* **Hoogste niveau:** Subject, Grootte (bijv. vierkante meter per leerling) en Beschikbaar budget [73](#page=73).
* **Tweede niveau:** Onderverdeling naar type ruimtes of structuren (bijv. klaslokalen, gangen, sporthallen) [73](#page=73).
* **Dieper niveau:** Gericht op bouwcomponenten, identificeerbaar als meubilair en werk op locatie [73](#page=73).
#### 3.1.4 De grenzen van een bouwcomponent
De definitie van wat tot een bouwcomponent behoort, kan uitdagend zijn [73](#page=73).
* **Inclusieve posten:** Bijvoorbeeld, een buitenmuur kan bestaan uit een dragende binnenmuur, een buitenbekleding en een isolatielaag. Dit kan ook alle bijkomende elementen omvatten, zoals waterkeringen en bevestigingsmiddelen. De specificatietekst zal typisch vermelden dat het werk "inclusief" alle toebehoren is [74](#page=74).
* **Grensgevallen:** De luchtdichtheid rond een raamkozijn is een voorbeeld. Dit kan deel uitmaken van de werkzaamheden van de raaminstallateur of een aparte taak zijn van een specialist in luchtdichtingsstrips. De beslissing hangt vaak af van het bouwproces en wie de verantwoordelijkheid draagt [75](#page=75).
* **Kruispunten:** Bij knooppunten waar verschillende materialen samenkomen (voeten, daken, hoeken), kan het onduidelijk zijn welk materiaal tot welke component behoort. Dit kan leiden tot discussies over verantwoordelijkheid en kosten. Duidelijke specificatie van de meetmethoden is hier cruciaal [75](#page=75) [76](#page=76).
**Conclusie over bouwcomponenten:** De meting van bouwwerken verloopt via werkpakketten en bouwcomponenten. Bouwcomponenten worden beschouwd als integrale eenheden, inclusief alle middelen, methoden en technieken, en secundaire elementen. Speciale aandacht is vereist voor de grenzen en kruispunten om dubbeltelling of vergetelheid te voorkomen [76](#page=76).
#### 3.1.5 Start van de kwantiteitsopname
De kwantiteitsopname begint met het opbouwen van het projectdossier en het overwegen van de vereiste leveringen en werkzaamheden op locatie. Dit hoofdstuk richt zich op de kwantiteitsaspecten van zowel scope als budget, die nauw met elkaar verbonden zijn. Het proces van het opsplitsen van een ontworpen gebouw in zijn bestanddelen, tot op het niveau van materialen per eenheid of bouwcomponenten per deel, is een eeuwenoud concept [77](#page=77) [78](#page=78).
Het organiseren van dergelijke grote materiaal- en arbeidstromen in een project is een gecoördineerde inspanning van vele partijen. De kern hiervan is de eenvoudige handeling van het plannen en tellen. Het gebruik van grotere constructie-elementen met gespecialiseerde installaties, gereedschappen en arbeidskrachten vereist een andere manier van opzetten van bouw-informatie en een andere opsplitsing van het project in elementen die betekenisvol zijn voor deze "geïndustrialiseerde" bouwproductie. De bouwcomponentenmethode is de standaard meetmethode geworden, gebaseerd op het concept van een "bouwcomponentensysteem" als middel om bouw-informatie te organiseren [79](#page=79) [80](#page=80).
#### 3.1.6 Methodes voor informele projecten
Informele projecten of informele delen van formele projecten worden georganiseerd op basis van beschikbare materialen, gereedschappen, tijd en toegang tot bouwkennis en -informatie. Deze processen produceren een effectieve controle over materialen, werk, gereedschappen en methoden, met directe communicatie, coördinatie en vertrouwen als belangrijkste elementen. De bouwmaterialenindustrie is nog steeds gericht op het kleinste werkcomponent: handarbeid [80](#page=80) [81](#page=81).
* **BIM als reactie:** Building Information Modelling (BIM) belooft de digitale omgeving voor de bouwsector te zijn. BIM is gebaseerd op een Work Breakdown Structure (WBS), met een digitale tweeling opgebouwd uit bouwcomponenten in een 3D-model, gekoppeld aan alphanumerieke data. De uitdaging is dat BIM vereist dat alle partijen exact hetzelfde systeem hanteren voor het opbreken van de structuur [82](#page=82).
* **Onderliggende theoretische kern: WBS:** De WBS is cruciaal voor projectmanagement, planning en kostenraming. Het opdelen van complexe problemen in kleinere, beter hanteerbare deelproblemen is de basis. BIM gebruikt deze structuur en breidt deze uit tot het niveau van de bouwcomponent, wat bekend is in de kwantiteitsopname voor formele projecten. Het meten via 3D-model-inquiry is de nieuwe methode, maar basiskennis van meten blijft essentieel [82](#page=82) [83](#page=83).
#### 3.1.7 Waarom plannen zoals we doen?
Er bestaan in elk land codes en regels voor goede praktijk bij het meten van bouwwerken en bouwcomponenten, die meer of minder identiek zijn. Op Europees niveau is er een trend naar harmonisatie. Er is echter geen universeel vaste meetmethode [83](#page=83).
* **Regionale verschillen:** Wat in het ene land per volume wordt gemeten, kan in een ander land anders worden benaderd. De specificatieschrijver zal aangeven hoe de volumeberekening voor eenheidsprijzen moet plaatsvinden (bijv. netto theoretisch volume versus werkelijk eindvolume) [84](#page=84).
* **Methode en eenheid:** Het is altijd noodzakelijk om de meetmethode en de maateenheid te beschrijven. Dit is nodig voor benchmarking en voor het vergelijken van aanbiedingen van aannemers [84](#page=84).
* **Context:** De manier van meten is afhankelijk van de context: wie is de doelgroep van de staat? Is het puur financieel, of gericht op materiaalbestelling? [86](#page=86).
**Conclusie over plannen:** Er bestaat geen universele, bindende regel of code die overal van toepassing is. Het is daarom verstandig om altijd te verduidelijken hoe de hoeveelheid wordt gemeten, om vergelijkbare resultaten te garanderen. Klanten hebben zekerheid nodig en vereisen zoveel mogelijk vaste hoeveelheden materialen, manuren en kosten [87](#page=87).
#### 3.1.8 Hoe tellen we en waarom?
We tellen in niveaus van detail, net als bij de rest van het projectdossier. Veel landen hebben formele teldmethodes op hoog niveau. Informele projecten zijn holistischer, waarbij een eenheid vooral interessant is voor de hoeveelheid materiaal [87](#page=87).
**Redenen om te tellen:**
1. **Risico en investering:** Vroeger vereiste de investering in bouwprojecten dat het ontwerp zowel proces- als objectontwerp was. Het instorten van gebouwen tijdens of na de bouw was niet ongewoon door een gebrek aan voorspellende methoden [87](#page=87).
2. **Optimalisatie:** Het omgaan met middelen en risicobeheer heeft geleid tot twee hoofdformaten: bulkmaterialen (zand, cement) en individuele componenten (balken, bakstenen). Kwantificering en accountancy zijn hierbij essentieel. Tegenwoordig, in formele projecten, maakt het optimaliseren van besteltijd, leveringen en constructie het zinvol om te tellen en eventueel een BIM-model te gebruiken [88](#page=88).
3. **Componenten classificeren:** Het identificeren en classificeren van componenten vormt een kruispunt tussen grafische bouw-informatie (tekeningen) en alphanumerieke informatie (planning, specificaties). Dit maakt het mogelijk om informatie over prestaties, werkprocessen, scope, referenties, kwaliteitsvereisten, meetmethoden, kostenonderverdelingen en timingselementen over te brengen [88](#page=88).
Bouwcomponenten zijn wijdverspreid in meer geformaliseerde projecten, maar niet in de high-level planning of kostenraming (op basis van typologie en oppervlakte/volume) en ook niet in informele kleine werkzaamheden. In deze gevallen zijn gedetailleerde classificatiesystemen nutteloos. In high-level benaderingen evalueren ervaren ontwerp- of QS-teams op basis van gemiddelde kosten in de industrie en regio, of schatten voor kleine projecten man-dagen en materialen. Dit resulteert in een lumpsum prijszetting [89](#page=89).
### 3.2 Kostenraming (costing)
De kostenraming volgt grotendeels dezelfde lijnen als de kwantiteitsopname, afhankelijk van de informele versus de formele aanpak [89](#page=89).
#### 3.2.1 Achtergrond en theoretisch kader
In informele contexten worden werken soms verricht als gemeenschapsdienst, als dienst aan vrienden of familie, of via reciprociteit en ruilsystemen. In de formelere omgeving van geplande en geïndustrialiseerde bouwprocessen is geld het primaire betaalmiddel. De kosten in de bouw zijn significant en vereisen een grondige aandacht [90](#page=90).
**Belangrijke kenmerken van kosten:**
1. **Relatie met waarde:** Kosten hebben een complexe relatie met waarde. De subjectieve waarde kan sterk afwijken van de objectieve kostprijs [90](#page=90).
2. **Psychologische effecten:** Kosten kunnen gemakkelijk worden gemanipuleerd en leiden tot vertroebelde inzichten. Dit kan resulteren in dure keuzes, gebaseerd op vermeende objectieve feiten [90](#page=90).
3. **Tijdsgebondenheid:** Kosten evolueren en zijn onderhevig aan tijdsgebonden effecten zoals inflatie, economische situatie en onderliggende kostenontwikkelingen [90](#page=90).
4. **Verantwoordelijkheid:** Als ontwerpers of projectmanagers dragen we een grote verantwoordelijkheid jegens de geldverstrekker (meestal de opdrachtgever). Het verzwijgen van kostenstijgingen is onprofessioneel [91](#page=91).
5. **Financiële sector:** Kosten hebben een sterke band met de financiële sector via leningen en hypotheken, wat leidt tot de "financialisering" van de gebouwde omgeving en woningnood [91](#page=91).
#### 3.2.2 Praktijk van kostenraming
Het hoogste niveau van kostenraming is **kapitaalbudgettering**, die voortkomt uit de opdrachtgever of diens adviseurs en aangeeft hoeveel kapitaal voor het project beschikbaar is [92](#page=92).
* **Hoog niveau (Capital Budgetting):** Dit is het globale budget dat wordt voorzien voor het project, vaak gebaseerd op overheidssubsidies of commerciële ROI-overwegingen [92](#page=92).
* **Voorbeeld (Basisschool):** Op basis van subventioneringsnormen (bijv. euro per m² bruto oppervlakte) en prijsindices kan een hoog-niveau budget worden berekend. Dit leidt tot een globaal budgetdoel [92](#page=92).
* **Tweede niveau (Typologie en Grootte):** Hierbij wordt gekeken naar de typologie en grootte van het gebouw en wat het bevat. Kostenramingen per oppervlakte of volume en per ruimtetype worden gedetailleerder en nauwkeuriger [93](#page=93).
* **Voorbeeld (Basisschool):** Het globale budget wordt opgesplitst naar verschillende ruimtetypologieën, met bijbehorende eenheidskosten per m² en een subtotal per type ruimte. Hierbij worden ook posten zoals buitenwerken en vaste uitrusting meegenomen, evenals vergoedingen en onvoorziene kosten [93](#page=93).
* **Vervolgdetailniveau:** De kosten kunnen verder worden opgesplitst per hoofdwerkpakket (civiele werken, mechanische en elektrische installaties, afwerking). Vaak wordt een ruwe verhouding van 1/3 per hoofdwerkpakket gehanteerd, die vervolgens wordt verfijnd [94](#page=94).
* **Verder detailleren:** Op het meest gedetailleerde niveau wordt de kostenraming gesplitst per bouwelement, dat wordt beschouwd als de kleinste relevante eenheid voor bouw-informatie. De eenheidsprijzen moeten worden bepaald op basis van ervaring en onderzoek per projecttype, context en regio, maar de opbouw is universeel [95](#page=95) [97](#page=97).
**Kostenopbouw:**
* **Formeel project:** Prijs = Kosten (arbeid, materialen, installaties) + Indirecte Kosten (administratieve kosten, HR) + Risico & Winst. De prijs voor een opdrachtgever is typisch Kosten \* 1,27 (inclusief indirecte kosten, risico en winst). Bij opeenvolgende onderaannemers kan de prijs significant stijgen [97](#page=97) [98](#page=98).
* **Informele projecten:** De "kosten" worden gedekt door reciprociteit, gemeenschapssteun of ruilhandel. De prijs is meer gebaseerd op de waardering van de inspanning en de onderlinge afspraken [98](#page=98).
#### 3.2.3 Kosten in de praktijk
Veel landen hebben gestandaardiseerde kostenramingsprocedures, codes en handleidingen. Enkele bronnen zijn [97](#page=97):
* BE: Buildwise en NACEBO (C-pro) [97](#page=97).
* IT: Camera di commercio van elke regio [97](#page=97).
* ES: Ayuntamento van de regionale hoofdstad [97](#page=97).
* UK: Chartered QS (vaak achter betaalmuren) [97](#page=97).
* US: Minder beschikbaar (aansprakelijkheidskwesties) [97](#page=97).
**Vergelijking formeel vs. informeel project (kostenopbouw):**
Bij formele projecten is de prijsopbouw hiërarchisch met percentages voor indirecte kosten, risico en winst op verschillende niveaus. Bij informele projecten is de "kostprijs" een wederzijdse waarde en de prijs is gebaseerd op de uitwisseling van diensten of goederen [98](#page=98).
#### 3.2.4 Budget en kwantiteit
De relatie tussen budget en kwantiteit is cruciaal. De kostenraming begint met het vaststellen van de typologie-gebaseerde CAPEX (Capital Expenditure) [99](#page=99).
* **Hoge-niveau kwantiteitsopname:** Gebaseerd op oppervlakte per typologie, verdeeld over hoofdwerkpakketten (civiele werken, afwerking, FFE) [99](#page=99).
* **Gecondenseerde hoeveelhedenstaat:** Ontwikkeling van de werkpakketten per type bouwcomponent/element met materiaaldetails en kosten. Dit vereist aannames over materiaalkeuze, diktes en details, wat iteratief kan zijn met de kosten [100](#page=100).
* **Informele projecten:** De opzet van de kwantiteitsopname en kostenraming is anders, vaak meer gericht op materiaalhoeveelheden en groepen werkers, of als een totaalprijs [100](#page=100).
**Tips voor de teamopdracht:**
* Verdeel de oefening binnen het team, waarbij elk lid zich richt op een sectie van de gecondenseerde hoeveelhedenstaat of een specifieke rol opneemt (meten, typen, kosten zoeken, overzicht) [100](#page=100).
* De evaluatie van de oefening richt zich op de aanpak van het aannemen/benaderen van bouwcomponenten, maten en materialen voor een zinvolle voorlopige begroting, en de problemen die men tegenkomt bij het gedetailleerder uitwerken van de hoeveelhedenstaat .
---
# Tijdbeheer en planning in bouwprojecten
Dit hoofdstuk duikt in de cruciale rol van tijdprogrammering binnen bouwprojecten, van globale tijdlijnen tot gedetailleerde planningen, inclusief technieken zoals PERT en Gantt-diagrammen, en de impact van tijd op kosten.
### 7.1 Introductie
Tijd is een fundamenteel, maar vaak onderschat aspect van bouwprojecten. Het beïnvloedt kosten, logistiek en de levenscyclus van gebouwen. Hoewel tijdprogrammering een essentieel onderdeel is van elk project, wordt het vaak niet volledig beheerst door ontwerpers, ondanks de significante impact die het heeft. Tijd manifesteert zich op diverse manieren in bouwprojecten, van de slijtage van componenten over decennia tot de directe impact op de kosten door rente tijdens de bouw .
De Griekse filosofen onderscheidden twee concepten van tijd: "Kronos", dat verwijst naar gemeten, lineaire tijd, en "Kairos", dat de tijd van het juiste moment of de kwaliteit van tijd representeert. Hoewel we goed zijn in het meten van tijd, is onze perceptie ervan zeer buigzaam en contextafhankelijk, wat commerciële partijen vaak uitbuiten .
### 7.2 Een korte theorie van tijdprogrammering van projecten
Tijd wordt gewaardeerd en geteld, onderverdeeld in chronologische tijdvakken zoals seconden, uren, dagen en jaren. In formele projecten is tijd, met name in de vorm van arbeidsuren, vaak de duurste component, zelfs belangrijker dan materiaal. In informele projecten wordt tijd flexibeler benaderd, als een aanpasbare bron met een hoge veerkracht en zonder directe economische consequenties. In formele projecten daarentegen is tijd een kostbare en beperkte bron die betaald moet worden .
#### 7.2.1 Tijdinschatting voor tijdprogrammering
Tijdprogrammering omvat het organiseren van alle tijdselementen van projectactiviteiten. Dit omvat het identificeren van de duur van elke actie, de afhankelijkheden tussen acties, en contextuele tijdsaspecten zoals studies, administratieve processen en onvoorziene situums. Het primaire doel is het bepalen van de totale doorlooptijd van het project en het helder maken van de planning voor alle betrokken partijen .
De basisinformatie voor tijdprogrammering is de duur van een specifieke werkactie per meeteenheid. Dit, vermenigvuldigd met de hoeveelheden en gedeeld door de beschikbare arbeidseenheden, bepaalt de benodigde tijd op locatie. Een voordeel van een goede planning is het kunnen analyseren van de impact van vertragingen op de einddatum, met behulp van de Critical Path Method (CPM) .
Hoewel de inschatting van de tijd die een individuele werknemer nodig heeft voor een specifieke taak een benadering is vanwege de stochastische aard van de situatie (persoon en context), worden deze inschattingen cruciaal voor de totale projectkosten. Kleinere projecten zijn vaak relatief duurder vanwege deze stochastiek. Het fijnmazig opbreken van werktijd is de kern van tijdprogrammering en kostencalculatie. Aan het begin van een project ontbreekt echter vaak de gedetailleerde informatie om direct op dit niveau te plannen .
De arbeidsuur wordt gebruikt als eenheid om de benodigde tijd aan bouwcomponenten toe te voegen. Door honderden bouwcomponenten te organiseren in een Work Breakdown Structure (WBS), een opsomming van werkzaamheden uitgedrukt in benodigde tijd, ontstaat een gedetailleerde tijdprogrammering. "Tijdprogrammering" is dus het ontwerpen van alle voorziene gebeurtenissen in een samenhangend geheel om het project niet alleen in plaats en vorm, maar ook in tijd te situeren .
Statistisch gezien beginnen complexe projecten met een algemene timing die vervolgens wordt opgedeeld in kleinere delen, waarbij de algemene timing later aangepast kan worden. Projecten lopen per definitie in één richting, namelijk de tijdlijn, ongeacht terugkoppelingen of vertragingen .
### 7.3 Tijdprogrammering in bouwprojecten
#### 7.3.1 Hoe is tijdprogrammering opgebouwd?
Tijdprogrammering volgt een vergelijkbare opbouw als scope en budget, gaande van algemene uitspraken naar gedetailleerde niveaus van individuele bouwcomponenten. Er zijn ruwweg drie hoofdtypen van programmering :
1. **Enkele uitspraken (high level tijdsperiode):** Vaak gebruikt als doelstelling, bijvoorbeeld "het project moet binnen 2 jaar geopend zijn" .
2. **Typologie- of fasegebaseerd:** Gebaseerd op de aard van het project (bv. hotelrenovatie, schoolproject) of op de algemeen aanvaarde doorlooptijd van bepaalde fasen (ontwerp, vergunning, uitvoering). Dit geeft een ruwe, doch bruikbare indicatie zonder gedetailleerde kennis .
3. **Gedetailleerd tot op bouwcomponentniveau:** Identificeert elke specifieke taak en de bijbehorende tijd, inclusief mogelijke vertragingen en connecties met andere acties. Dit niveau van programmering is het gewenste resultaat van een goed proces .
#### 7.3.2 Hoe wordt deze tijdprogrammering gematerialiseerd in een planning of representatie?
De realisatie van een tijdplanning begint met een ruwe aanpak gebaseerd op streefdata of -perioden, vaak opgenomen in de projectbrief. Dit leidt tot een globale tijdlijn die de verschillende fasen en hun tijdsbestekken weergeeft .
* **Niveau 1: Enkele uitspraken:** Dit is een eenvoudige opsomming van datums of tijdsperioden, zoals de start en einde van het project, studies en werken .
* **Niveau 2: Typologie of fasegebaseerd:** Hier worden de grotere fases van een project (ontwerp, aanvraag, aanbesteding, constructie) gekoppeld aan geschatte tijdsduren. De tijdsduur wordt vaak uitgedrukt in maanden, inclusief werkdagen en feestdagen, maar exclusief vakanties .
* **Niveau 3: Gedetailleerd tot op bouwcomponentniveau:** Zodra de projectinformatie voldoende gedetailleerd is, wordt een gedetailleerde tijdprogramma opgesteld. Dit omvat een reeks acties (studie, administratief, werk) die een bepaalde tijd duren, rekening houdend met mogelijke vertragingen en verbanden met andere acties .
### 7.4 Hoe te beginnen
Het uiteindelijke doel is om alle activiteiten op te breken in individuele, telbare acties, wat resulteert in een boomstructuur van activiteiten en vertragingen. Een bouwproject wordt opgedeeld in grote fasen die vervolgens verder worden uitgesplitst naarmate er meer gedetailleerde informatie beschikbaar komt. Meestal begint men bij het begin van het project, tenzij er einddeadlines zijn, wat reverse time programming vereist .
De fasen kunnen verder worden onderverdeeld, zoals:
* **Fase 1: Ontwerpfase**
* 1.1 Voorlopig ontwerp
* 1.2 Ontwerp en aanvragen
* 1.3 Definitief ontwerp
* 1.4 Aanbestedingsfase
* **Fase 2: Werkfase**
* 2.1 Aanbestedingsreview en gunning
* 2.2 Werkpakket 1: Civiele werken
* 2.3 Werkpakket 2: Gebouwsbe sluiting
* Enzovoort...
* **Fase 2.X: Afrondingsfasen** (substantieel, definitief, as-built dossier etc.) .
Het basiselement van tijdprogrammering is het opdelen van een project in kleinere eenheden totdat er nauwkeurige uitspraken gedaan kunnen worden over wat er nodig is voor een activiteit of product: de benodigde materialen, de benodigde tijd (werkuren) en de benodigde middelen (mensen, machines). Dit vormt de Work Breakdown Structure (WBS) .
> **Tip:** De precisie van de tijdprogrammering moet overeenkomen met het detailniveau van de kennis die op dat moment in het project beschikbaar is. Te veel of te weinig detail kan leiden tot onnauwkeurigheid .
### 7.5 Een korte overzicht van recente tijdprogrammeringstechnieken
Hoewel timing door de eeuwen heen een rol heeft gespeeld, begon de systematische tijdprogrammering pas aan het begin van de 20e eeuw, gedreven door de behoefte aan kortere productietijden, systeemdenken en nieuwe technologieën. Grote projecten zoals die van de Amerikaanse marine en NASA in de vorige eeuw vereisten een veel grotere precisie in timing, wat leidde tot de formalisering van tijdprogrammering .
De Work Breakdown Structure (WBS) werd de basis voor deze methoden, waarbij projecten werden opgedeeld in kleine, meetbare eenheden van werk (bv. tijd per vierkante meter metselwerk). Door afhankelijkheden en onderlinge relaties tussen deze activiteiten te definiëren, kon de totale doorlooptijd van het project worden vastgesteld .
Twee belangrijke methoden die hieruit voortkwamen waren de PERT-techniek en het GANTT-systeem. De Critical Path Method (CPM) is een toepassing die bovenop PERT of GANTT kan worden gebruikt om de kortste mogelijke projectduur te bepalen en kritieke activiteiten te identificeren. Tegenwoordig wordt de Gantt-chart het meest gebruikt voor tijdsplanning, vaak met behulp van gespecialiseerde software. De WBS is ook de basis voor alle BIM-software en methodologieën .
#### 7.5.1 PERT = Program Evaluation Review Technique
PERT is een techniek waarbij een actie start wanneer iets klaar is om te beginnen. Het bepaalt de duur van de activiteit tot het volgende evaluatiepunt. De methode creëert een netwerkdiagram van activiteiten en hun afhankelijkheden .
#### 7.5.2 De GANTT chart
Een Gantt-chart is in essentie een staafdiagram, verrijkt met relationele aspecten tussen activiteiten. Het is genoemd naar Henry Gantt, die de methode begin 20e eeuw ontwikkelde. Een Gantt-chart toont activiteiten afgezet tegen tijd of kosten, inclusief duur, geplande datums en voortgang .
Wanneer speciale datums (mijlpalen) worden weergegeven in plaats van activiteiten, is dit vergelijkbaar met een Gantt-chart en vooral nuttig voor hoog-niveau tijdprogramma rapportages. Alle grafische representatietechnieken, inclusief Gantt, verwerken de WBS-elementen tot een grafische weergave van hun onderlinge afhankelijkheden en plaatsing in de tijd .
### 7.6 Praktijk van tijdprogrammering
De praktijk van tijdprogrammering varieert afhankelijk van het detailniveau en de projectontwikkeling.
#### 7.6.1 High level aan het begin van het project
De projectmissie moet altijd vergezeld gaan van een tijdsindicatie. Indien niet, is het raadzaam om een redelijke tijdsduur te specificeren. Verwijzingen naar vergelijkbare projecten en gesprekken met professionele collega's zijn gebruikelijke bronnen voor informatie. Deadlines, indien door de opdrachtgever gesteld, zijn absolute en vaste datums die als startpunt kunnen dienen voor tijdprogrammering .
Op dit niveau is timing een globale tijdlijn of eenvoudige tekstuele uitspraken .
#### 7.6.2 Mid-level tijdprogrammering in de voorlopige ontwerpfase
Op een algemeen niveau van gebouwtypologie en budget kan een grove schatting worden gemaakt van de benodigde tijd voor de belangrijkste onderdelen: studies, aanvragen, aanbesteding en werken. Hierbij moet, net als bij budgettering, een 'envelopsystematiek' worden toegepast, waarbij toleranties en onzekerheden worden meegenomen .
> **Voorbeeld:** Voor een klein huisproject zou dit er als volgt uit kunnen zien :
>
> | Activiteit | M1 | M2 | M3 | M4 | M5 | M6 | M7 | M8 | M9 | M10 | M11 | M12 | M13 | M14 | M15 | M16 |
> |-----------------|----|----|----|----|----|----|----|----|-----|-----|-----|-----|-----|-----|-----|-----|
> | Ontwerp | #### | #### | #### | | | | | | | | | | | | | |
> | Aanvraag | | | | #### | #### | #### | | | | | | | | | | |
> | Aanbesteding | | | | | | #### | #### | | | | | | | | | |
> | Constructie | | | | | | | | #### | #### | #### | #### | #### | #### | #### | #### | |
> | Opening | | | | | | | | | | | | | | | | #### |
Deze planning is slechts een tussenstap en zal bij updates worden aangepast .
Ook in de ontwerpfase zelf is timing en sequentie essentieel. Het vereist een zorgvuldige overweging van de timing van de input van verschillende consultants (structureel, mechanisch, etc.) en de juiste momenten voor hun samenwerking. Slechte timing in deze fase kan leiden tot kostbare tijdverliezen en kwaliteitsverlies .
Een gedetailleerde tijdprogrammering, bijvoorbeeld met een Gantt-chart, kan ook complexe scenario's zoals 'fast-track' laten zien, waarbij activiteiten gelijktijdig worden uitgevoerd om de doorlooptijd te verkorten. Dit vereist een zeer ervaren programmeur en strikte controle .
Het proces van tijdprogrammering is stapsgewijs:
1. **Startpunt:** Een 'schone lei' met een startdatum en een aanname over een einddatum .
2. **Grote fasen:** Deze worden vervolgens verder gedetailleerd .
3. **Connecties en afhankelijkheden:** Het is cruciaal om de conditionele verbanden tussen activiteiten te definiëren. De praktijk leert echter dat de bouwplaats altijd leidend is, en een goede planner weet hoe activiteiten het beste te sequencen .
De programmering van tijd is een toegepaste ontwerpactiviteit die de best practices van de bouwsector volgt, maar ook de 'ontwerper' vrijheid biedt om studies en werkzaamheden te organiseren voor het beste projectresultaat .
> **Voorbeeld:** Een duidelijke representatie van activiteiten met pijlen die aangeven hoe taken elkaar opvolgen of met een bepaalde vertraging/versnelling starten .
#### 7.7 Over de fasen
##### 7.7.1 Ontwerpfase
Standaard tijdperiodes voor ontwerptaken zijn in de bouwsector moeilijk te definiëren vanwege de hoge contextualiteit. Echter, data over manuren per jaar tonen een relatie tussen het honorarium en de bestede tijd, waarbij ontwerpbureaus vaak zoveel aan een project werken als het honorarium toelaat .
Het berekenen van de benodigde tijd en de connecties met andere taken vereist budgettering om de omvang van het werk te bepalen .
##### 7.7.2 Werkfasen
Tijdperiodes voor werkfasen zijn te vinden in gespecialiseerde bronnen, vaak per regio en per vakgebied, of door desktoponderzoek en observaties ter plaatse. Observatie ter plaatse is de meest waardevolle bron van informatie voor tijdprogrammering .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Projectmanagement | Het organiseren, plannen en beheren van middelen om een specifiek projectdoel binnen een bepaalde tijd en budget te bereiken. |
| Scope | De reikwijdte en grenzen van een project, inclusief alle uit te voeren taken en te leveren resultaten. |
| Budget | Het financiële plan dat de verwachte kosten voor een project bevat, inclusief alle benodigde middelen en uitgaven. |
| Tijdlijnen | Een schema dat de geplande volgorde en duur van projectactiviteiten weergeeft, van begin tot eind. |
| Bouw-informatie | Alle informatie die nodig is om een bouwproject te realiseren, inclusief ontwerpinformatie, specificaties, planningen en documentatie. |
| Modelleren | Een ontwerpaanpak waarbij een fysiek of digitaal model wordt gemaakt van een object of structuur om het ontwerp te visualiseren en te evalueren. |
| Prototyping | Een ontwerpaanpak waarbij een functioneel model of testversie van een product wordt gemaakt om prestaties te evalueren en te verbeteren. |
| Project Bestand | Een container die alle gedocumenteerde informatie en communicatie van een project verzamelt en up-to-date houdt gedurende de projectcyclus. |
| Brief | Een beknopte, duidelijke en volledige opsomming van wat een bouwproject moet bereiken en/of bevatten, inclusief locatie, kosten en tijdlijn. |
| Kwantiteitsopname (Quantity Surveying) | Het proces van het meten en tellen van alle materialen, arbeid en uitrusting die nodig zijn voor de voltooiing van een bouwproject. |
| Kostenraming (Costing) | Het proces van het schatten van de financiële kosten die gepaard gaan met de materialen, arbeid en andere middelen die nodig zijn voor een bouwproject. |
| Werkonderverdelingsstructuur (Work Breakdown Structure - WBS) | Een hiërarchische indeling van het totale werk van een project in kleinere, beheersbare componenten of taken. |
| RACI-schema | Een matrix die rollen en verantwoordelijkheden definieert voor taken binnen een project: Responsible, Accountable, Consulted, Informed. |
| Specificaties | Gedetailleerde documenten die de vereisten voor materialen, prestaties, installatie en afwerking van bouwcomponenten beschrijven. |
| Gantt-diagram | Een staafdiagram dat de projectplanning en de voortgang van activiteiten over tijd weergeeft, met vermelding van onderlinge afhankelijkheden. |
| PERT (Program Evaluation Review Technique) | Een projectmanagementtechniek die wordt gebruikt voor het plannen en beheren van projecten, met focus op de kritieke pad en tijdschattingsmethoden. |
| Kritieke Pad Methode (Critical Path Method - CPM) | Een projectmanagementtechniek die de reeks kritieke activiteiten identificeert die de totale duur van een project bepalen. |
| Offerte | Een gedetailleerd voorstel van een aannemer die de kosten en voorwaarden voor de uitvoering van een bouwproject beschrijft. |
| Bouwvergunning | Een officiële toestemming van de overheid om een bouwproject te starten, gebaseerd op naleving van bouwvoorschriften en -regelgeving. |
| Aannemer | Een persoon of bedrijf dat contracteert om bouw- of reparatiewerkzaamheden uit te voeren. |
| Architect | Een professional die verantwoordelijk is voor het ontwerpen van gebouwen en structuren, rekening houdend met esthetiek, functionaliteit en veiligheid. |
| Civiele Werkzaamheden | Bouwwerkzaamheden die betrekking hebben op de grond, zoals funderingen, infrastructuur en grondwerken. |
| Mechanische Installaties | Systemen voor verwarming, ventilatie, airconditioning (HVAC) en sanitair in gebouwen. |
| Afwerkingen | De laatste afwerkingen van een gebouw, zoals schilderwerk, vloerbedekking, tegelwerk en decoratieve elementen. |
| Informele Projecten | Projecten die niet strikt voldoen aan formele procedures of documentatie, vaak gebaseerd op mondelinge afspraken en vertrouwen. |
| Formele Projecten | Projecten die strikt voldoen aan formele procedures, documentatie en contractuele afspraken. |
| Kapitalbudgettering (Capital Budgeting) | Het proces van het plannen en beheren van investeringen voor langetermijnprojecten, zoals de bouw van gebouwen. |
| ROI (Return on Investment) | De winstgevendheid van een investering, uitgedrukt als een percentage van de oorspronkelijke investering. |
| Fast-track | Een projectmanagementstrategie waarbij projectactiviteiten tegelijkertijd worden uitgevoerd om de totale projectduur te verkorten. |
| Bouwcomponent | Een afzonderlijk, identificeerbaar deel van een gebouw, zoals een muur, raam of deur, dat afzonderlijk kan worden gekwantificeerd en gespecificeerd. |
| Gebouwgebonden Installaties | Technische systemen die binnen een gebouw worden geïnstalleerd, zoals elektrische installaties, loodgieterswerk en HVAC. |
| Gebouwmassa | De totale hoeveelheid materiaal die in een gebouw wordt gebruikt, gemeten in volume, gewicht of oppervlakte. |
| Levenscyclusanalyse | Een evaluatie van de milieu-impact van een product of gebouw gedurende zijn gehele levensduur, van productie tot verwijdering. |
| Duurzaamheid | Het vermogen om te voldoen aan de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om aan hun eigen behoeften te voldoen in gevaar te brengen. |
| Financiële Sector | De instellingen en markten die betrokken zijn bij financiële transacties, zoals banken, beleggingsfondsen en verzekeringsmaatschappijen. |
| Commons | Gemeenschappelijke goederen en bronnen die gedeeld worden door een gemeenschap, zoals natuurlijke hulpbronnen, openbare ruimtes en kennis. |
| Huishoudens | Eenheden van personen die samenwonen en een huishouden vormen, die een belangrijke rol spelen in consumptie en arbeidsuren. |
| Staat | De overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het organiseren van maatschappelijke diensten, wetgeving en infrastructuur. |
| Markt | Het economische systeem van vraag en aanbod, waar goederen en diensten worden verhandeld en geprijsd. |
| Duidelijke Waarmerking (Clear Statement) | Een duidelijke en ondubbelzinnige communicatie van informatie, cruciaal voor het vermijden van misverstanden in projecten. |
| Gedeelde Kennis (Shared Knowledge) | Informatie die bekend en begrepen wordt door een specifieke groep, zoals professionals binnen een bepaald vakgebied. |
| Privékennis (Private Knowledge) | Informatie die alleen bekend is bij een individueel persoon of een kleine groep, vaak specialistische kennis. |
| Common Knowledge | Kennis die algemeen bekend is bij het publiek, vaak gebaseerd op alledaagse ervaringen en observaties. |
| Bouwteam | Een groep van professionals, waaronder architecten, ingenieurs en aannemers, die samenwerken aan een bouwproject. |
| Nader Order (Further Order) | Een extra bestelling of wijziging van werkzaamheden die buiten het oorspronkelijke contract vallen. |
| Werkrapporten (Work Reports) | Documenten die de voortgang, status en eventuele problemen van werkzaamheden tijdens een project beschrijven. |
| Acceptaties | Formele goedkeuringen van voltooide werkzaamheden of leveringen, die de voltooiing van projectfasen markeren. |
| "As Built" Dossier | Een set documenten die de uiteindelijke staat van een gebouw of project weergeeft, inclusief alle wijzigingen die tijdens de constructie zijn aangebracht. |