Cover
Mulai sekarang gratis Hfst 8 Verantwoord gelovig omgaan met bijbelverhalen.docx
Summary
# Structuur en oorsprong van de Bijbel
Hier is een gedetailleerd studiegidsgedeelte over de structuur en oorsprong van de Bijbel:
## 1. Structuur en oorsprong van de Bijbel
De Bijbel is een verzameling van vele boeken, geschreven in verschillende tijden en stijlen, die samen een uniek, geïnspireerd geheel vormen.
### 1.1 Ontstaan van de Bijbel
De Bijbel is niet in één keer geschreven, maar is het resultaat van een langdurig proces van verzamelen en samenvoegen van diverse teksten. Het woord 'Bijbel' is afgeleid van het Latijnse 'biblia', wat 'boeken' betekent. Dit benadrukt de aard van de Bijbel als een bibliotheek van vele geschriften. De oudste teksten van het Oude Testament dateren van ongeveer 3000 jaar geleden en werden aanvankelijk mondeling doorgegeven voordat ze op schrift werden gesteld. De auteurs waren tientallen schrijvers door de eeuwen heen, elk met hun eigen stijl en perspectief.
### 1.2 Indeling: Oude en Nieuwe Testament
De Bijbel is ingedeeld in twee hoofdgedeelten: het Oude Testament en het Nieuwe Testament.
#### 1.2.1 Het Oude Testament
Het Oude Testament, ook wel de Tenach genoemd in de Joodse traditie, bevat de verhalen, wetten en liederen die centraal staan in het Joodse volk.
* **De Thora (Vijf boeken van Mozes):** Dit is het eerste deel van het Oude Testament en vormt de 'bovenste boekenplank' van de Bijbelse boekenkast.
* **Genesis (Oorsprong):** Bevat de scheppingsverhalen en de verhalen van de aartsvaders Abraham (rond 1800 v. Chr.), Isaak en Jacob.
* **Exodus (Uittocht):** Beschrijft de bevrijding van het Joodse volk uit slavernij in Egypte, geleid door Mozes (rond 1250 v. Chr.).
* **Andere delen:** De overige delen van het Oude Testament bevatten wijsheidsteksten, profetenverhalen en geschriften over koningen.
#### 1.2.2 Het Nieuwe Testament
Het Nieuwe Testament omvat de geschriften over Jezus en de vorming van de eerste christelijke gemeenschappen.
* **De vier evangelies:** Geschreven door Marcus, Lucas, Matteüs en Johannes. Deze boeken bieden een gelovige kijk op Jezus en benadrukken wat Hij voor de mensen betekend heeft, in plaats van een strikt biografische weergave van zijn leven.
Joden beschouwen enkel het Oude Testament (Tenach) als heilig, terwijl christenen beide delen lezen.
### 1.3 De Bijbel is geen geschiedenisboek
Hoewel Bijbelverhalen zich afspelen in herkenbare tijden en plaatsen, is de Bijbel geen letterlijk geschiedenisboek. De primaire intentie is het uitdrukken van menselijke ervaringen, het zoeken naar zingeving en het ontdekken van het goddelijke in het alledaagse bestaan. De verhalen beschrijven de ontwikkeling van volkeren, zoals de Joden, vanaf de aartsvaders tot aan koningen en ballingschappen. Deze verhalen zijn ontstaan uit 'beleefde ervaringen' en gekleurd door een gelovige interpretatie, wat resulteert in een rijk boek met diverse stemmen en beelden.
> **Tip:** Bijbelverhalen zijn geschreven vanuit een gelovig perspectief en willen vaak een diepere betekenis overbrengen, eerder dan exacte historische feiten weer te geven.
#### 1.3.1 Variatie en interpretatie
Vanwege de lange ontstaansperiode en uiteenlopende omstandigheden bevat de Bijbel een grote variatie aan verhalen en beelden, wat de interpretatie soms uitdagend maakt. Voor jonge kinderen zijn niet alle verhalen direct toegankelijk. Het zorgvuldig selecteren van verhalen, bijvoorbeeld uit een kinderbijbel, is essentieel om aan te sluiten bij hun leefwereld en ontwikkelingsniveau.
### 1.4 Eerste en tweede taal
Het onderscheid tussen 'eerste taal' en 'tweede taal' is cruciaal voor het begrijpen van de Bijbel.
#### 1.4.1 Eerste taal
Eerste taal kenmerkt zich door duidelijke waarheden, exacte wetenschap, logica, begrippen en objectieve informatie. Deze taal is éénduidig en helder, zoals wetenschappelijke verklaringen over bijvoorbeeld de voortplanting. Echter, de eerste taal stuit op grenzen bij het beantwoorden van diepere existentiële vragen over zin, bestaan en moraliteit.
#### 1.4.2 Tweede taal
Tweede taal is de taal van geloof, symbolen en verhalen. Het maakt gebruik van beelden, dromen en intuïties om datgene uit te drukken wat met de eerste taal niet gezegd kan worden. Deze taal is meerduidig en symbolisch.
* **Voorbeeld:** In tweede taal wordt de geboorte van een kind verklaard als 'resultaat van liefde', wat de diepere, relationele betekenis benadrukt.
De Bijbel maakt veelvuldig gebruik van tweede taal. De verhalen zijn niet bedoeld als letterlijke verslagen, maar als beelden die een diepere betekenis overbrengen.
* **Scheppingsverhaal:** Dit verhaal is geen natuurwetenschappelijke uiteenzetting, maar een symbolische weergave die benadrukt dat de schepping waardevol is, een geschenk en dat zorg ervoor gedragen moet worden.
* **Splitsen van de Rietzee:** Dit verhaal symboliseert dat vertrouwen en moed helpen om de grootste hindernissen te overwinnen, niet een letterlijke omkering van natuurwetten.
> **Tip:** Begrijpen dat de Bijbel voornamelijk in 'tweede taal' spreekt, helpt om de symbolische en metaforische betekenis van de teksten te doorgronden.
### 1.5 Drie niveaus om Bijbelverhalen te lezen
Bijbelverhalen kunnen op drie elkaar aanvullende niveaus worden gelezen om hun rijke betekenis te ontdekken.
#### 1.5.1 Niveau 1: De Bijbel als verhaal (story)
Dit niveau richt zich op het luisteren naar en beleven van het verhaal, met een open verbeelding, vergelijkbaar met hoe een kind de Bijbel benadert. Het gaat om het meeslepen door het verhaal en de beelden.
* **Voorbeeld:** Kinderen luisteren naar het scheppingsverhaal met de zeven dagen en de opeenvolging van elementen, of het beeld van Mozes die de Rietzee splijt. Dit niveau is cruciaal voor het werken met jonge kinderen, waarbij verbeelding de eerste toegang biedt tot betekenis.
#### 1.5.2 Niveau 2: De Bijbel als geschiedenis (history)
Op dit niveau wordt de historische, sociale en culturele context onderzocht waarin het verhaal ontstond. Men vraagt zich af waarom een verhaal op een specifieke manier werd opgeschreven en wat de bedoeling van de auteurs was.
* **Voorbeeld:** Het scheppingsverhaal kan worden geplaatst in de Babylonische ballingschap (6e eeuw v. Chr.), toen het Joodse volk troost vond in een verhaal dat hun identiteit bevestigde. De Mozesverhalen kunnen historisch worden verbonden met de herinnering aan de slavernij in Egypte (rond 1250 v. Chr.), om bevrijding te symboliseren. Dit niveau bouwt historisch inzicht op en laat zien dat Bijbelverhalen geworteld zijn in hun tijd.
#### 1.5.3 Niveau 3: De Bijbel als levensboek (transhistory)
Dit niveau beschouwt de Bijbel als een boek om van te leven. De focus ligt niet op wat er letterlijk gebeurde, maar op de betekenis van het verhaal voor het hedendaagse leven en de inspiratie die eruit te halen is.
* **Voorbeeld:** Het scheppingsverhaal leert ons dat de wereld een geschenk is en dat we ervoor moeten zorgen. Het verhaal van Mozes inspireert door de boodschap van vertrouwen en moed in moeilijke tijden. Dit niveau maakt de Bijbel een tijdloos boek, een bron van inspiratie en richting.
> **Samenvatting niveaus:**
> 1. **Verhaal (story):** Luisteren en beleven (belangrijk voor kleuters).
> 2. **Geschiedenis (history):** Historische context onderzoeken (belangrijk voor hogere klassen basisschool).
> 3. **Levensboek (transhistory):** Diepere betekenis ontdekken en toepassen op het eigen leven.
### 1.6 Godsbeelden en Jezusbeelden in de Bijbel
De Bijbel bevat diverse beelden van God en Jezus, die helpen om het goddelijke in menselijke termen te benaderen.
#### 1.6.1 Wat is een godsbeeld?
Een godsbeeld is de manier waarop men God voorstelt. In niet-persoonlijke godsbeelden wordt God gezien als een kracht in de natuur. In de Joods-christelijke traditie spreekt men van een persoonlijk godsbeeld, waarbij God menselijke eigenschappen krijgt om een relatie mogelijk te maken.
* **Voorbeelden van Godsbeelden in de Bijbel:**
* God als 'Hij die er altijd is' (Jahweh), die met het Joodse volk meereist.
* God als Schepper en gever van leven, die de wereld goed maakt en toevertrouwt aan de mens.
* God als bevrijder die wegen opent waar mensen die niet zien.
* God die beschermt, luistert, leven geeft, leidt met wetten en richtlijnen, kracht geeft in moeilijke tijden, en uitnodigt tot naastenliefde.
#### 1.6.2 Jezusbeelden
Voor christenen is Jezus het meest concrete beeld van God. Hij toont hoe God liefdevol met mensen omgaat.
* **Voorbeelden van Jezusbeelden:**
* Jezus als herder die zorgt voor zijn schapen.
* Jezus als leraar die wijsheid deelt.
* Jezus als dienaar die anderen helpt.
* Jezus als voorbeeld die vergeving en goedheid predikt.
#### 1.6.3 Godsbeelden in de klas
Niet alle godsbeelden zijn geschikt voor jonge kinderen. Voor kleuters is het concept 'God' vaak nog te abstract. Men kan wel inspelen op eenvoudige, beeldende godsbeelden in verhalen om hen onbewust te informeren over de boodschap.
* **Voorbeelden voor kleuters:**
* God die alles gemaakt heeft (schepping).
* God die redt en nabij is (bv. Mozes in het biezen mandje).
* God die zorgt als een herder (bv. de parabel van het verloren schaap).
* God die nabij komt met vreugde (bv. aankondiging van Jezus’ geboorte).
### 1.7 Nieuwtestamentische verhalen: Parabels
Parabels zijn verhalen die Jezus gebruikte om zijn boodschap te verduidelijken. Ze zijn 'spiegelverhalen' die luisteraars uitnodigen tot zelfreflectie.
#### 1.7.1 Hoe werkt een parabel?
Parabels volgen meestal drie fasen:
1. **Begin in het gewone leven:** Een alledaagse situatie die herkenbaar is voor de luisteraar.
* **Voorbeeld:** De parabel van de verloren zoon of de barmhartige Samaritaan.
2. **Een onverwachte wending:** Een gebeurtenis die schokt of verrast en de gangbare gang van zaken op zijn kop zet.
* **Voorbeeld:** De verloren zoon mag terugkeren zonder repercussies; een Samaritaan helpt iemand die door een priester en leviet wordt genegeerd.
3. **Een open einde – de spiegel:** De parabel eindigt niet met een duidelijke moraal, maar nodigt de luisteraar uit om na te denken over de betekenis voor het eigen leven.
#### 1.7.2 De valkuil van moraliseren
Het is een valkuil om parabels te reduceren tot een simpele moraal. Een parabel is geen kant-en-klaar lesje, maar een verhaal dat raakt, uitdaagt en de eigen houding in vraag stelt. Het doel is niet om een vingerwijzend antwoord te geven, maar om de luisteraar zelf te laten nadenken en zich aangesproken te voelen.
> **Voorbeeld:** De parabel van de barmhartige Samaritaan wordt vaak samengevat als 'iedereen helpen'. De diepere vraag is echter: wie is mijn naaste, en aan wie zou ik hulp bieden?
#### 1.7.3 Bekende parabels en hun spiegel
Elke parabel bevat een 'spiegel' – een vraag of uitdaging die tot nadenken over het eigen leven aanzet.
* **De verloren zoon:** Spiegel: Bereidheid tot vergeving, herkenning in de vader, oudste of jongste zoon. Onderwerp: Nieuwe kansen geven.
* **De barmhartige Samaritaan:** Spiegel: Wie is mijn naaste? Help ik ook vreemden? Onderwerp: Behulpzaamheid.
* **Het verloren schaap:** Spiegel: Hoe zorg ik voor anderen? Onderwerp: Zorgzaamheid.
* **De parabel van de zaaier:** Spiegel: Wat doe ik met het goede dat ik ontvang? Onderwerp: Groei.
* **De kostbare parel:** Spiegel: Wat vind ik zo belangrijk dat ik er veel voor over heb? Onderwerp: Iets kostbaars bewaren.
Deze parabels zijn tijdloos en persoonlijk, en bieden iedereen de mogelijkheid om een eigen antwoord te vinden.
---
# De Bijbel als taal van betekenis
Dit deel verkent het onderscheid tussen de 'eerste taal' van feiten en wetenschap en de 'tweede taal' van geloof, symbolen en verhalen, die essentieel is voor het begrijpen van Bijbelse teksten.
### 2.1 De Bijbel: een bibliotheek van verhalen
De Bijbel is geen enkel boek, maar een verzameling van 73 verschillende boeken, geschreven door vele auteurs door de eeuwen heen in diverse stijlen. Het woord 'Bijbel' betekent letterlijk 'boeken'. De oudste teksten, die mondeling werden doorgegeven voordat ze werden opgeschreven, dateren van ongeveer 3000 jaar geleden.
#### 2.1.1 Oude en Nieuwe Testament
De Bijbel is opgedeeld in het Oude en Nieuwe Testament.
* **Oude Testament (Tenach voor Joden):** Bevat verhalen, wetten en liederen uit de Joodse traditie. De 'vijf boeken van Mozes' (Thora) vormen de kern, met verhalen over de schepping, aartsvaders zoals Abraham, en de uittocht uit Egypte onder leiding van Mozes.
* **Nieuwe Testament:** Bevat geschriften over Jezus en de vroege christelijke gemeenschappen, met name de vier evangelies (geschreven door Marcus, Lucas, Matteüs en Johannes). Deze evangelies bieden een gelovige kijk op Jezus' betekenis, eerder dan een strikt biografisch verslag.
Joden beschouwen alleen het Oude Testament als heilig, terwijl christenen beide delen lezen. In de Joodse traditie verwijst 'Tenach' naar de Torah (richtinggevende wetten) en andere teksten over profeten, koningen en wijsheid.
#### 2.1.2 Geen geschiedenisboek
De Bijbel is geen geschiedenisboek in de moderne zin. Hoewel verhalen zich afspelen in herkenbare tijden en plaatsen, is het primaire doel het uitdrukken van menselijke ervaringen, de zoektocht naar zin en het ontdekken van iets groters in het alledaagse. De Bijbel beschrijft de ontwikkeling van het Joodse volk vanaf de aartsvaders tot aan de ballingschappen, waarbij verhalen werden herschreven en aangevuld als 'beleefde ervaringen' met een 'gelovige bril'.
> **Tip:** Het is cruciaal om te onthouden dat Bijbelverhalen niet bedoeld zijn als letterlijke historische verslagen, maar als expressies van geloof en zingeving.
#### 2.1.3 Moeilijke maar waardevolle verhalen
Door de lange ontstaansgeschiedenis en variëteit aan omstandigheden bevat de Bijbel een rijke variatie aan verhalen. Sommige zijn direct toegankelijk, andere vereisen meer interpretatie. Bij het werken met kinderen is het selecteren van passende verhalen, vaak via kinderbijbels, essentieel om aansluiting te vinden bij hun leefwereld en ontwikkeling.
### 2.2 Eerste en tweede taal: de sleutel tot betekenis
Het onderscheid tussen 'eerste taal' en 'tweede taal' is fundamenteel voor het begrijpen van Bijbelse teksten.
#### 2.2.1 Eerste taal
De eerste taal is de taal van exacte feiten, wetenschap, logica, begrippen, formules en objectieve informatie. Deze taal is éénduidig en helder. Wetenschap onderzoekt de oorzaak en het verloop van gebeurtenissen door middel van experimenten, waarnemingen en logische redeneringen. Deze taal kan echter geen antwoord geven op diepere existentiële vragen over de zin van het leven of de oorsprong van goed en kwaad.
> **Voorbeeld:** In eerste taal wordt een kind beschreven als het resultaat van de samensmelting van een eicel en een zaadcel.
#### 2.2.2 Tweede taal
De tweede taal is de taal van geloof, symbolen, verhalen, beelden, dromen en intuïties. Deze taal is meerduidig en probeert datgene uit te drukken wat in de eerste taal onzegbaar blijft. Het gaat om de diepere betekenis en de symbolische waarde van gebeurtenissen.
> **Voorbeeld:** In tweede taal wordt een kind beschreven als het resultaat van de liefde tussen twee mensen, wat de diepere, niet-wetenschappelijke betekenis van het ouderschap uitdrukt.
De Bijbel maakt veelvuldig gebruik van deze tweede taal. Verhalen zoals het scheppingsverhaal of de doortocht door de Rietzee zijn geen letterlijke verslagen, maar symbolische uitdrukkingen van diepere waarheden:
* **Scheppingsverhaal:** Vertelt in beeldtaal dat de schepping waardevol is, een geschenk, en dat zorg ervoor gedragen moet worden. Het benadrukt de betekenisvolheid van het leven en de verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat.
* **Splitsen van de Rietzee:** Symboliseert dat vertrouwen en moed kunnen leiden tot het overwinnen van de grootste hindernissen.
De mens heeft altijd in zowel eerste als tweede taal gesproken. Verhalen en symbolen bieden een krachtig middel om existentiële vragen te verkennen. Voor toekomstige leerkrachten is het begrijpen van dit principe van tweede taal cruciaal, omdat Bijbelverhalen beelden, symbolen en metaforen gebruiken om menselijke waarden en ervaringen uit te drukken.
### 2.3 Drie niveaus om Bijbelverhalen te lezen
Heilige boeken, zoals de Bijbel, worden beschouwd als meer dan menselijke werken; ze claimen bijzondere inspiratie en worden het 'woord van God' genoemd. De Bijbel is zowel 'woord van God' als 'werk van mensen'. Om de rijkdom van Bijbelverhalen te ontdekken, kunnen ze op drie elkaar aanvullende niveaus worden gelezen:
#### 2.3.1 Het verhaal (story)
Op dit niveau wordt de Bijbel gelezen met open verbeelding, vergelijkbaar met hoe een kind een verhaal beleeft. De focus ligt op luisteren, hervertellen en inleven. Dit niveau is bijzonder belangrijk voor jonge kinderen, waarbij beelden en verbeelding de eerste toegangspoort zijn tot latere betekenissen.
> **Voorbeeld:** Het scheppingsverhaal met de zeven dagen en de verbeelding van Mozes die de Rietzee splijt, spreekt sterk tot de verbeelding van jonge kinderen. Dit is het niveau waarop met kleuters wordt gewerkt via vertellen, prentkijken en naspelen.
#### 2.3.2 De geschiedenis (history)
Dit niveau onderzoekt de historische, sociale en culturele context waarin een verhaal is geschreven. De focus ligt op de achtergrond, de ontstaansperiode en de bedoeling van de auteurs. Dit niveau is belangrijk voor oudere kinderen om te leren dat Bijbelverhalen niet losstaan van hun tijd en context.
> **Voorbeeld:** Het scheppingsverhaal kan worden geplaatst in de context van de Babylonische ballingschap, waar het Joodse volk troost vond in een verhaal dat hun identiteit bevestigde. De Mozesverhalen kunnen historisch worden verbonden met de herinnering aan de slavernij in Egypte.
#### 2.3.3 Het levensboek (transhistory)
Op dit derde niveau wordt de Bijbel een boek om van te leven. De vraag is niet meer wat er letterlijk gebeurde, maar wat het verhaal betekent voor het eigen leven vandaag en welke inspiratie eruit te halen valt. Dit niveau maakt de Bijbel een tijdloos boek dat een bron van inspiratie kan zijn en richting kan geven aan het leven.
> **Voorbeeld:** De diepere betekenis van het scheppingsverhaal is dat de wereld een geschenk is dat zorg nodig heeft. Het verhaal van Mozes kan inspireren met een boodschap van vertrouwen en moed om moeilijke tijden te doorstaan.
De drie niveaus bieden een brede en rijke benadering van de Bijbel, van de kleuterleeftijd tot in het volwassen leven.
### 2.4 Godsbeelden en Jezusbeelden in de Bijbel
De Bijbel bevat vele verhalen die een beeld geven van God en Jezus. Omdat God onzichtbaar is, worden verhalen, beelden en vergelijkingen gebruikt om Hem nabij te brengen. Deze godsbeelden veranderen door de tijd en helpen mensen om over God te spreken, te bidden en hun ervaringen te delen.
#### 2.4.1 Wat is een godsbeeld?
Een godsbeeld is de manier waarop God wordt voorgesteld. In niet-persoonlijke godsdiensten is God een kracht in de natuur. In de Joods-christelijke traditie is er meestal sprake van een persoonlijk godsbeeld, waarbij God menselijke eigenschappen krijgt toebedeeld om relatie mogelijk te maken.
> **Voorbeelden van godsbeelden:**
> * God als 'Hij die er altijd is' (Jahweh) die meetrekt met het volk.
> * God als Schepper en gever van leven die wil dat mensen voor de schepping zorgen.
> * God als bevrijder die wegen opent en hoop geeft.
> * God die beschermt, luistert, leidt met wetten, kracht geeft en uitnodigt tot liefde.
#### 2.4.2 Jezusbeelden
Voor christenen is Jezus het meest concrete beeld van God, die laat zien hoe God liefdevol met mensen omgaat.
> **Voorbeelden van Jezusbeelden:**
> * Jezus als herder, leraar, dienaar of voorbeeld die uitnodigt tot vergeving en goed doen.
#### 2.4.3 Godsbeelden in de klas
Abstracte godsbeelden zijn voor jonge kinderen vaak te complex. Het is mogelijk om in te pikken op eenvoudige, beeldende aspecten van godsbeelden zonder deze expliciet te benoemen, zoals God als Schepper, redder of herder. Dit helpt de leerkracht bewust te zijn van de boodschap die wordt overgebracht.
### 2.5 Nieuwtestamentische verhalen: Parabels, verhalen die spiegelen
Parabels zijn vergelijkingen of gelijkenissen die Jezus gebruikte om zijn boodschap te verduidelijken. Ze zijn gebaseerd op alledaagse situaties, maar bevatten een diepere betekenis en houden de luisteraar een spiegel voor, waardoor men iets over zichzelf en de omgang met anderen ontdekt.
#### 2.5.1 Hoe werkt een parabel? (drie fasen)
1. **Begin in het gewone leven:** Een parabel start met een herkenbare situatie uit het dagelijkse leven.
2. **Een onverwachte wending:** Er gebeurt iets onverwachts dat schokt of verrast, en de gebruikelijke gang van zaken op zijn kop zet.
3. **Een open einde – de spiegel:** De parabel eindigt zonder een duidelijke moraal, waardoor de luisteraar zelf moet nadenken over de betekenis voor het eigen leven.
> **Voorbeeld:** De parabel van de verloren zoon of de barmhartige Samaritaan bevatten dergelijke wendingen en open einden.
#### 2.5.2 Moraliseren: niet zomaar een verhaaltje met een moraaltje
Het gevaar bestaat dat parabels worden herleid tot een simpele moraal, wat de diepere rijkdom ervan tenietdoet. Parabels zijn bedoeld om te raken, uit te dagen en de eigen houding in vraag te stellen, niet om een kant-en-klaar lesje op te leggen. Bij het werken met kleuters focussen we op wat een parabel bij hen losmaakt en welke vragen het oproept.
> **Tip:** Houd de openheid van een parabel bewaard door vragen te stellen zoals: "Wat spreekt jou aan in dit verhaal?" of "Wat vind je belangrijk in dit verhaal?"
#### 2.5.3 Bekende parabels en hun spiegel
Elke parabel bevat een 'spiegel' – een vraag of uitdaging die uitnodigt tot zelfreflectie.
* **De verloren zoon:** Spiegel: Bereidheid tot vergeving. Onderwerp voor oudste kleuters: 'nieuwe kansen geven'.
* **De barmhartige Samaritaan:** Spiegel: Wie is mijn naaste? Onderwerp: 'behulpzaamheid'.
* **Het verloren schaap:** Spiegel: Zorgzaamheid voor anderen. Onderwerp: 'zorgen voor'.
* **De parabel van de zaaier:** Spiegel: Wat doe ik met ontvangen goeds? Onderwerp: 'groeien'.
* **De kostbare parel:** Spiegel: Wat vind ik waardevol en welke keuzes maak ik daarvoor? Onderwerp: 'iets kostbaars bewaren'.
Deze spiegels maken duidelijk dat parabels tijdloos en persoonlijk relevant zijn, en dat iedereen er een eigen antwoord in kan vinden.
---
# Interpretatieniveaus en godsbeelden in de Bijbel
Dit onderdeel behandelt de diverse manieren waarop Bijbelverhalen geïnterpreteerd kunnen worden op drie niveaus (verhaal, geschiedenis, levensboek) en verkent de verschillende god- en Jezusbeelden die in de Bijbel worden gepresenteerd.
### 3.1 De Bijbel als een veelzijdig boek
De Bijbel is geen enkelvoudig boek, maar een verzameling van 73 verschillende geschriften, ontstaan over een periode van duizenden jaren door talloze auteurs. De oudste teksten dateren van ongeveer 3000 jaar geleden en werden aanvankelijk mondeling overgeleverd voordat ze werden opgeschreven. Het woord ‘Bijbel’ is afkomstig van het Latijnse ‘biblia’, wat ‘boeken’ betekent. Ondanks de diversiteit in stijl en ontstaansgeschiedenis, vormen de verzamelde boeken één geheel door hun overlevering en verzameling door de eeuwen heen.
#### 3.1.1 Oude en Nieuwe Testament
De Bijbel is opgedeeld in twee hoofdgedeelten:
* **Oude Testament (Tenach voor Joden):** Bevat verhalen, wetten en liederen binnen de Joodse traditie. De ‘vijf boeken van Mozes’ of Thora staan centraal en bevatten onder andere de scheppingsverhalen, verhalen over aartsvaders zoals Abraham (ca. 1800 v.Chr.), en de uittocht uit Egypte onder leiding van Mozes (ca. 1250 v.Chr.). Ook bevat het wijsheidsteksten en verhalen over profeten en koningen. Joden beschouwen enkel dit deel als heilig.
* **Nieuwe Testament:** Bevat geschriften over Jezus en de vroege christelijke gemeenschappen. De vier evangelies (geschreven door Marcus, Lucas, Matteüs en Johannes) bieden een gelovige kijk op Jezus en zijn betekenis voor mensen, maar zijn geen strikt biografische verslagen. Christenen lezen zowel het Oude als het Nieuwe Testament.
#### 3.1.2 Geen geschiedenisboek
Hoewel Bijbelverhalen zich afspelen in herkenbare tijden en plaatsen, is de Bijbel geen geschiedenisboek in de moderne zin. De verhalen zijn bedoeld om de ervaringen en de zingeving van mensen uit te drukken, en hoe zij daarin iets groters vonden. Ze vertellen de geschiedenis van het Joodse volk, vanaf de aartsvaders tot aan de ballingschappen, steeds herschreven en aangevuld vanuit ‘beleefde ervaringen’ en met een ‘gelovige bril’.
> **Tip:** Het is belangrijk te erkennen dat Bijbelverhalen niet letterlijk bedoeld zijn als feitelijke verslagen, maar eerder als expressies van geloof en ervaringen, gekleurd door de tijd en de context waarin ze ontstonden.
### 3.2 Eerste en tweede taal in de Bijbel
Het onderscheid tussen eerste en tweede taal is cruciaal voor een dieper begrip van Bijbelverhalen.
#### 3.2.1 Eerste taal
Eerste taal kenmerkt zich door duidelijke waarheden, exacte wetenschap, logica, begrippen en objectieve informatie. Deze taal is eenduidig en helder. Wetenschappelijke inzichten, zoals de biologische verklaring van zwangerschap, vallen onder de eerste taal. Deze taal stuit echter op grenzen bij diepere existentiële vragen over zingeving, het bestaan en ethiek.
#### 3.2.2 Tweede taal
Tweede taal is de taal van geloof, symbolen, verhalen, beelden, dromen en intuïties. Deze taal is meerduidig en probeert datgene uit te drukken wat met de eerste taal niet gezegd kan worden. Een voorbeeld is de symbolische betekenis van een kind als resultaat van liefde, in plaats van een puur biologische verklaring. De Bijbel maakt intensief gebruik van tweede taal.
* **Scheppingsverhaal:** Vertelt niet hoe de wereld letterlijk is ontstaan, maar drukt uit dat de schepping waardevol is, een geschenk is en zorg vereist. Het is een symbolisch verhaal over de betekenisvolheid van het leven.
* **Splitsen van de Rietzee:** Dit verhaal is geen historisch verslag, maar symboliseert dat vertrouwen en moed helpen om zelfs de grootste hindernissen te overwinnen, mogelijk door vertrouwen op God of innerlijke kracht.
> **Tip:** De mens communiceert altijd in zowel eerste als tweede taal. Verhalen en symbolen zijn krachtige middelen om diepere vragen te verkennen en antwoorden te zoeken.
### 3.3 De drie niveaus om Bijbelverhalen te lezen
Bijbelverhalen kunnen op drie elkaar aanvullende niveaus worden gelezen om hun rijkdom te ontdekken:
#### 3.3.1 De Bijbel als verhaal (story)
Dit niveau betreft het luisteren naar en meeleven met het verhaal, vergelijkbaar met hoe een kind een verhaal beleeft. Het gaat om het onderdompelen in de beelden en het verhaal, het naspelen en je inleven in de personages. Dit is een cruciale eerste toegang tot de betekenis, vooral voor jonge kinderen.
> **Voorbeeld:** Kinderen die luisteren naar het scheppingsverhaal met zijn zeven dagen, of het beeld van Mozes die door de opengespleten Rietzee trekt, worden meegenomen door de verbeelding en de spanning van het verhaal.
#### 3.3.2 De Bijbel als geschiedenis (history)
Hierbij wordt de historische, sociale en culturele context van het ontstaan van een verhaal onderzocht. De vragen die centraal staan zijn: waarom is het verhaal zo opgeschreven en welke bedoeling hadden de auteurs?
> **Voorbeeld:** Het scheppingsverhaal kan worden geplaatst in de Babylonische ballingschap (6e eeuw v.Chr.), toen het Joodse volk troost vond in een verhaal dat hun identiteit bevestigde. De Mozesverhalen kunnen historisch gerelateerd worden aan de herinnering aan de slavernij in Egypte (ca. 1250 v.Chr.), als symbool van mogelijke bevrijding.
#### 3.3.3 De Bijbel als levensboek (transhistory)
Op dit niveau wordt de Bijbel een bron van inspiratie voor het eigen leven. De focus ligt niet op wat er letterlijk gebeurde, maar op de betekenis die het verhaal vandaag de dag heeft. Het gaat om het ontdekken van de diepere boodschap en het toepassen daarvan op het eigen leven.
> **Voorbeeld:** Het scheppingsverhaal kan inspireren tot zorg voor de schepping en het erkennen van de waarde van al het bestaande. Het verhaal van Mozes kan moed geven om door te zetten in moeilijke tijden. Dit maakt de Bijbel een tijdloos boek.
### 3.4 Godsbeelden en Jezusbeelden in de Bijbel
Omdat God onzichtbaar is, gebruikt de Bijbel verhalen, beelden en vergelijkingen om Hem nabij te brengen. Deze godsbeelden evolueren door de tijd en helpen mensen om over God te spreken, te bidden en Hem te ervaren.
#### 3.4.1 Wat is een godsbeeld?
Een godsbeeld is de manier waarop God wordt voorgesteld. Dit kan variëren van een niet-persoonlijke kracht in de natuur tot een persoonlijk godsbeeld, waarbij God menselijke eigenschappen krijgt om een relatie mogelijk te maken.
* **Joods-christelijke traditie:** De nadruk ligt op een persoonlijk godsbeeld.
* **Scheppingsverhaal:** God als Schepper, gever van leven, die de wereld goed maakt en toevertrouwt aan de mens; een God die geeft en zorg voor de schepping wil.
* **Mozesverhalen:** God als ‘Hij die er altijd is’ (Jahweh), de bevrijder die wegen opent, redt en hoop geeft.
Andere voorbeelden van godsbeelden zijn God die beschermt, luistert, leidt met wetten, leven geeft, bevrijdt en uitnodigt tot liefde.
#### 3.4.2 Jezusbeelden
Voor christenen is Jezus het meest concrete beeld van God, die toont hoe God liefdevol met mensen omgaat. Veelvoorkomende Jezusbeelden zijn:
* Jezus als herder (zorgzaam).
* Jezus als leraar (wijs).
* Jezus als dienaar (helpend tot het uiterste).
* Jezus als voorbeeld (nodigt uit tot vergeving en goeddoen).
#### 3.4.3 Godsbeelden in de klas
Niet alle godsbeelden zijn geschikt voor jonge kinderen. Het is niet altijd nodig het godsbeeld expliciet te benoemen. In plaats daarvan kan men inhaken op eenvoudige, beeldende aspecten van Godsbeelden die in verhalen naar voren komen, zonder ze te expliciteren.
> **Voorbeelden voor jonge kinderen:** God die alles gemaakt heeft, God die redt en nabij is (Mozes in het biezen mandje), God als een zorgzame herder, God die nabij komt met vreugde (aankondiging van Jezus’ geboorte).
### 3.5 Nieuwtestamentische verhalen: Parabels, verhalen die spiegelen
Parabels zijn vergelijkingen of gelijkenissen die Jezus gebruikte om zijn boodschap te verduidelijken. Het zijn alledaagse verhalen met een diepere, spiegelende bedoeling, die de luisteraar aanzetten tot nadenken over zichzelf en het omgaan met anderen.
#### 3.5.1 Hoe werkt een parabel? – drie fasen
1. **Begin in het gewone leven:** De parabel start met een herkenbare situatie uit het dagelijks leven, waardoor de luisteraar zich kan identificeren.
2. **Een onverwachte wending:** Er gebeurt iets onverwachts dat schokt of verrast, en de normale gang van zaken op zijn kop zet, wat de toehoorder ongemakkelijk kan maken.
3. **Een open einde – de spiegel:** De parabel eindigt zonder een duidelijke moraal, en nodigt de luisteraar uit om zelf na te denken over de betekenis voor het eigen leven.
#### 3.5.2 Moraliseren: niet zomaar een verhaaltje met een moraaltje
Het gevaar bestaat om een parabel te herleiden tot een simpele moraal. Parabels zijn echter bedoeld om te raken, uit te dagen en de eigen houding in vraag te stellen, niet om een kant-en-klaar lesje te geven of met het vingertje te wijzen.
> **Tip:** Bewaar de openheid van een parabel in de klas. Stel vragen als: "Wat spreekt jou aan in dit verhaal?" of "Wat vind je belangrijk in dit verhaal?" om de leerlingen zelf de waarde te laten ontdekken.
#### 3.5.3 Bekende parabels en hun spiegel
Elke parabel bevat een spiegel, een vraag of uitdaging die de luisteraar aanzet tot zelfreflectie.
* **De verloren zoon:** Spiegel: Bereidheid tot vergeving versus vasthouden aan boosheid. Onderwerp: nieuwe kansen geven (vergeving).
* **De barmhartige Samaritaan:** Spiegel: Wie is mijn naaste? Help ik ook vreemden? Onderwerp: behulpzaamheid, helpen.
* **Het verloren schaap:** Spiegel: Zorgzaamheid voor anderen versus zelfzorg. Onderwerp: zorgen voor.
* **De parabel van de zaaier:** Spiegel: Wat doe ik met ontvangen goeds? Onderwerp: groeien (letterlijk en figuurlijk).
* **De kostbare parel:** Spiegel: Wat vind ik zo belangrijk dat ik er veel voor over heb? Onderwerp: iets kostbaars bewaren.
Deze parabels zijn actueel en persoonlijk, en bieden telkens opnieuw een eigen antwoord voor de luisteraar.
---
# Parabels en hun interpretatie
Dit onderwerp verkent de diepere betekenis, structuur en werking van Jezus' parabels, met een focus op het vermijden van simplistisch moraliseren en het aanmoedigen van persoonlijke reflectie.
### 4.1 Wat is een parabel?
Het woord 'parabel' is afkomstig uit het Grieks en betekent 'vergelijking' of 'gelijkenis'. Jezus gebruikte parabels om zijn boodschap over te brengen. Hij vertelde alledaagse verhalen met een diepere intentie. Parabels worden ook wel 'spiegelverhalen' genoemd, omdat ze de luisteraar een spiegel voorhouden waarin deze iets over zichzelf en de omgang met anderen kan ontdekken.
### 4.2 Hoe werkt een parabel?
De meeste parabels van Jezus volgen een herkenbaar patroon, dat zich in drie fasen laat onderscheiden:
1. **Begin in het gewone leven:** Een parabel start met een herkenbare, alledaagse situatie. Dit zorgt ervoor dat de luisteraar zich gemakkelijk kan identificeren met het verhaal.
> **Voorbeeld:** Het verhaal van de verloren zoon begint met een vader die twee zonen heeft, waarbij de jongste zoon zijn deel van de erfenis vraagt om weg te gaan. Ook het verhaal van de barmhartige Samaritaan begint met een reiziger die langs een gevaarlijke weg trekt.
2. **Een onverwachte wending:** Vervolgens introduceert de parabel een element dat schokt of verrast, iets wat tegen de verwachting ingaat. Dit doorbreekt de gangbare orde en kan de toehoorder ongemakkelijk maken.
> **Voorbeeld:** In de parabel van de verloren zoon krijgt de jongste zoon zijn erfenis nog bij leven en mag hij vervolgens zonder veel consequenties terugkeren. In het verhaal van de barmhartige Samaritaan lopen een priester en een leviet een gewonde man voorbij, terwijl juist een Samaritaan – een buitenstaander – hem helpt.
3. **Een open einde – de spiegel:** Meestal eindigt een parabel niet met een duidelijke moraal. De luisteraar wordt aangemoedigd om zelf na te denken over de betekenis van het verhaal voor het eigen leven.
> **Voorbeeld:** Bij de verloren zoon kan de luisteraar zich afvragen of hij zich herkent in de oudste broer, de vader of de jongste zoon. Bij de barmhartige Samaritaan kan de vraag gesteld worden wie de eigen naaste is en of men ook vreemden helpt.
### 4.3 Het gevaar van moraliseren
Het is een valkuil om een parabel te reduceren tot een simpele moraal. Dit maakt het verhaal tot een platte les, waarbij de rijkdom en de uitdagende aard van de parabel verloren gaan. Parabels zijn niet bedoeld om een vaste moraal op te leggen of om met het vingertje te wijzen. Hoewel er altijd een waardevolle boodschap in zit, is de essentie van een parabel dat het de luisteraar raakt, uitdaagt en de eigen houding in vraag stelt.
> **Tip:** Het is cruciaal om de openheid van parabels te bewaren, zeker in het onderwijs. In plaats van een snelle les te trekken, is het beter om vragen te stellen die de luisteraar aanzetten tot nadenken, zoals: "Wat spreekt jou aan in dit verhaal?" of "Wat vind je belangrijk aan dit verhaal?".
#### 4.3.1 De valkuil van moraliseren bij bekende parabels
Door de eeuwen heen kunnen parabels door veranderde taal en levensstijlen moeilijk te begrijpen worden. Het is verleidelijk om ze te interpreteren met een vaste moraal, wat het zelfstandig nadenken belemmert.
* **De barmhartige Samaritaan:** Een veelgehoorde samenvatting is "we moeten iedereen helpen". De diepere kracht van het verhaal ligt echter in de vraag: wie is mijn naaste en wie zou ik helpen, en van wie zou ik hulp aannemen? Deze vragen moeten open blijven.
* **De verloren zoon:** Een mogelijke moraal is "je moet iedereen vergeven". Het verhaal nodigt echter uit tot zelfreflectie: ben ik de oudste broer die boos blijft, of de vader die vergeeft en opnieuw vertrouwt?
Deze openheid maakt het mogelijk dat iedereen het verhaal op het eigen leven kan toepassen.
### 4.4 Bekende parabels en hun spiegel
Elke parabel bevat een 'spiegel', een vraag of uitdaging die de luisteraar uitnodigt tot nadenken over het eigen leven. Hoewel deze spiegels niet altijd direct geschikt zijn voor jonge kleuters, kan er met gerichte vragen toegewerkt worden naar het bespreken van het verborgen onderwerp.
* **De verloren zoon:**
* **Spiegel:** Ben ik bereid te vergeven, of blijf ik vasthouden aan mijn boosheid? Herken ik mezelf in de oudste broer, de jongste zoon of de vader?
* **Onderwerp:** Nieuwe kansen geven (vergeving). Dit is vooral geschikt voor oudere kleuters.
* **De barmhartige Samaritaan:**
* **Spiegel:** Wie is mijn naaste? Help ik alleen de mensen die ik ken, of ook vreemden en mensen die anders zijn?
* **Onderwerp:** Behulpzaamheid of helpen.
* **Het verloren schaap:**
* **Spiegel:** Hoe kan ik zorgen voor anderen? Ben ik zorgzaam, of zorg ik voornamelijk goed voor mezelf?
* **Onderwerp:** Zorgen voor.
* **De parabel van de zaaier:**
* **Spiegel:** Wat doe ik met het goede dat ik ontvang? Laat ik het groeien, of laat ik het verloren gaan in drukte of oppervlakkigheid?
* **Onderwerp:** Groeien, zowel letterlijk als figuurlijk (het laatste meer voor oudere kleuters).
* **De kostbare parel:**
* **Spiegel:** Wat vind ik zo belangrijk dat ik er veel voor over heb? Welke keuzes maak ik om dat te bewaren of te bereiken?
* **Onderwerp:** Iets kostbaars bewaren.
Deze spiegels benadrukken dat parabels niet alleen verhalen uit het verleden zijn, maar actueel en persoonlijk van aard, waarbij iedereen een eigen antwoord kan vinden.
### 4.5 Parabels als instrument voor geloofscommunicatie
Jezus gebruikte parabels om zijn boodschap van nieuwe waarden, zoals vrijheid, rechtvaardigheid, solidariteit, vergeving en mensenliefde, concreet te maken. Deze concepten, die abstract kunnen zijn, werden door middel van parabels tastbaar en toegankelijk. Dit maakt parabels bijzonder geschikt voor kinderen, omdat ze concreet zijn en de verbeelding en het inlevingsvermogen prikkelen.
Voor oudere leerlingen kunnen parabels een nog diepere betekenis krijgen, waarbij ze uitgedaagd worden om keuzes te maken: zich aanpassen aan nieuwe levenswijzen of vasthouden aan oude gewoonten. Hierdoor raken de verhalen de luisteraars op een dieper niveau.
> **Tip:** Parabels zijn effectieve middelen om geloofsbegrippen te communiceren, omdat ze abstracte ideeën vertalen naar herkenbare situaties en de luisteraar uitnodigen tot persoonlijke reflectie. Dit stimuleert een dieper begrip en een actievere betrokkenheid bij de boodschap.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bijbel | Een verzameling van 73 verschillende boeken die door de eeuwen heen zijn geschreven door tientallen auteurs, met verschillende stijlen en visies, maar toch één geheel vormen door hun doorgaande doorgeef-, verzamel- en samenbrengingsproces. |
| Oude Testament | Het eerste deel van de Bijbel, dat verhalen, wetten en liederen bevat die gegroeid zijn binnen de traditie van het Joodse volk. Voor Joden staat dit deel bekend als de Tenach. |
| Nieuwe Testament | Het tweede deel van de Bijbel, dat geschriften over Jezus en de eerste christelijke gemeenschappen bevat, waaronder de vier evangelies. |
| Thora | De eerste vijf boeken van Mozes binnen het Oude Testament, die richting geven aan het leven en onder andere het scheppingsverhaal, de verhalen van Abraham en Mozes bevatten. |
| Evangelies | Vier boeken geschreven door de evangelisten Marcus, Lucas, Matteüs en Johannes, die een gelovige kijk op de figuur van Jezus bieden en vertellen wat hij voor de mensen betekende, zonder strikt biografisch te zijn. |
| Tenach | De Joodse benaming voor wat christenen het Oude Testament noemen. Het woord is opgebouwd uit T (Torah), N (Neviim - profeten) en C (Ketuvim - geschriften). |
| Eerste taal | De taal van duidelijke waarheden, exacte wetenschap, logica, begrippen, formules en objectieve informatie. Deze taal is éénduidig en helder, en richt zich op feitelijke weergave en wetenschappelijk onderzoek. |
| Tweede taal | De taal van geloof, symbolen, verhalen, beelden, dromen en intuïties. Deze taal is meerduidig en probeert datgene te zeggen wat in de eerste taal niet uitgedrukt kan worden, vaak door middel van metaforen en beeldspraak. |
| Godsbeeld | De manier waarop mensen zich God voorstellen. Dit kan variëren van een niet-persoonlijke kracht in de natuur tot een persoonlijk godsbeeld met menselijke eigenschappen, zoals te zien is in de Joods-christelijke traditie. |
| Jezusbeeld | De manier waarop christenen Jezus zien, vaak als het meest concrete beeld van God. Voorbeelden zijn Jezus als herder, leraar, dienaar of voorbeeld van vergeving en goedheid. |
| Parabel | Een verhaal uit het Grieks dat 'vergelijking' of 'gelijkenis' betekent. Jezus gebruikte parabels om zijn boodschap duidelijk te maken via alledaagse situaties met een diepere, vaak spiegelende bedoeling. |
| Moraliseren | Het proces waarbij een parabel wordt herleid tot een simpel moraaltje, waarbij de verteller zelf het antwoord geeft en bepaalt wat de luisteraar moet denken of doen, wat de kracht van de parabel ondermijnt. |
| Levensboek (Transhistory) | Het derde niveau van Bijbellezen, waarbij de Bijbel een boek wordt om van te leven. De focus ligt niet op wat er letterlijk gebeurde, maar op wat het verhaal betekent voor het eigen leven en welke inspiratie eruit te halen valt. |