Cover
Mulai sekarang gratis Shinto-overzicht_2025 (1).pdf
Summary
# Wat is Shinto?
Shinto is de verzamelnaam voor een brede reeks animistische religieuze en spirituele praktijken, gekenmerkt door de toeschrijving van een kracht, ziel of geest aan zowel levende als niet-levende entiteiten [1](#page=1).
### 1.1 De vijf hoofdcategorieën van Shinto
Shinto kan worden onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën, die elk een unieke focus en functie hebben binnen de bredere Shinto-traditie [1](#page=1):
* **Keizerlijk Shinto:** Dit type Shinto is direct gerelateerd aan het Japanse keizerhuis, met de nadruk op de heilige oorsprong en status van de keizerlijke familie [1](#page=1).
* **Schrijn-Shinto:** Dit is de meest voorkomende vorm van Shinto, georganiseerd onder de overkoepelende organisatie Jinja Honcho. Het kenmerkt zich door schrijnen (jinja), de plekken waar rituelen plaatsvinden. De godheden (kami) worden hiërarchisch geordend, met Amaterasu, de zonnegodin en voorouder van de keizer, op de hoogste positie, vereerd in Ise [1](#page=1).
* **Volksshinto (Folk Shinto):** Dit is volksgeloof in een georganiseerde vorm, waarin alle fenomenen die 'bewondering' verdienen, vereerd kunnen worden [1](#page=1).
* **Sektarisch Shinto:** Na de Meiji-restauratie moesten Shinto-stromingen zich opsplitsen ofwel onderdeel worden van het Staatsshinto, ofwel verdergaan als zelfstandige sekten. Stromingen met een duidelijke stichter, leider en afgebakende leerstellingen kozen vaak voor de laatste optie. Voorbeelden hiervan zijn Kurozumi-kyō (met Amaterasu als schepper) en Fuji-kō (verering van de berg Fuji) [1](#page=1).
* **Intellectueel Shinto:** Dit omvat de studie van Shinto zelf, of studie die gebruikmaakt van Shinto als een kader [1](#page=1).
### 1.2 Kernconcepten en Elementen van Shinto
Verschillende fundamentele elementen en ideeën vormen de basis van Shinto:
* **Kami (神):** Dit zijn entiteiten die worden beschouwd als iets specialer dan het alledaagse, en die worden geassocieerd met een animistische 'ziel'. Objecten waarin Kami zich manifesteren, zoals spiegels, bomen of vossen, worden *yorishiro* (依代) genoemd, en zowel de kami als het object zelf kunnen vereerd worden [1](#page=1).
* **Schrijnen (神社 jinja, 社 yashiro, 宮 miya):** Dit zijn de fysieke locaties waar rituelen worden uitgevoerd [1](#page=1).
* **Mikoshi (神輿 or 御輿):** Draagbare schrijnen die vaak gebruikt worden tijdens *matsuri* (festivals) in processies [1](#page=1).
* **Kamidana:** Een 'kami-plank' of thuisaltaar voor de verering van kami [1](#page=1).
* **O-mamori:** Talismanen die bescherming bieden [1](#page=1).
* **Shide (紙垂):** Geknipte en gevouwen papieren stroken met een purificerende en decoratieve functie [1](#page=1).
* **Shimenawa:** Koorden van stro of hennep die een purificerende en beschermende werking hebben, onder andere door boze geesten tegen te houden [1](#page=1).
* **Torii:** Toegangspoorten bij schrijnen, die pas na de Meiji-restauratie verplicht werden [1](#page=1).
* **Rein versus onrein:** Een centraal idee is het onderscheid tussen reinheid en onreinheid. Reinheid, frisheid en nieuwheid worden als het belangrijkst beschouwd, wat zich vertaalt naar een concept van goed versus kwaad [2](#page=2).
#### 1.2.1 Voorbeelden van Kami
Verschillende kami spelen een belangrijke rol in de Shinto-praktijk:
* **Ujigami (氏神):** Een lokale of familiekami, gebonden aan een familie of gemeenschap als beschermer voor voorspoed en geluk. Een ujigami wordt gezien als een (mythische of werkelijke) voorouder [2](#page=2).
* **Inari (稲荷):** Een kami gerelateerd aan rijst en oogst, die vaak wordt voorgesteld als een vos. De vos fungeert hier als *yorishiro*, het medium waarin de kami zich manifesteert [2](#page=2).
* **Amaterasu:** De zonnegodin, vereerd als voorouder van het keizerlijk huis, maar ook als 'landbouw-god' in Watarai-Shinto [2](#page=2).
* **Tip:** Bidden tot kami gebeurt doorgaans voor de *haiden*, terwijl de kami zich bevindt in de *honden*, waar de *yorishiro* zich bevindt [2](#page=2).
### 1.3 Invloeden op Shinto
Shinto heeft door de geschiedenis heen invloeden ondergaan van andere religies en culturen:
* **Confucianisme:** Heeft bijgedragen aan concepten zoals voorouderverering, die op een Shintoïstische manier kunnen worden uitgevoerd. Het Confucianisme levert inhoud, terwijl Shinto de rituele vorm verzorgt [2](#page=2).
* **Boeddhisme:** De focus van Shinto op reinheid en het vermijden van onreinheid, dood en het hiernamaals, staat in contrast met de belangrijke rol die deze thema's spelen in het Boeddhisme. Door de eeuwen heen zijn Shinto en Boeddhisme een hand-in-hand relatie aangegaan, waarbij beide tradities hun eigen identiteit behielden. Dit heeft geleid tot discussies over de ware aard van de goden [2](#page=2).
* **China:** Chinese invloeden zijn merkbaar in het Japanse volksgeloof, zoals de dierenriem, de kalender, Tanabata (七夕) en de zeven geluksgoden (shichi fukujin 七福神). Deze gebruiken kunnen ook binnen Shintoïstische rituelen worden beleefd [2](#page=2).
### 1.4 Mythologie en de Oorsprong van Japan
De *Kojiki* en *Nihonshoki* zijn belangrijke teksten die niet alleen de geschiedenis van Japan vanaf het begin der tijden beschrijven, maar ook de tijd van de kami en de oorsprong van het keizerrijk. Ze dienen ter legitimering van de keizerlijke familie [2](#page=2).
* **Izanami en Izanagi:** Dit godenpaar creëerde de Japanse eilanden en baarde diverse kami. Na de dood van Izanami en Izanagi's poging haar uit het dodenrijk te halen, reinigde Izanagi zich en baarde hij onder andere Amaterasu (zon), Tsukiyomi (maan) en Susanoo (storm) [2](#page=2).
* **Amaterasu en de Grot:** Na ruzies met haar broer Susanoo, vluchtte Amaterasu in een grot, waardoor het universum in duisternis gehuld werd. Andere kami lokten haar eruit met een list, waarbij een spiegel haar eigen schoonheid liet zien en het licht terugkeerde [2](#page=2).
* **De Keizerlijke Lijn:** Amaterasu gaf haar kleinzoon, Ninigi no mikoto, een spiegel, een juweel en een zwaard, en stuurde hem naar de wereld om te heersen. Zijn nakomeling werd de eerste keizer van Japan, Jinmu Tennō [3](#page=3).
### 1.5 Kokugaku en Staatsshinto
De Edo-periode zag een opleving van *kokugaku* (nationale wetenschap), gericht op het ontdekken van de authentieke Japanse cultuur [3](#page=3).
* **Belangrijke figuren:** Kamo Mabuchi (focus op poëzie), Motoori Norinaga (onderzoek naar de basis van de Japanse taal en literatuur, en de Japanse identiteit) en Hirata Atsutane waren sleutelfiguren [3](#page=3).
* **Shinto als puur Japans:** In tegenstelling tot het Boeddhisme en Confucianisme, die als buitenlandse invloeden werden beschouwd, werd Shinto gezien als puur en origineel Japans. De *Kojiki* en *Nihonshoki* werden gezien als de vroegste, niet-beïnvloede beschrijvingen van Japan [3](#page=3).
* **Nationalistisch Denken:** In nationalistische kringen werd de Shinto-mythologie, die de legitimiteit van het keizerlijk huis bevestigde, van groot belang. Hirata Atsutane probeerde dit gedachtegoed om te zetten in politieke en religieuze realiteit, en vulde hiaten in de Shinto-theologie aan met ideeën uit het Christendom [3](#page=3).
* **Meiji-restauratie:** Kokugaku-gezinden kregen de kans om hun ideeën te realiseren door de keizer te herstellen in zijn eer. Religieus beleid omvatte de scheiding van Shinto en Boeddhisme (*shinbutsu bunri*), en de *Kojiki* en *Nihonshoki* werden als historische waarheid gepresenteerd [3](#page=3).
* **Shinto als geen religie:** Shinto werd officieel gepresenteerd als geen religie maar als een feitelijke historiciteit. Hoewel de grondwet religievrijheid garandeerde, was er een ministerie voor religie en een apart ministerie voor schrijnen (Shinto). Shinto-stromingen die zich niet met het keizerlijk huis verbonden voelden, moesten als religie verder [3](#page=3).
* **Na WOII:** De band tussen Shinto en de staat werd verbroken, niet om religie van politiek te scheiden zoals in het Westen, maar om politiek buiten religie te houden [3](#page=3).
---
# Elementen en concepten in Shinto
Shinto omvat een reeks fundamentele elementen en concepten die de kern vormen van deze Japanse religieuze traditie, variërend van goddelijke entiteiten en heilige plaatsen tot rituele voorwerpen en centrale ideologische principes [1](#page=1) [2](#page=2).
### 2.1 Fundamentele elementen
#### 2.1.1 Kami
* **Definitie:** Kami (神) is een breed begrip dat alles aanduidt wat een hint heeft van 'meer' te zijn dan het alledaagse, een animistische "ziel" of kracht bezittend. Dit kan variëren van natuurlijke fenomenen en voorouders tot dieren en zelfs menselijke helden [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Manifestatie:** Objecten waarin Kami zich manifesteren worden **yorishiro** (依代) genoemd. Zowel de kami als het yorishiro-object zelf worden aanbeden [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Voorbeeld:** Vossen worden beschouwd als yorishiro voor de kami Inari, de god van rijst en oogst. Spiegels, bomen en andere objecten kunnen eveneens als yorishiro fungeren [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Voorbeelden van Kami:**
* **Ujigami (氏神):** Een lokale of familiekami, gebonden aan een familie of gemeenschap als beschermer en vaak beschouwd als een (mythische) voorouder [2](#page=2).
* **Inari (稲荷):** Kami gerelateerd aan rijst en oogst, vaak afgebeeld als een vos (yorishiro) [2](#page=2).
* **Amaterasu (天照):** De zonnegodin, vereerd als voorouder van het keizerlijk huis en ook als landbouwgod [2](#page=2).
* **Tsukiyomi (月読):** De maan god [2](#page=2).
* **Susanoo (須佐之男):** De god van de storm [2](#page=2).
#### 2.1.2 Heilige plaatsen en objecten
* **Schrijnen (神社 jinja, 社 yashiro, 宮 miya):** Dit zijn de fysieke locaties waar rituelen worden uitgevoerd. De kami bevindt zich achter de haiden (de gebedsruimte), in de honden (het heiligdom), waar het yorishiro zich bevindt [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Mikoshi (神輿 of 御輿):** Draagbare schrijnen, veelal gebruikt tijdens festivals (matsuri) in processies [1](#page=1).
* **Kamidana (神棚):** Een 'thuisaltaar', een plank gewijd aan kami voor thuisverering [1](#page=1).
* **O-mamori (お守り):** Talismanen of amuletten die bescherming bieden [1](#page=1).
* **Shide (紙垂) / Kamishide:** Geknipte en gevouwen papieren stroken met een purificerende en decoratieve functie [1](#page=1).
* **Shimenawa (注連縄):** Koorden gemaakt van stro of hennep, die een purificerende en beschermende werking hebben, onder andere door kwade geesten buiten te houden [1](#page=1).
* **Torii (鳥居):** Traditionele toegangspoorten bij schrijnen, die pas na de Meiji-restauratie een verplichte component werden [1](#page=1).
### 2.2 Concepten
#### 2.2.1 Reinheid versus onreinheid
Het concept van **rein (清き - kiyoki)** versus **onrein (穢れ - kegare)** is fundamenteel in Shinto. Het nastreven van reinheid, frisheid en nieuwheid is van primair belang. Dit principe staat in contrast met concepten als verderf en dood, die meer centraal staan in het Boeddhisme [1](#page=1) [2](#page=2).
* **Purificatie:** Rituelen zijn vaak gericht op het reinigen van onreinheid [1](#page=1).
* **Goed versus kwaad:** In het verlengde van reinheid en onreinheid liggen ook de concepten van goed en kwaad [2](#page=2).
#### 2.2.2 Mythologie en legitimiteit
Shinto kent een rijke mythologie, voornamelijk vastgelegd in de **Kojiki** en **Nihonshoki**. Deze teksten dienen niet alleen als geschiedschrijving die teruggaat tot het ontstaan van Japan, maar bevestigen ook de legitimiteit van de keizerlijke familie door hen te verbinden aan de goden [2](#page=2).
* **Schepping:** De mythe van Izanami en Izanagi beschrijft de schepping van de Japanse eilanden en verschillende kami [2](#page=2).
* **Reinigingsritueel:** Na een bezoek aan het dodenrijk (Yomi no kuni) en geconfronteerd te zijn met de ontbinding van Izanami, reinigt Izanagi zich en baart hij belangrijke kami zoals Amaterasu, Tsukiyomi en Susanoo [2](#page=2).
* **Amaterasu's terugkeer:** Het verhaal van Amaterasu die zich terugtrekt in een grot, de wereld in duisternis hullend, en vervolgens uit de grot gelokt wordt door een list en de spiegel, symboliseert de terugkeer van licht en orde [2](#page=2).
### 2.3 Invloeden en dualiteit
Shinto heeft door de geschiedenis heen belangrijke invloeden ondergaan van andere religies en culturen, wat heeft geleid tot een gelaagde praktijk.
* **Confucianisme:** Leverde inhoudelijke, filosofische elementen en concepten zoals voorouderverering, maar geen rituele vorm [2](#page=2).
* **Boeddhisme:** De invloed van het Boeddhisme is significant, met name op het gebied van dood en het hiernamaals, thema's die Shinto traditioneel vermijdt. Shinto en Boeddhisme hebben eeuwenlang naast elkaar bestaan en elkaar beïnvloed, zonder dat de een de ander absorbeerde [2](#page=2).
* **Chinese volksgeloof:** Bijdragen zoals de dierenriem, de kalender, Tanabata en de zeven geluksgoden (shichi fukujin) zijn geïntegreerd in Japanse gebruiken die ook Shintoïstisch beleefd kunnen worden [2](#page=2).
> **Tip:** Het is belangrijk te onthouden dat Shinto geen centraal heilig schrift of overkoepelende theologie kent. Elke denominatie of schrijn kan zijn eigen hiërarchie en leerstellingen hebben [1](#page=1).
> **Tip:** Bij het bestuderen van Shinto is het cruciaal om de animistische basis te begrijpen: de toeschrijving van een speciale kracht of ziel aan objecten en natuurverschijnselen [1](#page=1).
---
# Invloeden en mythologie van Shinto
Deze sectie onderzoekt de externe invloeden op Shinto, met name vanuit het Confucianisme, Boeddhisme en China, en duikt diep in de kernmythologie van Shinto, inclusief de schepping van Japan en de rol van de zonnegodin Amaterasu.
### 3.1 Externe invloeden op Shinto
Hoewel Shinto een inheemse Japanse religie is, heeft het door de eeuwen heen significante invloeden ondergaan van naburige culturen en religies. Deze invloeden hebben de inhoud en interpretatie van Shinto, met name de mythologie en rituelen, verrijkt.
#### 3.1.1 Confucianisme
Het Confucianisme heeft op het gebied van inhoud en ethische principes invloed gehad op Shinto, maar minder op het gebied van rituele vormen. Een sleutelaspect dat de Confucianistische ethiek deelt en door Shinto wordt omarmd, is de voorouderverering. Dit concept, dat ook door het Boeddhisme wordt overgenomen via praktijken zoals de butsudan en o-bon, kan binnen een Shintoïstische context op een specifieke manier worden uitgevoerd [2](#page=2).
#### 3.1.2 Boeddhisme
De relatie tussen Shinto en Boeddhisme wordt gekenmerkt door een hand-in-hand-relatie in plaats van een volledige eenwording. Waar Shinto zich primair richt op reinheid, frisheid en nieuwigheid, en zich verre houdt van onreinheid, verderf en dood, neemt het Boeddhisme juist de dood en het hiernamaals als belangrijke elementen op. Deze complementaire focus heeft geleid tot een wederzijdse groei en integratie van elementen, hoewel beide tradities hun eigen identiteit behouden. Dit heeft door de geschiedenis heen discussies aangewakkerd over de aard en autoriteit van de verschillende godheden [2](#page=2).
#### 3.1.3 Chinese invloeden
China heeft een substantiële invloed uitgeoefend op het Japanse volksgeloof, waaronder elementen die zijn opgenomen in Shinto-praktijken. Voorbeelden hiervan zijn de cycli van de dierenriem, de kalender, Tanabata (het sterrenfeest) en de zeven geluksgoden (shichi fukujin). Deze verhalen, geloofsovertuigingen en gebruiken worden vaak beleefd met Shintoïstische rituelen, hoewel ze niet exclusief aan Shinto gebonden zijn [2](#page=2).
### 3.2 Shinto-mythologie
De Shinto-mythologie is nauw verweven met de geschiedschrijving, met name de Kojiki en Nihonshoki. Deze teksten, die bedoeld waren om de oorsprong van Japan en het keizerrijk te beschrijven, geven ook de tijd van de kami weer en dienen ter legitimering van de heersende keizerlijke familie [2](#page=2).
#### 3.2.1 De schepping van de Japanse eilanden
Volgens de mythologie schiepen de kami Izanami en Izanagi de Japanse eilanden en baarden zij vervolgens diverse kami. Na de dood van Izanami ging Izanagi haar opzoeken in het land der doden, Yomi no kuni. Geschokt door haar staat van ontbinding, vluchtte hij en reinigde zich van de opgelopen onreinheid. Uit deze reinigingsrituelen werden belangrijke kami geboren, waaronder Amaterasu (zonnegodin), Tsukiyomi (maangod) en Susanoo (stormgod) [2](#page=2).
#### 3.2.2 De rol van Amaterasu
Amaterasu, de zonnegodin, speelt een centrale rol in de Shinto-mythologie. Zij wordt vereerd als de voorouder van het Japanse keizerlijke huis en ook als een 'landbouw-god' in bepaalde stromingen van Shinto [2](#page=2).
Een sleutelverhaal rond Amaterasu beschrijft haar constante ruzie met Susanoo, wat ertoe leidt dat zij zich terugtrekt in een grot, waardoor het universum in duisternis wordt gehuld. Andere kami lokken haar met een list uit de grot en tonen haar een spiegel, waardoor ze haar eigen schoonheid inziet en het licht terugkeert [2](#page=2).
Later schenkt Amaterasu haar kleinzoon, Ninigi no Mikoto, een spiegel, een juweel en een zwaard, en zendt hem naar de aardse wereld om te heersen. Zijn nakomeling zou de eerste keizer van Japan worden, keizer Jinmu, rond 660 voor Christus [3](#page=3).
### 3.3 Kokugaku en de opkomst van Staats-Shinto
Gedurende de Edo-periode ontstond de Kokugaku-beweging, die zich richtte op het herontdekken van de traditionele en authentieke Japanse cultuur. Belangrijke figuren zoals Kamo Mabuchi, die zich toelegde op poëzie, en Motoori Norinaga, die de basis van de Japanse taal en literatuur onderzocht, gaven vorm aan deze beweging. De Kokugaku-beweging beschouwde Shinto als puur en origineel Japans, in tegenstelling tot het Boeddhisme en Confucianisme die via China en Korea werden geïntroduceerd [3](#page=3).
De Kojiki en Nihonshoki werden gezien als de vroegste beschrijvingen van Japan, voorafgaand aan buitenlandse invloeden, met name uit China. Dit leidde tot een nationalistisch sentiment waarin de Shinto-mythologie, met name de legitimatie van het keizerlijk huis, cruciaal werd geacht. Hirata Atsutane probeerde dit gedachtegoed om te zetten in politieke en religieuze realiteit, waarbij de Kojiki en Nihonshoki als waarheid werden gepresenteerd die niet alleen het keizerlijk huis, maar ook de oorsprong van alle Japanners verklaarden. Leemtes in de Shinto-theologie werden deels opgevuld met ideeën uit het Christendom, ondanks verboden [3](#page=3).
Na de Meiji-restauratie in 1868 kregen aanhangers van Kokugaku de kans om hun invloed te doen gelden. Shinto-mythologie werd ingezet om de legitimiteit van de keizer te onderbouwen. Het religieus beleid hield in dat Shinto en Boeddhisme van elkaar werden gescheiden (shinbutsu bunri), en de Kojiki en Nihonshoki werden niet als mythologie, maar als historische waarheid beschouwd. Er werd onderwijs gegeven over deze 'waarheid' aan de bevolking [3](#page=3).
Shinto werd in deze periode geherdefinieerd, waarbij het geen religie meer werd geacht, maar een staatszaak die verbonden was met het keizerlijk huis. De grondwet van 1889 garandeerde godsdienstvrijheid, maar er was een onderscheid tussen een ministerie voor religie en een voor schrijnen (Shinto). Shinto-stromingen die zich niet verbonden voelden met het keizerlijk huis, moesten zelfstandig functioneren en werden wel als religie beschouwd. Na de Tweede Wereldoorlog werd de band tussen Shinto en de staat opnieuw verbroken, met als doel de politiek buiten religieuze aangelegenheden te houden [3](#page=3).
---
# Kokugaku en de relatie tussen Shinto en de staat
De beweging Kokugaku zocht naar authentieke Japanse cultuur en legde de basis voor Staatsshinto, wat na de Meiji-restauratie leidde tot een nauwe band tussen Shinto en de staat, en uiteindelijk tot de scheiding van kerk en staat na WOII.
### 4.1 De Kokugaku-beweging
De Edo-periode kenmerkte zich door een zoektocht naar de authentieke, traditionele Japanse cultuur, een stroming die bekend staat als Kokugaku. Deze beweging werd gevormd door invloedrijke figuren zoals Kamo Mabuchi, Motoori Norinaga en Hirata Atsutane [3](#page=3).
#### 4.1.1 Belangrijke figuren binnen Kokugaku
* **Kamo Mabuchi:** Zijn werk richtte zich voornamelijk op de Japanse poëzie, met een specifieke interesse in de *Man'yōshū* [3](#page=3).
* **Motoori Norinaga:** Deze geleerde verdiepte zich in de fundamenten van de Japanse taal en literatuur. Hij onderzocht welke taal overbleef na het verwijderen van buitenlandse invloeden, met name die uit China, en trachtte de karakteristieke elementen van Japan en de Japanners te achterhalen [3](#page=3).
* **Hirata Atsutane:** Hij streefde ernaar het nationalistische gedachtegoed van Kokugaku om te zetten in een politieke en religieuze realiteit. Atsutane beschouwde de *Kojiki* en *Nihonshoki* als absolute waarheden, die niet alleen het keizerlijk huis legitimeerden, maar ook de oorsprong van alle Japanners verklaarden. Hij vulde hiaten in de Shinto-theologie op met concepten uit het Christendom, ondanks het verbod daarop [3](#page=3).
#### 4.1.2 Shinto als authentiek Japans fenomeen
Binnen de Kokugaku-beweging werd Shinto, in tegenstelling tot het Boeddhisme en Confucianisme dat vanuit China en Korea was geïntroduceerd, beschouwd als een puur en origineel Japanse traditie. De *Kojiki* en *Nihonshoki*, die de vroegste beschrijvingen van Japan vóór buitenlandse invloeden bevatten, werden hierdoor centraal gesteld. Dit leidde tot het nationalistische idee dat de Shinto-mythologie, die het keizerlijk huis legitimeerde, van groot belang was [3](#page=3).
### 4.2 Kokugaku en de Meiji-restauratie
Na de Meiji-restauratie in 1868 kregen aanhangers van Kokugaku een aanzienlijke invloed. De afzetting van het shogunaat (bakufu) en het herstel van de keizer in ere bood de gelegenheid om de legitimiteit van de keizer te onderbouwen met de Shinto-mythologie [3](#page=3).
#### 4.2.1 Religieus beleid na de restauratie
Het religieuze beleid na de restauratie was gericht op de scheiding van Shinto en Boeddhisme (shinbutsu bunri). De *Kojiki* en *Nihonshoki* werden niet langer als mythologie beschouwd, maar als historische waarheid, als feiten in plaats van geloof. Instructeurs reisden door het land om deze 'waarheid' aan het volk te onderwijzen [3](#page=3).
#### 4.2.2 De aard van Staatsshinto
Shinto werd in dit nieuwe regime gepresenteerd als geen religie, maar als een nationaal fenomeen. De grondwet van 1889 garandeerde weliswaar vrijheid van religie, maar er was een gescheiden ministerie voor religie en een ministerie voor schrijnen, die de Shinto-instituten organiseerde. Shinto-stromingen die zich niet direct verbonden voelden met het keizerlijk huis, werden gedwongen zich als religie zelfstandig te manifesteren. Dit systeem staat bekend als Staatsshinto [3](#page=3).
### 4.3 Scheiding van kerk en staat na WOII
Na de Tweede Wereldoorlog werd de band tussen Shinto en de staat definitief verbroken. Deze scheiding was echter niet primair gericht op het scheiden van religie en politiek, zoals in Westerse landen vaak het geval is, maar juist op het buitenhouden van politiek uit religieuze aangelegenheden [3](#page=3).
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te begrijpen tussen de 'authentieke' Shinto die door Kokugaku werd nagestreefd en de staatsgestuurde Staatsshinto. De nadruk lag op het legitimeren van de keizer en het creëren van een nationale identiteit, waarbij religieuze aspecten van ondergeschikt belang waren.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Animisme | Het geloof dat aan levende en niet-levende zaken een kracht, ziel of geest kan worden toegekend. Dit concept is fundamenteel voor veel Shinto-praktijken. |
| Kami (神) | De term die alles aanduidt dat als specialer wordt beschouwd dan het alledaagse; dit wordt vaak vertaald als een godheid, geest of essentie met een animistische ziel. |
| Yorishiro (依代) | Een object, zoals een spiegel, boom of vos, waarin een Kami zich kan manifesteren of zich aan kan binden. Zowel de Kami als het object zelf kunnen worden vereerd. |
| Schrijn (神社, 社, 宫) | De fysieke plaats waar rituelen in het Shinto worden uitgevoerd. Dit zijn heilige locaties gewijd aan Kami. |
| Mikoshi (神輿 of 御輿) | Draagbare schrijnen die tijdens festivals (matsuri) worden gebruikt, vaak in processies, om Kami te vervoeren. |
| Kamidana | Een 'kami-plank' of thuisaltaar dat in huizen wordt geplaatst om Kami te eren en te vereeren. |
| O-mamori | Talismanen of amuletten die bescherming bieden of zegen afsmeken, vergelijkbaar met aflaten in andere religies. |
| Shide (紙垂) | Geknipte en gevouwen papieren stroken met een reinigende betekenis, die ook decoratieve elementen zijn in Shinto-rituelen en schrijnen. |
| Shimenawa | Koorden, meestal gemaakt van stro of hennep, die reinigende en beschermende functies hebben, onder andere door het afweren van kwade geesten. |
| Torii | Toegangspoorten die kenmerkend zijn voor Shinto-schrijnen. De verplichting om deze te plaatsen, dateert van na de Meiji-restauratie. |
| Jinja Honcho | De nationale associatie van schrijnen in Japan, een overkoepelende organisatie die veel schrijnen bundelt. |
| Ujigami (氏神) | Een lokale Kami of familiekami die bescherming, voorspoed en geluk brengt aan een specifieke familie of gemeenschap, vaak beschouwd als een gebonden voorouder. |
| Inari (稲荷) | Een Kami die geassocieerd wordt met rijst, oogsten en welvaart. Deze Kami wordt vaak voorgesteld als een vos, die fungeert als yorishiro. |
| Amaterasu | De zonnegodin in de Japanse mythologie, beschouwd als de voorouder van de keizerlijke familie en vereerd als landbouw-godin in bepaalde stromingen. |
| Haiden | Het voorste deel van een Shinto-schrijn, waar gelovigen bidden en rituelen bijwonen. |
| Honden | Het achterste en heiligste deel van een Shinto-schrijn, waar de Kami zich bevindt en waar de yorishiro zich bevindt. |
| Kojiki | Een van de oudste Japanse kronieken, die de geschiedenis van Japan tot het begin van de tijden beschrijft, inclusief de mythologie rond de Kami en de oorsprong van het keizerrijk. |
| Nihonshoki | Een andere vroege Japanse geschiedschrijving die, samen met de Kojiki, de mythologie en de oorsprong van de keizerlijke familie in Japan documenteert. |
| Kokugaku | Een Japanse intellectuele beweging uit de Edo-periode die streefde naar het herontdekken en waarderen van authentieke Japanse cultuur, taal en literatuur, vrij van buitenlandse invloeden. |
| Meiji-restauratie | Een periode in de Japanse geschiedenis (vanaf 1868) waarin de keizerlijke macht werd hersteld en Japan begon met modernisering en westerse invloeden absorbeerde. |
| Shinbutsu bunri | Het beleid om Shinto en Boeddhisme van elkaar te scheiden, ingesteld na de Meiji-restauratie om Shinto als de oorspronkelijke Japanse religie te promoten. |