Cover
Mulai sekarang gratis Technologie_H.13Dataflow radiotherpie.pdf
Summary
# Inleiding tot radiotherapie
Radiotherapie is een medische behandeling die ioniserende straling gebruikt om ongewenste cellen, zoals kankercellen, te beschadigen of te doden [5](#page=5).
### 1.1 Doel van radiotherapie
Het primaire doel van radiotherapie is het beschadigen van het DNA van cellen, waardoor hun groei wordt geremd of ze volledig worden geëlimineerd. Deze behandeling kan curatief zijn (gericht op genezing), de levenskwaliteit verbeteren, of palliatief worden ingezet om symptomen te verlichten [5](#page=5).
### 1.2 Het medicijn: ioniserende straling
Het "medicijn" in radiotherapie is ioniserende straling, wat een foton of deeltje is met een energie groter dan de bindingsenergie van een elektron aan een atoom [7](#page=7).
#### 1.2.1 Soorten ioniserende straling
Ioniserende straling kan worden onderverdeeld in twee hoofdtypen [5](#page=5):
1. **Direct ioniserende straling (deeltjes):**
* Elektronen [5](#page=5).
* Protonen [5](#page=5).
2. **Indirect ioniserende straling (elektromagnetische straling - EM):**
* Fotonen [5](#page=5).
#### 1.2.2 Energie en ionisatie
Om als ioniserend te worden beschouwd, moet straling voldoende energie hebben om elektronen uit atomen of moleculen te stoten. De ionisatie-energie van waterstof, bijvoorbeeld, is ongeveer 13,6 elektronvolt (eV). Röntgenstraling, met energieën in de orde van duizenden eV (bijvoorbeeld 100 keV = 100.000 eV), is ioniserend en kan leiden tot biologische schade, zoals DNA-schade [7](#page=7).
### 1.3 Waarom megavoltstraling (MV)?
Megavoltstraling, vaak gebruikt in moderne radiotherapie, biedt verschillende voordelen ten opzichte van lagere energieröntgenstraling (kilovoltstraling - kV) [8](#page=8):
1. **Diepe penetratie:** MV-straling kan dieper doordringen in het lichaam, waardoor tumoren op grotere diepte effectiever behandeld kunnen worden [8](#page=8).
2. **Dosisverdeling met een build-up regio:** MV-straling heeft een karakteristieke dosisverdeling waarbij de dosis toeneemt naarmate de straling het weefsel binnendringt (build-up regio) voordat deze weer afneemt. Dit kan helpen om de dosis te optimaliseren en gezond weefsel te sparen [8](#page=8).
3. **Doeltreffendheid:** MV-straling is effectiever in het veroorzaken van DNA-schade in kankercellen [8](#page=8).
> **Tip:** Het begrijpen van de energieniveaus van straling is cruciaal om te begrijpen waarom bepaalde modaliteiten (zoals megavoltstraling) worden geprefereerd voor specifieke behandelingen.
### 1.4 Toedieningsmethoden van radiotherapie
Radiotherapie kan op twee hoofdmanieren worden toegediend [9](#page=9):
#### 1.4.1 Uitwendige bestraling (teletherapie)
Dit is de meest voorkomende vorm van radiotherapie, waarbij de stralingsbron zich buiten het lichaam bevindt. Diverse stralingstypen kunnen worden gebruikt [9](#page=9):
* **Megavoltstraling:** Gebruikt fotonen en elektronen [9](#page=9).
* **Lineaire versnellers:** Deze machines produceren fotonen en elektronen van hoge energie voor uitwendige bestraling. De diepte dosis curve voor fotonen en elektronen uit een lineaire versneller toont hoe de dosis zich gedraagt in het weefsel [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Cyclotron:** Kan deeltjes, zoals protonen, versnellen voor therapie. Een diepte dosis curve illustreert de dosisafgifte van protonenbestraling [14](#page=14).
* **Orthovoltstraling:** Gebruikt röntgenstraling met lagere energieën (kilovolt, kV). Een orthovolt toestel heeft een specifieke diepte dosis curve [17](#page=17) [9](#page=9).
* **Protonenstraling:** Maakt gebruik van protonen als deeltjesstraling [15](#page=15) [16](#page=16) [9](#page=9).
#### 1.4.2 Inwendige bestraling (brachytherapie)
Bij brachytherapie wordt een radioactieve bron dicht bij of direct in de tumor geplaatst. Dit maakt een hoge dosisafgifte op de tumor mogelijk met relatief weinig dosis aan omliggend gezond weefsel. Een veelgebruikte methode is interstitiële brachytherapie met behulp van een afterloader [18](#page=18) [9](#page=9).
> **Example:** Brachytherapie wordt vaak gebruikt voor behandelingen van prostaat-, baarmoederhals- en borstkanker, waarbij kleine radioactieve bronnen direct in de tumor worden ingebracht.
### 1.5 Infrastructuur in Nederland
In Nederland zijn er 24 radiotherapiecentra en 13 satellietcentra die gezamenlijk ongeveer 90 apparaten voor uitwendige bestraling (EBRT) exploiteren. Behandelingen met brachytherapie worden door 17 centra aangeboden, en orthovolt radiotherapie door 7 centra [10](#page=10).
---
# Proces van radiotherapie
Het proces van radiotherapie omvat de reeks stappen die een patiënt doorloopt, beginnend bij de planning en eindigend bij de feitelijke behandeling.
### 2.1 De patiëntroute in radiotherapie
De patiënt doorloopt een gestructureerd proces dat begint met een statusgesprek, gevolgd door een CT-simulatie. Vervolgens vindt de registratie en het intekenen van het doelgebied en de risico-organen plaats, waarna een bestralingsplan wordt opgesteld. De uiteindelijke stap is de behandeling zelf, met daarnaast periodieke controles en follow-up [20](#page=20).
### 2.2 CT-simulatie
De CT-simulatie is een cruciale stap in het radiotherapeutische proces. De techniek die hierbij wordt toegepast, is vergelijkbaar met die van een diagnostische CT-scan, waarbij een röntgenbuis en detector worden gebruikt om projecties te verzamelen die vervolgens worden geherconstrueerd tot een 3D-beeld [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 2.2.1 Het belang van CT-simulatie
CT-simulatie biedt essentiële anatomische informatie in 3D, inclusief densiteit en verzwakkingscoëfficiënten, wat cruciaal is voor het bepalen van de dosisverdeling en het plannen en verifiëren van de behandeling. De kalibratiecurve van de CT-scanner wordt gebruikt om de relatie tussen gemeten CT-waarden en de daadwerkelijke weefseldensiteit te bepalen. Er zijn specifieke RT-specificaties voor CT-scanners die gebruikt worden voor simulatie [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25).
#### 2.2.2 Patiëntopstelling tijdens CT-simulatie
Tijdens de CT-simulatie wordt de patiënt in de exacte bestralingshouding geplaatst. Dit kan gebeuren met behulp van tattoo-based radiotherapie, waarbij permanente markeringen op de huid worden aangebracht om de exacte positie te garanderen. Een alternatieve methode is tattoo-less radiotherapy, ook bekend als SGRT (Surface Guided Radiotherapy), die gebruikmaakt van oppervlakkige beeldvorming om de patiënt te positioneren [20](#page=20) [26](#page=26) [27](#page=27).
Om de patiënt nauwkeurig te positioneren, worden vier laserlijnen gebruikt: twee aan de wanden (lateraal voor transversale en coronale lijnen), één aan het plafond (transversaal) en één aan de muur aan de voetenzijde van de tafel (sagittaal). Ademhalingscontrole is ook een belangrijk aspect tijdens deze fase om beweging van het doelgebied te minimaliseren [20](#page=20) [26](#page=26).
### 2.3 Planning van de bestraling
De planning, ook wel "de planning" genoemd, is een complex proces dat bestaat uit meerdere stappen [28](#page=28).
#### 2.3.1 Intekenen (contouring)
Het intekenen, ook wel contouring genoemd, omvat het nauwkeurig afbakenen van het doelvolume en de omliggende organen op risico (OARs) op de planningsCT-beelden. Hierbij kunnen verschillende beeldvormingsmodaliteiten, zoals CT, MRI en PET-CT, worden gefuseerd om een optimaal beeld te verkrijgen. Dit proces vereist registratie, wat kan variëren van rigide registratie (waarbij de anatomie als star wordt beschouwd) tot niet-rigide registratie (waarbij vervorming wordt gecorrigeerd) [29](#page=29) [30](#page=30) [31](#page=31) [32](#page=32).
#### 2.3.2 Opstellen van het bestralingsplan
Op basis van de getekende structuren wordt een bestralingsplan opgesteld. Dit plan specificeert de behandelingstechniek, bestaande uit een set van bundels en bundelparameters, om ervoor te zorgen dat de voorgeschreven dosis het doelvolume bereikt en tegelijkertijd de kritische organen zo veel mogelijk worden gespaard. Behandelingstechnieken kunnen 3D-conforme radiotherapie, IMRT (Intensity-Modulated Radiation Therapy) en VMAT (Volumetric Modulated Arc Therapy) omvatten [20](#page=20) [29](#page=29).
#### 2.3.3 Dosisberekening en evaluatie
De dosisberekening is een essentieel onderdeel van het planningsproces, waarbij algoritmen worden gebruikt om de verwachte dosisverdeling in het lichaam te bepalen. De evaluatie van het plan gebeurt aan de hand van isodosen en Dosis Volume Histogrammen (DVH's), die gedetailleerde informatie geven over de dosis die verschillende structuren ontvangen [29](#page=29).
### 2.4 Behandeling
De daadwerkelijke behandeling is de laatste fase waarin de patiënt bestraald wordt [20](#page=20) [58](#page=58).
#### 2.4.1 Patiëntpositionering
Voorafgaand aan de bestraling wordt de patiënt nauwkeurig gepositioneerd in de bestralingsruimte. Dit gebeurt met behulp van in-room lasers, hulpstukken, huidmarkeringen en eventueel SGRT. De positionering moet consistent zijn met de simulatieopnames [63](#page=63) [64](#page=64).
#### 2.4.2 Positieverificatie
Voordat de behandeling start, wordt de positie van de patiënt geverifieerd om ervoor te zorgen dat deze overeenkomt met het planningsplan. Dit gebeurt middels IGRT (Image Guided Radiotherapy) [63](#page=63) [65](#page=65).
* **2D beeldvorming:** Dit omvat EPID-beeldvorming (Electronic Portal Imaging Device), waarbij gebruik wordt gemaakt van MV-beeldvorming of kV-beeldvorming [63](#page=63) [65](#page=65).
* **3D beeldvorming:** Dit omvat CBCT (Cone Beam CT), wat een gedetailleerdere 3D-weergave van de patiëntpositie biedt [63](#page=63) [65](#page=65).
#### 2.4.3 Bestraling
Tijdens de daadwerkelijke bestraling wordt de patiënt blootgesteld aan de voorgeschreven dosis straling. Er vindt continue controle plaats tijdens de behandeling. Het concept van "therapeutische breedte" is hierbij essentieel; het verwijst naar het optimale bereik waarin de straling effectief kankercellen doodt zonder onaanvaardbare schade aan gezond weefsel te veroorzaken. Gefractioneerde radiotherapie, waarbij de totale dosis wordt verdeeld over meerdere sessies, is een veelgebruikte strategie om deze therapeutische breedte te optimaliseren [59](#page=59) [60](#page=60) [61](#page=61) [63](#page=63).
> **Tip:** Begrip van de therapeutische breedte is cruciaal om te begrijpen waarom bepaalde dosisberekeningen en planningsstrategieën worden toegepast. Het balanceert de effectiviteit tegen toxiciteit.
> **Tip:** De integratie van verschillende beeldvormingstechnieken (CT, MRI, PET-CT) en geavanceerde planningssystemen (IMRT, VMAT) toont de technologische vooruitgang in radiotherapie.
---
# Dosisberekening en stralingstechnieken
Dit gedeelte behandelt de fundamentele aspecten van dosisberekening, de eenheden die hierbij gebruikt worden zoals Gray en Monitor Units (MU), en de fysische interacties van straling met materie, met een specifieke focus op fotonen en elektronen in externe radiotherapie.
### 3.1 Het radiotherapieproces en dosisberekening
Het proces van radiotherapie omvat verschillende stappen, waaronder intekenen (contouring), het opstellen van een bestralingsplan, en de uiteindelijke dosisberekening en evaluatie [29](#page=29).
#### 3.1.1 Intekenen (contouring)
Intekenen, ook wel contouring genoemd, is het proces waarbij anatomische structuren worden geïdentificeerd en gemarkeerd op beeldvormende scans. Dit kan gebruik maken van verschillende modaliteiten zoals CT, MRI en PET-CT [29](#page=29) [30](#page=30).
* **Registratie:** Bij het gebruik van meerdere beeldvormingsmodaliteiten is registratie noodzakelijk om de beelden op elkaar af te stemmen. Dit kan rigide (vaste transformatie) of niet-rigide (vervormbare transformatie) zijn [30](#page=30).
* **Definitie doelvolume (Target Volume):** Dit is het gebied dat behandeld moet worden [31](#page=31).
* **Definitie risico-organen (Organs At Risk - OARs):** Dit zijn de organen die gespaard moeten blijven van significante stralingsdosis [32](#page=32).
#### 3.1.2 Opstellen van het bestralingsplan
Het bestralingsplan is een set van bundel- en bundelparameters die ervoor zorgen dat de voorgeschreven dosis in het doelvolume terechtkomt, terwijl de dosis aan kritische organen geminimaliseerd wordt [29](#page=29).
#### 3.1.3 Dosisberekening en evaluatie
Dit omvat het gebruik van algoritmen om de dosisverdeling te berekenen en de visualisatie hiervan door middel van isodosislijnen en dosis-volume histogrammen (DVH) [29](#page=29).
#### 3.1.4 Traject van patiëntendosimetrie
De dosimetrie bij patiënten volgt een gestructureerd traject:
1. **Absolute dosimetrie:** Bepaling van de dosis in een referentiepunt op referentiediepte in een waterfantoom [34](#page=34).
2. **Relatieve dosimetrie:** Bepaling van de relatieve dosisverdeling in alle andere punten in het waterfantoom [34](#page=34).
3. **Patiëntspecifieke dosisberekening:** Berekening van de dosisdistributie in de individuele patiënt, gebaseerd op de absolute en relatieve dosimetrie en de patiëntanatomie [34](#page=34).
### 3.2 Eenheden in dosisberekening
#### 3.2.1 Gray (Gy)
De Gray (Gy) is de SI-eenheid voor de geabsorbeerde dosis van ioniserende straling [33](#page=33).
$$1 \text{ Gy} = 1 \text{ J/kg}$$
Een typisch dosisvoorschrift kan bijvoorbeeld 42,56 Gy zijn, verdeeld over 2,66 Gy per fractie [33](#page=33).
#### 3.2.2 Monitor Unit (MU)
Monitor Unit (MU) is een maat voor de hoeveelheid straling die een lineaire versneller (linac) levert; het is een machine-instelling die bepaalt hoe lang de bundel actief is. MU is geen fysieke eenheid, maar een indicatie van de output van de machine [33](#page=33).
### 3.3 Relatie tussen Gray en Monitor Units
De relatie tussen Gy en MU is cruciaal voor het bepalen van de benodigde machine-output om een voorgeschreven dosis te leveren [35](#page=35).
* **Monitorkamer:** Registreert het aantal "counts" en wordt gebruikt als eenheid voor de output van de lineaire versneller [35](#page=35).
* **Standaardcondities voor kalibratie:** 100 MU wordt typisch gekalibreerd om 1 Gray (Gy) te leveren onder specifieke standaardcondities. Deze condities omvatten [35](#page=35):
* Een specifieke energie, bijvoorbeeld 6 MV fotonen [35](#page=35).
* Een waterfantoom van minimaal 40x40x40 cm³ [35](#page=35).
* Een focus-tot-oppervlakte afstand (SSD) van 100 cm [35](#page=35).
* Een ionisatiekamer geplaatst op de diepte van maximale dosis ($d_{max}$) [35](#page=35).
* Een veldgrootte van 10 cm x 10 cm op $d_{max}$ [35](#page=35).
De formule om het aantal MU te berekenen kan worden uitgedrukt als:
$$ \# \text{ MU} = \text{TD (in cGy)} $$
waarbij TD de totale voorgeschreven dosis is [35](#page=35).
**Voorbeeld:** Als een linac is gekalibreerd zodanig dat 1 MU overeenkomt met 1 centiGray (cGy), en het behandelingsplan schrijft 100 cGy voor op het referentiepunt, dan is de benodigde output 100 MU [37](#page=37).
Historisch gezien werd dosisberekening handmatig uitgevoerd op basis van enkele puntmetingen en kalibratiewaarden. Tegenwoordig wordt 3D-planning gebruikt, waarbij de dosisberekening plaatsvindt op een CT-dataset met ingetekende volumes en risico-organen [37](#page=37).
#### 3.3.1 Treatment Planning System (TPS)
Een Treatment Planning System (TPS) is software die wordt gebruikt om de optimale dosisverdeling voor een patiënt te berekenen, rekening houdend met de anatomie en de voorgeschreven dosislimieten [38](#page=38).
### 3.4 Interactie van straling met materie
#### 3.4.1 Fotonen
Fotonen zijn indirect ioniserende straling. Een foton zelf veroorzaakt geen directe ionisatie, maar draagt zijn energie over aan een geladen deeltje, meestal een elektron. Dit proces verloopt in twee stappen [39](#page=39):
1. **KERMA (Kinetic Energy Released per unit MAss):** Dit is de energie die wordt omgezet van indirect ioniserende straling (fotonen) naar direct ioniserende straling (elektronen). De belangrijkste interactiemechanismen hierbij zijn het foto-elektrisch effect, Comptonverstrooiing en paarvorming [40](#page=40).
2. **Geabsorbeerde dosis:** De secundaire elektronen geven vervolgens hun energie af aan het medium via ionisatie en excitatie [40](#page=40).
De geabsorbeerde dosis ($D$) is gelijk aan de KERMA ($K$) wanneer er sprake is van "Charged Particle Equilibrium" (CPE), wat typisch geldt diep in een medium. Vlakbij het oppervlak, waar CPE nog niet bereikt is, is de geabsorbeerde dosis lager dan de KERMA [41](#page=41) [43](#page=43).
#### 3.4.2 Dieptedosis curves (PDD)
* **Percentuele diepte dosis (PDD):** Een PDD-curve geeft de relatieve dosis weer als functie van de diepte in een homogeen medium (meestal water) [42](#page=42).
* **$d_{max}$:** Dit is de diepte waar de maximale dosis wordt bereikt. Boven $d_{max}$ neemt de dosis snel toe, terwijl de dosis beneden $d_{max}$ voornamelijk afneemt door absorptie en verstrooiing, en de inverse kwadratenwet [43](#page=43).
#### 3.4.3 Bundelprofiel
Het bundelprofiel beschrijft de dosisverdeling loodrecht op de centrale bundelas. De "off-axis ratio" is een maat voor de afwijking van de bundelintensiteit ten opzichte van het centrum van de bundel [44](#page=44).
### 3.5 Fotonen- en Elektronenbundels in Externe Bestraling
Zowel fotonen- als elektronenbundels worden gebruikt in externe radiotherapie, maar ze hebben verschillende dosisafgiftes en toepassingen [45](#page=45).
#### 3.5.1 Fotonenbundels
* **Eigenschappen:**
* Penetreren diep in het weefsel [46](#page=46).
* Hebben een dosismaximum ($d_{max}$) op enige diepte, wat resulteert in een dosisafname richting het oppervlak (huidsparend effect) [46](#page=46).
* Ideaal voor de behandeling van centraal en diepgelegen tumoren [45](#page=45).
* **Behandelingstechnieken:** Vaak wordt een combinatie van bundels vanuit verschillende richtingen gebruikt om de dosis in het doelvolume te concentreren. Dit kan worden gerealiseerd met 'forward planning' (directe optimalisatie van bundels) of 'inverse planning' (definiëren van gewenste dosisverdeling en het systeem bepaalt de bundels) (#page=49, page=53 [46](#page=46) [49](#page=49) [53](#page=53).
#### 3.5.2 Elektronenbundels
* **Eigenschappen:**
* Beperkte penetratiediepte, met een snelle dosisafname na het dosismaximum [47](#page=47).
* Geen significant huidsparend effect; de dosis is hoog bij intrede [47](#page=47).
* Ideaal voor oppervlakkig gelegen tumoren [45](#page=45).
* **Behandelingstechnieken:** Vaak wordt één enkele bundel gebruikt voor de behandeling met elektronen [47](#page=47).
### 3.6 Behandelingsplanningssystemen en Evaluatie
Behandelingsplanningssystemen zijn essentieel voor het ontwerpen van nauwkeurige en veilige radiotherapieplannen. Na het opstellen van het plan volgt een evaluatiefase, waarbij de berekende dosisverdeling wordt beoordeeld aan de hand van vastgestelde criteria en de toleranties van risico-organen (#page=55, page=56, page=57) [38](#page=38) [55](#page=55) [56](#page=56) [57](#page=57).
> **Tip:** Begrijp de relatie tussen Gy en MU goed. De standaardkalibratie (100 MU = 1 Gy) is een uitgangspunt, maar real-world behandelingen vereisen correcties voor diepte, weefseltypes en veldgroottes.
> **Tip:** Het verschil tussen fotonen en elektronenbundels zit voornamelijk in hun energieoverdrachtsprofiel. Fotonen zijn beter voor diepe structuren door hun penetratievermogen en initiële dosisafname, terwijl elektronen ideaal zijn voor oppervlakkige laesies vanwege hun energieafgifte dicht bij het oppervlak.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Radiotherapie | Een medische behandeling die ioniserende straling gebruikt om kankercellen te doden of de groei ervan te vertragen door DNA-schade te veroorzaken. |
| Ioniserende straling | Straling die voldoende energie bezit om elektronen uit atomen of moleculen te verwijderen, wat kan leiden tot chemische veranderingen en biologische schade zoals DNA-breuken. |
| Fotonen | Een elementair deeltje dat dient als kwantum van het elektromagnetische veld, inclusief elektromagnetische straling zoals röntgenstraling en gammastraling, gebruikt in radiotherapie. |
| Elektronen | Negatief geladen subatomaire deeltjes die, wanneer gebruikt in radiotherapie, de absorptie van energie in het weefsel veroorzaken en biologische schade kunnen aanrichten. |
| Protonen | Positief geladen subatomaire deeltjes die, in de context van radiotherapie (protontherapie), zich gedragen als deeltjesbundels met specifieke dosisafgiftekarakteristieken. |
| Uitwendige bestraling (teletherapie) | Een vorm van radiotherapie waarbij de stralingsbron zich buiten het lichaam van de patiënt bevindt en de stralenbundel naar het doelgebied wordt gericht. |
| Inwendige bestraling (brachytherapie) | Een vorm van radiotherapie waarbij een radioactieve bron dicht bij of in het tumorweefsel wordt geplaatst, waardoor de dosis efficiënt kan worden afgegeven met minimale belasting van omliggend gezond weefsel. |
| CT simulatie | Een procedure waarbij een computertomografie (CT)-scan wordt gemaakt van de patiënt in de bestralingshouding om nauwkeurige driedimensionale anatomische informatie te verkrijgen voor de planning van de radiotherapie. |
| Registratie en contouring | Het proces waarbij structuren, zoals tumoren en organen die gespaard moeten worden, op de planningsbeelden (meestal van een CT-scan) worden getekend of "ingetekend" om de stralingsbundel nauwkeurig te kunnen richten. |
| Dosisberekening | Het computationele proces om de hoeveelheid straling te bepalen die aan het doelgebied en omliggende weefsels zal worden afgegeven, rekening houdend met de bundelparameters en de anatomie van de patiënt. |
| Gray (Gy) | De SI-eenheid voor de geabsorbeerde dosis van ioniserende straling, gedefinieerd als één joule energie per kilogram materie. |
| Monitor Unit (MU) | Een machine-specifieke eenheid die de output van een lineaire versneller kwantificeert en wordt gebruikt om de duur van de bundelafgifte te bepalen tijdens de behandeling. |
| Diepte dosis curve (PDD) | Een grafische weergave die de percentage-dosisverdeling weergeeft als functie van de diepte in een homogeen medium, zoals water, om de penetratie van een stralingsbundel te beschrijven. |
| Behandelingstechniek | De specifieke configuratie van stralingsbundels, hun energie, intensiteit en richting die wordt gebruikt om de voorgeschreven dosis aan het doelgebied toe te dienen terwijl kritieke organen worden gespaard. |
| Inverse planning | Een methode voor stralingsplanning waarbij de gewenste dosisverdeling eerst wordt gedefinieerd, en vervolgens de bundelparameters worden berekend die nodig zijn om deze dosisverdeling te bereiken. |
| IGRT (Image Guided Radiotherapy) | Een techniek die geavanceerde beeldvorming gebruikt om de positionering van de patiënt vóór en tijdens de behandeling te verifiëren en aan te passen, wat zorgt voor een hogere nauwkeurigheid. |