Cover
Mulai sekarang gratis 15. Les hoofdpijn_De Herdt_2025.pdf
Summary
# Inleiding tot hoofdpijn
Hoofdpijn is een universele ervaring die de meeste mensen treft [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.1 Prevalentie en impact
De prevalentie van hoofdpijn is zeer hoog, met 90 procent van de mensen die het op jaarlijkse basis ervaren en bijna 99 procent gedurende hun leven. Een aanzienlijk deel van de bevolking, tot wel 4 procent, lijdt aan chronische dagelijkse hoofdpijn, gedefinieerd als hoofdpijn die meer dan 15 dagen per maand optreedt [2](#page=2).
### 1.2 Oorzaken en classificatie
Er zijn meer dan 300 mogelijke oorzaken van hoofdpijn. Om deze diversiteit te structureren en te diagnosticeren, wordt de classificatie International Classification of Headache Disorders, 3e editie (ICHD-III) gebruikt. De ICHD-III biedt een gestandaardiseerd systeem voor de classificatie en diagnostiek van hoofdpijnaandoeningen [2](#page=2).
> **Tip:** Het is cruciaal om de ICHD-III classificatie te begrijpen, aangezien deze de basis vormt voor de diagnose en behandeling van verschillende soorten hoofdpijn [2](#page=2).
---
# Epidemiologie en kosten van hoofdpijn
Dit gedeelte behandelt de prevalentie van verschillende hoofdpijntypes en de economische impact van hersenaandoeningen in België.
### 2.1 Epidemiologie van hoofdpijntypes
De prevalentie van hoofdpijntypes varieert aanzienlijk:
* **Spanningshoofdpijn:**
* Episodische spanningshoofdpijn komt voor bij 30% tot 80% van de bevolking [3](#page=3).
* Chronische spanningshoofdpijn heeft een prevalentie van ongeveer 3% [3](#page=3).
* **Migraine:**
* Episodische migraine treft 4% tot 6% van de bevolking [3](#page=3).
* Een hogere prevalentie, namelijk 12% tot 18%, wordt waargenomen voor migraine in bredere zin [3](#page=3).
* **Medicatie-overgebruikshoofdpijn:** De prevalentie hiervan wordt geschat op 1% [3](#page=3).
* **Clusterhoofdpijn:** Dit type hoofdpijn is zeldzamer met een prevalentie van ongeveer 0,1% [3](#page=3).
> **Tip:** Noteer de percentages en de bijbehorende hoofdpijntypes zorgvuldig, aangezien deze vaak gevraagd worden in examens.
### 2.2 Economische kosten van hersenaandoeningen in België
De economische last van hersenaandoeningen in België is aanzienlijk, zoals geïllustreerd door de totale kosten in 2004 [4](#page=4).
* **Migraine:** Migraine vertegenwoordigde een significante economische kost. De exacte totale kost in miljoenen euro's voor migraine wordt niet gespecificeerd in de grafiek, maar het is duidelijk een van de vermelde aandoeningen [4](#page=4).
* **Vergelijking met andere hersenaandoeningen:** De grafiek toont de totale kosten in miljoenen euro's voor 2004 van diverse hersenaandoeningen, waaronder hersentumoren, angststoornissen, verslaving, dementie, epilepsie, de ziekte van Parkinson, beroerte, trauma, psychotische stoornissen, multiple sclerose en affectieve stoornissen [4](#page=4).
> **Tip:** Probeer de relatieve kosten van de verschillende aandoeningen te onthouden. Hoewel specifieke cijfers voor migraine ontbreken in de tekstuele weergave van de grafiek, is de visuele representatie op pagina 4 cruciaal voor het begrijpen van de economische impact. Let op dat de kosten uitgedrukt zijn in miljoenen euro's (EUR) [4](#page=4).
---
# Pathofysiologie en classificatie van hoofdpijn
Dit gedeelte behandelt de pijngevoelige structuren in het hoofd, het trigeminovasculaire systeem en de classificatie van hoofdpijn volgens de ICHD-II, met een focus op primaire en secundaire hoofdpijnen.
### 3.1 Pijngevoelige structuren in het hoofd
Niet alle structuren in het hoofd zijn pijnlijk. De hersenen zelf, de dura aan de convexiteit van de hersenen en het schedelbot zijn niet pijngevoelig. Daarentegen zijn de dura aan de basis van de hersenen, grote bloedvaten, en sinussen wel pijngevoelig. Sensorische input van deze structuren wordt voornamelijk geleid via de nervus trigeminus (V), de glossopharyngeus (IX) en de vagus (X). De distributie van deze zenuwen kan zowel oppervlakkig als diep in het hoofd zijn [7](#page=7) [9](#page=9).
### 3.2 Het trigeminovasculaire systeem
Het trigeminovasculaire systeem speelt een centrale rol in de pathogenese van hoofdpijn, met name bij migraine. Dit systeem omvat de dilatatie van de bloedvaten in de dura mater. Sensorische input vanuit deze vaten, verzameld door de nervus trigeminus, gaat naar de trigeminale nucleus caudalis (TNC) in de hersenstam. Vanaf de TNC wordt de pijnsignaal doorgestuurd naar de thalamus en vervolgens naar de cerebrale cortex, waar de uiteindelijke perceptie van hoofdpijn plaatsvindt [8](#page=8).
> **Tip:** Begrijpen welke structuren wel en niet pijnlijk zijn, en hoe de signalen via het trigeminovasculaire systeem lopen, is cruciaal voor het begrijpen van de verschillende typen hoofdpijn.
### 3.3 Classificatie van hoofdpijn volgens ICHD-II
De International Headache Society (IHS) hanteert de International Classification of Headache Disorders, 2nd edition (ICHD-II) voor de classificatie van hoofdpijnen. Deze classificatie verdeelt hoofdpijnen in primaire en secundaire hoofdpijnen [11](#page=11).
#### 3.3.1 Primaire hoofdpijnen
Primaire hoofdpijnen zijn hoofdpijnsoorten die niet het gevolg zijn van een andere onderliggende ziekte of aandoening. De belangrijkste categorieën binnen de primaire hoofdpijnen zijn [11](#page=11) [12](#page=12):
* Migraine
* Spanningshoofdpijn
* Trigeminale autonome cephalalgieën (zoals clusterhoofdpijn)
#### 3.3.2 Secundaire hoofdpijnen
Secundaire hoofdpijnen zijn hoofdpijnen die worden veroorzaakt door een onderliggende pathologie. Voorbeelden hiervan zijn [11](#page=11):
* Medicatie-overgebruik hoofdpijn [11](#page=11).
* Hoofdpijn door oorzaken zoals acute bloedingen of langzaam groeiende tumoren [10](#page=10).
> **Tip:** Het onderscheid tussen primaire en secundaire hoofdpijn is fundamenteel. Bij secundaire hoofdpijn is het essentieel om de onderliggende oorzaak te identificeren en te behandelen. Het concept van een "vals alarm" kan worden toegepast op situaties waarbij hoofdpijn wordt ervaren ondanks afwezigheid van schade, in tegenstelling tot wanneer schade wel aanwezig is en alarm slaat [10](#page=10).
---
# Migraine: kenmerken, diagnose en behandeling
Migraine is een veelvoorkomende, vaak familiair voorkomende neurologische aandoening die gekenmerkt wordt door paroxismale hemicraniële hoofdpijn, vaak geassocieerd met specifieke symptomen en soms voorafgegaan door een aura [15](#page=15) [17](#page=17).
### 4.1 Klinische kenmerken
Migraine wordt gekenmerkt door paroxismale hemicraniële hoofdpijn. Kenmerken van deze hoofdpijn zijn [17](#page=17):
* Hevig en kloppend van aard [17](#page=17).
* Vaak unilateraal gelokaliseerd [17](#page=17).
* Begeleidende symptomen omvatten foto- en/of sonofobie (overgevoeligheid voor licht en geluid) [17](#page=17).
* Misselijkheid en/of braken zijn veelvoorkomend [17](#page=17) [21](#page=21).
* Er is sprake van mechanosensitiviteit [17](#page=17).
Soms kan migraine gepaard gaan met een aura. Aura's manifesteren zich als visuele symptomen, paresthesieën, fatische stoornissen, en in zeldzame gevallen hemiplegie [17](#page=17).
Het tijdverloop van een migraineaanval omvat verschillende fasen: prodromi, aura (indien aanwezig), de hoofdpijnfase met geassocieerde symptomen, en postdromi. De intensiteit van de hoofdpijn varieert [18](#page=18).
> **Tip:** Migraine komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen [15](#page=15).
### 4.2 Epidemiologie
Migraine komt zeer frequent voor. De prevalentie van episodische migraine ligt rond de 4-6% bij mannen en 12-18% bij vrouwen. De aandoening wordt vaak familiair waargenomen [15](#page=15).
> **Tip:** Er wordt wel eens gesproken over de "migraine ijsberg" omdat een aanzienlijk deel van de migraine patiënten niet gediagnosticeerd is [25](#page=25).
### 4.3 Diagnostische criteria
#### 4.3.1 Migraine zonder aura
Om de diagnose migraine zonder aura te stellen, moet aan de volgende criteria voldaan worden [21](#page=21):
1. Minstens twee van de volgende kenmerken van de hoofdpijn:
* Eenzijdig
* Kloppend
* Matig tot ernstig van intensiteit
* Verergerd door of leidend tot vermijding van routinematige lichamelijke activiteit (bv. lopen of traplopen) [21](#page=21).
2. Minstens één van de volgende begeleidende verschijnselen:
* Misselijkheid en/of braken
* Foto- en/of sonofobie [21](#page=21).
3. De hoofdpijn is niet beter verklaard door een andere diagnose [21](#page=21).
4. Aanvallen duren 4 tot 72 uur indien onbehandeld [21](#page=21).
#### 4.3.2 Migraine met aura
Voor migraine met aura zijn de criteria:
1. Minstens twee aanvallen met aura [22](#page=22) [23](#page=23).
2. Aura met tenminste één van de volgende, volledig reversibele symptomen:
* Visuele symptomen (bv. knipperende lichten, zigzaglijnen, blinde vlekken)
* Sensorische symptomen (bv. tintelingen of gevoelloosheid)
* Spraak- of taalstoornissen (dysfasie) [23](#page=23).
3. Aura met tenminste één van de volgende kenmerken:
* Geleidelijk toenemen over meer dan 5 minuten, of twee of meer symptomen komen na elkaar voor.
* Elk individueel symptoom duurt 5 tot 60 minuten [23](#page=23).
* Tenminste één aura symptoom is unilateraal.
* De aura wordt gevolgd door hoofdpijn binnen 60 minuten [23](#page=23).
4. Niet beter verklaard door een andere diagnose [23](#page=23).
#### 4.3.3 Chronische migraine
Chronische migraine wordt gedefinieerd als:
* Meer dan 15 dagen hoofdpijn per maand [24](#page=24).
* Meer dan 8 dagen per maand hoofdpijn die voldoet aan de criteria voor migraine [24](#page=24).
#### 4.3.4 Menstruele migraine
Menstruele migraine is een subgroep van migraine die geassocieerd is met de menstruatiecyclus [20](#page=20).
### 4.4 Behandeling
De behandeling van migraine kan worden onderverdeeld in niet-farmacologische en farmacologische aanpak, gericht op zowel de aanval als preventie [26](#page=26).
#### 4.4.1 Aanvalsbehandeling
De aanvalsbehandeling van migraine omvat:
* **Niet-farmacologische aanpak:**
* Rustige omgeving creëren [29](#page=29).
* Slaap [29](#page=29).
* **Farmacologische behandeling:**
* Pijnstillers zoals paracetamol, NSAID's (niet-steroïde anti-inflammatoire drugs) [29](#page=29).
* Triptanen, specifieke medicatie voor migraine [29](#page=29).
* Middelen tegen braken, bijvoorbeeld domperidon (Motilium instant) [29](#page=29).
#### 4.4.2 Preventieve behandeling
Preventieve behandeling wordt overwogen vanaf 2 of meer invaliderende aanvallen per maand [30](#page=30).
* **Medicatie:**
* Bèta-blokkers (bv. propranolol, metoprolol) [30](#page=30).
* Antidepressiva zoals amitriptyline [30](#page=30).
* Antihypertensiva zoals candesartan [30](#page=30).
* Anticonvulsiva zoals natriumvalproaat (in Nederland minder vaak gebruikt voor migraine preventie vanwege bijwerkingen) en topiramaat (Topamax) [30](#page=30).
* **Specifieke antimigraine preventieve behandelingen:**
* **CGRP-antagonisten:**
* Monoklonale antilichamen (antilichamen gericht tegen CGRP of CGRP-receptor): erenumab, eptinezumab, fremanezumab, galcanezumab [30](#page=30).
* Oraal werkende CGRP-receptor antagonisten: atogepant en rimegepant [30](#page=30).
* **Botuline toxine:** Dit kan ook ingezet worden voor preventieve behandeling [30](#page=30).
> **Tip:** Een hoofdpijnagenda is een belangrijk hulpmiddel voor zowel diagnose als monitoring van de behandeling van migraine [27](#page=27).
> **Tip:** Het vermijden van specifieke triggers is cruciaal, maar het is belangrijk te onthouden dat triggers individueel bepaald zijn [28](#page=28).
Het is opvallend dat, hoewel 53% van de migrainepatiënten in aanmerking komt voor preventieve therapie op basis van invaliditeit en frequentie, minder dan 5% deze behandeling daadwerkelijk ontvangt [30](#page=30).
---
# Spanningshoofdpijn en clusterhoofdpijn
Dit gedeelte behandelt het klinisch beeld en de behandeling van spanningshoofdpijn, gevolgd door een beschrijving van het klinisch beeld en de behandelingsstrategieën voor clusterhoofdpijn [31](#page=31) [35](#page=35).
### 5.1 Spanningshoofdpijn
Spanningshoofdpijn wordt gekenmerkt door een mild tot matige, drukkende, vaak dagelijks aanwezige hoofdpijn die beschreven wordt als bandvormig. Het kan gerelateerd zijn aan stress [32](#page=32).
#### 5.1.1 Klinisch beeld
De hoofdpijn is vaak chronisch en kan dagelijks aanwezig zijn. De intensiteit wordt beschreven als mild tot matig. Patiënten ervaren een drukkend gevoel, vaak omschreven als bandvormig rond het hoofd. Stress wordt vaak als uitlokkende factor genoemd [32](#page=32).
#### 5.1.2 Behandeling
De behandeling van spanningshoofdpijn omvat het vermijden van uitlokkende factoren. Voor pijnstilling kan paracetamol of een NSAID worden overwogen, met de kanttekening van medicatie-overgebruikshoofdpijn (MOH). Preventieve medicatie kan bestaan uit amitriptylline of topiramaat. Tevens worden ontspanningstechnieken aanbevolen [34](#page=34).
> **Tip:** Wees alert op medicatie-overgebruikshoofdpijn (MOH) bij de behandeling van spanningshoofdpijn [34](#page=34).
### 5.2 Clusterhoofdpijn
Clusterhoofdpijn is een zeer hevige, aanvalsgewijze optredende, eenzijdige hoofdpijn, typisch gelokaliseerd rond het oog of temporaal [36](#page=36).
#### 5.2.1 Klinisch beeld
De aanvallen van clusterhoofdpijn zijn extreem pijnlijk en treden eenzijdig op, meestal rond het oog of in het slaapgebied (temporaal). De duur van een aanval varieert van 15 minuten tot 3 uur. De frequentie kan variëren van één aanval per twee dagen tot wel 8 aanvallen per dag. Kenmerkend zijn de autonome verschijnselen aan de aangedane zijde, zoals roodheid van het oog, injectie van het bindvlies, tranenvloed, neusverstopping of een loopneus. Patiënten ervaren vaak rusteloosheid of agitatie tijdens een aanval. De grafiek toont een typisch patroon van pijnintensiteit over een etmaal, met pieken die overeenkomen met de aanvallen [36](#page=36) [37](#page=37).
> **Example:** Een patiënt beschrijft een stekende, ondragelijke pijn aan de rechterzijde van het hoofd, die zich concentreert achter het oog, met gepaard gaande roodheid en tranenvloed van datzelfde oog. De aanval duurt ongeveer twee uur [36](#page=36).
#### 5.2.2 Behandeling
De behandeling van clusterhoofdpijn kent twee strategieën: aanvalsbehandeling en preventieve behandeling.
* **Aanvalsbehandeling:** Tijdens een acute aanval kunnen zuurstoftherapie en subcutane triptanen effectief zijn [38](#page=38).
* **Preventieve behandeling:** Langdurige preventieve medicatie omvat verapamil en lithium. Tevens is het belangrijk om bekende triggers te vermijden, zoals alcohol en dutten overdag [38](#page=38).
---
# Secundaire hoofdpijnen en medicatie-overgebruik hoofdpijn
Dit deel van de studiehandleiding behandelt secundaire hoofdpijn, de bijbehorende alarmsymptomen, en gaat dieper in op medicatie-overgebruik hoofdpijn (MOH), inclusief het klinisch beeld en de behandelingsaanpak.
### 6.1 Secundaire hoofdpijn
Secundaire hoofdpijn is hoofdpijn die veroorzaakt wordt door een onderliggende aandoening, in tegenstelling tot primaire hoofdpijn. Er is een lange lijst van mogelijke oorzaken voor secundaire hoofdpijn [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 6.1.1 Oorzaken van secundaire hoofdpijn
De oorzaken van secundaire hoofdpijn kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën [40](#page=40):
* Trauma
* Infectie
* Vasculaire oorzaken (bijv. bloeding, arteritis)
* Niet-vasculaire intracraniële oorzaken (bijv. tumor, intracraniële hypertensie)
* Medicamenteuze of toxische oorzaken
* Verstoorde homeostase (bijv. hoogteziekte, vasten, hypertensie)
* Psychiatrische diagnoses
* Aandoeningen van de nek, tanden, ogen, sinussen, etc.
#### 6.1.2 Alarmsymptomen bij hoofdpijn
Het herkennen van alarmsymptomen is cruciaal voor het identificeren van secundaire hoofdpijn die potentieel ernstige onderliggende oorzaken heeft. Deze alarmsymptomen omvatten [41](#page=41):
* Acuut ontstaan van maximale hoofdpijn ("thunderclap" hoofdpijn)
* Neurologische symptomen
* Bewustzijnsstoornissen
* Koorts en/of meningisme
* Progressieve toename van hoofdpijn over weken
* Druk- of houdingsgebonden hoofdpijn
* Visusstoornissen
* Ochtendlijk braken
* Bradycardie
* Nieuw ontstane hoofdpijn bij een oudere persoon
### 6.2 Medicatie-overgebruik hoofdpijn (MOH)
Medicatie-overgebruik hoofdpijn, ook wel bekend als "medication overuse headache" (MOH), ontstaat door het dagelijks gebruik van pijnstillende medicatie. Dit komt frequent voor bij patiënten met chronische migraine en spanningshoofdpijn [42](#page=42).
#### 6.2.1 Definitie en frequentie van medicatiegebruik bij MOH
De diagnose MOH wordt gesteld op basis van de frequentie van medicatiegebruik [43](#page=43):
* **Eenvoudige analgetica (paracetamol, ASA, NSAID's):** Gemiddeld 15 of meer dagen per maand [43](#page=43).
* **Combinatieanalgetica, opioïden, ergotamine, triptanen:** Gemiddeld 10 of meer dagen per maand [43](#page=43).
> **Tip:** Het is essentieel om de frequentie van medicijngebruik nauwkeurig te registreren, bijvoorbeeld met een hoofdpijndagboek, om MOH te diagnosticeren.
#### 6.2.2 Klinisch beeld van MOH
Het klinisch beeld van MOH is vaak een combinatie van symptomen die lijken op chronische spanningshoofdpijn of chronische migraine. Typische kenmerken zijn [44](#page=44):
* (Bijna) dagelijkse hoofdpijn.
* Ochtendlijke hoofdpijn.
* Hoofdpijn die resistent is aan preventieve behandelingen.
* Ontwenningsverschijnselen bij pogingen om te stoppen met de pijnstilling.
> **Belangrijk:** Medicatie-overgebruik hoofdpijn is niet hetzelfde als toxicomanie; het betreft een hoofdpijnstoornis die is ontstaan door het overmatig gebruik van medicatie [44](#page=44).
* Er is vaak sprake van comorbiditeit met psychische aandoeningen zoals depressie en angst [44](#page=44).
#### 6.2.3 Behandeling van MOH
De behandeling van MOH richt zich primair op preventie en het doorbreken van de vicieuze cirkel van medicatiegebruik. De belangrijkste stappen zijn [45](#page=45):
* **Stoppen met pijnstillers:** Dit is de hoeksteen van de behandeling.
* **Evt. starten van onderhoudsbehandeling:** Tijdens het stoppen met de acuutwerkende pijnstillers kan een preventieve medicatie worden gestart.
* **Beperken van pijnstilling:** In de toekomst moet pijnstilling beperkt worden tot maximaal 2 dagen per week [45](#page=45).
> **Preventie:** Het voorkomen van MOH is altijd beter dan de behandeling ervan. Het is daarom cruciaal om patiënten te informeren over de risico's van frequent pijnstillergebruik [45](#page=45).
---
# Chronische hoofdpijn en craniale neuralgieën
Deze sectie bespreekt de risicofactoren die leiden tot chronische hoofdpijn en gaat dieper in op craniale neuralgieën, met specifieke aandacht voor trigeminus neuralgie, de oorzaken en behandelingsmogelijkheden ervan.
### 7.1 Chronische hoofdpijn: risicofactoren voor chronificatie
Het chronisch worden van hoofdpijn wordt beïnvloed door verschillende factoren die de overgang van acute naar langdurige pijnklachten kunnen bevorderen [47](#page=47).
#### 7.1.1 Identificatie van risicofactoren
De volgende factoren worden geassocieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van chronische hoofdpijn:
* **Overgebruik van pijnstillers:** Frequent en/of langdurig gebruik van analgetica kan leiden tot medicatie-overgebruikshoofdpijn, waarbij de pijnstillers paradoxaal genoeg de hoofdpijn in stand houden of verergeren [47](#page=47).
* **Slaapapneu:** Slaapstoornissen, met name obstructieve slaapapneu, kunnen de frequentie en intensiteit van hoofdpijn aanvallen beïnvloeden [47](#page=47).
* **Depressie:** Psychische aandoeningen zoals depressie zijn sterk gecorreleerd met chronische hoofdpijn, waarbij de onderliggende stemmingsstoornis de pijnperceptie kan verhogen [47](#page=47).
* **Overgebruik van cafeïne:** Net als bij pijnstillers kan excessief cafeïnegebruik leiden tot afkickhoofdpijn of de aard van bestaande hoofdpijn veranderen [47](#page=47).
* **Andere chronische pijnproblematiek:** De aanwezigheid van andere chronische pijnsyndromen kan de gevoeligheid voor pijn verhogen en bijdragen aan de chronificatie van hoofdpijn [47](#page=47).
### 7.2 Craniale neuralgieën
Craniale neuralgieën zijn aandoeningen die gekenmerkt worden door pijn langs de banen van de hersenzenuwen die het hoofd en gezicht innerveren [48](#page=48).
#### 7.2.1 Trigeminus neuralgie
Trigeminus neuralgie is een specifieke vorm van craniale neuralgie die de nervus trigeminus (vijfde hersenzenuw) aantast, een zenuw die verantwoordelijk is voor het gevoel in het gezicht en de aansturing van kauwspieren [48](#page=48).
##### 7.2.1.1 Klinisch beeld van trigeminus neuralgie
De typische presentatie van trigeminus neuralgie omvat:
* **Leeftijd:** De aandoening treft meestal patiënten ouder dan 50 jaar [49](#page=49).
* **Pijnkarakteristieken:** Patiënten ervaren plotselinge, kortdurende (1-2 seconden durende) pijnscheuten die aanvoelen als een 'elektrische schok' [49](#page=49).
* **Lokalisatie:** De pijn is typisch gelokaliseerd aan één zijde van het aangezicht, binnen het verzorgingsgebied van de nervus trigeminus (takken V(a), V(b), V(c)) [49](#page=49).
* **Triggers:** De pijnscheuten kunnen worden uitgelokt door specifieke prikkels, zogenaamde 'triggerpoints', en door bewegingen van het aangezicht, zoals praten, kauwen, poetsen of aanraken [49](#page=49).
##### 7.2.1.2 Oorzaken van trigeminus neuralgie
In de meeste gevallen is de specifieke oorzaak van trigeminus neuralgie onduidelijk (idiopathisch). Echter, bij jongere patiënten kan trigeminus neuralgie een vroeg symptoom zijn van onderliggende neurologische aandoeningen, zoals multiple sclerose (MS). In de context van MS kan de demyelinisatie van de nervus trigeminus leiden tot de karakteristieke pijnsyndromen [50](#page=50).
##### 7.2.1.3 Behandeling van trigeminus neuralgie
De behandeling van trigeminus neuralgie richt zich op het beheersen van de pijn en kan bestaan uit:
* **Medicatie:**
* **Anti-epileptica:** Medicijnen die oorspronkelijk voor epilepsie zijn ontwikkeld, zoals carbamazepine en gabapentine, zijn zeer effectief gebleken bij de behandeling van trigeminus neuralgie. Ze werken door het stabiliseren van de prikkelbaarheid van zenuwcellen [51](#page=51).
* **Chirurgische interventie:** In gevallen waarin medicamenteuze behandeling onvoldoende effectief is of bijwerkingen veroorzaakt, kan een chirurgische ingreep overwogen worden. Diverse technieken zijn beschikbaar om de druk op de zenuw te verlichten of de zenuwgeleiding te moduleren [51](#page=51).
> **Tip:** Het is cruciaal om een zorgvuldige differentiaaldiagnose te overwegen bij patiënten met aangezichtspijn, met name om onderliggende ernstige aandoeningen zoals MS uit te sluiten, zeker bij jongere patiënten [50](#page=50).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Prevalentie | De prevalentie van een ziekte of aandoening verwijst naar het percentage van de bevolking dat op een bepaald moment of gedurende een bepaalde periode aan die ziekte of aandoening lijdt. |
| Chronische dagelijkse hoofdpijn | Dit is een type hoofdpijn dat gedurende ten minste 15 dagen per maand gedurende meer dan drie maanden optreedt, wat de dagelijkse functionaliteit aanzienlijk kan belemmeren. |
| ICHD-III | De International Classification of Headache Disorders, derde editie, is een gestandaardiseerd systeem voor de classificatie en diagnose van hoofdpijnaandoeningen, opgesteld door de International Headache Society. |
| Spanningshoofdpijn | Een veelvoorkomende vorm van hoofdpijn die gekenmerkt wordt door milde tot matige pijn, vaak beschreven als een drukkend of bandvormig gevoel rond het hoofd, en die niet verergert bij fysieke activiteit. |
| Migraine | Een neurologische aandoening die zich kenmerkt door terugkerende, matige tot ernstige hoofdpijnaanvallen, vaak aan één kant van het hoofd, vergezeld van symptomen zoals misselijkheid, braken en gevoeligheid voor licht en geluid. |
| Medication-overuse headache (MOH) | Hoofdpijn die ontstaat door frequent gebruik van medicijnen voor de behandeling van hoofdpijn, wat leidt tot een vicieuze cirkel van hoofdpijn en medicatiegebruik. |
| Cluster hoofdpijn | Een zeer hevige, eenzijdige hoofdpijn die aanvalsgewijs optreedt, meestal rond het oog of de slaap, en gepaard gaat met autonome symptomen zoals tranenvloed en neusverstopping. |
| Dura | Een van de vliezen die de hersenen en het ruggenmerg omhullen; het is een taai, vezelig bindweefsel dat bescherming biedt. |
| Trigeminovasculair systeem | Een complex neuraal netwerk dat betrokken is bij de waarneming van pijn in het hoofd en gezicht, met name via de nervus trigeminus en de bloedvaten in de hersenvliezen. |
| Nervus trigeminus | De vijfde hersenzenuw, die verantwoordelijk is voor de gevoelsinput van het gezicht en de aansturing van de kauwspieren. |
| Trigeminale nucleus caudalis (TNC) | Het onderste deel van de nucleus trigeminus in de hersenstam, dat cruciale informatie over pijn en temperatuur uit het gezicht en de hoofdhuid verwerkt. |
| Thalamus | Een belangrijk relaisstation in de hersenen dat sensorische informatie verwerkt en doorstuurt naar de cerebrale cortex voor verdere interpretatie. |
| Cerebrale cortex | Het buitenste, geplooide deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor hogere cognitieve functies zoals waarneming, denken en taal. |
| Aura (bij migraine) | Een groep neurologische symptomen, meestal visueel, die migraineaanvallen kunnen voorafgaan of vergezellen, zoals flitsen van licht, zigzaglijnen of gezichtsvelduitval. |
| Foto- en sonofobie | Overgevoeligheid voor licht (fotofobie) en geluid (sonofobie), veelvoorkomende symptomen tijdens een migraineaanval. |
| Nausea/braken | Misselijkheid en braken zijn veelvoorkomende symptomen die gepaard gaan met migraineaanvallen. |
| Mechanosensitiviteit | Verhoogde gevoeligheid voor pijn als gevolg van fysieke druk of beweging, wat bij migrainepatiënten kan optreden. |
| Epilepsie | Een neurologische aandoening die wordt gekenmerkt door terugkerende, onvoorspelbare epileptische aanvallen, veroorzaakt door abnormale elektrische activiteit in de hersenen. |
| Parkinson | Een chronische, progressieve neurodegeneratieve aandoening die voornamelijk de motorische functies beïnvloedt, gekenmerkt door tremor, rigiditeit en langzame bewegingen. |
| Alzheimer | Een neurodegeneratieve ziekte die leidt tot progressief geheugenverlies en cognitieve achteruitgang, en de meest voorkomende oorzaak is van dementie. |
| CGRP antagonisten | Een klasse medicijnen die de werking blokkeren van CGRP (calcitonine gen-related peptide), een molecuul dat een rol speelt bij migraine; deze worden gebruikt voor preventieve behandeling. |
| Monoklonale antistoffen (monoklonale Ab) | Een type eiwit dat specifiek is ontworpen om zich te binden aan bepaalde doelmoleculen in het lichaam, zoals CGRP, en wordt gebruikt in de preventieve behandeling van migraine. |
| Anti-epileptica | Medicijnen die worden gebruikt om epileptische aanvallen te voorkomen of te verminderen, maar die ook effectief kunnen zijn bij de behandeling van bepaalde soorten hoofdpijn, zoals trigeminus neuralgie. |
| Trigeminus neuralgie | Een ernstige zenuwpijn die het gezicht treft, veroorzaakt door irritatie of schade aan de nervus trigeminus, gekenmerkt door scherpe, elektrische schok-achtige pijn. |