Cover
Mulai sekarang gratis samenvatting gezondheidsrecht .pdf
Summary
# Patiëntenrechten
Dit onderwerp behandelt de rechten van patiënten binnen de gezondheidszorg, zoals het recht op informatie, geïnformeerde toestemming, vrije keuze van beroepsbeoefenaar en inzage in het patiëntendossier, en de bijbehorende plichten van zorgverleners.
## 1. Inleiding tot patiëntenrechten in België
### 1.1 Historische context
Tot het einde van de 20e eeuw bestond er in België geen afdwingbaar juridisch kader voor patiëntenrechten, ondanks internationale erkenning. De heersende mentaliteit was vaak paternalistisch, met een beperkte erkenning van het zelfbeschikkingsbeginsel van de patiënt [11](#page=11).
### 1.2 Wettelijke evolutie en de Wet Patiëntenrechten
Sinds het einde van de 20e eeuw hebben patiëntenrechten "kracht van wet" gekregen via diverse wetten, waaronder specifieke wetten op orgaandonatie, abortus, euthanasie, palliatieve zorg en de Wet betreffende de Rechten van de Patiënt van 22 augustus 2002 (Wet Patiëntenrechten - WP). Deze wetten bekrachtigen het autonomiebeginsel en geven de patiënt wettelijk afdwingbare rechten, wat tevens plichten creëert voor zorgverleners [11](#page=11).
De Wet Patiëntenrechten, van kracht sinds 6 oktober 2002, introduceerde nieuwe afdwingbare rechten zoals zorgweigering, inzage in het patiëntendossier, vrije keuze van zorgverlener en vertegenwoordiging. De wet werd nader uitgevoerd met koninklijke besluiten en kende sindsdien diverse wijzigingen, waaronder een modernisering in 2024. De intenties van de wetgever waren het beschermen van patiëntenrechten, het verduidelijken van juridische verhoudingen, het harmoniseren van normen, het opheffen van betwistingen over inzage en het invoeren van nieuwe normen zoals juridische waarde van voorafgaande wilsverklaringen en klachtenbemiddeling [11](#page=11) [12](#page=12).
## 2. Toepassingsgebied van de Wet Patiëntenrechten
### 2.1 Patiënten en gezondheidszorgbeoefenaars
De WP heeft een breed toepassingsgebied:
* **De patiënt:** Iedere natuurlijke persoon die gezondheidszorg ontvangt, al dan niet op eigen verzoek, inclusief onder dwang [12](#page=12).
* **De gezondheidszorgbeoefenaar:** Alle beroepsbeoefenaars vermeld in de Wet Uitoefening Gezondheidszorg (WUG), zoals artsen, tandartsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, en ook beoefenaars van niet-conventionele praktijken (bv. osteopathie). Zorginstellingen vallen strikt genomen niet onder de WP, maar moeten de naleving ervan door hun personeel waarborgen [12](#page=12).
### 2.2 Privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtsverhoudingen
De WP is van toepassing op alle privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtsverhoudingen inzake gezondheidszorg verstrekt door een beroepsbeoefenaar aan een patiënt, zowel in contractuele als buitencontractuele relaties [13](#page=13).
### 2.3 Het begrip gezondheidszorg
Gezondheidszorg omvat alle diensten verstrekt door een beroepsbeoefenaar met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand, het veranderen van het uiterlijk om esthetische redenen, of het begeleiden bij het sterven. Dit geldt voor preventieve, diagnostische, curatieve, esthetische en palliatieve zorg, en ook voor controlegeneeskunde en arbeidsgeneeskunde. Beroepsbeoefenaars die primair managementtaken uitvoeren (bv. hoofdarts) of gezondheidszorg verstrekt door niet-beroepsbeoefenaars (bv. mantelzorg) vallen buiten het toepassingsgebied van de WP [13](#page=13).
## 3. Rechtshandhaving van de Wet Patiëntenrechten
De WP voorziet geen specifieke sancties, maar schendingen kunnen leiden tot burgerlijke (schadevergoeding, dwangsom), arbeidsrechtelijke, strafrechtelijke of tuchtrechtelijke gevolgen. De Kwaliteitswet van 2019 introduceerde de Toezichtscommissie voor administratiefrechtelijke gevolgen en het opleggen van verbeterplannen [13](#page=13).
## 4. Inhoud van de Wet Patiëntenrechten
### 4.1 Plichten van de patiënt
De patiënt heeft een plicht tot samenwerking, respect en overleg met de zorgverstrekker [14](#page=14).
* **Samenwerkingsplicht:** Zorgverstrekking is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De patiënt dient correcte en volledige informatie te verstrekken. De gezondheidsbeoefenaar heeft echter ook een onderzoeksplicht en moet de juiste vragen stellen [14](#page=14).
* **Wederzijds respect:** Een bepaling die vooral symbolisch is en vraagt om respectvol gedrag van zowel patiënt als zorgverlener [15](#page=15).
* **Plicht tot overleg:** Multidisciplinair overleg is vereist bij verstrekkende beslissingen, met name op verzoek van de patiënt ook overleg met naasten [15](#page=15).
### 4.2 Recht op zelfbeschikking, kwaliteitsvolle dienstverstrekking en vroegtijdige zorgplanning
De patiënt heeft recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking die beantwoordt aan zijn behoeften, zonder discriminatie. Dit houdt in dat de beroepsbeoefenaar algemeen aanvaarde standaarden naleeft en een inspanningsverbintenis aangaat. Een patiënt heeft geen recht op medisch zinloze handelingen of de allernieuwste, duurste technieken [15](#page=15).
Daarnaast eerbiedigt de zorgverstrekker de menselijke waardigheid en de zelfbeschikking van de patiënt, rekening houdend met diens doelstellingen en waarden. Vroegtijdige zorgplanning, een continu denk- en communicatieproces over waarden, levensdoelen en voorkeuren, is verplicht indien nodig [15](#page=15).
### 4.3 Recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar
De patiënt heeft recht op vrije keuze van de gezondheidszorgbeoefenaar en op wijziging van deze keuze, tenzij wettelijk beperkt. Dit recht is niet absoluut en kan feitelijk beperkt worden door factoren eigen aan de beroepsbeoefenaar (bv. patiëntenstop, wachtlijsten) of de zorginstelling (bv. organisatorische noodzaak, personeelstekort) (#page=16, 17). Wettelijke beperkingen bestaan o.a. in de dringende geneeskundige hulpverlening en binnen de arbeidsgeneeskunde of gevangeniszorg [16](#page=16) [17](#page=17).
Nieuwe bepalingen verplichten zorgverleners te informeren over beperkende maatregelen voor hun beroepsuitoefening en op verzoek over hun bekwaamheid en ervaring. Tevens moeten zij informeren over hun beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Weigeringen van patiënten om behandeld te worden door een zorgverlener gebaseerd op geslacht, religie of ras kunnen ingewilligd worden indien dit geen problemen stelt, maar weigeringen ingegeven door racisme of xenofobie zijn juridisch betwistbaar [17](#page=17) [18](#page=18).
### 4.4 Recht op informatie over gezondheidstoestand
De patiënt heeft recht om geïnformeerd te worden over zijn eigen gezondheidssituatie en de evolutie ervan. Dit omvat de diagnose, waarschijnlijkheidsdiagnose, relevante nevenbevindingen, prognose en gezondheidsvoorlichting over wenselijk gedrag (#page=18, 19, 20). De behandelende gezondheidszorgbeoefenaar is in beginsel verantwoordelijk voor deze informatie. De informatie moet verstrekt worden aan de wils- en handelingsbekwame patiënt, een vertrouwenspersoon of, indien nodig, een vertegenwoordiger. Informatie wordt mondeling verstrekt, maar kan op verzoek ook schriftelijk [18](#page=18) [19](#page=19) [20](#page=20) [21](#page=21).
**Uitzonderingen op het recht op informatie:**
* **Recht om niet te weten:** Patiënten kunnen uitdrukkelijk verzet aantekenen tegen het ontvangen van informatie, tenzij dit ernstige nadelen voor zichzelf of derden inhoudt [21](#page=21).
* **Therapeutische exceptie:** Informatie mag uitzonderlijk worden achtergehouden indien het meedelen ervan een klaarblijkelijk ernstig nadeel voor de patiënt zou meebrengen en dit na consultatie van een collega en schriftelijke motivering [21](#page=21).
### 4.5 Recht op geïnformeerde toestemming
De patiënt heeft het recht om geïnformeerd, voorafgaandelijk en vrij toe te stemmen in iedere tussenkomst van de gezondheidszorgbeoefenaar. Dit omvat het recht om informatie te ontvangen over de voorgestelde tussenkomsten (doel, aard, risico's, alternatieven, financiële gevolgen) en het recht om vrij te beslissen (#page=22, 23, 24, 25, 26). De uitvoerder van de medische tussenkomst is primair verantwoordelijk voor de informatieverstrekking [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25) [26](#page=26).
**Inhoud van de toestemmingsinformatie omvat:**
* Doel, aard, urgentie, duur, frequentie van de tussenkomst [23](#page=23).
* Verwachte ontwikkelingen, nazorg, relevante tegenaanwijzingen, nevenwerkingen en risico's (#page=23, 24) [23](#page=23) [24](#page=24).
* Mogelijke alternatieven, al dan niet uitgevoerd door een andere zorgverlener [25](#page=25).
* Financiële gevolgen van de tussenkomst [23](#page=23).
* Informatie over de ervaring en kwalificaties van de zorgverlener (op vraag) [25](#page=25).
* Gevolgen bij behandelweigering (informed refusal) [26](#page=26).
De informatie moet "voorafgaandelijk" en tijdig worden verstrekt, met een redelijke bedenktijd, tenzij urgentie dit beperkt. De toestemming is specifiek voor de overeengekomen handeling en kan mondeling of schriftelijk worden gegeven, waarbij schriftelijke toestemming sterk is aangewezen voor onomkeerbare ingrepen (#page=27, 28). Toestemmingsformulieren dienen als bewijs [26](#page=26) [27](#page=27) [28](#page=28).
### 4.6 Recht op actuele en voorafgaande zorgweigering (informed refusal)
Patiënten hebben het recht om een behandeling te weigeren of de toestemming in te trekken na verplichte informatie over de gevolgen (informed refusal). Dit geldt ook voor levensnoodzakelijke zorg, mits de patiënt wilsbekwaam is [29](#page=29).
**Voorafgaande wilsverklaringen** (art. 8/2 WP) maken het mogelijk om de wil te uiten over toekomstige zorg op een moment dat men niet meer in staat is dit zelf te doen [30](#page=30).
* **Positieve wilsverklaring:** Toestemming voor toekomstige zorg, maar juridisch niet afdwingbaar (enkel "rekening mee houden") [30](#page=30).
* **Negatieve wilsverklaring:** Schriftelijke weigering van specifieke toekomstige zorg. Deze is afdwingbaar, tenzij herroepen, een spoedgeval, of niet aan geldigheidsvoorwaarden voldoet. De formulering moet welomschreven zijn [31](#page=31).
### 4.7 Rechten met betrekking tot het patiëntendossier
De patiënt heeft recht op een patiëntendossier en de beroepsbeoefenaar heeft de plicht dit bij te houden, zorgvuldig en veilig te bewaren. De inhoud van het dossier wordt gedetailleerd geregeld door o.a. de Kwaliteitswet [32](#page=32) [33](#page=33).
De patiënt heeft recht op inzage en kopie van het volledige dossier, tenzij er specifieke uitzonderingen gelden (#page=34, 35) [34](#page=34) [35](#page=35).
* **Uitzonderingen op inzage:** Inzage door een vertrouwenspersoon, via een vertegenwoordiger (bv. bij minderjarigen of wilsonbekwamen), gegevens over derden, motivering van een therapeutische exceptie, en het geheim van een strafonderzoek [35](#page=35).
* **Post mortem inzage:** Nabestaanden (echtgenoot, partner, bloedverwanten tot 2e graad) hebben recht op inzage via een tussenpersoon (arts). Minderjarige overleden patiënten geven rechtstreeks inzagerecht aan hun vertegenwoordiger [35](#page=35) [36](#page=36).
### 4.8 Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en intimiteit
De patiënt heeft recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer, met name van zijn gezondheidsgegevens. Dit wordt mede geregeld door de GDPR en andere privacywetgeving. Beeld- en geluidsopnames door zorgverleners vereisen toestemming, tenzij er een andere wettelijke grond is. Patiënten mogen gesprekken opnemen, mits rekening houdend met de privacyverwachting en het doel. De intimiteit van de patiënt moet gerespecteerd worden, waarbij enkel noodzakelijke personen aanwezig mogen zijn bij zorgverlening [37](#page=37) [38](#page=38).
### 4.9 Klachtenbehandeling
De patiënt heeft het recht een klacht neer te leggen bij de bevoegde ombudsfunctie, in ziekenhuizen of via de Federale Ombudsdienst, ter bemiddeling bij conflicten inzake patiëntenrechten [38](#page=38).
### 4.10 Recht op pijnbestrijding
Iedereen heeft recht op de meest aangepaste zorg om pijn te voorkomen, te evalueren, behandelen en verzachten. Dit valt onder het algemene recht op kwaliteitsvolle zorg en werd later toegevoegd aan de WP [39](#page=39).
---
# Beroepsgeheim en privacybescherming
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de wettelijke regels rond het beroepsgeheim en de bescherming van de privacy van patiënten, inclusief de uitzonderingen en de rol van de GDPR.
## 2. Beroepsgeheim en privacybescherming
De maatschappelijke context van privacybescherming is veranderd door de toename van gevoelige gezondheidsinformatie en de toenemende mogelijkheid tot verwerking en overdracht ervan, onder andere door elektronische patiëntendossiers en nieuwe technologieën. Tegelijkertijd is de 'honger' naar gezondheidsinformatie, zowel in curatief als extracuratief verband, toegenomen. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een noodzaak voor een geïntegreerde visie op privacybescherming, die rekening houdt met disparate regelgeving zoals het Strafwetboek, de GDPR, de e-health-wet en sectorale deontologische codes [39](#page=39) [40](#page=40).
### 2.1 Het misdrijf ‘schending van het beroepsgeheim’
Het misdrijf schending van het beroepsgeheim wordt beschreven in artikel 458 van het Strafwetboek en de bijbehorende invulling in artikel 352 nieuw Strafwetboek [40](#page=40) [41](#page=41).
#### 2.1.1 Constitutieve elementen van het misdrijf
De constitutieve elementen van het misdrijf schending van het beroepsgeheim zijn:
* **Een bekendmaking aan een derde:** Dit omvat elke mededeling, ongeacht de vorm, aan iemand anders dan de patiënt zelf. Bij wilsonbekwame patiënten hebben vertegenwoordigers, zoals ouders bij minderjarigen, het recht op informatie, tenzij de minderjarige zelf als 'mature' kan worden beschouwd. Een uitzondering hierop is de aanduiding van een vertrouwenspersoon of uitdrukkelijke toestemming van de patiënt [41](#page=41).
* **Een toevertrouwd geheim:** Dit betreft informatie die geheim is en zo moet blijven, wat niet enkel informatie is die van de patiënt wordt ontvangen, maar ook wat de zorgverlener zelf vaststelt. Alle gezondheidsgegevens en persoonsgegevens vallen hieronder, inclusief het loutere feit dat een patiënt een bepaalde arts raadpleegde of in het ziekenhuis verblijft. Zelfs de bevestiging van een negatief feit, zoals "patiënt lijdt niet aan HIV," valt hieronder. Niet-medische en administratieve informatie valt ook onder het beroepsgeheim indien ze vertrouwelijke informatie bevatten, zoals informatie uit een patiëntenfactuur waaruit een behandeling kan worden afgeleid. Informatie die reeds gekend of openbaar is, valt niet onder het beroepsgeheim [41](#page=41) [42](#page=42).
* **Een geheim in verband met ‘het beroep’:** Dit slaat op informatie die is vernomen naar aanleiding van het beroep, en niet in een private context of buiten de beroepscontext. De bron van de geheime informatie is irrelevant, en ook toevallig vernomen geheime informatie valt onder het beroepsgeheim. Het beroepsgeheim geldt altijd, ook na het einde van de behandelrelatie en na overlijden, met de post mortem-inzagerecht als uitzondering [42](#page=42).
* **Over een geïdentificeerd of identificeerbare persoon:** De bekendgemaakte informatie moet koppelbaar zijn aan een bepaalde persoon, hetzij geïdentificeerd (met naam) of identificeerbaar (door de informatie zelf). Indien gegevens geanonimiseerd zijn, is er geen schending [42](#page=42).
* **Opzettelijke bekendmaking:** Er moet sprake zijn van algemeen opzet, dat wil zeggen wetens en willens handelen. Schending is niet aan de orde bij onvoorzichtigheid of onachtzaamheid, hoewel dit wel kan leiden tot burgerlijke, tuchtrechtelijke of GDPR-sancties [42](#page=42).
* **Bekendmaking door een geheimplichtige:** Het beroepsgeheim geldt voor beroepsbeoefenaars die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hen zijn toevertrouwd. Dit omvat naast artsen, apothekers en vroedvrouwen ook 'noodzakelijke confidenten', zijnde alle zorgverleners met een therapeutische relatie, stagiairs, studenten, en in specifieke wetgeving ook preventie-adviseurs, controle-artsen, ombudspersonen en leden van ethische comités, onder andere. Voor administratief en technisch personeel is er een discussie, maar zij vallen minstens onder de GDPR en een discretionaire plicht [43](#page=43).
#### 2.1.2 De discretieplicht
De discretieplicht is een verzamelnaam voor zwijgplichten die niet onder artikel 458 Strafwetboek vallen, maar wel gelden voor personen die geen beroepsgeheim hebben maar wel vertrouwelijke informatie vernemen. Dit kan voortvloeien uit de GDPR, artikel 1382 (oud) BW, deontologie of contractuele afspraken. Dit geldt bijvoorbeeld voor poetsvrouwen in ziekenhuizen of mantelzorgers, die een discretieplicht hebben, ook al is er discussie over een beroepsgeheim [43](#page=43).
### 2.2 Uitzonderingen op het beroepsgeheim
Er zijn diverse uitzonderingen op het beroepsgeheim, zowel algemene als specifieke gronden.
#### 2.2.1 Algemene uitzonderingsgronden
* **Wettelijke verplichting of mogelijkheid:** Artikel 458 Strafwetboek voorziet in geen straf indien de bekendmaking is toegelaten of verplicht door de wet, het decreet of de ordonnantie. Er moet een wettelijke basis zijn, geen KB, omzendbrief of richtlijn [44](#page=44).
* **GDPR-rechtvaardigingsgronden:** De GDPR (artikel 6 en 9) biedt grondslagen zoals vitaal belang en therapeutische noodzaak. Het recht van verdediging is ook een grondslag, bijvoorbeeld wanneer een arts zich moet verdedigen voor de Orde van Artsen [44](#page=44).
#### 2.2.2 Toestemming van de geheimgerechtigde (patiënt)
De visie op de toestemming van de patiënt is geëvolueerd [44](#page=44).
* **Oude visie:** Vroeger werd aangenomen dat het beroepsgeheim de openbare orde raakt en de patiënt daar niet over kon beschikken, waardoor hun toestemming niet voldoende was om het op te heffen [44](#page=44).
* **Nieuwe visie:** De moderne opvatting erkent een groeiende informationele autonomie van de patiënt. De GDPR, de e-health-wet en aangepaste deontologische codes benadrukken het belang van toestemming. Hoewel de bescherming nog steeds nodig is, lijkt het idee van onbeschikbaarheid niet meer houdbaar. Toestemming moet wel voorafgaand, vrij, specifiek, uitdrukkelijk en geïnformeerd zijn [44](#page=44).
#### 2.2.3 Specifieke uitzonderingsgronden
* **Therapeutische noodzaak:** Artikel 9, lid 2, h) GDPR staat de verwerking van gezondheidsgegevens toe voor doeleinden zoals preventieve geneeskunde, medische diagnoses en het verstrekken van gezondheidszorg, zowel intra- als extramuraal [44](#page=44).
* **Gedeeld beroepsgeheim:** Dit is een door rechtspraak en rechtsleer erkende uitzondering, verankerd in de Kwaliteitswet en artikel 9 GDPR. Het maakt onderlinge uitwisseling van geheime informatie tussen verschillende geheimplichtigen mogelijk indien alle betrokkenen gebonden zijn door beroepsgeheim, optreden met dezelfde finaliteit in het belang van de patiënt, en de informatie beperkt blijft tot wat relevant en noodzakelijk is (need to know). Er is minstens impliciete toestemming van de patiënt vereist [45](#page=45).
* **Verstrekken van info aan het RIZIV:** Artikel 150 ZIV-wet geeft inspecteurs en controleurs bevoegdheid om alle nuttige stukken en documenten op te vragen voor hun wettelijke opdracht. De zorgverlener heeft een medewerkingsplicht [45](#page=45).
* **Verstrekken van info aan het Fonds voor Medische Ongevallen (FMO):** Het FMO kan alle nodige informatie opvragen voor de beoordeling van een aanvraag, en medewerkers zijn gebonden door het beroepsgeheim. Boetes staan op niet-tijdige mededeling [45](#page=45).
* **Overige specifieke wettelijke uitzonderingen:** Dit omvat onder andere het bezorgen van registratiedocumenten aan de Euthanasiecommissie, medische informatie voor verzekeringscontracten, aangifte van besmettelijke ziekten, aangifte van geboorte en overlijden, gedwongen opname, en medische vaststellingen in kader van dronkenschap [45](#page=45).
* **Getuigenis in rechte:** Dit is een oude uitzondering op het beroepsgeheim (art. 458 Sw.). De geheimplichtige heeft een spreekrecht, geen plicht, en kan weigeren te antwoorden, maar mag dit recht niet misbruiken door het beroepsgeheim af te wenden van zijn doel. De geheimgerechtigde is wel verplicht te verschijnen en een eed af te leggen [45](#page=45) [46](#page=46).
* **Rechterlijk bevel tot overlegging van stukken:** Een rechter kan de overlegging bevelen van voor de zaak relevante (bewijs)stukken, ook van een derde. Bij weigering om stukken die onder het beroepsgeheim vallen mee te delen, mag het weigeringsrecht niet worden misbruikt [46](#page=46).
* **Verdediging in rechte:** Wanneer de geheimplichtige zelf beschuldigd wordt van professionele fouten, prevaleert het recht van verdediging (art. 6 EVRM, art. 9, lid 2, f) GDPR) boven het beroepsgeheim voor zover medische gegevens relevant en nodig zijn voor de verdediging [46](#page=46).
* **Patiënt als slachtoffer van een misbruik:** De 'patiënt-slachtofferregel' stelt dat medische gegevens over een patiënt die slachtoffer is van een misdrijf, bekendgemaakt mogen worden indien dit in het belang van de patiënt is, zelfs zonder toestemming. Dit geldt met name voor feiten die kunnen leiden tot de vervolging van personen die geen patiënt zijn. Er is echter een belangrijke nuancering in het advies van de Nationale Raad van de Orde der Artsen met nadruk op het verkrijgen van toestemming en de autonomie van de patiënt [46](#page=46) [47](#page=47).
* **Noodtoestand:** Dit houdt in dat een strafwet overtreding geoorloofd is indien nodig om hogere belangen te vrijwaren of andere misdrijven te voorkomen. De toepassing op het medisch beroepsgeheim vereist dat het absoluut noodzakelijk is om een onmiddellijk dreigend gevaar voor de fysieke of psychische integriteit af te wenden. Bekentenissen over reeds gepleegde misdrijven zonder recidivegevaar, of misdrijven met louter patrimoniaal gevaar, vallen hier niet onder. Een melding is in beginsel een mogelijkheid, tenzij bij onbetwistbare hulpverleningsverplichting (art. 422bis Sw.) [47](#page=47).
* **Melding van misbruik van kinderen of kwetsbare personen (art. 458bis Sw.):** Dit artikel, ingevoerd na de Dutroux-affaire, biedt de mogelijkheid tot melding aan de Procureur bij ernstig en dreigend gevaar voor de fysieke en psychische integriteit van een gekende persoon, of bij aanwijzingen van 'gewichtig en reëel gevaar'. Melding is een ultimum remedium en vereist dat de geheimhouder niet zelf of met hulp van derden de integriteit kan beschermen. Er is kritiek op de interpretatie door Cassatie die een extra, niet wettelijk voorziene voorwaarde stelt dat de geheimplichtige contact moet hebben gehad met dader én slachtoffer. Meldcodes geven verdere verduidelijking [48](#page=48).
* **Casusoverleg bij dreigend geweld (art. 458ter Sw.):** Dit artikel biedt de mogelijkheid tot uitzonderlijk casusoverleg tussen hulpverlening, bestuur en politie ter bescherming van fysieke of psychische integriteit of ter voorkoming van terroristische misdrijven. Deelnemers, geheimplichtig en niet-geheimplichtig, plegen overleg, wat vertrouwelijk is, maar kan leiden tot vervolging voor de specifieke misdrijven waarvoor het overleg werd georganiseerd. Deelname is vrijwillig, onthulling van vertrouwelijke gegevens is een mogelijkheid, behalve bij schuldig hulpverzuim [48](#page=48) [49](#page=49).
### 2.3 Het beroepsgeheim en onderzoeksmaatregelen
#### 2.3.1 Huiszoeking en inbeslagname
Ziekenhuizen, privépraktijken en apotheken worden beschermd door artikel 8 EVRM. Huiszoeking en inbeslagname vereisen een bevel van een onderzoeksrechter (of de Procureur des Konings in specifieke gevallen) met specifieke motivering. Er is een gebruik om een onafhankelijke waarnemer (vertegenwoordiger van de tuchtoverheid) aan te stellen, wat een filterfunctie heeft ter waarborging van het medisch beroepsgeheim [49](#page=49).
#### 2.3.2 Zorgverlener verdacht van een misdrijf
Het beroepsmisdrijf sluit het beroepsgeheim uit, en een zorgverlener kan zich niet verzetten tegen de inbeslagname van een patiëntendossier indien hij zelf verdacht wordt. Alle partijen, inclusief het Openbaar Ministerie, hebben toegang tot inbeslaggenomen medische stukken [49](#page=49).
---
# Statuten van gezondheidszorgberoepsbeoefenaars
Dit onderdeel beschrijft de wettelijke kaders en voorwaarden voor de uitoefening van diverse gezondheidszorgberoepen in België, voornamelijk geregeld door de Wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen (WUG) [50](#page=50).
### 3.1 Inleiding tot de WUG
#### 3.1.1 Situering WUG
De wet van 10 mei 2015, een technisch-juridische herwerking van het vroegere KB nr. 78, vormt de basis voor de regels inzake beroepsuitoefening in België. Het is een kaderwet die voorziet in titelbescherming en beroepsbescherming. Een geplande hervorming zou de WUG opsplitsen in een kaderwet met uitvoeringsbesluiten per beroep en een wet inzake kwaliteitsvolle praktijkvoering, maar dit is niet volledig gerealiseerd [50](#page=50).
#### 3.1.2 WUG-piramide
Het begrip 'WUG-piramide' wordt als achterhaald beschouwd; alle onderdelen van de wet zijn cruciaal voor de continuïteit van zorg [50](#page=50).
#### 3.1.3 Geregelde beroepen
De WUG reguleert diverse beroepen, waaronder geneeskunde (inclusief tandheelkunde), artsenijbereidkunde, verpleegkunde, vroedkunde, kinesitherapie, klinisch psycholoog en klinisch orthopedagoog, ambulancier-hulpverlener en diverse paramedische beroepen [51](#page=51).
### 3.2 De arts
#### 3.2.1 Voorwaarden voor beroepsuitoefening
* **Diploma**: Een masterdiploma in geneeskunde, behaald in de EU of een gelijkgeschakeld diploma buiten de EU (na NARIC-procedure) is vereist. Voor niet-EU artsen is een machtiging voor 60 dagen mogelijk voor uitzonderlijke medische handelingen [51](#page=51).
* **Visum**: Dit is de concrete toelating tot beroepsuitoefening, uitgereikt door de FOD Volksgezondheid. Het kan worden ingetrokken of geschorst bij gebrek aan geschiktheid, strafrechtelijke veroordeling, gevaar voor de volksgezondheid of problemen met zorgkwaliteit. De Toezichtscommissie beslist hierover [51](#page=51).
* **Inschrijving bij de provinciale raad Orde der Artsen**: Verplicht voor alle artsen, zowel met Belgische als niet-Belgische diploma's. Niet-inschrijving resulteert in onwettige uitoefening. Er zijn gevallen bekend van geschrapte buitenlandse artsen die in België blijven werken, wat illustreert dat het Europees waarschuwingssysteem IMI niet altijd effectief is [51](#page=51) [52](#page=52).
#### 3.2.2 (On)wettige uitoefening van geneeskunde
Onwettige uitoefening van geneeskunde is het gewoonlijk verrichten van handelingen die gericht zijn op het onderzoeken van de gezondheidstoestand, het opsporen van ziekten, het stellen van diagnoses, of het instellen of uitvoeren van behandelingen, terwijl men niet voldoet aan de basisvoorwaarden (diploma, visum, inschrijving). Preventie, zoals het onderzoeken van de gezondheidstoestand, is niet noodzakelijk onwettige geneeskunde [52](#page=52).
### 3.3 De apotheker
#### 3.3.1 Voorwaarden voor beroepsuitoefening
De basisvoorwaarden voor de uitoefening van de artsenijbereidkunde zijn vergelijkbaar met die voor artsen: diploma, visum en inschrijving bij de Provinciale Raad Orde der Apothekers [52](#page=52).
#### 3.3.2 (On)wettige uitoefening artsenijbereidkunde
Dit betreft het zonder wettelijke basisvoorwaarden verrichten van handelingen zoals het bereiden, verkopen, detailverkoop, of terhandstelling van geneesmiddelen en farmaceutische zorg. Een herborist die kruidenmengsels bereidt die geen geneesmiddel zijn, valt hier niet onder. De online verkoop van producten die zich voordoen als geneesmiddel, maar dit niet zijn, wordt beschouwd als oplichting [52](#page=52) [53](#page=53).
#### 3.3.3 Farmaceutische zorg
De rol van de apotheker gaat verder dan enkel de verkoop van geneesmiddelen. Hij verleent informatie en advies, controleert doseringen en compatibiliteit van medicatie, en strijdt tegen medicatieverslaving. De apotheker heeft een zorgcontinuïteitsverplichting en neemt deel aan wachtdiensten. Elke apotheek heeft een 'apotheker-titularis' die slechts titularis van één apotheek kan zijn [53](#page=53).
#### 3.3.4 Soorten apotheken
Er zijn publieke officina's en ziekenhuisapotheken, die onder verschillende regelgevingen vallen [53](#page=53).
### 3.4 De tandarts
#### 3.4.1 Voorwaarden voor beroepsuitoefening
Een diploma en een visum zijn vereist. Tandartsen hebben geen Orde en dus geen inschrijvingsplicht [53](#page=53).
#### 3.4.2 (On)wettige uitoefening van tandheelkunde
Dit omvat het gewoonlijk verrichten van handelingen in de mond van patiënten gericht op het behoud, genezing, herstel of vervanging van het gebit, zoals operatieve tandheelkunde, orthodontie en mond- en tandprothese, zonder wettelijke voorwaarden te voldoen. Louter esthetische handelingen vallen onder de Wet Esthetische Geneeskunde 2013. Er rijzen kwaliteitsvragen rond tandartsen met Roemeense diploma's wegens een gebrek aan beperkingen op het aantal studenten in Roemenië [54](#page=54).
### 3.5 De kinesitherapeut
Sinds 1995 hebben kinesitherapeuten een autonoom statuut binnen de WUG. Hun beroepsinhoud omvat systematische handelingen, onderzoeken, opstellen van balansen en concipiëren van behandelingen. Voorwaarden voor toegang zijn diploma en visum; er is geen Orde. Hoewel de titel beschermd is, is er geen afdwingbare beroepsbescherming; onwettige uitoefening kan wel als onwettige uitoefening van geneeskunde bestraft worden. Kinesitherapie mag enkel op basis van een medisch voorschrift worden uitgeoefend [54](#page=54).
### 3.6 De verpleegkundige
#### 3.6.1 Voorwaarden voor beroepsuitoefening
* **Huidig kader**: Er zijn nieuwe diplomavereisten sinds 2023-2024: basisverpleegkundige (HBO5), verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg (bachelor), en verpleegkundig-specialist (master na bachelor). Een visum is vereist, maar er is geen Orde of inschrijvingsplicht [55](#page=55).
* **Work in progress**: Nieuwe regelgeving voorziet in een gestructureerd zorgteam met verpleegkundigen verantwoordelijk voor algemene zorg als coördinator die de complexiteit van de zorg inschatten en delegeerbaar zijn aan basisverpleegkundigen of zorgkundigen [55](#page=55).
#### 3.6.2 (On)wettige uitoefening
Verpleegkunde mag enkel uitgeoefend worden door dragers van de beroepstitel. Er bestaan bijzondere beroepstitels en bekwaamheden, zoals voor pediatrie, geestelijke gezondheidszorg, en wondverzorging (#page=55, 56). Verpleegkundige specialisten (mastertitel) kunnen vanaf 2025 en 2026 beslissingen nemen inzake medische diagnostiek en behandeling, en geneesmiddelen voorschrijven en attesten opstellen [55](#page=55) [56](#page=56).
#### 3.6.3 Verpleegkundige bevoegdheden
De beroepsinhoud omvat drie klassen van prestaties: autonome verpleegkundige prestaties (kern van het beroep, uitvoerbaar zonder artseninstructie) technisch verpleegkundige prestaties (ondersteuning diagnose/therapie, met of zonder voorschrift van de arts) en toevertrouwde medische handelingen (delegatie door artsen, altijd volgens diens instructies) [56](#page=56) [57](#page=57).
#### 3.6.4 Uitoefening van verpleegkundige taken door niet-verpleegkundigen
* **Mantelzorger**: Mag bepaalde B-verstrekkingen uitvoeren mits opleiding, procedure en attest [57](#page=57).
* **Praktijkassistent**: Een paramedisch beroep dat artsen ondersteunt bij o.a. het afnemen van EKG's en bloedstalen [57](#page=57).
* **Bekwame helper**: Mag in het kader van zijn beroep of vrijwillige activiteit verpleegkundige handelingen verrichten [57](#page=57).
* **Activiteiten van het dagelijkse leven**: Handelingen die niet meer exclusief tot de verpleegkunde behoren (bv. parameters opnemen, medicatie toedienen behalve opioïden, wassen) mogen door niet-geschoolde personen uitgevoerd worden mits artsen- of verpleegkundige bepaling van noodzaak [57](#page=57).
### 3.7 De zorgkundige
Geregeld sinds 2001 om de werklast van verpleegkundigen te verminderen, vereist de zorgkundige verplichte registratie. Ze bieden bijstand aan verpleegkundigen (onder diens verantwoordelijkheid) bij zorgverstrekking, gezondheidsopvoeding en logistiek. Bevoegdheden omvatten een limitatieve lijst van verpleegkundige activiteiten, steeds onder toezicht en coördinatie van een verpleegkundige [58](#page=58).
### 3.8 De vroedvrouw
Vroedvrouwkunde is een autonoom beroep binnen de WUG, beoefenaars zijn bevoegd voor handelingen binnen de geneeskunde met een beperkte bevoegdheid [58](#page=58).
#### 3.8.1 Voorwaarden voor beroepsuitoefening
Toegang is mogelijk mits diploma, visum en erkenning [58](#page=58).
#### 3.8.2 Bevoegdheden vroedvrouw
* **Algemeen**: Vroedvrouwen kunnen autonoom normale bevallingen begeleiden, toezicht houden op zwangerschap, bevalling en post partum, preventieve maatregelen nemen en in urgentie noodzakelijke medische handelingen uitvoeren in afwachting van een arts [58](#page=58).
* **Uitbreiding bij KB 1991**: Specificeert bevoegdheden voor pre-, intra- en postnatale zorg, met een inventaris van toegelaten en verboden handelingen. De verhouding met artsen is geregeld, met een verwittigingsverplichting bij pathologische tekens. Nieuw afgestudeerden zijn meer gespecialiseerd, maar KB's bieden perspectieven voor bredere inzetbaarheid [59](#page=59).
### 3.9 De paramedische beroepen
De paramedische beroepen vormen een verzamelnaam voor sterk verschillende beroepen, waaronder apothekers-assistentie, audiologie, orthopedische technologie (prothesist, bandagist, orthesist), diëtetiek, ergotherapie, medische laboratoriumtechnologie, logopedie, orthoptie, optometrie, podologie, technoloog medische beeldvorming, patiëntenvervoer, mond- en tandzorg, en praktijkassistentie [59](#page=59).
#### 3.9.1 Voorwaarden beroepsuitoefening
Voorwaarden omvatten visum, erkenning en registratie. Elk beroep heeft een apart KB dat de beroepsinhoud, erkenningsvoorwaarden en relatie met voorschrijvende artsen regelt [60](#page=60).
### 3.10 Geestelijke gezondheidszorgberoepen
#### 3.10.1 De psycholoog
De Wet van 8 november 1993 beschermt de titel 'psycholoog', waarvoor diploma en inschrijving bij de Psychologencommissie vereist zijn. Sancties zijn beperkt tot het niet meer mogen dragen van de titel, wat als een zwakte van de regeling wordt beschouwd [60](#page=60).
#### 3.10.2 De klinisch psycholoog en klinisch orthopedagoog
De Wet van 4 april 2014 (Wet geestelijke gezondheidszorgberoepen) introduceerde deze twee autonome beroepen met titel- en beroepsbescherming [60](#page=60).
* **Klinische psychologie**: Betreft de preventie, onderzoek, diagnose en behandeling van psychisch of psychosomatisch lijden, inclusief verslavingen, depressieve gedachten en pedofiele neigingen. Dit mag beoefend worden door artsen, erkende klinische psychologen en erkende klinische orthopedagogen met voldoende kennis [60](#page=60) [61](#page=61).
* **Klinische orthopedagogiek**: Richt zich op het omgaan met agressieproblematiek, stress, autisme, leerproblemen en OCD, met bijzondere aandacht voor contextuele factoren en opvoedings- of leerproblemen [60](#page=60).
Voorwaarden voor de klinisch psycholoog zijn inschrijving bij de Psychologencommissie, visum en erkenning [61](#page=61).
#### 3.10.3 De psychotherapie
Psychotherapie is een behandelingsvorm, geen afzonderlijk beroep. Het is in beginsel voorbehouden aan artsen, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen na een specialisatie-opleiding. Er bestaat een complex stelsel van overgangsmaatregelen [61](#page=61).
#### 3.10.4 De deontologie code
De deontologie code voor psychologen, ingevoerd in 2014, is van toepassing op iedereen die de titel 'psycholoog' draagt en bevat een tuchtrechtelijke procedure met sancties zoals waarschuwing, schorsing en schrapping van de titel [61](#page=61).
### 3.11 Niet-conventionele geneeswijzen
Vier 'alternatieve' geneeswijzen zijn bij wet voorzien: homeopathie, chiropraxie, osteopathie en acupunctuur. Dit zijn geen officiële beroepen, aangezien ze niet terugbetaald worden door mutualiteiten en niet autonoom willen worden. Beoefenaars kunnen zich individueel registreren [61](#page=61).
---
# Medische aansprakelijkheid
Dit deel behandelt de verschillende gronden van aansprakelijkheid die kunnen voortvloeien uit medischehandelingen, met bijzondere aandacht voor de rol van de arts, het ziekenhuis en het Fonds voor Medische Ongevallen.
## 4. Medische aansprakelijkheid
### 4.1 Rechtsverhouding zorgverlener-patiënt
#### 4.1.1 Contractuele rechtsverhouding arts/ziekenhuis en patiënt
* **Uitgangspunt:** De kern van de contractuele rechtsverhouding is de geneeskundige behandelingsovereenkomst tussen de arts/het ziekenhuis en de patiënt. Informed consent vormt de rechtsbasis van deze overeenkomst. De overeenkomst is opzegbaar, mits de continuïteitsverplichting wordt nageleefd [85](#page=85).
* **Geldigheidsvereisten:** Klassieke geldigheidsvereisten voor een contract zijn van toepassing: vrije, bewuste en geïnformeerde toestemming, handelingsbekwaamheid (met uitzondering van mature minderjarigen), een geoorloofd voorwerp (geen onwettige behandelingen) en een geoorloofde oorzaak (rechtmatige motieven, geen onredelijk risicovolle of onwetenschappelijke behandeling) [85](#page=85).
* **Bewijs van overeenkomst:** Er is geen geschrift vereist; de overeenkomst kan door diverse elementen bewezen worden, zoals het vastleggen en nakomen van een afspraak [85](#page=85).
* **De ziekenhuisovereenkomst:**
* In private ziekenhuizen kan een patiënt een opnameovereenkomst sluiten [85](#page=85).
* **Arts-out-overeenkomst:** Een aparte overeenkomst met de instelling voor opname en verzorging, terwijl de medische prestaties in een afzonderlijk contract met de arts worden geregeld [85](#page=85).
* **All-in-contract:** De patiënt sluit slechts één contract met het ziekenhuis voor zowel opname/verzorging als medische prestaties. Dit is typisch voor spoedopnames [86](#page=86).
* **Kenmerken van de overeenkomst:**
* Consensuele overeenkomst [86](#page=86).
* Wederkerige overeenkomst, doorgaans ten bezwarende titel [86](#page=86).
* *Intuitu personae* (in concreto): doorgaans met een specifieke arts of instelling, hoewel dit niet altijd het geval is (bv. spoedopname, oproep op een wachtdienst) [86](#page=86).
* Duurovereenkomst, waarbij diverse prestaties in de tijd verspreid zijn [86](#page=86).
* **Beëindiging:** De overeenkomst kan eindigen na uitvoering, in onderling akkoord, wegens wanprestatie, door opzegging (met inachtneming van zorgcontinuïteit en informatieoverdracht), of door overlijden van een partij [86](#page=86).
#### 4.1.2 Buitencontractuele rechtsverhouding arts/ziekenhuis en patiënt
Deze verhouding kan zich voordoen in verschillende situaties:
* **Afwezigheid van een overeenkomst:**
* Precontractuele fase (bv. weigering van zorg, tenzij schuldig verzuim bij dringend gevaar) [86](#page=86).
* Postcontractuele fase (bv. na een operatie blijkt een prothese toxisch, en het ziekenhuis roept patiënten niet terug) [86](#page=86).
* Feitelijke onmogelijkheid tot contracteren (bv. wilsonbekwame patiënt, tenzij vertegenwoordiger contracteert) [86](#page=86).
* Situaties waarin men geen vrije keuze heeft (bv. wachtdienst, anesthesist, radioloog) [86](#page=86).
* **Dwangsituaties:** Bijvoorbeeld bij een gedwongen opname of een gedwongen medische beoordeling [86](#page=86).
* **All-in contract met ziekenhuis:** De rechtsverhouding met de arts is dan buitencontractueel [86](#page=86).
* **Rechtsverhouding met openbare zorginstellingen:** Zoals een universitair ziekenhuis [86](#page=86).
* **Strafrechtelijke inbreuk:** Bijvoorbeeld slagen en verwondingen of schending van het beroepsgeheim [86](#page=86).
#### 4.1.3 Relevantie van het onderscheid
Het onderscheid tussen contractuele en buitencontractuele rechtsverhoudingen is cruciaal voor de bepaling van de verjaringstermijn [87](#page=87).
* **Contractuele vorderingen:** 10 jaar [87](#page=87).
* **Buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen:** 5 jaar vanaf kennis van schade en identiteit aansprakelijke persoon. Als een contractuele vordering ook een misdrijf is, kan men buitencontractueel vorderen met een bijkomende termijn van 5 jaar, met een maximum van 20 jaar na het schadeverwekkend feit [87](#page=87).
* **Verjaring stuiten en schorsen:** Verjaring kan gestuit worden (bv. door dagvaarding), waardoor een nieuwe termijn begint te lopen. Schorsing betekent dat de termijn tijdelijk wordt onderbroken en nadien verderloopt (bv. bij minderjarigheid) [87](#page=87).
* **Nieuwe regels (vanaf 1/1/2025):** Artikel 6.3 BW maakt het principieel mogelijk om buitencontractueel te vorderen tussen contractanten, zelfs zonder bewijs van een misdrijf. Ook de uitvoeringsagent van een rechtstreekse contractspartij kan worden aangesproken, maar kan eigen contractuele verweermiddelen inroepen, behalve bij aantasting van psychische of fysieke integriteit [87](#page=87).
### 4.2 Aansprakelijkheid van de arts en het ziekenhuis voor eigen gedrag
De aansprakelijkheid kan voortvloeien uit eigen gedrag, andermans gedrag of gebrekkige zaken [88](#page=88).
#### 4.2.1 Aard van de verbintenis
De aard van de verbintenis wordt steeds *in concreto* beoordeeld [88](#page=88).
* **Principe: Inspanningsverbintenis:** Medische handelingen zijn doorgaans inspanningsverbintenissen vanwege het aleatoire karakter van het beoogde resultaat en de inherente risico's. Een fout wordt vastgesteld indien niet alle redelijke maatregelen werden genomen om het beoogde resultaat te bereiken. Het niet-bereiken van het gewenste resultaat is op zich geen fout [88](#page=88).
* **Uitzondering: Resultaatsverbintenis:**
* Bij schending van een wettelijk gebod of verbod dat welbepaald gedrag oplegt (bv. schending beroepsgeheim, niet voldoen aan erkenningsnormen, schending inzagerecht) [88](#page=88).
* Bij uitdrukkelijke wil van partijen (bv. behandeling van de juiste patiënt of het juiste lichaamsdeel) [88](#page=88).
* Bij gebrek aan een onzeker resultaat: eenvoudige en risicoloze handelingen (bv. eenvoudige radiografie, laboanalyses) [88](#page=88).
* Verplichte handelingen (bv. geen voorwerpen achterlaten in lichaam patiënt, tenzij overmacht) [88](#page=88).
* **Discussiegevallen:**
* Sterilisatie wordt door de meerderheid als resultaatsverbintenis beschouwd, gezien de minieme kans op zwangerschap [88](#page=88).
* Esthetische chirurgie wordt door de meerderheid als inspanningsverbintenis beschouwd [88](#page=88).
#### 4.2.2 Aansprakelijkheid ziekenhuis voor gebrekkige organisatie
Het ziekenhuis is aansprakelijk voor:
* **Zorgvuldig logement:** Bed aangepast aan patiënt [88](#page=88).
* **Deugdelijk voedsel:** Dieet en gebreksvrij [88](#page=88).
* **Voldoende en bekwaam personeel:** In beginsel inspanningsverbintenis, tenzij specifieke wettelijke bepaling [88](#page=88).
* **Voldoende en deugdelijk materiaal:** Inclusief architecturale veiligheid [88](#page=88).
* **Zorgvuldig hygiënebeleid:** Inspanningsverbintenis; infecties zijn slechts beperkt vermijdbaar [88](#page=88).
* **Bewakings-, toezichts- en veiligheidsplicht:** Bijvoorbeeld bij suïcidedreiging [89](#page=89).
* **Zorgvuldige communicatie en dossiervoering:** Aansprakelijk bij onvolledige, foutieve, laattijdige of afwezige communicatie/overdracht van gegevens, of onzorgvuldige bewaring/verlies van patiëntendossiers. Verlies van een dossier kan leiden tot schadevergoeding wegens verlies van een kans op bewijs [89](#page=89).
#### 4.2.3 Aansprakelijkheid arts/ziekenhuis voor medisch handelen
##### 4.2.3.1 Fout
* **Algemeen:** De zorgvuldigheidsnorm wordt *in abstracto* beoordeeld: vergelijking met een voorzichtig en redelijk zorgverlener in dezelfde omstandigheden (specialiteit, plaats, tijdstip, omstandigheden). Subjectieve elementen zoals leeftijd of ervaring worden in principe uitgesloten. Richtlijnen (EBM) dienen als standaard. Bewijs van een medische fout gebeurt doorgaans via deskundigenonderzoek [89](#page=89).
* **Toepassingen op medisch handelen:**
* **Diagnosefouten:** Een verkeerde diagnose is op zich geen fout, tenzij deze te lang duurt of onredelijk is. Telefonische diagnose is gevaarlijk en vereist achteraf verificatie [89](#page=89).
* **Behandelingsfouten:** Een arts mag een behandeling weigeren, tenzij bij schuldig hulpverzuim (art. 422bis Sw.). Rekening gehouden moet worden met de grenzen van bekwaamheid en de doorverwijs- of consultatieplicht. Bij keuze tussen behandelingen geldt de therapeutische vrijheid, maar de minst risicovolle behandeling wordt doorgaans gevolgd. Proportionaliteit tussen succesratio en risico's is belangrijk [90](#page=90).
* **Fouten in de nazorg:** Inclusief algemene toezichtsplicht op complicaties na behandeling en postinformatieplicht (patiënt *recall*) [90](#page=90).
##### 4.2.3.2 Schade
* **Algemene principes en bewijs:** Schade is het resultaat van een vergelijking tussen de huidige toestand na de onrechtmatige daad en de hypothetische toestand zonder deze daad. Het recht op integrale schadevergoeding omvat materiële en immateriële schade. De Indicatieve Tabel wordt gebruikt voor de begroting van lichamelijke schade. Rekening wordt gehouden met verlies van genezings- en overlevingskansen (*verlies van een kans*) [91](#page=91).
* **Geboorte van een ongewenst kind:**
* *Wrongful life*-vordering: Het gehandicapt kind lijdt geen schade in vergelijking met niet-leven [91](#page=91).
* *Wrongful birth*-vordering: Ouders kunnen vergoeding krijgen voor materiële en morele schade [91](#page=91).
* *Wrongful pregnancy*-vordering: De geboorte van een gezond, niet-gepland kind veroorzaakt op zich geen schade, omdat het genot van het kind opweegt tegen de lasten [91](#page=91).
* **Schadebeperkingsplicht:** Het slachtoffer moet de eigen schade zoveel mogelijk beperken. Een patiënt mag een behandeling weigeren, behalve in uitzonderlijke omstandigheden [92](#page=92).
##### 4.2.3.3 Causaal verband
* **Equivalentieleer:** Elke fout zonder welke de schade zich niet zou hebben voorgedaan. Bij meerdere oorzaken kunnen deze elk voor het geheel worden aangesproken (*in solidum*). Een uitzondering geldt als de afstand tussen feit en schade kennelijk onredelijk is [92](#page=92).
* **Zekerheid:** De oorzaak moet gekend en zeker zijn; een mogelijke oorzaak volstaat niet. Er zijn uitzonderingen zoals proportionele aansprakelijkheid bij kansverlies of onzekerheid over de identiteit van de schadeverwekker [92](#page=92).
* **Vreemde oorzaak:** Geen causaal verband bij overmacht, medische risico's, fout van een derde (art. 6.21 BW) of eigen fout van de patiënt (art. 6.20 BW) [93](#page=93).
* **Nieuwe regels bewijsrecht (art. 8.5 en 8.6 BW):** Bewijs kan geleverd worden met een zekere mate van zekerheid (90%) of waarschijnlijkheid (75%), vooral voor negatieve feiten of wanneer zeker bewijs onmogelijk is [93](#page=93).
#### 4.2.4 Aansprakelijkheid van de arts en het ziekenhuis voor andermans daad
##### 4.2.4.1 Centrale ziekenhuisaansprakelijkheid
Het ziekenhuis is centraal aansprakelijk voor de handelingen van de daar werkzame beroepsbeoefenaars, ook zelfstandigen, tenzij het ziekenhuis de patiënt duidelijk en voorafgaandelijk informeert over de exoneratie [94](#page=94).
##### 4.2.4.2 Aansprakelijkheid van de aansteller voor de aangestelde
* **Relatie ziekenhuis en zorgverlener:** Zorginstellingen zijn aansprakelijk voor fouten van werknemers en ambtenaren (art. 1384, lid 3 oud BW / art. 6.14 BW). Het onderscheid tussen werknemer en zelfstandige is relevant voor de persoonlijke aansprakelijkheid [94](#page=94) [95](#page=95).
* **Fout verpleegkundige:** De aansteller hangt af van wie de leiding en toezicht uitoefent; bij een operatie is de arts de aansteller, anders het ziekenhuis [95](#page=95).
* **Fout arts-specialist-in-opleiding (ASO):** De ASO is ondergeschikt aan de stagemeester, die als aansteller wordt beschouwd. De persoonlijke aansprakelijkheid van de ASO is gebonden aan de criteria voor werknemers (opzet, zware of gewoonlijk voorkomende lichte fout) [95](#page=95).
* **Chirurg en hulppersonen:** De chirurg is in beginsel aansprakelijk voor fouten van hulppersonen (*gelegenheidsaanstelling*). De anesthesist wordt echter als autonome arts beschouwd en draagt eigen aansprakelijkheid [95](#page=95).
##### 4.2.4.3 Aansprakelijkheid van ziekenhuisorganen
* **Beheerder, directeur, hoofdarts, arts-diensthoofd:** Deze organen zijn verantwoordelijk voor de organisatie en leiding. Hun aansprakelijkheid hangt af van hun arbeidsrechtelijk statuut (#page=95, 96) [95](#page=95) [96](#page=96).
##### 4.2.4.4 Aansprakelijkheid personen belast met toezicht (art. 6.13 BW)
Een aansprakelijkheidsvermoeden geldt voor personen die op globale en duurzame wijze de levenswijze van anderen controleren en organiseren, wanneer schade ontstaat terwijl deze personen onder hun toezicht staan [96](#page=96).
### 4.3 Aansprakelijkheid van de arts en het ziekenhuis voor gebrekkige zaken
#### 4.3.1 Contractuele aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken
* Tot voor kort was er geen wettelijke regeling en moest een fout aangetoond worden [96](#page=96).
* **Nieuw BW (art. 5.230 BW):** De niet-nakoming wegens een gebrekkig voorwerp is toerekenbaar aan de schuldenaar, behoudens overmacht. Dit heeft mogelijk belangrijke impact op medische aansprakelijkheidsdossiers [97](#page=97).
#### 4.3.2 Wet Productaansprakelijkheid
Dit voorziet in foutloze of objectieve aansprakelijkheid voor de producent van een gebrekkig product [97](#page=97).
#### 4.3.3 Buitencontractuele aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken
* **Oud BW (art. 1384, lid 1):** Foutloze aansprakelijkheid voor de bewaarder van de zaak (in principe het ziekenhuis) [97](#page=97).
* **Vanaf 1/1/2025 (art. 6.16 BW):** Gebrekkigheid wordt beoordeeld naar analogie met de wet productaansprakelijkheid [97](#page=97).
### 4.4 Wet Medische Ongevallen (WMO)
#### 4.4.1 Ratio WMO
De WMO is opgericht om de problemen van patiënten, zorgverleners en verzekeraars te verzachten. Er geldt een tweesporenstelsel: de patiënt kan kiezen tussen de rechtbank of een minnelijke procedure bij het Fonds Medische Ongevallen (FMO). Het FMO biedt gratis advies en een vergoedingssysteem. De FMO-procedure heeft voorrang op burgerlijke procedures (schorsing verjaringstermijnen) [97](#page=97).
#### 4.4.2 Toepassingsgebied
* **Personeel:** Aanspraakgerechtigden, zorgverleners, beroepsbeoefenaars, verzorgingsinstellingen [98](#page=98).
* **Materieel:** "Schade als gevolg van gezondheidszorg". Uitsluitingen zijn niet-terugbetaalde ingrepen met zuiver esthetisch doel en schade door medische experimenten. Schade door gebrekkige producten valt hierbuiten [98](#page=98).
* **Temporeel:** Schadeverwekkende feiten vanaf 2 april 2010 [98](#page=98).
* **Territoriaal:** Schadeverwekkende feiten op Belgisch grondgebied [98](#page=98).
#### 4.4.3 Taken Fonds Medische Ongevallen
Het FMO heeft een advies-, bemiddelings- en vergoedingsfunctie, een preventieve functie en een rapporteringsfunctie [98](#page=98).
#### 4.4.4 Vergoedingsvoorwaarden
* **Algemeen:** De patiënt heeft keuze tussen vier gevallen:
1. Medisch ongeval zonder aansprakelijkheid + ernstige schade [98](#page=98).
2. Zorgverlener aansprakelijk + geen (voldoende) verzekeringsdekking [98](#page=98).
3. Zorgverlener aansprakelijk (volgens FMO) + betwisting verzekeraar + ernstige schade [98](#page=98).
4. Zorgverlener aansprakelijk (volgens FMO) + kennelijk ontoereikend vergoedingsvoorstel [98](#page=98).
* **Medisch ongeval zonder aansprakelijkheid (MOZA):** Een ongeval dat verband houdt met gezondheidszorg, geen aansprakelijkheid van de zorgverlener, niet voortvloeit uit de toestand van de patiënt, en abnormale schade veroorzaakt. Therapeutisch falen en verkeerde diagnose zonder fout zijn geen MOZA [98](#page=98).
* **Causaliteitsvoorwaarden:** Verband met gezondheidszorg en niet voortvloeiend uit de patiënttoestand [99](#page=99).
* **Abnormale schade:** Gedefinieerd door vermijdbaarheid of onvoorzienbaarheid [99](#page=99).
* **Ernstcriterium:** Aan één van de vier ernstdrempels moet worden voldaan: blijvende invaliditeit van minimaal 25%, tijdelijke arbeidsongeschiktheid van > 6 maanden, bijzonder zware verstoring van levensomstandigheden, of overlijden [100](#page=100).
#### 4.4.5 Procedure
* **Adviesaanvraag:** Via aangetekende brief of online formulier, met vermelding van verplichte gegevens. Ontvankelijkheid wordt getoetst op basis van toepassingsgebied, eerdere uitspraken, verjaring en eerdere vergoedingen. De aanvraag schorst verjaringstermijnen [100](#page=100).
* **Behandeling van de adviesaanvraag:** Bevestiging van ontvangst, recht op documenten en inzage van patiëntendossiers, tegensprekelijk deskundigenonderzoek bij ernstige schade [100](#page=100).
* **Advies van het FMO:** Binnen zes maanden wordt geoordeeld over aansprakelijkheid, MOZA en ernst. Het advies is niet bindend voor de rechter .
* **Vergoedingsvoorstel:** Indien MOZA met ernstige schade of aansprakelijkheid zonder voldoende verzekering, formuleert het FMO een voorstel. Bij aansprakelijkheid van de zorgverlener vraagt het FMO een voorstel aan de verzekeraar. Het FMO kan zelf vergoeden, met regres op de verzekeraar/zorgverlener. Het betalingsrisico ligt bij het FMO; de uitkering is definitief verworven voor de aanvrager. De omvang van de vergoeding is conform het gemene recht .
---
# Medische beslissingen rond het levenseinde
Medische beslissingen rond het levenseinde (MBL’s) omvatten een reeks handelingen die gericht zijn op het beëindigen of beïnvloeden van het levenseinde, met specifieke wettelijke en ethische kaders voor euthanasie en hulp bij zelfdoding, en andere regels voor diverse levensbeëindigende beslissingen .
### 5.1 Soorten medische beslissingen rond het levenseinde
#### 5.1.1 Euthanasie
Euthanasie wordt strikt gedefinieerd als opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op diens verzoek. Het doel is levensbeëindiging, uitgevoerd door een arts, en altijd op initiatief van de patiënt zelf, niet van familie of vertegenwoordigers .
#### 5.1.2 Hulp bij zelfdoding
Hulp bij zelfdoding betreft het opzettelijk verlenen van hulp bij de zelfdoding van een ander, waarbij de betrokkene zelf de dodelijke handeling uitvoert. Hoewel er geen specifiek wettelijk kader voor bestaat, wordt het door de Orde der Artsen en het FCEC aanvaard indien de voorwaarden voor euthanasie en de toedieningswijze vergelijkbaar zijn .
#### 5.1.3 Levensbeëindiging bij wilsonbekwamen
Opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, zonder diens verzoek, is strikt verboden. Dit geldt wanneer de betrokkene niet in staat is zijn wil te uiten (bv. door dementie) of wanneer toestemming niet gevraagd kon worden .
#### 5.1.4 Weigering van een (levensnoodzakelijke) behandeling
Dit omvat het niet instellen of staken van een behandeling, indien de patiënt hiernaar verlangt en na adequate informatie in deze wens volhardt. Dit is wettelijk verankerd in artikel 8, §4 van de Wet Patiëntenrechten (WPR) .
#### 5.1.5 Niet instellen of staken van behandeling om medische redenen
Dit betreft het niet instellen of staken van een behandeling die naar medische maatstaven zinloos wordt geacht of disproportioneel veel schade toebrengt. Hier is het een medische beslissing van de arts, zonder specifiek wettelijk kader, maar onderworpen aan de principes van informed consent indien het een tussenkomst betreft. Vaak worden hier DNR (Do Not Resuscitate) of NTR (Niet meer reanimeren) procedures voor gebruikt .
#### 5.1.6 Doorgedreven pijnbestrijding
Doorgedreven pijnbestrijding is een vorm van stervenshulp primair gericht op pijnverlichting, maar met een potentieel levensverkortend neveneffect. De WPR is hier van toepassing, en er is een schemerzone met euthanasie waarbij proportionaliteit van de dosis een criterium is .
#### 5.1.7 Continue diepe sedatie (palliatieve sedatie)
Palliatieve sedatie brengt de patiënt door sedativa volledig buiten bewustzijn tot bij het overlijden, met een mogelijk levensverkortend effect. Net als bij doorgedreven pijnbestrijding is de WPR van toepassing en is de proportionaliteit van de dosis cruciaal om de schemerzone met euthanasie te vermijden .
### 5.2 Euthanasiewetgeving in België
De Wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie is het juridisch kader, maar geldt niet voor alle MBL's. België was, na Nederland, een van de eerste landen met een euthanasiewet. Sinds 2002 is er een stijging in geregistreerde euthanasiegevallen. Regionaal zijn er verschillen, met meer registraties in Vlaanderen, hoewel onderrapportage in Franstalig België mogelijk is. Euthanasie vindt steeds vaker thuis of in een woonzorgcentrum plaats. De grootste groep euthanasiepatiënten is tussen de 60 en 80 jaar oud, met kanker als meest voorkomende oorzaak, gevolgd door polypathologie en neurologische aandoeningen .
#### 5.2.1 Definitie en uitzonderingsregeling
De Euthanasiewet definieert euthanasie als opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op diens verzoek. De wet creëert een uitzonderingsregeling voor artsen die inhoudelijke en procedurele voorwaarden volgen en deelnemen aan a posteriori controle .
#### 5.2.2 Vormen van euthanasie
Er zijn twee vormen van euthanasie:
1. **Actueel verzoek:** Vanuit de huidige medische toestand, mits voldaan aan alle inhoudelijke en procedurele voorwaarden .
2. **Voorafgaande euthanasieverklaring:** Voor de toekomst, indien de patiënt niet meer zelf kan beslissen .
### 5.3 Actueel euthanasieverzoek
#### 5.3.1 Inhoudelijke euthanasievoorwaarden
De inhoudelijke voorwaarden voor een actueel euthanasieverzoek zijn:
* ** Hoedanigheid van de patiënt:** Handelingsbekwame meerderjarige, ontvoogde minderjarige of oordeelsbekwame minderjarige. Voor meerderjarigen/ontvoogde minderjarigen geldt een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden, dat niet gelenigd kan worden, als gevolg van een ernstige en ongeneeslijke aandoening. Voor oordeelsbekwame minderjarigen geldt een beperkter toepassingsgebied met nadruk op ondraaglijk fysiek lijden dat binnen afzienbare termijn tot overlijden leidt [1](#page=1).
* ** Patiënt is bewust op het ogenblik van het verzoek:** Hoewel de wet dit niet expliciet regelt, regelt een richtlijn dat bij een verminderd bewustzijn, indien er nog geen concrete planning is, geen actueel verzoek mogelijk is, en bij reeds geplande euthanasie deze doorgaat tenzij er twijfel ontstaat over de duurzaamheid van het verzoek [2](#page=2).
* ** Aanhoudend en ondraaglijk lijden:** Dit is een subjectief criterium waarbij de patiënt zelf oordeelt of zijn situatie ondraaglijk is [3](#page=3).
* ** Lijden dat niet gelenigd kan worden:** Er is geen redelijk behandelingsperspectief en de arts oordeelt objectief. Depressie komt hierdoor vaak niet in aanmerking, tenzij per casus beoordeeld [4](#page=4).
* ** Lijden is gevolg van ernstige of ongeneeslijke aandoening:** Kan ook door een ongeval veroorzaakt zijn, zoals een tetraplegie na een verkeersongeval [5](#page=5).
* ** Aandoening hoeft niet tot de dood te leiden:** Euthanasie is ook mogelijk voor niet-terminale patiënten, met strengere voorwaarden zoals een wachttermijn van 1 maand en de raadpleging van drie artsen in totaal. De geschatte levensverwachting moet meerdere maanden overschrijden voor niet-terminale patiënten [6](#page=6).
* ** Verzoek van de patiënt:** Moet vrijwillig, overwogen, herhaald en zonder externe druk tot stand zijn gekomen. Het is cruciaal om na te gaan of men druk ervaart, zeker bij patiënten die zichzelf als last zien [7](#page=7).
#### 5.3.2 Procedurele euthanasievoorwaarden
De procedurele voorwaarden zijn:
* ** Arts informeert patiënt:** Over gezondheidstoestand, levensverwachting en therapeutische mogelijkheden (inclusief palliatieve zorg) [1](#page=1).
* ** Arts verzekert zich van aanhoudend lijden en duurzaam verzoek:** Via meerdere gesprekken gespreid over een redelijke periode [2](#page=2).
* ** Tussenkomst van (minstens één) arts-consulent:** Moet onafhankelijk zijn en het dossier controleren en een niet-bindend verslag opstellen [3](#page=3).
* ** Bespreking met verplegend team:** Indien aanwezig [4](#page=4).
* ** Bespreking met naasten:** Indien de patiënt dit wenst [5](#page=5).
* ** Nagaan of patiënt verzoek met derden kon bespreken:** Om externe druk te onderzoeken [6](#page=6).
* ** Opschriftstelling van het euthanasieverzoek:** Opgesteld en getekend door de patiënt, of door een meerderjarige zonder belang bij diens overlijden in het bijzijn van een arts. Bij minderjarigen moeten ouders instemmen [7](#page=7).
* ** Aanbieden van psychologische bijstand:** Aan betrokkenen [8](#page=8).
* ** Extra plichten bij niet-terminale meerderjarige patiënt:** Raadpleging van een tweede arts-consulent (psychiater of specialist) en een wachttermijn van minstens één maand [9](#page=9).
* ** Extra plichten bij oordeelsbekwame minderjarigen:** Naast arts-consulent, raadpleging van een kinder- en jeugdpsychiater of psycholoog, attest van oordeelsbekwaamheid, en instemming van de ouders [10](#page=10) .
### 5.4 Voorafgaande euthanasieverklaring
Een wilsbekwame volwassene kan schriftelijk vragen dat euthanasie in de toekomst wordt toegepast .
#### 5.4.1 Inhoudelijke voorwaarden
* ** Ernstige en ongeneeslijke aandoening:** Die later optreedt [1](#page=1).
* ** Niet meer bij bewustzijn:** Vereist een permanent vegetatieve toestand, niet standaard voor dementie tenzij permanent comateus. Dit leidt tot een perverse situatie waarbij mensen te vroeg euthanasie moeten aanvragen [2](#page=2).
* ** Toestand is onomkeerbaar:** Geen tijdelijke coma [3](#page=3).
#### 5.4.2 Procedurele voorwaarden
* ** Invullen verklaring:** Met verplichte inhoud, vastgelegd bij KB 2/4/2003 [1](#page=1).
* ** Twee getuigen:** Minstens één persoon zonder materieel belang [2](#page=2).
* De wilsverklaring is sinds 15/3/2020 van onbepaalde duur, voorheen 5 jaar. Registratie bij de gemeente is optioneel. Er kan een vertrouwenspersoon worden aangewezen, maar geen behandelende arts, geraadpleegde arts of verplegend team .
### 5.5 Uitvoering van euthanasie
#### 5.5.1 Algemeen
Zorgverleners zijn niet gebonden aan een euthanasieverzoek; de euthanasiewet beschermt hun gewetensvrijheid. Niemand kan gedwongen worden om mee te werken. Sinds maart 2020 mag geen enkele clausule een arts beletten om euthanasie op wettige wijze toe te passen .
#### 5.5.2 Zorgvuldigheidsplichten bij weigering
Bij weigering (wegens gewetensbezwaren of medische redenen) dient de arts tijdig de patiënt of vertrouwenspersoon te informeren over de redenen van weigering. Tevens dient doorverwijzing naar een andere arts te gebeuren, en het medisch dossier moet binnen vier dagen worden overgemaakt. Contactgegevens van gespecialiseerde centra of verenigingen moeten worden verstrekt .
### 5.6 A posteriori controle
Na uitvoering van euthanasie is verplichte aangifte bij de Federale Controle- en Evaluatiecommissie (FCEC) vereist binnen vier werkdagen. Sinds de wetswijziging van 28/3/2024 zien commissieleden het volledige registratiedocument en moeten zij zich onthouden indien zij niet objectief kunnen oordelen. De FCEC kan het dossier doorsturen naar het Parket .
### 5.7 Sanctie
De oorspronkelijke Euthanasiewet kende geen specifieke strafsancties. Na de "zaak Tine Nys" en een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof, werd de wet op 28/3/2024 gewijzigd met de invoering van artikel 13/3 Sw. Dit specificeert strafsancties, waarbij inbreuken op grondvoorwaarden zwaarder bestraft worden dan op procedurevoorwaarden .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wet Patiëntenrechten (WP) | Een wet die sinds 6 oktober 2002 van kracht is en de rechten van patiënten in de gezondheidszorg regelt, met als doel de zelfbeschikking van de patiënt te waarborgen en juridische verhoudingen te verduidelijken. |
| Gezondheidszorgbeoefenaar | Alle beroepsbeoefenaars bedoeld in de Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorg (WUG), inclusief artsen, verpleegkundigen, apothekers, tandartsen, kinesitherapeuten, psychologen, orthopedagogen en paramedici, alsook beoefenaars van niet-conventionele praktijken. |
| Zelfbeschikking | Het recht van de patiënt om zelf autonoom beslissingen te nemen over zijn eigen gezondheid en medische behandeling, zonder onnodige druk of dwang. |
| Geïnformeerde toestemming (informed consent) | Het recht van de patiënt om voorafgaand en vrij toe te stemmen in elke medische tussenkomst, na volledige informatie te hebben ontvangen over het doel, de aard, de risico's, de alternatieven en de gevolgen van de voorgestelde behandeling. |
| Patiëntendossier | Een verzameling van alle gegevens en documenten die over een patiënt worden bewaard, inclusief medische verslagen, consultatienota's, onderzoeksresultaten en wilsverklaringen, waar de patiënt recht op inzage en kopie van heeft. |
| Beroepsgeheim | De wettelijke plicht van bepaalde beroepsbeoefenaars, zoals artsen en psychologen, om vertrouwelijke informatie die hen in het kader van hun beroep is toevertrouwd, niet bekend te maken aan derden, tenzij wettelijk toegelaten of verplicht. |
| Noodtoestand | Een mogelijke uitzondering op het beroepsgeheim waarbij het doorbreken ervan gerechtvaardigd kan zijn om een ernstig en concreet gevaar voor zichzelf of anderen af te wenden, mits er geen minder ingrijpende alternatieven voorhanden zijn. |
| Medisch ongeval zonder aansprakelijkheid (MOZA) | Een ongeval dat verband houdt met gezondheidszorg, geen fout van de zorgverlener impliceert, niet voortvloeit uit de patiënt zijn toestand, en abnormale schade veroorzaakt die niet voorzienbaar of vermijdbaar was volgens de stand van de wetenschap. |
| Kwaliteitswet | Een wet die kwaliteitsnormen oplegt aan gezondheidszorgbeoefenaars, waaronder bekwaamheidseisen, portfoliobeheer, doorverwijzingsplicht en regels voor risicovolle verstrekkingen, met als doel de patiëntveiligheid en zorgkwaliteit te verbeteren. |
| Toezichtscommissie | Een commissie die belast is met het toezicht op de naleving van de Kwaliteitswet en kan optreden tegen zorgverleners die tekortschieten, door middel van maatregelen zoals verbeterplannen, schorsing of intrekking van het visum, en administratieve boetes. |
| Orde der Artsen | Een publiekrechtelijke instelling die de uitoefening van het artsenberoep reguleert en controleert, waaronder inschrijving, deontologie en tuchtrecht, met als doel de bescherming van het beroep en de volksgezondheid. |
| Medische aansprakelijkheid | De juridische verplichting van een zorgverlener om de schade te vergoeden die veroorzaakt is door een foutieve handeling of nalatigheid, gebaseerd op contractuele of buitencontractuele grondslagen. |
| Inspanningsverbintenis | Een verbintenis waarbij de prestatie niet gericht is op een bepaald resultaat, maar op het leveren van de nodige inspanningen en zorgvuldigheid volgens de regels van de kunst, zoals bij de meeste medische behandelingen. |
| Resultaatsverbintenis | Een verbintenis waarbij de prestatie gericht is op het bereiken van een specifiek resultaat, en waarbij elke tekortkoming aan dat resultaat een fout oplevert, zoals bij de verplichting tot het meedelen van een diagnose. |
| Causaal verband | Het juridische verband tussen een fout en de geleden schade, waarbij de schade niet zou zijn voorgevallen zonder de fout. |
| Wilsonbekwaamheid | Het feitelijke onvermogen van een persoon om autonoom beslissingen te nemen over zijn gezondheid of leven, meestal als gevolg van ziekte of een medische toestand, en dat wordt vastgesteld door een beroepsbeoefenaar. |
| Vertegenwoordiger | Een persoon die wettelijk bevoegd is om de rechten van een wilsonbekwame patiënt uit te oefenen, zoals ouders, een bewindvoerder of aangewezen familieleden, conform de bepalingen van de Wet Patiëntenrechten. |
| Euthanasie | Het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een arts op verzoek van een handelingsbekwame patiënt die lijdt aan een aanhoudende en ondraaglijke fysieke of psychische pijn, die niet gelenigd kan worden en het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke aandoening. |
| Voorafgaande euthanasieverklaring | Een schriftelijke verklaring waarin een wilsbekwame volwassene vraagt dat euthanasie wordt toegepast in de toekomst, mocht hij later lijden aan een ernstige, ongeneeslijke aandoening en niet meer bij bewustzijn zijn. |
| Gedeeld beroepsgeheim | Een door rechtspraak en rechtsleer erkende uitzondering op het beroepsgeheim die onderlinge uitwisseling van geheime informatie toelaat tussen verschillende dragers van beroepsgeheim indien aan specifieke voorwaarden is voldaan, zoals belang van de patiënt en relevante informatie-uitwisseling. |
| Medisch begeleide voortplanting (MBV) | Een reeks technieken die procreatie mogelijk maken bij koppels met vruchtbaarheidsproblemen of genetische contra-indicaties, waaronder kunstmatige inseminatie en in-vitrofertilisatie (IVF). |
| Vrijwillige zwangerschapsafbreking | De wettelijk geregelde mogelijkheid voor een vrouw om haar zwangerschap te laten beëindigen onder bepaalde voorwaarden, waaronder een ingreep binnen de eerste twaalf weken na bevruchting en medische begeleiding. |
| Palliatieve sedatie | Het toedienen van sedativa met als primair doel pijnbestrijding bij terminale patiënten, wat onbedoeld, maar aanvaard, levensverkorting kan veroorzaken als neveneffect. |