Cover
Mulai sekarang gratis SZR 7 zelfstandige xerius.pdf
Summary
# Starten als zelfstandige
Dit onderwerp behandelt de essentiële stappen en procedures die nodig zijn om succesvol te starten als zelfstandige, inclusief de administratieve inschrijvingen en de vereiste documentatie.
### 1.1 Overzicht van de startprocedure
De procedure om te starten als zelfstandige omvat verschillende cruciale stappen die doorlopen moeten worden. Deze stappen zorgen ervoor dat de onderneming correct wordt geregistreerd en voldoet aan alle wettelijke vereisten. De algemene stappen zijn als volgt [1](#page=1):
1. Openen van een financiële rekening.
2. Inschrijving bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).
3. Inschrijven voor de btw.
4. Inschrijven bij een sociaal verzekeringsfonds.
5. Aansluiten bij een ziekenfonds.
6. Starten van de activiteiten.
#### 1.1.1 Ondernemingsloket
Het ondernemingsloket speelt een centrale rol in het startproces van een eigen zaak. Hun kerntaken omvatten [1](#page=1):
* **KBO-behandeling**: Dit omvat de inschrijving, wijziging of schrapping van uw onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) [1](#page=1).
* **Ondernemingsnummer**: Het toekennen van een uniek ondernemingsnummer aan uw zaak [1](#page=1).
* **Andere diensten**: Het aanbieden van aanvullende diensten, zoals btw-activatie of het aanvragen van vergunningen [1](#page=1).
De kostprijs voor de diensten van het ondernemingsloket bestaat uit een wettelijk tarief van EUR 109a en voor aanvullende diensten zoals btw-activatie/vergunningen EUR 78,65 [1](#page=1).
### 1.2 Sociale zekerheid voor zelfstandigen
Het sociaal verzekeringsfonds is essentieel voor het opbouwen van sociale rechten als zelfstandige. Er zijn verschillende statuten mogelijk, elk met eigen bijdragen en voorwaarden [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 1.2.1 Hoofdberoep
* **Minimumbijdrage**: De minimumbijdrage bedraagt EUR 898,30 per jaar [2](#page=2).
* **Voorwaarden**: Dit statuut is van toepassing als het de enige of voornaamste activiteit is [2](#page=2).
* **Sociale rechten**: Dit statuut biedt een volwaardige opbouw van sociale rechten [2](#page=2).
* **Starterskorting**: Er is mogelijkheid tot een starterskorting voor nieuwe zelfstandigen [2](#page=2).
#### 1.2.2 Bijberoep
* **Minimumbijdrage**: De minimumbijdrage bedraagt EUR 99,38 per jaar [2](#page=2).
* **Voorwaarden**: Dit statuut is mogelijk als men minstens halftijds loontrekkend is (50%) [2](#page=2).
* **Solidariteitsbijdrage**: Er geldt een solidariteitsbijdrage [2](#page=2).
* **Vrijstelling**: Een vrijstelling van bijdragen is mogelijk onder bepaalde voorwaarden [2](#page=2).
#### 1.2.3 Student-zelfstandige
* **Minimumbijdrage**: De minimumbijdrage bedraagt EUR 99,38 per jaar [2](#page=2).
* **Voorwaarden**:
* Leeftijd: tussen 18 en 25 jaar oud [2](#page=2).
* Onderwijsinstelling: Geregistreerd in een Belgische of buitenlandse onderwijsinstelling [2](#page=2).
* Studiebelasting: Ingeschreven voor minstens 27 studiepunten of 17 studie-uren per week [2](#page=2).
* Regelmatige aanwezigheid: Regelmatig de klas volgen [2](#page=2).
* Attest: Een schoolattest dat deelname aan examens bewijst [2](#page=2).
* **Bijdragen**:
* Geen bijdrage: Bij een netto belastbaar inkomen tussen EUR 0 en EUR 8504 [2](#page=2).
* 20,5%: Bij een netto belastbaar inkomen tussen EUR 8504 en EUR 17.009 [2](#page=2).
* Hoofdberoep: Vanaf een netto belastbaar inkomen boven EUR 17.009 [2](#page=2).
* **Kinderbijslag**: Bij het niet overschrijden van het netto belastbaar inkomen van EUR 17.009, verlies je je kinderbijslag niet [2](#page=2).
* **Einde statuut**: Het statuut eindigt bij het bereiken van 25 jaar, vrijwillige stopzetting van de studies, of afstuderen [2](#page=2).
* **Combinatie met studentenjob**: Dit kan gecombineerd worden met een studentenjob, mits het netto belastbaar inkomen als zelfstandige niet boven EUR 17.009 uitkomt en er niet meer dan 650 uren gewerkt wordt in de studentenjob [2](#page=2).
#### 1.2.4 Meewerkende echtgenoot – Maxi statuut
* **Voorwaarden**:
* Huwelijk/wettelijk samenwonen: Officieel gehuwd met een zelfstandige of wettelijk samenwonend [3](#page=3).
* Werkelijke hulp: Daadwerkelijk meewerken in de zaak voor minstens 90 dagen per jaar [3](#page=3).
* Eigen inkomen: Geen eigen inkomen van meer dan 3.000 euro per jaar uit een andere zelfstandige activiteit [3](#page=3).
* **Niet aansluiten als meewerkende partner**: Als je gehuwd bent en elders werkt voor minstens 50%, of een gelijkwaardig statuut hebt zoals een arbeidsongeschiktheidsuitkering [3](#page=3).
* **Aansluiten in bijberoep**: Als je wettelijk samenwonend bent, een eigen statuut hebt en meewerkt in de zaak van je partner, dien je aan te sluiten in bijberoep. Dit geldt enkel voor een eenmanszaak op naam van de partner [3](#page=3).
#### 1.2.5 Helper
* **Voorwaarden**:
* Arbeidsovereenkomst: Zonder arbeidsovereenkomst [3](#page=3).
* Aansluiting sociaal verzekeringsfonds: Cruciaal is de aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds [3](#page=3).
* Vrijheid in opdracht: Beschikken over de vrijheid om de opdracht zelf in te vullen; anders geldt een werknemersstatuut [3](#page=3).
* **Wanneer toevallig helper?**:
* Niet op regelmatige basis en minder dan 90 dagen per jaar [3](#page=3).
* Het woord "toevallig" is hierbij essentieel; terugkerende, regelmatige hulp wordt niet als toevallig beschouwd [3](#page=3).
* **Welk Statuut?**: Men kan starten onder het statuut van zelfstandige in hoofdberoep, bijberoep, artikel 37 of als gepensioneerde, afhankelijk van de persoonlijke situatie [3](#page=3).
* **Tip**: Als je helpt in de eenmanszaak van een vriend of familielid, ben je een zelfstandig helper en hoef je zelf geen ondernemingsnummer aan te vragen. Enkel aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds is dan vereist, enkel in een eenmanszaak [3](#page=3).
### 1.3 Berekening van sociale bijdragen
#### 1.3.1 Wat zijn sociale bijdragen?
Sociale bijdragen zijn verplichte betalingen die zelfstandigen doen om sociale rechten op te bouwen. Deze bijdragen worden per kwartaal betaald en zijn afhankelijk van het netto belastbaar inkomen [3](#page=3).
#### 1.3.2 Percentage en berekeningsbasis
* **Percentage**: Het wettelijke percentage van de sociale bijdrage bedraagt 20,5% van het jaarlijkse netto belastbaar beroepsinkomen [3](#page=3).
* **Berekeningsbasis**: De sociale bijdragen worden altijd berekend op het inkomen van een volledig jaar. Indien er geen volledig kalenderjaar gewerkt is, wordt het inkomen herberekend naar een volledig jaarinkomen [3](#page=3).
### 1.4 Sociale statuten
Er wordt onderscheid gemaakt in sociale statuten, zoals eenmanszaak en vennootschap, wat invloed heeft op de berekening van sociale bijdragen [4](#page=4).
#### 1.4.1 Sociale bijdrage
De sociale bijdrage wordt berekend op basis van het netto belastbaar inkomen [3](#page=3).
#### 1.4.2 Eénmanszaak
#### 1.4.3 Vennootschap
---
# Sociale bijdragen en statuten
Dit onderwerp behandelt de principes, berekening, betaling en het belang van sociale bijdragen voor verschillende statuten van zelfstandigen.
### 2.1 Wat zijn sociale bijdragen?
Sociale bijdragen zijn verplichte betalingen die zelfstandigen doen om hun sociale rechten op te bouwen. Deze bijdragen worden per kwartaal betaald en de hoogte ervan is gekoppeld aan het netto belastbaar inkomen [3](#page=3).
### 2.2 Berekening van sociale bijdragen
De sociale bijdrage bedraagt een wettelijk vastgelegd percentage van 20,5% op het jaarlijkse netto belastbaar beroepsinkomen van de zelfstandige. De berekening gebeurt steeds op het inkomen van een volledig kalenderjaar. Indien een zelfstandige niet een volledig kalenderjaar actief was, wordt het inkomen herberekend naar een jaarinkomen [3](#page=3).
#### 2.2.1 Voorlopige en definitieve bijdragen
Sociale bijdragen worden aanvankelijk berekend op basis van een **voorlopig** inkomen. Dit inkomen is meestal gebaseerd op het inkomen van drie jaar geleden, aangepast met een herwaarderingscoëfficiënt om rekening te houden met inflatie. De herwaarderingscoëfficiënt dient om het inkomen van drie jaar terug te corrigeren voor indexatie. Voor het jaar 2025 bedraagt deze coëfficiënt 1,092331, wat neerkomt op een stijging van ongeveer 9,23% van het inkomen. Deze coëfficiënt geldt uitsluitend voor de voorlopige bijdragen [5](#page=5).
Na ongeveer twee jaar, wanneer het werkelijke inkomen van het bijdragejaar bekend is, vindt een **regularisatie** plaats. Hierbij worden de voorlopige bijdragen vergeleken met de definitieve bijdragen, berekend op het werkelijke inkomen [5](#page=5).
* Als er te weinig is betaald, dient het verschil te worden bijbetaald [5](#page=5).
* Als er te veel is betaald, heeft de zelfstandige recht op een terugbetaling [5](#page=5).
Het is belangrijk te weten dat er geen herwaarderingscoëfficiënt meer wordt toegepast op de definitieve berekening; deze is gebaseerd op het daadwerkelijke inkomen van het betreffende jaar [5](#page=5).
> **Tip:** De startdatum van je activiteit is cruciaal voor de opbouw van je pensioenjaar. Bij het starten vanaf september of oktober kan er een verschil zijn in de opbouw van je sociale rechten ten opzichte van een start begin van het jaar [5](#page=5).
### 2.3 Verschillende zelfstandige statuten en hun bijdragen
Er zijn diverse statuten voor zelfstandigen, elk met specifieke regels voor sociale bijdragen:
#### 2.3.1 Hoofdberoep
* Dit statuut is van toepassing wanneer zelfstandige activiteit je enige of voornaamste activiteit is [2](#page=2).
* Er geldt een minimumbijdrage van 898,30 euro [2](#page=2).
* Via dit statuut bouw je sociale rechten op [2](#page=2).
* Er is een mogelijkheid tot een starterskorting [2](#page=2).
#### 2.3.2 Bijberoep
* Dit statuut geldt wanneer je naast een hoofdactiviteit (zoals loontrekkend werk voor minstens 50%) een zelfstandige activiteit uitoefent [2](#page=2) [3](#page=3).
* De minimumbijdrage bedraagt 99,38 euro [2](#page=2).
* Er is een solidariteitsbijdrage van toepassing [2](#page=2).
* Er is een mogelijkheid tot vrijstelling van bijdragen [2](#page=2).
#### 2.3.3 Student-zelfstandige
* **Voorwaarden:**
* Leeftijd tussen 18 en 25 jaar [2](#page=2).
* Geregistreerd zijn bij een Belgische of buitenlandse onderwijsinstelling [2](#page=2).
* Ingeschreven zijn voor minimaal 27 studiepunten of 17 studie-uren per week [2](#page=2).
* Regelmatig de lessen volgen en bewijs leveren van examendeelname via een schoolattest [2](#page=2).
* **Bijdragen:**
* Tot een netto belastbaar inkomen van 8.504 euro: geen bijdrage [2](#page=2).
* Tussen 8.504 euro en 17.009 euro: 20,5% [2](#page=2).
* Boven 17.009 euro: men wordt beschouwd als zelfstandige in hoofdberoep [2](#page=2).
* **Belang:** Bij het niet overschrijden van het netto belastbaar inkomen van 17.009 euro, behoudt men de kinderbijslag [2](#page=2).
* **Einde van het statuut:** Het statuut eindigt bij het bereiken van de 25-jarige leeftijd, vrijwillige stopzetting van de studies, of afstuderen [2](#page=2).
* **Combinatie met studentenjob:** Dit statuut kan gecombineerd worden met een studentenjob onder twee voorwaarden: het netto belastbaar inkomen als zelfstandige mag niet meer dan 17.009 euro bedragen, en er mag niet meer dan 650 uur gewerkt worden in de studentenjob [2](#page=2).
#### 2.3.4 Meewerkende echtgenoot (Maxi-statuut)
* **Voorwaarden:**
* Officieel gehuwd zijn met een zelfstandige of er wettelijk mee samenwonen [3](#page=3).
* Effectief meewerken in de zaak voor minimaal 90 dagen per jaar [3](#page=3).
* Geen eigen inkomen van meer dan 3.000 euro per jaar uit een andere zelfstandige activiteit [3](#page=3).
* **Niet aansluiten:** Men hoeft niet aan te sluiten als meewerkend partner indien men elders werkt voor minstens 50% of een gelijkwaardig statuut heeft, zoals een arbeidsongeschiktheidsuitkering [3](#page=3).
* **Aansluiten in bijberoep:** Indien wettelijk samenwonend, een eigen statuut hebbende, en meewerkend in de zaak van de partner, dient men aan te sluiten in bijberoep. Dit geldt specifiek voor een eenmanszaak van de partner; men is dan een meewerkende partner [3](#page=3).
#### 2.3.5 Helper
* **Voorwaarden:**
* Werken zonder arbeidsovereenkomst [3](#page=3).
* Aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds is cruciaal [3](#page=3).
* De helper beschikt over de vrijheid om de opdracht zelf in te vullen; anders wordt men als werknemer beschouwd [3](#page=3).
* **Toevallige helper:** Dit statuut geldt enkel indien de hulp niet op regelmatige basis wordt verleend en minder dan 90 dagen per jaar bedraagt. Het woord "toevallig" is hierbij essentieel; regelmatige, terugkerende hulp, zelfs tijdens piekperiodes zoals een kermis, kwalificeert niet als toevallige hulp [3](#page=3).
* **Welk statuut?:** Men kan hulp verlenen onder het statuut van zelfstandige in hoofdberoep, bijberoep, artikel 37 of als gepensioneerde, afhankelijk van de persoonlijke situatie. Als men helpt in de eenmanszaak van een vriend of familielid, is men een zelfstandig helper zonder eigen ondernemingsnummer, enkel aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds is vereist en dit kan enkel in een eenmanszaak [3](#page=3).
### 2.4 Kwartaalbijdragen
De sociale bijdragen worden per kwartaal betaald. De opdeling in kwartalen vereist aandacht voor de startdatum van de activiteit, wat belangrijk is voor de opbouw van een pensioenjaar [5](#page=5).
De kwartalen zijn als volgt ingedeeld:
* 1 januari tot 31 maart
* 1 april tot 30 juni
* 1 juli tot 30 september
* 1 oktober tot 31 december [5](#page=5).
### 2.5 Sociaal statuut: Eenmanszaak en vennootschap
De berekening en de modaliteiten van sociale bijdragen kunnen verschillen afhankelijk van het gekozen sociaal statuut, zoals eenmanszaak of vennootschap. Dit heeft invloed op de aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds en de opbouw van sociale rechten [4](#page=4).
---
# Sociale rechten en uitkeringen voor zelfstandigen
Zelfstandigen genieten specifieke sociale rechten en uitkeringen die hen ondersteunen bij ziekte, invaliditeit, moederschap, pensioen en andere levensomstandigheden [10](#page=10).
### 3.1 Belangrijkste sociale rechten voor zelfstandigen
Zelfstandigen hebben recht op diverse sociale voordelen, waaronder startgeld, kraamgeld, moederschapsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, pensioenopbouw, mantelzorg, groeipakket, kinderbijslag en een overbruggingsrecht [10](#page=10).
#### 3.1.1 Ziekte- en invaliditeitsverzekering
De ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zelfstandigen omvat de terugbetaling van medische kosten zoals doktersbezoek en geneesmiddelen. Bij arbeidsongeschiktheid ontvangt men een uitkering na een carensperiode van zeven dagen. Het bedrag van deze uitkering is afhankelijk van de gezinssituatie (alleenstaand, samenwonend, met gezinslast) [10](#page=10).
In geval van arbeidsongeschiktheid ontvangt men een uitkering via de mutualiteit, mits men minstens acht dagen arbeidsongeschikt is (carensperiode). De uitkering start vanaf de eerste dag van de erkende periode. De aangifte moet binnen zeven dagen bij de mutualiteit worden ingediend met een medisch attest. De bedragen voor 2025 zijn: 79,51 euro per dag voor personen met gezinslast, 63,01 euro per dag voor alleenstaanden, en 48,32 euro per dag voor samenwonenden. Deze uitkeringen worden betaald voor zes dagen per week, van maandag tot en met zaterdag [11](#page=11).
De verzekering dekt ook de terugbetaling van medische kosten (huisarts, specialisten, kinesitherapie, tandarts, ziekenhuis, medicatie), op voorwaarde dat de sociale bijdragen in orde zijn (referentiejaar is twee jaar terug). De maximumfactuur beperkt het remgeld zodra een bepaald plafond is bereikt [11](#page=11).
Daarnaast kan men een aanvullend gewaarborgd inkomen afsluiten via een privéverzekering, die maandelijks extra inkomen biedt bovenop de wettelijke uitkering, tot 80% van het beroepsinkomen. De premies hiervoor zijn 100% fiscaal aftrekbaar [11](#page=11).
Een belangrijke regeling is de gelijkstelling wegens ziekte, waarbij men geen sociale bijdragen hoeft te betalen en sociale rechten behoudt (pensioen, kinderbijslag, ziekteverzekering). De voorwaarden hiervoor zijn: volledige stopzetting van de activiteit (geen inkomen, geen activiteit door derden), erkenning door de mutualiteit, en een aanvraag via het sociaal verzekeringsfonds. Deze regeling geldt per volledig kwartaal [11](#page=11).
**Belangrijke aandachtspunten:**
* Er is geen uitkering bij minder dan acht dagen ziekte [11](#page=11).
* Laattijdige aangifte kan leiden tot verlies van uitkering en een mogelijke sanctie van -10% [11](#page=11).
* Stopzetting van de activiteit is verplicht voor gelijkstelling wegens ziekte [11](#page=11).
* Omdat de wettelijke uitkering beperkt is, is een aanvullende verzekering sterk aanbevolen [11](#page=11).
#### 3.1.2 Moederschapsrechten
Zelfstandige moeders hebben recht op moederschapsverlof van maximaal twaalf weken, of achttien weken halftijds, met een uitkering. Daarnaast ontvangen zij extra hulp in de vorm van 105 gratis dienstencheques. Voor het kwartaal na de bevalling geldt een vrijstelling van sociale bijdragen, hoewel dit aandacht vereist in verband met de aftrekbaarheid van VAPZ. In vergelijking met werknemers bedraagt de moederschapsrust voor zelfstandigen twaalf weken (dertien bij een meerling) met een forfaitaire uitkering plus 105 dienstencheques, terwijl werknemers vijftien weken ontvangen met een uitkering op basis van loon (82% de eerste maand, daarna 75%). Vaderschaps- en geboorteverlof voor zelfstandigen bedraagt vijftien dagen met een forfaitaire uitkering, tegenover twintig dagen voor werknemers met een loongebonden uitkering [10](#page=10).
#### 3.1.3 Kinderbijslag
Zelfstandigen hebben recht op kinderbijslag, ook wel bekend als het Groeipakket, tot het kind 25 jaar oud is. Dit recht is gelijk voor zowel zelfstandigen als werknemers [10](#page=10).
#### 3.1.4 Pensioenopbouw
Het wettelijk pensioen voor zelfstandigen is gebaseerd op de betaalde sociale bijdragen. Zelfstandigen bouwen dit pensioen op via het systeem van de eerste pijler (wettelijk pensioen) en kunnen aanvullend pensioen opbouwen via Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ), IPT, of POZ. Werknemers bouwen dit op via groepsverzekeringen van de werkgever of individueel pensioensparen [10](#page=10).
Het huidige gemiddelde pensioen voor zelfstandigen ligt tussen de 900 en 1.000 euro. Tot 1984 was dit forfaitair gebaseerd op geleverde bijdragen, maar vanaf 1984 zijn inkomsten, gezinssituatie en loopbaanjaren de belangrijkste factoren [12](#page=12).
##### 3.1.4.1 Minimumpensioen
Zelfstandigen hebben recht op een minimumpensioen bij een volledige loopbaan van 45/45 jaar. Voor alleenstaanden bedraagt dit 21.107 euro per jaar (1.808 euro per maand), en voor gezinnen 27.123 euro per jaar (2.260 euro per maand). Deze bedragen zijn gelijk aan die voor werknemers. Vanaf 30/45 loopbaan heeft men recht op 30/45 van het minimumpensioen [12](#page=12).
Om recht te hebben op het minimumpensioen, telt het aantal effectief gewerkte dagen over de gehele loopbaan mee. Gelijkstelling wegens ziekte telt niet meer volledig mee, noch periodes van werkloosheid [12](#page=12).
**In de praktijk:** Een alleenstaande zelfstandige met 35 loopbaanjaren zou een minimumpensioen ontvangen van ($21.705 / 45$) x 35 = 16.881 euro, wat neerkomt op 1.406 euro per maand [12](#page=12).
Vanaf 1 januari 2025 gelden strengere voorwaarden voor zelfstandigen om recht te hebben op een gewaarborgd minimumpensioen. Men moet minstens 30 jaar loopbaan kunnen aantonen, waarvan minstens 64 kwartalen (16 jaar) effectieve beroepsactiviteit als zelfstandige. Een kwartaal telt als effectief gewerkt als de sociale bijdragen volledig en minstens gelijk aan het minimumbedrag voor zelfstandigen in hoofdberoep zijn betaald. Sommige periodes, zoals mantelzorg, het kwartaal na bevalling en vrijstelling tijdens de COVID-crisis, worden gelijkgesteld. Voor personen met een gemengde loopbaan (deels werknemer, deels zelfstandige) zijn 5.000 effectief gewerkte dagen vereist [12](#page=12).
##### 3.1.4.2 Wijzigingen pensioenstelsel (2025-2027)
Er zijn geplande belangrijke wijzigingen voor zelfstandigen vanaf 2025 [13](#page=13).
* **Pensioenbonus & pensioenmalus (vanaf 2026):** Een pensioenmalus wordt ingevoerd voor wie vóór de wettelijke pensioenleeftijd stopt zonder 35 loopbaanjaren en 7.020 effectief gewerkte dagen. Dit leidt tot een vermindering van 2% per jaar (2026-2030), 4% per jaar (2030-2040), en 5% per jaar vanaf 2040. Een nieuwe pensioenbonus komt er voor wie na de wettelijke pensioenleeftijd blijft werken en aan dezelfde voorwaarden voldoet. Deze bonus per extra werkjaar bedraagt 2% (tot 2030), 4% (tot 2040) en 5% vanaf 2040. Dit is een permanente verhoging van het brutopensioen [13](#page=13).
* **Vervroegd pensioen vanaf 60 jaar (vanaf 2027):** Dit wordt mogelijk na 42 loopbaanjaren met voldoende effectieve prestaties. Er wordt ook gewerkt aan een halftijds pensioenregeling [13](#page=13).
* **Minder gelijkgestelde periodes (vanaf 2027):** Gelijkgestelde periodes (ziekte, zorgverlof) tellen vanaf 2027 niet meer mee als ze meer dan 40% van de loopbaan uitmaken. Deze grens daalt jaarlijks met 5% tot 20% in 2031 [13](#page=13).
* **Overlevingspensioen → overgangsuitkering (vanaf 2026):** Het klassieke overlevingspensioen verdwijnt en wordt vervangen door een tijdelijke overgangsuitkering, die onbeperkt cumuleerbaar is met beroepsinkomen, maar beperkt in duur [13](#page=13).
* **Werken na pensioenleeftijd = extra rechten (vanaf 2025):** Zelfstandigen die na de wettelijke pensioenleeftijd blijven werken, bouwen automatisch extra pensioenrechten op. De minimumbijdrage bedraagt 898,30 euro per kwartaal. Een opt-out blijft mogelijk indien men niet verder wenst op te bouwen [13](#page=13) .
**Wat blijft hetzelfde:**
* De wettelijke pensioenleeftijd blijft 66 jaar vanaf 2025 en 67 jaar vanaf 2030 [13](#page=13).
* Het minimumpensioen blijft bestaan, maar de voorwaarden worden strenger gekoppeld aan effectieve prestaties [13](#page=13).
#### 3.1.5 Overbruggingsrecht
Het overbruggingsrecht biedt financiële steun bij een gedwongen stopzetting van de activiteit, bijvoorbeeld bij faillissement of economische moeilijkheden. Zelfstandigen hebben geen recht op een werkloosheidsuitkering zoals werknemers, maar kunnen wel gebruikmaken van dit overbruggingsrecht, dat maximaal twaalf maanden kan duren [10](#page=10).
#### 3.1.6 Andere rechten
Zelfstandigen hebben ook recht op adoptie- en pleegouderuitkeringen. Daarnaast is er hulp beschikbaar bij tijdelijke financiële problemen en hinder door openbare werken. Ook mantelzorg en ondersteuning bij het overlijden van een familielid vallen onder deze rechten [10](#page=10).
### 3.2 Vergelijking met werknemers
Er zijn duidelijke verschillen tussen de sociale rechten en uitkeringen van zelfstandigen en werknemers [10](#page=10).
| Domein | Zelfstandige (RSVZ) | Werknemer (RSZ/RVP) |
| :--------------------- | :------------------------------------------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------- |
| Sociale bijdragen | Zelf te betalen via sociaal verzekeringsfonds (± 20,5% van netto belastbaar inkomen) | Automatisch ingehouden op loon door werkgever |
| Ziekte en invaliditeit | Uitkering vanaf dag 8, lager bedrag dan werknemer | Gewaarborgd loon eerste maand, daarna ziekte-uitkering via ziekenfonds |
| Moederschapsrust | 12 weken (13 bij meerling), forfaitaire uitkering + 105 dienstencheques | 15 weken, uitkering op basis van loon (82% 1e maand, daarna 75%) |
| Vaderschaps-/geboorteverlof | 15 dagen, forfaitaire uitkering | 20 dagen, uitkering op basis van loon |
| Werkloosheid | Geen werkloosheidsuitkering, wel overbruggingsrecht (max. 12 maanden) | Werkloosheidsuitkering via RVA |
| Pensioen | Lager gemiddeld pensioen, minimumpensioen bij 30 jaar loopbaan + 64 kwartalen effectief gewerkt | Pensioen op basis van loon, minimumpensioen bij 30 jaar loopbaan |
| Kinderbijslag | Gelijk voor beide statuten (Groeipakket) | Gelijk voor beide statuten |
| Aanvullend pensioen | Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ), IPT, POZ | Groepsverzekering via werkgever, individueel pensioensparen |
| Mantelzorg & rouwverlof | Recht op uitkering mantelzorg, rouwuitkering | Recht op verlof en uitkering volgens cao en sociale wetgeving |
---
# Pensioenwijzigingen en toekomstige hervormingen
Dit onderdeel behandelt de geplande en toekomstige hervormingen van het pensioenstelsel, met specifieke aandacht voor de wijzigingen die zelfstandigen en werknemers zullen beïnvloeden, inclusief nieuwe bonussen, malussen en strengere voorwaarden.
### 4.1 Huidige pensioenopbouw en minimumpensioen
De pensioenopbouw wordt onderverdeeld in een eerste pijler (lichtgrijs) en een tweede pijler (donkergrijs). Het huidig gemiddeld pensioen ligt tussen 900 en 1.000 euro. Vóór 1984 was de pensioenopbouw forfaitair gebaseerd op geleverde bijdragen, terwijl vanaf 1984 de belangrijkste factoren inkomsten, gezinssituatie en loopbaanjaren zijn [12](#page=12).
#### 4.1.1 Rechten op minimumpensioen
Er zijn rechten op een minimumpensioen bij een volledige loopbaan van 45/45 jaar. Voor alleenstaanden bedraagt dit 21.107 euro (1.808 euro per maand) en voor gezinnen 27.123 euro (2.260 euro per maand). Vanaf 30/45 loopbaan heeft men recht op 30/45 van het minimumpensioen. Het aantal effectief gewerkte dagen over de gehele loopbaan is cruciaal om recht te hebben op een minimumpensioen; gelijkstellingen voor ziekte of werkloosheid tellen niet meer volledig mee [12](#page=12).
> **Voorbeeld:** Een alleenstaande zelfstandige met 35 loopbaanjaren zou een minimumpensioen ontvangen van (27.123 euro / 45) x 35, wat neerkomt op 16.881 euro, oftewel 1.406 euro per maand [12](#page=12).
### 4.2 Strengere voorwaarden voor zelfstandigen vanaf 2025
Vanaf 1 januari 2025 gelden er strengere voorwaarden om als zelfstandige recht te hebben op een gewaarborgd minimumpensioen [12](#page=12).
#### 4.2.1 Loopbaanvoorwaarde
De loopbaanvoorwaarde vereist dat men minstens 30 jaar loopbaan kan aantonen [12](#page=12).
#### 4.2.2 Effectieve beroepsactiviteit
Daarnaast is er een nieuwe bijkomende voorwaarde: binnen die 30 jaar loopbaan moet men minstens 64 kwartalen (16 jaar) effectieve beroepsactiviteit als zelfstandige bewijzen. Een kwartaal telt als effectief gewerkt indien de sociale bijdragen volledig zijn betaald en minstens gelijk zijn aan het minimumbedrag voor een zelfstandige in hoofdberoep [12](#page=12).
#### 4.2.3 Gelijkgestelde periodes
Bepaalde periodes worden gelijkgesteld, zoals mantelzorg, het kwartaal na bevalling en vrijstellingen tijdens de COVID-crisis [12](#page=12).
#### 4.2.4 Gemengde loopbanen
Voor personen met een gemengde loopbaan (deels werknemer, deels zelfstandige) geldt dat er samen 5.000 effectief gewerkte dagen moeten kunnen worden aangetoond om het minimumpensioen te ontvangen. Deze informatie is reeds beschikbaar op mypension.be [12](#page=12).
### 4.3 Belangrijkste hervormingen voor zelfstandigen vanaf 2025-2027
De volgende hervormingen zijn gepland voor zelfstandigen, afhankelijk van de definitieve goedkeuring van de hervormingen [13](#page=13).
#### 4.3.1 Pensioenbonus en pensioenmalus (vanaf 2026)
* **Pensioenmalus:** Wie vóór de wettelijke pensioenleeftijd stopt zonder 35 loopbaanjaren en 7.020 effectief gewerkte dagen, krijgt een vermindering op het pensioen. Deze vermindering varieert:
* 2% per jaar vervroegd pensioen (2026-2030) [13](#page=13).
* 4% per jaar (2030-2040) [13](#page=13).
* 5% per jaar vanaf 2040 [13](#page=13).
* **Nieuwe pensioenbonus:** Voor wie na de wettelijke pensioenleeftijd blijft werken en aan dezelfde voorwaarden voldoet, wordt een bonus toegekend. Deze bonus is een permanente verhoging van het brutopensioen. De bonus per extra werkjaar bedraagt [13](#page=13):
* 2% (tot 2030) [13](#page=13).
* 4% (tot 2040) [13](#page=13).
* 5% vanaf 2040 [13](#page=13).
#### 4.3.2 Vervroegd pensioen vanaf 60 jaar (vanaf 2027)
Vanaf 2027 wordt het mogelijk om vervroegd met pensioen te gaan vanaf 60 jaar, mits men 42 loopbaanjaren kan aantonen met voldoende effectieve prestaties. Er wordt ook gewerkt aan een halftijdse pensioenregeling [13](#page=13).
#### 4.3.3 Minder gelijkgestelde periodes (vanaf 2027)
Vanaf 2027 tellen gelijkgestelde periodes (zoals ziekte en zorgverlof) minder mee voor de loopbaanberekening. Deze periodes mogen niet meer dan 40% van de loopbaan uitmaken. Deze grens daalt jaarlijks met 5% tot 20% in 2031 [13](#page=13).
#### 4.3.4 Overlevingspensioen wordt overgangsuitkering (vanaf 2026)
Het klassieke overlevingspensioen verdwijnt vanaf 2026 en wordt vervangen door een tijdelijke overgangsuitkering. Deze uitkering is onbeperkt cumuleerbaar met beroepsinkomen, maar beperkt in duur [13](#page=13).
#### 4.3.5 Werken na pensioenleeftijd = extra rechten (vanaf 2025)
Zelfstandigen die na de wettelijke pensioenleeftijd blijven werken, bouwen automatisch extra pensioenrechten op. Hiervoor geldt een minimumbijdrage van 898,30 euro per kwartaal in 2025. Een "opt-out" blijft mogelijk, wat betekent dat men kan kiezen om niet verder op te bouwen. Dit kan interessant zijn voor personen die al een gezinspensioen ontvangen en hun partner die wel aangesloten wil blijven, maar de hogere bijdragen wil vermijden [13](#page=13).
### 4.4 Wat blijft hetzelfde?
* **Wettelijke pensioenleeftijd:** Deze wordt 66 jaar vanaf 2025 en 67 jaar vanaf 2030 [13](#page=13).
* **Minimumpensioen:** Het minimumpensioen blijft bestaan, maar de voorwaarden worden strenger en zullen meer gekoppeld zijn aan effectieve prestaties [13](#page=13).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Socialezekerheidsrecht | Het juridische domein dat de sociale zekerheid van burgers regelt, inclusief verplichte bijdragen en de rechten op uitkeringen. |
| Zelfstandige | Een persoon die op eigen naam en voor eigen rekening een beroepsactiviteit uitoefent, zonder hiërarchisch gezag van een werkgever. |
| Ondernemingsloket | Een instantie die ondernemers helpt bij de administratieve formaliteiten voor het starten van een zaak, zoals inschrijving in het KBO. |
| Kruispuntbank van ondernemingen (KBO) | Een centrale database die alle ondernemingen in België registreert en van een uniek ondernemingsnummer voorziet. |
| Sociaal verzekeringsfonds (SVF) | Een organisatie die de sociale bijdragen van zelfstandigen int en hen informeert over hun sociale rechten en plichten. |
| Vennootschapsbijdrage | Een jaarlijkse bijdrage die vennootschappen verschuldigd zijn, ter financiering van de sociale zekerheid. |
| Xerius relax4pension (VAPZ) | Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen, een fiscaal voordelige manier voor zelfstandigen om aanvullend pensioen op te bouwen. |
| Pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) | Een individuele pensioenovereenkomst die zelfstandigen kunnen afsluiten voor aanvullende pensioenopbouw. |
| Gewaarborgd inkomen | Een verzekering die voorziet in een uitkering bij arbeidsongeschiktheid, om het inkomen van de zelfstandige te waarborgen. |
| E-facturatie | Het elektronisch versturen en ontvangen van facturen, vaak via gestandaardiseerde protocollen zoals Peppol. |
| Groeipakket | De kinderbijslag in Vlaanderen, die gezinnen ondersteunt bij de opvoeding van hun kinderen. |
| Hoofdberoep | De primaire zelfstandige activiteit van een persoon, waarbij de sociale bijdragen berekend worden op het volledige inkomen. |
| Bijberoep | Een zelfstandige activiteit die naast een ander hoofdberoep wordt uitgeoefend, met lagere sociale bijdragen. |
| Student-zelfstandige | Een student die een zelfstandige activiteit uitoefent en onder bepaalde voorwaarden geniet van een gunstregime inzake sociale bijdragen. |
| Meewerkende echtgenoot (Maxi-statuut) | Een echtgeno(o)t(e) die daadwerkelijk meewerkt in de zaak van de zelfstandige partner en hiervoor sociale rechten opbouwt. |
| Helper | Een persoon die, zonder arbeidsovereenkomst, op vrijwillige basis hulp verleent in een zaak, maar niet op regelmatige basis. |
| Sociale bijdragen | Verplichte betalingen die zelfstandigen en werknemers doen om aanspraak te maken op sociale rechten zoals ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en pensioen. |
| Netto belastbaar beroepsinkomen | Het inkomen uit een beroepsactiviteit na aftrek van alle toegelaten beroepskosten, waarop belastingen en sociale bijdragen berekend worden. |
| Kwartaalbijdragen | De sociale bijdragen die zelfstandigen en werknemers per kwartaal betalen aan hun sociaal verzekeringsfonds of de sociale zekerheid. |
| Voorlopige bijdragen | Sociale bijdragen die de zelfstandige initieel betaalt, gebaseerd op het inkomen van drie jaar eerder en een herwaarderingscoëfficiënt. |
| Definitieve bijdragen | De uiteindelijke sociale bijdragen die berekend worden op het werkelijk verdiende inkomen van een bepaald jaar, na regularisatie. |
| Regularisatie | Het proces waarbij de voorlopige sociale bijdragen worden aangepast aan het werkelijke inkomen van het betreffende jaar, wat kan leiden tot een bijbetaling of terugbetaling. |
| Herwaarderingscoëfficiënt | Een factor die gebruikt wordt om het inkomen van eerdere jaren aan te passen aan de inflatie en indexatie, voor de berekening van voorlopige bijdragen. |
| Ziekte- en invaliditeitsverzekering | Een tak van de sociale zekerheid die voorziet in een uitkering bij ziekte of invaliditeit en terugbetaling van medische kosten. |
| Moederschapsrechten | Rechten die moeders genieten rond de bevalling, zoals moederschapsverlof en uitkeringen. |
| Kinderbijslag | Een maandelijkse financiële tegemoetkoming voor de kosten die gepaard gaan met de opvoeding van kinderen. |
| Pensioenopbouw | Het proces waarbij men door het betalen van sociale bijdragen tijdens het werkende leven, rechten opbouwt voor een wettelijk pensioen. |
| Overbruggingsrecht | Een financiële uitkering voor zelfstandigen die gedwongen hun activiteit moeten stopzetten wegens economische moeilijkheden of faillissement. |
| Arbeidsongeschiktheidsuitkering | Een uitkering die vergoedingsplicht heeft voor inkomstenverlies ten gevolge van een arbeidsongeschiktheid. |
| Carensperiode | De periode na de start van de arbeidsongeschiktheid waarin nog geen uitkering wordt betaald. |
| Maximumfactuur | Een systeem waarbij de eigen bijdrage van de patiënt voor medische kosten wordt beperkt zodra een bepaald plafond bereikt is. |
| Gelijkstelling wegens ziekte | Een regeling waarbij een zelfstandige die volledig arbeidsongeschikt is, voor de sociale zekerheid wordt gelijkgesteld met een werknemer in ziekte. |
| Wettelijk pensioen | Het pensioen dat wordt opgebouwd op basis van de wettelijk verplichte sociale bijdragen gedurende de loopbaan. |
| Pensioenbonus | Een premie die wordt toegekend aan zelfstandigen die na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd blijven werken. |
| Pensioenmalus | Een vermindering van het pensioen die wordt toegepast op zelfstandigen die vervroegd met pensioen gaan zonder aan de voorwaarden te voldoen. |
| Vervroegd pensioen | Mogelijkheid om met pensioen te gaan vóór het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. |
| Gelijkgestelde periodes | Periodes waarin men, hoewel men niet actief werkte, toch sociale rechten opbouwt (bv. bij ziekte, zorgverlof). |
| Overlevingspensioen | Een pensioen dat, na het overlijden van een partner, door de langstlevende partner kan worden ontvangen. |
| Overgangsuitkering | Een tijdelijke uitkering ter vervanging van het overlevingspensioen, met cumuleerbare en beperkte duur. |
| Effectieve beroepsactiviteit | Periodes waarin daadwerkelijk sociale bijdragen zijn betaald en aan de minimumvoorwaarden is voldaan, voor de opbouw van pensioenrechten. |