Cover
Mulai sekarang gratis gastcollege Björn Cools 29102025_lokale handhaving UGent.pdf
Summary
# Begrippenkader en situering van lokale handhaving
Dit onderwerp verkent de kernbegrippen van regelgeving en handhaving en plaatst lokale handhaving binnen het bredere juridische en bestuurlijke landschap.
### 1.1 Definitie van regelgeving en handhaving
Regelgeving wordt gedefinieerd als het opstellen van algemene, verbindende regels of voorschriften die gericht zijn op het beïnvloeden van het gedrag van burgers, bedrijven en overheden. Dit omvat niet alleen wetten en decreten, maar ook lokale politiereglementen, vergunningsverleningen (zoals voor nachtwinkels of terrassen) en besluiten van burgemeesters of schepenen [4](#page=4).
Handhaving is onlosmakelijk verbonden met regelgeving en kan worden beschouwd als het sluitstuk ervan. Handhavende instanties treden op nadat regelgeving tot stand is gekomen met het specifieke doel om ervoor te zorgen dat de regelgeving haar beoogde doel, namelijk het gewenste gedrag, bereikt. Rechtshandhaving, een vorm van handhaving, richt zich op het doen naleven van rechtsregels, zoals verkeersregels, milieurecht, parkeerbeleid, brandveiligheidsnormen en terrasreglementen [4](#page=4).
### 1.2 De componenten van openbare orde
Het begrip openbare orde bestaat uit drie essentiële componenten [6](#page=6):
1. **Openbare rust:** Dit verwijst naar de afwezigheid van wanorde en onlusten op openbare plaatsen [6](#page=6).
2. **Openbare veiligheid:** Dit omvat de afwezigheid van gevaarlijke toestanden voor personen en goederen [6](#page=6).
3. **Openbare gezondheid:** Dit betreft de afwezigheid van ziekten, verkregen door het handhaven van hygiëne en het vrijwaren van een kwalitatief leefmilieu [6](#page=6).
Sinds 1999 is hier ook de component openbare overlast aan toegevoegd [6](#page=6).
### 1.3 Lokale bestuurlijke ordehandhaving
Lokale bestuurlijke ordehandhaving kan worden gedefinieerd als het geheel van preventieve en repressieve instrumentele bevoegdheden die door of krachtens een wet, decreet of ordonnantie aan lokale besturen worden toegekend. Deze bevoegdheden stellen lokale besturen in staat om op te treden ter bescherming van de openbare orde [7](#page=7).
### 1.4 Plaatsing van lokale handhaving
Lokale handhaving is een specifiek onderdeel binnen het bredere domein van handhaving. Het is een concreet instrument dat lokale besturen ter beschikking staat voor het waarborgen van orde en veiligheid binnen hun jurisdictie [9](#page=9).
### 1.5 Vormen van handhaving
Er kunnen verschillende vormen van handhaving worden onderscheiden [10](#page=10):
1. **Privaatrechtelijke handhaving:** Dit type handhaving komt bijvoorbeeld aan bod bij burenruzies en wordt behandeld door de vrederechter [10](#page=10).
2. **Strafrechtelijke handhaving:** Hierbij worden misdrijven vastgesteld, waarna het parket betrokken raakt en de strafrechter uitspraak doet [10](#page=10).
3. **Bestuurlijke handhaving:** Dit is de vorm van handhaving die direct gerelateerd is aan de bevoegdheden van bestuursorganen en valt onder de lokale bestuurlijke ordehandhaving [10](#page=10) [7](#page=7).
---
# Vormen en instrumenten van lokale bestuurlijke handhaving
Dit deel behandelt de verschillende vormen van handhaving (privaatrechtelijk, strafrechtelijk, bestuurlijk) en de specifieke instrumenten die lokale besturen ter beschikking staan, waaronder gemeentelijke administratieve sancties en de rol van de burgemeester [10](#page=10).
### 2.1 Vormen van handhaving
De overheid kent drie hoofdvormen van handhaving [10](#page=10):
* **Privaatrechtelijke handhaving:** Dit betreft conflicten tussen burgers onderling, zoals burenruzies, die vaak via de vrederechter worden opgelost [10](#page=10).
* **Strafrechtelijke handhaving:** Deze vorm richt zich op het vaststellen en bestraffen van misdrijven, waarbij het parket en de strafrechter een rol spelen [10](#page=10).
* **Bestuurlijke handhaving:** Dit omvat reglementaire of bestuurlijke maatregelen op gemeentelijk niveau, gericht op het waarborgen en herstellen van de openbare orde [10](#page=10) [11](#page=11).
### 2.2 Gemeentelijke bestuurlijke handhaving
Gemeentelijke bestuurlijke handhaving omvat specifieke maatregelen die lokale besturen kunnen nemen om de openbare orde te handhaven [11](#page=11).
#### 2.2.1 Reglementaire maatregelen
Gemeentelijke reglementen, zoals een terrasreglement of een uitbatingsvergunning voor bepaalde inrichtingen, vormen een instrument voor bestuurlijke handhaving [11](#page=11).
#### 2.2.2 Bestuurlijke maatregelen door de burgemeester
De burgemeester beschikt over een reeks discretionaire bevoegdheden om de openbare orde te handhaven. Deze bevoegdheden kunnen onder andere betrekking hebben op [12](#page=12):
* Het verbieden of opleggen van voorwaarden aan betogingen, en het wegslepen van voertuigen [12](#page=12).
* Het sluiten van cafés of nachtwinkels [12](#page=12).
* Het opleggen van een plaatsverbod [12](#page=12).
* Het laten in beslag nemen van voertuigen [12](#page=12).
* Het opleggen van een bestuurlijke dwangsom [12](#page=12).
Deze maatregelen kunnen gebaseerd zijn op algemene wetten, zoals artikel 135§2 van de Nieuwe Gemeentewet (NGW), met het oog op de algemene openbare orde. Daarnaast kan de burgemeester optreden op basis van bijzondere wetten of specifieke bepalingen in de NGW voor maatregelen die gericht zijn op het beperken van specifieke activiteiten of het doen ophouden van wanorde in bijzondere domeinen. Het is belangrijk op te merken dat bijzondere wetgeving voorrang heeft [13](#page=13).
#### 2.2.3 Strafrechtelijke handhaving door de gemeente
De gemeente kan ervoor kiezen om de handhaving van haar reglementen toe te vertrouwen aan het parket en de politierechtbank, wat resulteert in een politiestraf. Een politiestraf bestaat uit een geldboete van één tot 25 euro (vermenigvuldigd met de opdeciemen) of een gevangenisstraf van één tot zeven dagen. Echter, het bestraffen van inbreuken op gemeentelijke politieverordeningen is voor het parket geen prioriteit meer, waardoor dit eerder een theoretische mogelijkheid dan een praktijk is geworden [15](#page=15).
#### 2.2.4 Administratiefrechtelijke handhaving door de gemeente
De gemeenteraad kan in haar politiereglementen bepalen welke inbreuken gesanctioneerd worden met een administratieve sanctie, waardoor de gemeente zelf verantwoordelijk wordt voor de handhaving van haar eigen reglementen. De gemeenteraad kan vier types administratieve sancties bepalen [16](#page=16) [17](#page=17):
1. De administratieve geldboete, met een maximum van 175 euro voor minderjarigen en 500 euro voor meerderjarigen [17](#page=17).
2. De administratieve schorsing van een door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning [17](#page=17).
3. De administratieve intrekking van een door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning [17](#page=17).
4. Tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting [17](#page=17).
### 2.3 De verplichting tot bestuurlijke handhaving voor de gemeente
Artikel 135§2 NGW legt de algemene bestuurlijke politiebevoegdheid formeel op aan de gemeenten. Dit is een dwingende opdracht, wat betekent dat de gemeente als een bestuurlijke politieoverheid moet instaan voor de bestuurlijke handhaving [18](#page=18).
### 2.4 Grenzen aan lokale bestuurlijke handhaving
Lokale bestuurlijke handhaving is niet onbegrensd en kent diverse beperkingen [19](#page=19) [20](#page=20) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24):
* **Wettelijke grondslag en bevoegdheid:** Handhaving vereist een wettelijke grondslag en de gemeente moet bevoegd zijn, met betrekking tot het begrip openbare orde. Voorbeelden hiervan zijn drones, openbare dronkenschap, begraafplaatsen en jacht [19](#page=19).
* **Respect voor fundamentele rechten:** De Grondwet waarborgt fundamentele rechten en vrijheden zoals het eigendomsrecht en de vrijheid van vereniging en vergadering. Een burgemeester kan bijvoorbeeld niet zomaar alle bijeenkomsten verbieden. Een absoluut verbod op geoorloofde activiteiten is onwettelijk [20](#page=20) [24](#page=24).
* **Materiële openbare orde:** De handhaving is beperkt tot de materiële openbare orde, niet de morele openbare orde. De aanwezigheid van minderjarigen in een dancing valt onder de morele openbare orde [21](#page=21).
* **Voorrang van bijzondere wetgeving:** Indien bijzondere wetgeving een aangelegenheid regelt, kan de gemeente niet optreden op basis van artikel 135, § 2 NGW, tenzij de wetgeving expliciet of impliciet ruimte laat voor gemeentelijk optreden. Voorbeelden van bijzondere wetgeving zijn de Drugswet, de Kansspelwet en de wet op openingsuren [22](#page=22).
* **Territoriale bevoegdheid:** De handhaving is beperkt tot het grondgebied van de gemeente. In principe geldt dit voor het openbaar domein, maar verstoringen op privaat domein die de veiligheid, rust of gezondheid van bezoekers of voorbijgangers beïnvloeden, kunnen ook binnen de bevoegdheid van de gemeente vallen [23](#page=23).
* **Discretionaire bevoegdheid en proportionaliteit:** De bestuurlijke politiebevoegdheid is discretionair, wat betekent dat de gemeente de nodige maatregelen kan nemen. Echter, de middelen die gekozen worden, moeten proportioneel zijn. Beperkingen mogen niet algemeen of permanent zijn [24](#page=24).
#### 2.5 Strijdigheid met hogere regelgeving
Indien lokale reglementering in strijd is met hogere regelgeving, moet elke rechter deze buiten toepassing laten op basis van artikel 159 van de Grondwet. Daarnaast kan de toezichthoudende overheid de politieverordening vernietigen via bestuurlijk toezicht, en kan er een annulatieberoep tot nietigverklaring bij de Raad van State worden ingesteld [25](#page=25).
### 2.6 De rol van de burgemeester
De burgemeester beschikt over belangrijke bestuurlijke politiebevoegdheden op basis van de artikelen 133, tweede lid en 135§2 NGW. Zijn bevoegdheden omvatten [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35) [36](#page=36):
* **Uitvoerende bevoegdheid:** De burgemeester is belast met de uitvoering van politiewetten, decreten, ordonnanties, verordeningen en besluiten. Hij kan deze bevoegdheid overdragen aan een schepen [33](#page=33).
* **Verordenende bevoegdheid:** In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige verstoring van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, kan de burgemeester politieverordeningen maken. Deze verordeningen moeten onverwijld aan de gemeenteraad worden voorgelegd ter bekrachtiging en vervallen indien deze niet worden goedgekeurd. Uitzonderlijke omstandigheden vereisen een abnormale situatie, niet een alledaags evenement zoals een kermis [41](#page=41) [42](#page=42) [43](#page=43).
* **Vorderende bevoegdheid:** De burgemeester heeft gezag over specifieke politiezaken, zoals verkeer, openbare rust, orde op publieke evenementen, hygiëne, gezondheid, preventie van rampen en plagen, en openbare overlast [34](#page=34) [35](#page=35) [36](#page=36).
* **Informerende bevoegdheid:** Dit betreft de rol van de burgemeester in het informeren en deelt men kennis met andere instanties [32](#page=32).
#### 2.6.1 Bijzondere bestuurlijke politiebevoegdheden van de burgemeester
De burgemeester kan specifieke bestuurlijke maatregelen nemen op basis van bijzondere wetgeving [37](#page=37):
* **Artikel 9bis drugswet:** De burgemeester kan, na overleg met gerechtelijke autoriteiten en indien noodzakelijk voor de openbare orde, een publiek toegankelijke inrichting sluiten als er ernstige aanwijzingen zijn van illegale druggerelateerde activiteiten. Deze maatregel kan tot zes maanden worden verlengd [38](#page=38).
* **Artikel 18, § 3 wet 'openingsuren':** De burgemeester kan de sluiting bevelen van nachtwinkels, private telecommunicatiebureaus en bepaalde vestigingseenheden die in overtreding zijn met gemeentelijke reglementen [39](#page=39).
* **Artikel 11 wet van 30 juli 1979 (brandveiligheid):** De burgemeester kan de voorlopige sluiting bevelen van een inrichting die niet voldoet aan de voorgeschreven brandveiligheidsmaatregelen of verzekeringsplicht [40](#page=40).
#### 2.6.2 Politiebesluit van de burgemeester
Een politiebesluit van de burgemeester is een eenzijdige, administratieve rechtshandeling die gericht is op het handhaven of herstellen van de openbare orde. Hierbij zijn de hoorplicht, het redelijkheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel van belang [91](#page=91).
* **Hoorplicht:** Voordat een ernstige maatregel wordt genomen, moet de betrokkene gehoord worden, tenzij er sprake is van spoedgevallen [92](#page=92).
* **Redelijkheidsbeginsel (evenredigheid):** Maatregelen moeten evenredig zijn met de dreiging die ze moeten verhelpen. De strengste maatregel mag niet worden gekozen als deze niet in verhouding staat tot de feiten of het beoogde doel [93](#page=93) [94](#page=94).
> **Voorbeeld:** Bij agressieve honden kan men kiezen uit een reeks maatregelen, van een waarschuwing tot verplichte plaatsing in een kennel, afhankelijk van de ernst van het gedrag [95](#page=95).
### 2.7 Andere lokale handhavingsinstrumenten
Naast de bevoegdheden van de burgemeester zijn er verdere instrumenten beschikbaar [45](#page=45):
#### 2.7.1 Wet bestuurlijke handhaving en ondermijnende criminaliteit
De wet op de bestuurlijke handhaving is gericht op het tegengaan van ondermijnende criminaliteit, gedefinieerd als criminaliteit die maatschappelijke structuren schaadt en leidt tot maatschappelijke of economische ontwrichting. Het **integriteitsonderzoek** (IO) is een belangrijk instrument binnen deze wet [54](#page=54).
* **Voorwaarden voor een integriteitsonderzoek:** Een politieverordening op grond van artikel 119ter NGW is vereist, waarbij de betreffende economische sector als vatbaar voor ondermijnende criminaliteit wordt aangemerkt [57](#page=57).
* **Procedure en gevolgen:** Na een individueel besluit van de burgemeester wordt het IO uitgevoerd. Een 'HIT' kan leiden tot een oranje of rood licht, wat gevolgen kan hebben voor de uitbating [58](#page=58) [59](#page=59).
* **Beslissing tot sluiting:** Op basis van het IO kan het college van burgemeester en schepenen (CBS) besluiten tot sluiting, na advies van het Departement Innoveren en Ondernemen (DIOB), hoewel dit advies niet bindend is. De uitvoering van de beslissing gebeurt pas na een hoorzitting en een wachttermijn [60](#page=60).
* **Vergunningenbeleid:** Bij een bestaand vergunningenbeleid (bv. voor handcarwashes) kunnen uitbatingen proactief worden geweigerd of hun vergunning verliezen op basis van integriteitsaspecten [61](#page=61).
#### 2.7.2 Gemeentelijke administratieve sancties (GAS)
De GAS-wet van 24 juni 2013 geeft gemeenten meer armslag om zelf storende fenomenen en ongewenst gedrag aan te pakken, mits deze niet hoger gereglementeerd zijn. De wet voorziet in verschillende soorten GAS [77](#page=77) [78](#page=78) [79](#page=79):
* **GAS4 (stilstaan en parkeren):** Specifieke regels en boetes voor parkeerovertredingen, vastgelegd in een Koninklijk Besluit [80](#page=80).
* **Beperkte snelheidsovertredingen:** Sinds 1 februari 2021 kunnen beperkte snelheidsovertredingen in zones met een snelheidslimiet van 30 of 50 km per uur ook via GAS worden gesanctioneerd [81](#page=81).
#### 2.7.3 Soorten GAS-sancties
De mogelijke sancties onder GAS omvatten [83](#page=83):
* **Administratieve geldboete (GAS 1 t.e.m. 5):** Variërend in hoogte afhankelijk van de categorie van overtreding. Er is de mogelijkheid om boetes met uitstel op te leggen [84](#page=84).
* **Administratieve schorsing of opheffing van toelating/vergunning en administratieve sluiting (artikel 45 GAS-wet):** [83](#page=83).
* **Alternatieve sancties:** Gemeenschapsdienst en bemiddeling [83](#page=83).
#### 2.7.4 Bestuurlijke verzegeling en dwangsom
Deze instrumenten versterken de afdwingbaarheid van bestuurlijke maatregelen [85](#page=85) [86](#page=86).
* **Bestuurlijke verzegeling:** Mogelijk bij sluiting door de burgemeester of het CBS. Inbreuken op de verzegeling kunnen via GAS worden gesanctioneerd [86](#page=86).
* **Bestuurlijke dwangsom:** De burgemeester kan een dwangsom opleggen om naleving van een bestuurlijke politie- of CBS-maatregel af te dwingen. De burgemeester maakt best een afweging tussen bestuursdwang (waarbij de gemeente de maatregel zelf uitvoert op kosten van de tegenpartij) en een bevel met dwangsom, afhankelijk van de aard van de maatregel en de noodzaak tot medewerking van de tegenpartij. Een dwangsom is mogelijk wanneer de burgemeester of het CBS een maatregel oplegt of heeft opgelegd [86](#page=86) [87](#page=87) [88](#page=88).
#### 2.7.5 GAS versus dwangsom
Wanneer een GAS-boete onvoldoende waarborgt dat een bevel wordt nageleefd, kan een dwangsom noodzakelijk zijn [89](#page=89).
---
# De actoren van lokale handhaving
Dit hoofdstuk belicht de verschillende lokale actoren die instaan voor de bestuurlijke handhaving en hun specifieke rollen en bevoegdheden.
## 3. De actoren van lokale handhaving
De lokale handhaving is een complex samenspel van verschillende bestuursorganen, elk met eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De belangrijkste actoren zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen (CBS) en de burgemeester [26](#page=26).
### 3.1 De gemeenteraad
De gemeenteraad heeft bepaalde bevoegdheden die niet kunnen worden overgedragen aan het college van burgemeester en schepenen. Dit omvat onder andere [27](#page=27):
* De bevoegdheden die expliciet aan de gemeenteraad zijn toegewezen in de betreffende wetgeving [27](#page=27).
* Het vaststellen van gemeentelijke reglementen, met uitzondering van personeelsaangelegenheden, en het bepalen van de bijbehorende straffen en administratieve sancties [27](#page=27).
### 3.2 Het college van burgemeester en schepenen (CBS)
Het college van burgemeester en schepenen bezit diverse bevoegdheden, waaronder een aantal die relevant zijn voor handhavingstaken [28](#page=28).
#### 3.2.1 Bevoegdheden van het CBS
Belangrijke bevoegdheden van het CBS omvatten:
* Het aangaan van daden van beschikking over roerende goederen, met uitzondering van dadingen [28](#page=28).
* Het beheren van verhuring, concessie, pacht, en jacht- en visrechten langer dan negen jaar, hoewel de contractvoorwaarden door de gemeenteraad worden vastgesteld [28](#page=28).
* Het vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke aangelegenheden en het beslissen over het in rechte optreden van de gemeente [28](#page=28).
* De bevoegdheden inzake burgerlijke stand en politie over vertoningen [28](#page=28).
* Het opleggen van administratieve sancties conform de Nieuwe Gemeentewet [28](#page=28).
* De afpaling van gemeentewegen, in overeenstemming met rooilijnplannen [28](#page=28).
* Het afsluiten van afsprakennota's [28](#page=28).
#### 3.2.2 Het CBS als handhavingsactor
Het CBS speelt ook een directe rol in bestuurlijke handhaving:
* Het is bevoegd voor tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer [29](#page=29).
* Het kan, samen met het gemeentecollege, de schorsing, opheffing en sluiting van bepaalde inrichtingen opleggen, na een voorafgaande verwittiging. De gemeenteraad bepaalt hoe deze sancties worden meegedeeld [30](#page=30).
* Op voorstel van de burgemeester kan het CBS, of het gemeentecollege, op basis van integriteitsonderzoeken vestigings- of uitbatingsvergunningen voor publiek toegankelijke inrichtingen weigeren, schorsen of opheffen. Dit geldt zowel voor vergunde als niet-vergunde vestigingen, waarbij de beslissingen steeds gemotiveerd moeten zijn [31](#page=31).
### 3.3 De burgemeester
De burgemeester beschikt over aanzienlijke bestuurlijke politiebevoegdheden, die onderverdeeld kunnen worden in uitvoerende, verordenende, vorderende en informerende bevoegdheden [32](#page=32).
#### 3.3.1 Uitvoerende en verordenende bevoegdheden
De burgemeester is belast met de uitvoering van politiewetten, decreten, ordonnanties en verordeningen, en kan deze bevoegdheid gedeeltelijk overdragen aan een schepen. Hij is de verantwoordelijke overheid inzake bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente [33](#page=33).
Meer specifiek heeft de gemeente, en daarmee de burgemeester, tot taak te zorgen voor een goede politie betreffende zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op openbare wegen, plaatsen en gebouwen. Dit omvat onder andere [34](#page=34):
* Veilig en vlot verkeer, reiniging, verlichting, opruiming van hindernissen en veiligheid van gebouwen [34](#page=34).
* Het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals nachtgerucht en verstoringen van de rust door samenscholingen [34](#page=34).
* Het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals markten en evenementen [35](#page=35).
* Toezicht op de correcte afmeting en hygiëne van verkochte waren [35](#page=35).
* Het nemen van maatregelen ter preventie van rampen en plagen, en het verlenen van hulp [35](#page=35).
* Het verhelpen van hinder door rondzwervende dieren [35](#page=35).
* Het nemen van maatregelen tegen alle vormen van openbare overlast, inclusief het uitvaardigen van politieverordeningen [35](#page=35).
> **Tip:** De voorbeelden van de taken van de burgemeester illustreren de breedte van zijn bevoegdheden, gaande van verkeersregeling en monumentenveiligheid tot het controleren van voedselhygiëne en het bestrijden van epidemieën [36](#page=36).
#### 3.3.2 Bijzondere bestuurlijke politiebevoegdheden
De burgemeester beschikt over specifieke bevoegdheden om in te grijpen:
* **Drugswet:** Na overleg met gerechtelijke overheden en indien noodzakelijk voor de openbare orde, kan de burgemeester een publiek toegankelijke inrichting sluiten bij ernstige aanwijzingen van illegale druggerelateerde activiteiten. Dit vereist de mogelijkheid voor de verantwoordelijke om zijn verdediging in te brengen. De maatregel moet binnen de eerstvolgende vergadering van het CBS of gemeentecollege worden bevestigd en kan maximaal zes maanden duren, tweemaal hernieuwbaar [38](#page=38).
* **Wet 'openingsuren':** De burgemeester kan nachtwinkels, privételecommunicatiebureaus en bepaalde vestigingseenheden sluiten die in overtreding handelen met gemeentelijke reglementen of beslissingen van het CBS [39](#page=39).
* **Wet brandveiligheid:** De burgemeester kan de voorlopige sluiting bevelen van inrichtingen die niet voldoen aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen of de vereiste verzekering niet hebben afgesloten. De heropening is pas mogelijk na conformiteit [40](#page=40).
#### 3.3.3 Verordenende bevoegdheid in uitzonderlijke omstandigheden
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige verstoring van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen waarbij uitstel schade kan berokkenen, kan de burgemeester politieverordeningen maken. Deze moeten onverwijld aan de gemeenteraad worden voorgelegd en vervallen indien niet bekrachtigd door de raad in de eerstvolgende vergadering [41](#page=41).
> **Voorbeeld:** Een brand of een plots uitbrekende epidemie worden beschouwd als onvoorziene gebeurtenissen die de burgemeester de bevoegdheid geven om politieverordeningen uit te vaardigen. Een kermis of een carnavalsstoet zijn daarentegen geen onvoorziene gebeurtenissen in deze context [42](#page=42).
##### 3.3.3.1 Vormvereisten voor politieverordeningen van de burgemeester
De politieverordeningen van de burgemeester moeten aan formele vereisten voldoen:
* De gemeenteraad moet onverwijld, dus bij de eerstvolgende vergadering, in kennis worden gesteld [43](#page=43).
* De gemeenteraad moet de verordening bekrachtigen. Indien dit niet gebeurt, vervalt de verordening voor de toekomst, maar niet met terugwerkende kracht [43](#page=43).
Er kunnen zich twee situaties voordoen met betrekking tot de bekrachtiging door de gemeenteraad:
* Als de verordening nog van kracht is op het moment van de raadszitting, kan de gemeenteraad deze bekrachtigen, waardoor deze het karakter van een gemeentelijke politieverordening krijgt [44](#page=44).
* Als de verordening op dat moment niet meer van kracht is, neemt de gemeenteraad er enkel kennis van. Het heeft dan geen zin meer om ze te bekrachtigen [44](#page=44).
De burgemeester moet te allen tijde kunnen motiveren waarom hij de verordening heeft opgesteld en aantonen dat alle noodzakelijke voorwaarden vervuld waren om verordenend op te treden [44](#page=44).
---
# Integriteitsonderzoek en vergunningenbeleid
Dit deel behandelt de toepassing van integriteitsonderzoeken, met name in het kader van ondermijnende criminaliteit, en de rol van gemeentelijk vergunningenbeleid, zoals voor horeca en specifieke inrichtingen.
### 4.1 Gemeentelijk economisch vergunningenbeleid
Gemeenten kunnen op verschillende manieren omgaan met economisch vergunningenbeleid. Dit varieert van een minimale aanpak tot een beleidsmatige, proactieve benadering [47](#page=47).
#### 4.1.1 Scenario's voor vergunningenbeleid
* **Scenario 1: Minimale aanpak** [47](#page=47).
* Beperkt tot de verplichte uitvoering van vergunningen op basis van centrale regelgeving, zoals een drankvergunning [47](#page=47).
* **Scenario 2: Geïntegreerde aanpak** [47](#page=47).
* Bundeling van verschillende uitbatingsvoorwaarden tot één overkoepelende gemeentelijke vergunning [47](#page=47).
* **Scenario 3: Beleidsmatige aanpak** [47](#page=47).
* Gemeentelijk proactief vergunningenbeleid, inclusief een visie en structurele samenwerking met interne en externe partners zoals politie en handhaving [47](#page=47).
#### 4.1.2 De lokale praktijk: Horeca
Voor de horecasector spelen zowel de drankvergunning (volgens bijzondere regelgeving) als de horecavergunning (volgens gemeentelijke regelgeving) een rol [48](#page=48).
* **Drankvergunning:**
* Is verplicht en wordt door de gemeente verleend [48](#page=48).
* De gemeente voert controles uit op moraliteit en hygiëne [48](#page=48).
* **Horecavergunning:**
* Is optioneel [48](#page=48).
* De gemeente koppelt verschillende uitbatingsvoorwaarden, zoals de drankvergunning en brandveiligheid [48](#page=48).
* De gemeente voert controles uit en bepaalt de voorwaarden op basis van gemeentelijke regelgeving [48](#page=48).
* **Terrasvergunning:**
* Is optioneel [48](#page=48).
* De gemeente heeft volledige bevoegdheid met betrekking tot de inname van openbaar domein [48](#page=48).
#### 4.1.3 Voorbeeld uitbatingsvergunning: Antwerpen
In Antwerpen is een uitbatingsvergunning verplicht voor diverse publiek toegankelijke inrichtingen. De aanvraagprocedure omvat verschillende controles [49](#page=49) [50](#page=50):
* **Brandveiligheidscontrole:** Gebaseerd op brochures over brandveiligheidseisen [49](#page=49).
* **Spreidingsonderzoek:** De zaak moet voldoen aan afstandsregelingen uit het politiereglement en, indien van toepassing, in een winkelstraat gelegen zijn. Voor massagesalons en handcarwashes geldt deze winkelstraatverplichting niet altijd [49](#page=49).
* **Hygiëneonderzoek:** De zaak moet voldoen aan hygiënevoorwaarden uit de politiecodex [49](#page=49).
* **Moraliteitsonderzoek:** [49](#page=49).
* **Stedenbouwkundig onderzoek:** [49](#page=49).
* **Financieel onderzoek:** [49](#page=49).
Publiek toegankelijke inrichtingen waarvoor een uitbatingsvergunning vereist is, zijn onder andere: nachtwinkels, belwinkels, telecomwinkels, CBD-winkels, club-vzw's, shishabars, seksinrichtingen met pornografische vertoningen, handcarwashes in woongebied, en massagesalons [50](#page=50).
#### 4.1.4 Voorbeeld horecavergunning: Stad Genk
Bij het aanvragen van een horecavergunning in Genk, dient men onder andere een overzicht te verstrekken van alle betrokken (rechts)personen met hun naam, voornaam, nationaliteit, arbeidsstatuut en een kopie van de identiteitskaart. Tevens kan bewijs van aansluiting/aangifte bij sociale zekerheid vereist zijn [51](#page=51).
Na ontvankelijkverklaring van het dossier, start een administratief onderzoek dat onder andere omvat:
* Omgevingsonderzoek (stedenbouw en milieu) [52](#page=52).
* Brandveiligheidsonderzoek [52](#page=52).
* Hygiëneonderzoek [52](#page=52).
* Moraliteitsonderzoek [52](#page=52).
* Fiscaalrechtelijk onderzoek [52](#page=52).
* Onderzoek naar exploitant (eerdere betrokkenheid bij bestuurlijke maatregel of gemeentelijke administratieve sanctie) [52](#page=52).
### 4.2 Wet bestuurlijke handhaving en integriteitsonderzoek
De wet bestuurlijke handhaving biedt instrumenten om ondermijnende criminaliteit aan te pakken, waarbij integriteitsonderzoeken een centrale rol spelen [53](#page=53) [54](#page=54).
#### 4.2.1 Begripsafbakening
* **Ondermijnende criminaliteit:** Criminaliteit die voortkomt uit strafbare feiten zoals bedoeld in artikel 119ter, § 10, vijfde lid, NGW. Deze criminaliteit schaadt maatschappelijke structuren of het vertrouwen daarin, en kan leiden tot maatschappelijke en/of economische ontwrichting [54](#page=54).
* **Integriteitsonderzoek (IO):** Een onderzoek dat door de gemeente wordt uitgevoerd met betrekking tot de vestiging of uitbating van publiek toegankelijke inrichtingen waar economische activiteiten plaatsvinden. Het doel is ondermijnende criminaliteit tegen te gaan, conform artikel 119ter NGW [54](#page=54).
#### 4.2.2 Concrete casus: Barbiers in gemeente X
In een landelijke gemeente met vier barbiers, waar geen lokaal vergunningenbeleid van kracht is, bestaan er vermoedens van één malafide uitbating. De burgemeester wenst de integriteit van de uitbaters te controleren via een integriteitsonderzoek op basis van artikel 119ter NGW [56](#page=56).
##### 4.2.2.1 Voorwaarden voor een integriteitsonderzoek
Een voorwaarde voor het integriteitsonderzoek is een politieverordening op grond van artikel 119ter NGW [57](#page=57).
* **Opname in KB:** De betreffende economische sector (barbiers) dient als zodanig opgenomen te zijn in het Koninklijk Besluit (na risicoanalyse door DIOB) [57](#page=57).
* **Lokale risicoanalyse en motivering:** De gemeente moet, na motivering en lokale risicoanalyse, barbiers opnemen in de politieverordening als een economische sector die vatbaar is voor ondermijnende criminaliteit. Dit kan zelfs met geografische differentiatie. Hierdoor wordt een integriteitsonderzoek mogelijk tegen iedere persoon die feitelijk of juridisch belast is met de uitbating [57](#page=57).
##### 4.2.2.2 Gevolgen van de politieverordening
Als gevolg van de politieverordening worden alle barbiers binnen een redelijke termijn, zoals bepaald in de verordening, onderworpen aan een integriteitsonderzoek onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester. De burgemeester moet voor elke uitbater een individueel besluit tot opstart van het IO nemen en de betrokkene hiervan op de hoogte stellen [58](#page=58).
##### 4.2.2.3 Uitvoering van het integriteitsonderzoek
Het integriteitsonderzoek dient binnen 50 dagen te worden afgerond [58](#page=58).
* **Centraal register:** Het centraal register van integriteitsonderzoeken MOET worden geraadpleegd (HIT/NO HIT) [58](#page=58).
* **Andere bronnen:** Lokale politie of gemeentelijke databanken zijn facultatief, maar kunnen bevraagd worden. ARIEC kan hier een belangrijke rol spelen met politionele en gerechtelijke informatie [58](#page=58).
* **DIOB:** De burgemeester kan met motivering direct contact opnemen met DIOB [58](#page=58).
##### 4.2.2.4 Gevolgen na het integriteitsonderzoek
* **NO HIT:** Indien er geen negatieve bevindingen zijn in het register, kunnen de drie barbiers groen licht krijgen en kan een positieve beslissing van het Centraal Bureau voor Strafrechtelijk Beleid (CBS) volgen [59](#page=59).
* **HIT en andere negatieve informatie:** Bij een HIT-resultaat en eventueel andere negatieve informatie uit andere bronnen, krijgt een barbier een oranje of rood licht [59](#page=59).
##### 4.2.2.5 Vervolgprocedure na negatieve bevindingen
* **Positieve beslissing voor de meeste barbiers:** De drie barbiers kunnen hun werk voortzetten [60](#page=60).
* **Maatregel tegen één barbier:** Op basis van het voorstel van de burgemeester en ingewonnen informatie, kan het CBS besluiten tot sluiting van de zaak van de betreffende barbier [60](#page=60).
* **Advies DIOB:** Het advies van DIOB is verplicht, maar niet bindend. De gemeente kan een maatregel motiveren op basis van eigen informatie [60](#page=60).
* **CBS-beslissing:** Het CBS kan, mits motivering, afwijken van het advies van DIOB [60](#page=60).
* **Beslissing tot opheffing of schorsing:** Het CBS informeert de betrokkene over de beslissing en het advies van DIOB. De uitvoering van de beslissing vindt plaats na een hoorzitting en na een termijn van 15 dagen [60](#page=60).
#### 4.2.3 Impact van een bestaand lokaal vergunningenbeleid
Indien er een lokaal vergunningenbeleid van toepassing is (bijvoorbeeld een uitbatingsvergunning voor handcarwashes), biedt dit aanvullende mogelijkheden [61](#page=61).
* **Proactieve tegenhouding:** Uitbatingen kunnen "aan de poort" worden tegengehouden als ze niet voldoen aan de vergunningsvoorwaarden [61](#page=61).
* **Verlies van vergunning:** Bestaande uitbatingen kunnen hun vergunning verliezen op basis van louter integriteitskwesties onder de nieuwe wet. Het CBS kan de vergunning schorsen of opheffen [61](#page=61).
> **Tip:** Een goed uitgewerkt gemeentelijk vergunningenbeleid (Scenario 3) biedt de meeste mogelijkheden om proactief ondermijnende criminaliteit te bestrijden door integriteitsonderzoeken te integreren in de vergunningsaanvraagprocedures [47](#page=47) [61](#page=61).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Regelgeving | Het proces van het opstellen van algemene, verbindende regels of voorschriften die bedoeld zijn om het gedrag van burgers, bedrijven en overheden te beïnvloeden. Dit omvat wetten, decreten, politiereglementen en vergunningsbesluiten. |
| Handhaving | Het sluitstuk van regelgeving, waarbij handhavende instanties optreden nadat regels zijn vastgesteld om ervoor te zorgen dat deze regels hun doel bereiken en het gewenste gedrag wordt vertoond. |
| Rechtshandhaving | Het specifieke aspect van handhaving dat gericht is op het doen naleven van rechtsregels, zoals verkeersregels, milieurecht, parkeerbeleid en brandveiligheidsnormen. |
| Lokale handhaving | De handhaving die plaatsvindt op gemeentelijk niveau, vaak gebaseerd op lokale regelgeving zoals politiereglementen, en die gericht is op het waarborgen van de openbare orde. |
| Openbare orde | Een concept dat doorgaans drie componenten omvat: openbare rust (afwezigheid van wanorde), openbare veiligheid (afwezigheid van gevaar) en openbare gezondheid (hygiëne en leefmilieu). Sinds 1999 wordt hier ook openbare overlast aan toegevoegd. |
| Lokale bestuurlijke ordehandhaving | Het geheel van preventieve en repressieve bevoegdheden die aan lokale besturen zijn toegekend om op te treden ter bescherming van de openbare orde, gebaseerd op wetten, decreten of ordonnanties. |
| Privaatrechtelijke handhaving | Een vorm van handhaving die zich richt op geschillen tussen private partijen, zoals burenruzies, waarvoor de vrederechter bevoegd is. |
| Strafrechtelijke handhaving | De handhaving die gericht is op het vaststellen van misdrijven en het doorverwijzen naar het parket en de strafrechter voor berechting. |
| Bestuurlijke handhaving | Een algemene categorie van handhaving die plaatsvindt op basis van bestuursrechtelijke bevoegdheden, in tegenstelling tot strafrechtelijke of privaatrechtelijke procedures. |
| Gemeentelijke administratieve sancties (GAS) | Sancties die gemeenten kunnen opleggen voor overtredingen van gemeentelijke reglementen, zoals administratieve geldboetes, schorsing of intrekking van vergunningen, en sluiting van inrichtingen. |
| Bestuurlijke politiebevoegdheid | De bevoegdheid van lokale besturen om maatregelen te nemen ter handhaving van de openbare orde, onderverdeeld in algemene (breed toepasbaar) en bijzondere (specifiek gereguleerde domeinen) politiebevoegdheden. |
| Verordenende bevoegdheid | De bevoegdheid om verordeningen (regels) op te stellen. Voor de burgemeester is dit specifiek geregeld in geval van oproer, samenscholing of andere onvoorziene gebeurtenissen. |
| Integriteitsonderzoek (IO) | Een onderzoek ingesteld door de gemeente naar de integriteit van personen die betrokken zijn bij de vestiging of uitbating van publiek toegankelijke inrichtingen, bedoeld om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. |
| Ondermijnende criminaliteit | Criminaliteit die voortkomt uit strafbare feiten en die maatschappelijke structuren of het vertrouwen daarin schaadt, met potentiële maatschappelijke en economische ontwrichting tot gevolg. |
| Bestuurlijke dwangsom | Een financiële sanctie die kan worden opgelegd door de burgemeester of het college van burgemeester en schepenen om de naleving van een opgelegde bestuurlijke maatregel af te dwingen. |
| Politieverordening | Een verordening die door de burgemeester kan worden opgesteld in uitzonderlijke omstandigheden om de openbare orde te handhaven. Deze verordeningen moeten door de gemeenteraad worden bekrachtigd. |
| Uitbatingsvergunning | Een vergunning die vereist is voor de uitbating van bepaalde publiek toegankelijke inrichtingen, vaak met specifieke voorwaarden op het gebied van brandveiligheid, hygiëne, moraliteit en stedenbouw. |
| GAS-boete | Een administratieve geldboete die kan worden opgelegd door gemeenten voor specifieke overtredingen, zoals vastgelegd in de GAS-wet. |
| Bestuursdwang | Een procedure waarbij de gemeente een maatregel zelf uitvoert op kosten van de overtreder, wanneer medewerking van de overtreder niet gegarandeerd is of de situatie dringend is. |