Cover
Mulai sekarang gratis gastcollege Björn Cools 29102025_lokale handhaving UGent.pdf
Summary
# Situering en begrippenkader van lokale handhaving
Dit document introduceert de concepten regelgeving en handhaving en plaatst lokale handhaving binnen dit kader door de definitie, de reikwijdte en de grenzen van lokale bestuurlijke handhaving te verkennen.
## 1. Situering en begrippenkader van lokale handhaving
### 1.1 Regelgeving en handhaving
Regelgeving omvat het opstellen van algemene, verbindende regels die gericht zijn op het beïnvloeden van het gedrag van burgers, bedrijven en overheden. Dit kan variëren van wetten en decreten tot lokale politiereglementen en het verlenen van vergunningen. Handhaving is onlosmakelijk verbonden met regelgeving en wordt beschouwd als het sluitstuk ervan. Het doel van handhaving is ervoor te zorgen dat de regelgeving haar beoogde doel bereikt, namelijk het gewenste gedrag. Rechtshandhaving, een vorm van handhaving, is specifiek gericht op het doen naleven van rechtsregels, zoals verkeersregels, milieurecht, parkeerbeleid en brandveiligheidsnormen [4](#page=4).
### 1.2 Lokale handhaving via lokale regelgeving
Lokale handhaving vindt plaats via lokale regelgeving, waarbij de gemeenteraad bevoegd is om gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en politieverordeningen op te stellen. De gemeenteraad kan ook gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen conform de wet van 24 juni 2013 [5](#page=5).
### 1.3 Openbare orde
Het begrip openbare orde bestaat uit drie kerncomponenten:
1. **Openbare rust:** de afwezigheid van wanorde en onlusten op openbare plaatsen [6](#page=6).
2. **Openbare veiligheid:** de afwezigheid van gevaarlijke toestanden voor personen en goederen [6](#page=6).
3. **Openbare gezondheid:** de afwezigheid van ziekten door de handhaving van hygiëne en het vrijwaren van een kwalitatief leefmilieu [6](#page=6).
Sinds 1999 is hier ook het aspect van openbare overlast aan toegevoegd [6](#page=6).
### 1.4 Lokale bestuurlijke ordehandhaving
Lokale bestuurlijke ordehandhaving omvat het geheel van preventieve en repressieve bevoegdheden die lokale besturen krijgen toegekend om op te treden ter bescherming van de openbare orde. Dit gebeurt via wettelijke, decretaal of ordonnantie-bepaalde instrumenten [7](#page=7).
> **Tip:** Lokale bestuurlijke handhaving is een cruciaal instrument voor gemeenten om de leefbaarheid en veiligheid op hun grondgebied te garanderen [8](#page=8) [9](#page=9).
### 1.5 Vormen van handhaving
Er kunnen drie hoofdvormen van handhaving worden onderscheiden:
1. **Privaatrechtelijke handhaving:** Dit omvat geschillen tussen buren die voorgelegd kunnen worden aan de vrederechter [10](#page=10).
2. **Strafrechtelijke handhaving:** Hierbij worden misdrijven vastgesteld en behandeld door het parket en de strafrechter [10](#page=10).
3. **Bestuurlijke handhaving:** Dit is de focus van dit document en betreft maatregelen die door het bestuur worden genomen [10](#page=10).
#### 1.5.1 Gemeentelijke bestuurlijke handhaving
Gemeentelijke bestuurlijke handhaving bestaat uit reglementaire of bestuurlijke maatregelen op gemeentelijk niveau om de openbare orde te vrijwaren en te herstellen [11](#page=11).
**Reglementaire maatregelen** omvatten bijvoorbeeld terrasreglementen en uitbatingsvergunningen voor bepaalde inrichtingen [11](#page=11).
**Bestuurlijke maatregelen door de burgemeester** kunnen zeer divers zijn, zoals het verbieden van betogingen, het opleggen van voorwaarden, het wegslepen van voertuigen, het sluiten van cafés of nachtwinkels, het opleggen van een plaatsverbod, het in beslag laten nemen van voertuigen of het opleggen van een bestuurlijke dwangsom [12](#page=12).
### 1.6 Algemene en bijzondere bestuurlijke politiebevoegdheid
De bestuurlijke politiebevoegdheid kan worden onderverdeeld in twee categorieën:
* **Algemene bestuurlijke politiebevoegdheid:** Deze is gebaseerd op algemene wetten, zoals artikel 135, §2 NGW, en heeft tot doel de openbare orde in het algemeen te vrijwaren. Dit is een verplichte bevoegdheid die de gemeente heeft met oog op de vrijwaring van de openbare orde. Het betreft een discretionaire bevoegdheid, wat betekent dat de gemeente maatregelen kan nemen in situaties zoals samenscholingen, agressieve honden of gasgeur [13](#page=13).
* **Bijzondere bestuurlijke politiebevoegdheid:** Deze is gebaseerd op bijzondere wetten of specifieke bepalingen in de NGW. Het doel is het beperken van een welbepaalde activiteit of het doen ophouden van een welbepaalde wanorde, gericht op de vrijwaring van de openbare orde in specifieke domeinen. Dit is een gebonden bevoegdheid [13](#page=13).
> **Opgelet:** Voorrang gaat steeds uit naar bijzondere wetgeving [13](#page=13).
### 1.7 Strafrechtelijke versus administratiefrechtelijke handhaving
Gemeenten hebben de keuze tussen strafrechtelijke en administratiefrechtelijke handhaving voor inbreuken op hun reglementen.
#### 1.7.1 Strafrechtelijk handhaven (politiestraf)
Strafrechtelijk handhaven door de gemeente zou resulteren in een politiestraf, die een geldboete van één euro tot maximaal tweeëntwintig euro (vermenigvuldigd met de opdeciemen) of een gevangenisstraf van één tot zeven dagen kan zijn. In dit scenario draagt de gemeente de handhaving van inbreuken over aan het parket en de politierechtbank. Het bestraffen van inbreuken op gemeentelijke politieverordeningen is echter voor het parket geen prioriteit meer en is daardoor eerder een theoretische mogelijkheid dan een praktijk [15](#page=15).
#### 1.7.2 Administratiefrechtelijk handhaven
Administratiefrechtelijk handhaven houdt in dat de gemeenteraad in haar politiereglementen bepaalt welke inbreuken worden bestraft met een administratieve sanctie. De gemeente is dan zelf verantwoordelijk voor de handhaving van haar politiereglementen [16](#page=16).
De gemeenteraad kan vier types administratieve sancties bepalen:
1. **Administratieve geldboete:** Maximaal éénhonderdvijfenzeventig of vijfhonderd euro, afhankelijk van of de overtreder minderjarig of meerderjarig is [17](#page=17).
2. **Administratieve schorsing:** Van een door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning [17](#page=17).
3. **Administratieve intrekking:** Van een door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning [17](#page=17).
4. **Tijdelijke of definitieve administratieve sluiting:** Van een inrichting [17](#page=17).
### 1.8 De verplichting tot handhaving voor de gemeente
Artikel 135, §2 NGW draagt de gemeenten formeel de algemene bestuurlijke politiebevoegdheid op. Dit is een dwingende opdracht; de gemeente móet optreden als een bestuurlijke politieoverheid en instaan voor de bestuurlijke handhaving [18](#page=18).
> **Tip:** De verplichting tot handhaving is een fundamentele taak van het lokale bestuur [18](#page=18).
### 1.9 Grenzen van bestuurlijke lokale handhaving
Bestuurlijke lokale handhaving is niet onbegrensd en kent diverse beperkingen:
* **Wettelijke grondslag en bevoegdheid:** De handhaving moet een wettelijke basis hebben en de gemeente moet bevoegd zijn, met inachtneming van het begrip openbare orde. Voorbeelden hiervan zijn handhaving met betrekking tot drones, openbare dronkenschap, begraafplaatsen en jacht [19](#page=19).
* **Fundamentele rechten en vrijheden:** De Grondwet waarborgt fundamentele rechten zoals het eigendomsrecht en de vrijheid van vereniging en vergadering. Een burgemeester kan bijvoorbeeld niet zomaar alle bijeenkomsten of betogingen verbieden, omdat dit de vrijheid van vereniging zou schenden. Een absoluut verbod op geoorloofde activiteiten is onwettig. Een burgemeester kan wel een specifieke betoging verbieden indien deze een gevaar oplevert voor de openbare orde [20](#page=20).
* **Materiële openbare orde:** De handhaving is beperkt tot de materiële openbare orde en niet tot de morele openbare orde. De aanwezigheid van minderjarigen in een dancing wordt bijvoorbeeld beschouwd als een kwestie van morele openbare orde [21](#page=21).
* **Voorrang van bijzondere wetgeving:** Indien een specifieke aangelegenheid wordt geregeld door bijzondere wetgeving (zoals de Drugswet, de Kansspelwet, de wet openingsuren), kan de gemeente niet meer optreden op basis van artikel 135, §2 NGW, tenzij die wetgeving expliciet of impliciet ruimte laat voor gemeentelijk optreden [22](#page=22).
* **Grondgebied van de gemeente:** In principe kan de gemeente haar politiebevoegdheid enkel uitoefenen op het openbaar domein. Er is een onderscheid tussen de openbare weg en publiek toegankelijke plaatsen. Echter, volgens de Raad van State zijn gemeenten ook bevoegd op privaat domein indien daar verstoringen van de veiligheid, rust of gezondheid optreden of dreigen voor te doen [23](#page=23).
* **Discretionaire bevoegdheid en proportionaliteit:** Hoewel de bestuurlijke politiebevoegdheid discretionair is, wat betekent dat de gemeente alle nodige maatregelen kan nemen om het door de wet gestelde doel te bereiken, is de gemeente niet volledig vrij in de keuze van haar middelen. De genomen maatregel moet proportioneel zijn. Een algemeen of permanent verbod op geoorloofde activiteiten is onwettelijk [24](#page=24).
### 1.10 Strijd met hogere regelgeving
Wanneer lokale reglementering in strijd is met hogere regelgeving, zijn er verschillende mechanismen:
* **Buiten toepassing laten:** Elke rechter, inclusief rechters van administratieve rechtscolleges, moet een dergelijke verordening buiten toepassing laten op basis van artikel 159 van de Grondwet. Dit artikel stelt dat hoven en rechtbanken besluiten en verordeningen alleen toepassen voor zover ze met de wetten overeenstemmen [25](#page=25).
* **Vernietiging door toezichthoudende overheid:** De toezichthoudende overheid kan de politieverordening vernietigen, met toepassing van de regels van het bestuurlijk toezicht [25](#page=25).
* **Annulatieberoep bij de Raad van State:** Er kan een annulatieberoep tot nietigverklaring worden ingesteld tegen de politieverordening bij de Raad van State [25](#page=25).
---
# Bevoegdheden van lokale handhavingsactoren
Dit deel analyseert de specifieke bevoegdheden van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, en de burgemeester met betrekking tot handhaving [26](#page=26).
### 2.1 De gemeenteraad
De gemeenteraad behoudt bepaalde bevoegdheden die niet kunnen worden overgedragen aan het college van burgemeester en schepenen. Dit omvat onder andere de aan de gemeenteraad toegewezen bevoegdheden in specifieke afdelingen, het vaststellen van gemeentelijke reglementen (buiten personeelsaangelegenheden) en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij overtreding ervan [27](#page=27).
### 2.2 Het college van burgemeester en schepenen (CBS)
Het college van burgemeester en schepenen (CBS) beschikt over diverse bevoegdheden, waaronder daden van beschikking over roerende goederen (met uitzondering van dadingen), verhuur, concessie, pacht en jacht- en visrechten van meer dan negen jaar. Tevens vertegenwoordigt het CBS de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en neemt het beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente. Het CBS is ook bevoegd voor de burgerlijke stand, de politie over vertoningen, het opleggen van administratieve sancties en de afpaling van gemeentewegen [28](#page=28).
#### 2.2.1 CBS als handhavingsactor
Het CBS is specifiek bevoegd voor tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer. Daarnaast legt het CBS, of het gemeentecollege, schorsingen, opheffingen en sluitingen op conform artikel 4, § 1, 2° tot 4° van de GAS-wet, nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft ontvangen. De gemeenteraad bepaalt de wijze waarop deze sancties ter kennis worden gebracht [29](#page=29) [30](#page=30).
Verder kan het CBS, op voorstel van de burgemeester, een vestigings- of uitbatingsvergunning weigeren, schorsen of opheffen op basis van integriteitsonderzoeken, met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen. Dit geldt zowel voor inrichtingen die een vergunning vereisen als voor inrichtingen waarvoor geen vergunning nodig is, waarbij in dat laatste geval het CBS de inrichting kan sluiten. De beslissingen tot weigering, schorsing of opheffing moeten gemotiveerd worden [31](#page=31).
### 2.3 De burgemeester
De burgemeester beschikt over bestuurlijke politiebevoegdheden op basis van de artikelen 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet. Deze bevoegdheden omvatten een uitvoerende, verordenende, vorderende en informerende component [32](#page=32).
#### 2.3.1 Bevoegdheden volgens artikel 133 NGW
Volgens artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet is de burgemeester belast met de uitvoering van politiewetten, decreten, ordonnanties, verordeningen en besluiten. Hij kan deze bevoegdheid onder zijn verantwoordelijkheid geheel of gedeeltelijk overdragen aan een schepen. Onverminderd andere bevoegdheden is de burgemeester de verantwoordelijke overheid inzake bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente [33](#page=33).
#### 2.3.2 Bevoegdheden volgens artikel 135 NGW
Artikel 135, § 2 van de Nieuwe Gemeentewet stelt dat gemeenten instaan voor een goede politie betreffende zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op openbare wegen, plaatsen en gebouwen. Specifieke politiezaken die aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten zijn toevertrouwd, zijn onder meer [34](#page=34):
* Veilig en vlot verkeer op openbare wegen, inclusief reiniging, verlichting, opruiming van hindernissen, sloop of herstel van bouwvallige gebouwen, en het verbod op voorwerpen die schade kunnen veroorzaken of schadelijke uitwasemingen kunnen teweegbrengen [34](#page=34).
* Het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen, twisten met volksoploop, tumult in openbare vergaderingen, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen [34](#page=34).
* Het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals markten, vermakelijkheden, plechtigheden, vertoningen, spelen, drankgelegenheden, kerken en andere openbare plaatsen [35](#page=35).
* Toezicht op de juiste toemeting bij het slijten van waren en op de hygiëne van openbaar te koop gestelde eetwaren [35](#page=35).
* Het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen (zoals brand, epidemieën en epizoötieën) te voorkomen en hulp te verlenen [35](#page=35).
* Het verhelpen van hinderlijke voorvallen met rondzwervende, kwaadaardige of woeste dieren [35](#page=35).
* Het nemen van nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, om alle vormen van openbare overlast tegen te gaan [35](#page=35).
> **Voorbeelden van burgemeesterlijke handhavingsbevoegdheden:**
> * Openbare veiligheid: verkeersregeling, opruimen van hinderlijke situaties, herstellen/slopen van gevaarlijke gebouwen [36](#page=36).
> * Openbare rust: aanpakken van nachtelijke geluidsoverlast, vechtpartijen, samenscholingen [36](#page=36).
> * Orde op publieke evenementen: markten, festivals, evenementen, plechtigheden [36](#page=36).
> * Hygiëne en gezondheid: controle van voedingswaren, bestrijden van epidemieën [36](#page=36).
> * Voorkomen van rampen en plagen: brand, epidemieën, loslopende gevaarlijke dieren [36](#page=36).
> * Openbare overlast: wildplassen, hondenpoep, storende gedragingen [36](#page=36).
#### 2.3.3 Bijzondere bestuurlijke politiebevoegdheden
De burgemeester heeft specifieke bestuurlijke politiebevoegdheden, zoals het sluiten van een publiek toegankelijke inrichting indien er ernstige aanwijzingen zijn van illegale activiteiten met betrekking tot drugs of andere psychotrope stoffen. Dit is enkel mogelijk na verhoor van de verantwoordelijke en de maatregel moet bevestigd worden door het college van burgemeester en schepenen of gemeentecollege. De sluiting kan maximaal zes maanden duren, tweemaal hernieuwbaar [38](#page=38).
Daarnaast kan de burgemeester de sluiting bevelen van nachtwinkels, private telecommunicatiebureaus en bepaalde vestigingseenheden die in overtreding zijn met gemeentelijke reglementen of beslissingen van het college. Hij kan tevens de voorlopige sluiting bevelen van inrichtingen die niet voldoen aan de voorgeschreven brandveiligheidsmaatregelen of waarvoor de vereiste verzekering ontbreekt [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 2.3.4 Verordenende bevoegdheid van de burgemeester
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholingen, ernstige verstoringen van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen waarbij uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren, kan de burgemeester politieverordeningen maken. Hij moet de gemeenteraad hierover onverwijld informeren en de redenen opgeven waarom hij niet tot de raad is gewend. Deze verordeningen vervallen direct indien ze niet door de raad worden bekrachtigd in de eerstvolgende vergadering [41](#page=41).
> **Uitzonderlijke omstandigheden voor verordeningen:**
> Het moet gaan om een abnormale situatie zoals oproer, kwaadwillige samenscholingen (met intentie tot verstoring van de openbare orde) of onvoorziene gebeurtenissen zoals brand of een plots uitbrekende epidemie. Gewone samenkomsten, kermissen, carnavalsstoeten of heropeningen van terrassen vallen hier niet onder [42](#page=42).
> **Vormvereisten voor politieverordeningen van de burgemeester:**
> * Onverwijlde kennisgeving aan de gemeenteraad bij de eerstvolgende vergadering [43](#page=43).
> * Bekrachtiging door de gemeenteraad. Zonder bekrachtiging vervallen de verordeningen voor de toekomst, niet met terugwerkende kracht [43](#page=43).
Twee situaties kunnen zich voordoen bij de bekrachtiging door de gemeenteraad:
* Als de verordening nog van kracht is, kan de gemeenteraad deze bekrachtigen, waardoor deze het karakter van een gemeentelijke politieverordening krijgt [44](#page=44).
* Als de verordening niet meer van kracht is, neemt de gemeenteraad er kennis van. De burgemeester moet motiveren waarom hij in plaats van de raad heeft verordend en aantonen dat de noodzakelijke voorwaarden vervuld waren [44](#page=44).
---
# Andere lokale handhavingsinstrumenten en beleid
Dit deel van de studiehandleiding behandelt aanvullende lokale handhavingsinstrumenten en beleidsvormen die gemeenten ter beschikking staan om de openbare orde en veiligheid te handhaven, met specifieke aandacht voor het economisch vergunningenbeleid, integriteitsonderzoeken en gemeentelijke administratieve sancties (GAS) [45](#page=45) [76](#page=76).
### 3.1 Gemeentelijk economisch vergunningenbeleid
Het gemeentelijk economisch vergunningenbeleid evolueert van een minimale aanpak naar een meer geïntegreerde en beleidsmatige benadering [47](#page=47).
#### 3.1.1 Scenario's voor gemeentelijk vergunningenbeleid
Er worden drie scenario's onderscheiden:
* **Minimale aanpak:** Beperkt tot de verplichte uitvoering van vergunningen op basis van centrale regelgeving, zoals een drankvergunning [47](#page=47).
* **Geïntegreerde aanpak:** Bundelt verschillende uitbatingsvoorwaarden tot één overkoepelende gemeentelijke vergunning [47](#page=47).
* **Beleidsmatige aanpak:** Omvat een proactief gemeentelijk vergunningenbeleid met een eigen visie en structurele samenwerking met interne en externe partners zoals de politie en andere handhavingsinstanties [47](#page=47).
#### 3.1.2 Toepassing in de horecasector
In de horecasector ziet men een samenspel tussen de verplichte drankvergunning en optionele gemeentelijke vergunningen zoals de horeca- en terrasvergunning [48](#page=48).
* **Drankvergunning:** Wordt door de gemeente afgeleverd en de gemeente voert controles uit op moraliteit en hygiëne [48](#page=48).
* **Horecavergunning:** Koppelt verschillende uitbatingsvoorwaarden (drankvergunning, brandveiligheid, etc.) en wordt door de gemeente uitgevoerd, waarbij de gemeente de voorwaarden bepaalt op basis van gemeentelijke regelgeving [48](#page=48).
* **Terrasvergunning:** De gemeente heeft hier de volledige bevoegdheid, met name voor de inname van openbaar domein [48](#page=48).
#### 3.1.3 Voorbeeld uitbatingsvergunning in Antwerpen
Antwerpen vereist een uitbatingsvergunning voor specifieke publiek toegankelijke inrichtingen, waaronder nachtwinkels, belwinkels, telecomwinkels, CBD-winkels, club-vzw's, shishabars, seksinrichtingen met pornografische vertoningen, handcarwashes in woongebieden en massagesalons. Om deze vergunning te verkrijgen, moet de aanvrager voldoen aan diverse controles, zoals brandveiligheid, spreidingsonderzoek (afstandsregeling), hygiëne, moraliteit, stedenbouwkundige aspecten en een financieel onderzoek [49](#page=49) [50](#page=50).
#### 3.1.4 Voorbeeld horecavergunning in Genk
De stad Genk vraagt bij een horecavergunning een overzicht van alle betrokken personen met hun persoonlijke gegevens, nationaliteit, arbeidsstatuut en een kopie van hun identiteitskaart. Na ontvankelijkheid van het dossier volgt een administratief onderzoek dat omvat: een omgevingsonderzoek (stedenbouw en milieu), brandveiligheidsonderzoek, hygiëneonderzoek, moraliteitsonderzoek, fiscaalrechtelijk onderzoek en een onderzoek naar de exploitant zelf (inclusief eerdere betrokkenheid bij bestuurlijke maatregelen of GAS-sancties) [51](#page=51) [52](#page=52).
### 3.2 Integriteitsonderzoek
De wet bestuurlijke handhaving biedt nieuwe mogelijkheden voor integriteitsonderzoeken, met name gericht op ondermijnende criminaliteit [53](#page=53).
#### 3.2.1 Definities
* **Ondermijnende criminaliteit:** Criminaliteit die voortkomt uit strafbare feiten (art. 119ter, § 10, vijfde lid, NGW) die maatschappelijke structuren of het vertrouwen daarin schaadt, leidend tot maatschappelijke en/of economische ontwrichting [54](#page=54).
* **Integriteitsonderzoek (IO):** Een onderzoek door de gemeente, bedoeld in artikel 119ter NGW, met betrekking tot de vestiging of uitbating van publiek toegankelijke inrichtingen. Het doel is ondermijnende criminaliteit tegen te gaan [54](#page=54).
#### 3.2.2 Concrete casus: Barbiers
In een landelijke gemeente X met vier barbiers en zonder lokaal vergunningenbeleid, bestaat het vermoeden van één malafide uitbating. De burgemeester wil optreden door de integriteit van de uitbaters te checken via een integriteitsonderzoek, conform artikel 119ter NGW [56](#page=56).
* **Voorwaarde:** Een politieverordening op grond van art. 119ter NGW is vereist. De barbiers moeten, na risicoanalyse door DIOB, opgenomen zijn in de politieverordening als economische sector die vatbaar is voor ondermijnende criminaliteit. Dit kan ook met geografische differentiatie [57](#page=57).
* **Gevolg:** Alle barbiers kunnen aan een IO worden onderworpen onder gezag van de burgemeester. De burgemeester moet voor elke uitbater een individueel besluit tot opstart van het IO nemen en deze informeren. Het IO dient binnen 50 dagen te worden afgerond [58](#page=58).
* **Proces IO:** Het centraal register van integriteitsonderzoeken moet geraadpleegd worden (HIT/NO HIT). Lokale politie- en gemeentelijke databanken kunnen facultatief bevraagd worden; ARIEC kan hierbij een rol spelen. De burgemeester kan met motivering ook direct naar DIOB [58](#page=58).
#### 3.2.3 Gevolgen na Integriteitsonderzoek
* **NO HIT:** Indien er geen negatieve informatie is, krijgen de barbiers groen licht, wat resulteert in een positieve beslissing van het CBS (Centraal Bureau voor de Staatsveiligheid) [59](#page=59).
* **HIT & Negatieve informatie:** Indien er een HIT is en/of andere negatieve informatie uit diverse bronnen, kan dit leiden tot een oranje of rood licht voor de betreffende barbier [59](#page=59).
#### 3.2.4 Vervolgprocedure bij een negatief resultaat
* Voor de barbiers met een 'groen licht' kan de uitbating verdergaan [60](#page=60).
* Voor de barbier met een 'oranje/rood licht' kan het CBS, op basis van het voorstel van de burgemeester en eigen informatie, overgaan tot sluiting [60](#page=60).
* Er is een verplicht maar niet-bindend advies van DIOB. Het CBS kan afwijken van dit advies mits motivering [60](#page=60).
* De beslissing tot opheffing of schorsing wordt aan de betrokkene meegedeeld, samen met het advies van DIOB. De uitvoering van de beslissing vindt pas plaats na een hoorzitting en na een termijn van 15 dagen [60](#page=60).
#### 3.2.5 Integriteitsonderzoek in combinatie met lokaal vergunningenbeleid
Wanneer er een lokaal vergunningenbeleid is, zoals een uitbatingsvergunning voor handcarwashes, biedt dit de mogelijkheid om uitbatingen proactief tegen te houden indien ze niet voldoen aan de vergunningsvoorwaarden. Bestaande uitbatingen kunnen hun vergunning verliezen op basis van louter integriteit, waarbij het CBS de vergunning kan schorsen of opheffen [61](#page=61).
#### 3.2.6 Proactief en reactief optreden zonder vergunningenbeleid
Zonder een lokaal vergunningenbeleid is proactief optreden moeilijk of onmogelijk, hoewel een weigering van een drankvergunning wel mogelijk blijft. Reactief optreden is dan de enige optie [65](#page=65) [66](#page=66) [67](#page=67) [68](#page=68) [69](#page=69) [70](#page=70).
#### 3.2.7 Proactief en reactief optreden met vergunningenbeleid
Met een vergunningenbeleid zijn zowel proactieve als reactieve optredens mogelijk, wat de lokale handhaving versterkt [71](#page=71) [72](#page=72) [73](#page=73) [74](#page=74) [75](#page=75).
### 3.3 Gemeentelijke administratieve sancties (GAS)
Gemeentelijke administratieve sancties (GAS) geven gemeentebesturen meer armslag om zelf storende fenomenen en ongewenst gedrag aan te pakken, mits dit niet hoger is gereglementeerd. De GAS-wet werd ingevoerd op 24 juni 2013 [76](#page=76) [77](#page=77) [78](#page=78).
#### 3.3.1 Bestaansreden GAS
Het doel van GAS is om gemeenten de mogelijkheid te bieden hun eigen beleid te voeren en problemen zelf aan te pakken door hun politieverordeningen en reglementen te laten handhaven [78](#page=78).
#### 3.3.2 Soorten GAS
Er zijn verschillende soorten GAS-sancties mogelijk, waaronder [79](#page=79):
* **GAS 4 (Stilstaan en parkeren):** Gereguleerd door een KB van 9 maart 2014 en van kracht sinds 1 juli 2014. De bedragen zijn vastgelegd in het KB en een protocolakkoord met het parket is een voorwaarde [80](#page=80).
* **Beperkte snelheidsovertredingen:** Sinds 1 februari 2021 mogelijk (wet van 16 maart 1968, toevoeging art. 29 quater) voor overtredingen binnen zones met een snelheidslimiet van 30 of 50 km/u [81](#page=81).
#### 3.3.3 Actoren binnen GAS
De verschillende actoren binnen het GAS-systeem zijn cruciaal voor de correcte toepassing van de sancties [82](#page=82).
#### 3.3.4 Soorten sancties
De mogelijke sancties omvatten [83](#page=83):
* **Administratieve geldboete:** Variërend van GAS 1 tot en met GAS 5 [83](#page=83).
* **Administratieve schorsing of opheffing van toelating/vergunning en administratieve sluiting:** Mogelijk op basis van artikel 45 GAS-wet (GAS 1) [83](#page=83).
* **Alternatieve sancties:**
* Gemeenschapsdienst [83](#page=83).
* Bemiddeling [83](#page=83).
#### 3.3.5 Sancties GAS 4
De bedragen voor GAS 4 zijn vastgesteld in een Koninklijk Besluit:
* Eerste categorie: 58 euro [84](#page=84).
* Tweede categorie: 116 euro [84](#page=84).
Het is aanbevolen om boetes met uitstel op te leggen [84](#page=84).
### 3.4 Bestuurlijke verzegeling en dwangsom
Bestuurlijke verzegeling en dwangsom zijn instrumenten die de afdwingbaarheid van bestuurlijke maatregelen versterken [85](#page=85).
#### 3.4.1 Artikel 133ter NGW
* **Bestuurlijke verzegeling:** Mogelijk bij sluiting door de burgemeester (artikel 135 §2) of CBS (o.b.v. 119ter en GAS-wet) via een besluit van de burgemeester. Inbreuken op de verzegeling kunnen via GAS worden gesanctioneerd [86](#page=86).
* **Bestuurlijke dwangsom:** De burgemeester kan via een besluit een dwangsom opleggen wanneer de burgemeester zelf of het CBS een bestuurlijke politie-maatregel oplegt of heeft opgelegd [86](#page=86).
#### 3.4.2 Bestuurlijke dwangsom: Afweging
De burgemeester dient eerst een afweging te maken tussen bestuursdwang en een bevel:
* **Bestuursdwang:** Wordt gekozen bij eenvoudige maatregelen, in dringende situaties, of wanneer de gemeente geen risico wil nemen dat het bevel niet wordt nageleefd. De gemeente voert de maatregel dan zelf uit op kosten van de tegenpartij [87](#page=87).
* **Bevel met dwangsom:** Is geschikter wanneer medewerking van de tegenpartij nodig is, bijvoorbeeld bij eigen eigendom of omdat de betrokkene de situatie beter kent, en als de gemeente kan wachten tot de tegenpartij de kans krijgt het bevel na te leven [87](#page=87).
#### 3.4.3 Mogelijkheden voor de bestuurlijke dwangsom
Er zijn drie mogelijkheden voor de toepassing van een bestuurlijke dwangsom [88](#page=88):
1. De burgemeester beveelt de inhoudelijke maatregel direct en neemt hierin een dwangsbepaling op [88](#page=88).
2. De burgemeester versterkt een eerder gegeven bevel met een dwangsom [88](#page=88).
3. Enkel het CBS mag de inhoudelijke maatregel bevelen, en de burgemeester versterkt dit bevel met een dwangsom [88](#page=88).
#### 3.4.4 GAS versus dwangsom
Indien de dreiging met een GAS-boete voor het overtreden van een bevel van de burgemeester onvoldoende naleving waarborgt, is een dwangsom noodzakelijk [89](#page=89).
### 3.5 Besluit burgemeester
Een politiebesluit van de burgemeester is een eenzijdige, administratieve rechtshandeling van individuele strekking die een specifieke maatregel (verbod, verplichting, toestemming, vrijstelling) inhoudt om de openbare orde te handhaven of herstellen [90](#page=90) [91](#page=91).
#### 3.5.1 Belangrijke beginselen bij een politiebesluit
Bij de totstandkoming van een politiebesluit zijn de volgende beginselen van belang:
* **Hoorplicht:** In de meeste gevallen moet er een voorafgaand verhoor (hoorzitting) plaatsvinden, tenzij er sprake is van spoedgevallen die naar behoren gemotiveerd zijn [92](#page=92).
* **Redelijkheidsbeginsel (evenredigheidsbeginsel):** Afbreuk aan grondwettelijke vrijheden mag enkel als de openbare orde niet anders bewaard kan worden. De maatregelen moeten evenredig zijn met de onrust of de ernst van de dreiging [93](#page=93).
* **Zorgvuldigheidsbeginsel:** Toepassen van de juiste procedure [91](#page=91).
#### 3.5.2 Redelijkheidsbeginsel in de praktijk
Als de burgemeester de keuze heeft tussen meerdere maatregelen, mag hij niet de strengste maatregel goedkeuren indien deze niet evenredig is met de feiten of het beoogde doel [94](#page=94).
##### 3.5.2.1 Voorbeeld redelijkheidsbeginsel: Agressieve honden
Mogelijke maatregelen ten aanzien van agressieve honden omvatten [95](#page=95):
* Een waarschuwing geven [95](#page=95).
* Verplichten hond aan de leiband te laten wandelen [95](#page=95).
* Verplichten hond een muilband te laten dragen [95](#page=95).
* Verbieden met hond op de openbare weg te komen [95](#page=95).
* Verplichten hond een opleiding te laten volgen [95](#page=95).
* Verplichten hond aan een agressiviteitstest te onderwerpen [95](#page=95).
* Verplichten hond aan behandelingen te onderwerpen bij een gedragstherapeutische dierenarts [95](#page=95).
* Verplichten hond tijdelijk of definitief te plaatsen in een kennel [95](#page=95).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Regelgeving | Het proces van het opstellen van algemene, verbindende regels of voorschriften die gericht zijn op het beïnvloeden van het gedrag van burgers, bedrijven en overheden. |
| Handhaving | Het sluitstuk van regelgeving, waarbij handhavende instanties optreden nadat regels zijn vastgesteld, met als doel te zorgen dat de regelgeving haar beoogde doel bereikt en het gewenste gedrag stimuleert. |
| Rechtshandhaving | Het specifieke proces van het handhaven van rechtsregels, zoals verkeersregels, milieurecht, parkeerbeleid of brandveiligheidsnormen, om naleving te verzekeren. |
| Lokale regelgeving | Regels en voorschriften die op gemeentelijk niveau worden vastgesteld, zoals politiereglementen en vergunningsvoorwaarden, om het lokale bestuursbeleid te ondersteunen. |
| Openbare orde | Een concept dat drie componenten omvat: openbare rust (afwezigheid van wanorde), openbare veiligheid (afwezigheid van gevaar) en openbare gezondheid (hygiëne en leefmilieu). Sinds 1999 is hier ook openbare overlast aan toegevoegd. |
| Lokale bestuurlijke ordehandhaving | Het geheel van preventieve en repressieve bevoegdheden die lokale besturen krijgen om op te treden ter bescherming van de openbare orde, gebaseerd op wetten, decreten of ordonnanties. |
| Privaatrechtelijke handhaving | Een vorm van handhaving die betrekking heeft op geschillen tussen burgers onderling, zoals burenruzies, waarbij de vrederechter een rol speelt. |
| Strafrechtelijke handhaving | Het proces waarbij misdrijven worden vastgesteld en vervolgens via het parket worden voorgelegd aan de strafrechter voor berechting en bestraffing. |
| Bestuurlijke handhaving | Een categorie van handhaving die zich richt op het toepassen van bestuurlijke of reglementaire maatregelen door lokale overheden om de openbare orde te waarborgen en te herstellen. |
| Gemeentelijke administratieve sancties (GAS) | Sancties die door gemeenten zelf kunnen worden opgelegd voor overtredingen van gemeentelijke politieverordeningen en reglementen, zoals administratieve geldboetes, schorsing of intrekking van vergunningen, en tijdelijke of definitieve sluiting van inrichtingen. |
| Algemene bestuurlijke politiebevoegdheid | Een door de Grondwet toegekende bevoegdheid aan gemeenten om op te treden ter bescherming van de openbare orde in het algemeen, met een discretionaire ruimte voor maatregelen. |
| Bijzondere bestuurlijke politiebevoegdheid | Bevoegdheden die voortvloeien uit specifieke wetten of bepalingen die een welbepaalde activiteit of wanorde reguleren, waarbij de gemeente gebonden is aan de voorwaarden van die wetgeving. |
| Administratieve geldboete | Een geldstraf die binnen het kader van gemeentelijke administratieve sancties wordt opgelegd, met maximale bedragen die variëren afhankelijk van de leeftijd van de overtreder. |
| Administratieve schorsing | Een tijdelijke maatregel waarbij een door de gemeente verleende toelating of vergunning ongeldig wordt verklaard voor een bepaalde periode. |
| Administratieve intrekking | Een permanente maatregel waarbij een door de gemeente verleende toelating of vergunning definitief wordt ingetrokken. |
| Administratieve sluiting | De tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting als sanctie voor overtredingen. |
| Integriteitsonderzoek | Een onderzoek dat door de gemeente wordt uitgevoerd met betrekking tot de vestiging of uitbating van publiek toegankelijke inrichtingen om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. |
| Ondermijnende criminaliteit | Criminaliteit die maatschappelijke structuren en vertrouwen schaadt, met als gevolg maatschappelijke en/of economische ontwrichting, zoals gedefinieerd in specifieke wetgeving. |
| Bestuurlijke dwangsom | Een financiële maatregel die de burgemeester kan opleggen om de naleving van een opgelegde bestuurlijke maatregel af te dwingen, waarbij de kosten van de niet-naleving verhaald kunnen worden op de overtreder. |
| Verordenende bevoegdheid | De bevoegdheid om verordeningen (politieverordeningen) op te stellen, die door de burgemeester kan worden uitgeoefend in uitzonderlijke omstandigheden ter handhaving van de openbare orde. |
| Hoorplicht | Het principe dat een individu het recht heeft om gehoord te worden voordat een beslissing wordt genomen die ingrijpende gevolgen voor hem heeft, tenzij er sprake is van spoedeisende omstandigheden. |
| Redelijkheidsbeginsel | Het principe dat beslissingen en maatregelen proportioneel moeten zijn aan het beoogde doel en de dreiging die ze moeten verhelpen, en dat de minst ingrijpende middel te verkiezen is. |