Cover
Mulai sekarang gratis U1_deel 1 (1).pdf
Summary
# Naamwoordzinnen in het Japans
Deze sectie biedt een gedetailleerd overzicht van de Japanse naamwoordzin, met de focus op de constructie en vervoeging van zinnen met het partikel です en zijn negaties en voltooid verleden tijd vormen, en contrasteert deze met Nederlandse equivalenten [18](#page=18) [4](#page=4).
### 1.1 De rol van です in naamwoordzinnen
De kern van de Japanse naamwoordzin wordt gevormd door het partikel です (desu). Dit partikel volgt direct op een naamwoord (zelfstandig naamwoord, eigennaam, telwoord met maatwoord, etc.) om een bewering te doen [18](#page=18) [5](#page=5).
#### 1.1.1 Basisstructuur
De meest elementaire vorm van een naamwoordzin is:
`naamwoord + です。` [22](#page=22).
Er worden geen spaties tussen de Japanse woorden geplaatst, en de zin eindigt met het leesteken 。 [22](#page=22).
**Voorbeelden:**
* えんぴつです。 (enpitsu desu.) - Het is een potlood [6](#page=6).
* もくようびです。 (mokuyoubi desu.) - Het is donderdag [7](#page=7).
* やまだです。 (Yamada desu.) - (Ik) ben Yamada [8](#page=8).
* 100【ひゃく】えんです。 (hyaku en desu.) - Het is honderd yen [10](#page=10).
* 10【じゅう】じです。 (juu ji desu.) - Het is tien uur [11](#page=11).
* としょかんです。 (toshokan desu.) - Het is een bibliotheek [15](#page=15).
* せんせいです。 (sensei desu.) - (Hij/zij/ik) is een leraar [16](#page=16).
* べんごしです。 (bengoshi desu.) - (Hij/zij/ik) is een advocaat [17](#page=17).
* しんぶんです。 (shinbun desu.) - Het is een krant [19](#page=19) [20](#page=20).
> **Tip:** In het Japans zijn er geen enkelvoud/meervoud, geslachten, of lidwoorden zoals in het Nederlands. Dit vereenvoudigt de naamwoordconstructie aanzienlijk [21](#page=21).
#### 1.1.2 Vervoeging van です
Het partikel です kent verschillende vormen voor negatie en voltooid verleden tijd.
| Vorm | Affirmatief | Negatief |
| :----------------------- | :---------------- | :-------------------------- |
| **Onvoltooid** | ~です (desu) | ~じゃありません (ja arimasen)
~ではありません (dewa arimasen) | | **Voltooid** | ~でした (deshita) | ~じゃありませんでした (ja arimasen deshita)
~ではありませんでした (dewa arimasen deshita) | **Voorbeelden van negatie en voltooid verleden tijd:** * しんぶんじゃありません。 (shinbun ja arimasen.) - Het is geen krant [25](#page=25). * としょかんじゃありません。 (toshokan ja arimasen.) - Het is geen bibliotheek [26](#page=26). * かばんじゃありません。 (kaban ja arimasen.) - Het is geen tas [29](#page=29). * かばんではありません。 (kaban dewa arimasen.) - Het is geen tas [29](#page=29). * がくせいでした。 (gakusei deshita.) - (Hij/zij/ik) was een student [30](#page=30). * 日本人じゃありませんでした。 (Nihonjin ja arimasen deshita.) - (Hij/zij/ik) was geen Japanner [31](#page=31). * 日本人ではありませんでした。 (Nihonjin dewa arimasen deshita.) - (Hij/zij/ik) was geen Japanner [31](#page=31). **Samenvatting van de variaties:** * **Onvoltooid affirmatief:** naamwoord + です。 [33](#page=33). * **Onvoltooid negatief:** naamwoord + じゃありません。 of naamwoord + ではありません。 [33](#page=33). * **Voltooid affirmatief:** naamwoord + でした。 [33](#page=33). * **Voltooid negatief:** naamwoord + じゃありませんでした。 of naamwoord + ではありませんでした。 [33](#page=33). #### 1.1.3 Uitbreiding met een topic De naamwoordzin kan worden uitgebreid met een topic, aangeduid met het partikel は (wa), dat hoewel geschreven als 'ha', wordt uitgesproken als 'wa' [34](#page=34) [35](#page=35). De structuur wordt dan: `topic + は + naamwoord + です。` [35](#page=35). **Voorbeelden:** * わださんは日本人です。 (Wada-san wa Nihonjin desu.) - Wat het betreft Wadasan, (hij/zij) is Japans [35](#page=35). * Vermassenはべんごしです。 (Vermassen wa bengoshi desu.) - Wat betreft Vermassen, (hij/zij) is advocaat [36](#page=36). * Belmansさんはせんせいです。 (Belmans-san wa sensei desu.) - Wat betreft Belmans, (hij/zij) is leraar [36](#page=36). * たけやませんせいは日本人です。 (Takeyama-sensei wa Nihonjin desu.) - Wat betreft Leraar Takeyama, (hij/zij) is Japans [35](#page=35) [36](#page=36). Net als de basisvorm, kan de naamwoordzin met een topic ook worden gevormd in de negatieve en voltooide tijden: * **Onvoltooid negatief:** topic + は + naamwoord + じゃありません。 [38](#page=38). * 日本人じゃありません。 (Nihonjin ja arimasen.) - (Hij/zij) is geen Japanner [37](#page=37). * べんごしじゃありません。 (bengoshi ja arimasen.) - (Hij/zij) is geen advocaat [37](#page=37). * **Voltooid affirmatief:** topic + は + naamwoord + でした。 [38](#page=38). * **Voltooid negatief:** topic + は + naamwoord + じゃありませんでした。 [38](#page=38). * 日本人じゃありませんでした。 (Nihonjin ja arimasen deshita.) - (Hij/zij) was geen Japanner [31](#page=31) [38](#page=38). **Overzicht van de naamwoordzin structuren:** * Naamwoord + です。 [38](#page=38). * (topic) は + Naamwoord + です。 [38](#page=38). * Naamwoord + じゃありません。 [38](#page=38). * (topic) は + Naamwoord + じゃありません。 (negatief) [38](#page=38). * Naamwoord + でした。 [38](#page=38). * (topic) は + Naamwoord + でした。 (voltooid) [38](#page=38). * Naamwoord + じゃありませんでした。 [38](#page=38). * (topic) は + Naamwoord + じゃありませんでした。 (voltooid negatief) [38](#page=38). **Verdere voorbeelden van de uitgebreide naamwoordzin:** * わださんは せんせいです。 (Wada-san wa sensei desu.) - Wat betreft Wadasan, (hij/zij) is leraar [40](#page=40). * たなかさんは がくせいではありません。 (Tanaka-san wa gakusei dewa arimasen.) - Wat betreft Tanaka, (hij/zij) is geen student [40](#page=40). * たなかさんは がくせいじゃありません。 (Tanaka-san wa gakusei ja arimasen.) - Wat betreft Tanaka, (hij/zij) is geen student [40](#page=40). * きのうは にちようびでした。 (Kinou wa nichiyoubi deshita.) - Gisteren was het zondag [40](#page=40). * せんもんは かんじではありませんでした。 (Senmon wa kanji dewa arimasen deshita.) - Gespecialiseerd was het geen Kanji [40](#page=40). * せんもんは かんじじゃありませんでした。 (Senmon wa kanji ja arimasen deshita.) - Gespecialiseerd was het geen Kanji [40](#page=40). * もりさんはがくせいでした。 (Mori-san wa gakusei deshita.) - Mr/Ms Mori was een student [39](#page=39). --- # Vraagzinnen in het Japans Dit deel van de studiegids behandelt de constructie van ja/nee-vragen en vraagwoordvragen in het Japans, inclusief de bijbehorende antwoordstructuren en het gebruik van specifieke vraagwoorden [41](#page=41) [48](#page=48). ### 2.1 Ja/nee-vragen Ja/nee-vragen worden gevormd door het partikel か (ka) toe te voegen aan het einde van een declaratiestelling. De basisstructuur van een naamwoordzin is (topic) は (naamwoord) です. Om hier een ja/nee-vraag van te maken, wordt か aan het einde van deze zin geplaatst. In Japanse vraagzinnen wordt doorgaans geen vraagteken gebruikt; het punt (。) dient als zinseinde [42](#page=42) [46](#page=46). **Structuur:** (topic) は (naamwoord) です → (topic) は (naamwoord) ですか [42](#page=42) [46](#page=46). **Voorbeelden:** * しんぶんですか。(Shinbun desu ka?) - Is het een krant? / Zijn het kranten [46](#page=46)? * 本田さんは 日本人ですか。(Honda-san wa Nihonjin desu ka?) - Is meneer/mevrouw Honda een Japanner/Japanse [42](#page=42) [46](#page=46)? * いちねんせいですか。(Ichinensei desu ka?) - Is het een eerstejaarsstudent [59](#page=59)? * やまださんは にほんじんですか。(Yamada-san wa Nihonjin desu ka?) - Is mevrouw Yamada een Japanse [60](#page=60)? #### 2.1.1 Antwoorden op ja/nee-vragen Antwoorden op ja/nee-vragen volgen een specifieke structuur. * **Affirmatief antwoord:** Dit begint met はい (hai - ja) gevolgd door een affirmatief predicaat. De topic wordt niet herhaald [43](#page=43) [47](#page=47). * **Voorbeeld:** Vraag: 本田さんは 日本人ですか。(Honda-san wa Nihonjin desu ka?) Antwoord: はい、日本人です。(Hai, Nihonjin desu.) - Ja, hij/zij is een Japanner/Japanse [47](#page=47). * Een alternatief antwoord is はい、そうです (Hai, sou desu - Ja, dat klopt) [43](#page=43) [45](#page=45). * **Negatief antwoord:** Dit begint met いいえ (iie - nee) gevolgd door een negatief predicaat. De topic wordt hierbij niet herhaald, maar het predicaat wordt wel in de ontkennende vorm gezet [44](#page=44) [47](#page=47). * **Voorbeeld:** Vraag: 本田さんは 日本人ですか。(Honda-san wa Nihonjin desu ka?) Antwoord: いいえ、日本人じゃありません。(Iie, Nihonjin ja arimasen.) - Nee, hij/zij is geen Japanner/Japanse [47](#page=47). * Andere opties voor een negatief antwoord zijn いいえ、そうじゃありません (Iie, sou ja arimasen - Nee, dat klopt niet) of ちがいます (chigaimasu - dat is anders/dat klopt niet) gevolgd door het correcte antwoord [44](#page=44) [45](#page=45). **Voorbeelden van modelantwoorden:** * Vraag: Belmansさんは せんせいですか。(Belmans-san wa sensei desu ka?) * Affirmatief antwoord: はい、そうです。(Hai, sou desu.) of はい、せんせいです。(Hai, sensei desu.) [43](#page=43) [45](#page=45). * Vraag: Belmansさんは 日本人ですか。(Belmans-san wa Nihonjin desu ka?) * Negatief antwoord: いいえ、日本人じゃありません。(Iie, Nihonjin ja arimasen.) of いいえ、ちがいます。ベルギー人です。(Iie, chigaimasu. Berugījin desu.) [44](#page=44) [45](#page=45). * Vraag: しんぶんですか。(Shinbun desu ka?) * Negatief antwoord: いいえ、しんぶんじゃありません。(Iie, shinbun ja arimasen.) [47](#page=47). * Vraag: 日曜日【にちようび】ですか。(Nichiyōbi desu ka?) * Negatief antwoord: いいえ、日曜日【にちようび】じゃありません。木曜日【もくようび】です。(Iie, nichiyōbi ja arimasen. Mokuyōbi desu.) [45](#page=45). ### 2.2 Vraagwoordvragen Vraagwoordvragen gebruiken specifieke vraagwoorden om informatie te verkrijgen. De structuur is vergelijkbaar met ja/nee-vragen, waarbij het naamwoord wordt vervangen door een vraagwoord. Het partikel か blijft aan het einde van de zin [48](#page=48) [54](#page=54). **Algemene structuur van een vraagwoordvraag:** Vraagwoord + ですか [51](#page=51). **Veelvoorkomende vraagwoorden:** * だれ (dare) - Wie [49](#page=49) [50](#page=50) [58](#page=58)? * なに (nani) / なん (nan) - Wat [49](#page=49) [51](#page=51)? * いくら (ikura) - Hoeveel (prijs) [49](#page=49) [52](#page=52)? * なんようび (nanyōbi) - Welke dag (van de week) [49](#page=49) [51](#page=51)? * なんじ (nanji) - Hoe laat [49](#page=49) [51](#page=51)? * なにじん (nanijin) - Welke nationaliteit [49](#page=49) [54](#page=54)? **Structuur met een topic:** (topic) は + Vraagwoord + ですか [52](#page=52) [53](#page=53). **Voorbeelden:** * だれですか。(Dare desu ka?) - Wie is het [50](#page=50) [58](#page=58)? * なんじですか。(Nanji desu ka?) - Hoe laat is het [51](#page=51)? * なんです。(Nan desu ka?) - Wat is het [51](#page=51)? * もりさんはなにじんですか。(Mori-san wa nanijin desu ka?) - Welke nationaliteit heeft meneer/mevrouw Mori? (Letterlijk: Wat Mori betreft, welke nationaliteit is het?) [54](#page=54). * じしょは いくらですか。(Jisho wa ikura desu ka?) - Hoeveel kost het woordenboek [52](#page=52)? * きのうは なんようびでしたか。(Kinō wa nanyōbi deshita ka?) - Welke dag was het gisteren [61](#page=61) [62](#page=62)? #### 2.2.1 Antwoorden op vraagwoordvragen Bij het beantwoorden van vraagwoordvragen vervangt men het vraagwoord in de vraagzin door het antwoord en behoudt men de zinsstructuur. Het partikel か wordt weggelaten in het antwoord. De topic wordt hierbij niet herhaald [55](#page=55). **Structuur van het antwoord:** (Antwoord) + です. **Voorbeelden:** * Vraag: なんですか。(Nan desu ka?) - Wat is het? Antwoord: えんぴつです。(Enpitsu desu.) - Het is een potlood [55](#page=55). * Vraag: もりさんはなにじんですか。(Mori-san wa nanijin desu ka?) - Welke nationaliteit heeft meneer/mevrouw Mori? Antwoord: 日本人です。(Nihonjin desu.) - Hij/zij is een Japanner/Japanse [55](#page=55). * Vraag: じしょは いくらですか。(Jisho wa ikura desu ka?) - Hoeveel kost het woordenboek? Antwoord: 2000円です。(Nisen en desu.) - Het kost 2000 yen [52](#page=52) [56](#page=56). **Modelantwoorden voor oefeningen:** * 1. (Oefening blz 16 bovenaan) Antwoord: 木曜日【もくようび】です。(Mokuyōbi desu.) - Het is donderdag [56](#page=56). * 2. (Oefening blz 16 bovenaan) Antwoord: 日本人です。(Nihonjin desu.) - Het is een Japanner/Japanse [56](#page=56). * 3. (Oefening blz 16 bovenaan) Antwoord: ~円【えん】です。bv 100円【ひゃくえん】です。(~ en desu. Hyaku en desu.) - Het kost ~ yen. Bijvoorbeeld 100 yen [56](#page=56). **Samenvatting van vertalingen (oefening pg 16):** 1. だれですか。(Dare desu ka?) - Wie is het? (Vraagwoordvraag: Vraagwoord + です + か) [62](#page=62). 2. いちねんせいですか。(Ichinensei desu ka?) - Is het een eerstejaarsstudent? (Ja/nee-vraag: Naamwoord + です + か) [62](#page=62). 3. Yさんは日本人ですか。(Y-san wa Nihonjin desu ka?) - Is Y een Japanse? (Ja/nee-vraag: Topic は + predicaat です + か) [62](#page=62). 4. きのうはなんようびでしたか。(Kinō wa nanyōbi deshita ka?) - Welke dag was het gisteren? (Vraagwoordvraag: Topic は + vraagwoord でしたか (voltooid!)) [61](#page=61) [62](#page=62). --- # Aanwijzende voornaamwoorden in het Japans Deze sectie introduceert en legt het gebruik uit van de Japanse aanwijzende voornaamwoorden これ (kore), それ (sore), en あれ (are) [63](#page=63). ### 3.1 De basis van aanwijzende voornaamwoorden De Japanse aanwijzende voornaamwoorden worden gebruikt om te verwijzen naar objecten of personen in relatie tot de spreker en de toehoorder. Ze zijn essentieel voor het specificeren van zaken in een gesprek. De drie kernwoorden zijn [64](#page=64): * **これ (kore):** Dit, hier (dicht bij de spreker) [64](#page=64). * **それ (sore):** Dat, daar (dicht bij de toehoorder) [64](#page=64). * **あれ (are):** Dat daarginds, daar (ver weg van zowel spreker als toehoorder) [64](#page=64). Deze voornaamwoorden worden vaak gebruikt in combinatie met partikels om hun grammaticale functie aan te geven. ### 3.2 Gebruik in context Het gebruik van これ (kore), それ (sore), en あれ (are) hangt af van de relatieve positie van het object ten opzichte van de spreker en de toehoorder [65](#page=65). * **これ (kore)** wordt gebruikt voor objecten die zich in de directe nabijheid van de spreker bevinden [65](#page=65). * **それ (sore)** wordt gebruikt voor objecten die zich in de nabijheid van de toehoorder bevinden, of voor iets waarover net gesproken is [65](#page=65). * **あれ (are)** wordt gebruikt voor objecten die zich op grotere afstand van zowel de spreker als de toehoorder bevinden [65](#page=65). De visuele voorbeelden op pagina 65 tonen verschillende scenario's: * **1:** A staat dicht bij spreker, B staat verder weg. Dit impliceert dat 'A' met *kore* en 'B' met *sore* benoemd zou worden. * **2:** A staat dicht bij spreker, B staat verder weg. Vergelijkbaar met 1. * **3:** A staat dicht bij de toehoorder, B staat ver weg van beide. Dit suggereert dat 'A' met *sore* en 'B' met *are* benoemd zou worden. * **4:** Beide objecten, A en B, staan ver weg van zowel spreker als toehoorder. Beide zouden dan met *are* benoemd kunnen worden, of A met *are* en B met *are*, afhankelijk van de exacte afstand en het narratieve belang. De illustraties op pagina 66, 67, 68 en 69 ondersteunen deze concepten verder door visueel de relatieve posities van objecten (A en B) ten opzichte van de spreker en toehoorder weer te geven, en impliceren hoe *kore*, *sore*, en *are* in die specifieke situaties gebruikt zouden worden. ### 3.3 Vertaaloefeningen en voorbeelden Een oefening op pagina 70 biedt praktische toepassing van deze aanwijzende voornaamwoorden in een dialoog [70](#page=70). > **Voorbeeld:** > A: "Hoeveel kosten de potloden?" [70](#page=70). > B: "Dewelke?" [70](#page=70). > A: "Deze hier." [70](#page=70). > B: "Deze kosten 100 yen. Die ginder 90 yen." [70](#page=70). > > In de Japanse vertaling wordt dit als volgt uitgedrukt: > > A: えんぴつは いくらですか。 [70](#page=70). > B: どれですか。 [70](#page=70). > A: これです。 [70](#page=70). > B: これ・それは 100円【ひゃくえん】です。あれは 90円【きゅうじゅうえん】です。 [70](#page=70). > > *Opmerking: De vertaling gebruikt hier "kore" voor "deze hier", "sore" (impliciet in "kore・sore" voor de prijs van 100 yen, wat kan verwijzen naar objecten dichtbij de spreker of de toehoorder) en "are" voor "die ginder".* [70](#page=70). > **Tip:** Let goed op de context en de positie van de objecten in relatie tot de spreker en toehoorder om het juiste aanwijzend voornaamwoord te kiezen. De oefening laat zien dat *kore* wordt gebruikt om te verwijzen naar het object dat de spreker als eerste benoemt ("deze hier"), terwijl *sore* ook gebruikt kan worden voor objecten dicht bij de toehoorder of objecten waar net over gesproken is. *Are* wordt gebruikt voor objecten die verder weg zijn [70](#page=70). --- ## Veelgemaakte fouten om te vermijden - Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens - Let op formules en belangrijke definities - Oefen met de voorbeelden in elke sectie - Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
~ではありません (dewa arimasen) | | **Voltooid** | ~でした (deshita) | ~じゃありませんでした (ja arimasen deshita)
~ではありませんでした (dewa arimasen deshita) | **Voorbeelden van negatie en voltooid verleden tijd:** * しんぶんじゃありません。 (shinbun ja arimasen.) - Het is geen krant [25](#page=25). * としょかんじゃありません。 (toshokan ja arimasen.) - Het is geen bibliotheek [26](#page=26). * かばんじゃありません。 (kaban ja arimasen.) - Het is geen tas [29](#page=29). * かばんではありません。 (kaban dewa arimasen.) - Het is geen tas [29](#page=29). * がくせいでした。 (gakusei deshita.) - (Hij/zij/ik) was een student [30](#page=30). * 日本人じゃありませんでした。 (Nihonjin ja arimasen deshita.) - (Hij/zij/ik) was geen Japanner [31](#page=31). * 日本人ではありませんでした。 (Nihonjin dewa arimasen deshita.) - (Hij/zij/ik) was geen Japanner [31](#page=31). **Samenvatting van de variaties:** * **Onvoltooid affirmatief:** naamwoord + です。 [33](#page=33). * **Onvoltooid negatief:** naamwoord + じゃありません。 of naamwoord + ではありません。 [33](#page=33). * **Voltooid affirmatief:** naamwoord + でした。 [33](#page=33). * **Voltooid negatief:** naamwoord + じゃありませんでした。 of naamwoord + ではありませんでした。 [33](#page=33). #### 1.1.3 Uitbreiding met een topic De naamwoordzin kan worden uitgebreid met een topic, aangeduid met het partikel は (wa), dat hoewel geschreven als 'ha', wordt uitgesproken als 'wa' [34](#page=34) [35](#page=35). De structuur wordt dan: `topic + は + naamwoord + です。` [35](#page=35). **Voorbeelden:** * わださんは日本人です。 (Wada-san wa Nihonjin desu.) - Wat het betreft Wadasan, (hij/zij) is Japans [35](#page=35). * Vermassenはべんごしです。 (Vermassen wa bengoshi desu.) - Wat betreft Vermassen, (hij/zij) is advocaat [36](#page=36). * Belmansさんはせんせいです。 (Belmans-san wa sensei desu.) - Wat betreft Belmans, (hij/zij) is leraar [36](#page=36). * たけやませんせいは日本人です。 (Takeyama-sensei wa Nihonjin desu.) - Wat betreft Leraar Takeyama, (hij/zij) is Japans [35](#page=35) [36](#page=36). Net als de basisvorm, kan de naamwoordzin met een topic ook worden gevormd in de negatieve en voltooide tijden: * **Onvoltooid negatief:** topic + は + naamwoord + じゃありません。 [38](#page=38). * 日本人じゃありません。 (Nihonjin ja arimasen.) - (Hij/zij) is geen Japanner [37](#page=37). * べんごしじゃありません。 (bengoshi ja arimasen.) - (Hij/zij) is geen advocaat [37](#page=37). * **Voltooid affirmatief:** topic + は + naamwoord + でした。 [38](#page=38). * **Voltooid negatief:** topic + は + naamwoord + じゃありませんでした。 [38](#page=38). * 日本人じゃありませんでした。 (Nihonjin ja arimasen deshita.) - (Hij/zij) was geen Japanner [31](#page=31) [38](#page=38). **Overzicht van de naamwoordzin structuren:** * Naamwoord + です。 [38](#page=38). * (topic) は + Naamwoord + です。 [38](#page=38). * Naamwoord + じゃありません。 [38](#page=38). * (topic) は + Naamwoord + じゃありません。 (negatief) [38](#page=38). * Naamwoord + でした。 [38](#page=38). * (topic) は + Naamwoord + でした。 (voltooid) [38](#page=38). * Naamwoord + じゃありませんでした。 [38](#page=38). * (topic) は + Naamwoord + じゃありませんでした。 (voltooid negatief) [38](#page=38). **Verdere voorbeelden van de uitgebreide naamwoordzin:** * わださんは せんせいです。 (Wada-san wa sensei desu.) - Wat betreft Wadasan, (hij/zij) is leraar [40](#page=40). * たなかさんは がくせいではありません。 (Tanaka-san wa gakusei dewa arimasen.) - Wat betreft Tanaka, (hij/zij) is geen student [40](#page=40). * たなかさんは がくせいじゃありません。 (Tanaka-san wa gakusei ja arimasen.) - Wat betreft Tanaka, (hij/zij) is geen student [40](#page=40). * きのうは にちようびでした。 (Kinou wa nichiyoubi deshita.) - Gisteren was het zondag [40](#page=40). * せんもんは かんじではありませんでした。 (Senmon wa kanji dewa arimasen deshita.) - Gespecialiseerd was het geen Kanji [40](#page=40). * せんもんは かんじじゃありませんでした。 (Senmon wa kanji ja arimasen deshita.) - Gespecialiseerd was het geen Kanji [40](#page=40). * もりさんはがくせいでした。 (Mori-san wa gakusei deshita.) - Mr/Ms Mori was een student [39](#page=39). --- # Vraagzinnen in het Japans Dit deel van de studiegids behandelt de constructie van ja/nee-vragen en vraagwoordvragen in het Japans, inclusief de bijbehorende antwoordstructuren en het gebruik van specifieke vraagwoorden [41](#page=41) [48](#page=48). ### 2.1 Ja/nee-vragen Ja/nee-vragen worden gevormd door het partikel か (ka) toe te voegen aan het einde van een declaratiestelling. De basisstructuur van een naamwoordzin is (topic) は (naamwoord) です. Om hier een ja/nee-vraag van te maken, wordt か aan het einde van deze zin geplaatst. In Japanse vraagzinnen wordt doorgaans geen vraagteken gebruikt; het punt (。) dient als zinseinde [42](#page=42) [46](#page=46). **Structuur:** (topic) は (naamwoord) です → (topic) は (naamwoord) ですか [42](#page=42) [46](#page=46). **Voorbeelden:** * しんぶんですか。(Shinbun desu ka?) - Is het een krant? / Zijn het kranten [46](#page=46)? * 本田さんは 日本人ですか。(Honda-san wa Nihonjin desu ka?) - Is meneer/mevrouw Honda een Japanner/Japanse [42](#page=42) [46](#page=46)? * いちねんせいですか。(Ichinensei desu ka?) - Is het een eerstejaarsstudent [59](#page=59)? * やまださんは にほんじんですか。(Yamada-san wa Nihonjin desu ka?) - Is mevrouw Yamada een Japanse [60](#page=60)? #### 2.1.1 Antwoorden op ja/nee-vragen Antwoorden op ja/nee-vragen volgen een specifieke structuur. * **Affirmatief antwoord:** Dit begint met はい (hai - ja) gevolgd door een affirmatief predicaat. De topic wordt niet herhaald [43](#page=43) [47](#page=47). * **Voorbeeld:** Vraag: 本田さんは 日本人ですか。(Honda-san wa Nihonjin desu ka?) Antwoord: はい、日本人です。(Hai, Nihonjin desu.) - Ja, hij/zij is een Japanner/Japanse [47](#page=47). * Een alternatief antwoord is はい、そうです (Hai, sou desu - Ja, dat klopt) [43](#page=43) [45](#page=45). * **Negatief antwoord:** Dit begint met いいえ (iie - nee) gevolgd door een negatief predicaat. De topic wordt hierbij niet herhaald, maar het predicaat wordt wel in de ontkennende vorm gezet [44](#page=44) [47](#page=47). * **Voorbeeld:** Vraag: 本田さんは 日本人ですか。(Honda-san wa Nihonjin desu ka?) Antwoord: いいえ、日本人じゃありません。(Iie, Nihonjin ja arimasen.) - Nee, hij/zij is geen Japanner/Japanse [47](#page=47). * Andere opties voor een negatief antwoord zijn いいえ、そうじゃありません (Iie, sou ja arimasen - Nee, dat klopt niet) of ちがいます (chigaimasu - dat is anders/dat klopt niet) gevolgd door het correcte antwoord [44](#page=44) [45](#page=45). **Voorbeelden van modelantwoorden:** * Vraag: Belmansさんは せんせいですか。(Belmans-san wa sensei desu ka?) * Affirmatief antwoord: はい、そうです。(Hai, sou desu.) of はい、せんせいです。(Hai, sensei desu.) [43](#page=43) [45](#page=45). * Vraag: Belmansさんは 日本人ですか。(Belmans-san wa Nihonjin desu ka?) * Negatief antwoord: いいえ、日本人じゃありません。(Iie, Nihonjin ja arimasen.) of いいえ、ちがいます。ベルギー人です。(Iie, chigaimasu. Berugījin desu.) [44](#page=44) [45](#page=45). * Vraag: しんぶんですか。(Shinbun desu ka?) * Negatief antwoord: いいえ、しんぶんじゃありません。(Iie, shinbun ja arimasen.) [47](#page=47). * Vraag: 日曜日【にちようび】ですか。(Nichiyōbi desu ka?) * Negatief antwoord: いいえ、日曜日【にちようび】じゃありません。木曜日【もくようび】です。(Iie, nichiyōbi ja arimasen. Mokuyōbi desu.) [45](#page=45). ### 2.2 Vraagwoordvragen Vraagwoordvragen gebruiken specifieke vraagwoorden om informatie te verkrijgen. De structuur is vergelijkbaar met ja/nee-vragen, waarbij het naamwoord wordt vervangen door een vraagwoord. Het partikel か blijft aan het einde van de zin [48](#page=48) [54](#page=54). **Algemene structuur van een vraagwoordvraag:** Vraagwoord + ですか [51](#page=51). **Veelvoorkomende vraagwoorden:** * だれ (dare) - Wie [49](#page=49) [50](#page=50) [58](#page=58)? * なに (nani) / なん (nan) - Wat [49](#page=49) [51](#page=51)? * いくら (ikura) - Hoeveel (prijs) [49](#page=49) [52](#page=52)? * なんようび (nanyōbi) - Welke dag (van de week) [49](#page=49) [51](#page=51)? * なんじ (nanji) - Hoe laat [49](#page=49) [51](#page=51)? * なにじん (nanijin) - Welke nationaliteit [49](#page=49) [54](#page=54)? **Structuur met een topic:** (topic) は + Vraagwoord + ですか [52](#page=52) [53](#page=53). **Voorbeelden:** * だれですか。(Dare desu ka?) - Wie is het [50](#page=50) [58](#page=58)? * なんじですか。(Nanji desu ka?) - Hoe laat is het [51](#page=51)? * なんです。(Nan desu ka?) - Wat is het [51](#page=51)? * もりさんはなにじんですか。(Mori-san wa nanijin desu ka?) - Welke nationaliteit heeft meneer/mevrouw Mori? (Letterlijk: Wat Mori betreft, welke nationaliteit is het?) [54](#page=54). * じしょは いくらですか。(Jisho wa ikura desu ka?) - Hoeveel kost het woordenboek [52](#page=52)? * きのうは なんようびでしたか。(Kinō wa nanyōbi deshita ka?) - Welke dag was het gisteren [61](#page=61) [62](#page=62)? #### 2.2.1 Antwoorden op vraagwoordvragen Bij het beantwoorden van vraagwoordvragen vervangt men het vraagwoord in de vraagzin door het antwoord en behoudt men de zinsstructuur. Het partikel か wordt weggelaten in het antwoord. De topic wordt hierbij niet herhaald [55](#page=55). **Structuur van het antwoord:** (Antwoord) + です. **Voorbeelden:** * Vraag: なんですか。(Nan desu ka?) - Wat is het? Antwoord: えんぴつです。(Enpitsu desu.) - Het is een potlood [55](#page=55). * Vraag: もりさんはなにじんですか。(Mori-san wa nanijin desu ka?) - Welke nationaliteit heeft meneer/mevrouw Mori? Antwoord: 日本人です。(Nihonjin desu.) - Hij/zij is een Japanner/Japanse [55](#page=55). * Vraag: じしょは いくらですか。(Jisho wa ikura desu ka?) - Hoeveel kost het woordenboek? Antwoord: 2000円です。(Nisen en desu.) - Het kost 2000 yen [52](#page=52) [56](#page=56). **Modelantwoorden voor oefeningen:** * 1. (Oefening blz 16 bovenaan) Antwoord: 木曜日【もくようび】です。(Mokuyōbi desu.) - Het is donderdag [56](#page=56). * 2. (Oefening blz 16 bovenaan) Antwoord: 日本人です。(Nihonjin desu.) - Het is een Japanner/Japanse [56](#page=56). * 3. (Oefening blz 16 bovenaan) Antwoord: ~円【えん】です。bv 100円【ひゃくえん】です。(~ en desu. Hyaku en desu.) - Het kost ~ yen. Bijvoorbeeld 100 yen [56](#page=56). **Samenvatting van vertalingen (oefening pg 16):** 1. だれですか。(Dare desu ka?) - Wie is het? (Vraagwoordvraag: Vraagwoord + です + か) [62](#page=62). 2. いちねんせいですか。(Ichinensei desu ka?) - Is het een eerstejaarsstudent? (Ja/nee-vraag: Naamwoord + です + か) [62](#page=62). 3. Yさんは日本人ですか。(Y-san wa Nihonjin desu ka?) - Is Y een Japanse? (Ja/nee-vraag: Topic は + predicaat です + か) [62](#page=62). 4. きのうはなんようびでしたか。(Kinō wa nanyōbi deshita ka?) - Welke dag was het gisteren? (Vraagwoordvraag: Topic は + vraagwoord でしたか (voltooid!)) [61](#page=61) [62](#page=62). --- # Aanwijzende voornaamwoorden in het Japans Deze sectie introduceert en legt het gebruik uit van de Japanse aanwijzende voornaamwoorden これ (kore), それ (sore), en あれ (are) [63](#page=63). ### 3.1 De basis van aanwijzende voornaamwoorden De Japanse aanwijzende voornaamwoorden worden gebruikt om te verwijzen naar objecten of personen in relatie tot de spreker en de toehoorder. Ze zijn essentieel voor het specificeren van zaken in een gesprek. De drie kernwoorden zijn [64](#page=64): * **これ (kore):** Dit, hier (dicht bij de spreker) [64](#page=64). * **それ (sore):** Dat, daar (dicht bij de toehoorder) [64](#page=64). * **あれ (are):** Dat daarginds, daar (ver weg van zowel spreker als toehoorder) [64](#page=64). Deze voornaamwoorden worden vaak gebruikt in combinatie met partikels om hun grammaticale functie aan te geven. ### 3.2 Gebruik in context Het gebruik van これ (kore), それ (sore), en あれ (are) hangt af van de relatieve positie van het object ten opzichte van de spreker en de toehoorder [65](#page=65). * **これ (kore)** wordt gebruikt voor objecten die zich in de directe nabijheid van de spreker bevinden [65](#page=65). * **それ (sore)** wordt gebruikt voor objecten die zich in de nabijheid van de toehoorder bevinden, of voor iets waarover net gesproken is [65](#page=65). * **あれ (are)** wordt gebruikt voor objecten die zich op grotere afstand van zowel de spreker als de toehoorder bevinden [65](#page=65). De visuele voorbeelden op pagina 65 tonen verschillende scenario's: * **1:** A staat dicht bij spreker, B staat verder weg. Dit impliceert dat 'A' met *kore* en 'B' met *sore* benoemd zou worden. * **2:** A staat dicht bij spreker, B staat verder weg. Vergelijkbaar met 1. * **3:** A staat dicht bij de toehoorder, B staat ver weg van beide. Dit suggereert dat 'A' met *sore* en 'B' met *are* benoemd zou worden. * **4:** Beide objecten, A en B, staan ver weg van zowel spreker als toehoorder. Beide zouden dan met *are* benoemd kunnen worden, of A met *are* en B met *are*, afhankelijk van de exacte afstand en het narratieve belang. De illustraties op pagina 66, 67, 68 en 69 ondersteunen deze concepten verder door visueel de relatieve posities van objecten (A en B) ten opzichte van de spreker en toehoorder weer te geven, en impliceren hoe *kore*, *sore*, en *are* in die specifieke situaties gebruikt zouden worden. ### 3.3 Vertaaloefeningen en voorbeelden Een oefening op pagina 70 biedt praktische toepassing van deze aanwijzende voornaamwoorden in een dialoog [70](#page=70). > **Voorbeeld:** > A: "Hoeveel kosten de potloden?" [70](#page=70). > B: "Dewelke?" [70](#page=70). > A: "Deze hier." [70](#page=70). > B: "Deze kosten 100 yen. Die ginder 90 yen." [70](#page=70). > > In de Japanse vertaling wordt dit als volgt uitgedrukt: > > A: えんぴつは いくらですか。 [70](#page=70). > B: どれですか。 [70](#page=70). > A: これです。 [70](#page=70). > B: これ・それは 100円【ひゃくえん】です。あれは 90円【きゅうじゅうえん】です。 [70](#page=70). > > *Opmerking: De vertaling gebruikt hier "kore" voor "deze hier", "sore" (impliciet in "kore・sore" voor de prijs van 100 yen, wat kan verwijzen naar objecten dichtbij de spreker of de toehoorder) en "are" voor "die ginder".* [70](#page=70). > **Tip:** Let goed op de context en de positie van de objecten in relatie tot de spreker en toehoorder om het juiste aanwijzend voornaamwoord te kiezen. De oefening laat zien dat *kore* wordt gebruikt om te verwijzen naar het object dat de spreker als eerste benoemt ("deze hier"), terwijl *sore* ook gebruikt kan worden voor objecten dicht bij de toehoorder of objecten waar net over gesproken is. *Are* wordt gebruikt voor objecten die verder weg zijn [70](#page=70). --- ## Veelgemaakte fouten om te vermijden - Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens - Let op formules en belangrijke definities - Oefen met de voorbeelden in elke sectie - Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Naamwoordzin | Een zin die als hoofdbestanddeel een zelfstandig naamwoord, eigennaam, telwoord met maatwoord, of vergelijkbare woordsoorten gebruikt als predicaat, vaak afgesloten met です of een variant daarvan. |
| です | Een copula die in het Japans gebruikt wordt om een naamwoordzin te vormen, vergelijkbaar met "is", "zijn" of "ben" in het Nederlands, en die ook deelname aan het gesprek aanduidt. |
| Naamwoord | Een woord dat een ding, persoon, plaats, idee of concept benoemt, zoals zelfstandige naamwoorden, eigennamen, telwoorden en maatwoorden in het Japans. |
| Onvoltooid | De vorm van een werkwoord of deeltje die de huidige staat of een actie zonder specifieke tijdsindicatie aangeeft, in tegenstelling tot de voltooide of verleden tijd. |
| Voltooid | De vorm die een actie of staat aangeeft die in het verleden is voltooid, vergelijkbaar met de verleden of voltooide tijd in het Nederlands. |
| Negatief | De vorm van een zin of woord die ontkenning uitdrukt, bijvoorbeeld door het gebruik van negaties zoals じゃありません (ja arimasen) of ではありません (dewa arimasen). |
|じゃありません | Een veelgebruikte negatieve vorm van です in het Japans, die wordt gebruikt om aan te geven dat iets niet het geval is. |
| ではありません | Een alternatieve, iets formelere negatieve vorm van です in het Japans, ook gebruikt om ontkenning uit te drukken. |
| でした | De voltooide tijdsvorm van です, gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden waar was, vergelijkbaar met "was" of "waren". |
|じゃありませんでした | De negatieve voltooide tijdsvorm, die aangeeft dat iets in het verleden niet het geval was. |
| ではありませんでした | Een formelere negatieve voltooide tijdsvorm die aangeeft dat iets in het verleden niet het geval was. |
| Topic | Het onderwerp van een zin of een gespreksonderdeel, vaak gemarkeerd door het partikel は (wa) in het Japans, dat aangeeft waar de rest van de zin over gaat. |
| Partikel | Kleine woorden in het Japans die een grammaticale functie hebben, zoals het aangeven van het onderwerp, object, of de relatie tussen zinsdelen; は (wa) en か (ka) zijn voorbeelden. |
| か | Een partikel dat aan het einde van een Japanse zin wordt geplaatst om het een vraagzin te maken, vergelijkbaar met het vraagteken in het Nederlands, maar dan als onderdeel van de zin. |
| Ja/nee-vraag | Een vraag die een antwoord met "ja" of "nee" vereist, gevormd in het Japans door het toevoegen van het partikel か aan het einde van een naamwoordzin. |
| Vraagwoord | Woorden die gebruikt worden om specifieke informatie op te vragen, zoals wie (だれ), wat (なに), waar, wanneer, hoe, etc. |
| Vraagwoordvraag | Een vraagzin die een vraagwoord gebruikt om specifieke informatie te verkrijgen, in plaats van een simpel "ja" of "nee" antwoord. |
| Aanwijzend voornaamwoord | Woorden die verwijzen naar objecten of personen in relatie tot de spreker en toehoorder, zoals "deze", "die", "daar" in het Nederlands. |
| これ (kore) | Een Japans aanwijzend voornaamwoord dat verwijst naar iets dat dicht bij de spreker is, vergelijkbaar met "deze" of "dit" in het Nederlands. |
| それ (sore) | Een Japans aanwijzend voornaamwoord dat verwijst naar iets dat dicht bij de toehoorder is, of verder weg van de spreker, vergelijkbaar met "die" of "dat" in het Nederlands. |
| あれ (are) | Een Japans aanwijzend voornaamwoord dat verwijst naar iets dat ver van zowel de spreker als de toehoorder is, vergelijkbaar met "die daar" of "dat daar" in het Nederlands. |
| どれ (dore) | Een Japans vraagwoord dat gebruikt wordt om uit een groep van opties te kiezen, vergelijkbaar met "welke" of "welke van de twee/drie". |