Cover
Mulai sekarang gratis 1 - History of Japan new Summary Lecture 1.pdf
Summary
# Objectiviteit en de fictie van feiten: Boot en Totman in vergelijking
Dit onderwerp onderzoekt de aard van geschiedschrijving, waarbij de nadruk ligt op de subjectieve elementen in historische verslaggeving en de vergelijking tussen de benaderingen van de historici Boot en Totman [1](#page=1).
### 1.1 Een zekere onbepaaldheid van het verleden
De algemene opvatting dat historici de waarheid over het verleden vertellen, wordt beargumenteerd als onjuist door het idee dat geschiedschrijving een literaire genre is, meer gericht op fictie dan op feiten. Hayden White stelt dat historici kiezen uit narratieve archetypes (romance, komedie, tragedie, satire) om hun werk de "schijn van een verklaring" te geven, wat samenhangt met ideologische overtuigingen (anarchistisch, conservatief, radicaal, liberaal). Een komische structuur, zoals bij Ranke, impliceert een conservatieve wereldvisie waarin de huidige staat de best mogelijke is. Tragische structuren kunnen conservatief zijn wanneer de mens onderworpen is aan inherente wetten van de geschiedenis (Spengler), of radicaal wanneer de mens vrijheid heeft om het lot te beïnvloeden (Marx) [2](#page=2).
Geschiedschrijving is geen neutrale registratie van het verleden, maar vereist het creëren van een verhaal om het verleden begrijpelijk te maken. Dit verhaalvertellen ondermijnt de objectiviteit van de historicus niet, maar is juist de enige manier om objectief over het verleden te spreken. De filosoof Ian Hacking suggereert dat het verleden retroactief wordt herzien, waarbij herinneringen, herbeschrijvingen en herbelevingen het verleden kunnen veranderen. Wat als een oorzaak van een gebeurtenis wordt beschouwd, wordt pas zo gedefinieerd na de gebeurtenis zelf. Het verleden is dus onbepaald en kan betekenis krijgen door verschillende verhalen die erover verteld worden. Verschillende historici kunnen absoluut waarheidsgetrouwe, maar toch verschillende, verhalen vertellen over hetzelfde onderwerp, zoals Boot en Totman [2](#page=2) [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.2 Boot en Totman
De onbepaaldheid van het verleden betekent dat het retroactief betekenis en significantie kan krijgen op basis van de verschillende verhalen die verteld kunnen worden. Deze verschillen zijn afhankelijk van de keuzes van de verteller, wat een constante bewustwording van de aanwezigheid van de verteller vereist [4](#page=4).
#### 1.2.1 De benadering van Boot
Boot verklaart het belang van de geschiedenis van Japan door te stellen dat Japan een belangrijk land is vanwege zijn uitzonderlijke cultuur, die voortkomt uit een lange geschiedenis. Het begrijpen van hoe Japan is geworden wat het nu is, vereist kennis van zijn geschiedenis. Boot beschouwt de Japanse geschiedenis als uitzonderlijk omdat het land geïsoleerd was en geen invasies heeft meegemaakt. Hierdoor kunnen universele processen zoals natievorming, feudalism, urbanisatie en bevolkingsgroei "in vitro" bestudeerd worden in de Japanse geschiedenis, wat betekent onder gecontroleerde omstandigheden. De "Japanse eigenheid" van Japan en zijn geschiedenis helpen juist bij het begrijpen van "universele processen". Boot richt zich op de vraag: "wie had de macht, waar, wanneer". Deze focus op macht en privileges, zonder aandacht voor materiële productie, wordt als conservatief beschouwd. Zijn geschiedenis eindigt in het jaar 1868 CE, omdat hij geïnteresseerd is in de Japanse eigenheid en zijn geschiedenis stopt bij het begin van de moderne periode en de "Westerlingisering" van Japan [4](#page=4) [6](#page=6) [8](#page=8).
#### 1.2.2 De benadering van Totman
Totman begint ook met het benadrukken van de lange en unieke geschiedenis van Japan. Echter, in tegenstelling tot Boot, relativeert Totman deze uniciteit. Terwijl Boot de uniciteit van Japan benadrukt om het algemene te verlichten door het bijzondere (van het bijzondere naar het universele), wil Totman het bijzondere verlichten door het te "situeren" in een bredere, algemene context (van het universele naar het bijzondere). Dit vertegenwoordigt een fundamenteel verschillende paradigma van kennisverwerving [4](#page=4) [5](#page=5).
Totman deelt de geschiedenis in drie facetten in: productie (ecologie en menselijk deelname aan het systeem), distributie (maatschappelijke regelingen voor de toewijzing van goederen, diensten, macht en privileges) en representatie (hogere cultuur, ideeën om de werkelijkheid te representeren, verklaren en rechtvaardigen). De hiërarchie van productie – distributie – representatie plaatst materiële productie (de activiteit van mensen aan de onderkant van de sociale ladder) als de motor van historische verandering, terwijl de elite en haar cultuur (representatie) van secundair belang zijn. Totman heeft hierin "linkse" neigingen en bekritiseert elitaire geschiedschrijving die de massa negeert en de ecologische context over het hoofd ziet [5](#page=5).
Totman's ecologische geschiedenis van Japan begint zo'n twaalf miljard jaar geleden, wat hem in staat stelt iets te zeggen over de geologische en geografische omstandigheden waaronder de mens-omgevingsrelaties zich ontwikkelden. Hij deelt de geschiedenis van Japan in drie brede segmenten in: jager, landbouw en industrieel, gebaseerd op de mens-omgevingsrelatie. Totman gebruikt afkortingen als "yBP" (years before present), "BCE" (before common era), en "CE" (common era) om een seculiere tijdrekening te hanteren die de verwijzing naar het christendom vermijdt. Hij vindt het jaar 1868 van geen bijzonder belang; belangrijker voor hem is het jaar 1890, wanneer industrialisatie en de effecten daarvan een fundamentele verandering in de mens-omgevingsrelatie teweegbrengen, wat hij de periode van de mens als "exploitant van de doden" noemt [7](#page=7) [8](#page=8).
> **Tip:** Het verschil in benadering tussen Boot en Totman illustreert de subjectiviteit in geschiedschrijving. Boot benadrukt de "Japanse eigenheid" om het algemene te begrijpen, terwijl Totman het "universele" als uitgangspunt neemt om het specifieke Japan te plaatsen.
> **Voorbeeld:** Boot's focus op "wie had de macht, waar, wanneer" leidt tot een andere periode-indeling dan Totman's focus op de mens-omgevingsrelatie, die leidt tot indelingen als jager-, landbouw- en industriële samenlevingen [6](#page=6) [7](#page=7).
### 1.3 De kwestie van periodisering
Periodisering, het in zinvolle chronologische volgorde plaatsen van het verleden, is een cruciale eerste stap voor historici om betekenis te geven aan het verleden. De Japanse term is \_jidai kubun, waarbij \_jidai verwijst naar een tijdperk of periode met specifieke connotaties, vaak benoemd naar de locaties van politieke machtscentra of heersende families. Dit systeem, gepopulariseerd in de late 19e eeuw, wordt algemeen geaccepteerd en kan worden ingepast in Europese periodiseringsconcepten zoals prehistorie, protohistorie, middeleeuwen, vroegmoderne, moderne en hedendaagse geschiedenis [6](#page=6).
De gangbare periodisering past goed bij Boots interesse voor "wie had de macht, waar, wanneer". Totman daarentegen bevraagt dit systeem vanuit zijn ecologische geschiedenisbenadering, waarbij hij de geschiedenis in deeltijdperken zoals jager-, landbouw- en industriële samenlevingen verdeelt, gebaseerd op de mens-omgevingsrelatie. Totman's gebruik van "BCE" en "CE" in plaats van "BC" en "AD" toont een seculiere houding, waarbij de religieuze ondertoon van traditionele dateringen wordt vermeden. De christelijke narratief en periodisering van het menselijk verleden, met de nadruk op een countdown naar het oordeel, is onverenigbaar met de principes van moderne geschiedschrijving, die streeft naar objectieve kennis [7](#page=7).
Moderne historici, zoals Boot en Totman, plaatsen gebeurtenissen op de "snaar van lineaire tijd" en verbinden ze met causale verbanden. Hun meningsverschillen kunnen worden gezien als een gevolg van de contradictorische aard van de moderne, kapitalistische menselijke conditie. Boot's geschiedenis stopt in 1868 CE, het begin van de moderne periode en Japanse Westerlingisering. Totman's geschiedenis richt zich op veranderingen in de mens-omgevingsrelatie, zoals die veroorzaakt worden door industrialisatie vanaf 1890 CE [8](#page=8).
PeriodiseringCommon / BootTotmanVroege geschiedenisJager-samenlevingMiddeleeuwen / Vroegmoderne tijdYamato, Nara, Heian, Kamakura, Muromachi, Azuchi/Momoyama, EdoLandbouw-samenlevingModerne tijd1868 CEIndustriële samenleving met focus op 1890 CE
\_Tabel 1: Vergelijking van periodiseringen (aangepast op basis van de tekst) [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7) [8](#page=8).
* * *
# De vraag naar periodisering in de Japanse geschiedenis
Dit onderwerp onderzoekt hoe historici het verleden van Japan in perioden indelen en hoe deze indelingen onze interpretatie van de geschiedenis beïnvloeden [6](#page=6).
### 2.1 De noodzaak van periodisering
Historici moeten het verleden chronologisch ordenen om het begrijpelijk te maken; deze activiteit wordt periodisering genoemd. In Japan staat dit bekend als \_jidai kubun. \_Jidai betekent epoch, leeftijd of periode, en werd in de late 19e eeuw door Japanse historici geïntroduceerd met specifieke connotaties die zichtbaar zijn in de namen van de perioden [6](#page=6).
### 2.2 Traditionele Japanse periodisering
De meest gebruikelijke Japanse periodisering is gebaseerd op de opeenvolgende locaties van politieke machtscentra of op de namen van families die politieke macht bezaten. Voorbeelden van locaties zijn Yamato, Nara, Heian (Kyoto), Kamakura, Muromachi, Azuchi/Momoyama en Edo (Tokyo). Familiegroepen die macht uitoefenden zijn onder andere de Fujiwara, Ashikaga, Oda, Toyotomi en Tokugawa. In de moderne periode verwijzen \_jidai naar de regeringsperiode van de keizer [6](#page=6).
Dit systeem van \_jidai-periodisering is nauw verbonden met en kan worden aangepast aan Westerse periodiseringsschema's, zoals:
* Prehistorisch (\_senshi) [6](#page=6).
* Protohistorisch (\_genshi) [6](#page=6).
* Middeleeuws (\_chūsei) [6](#page=6).
* Vroegmodern (\_kinsei) [6](#page=6).
* Modern (\_kindai) [6](#page=6).
* Hedendaags (\_gendai) [6](#page=6).
Dit schema wordt tegenwoordig universeel geaccepteerd [6](#page=6).
### 2.3 Alternatieve periodiseringsbenaderingen
Niet alle historici volgen de geaccepteerde periodisering. Richard Totman, bijvoorbeeld, hanteert een ecologische geschiedenisbenadering die de mens-omgevingsrelatie als leidraad neemt. Zijn indeling omvat brede perioden zoals [7](#page=7):
* Jager-verzamelaarsmaatschappij [7](#page=7).
* Agrarische samenleving [7](#page=7).
* Industriële samenleving [7](#page=7).
Totman gebruikt ook de tijdsaanduidingen "yBP" (years before present), "BCE" (before common era) en "CE" (common era) om een seculiere benadering te benadrukken, in tegenstelling tot de christelijke "BC" en "AD". Zijn geschiedenis van Japan begint met de aardgeschiedenis, ongeveer 12 miljard jaar geleden, om de context voor de mens-omgevingsrelatie te schetsen. Voor Totman is de industrialisatie vanaf de jaren 1890 een cruciale overgang, die hij de "exploiter van de doden"-periode noemt, verwijzend naar het gebruik van fossiele brandstoffen [7](#page=7) [8](#page=8).
### 2.4 Vergelijking van periodiseringskaders
Verschillende historici kiezen hun periodiseringsgrenzen op basis van hun specifieke onderzoeksinteresses:
* **Boot:** Richt zich op macht en privileges ("Wie had de macht – wanneer – waar?"). Zijn geschiedenis eindigt in 1868 CE, het begin van de modernisering en "Westerse" invloed, omdat hij geïnteresseerd is in de "Japanse identiteit" van Japan [6](#page=6) [8](#page=8).
* **Totman:** Richt zich op de mens-omgevingsrelatie en de ecologische transformaties. Zijn geschiedenis eindigt rond 1990, met de nadruk op de gevolgen van industrialisatie [8](#page=8).
* **Ishii Ryōsuke (juridisch historicus):** Biedt een aanvullend perspectief op de periodisering, met specifieke indelingen zoals \_Jōdai (archaïsch), \_Jōsei (oud), \_Chūsei (middeleeuws), \_Kinsei (vroegmodern) en \_Kindai (modern) [9](#page=9).
### 2.5 De rol van de moderne historicus
Ongeacht hun verschillen, delen moderne historici zoals Boot en Totman de neiging om gebeurtenissen op een lineaire tijdschaal te plaatsen en te koppelen via causale verbanden. De keuze voor een bepaalde periodisering beïnvloedt dus direct de manier waarop het verleden wordt verteld en geïnterpreteerd. De tabel op pagina 9 geeft een gedetailleerd overzicht van de verschillende periodiseringschema's naast elkaar [6](#page=6) [8](#page=8).
> **Tip:** Let goed op de verschillende eindpunten van de periodes bij Boot en Totman en de redenen daarvoor, aangezien dit direct samenhangt met hun specifieke historiografische focus .
> **Tip:** De termen BCE (Before Common Era) en CE (Common Era) worden steeds vaker gebruikt om een neutralere tijdsindeling te bieden dan BC (Before Christ) en AD (Anno Domini). Dit toont een bewustzijn van de religieuze connotaties van traditionele kalenders [7](#page=7).
* * *
# Verschillen in paradigma's: Boot versus Totman
Dit onderwerp verkent de contrasterende historiografische benaderingen van Boot en Totman, met nadruk op hun verschillende visies op particularisme versus universalisme en hun politieke en ideologische achtergronden.
### 3.1 Inleiding tot de benaderingen van Boot en Totman
De geschiedenis van Japan, net als die van andere naties, kan op verschillende manieren worden verteld, afhankelijk van de keuzes die de historicus maakt. Dit leidt ertoe dat verschillende historici, zelfs over hetzelfde onderwerp, tot fundamenteel verschillende, maar potentieel even geldige interpretaties kunnen komen. Dit wordt geïllustreerd door de werken van Boot en Totman [4](#page=4).
#### 3.1.1 Het belang van Japanse geschiedenis: een vergelijking
**Boot** benadrukt het belang van de Japanse geschiedenis omdat Japan een invloedrijk land is met een uitzonderlijke cultuur, die mede te danken is aan een lange historische ontwikkeling. Volgens Boot is het begrijpen van hoe Japan is geworden wat het nu is, essentieel. Hij beschouwt Japan als een uitzonderlijk geval, dat periodes van relatieve isolatie en het ontbreken van invasies heeft gekend. Hierdoor kunnen universele processen, zoals natievorming, feudalism, urbanisatie en bevolkingsgroei, in Japan "in vitro" – als in een laboratorium – worden bestudeerd, waardoor de "Japanse eigenheid" kan helpen bij het begrijpen van deze universele processen [4](#page=4).
**Totman** begint eveneens met het benadrukken van de lange geschiedenis van Japan en de uniciteit van het land en zijn geschiedenis. Echter, het cruciale verschil ligt in de focus: waar Boot de uniciteit van de Japanse staat benadrukt, relativeert Totman deze door te stellen dat de geschiedenis van Japan, net als die van elke andere samenleving, uniek is. Terwijl Boot stelt dat Japanse ontwikkelingen die elders ook plaatsvonden, bestudeerd kunnen worden, verklaart Totman dat Japan veel heeft gedeeld met andere menselijke geschiedenissen [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 3.1.2 Particularisme versus universalisme: de kern van het verschil
Het fundamentele verschil tussen Boot en Totman kan worden samengevat in hun aanpak van kennisverwerving:
* **Boot:** Gaat van het **bijzondere naar het algemene** (particularisme naar universalisme). Hij wil het algemene verhelderen aan de hand van het specifieke Japanse geval [5](#page=5).
* **Totman:** Gaat van het **algemene naar het bijzondere** (universalisme naar particularisme). Hij plaatst het specifieke Japanse geval binnen een bredere, algemene context [5](#page=5).
> **Tip:** Dit verschil in benadering is cruciaal voor het begrijpen van hun historiografische methoden en de verhalen die zij over Japan vertellen.
### 3.2 Politieke en ideologische achtergronden
Het verschil tussen Boot en Totman reikt dieper dan louter methodologische voorkeuren; het weerspiegelt ook een clash van politieke en ideologische attitudes.
#### 3.2.1 Totman's focus op productie en distributie
Totman's analyse is gebaseerd op drie "continuïteiten":
1. **Materiële productie:** De activiteiten binnen het ecosysteem en de mens als deelnemer daarin. Hierbij wordt gekeken naar wat, hoeveel er geproduceerd wordt en de relatie met de omgeving [5](#page=5).
2. **Distributie:** De maatschappelijke regelingen (sociaal, politiek, economisch) die bepalen hoe goederen, diensten, macht en privileges worden verdeeld [5](#page=5).
3. **Representatie:** De hogere cultuur, zoals kunst, literatuur en ideeën, die de werkelijkheid proberen te duiden, verklaren, rechtvaardigen en beoordelen [5](#page=5).
Totman plaatst materiële productie op de eerste plaats, wat impliceert dat de activiteiten van de producers (boeren, arbeiders, degenen aan de onderkant van de sociale ladder) de motor van historische verandering vormen. De elite en hun cultuur (representatie) worden als van secundair belang beschouwd. Dit duidt op "linkse" sympathieën van Totman. Hij bekritiseert elitaire geschiedschrijving die de massa en de ecologische context negeert, en zich uitsluitend richt op de "favorieten van het lot" [5](#page=5).
> **Example:** Totman's kritiek op "elitist approaches to history" is te vinden in zijn opmerking dat Japanse geschiedenis vaak wordt verteld als een verhaal van de "favoured few", waarbij de massa en de ecologische context genegeerd worden [5](#page=5).
#### 3.2.2 Boot's focus op macht en de "klassieke" benadering
Boot's aanpak is daarentegen geconcentreerd rond de "drie W's": **Wie had de macht, waar en wanneer**. Dit staat in contrast met Totman's drie continuïteiten. Boot's focus op macht en privilege komt overeen met Totman's "tweede facet", terwijl het "derde facet" (representatie, elitecultuur) door ruimtegebrek wordt gemist. Totman's "eerste facet" (materiële productie) wordt bij Boot zelfs niet genoemd [6](#page=6).
Boot's benadering wordt beschreven als "klassiek" en "conservatief". Hij geeft expliciet aan zich te beperken tot wie de macht had, waar en wanneer, en rechtvaardigt deze keuze door een zekere onwil om keizers en shoguns te reduceren tot figuranten of dragers van de lagere klassen [6](#page=6).
> **Tip:** De keuze van metaforen (bv. "waterhalers") benadrukt de fundamentele verschillen in de prioriteiten van beide historici, ondanks mogelijke woordelijke overeenkomsten.
### 3.3 De vraag van periodisering
De manier waarop historici het verleden chronologisch ordenen, periodisering genoemd, weerspiegelt hun onderliggende paradigma's.
#### 3.3.1 Japanse periodisering: jidai kubun
Het Japanse concept van periodisering is \_jidai kubun, wat letterlijk "tijdvak-indeling" betekent. Historisch gezien werd \_jidai gepopulariseerd in Japan in de late 19e eeuw en kreeg het een specifieke connotatie door de naamgeving van periodes. Twee veelgebruikte systemen van \_jidai benamingen zijn [6](#page=6):
1. **Locaties van politieke machtscentra:** Yamato, Nara, Heian (Kyōto), Kamakura, Muromachi, Azuchi/Momoyama, Edo (Tōkyō) [6](#page=6).
2. **Families die de politieke macht uitoefenden:** Fujiwara, Ashikaga, Oda, Toyotomi, Tokugawa [6](#page=6).
In de moderne periode verwijzen \_jidai naar de regeringsperiode van de keizer. Dit systeem van periodisering is wijdverbreid in de Japanse geschiedschrijving en wordt vaak aangevuld met Europese periodiseringsconcepten zoals prehistorie (\_senshi), protohistorie (\_genshi), middeleeuwen (\_chūsei), vroegmoderne tijd (\_kinsei), moderne tijd (\_kindai) en hedendaagse tijd (\_gendai). Dit gecombineerde systeem is nagenoeg universeel geaccepteerd. De verschillende keuzes in periodisering, hoewel hier niet expliciet uitgewerkt voor Boot en Totman, illustreren hoe hun fundamentele benaderingen het verhaal over het verleden vormgeven [6](#page=6).
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Historiografie | De studie van de geschiedschrijving, inclusief de methoden, theorieën en de aard van historische kennis. Het onderzoekt hoe geschiedenis wordt geschreven en geïnterpreteerd. |
| Periodisering | Het proces waarbij de geschiedenis wordt opgedeeld in afzonderlijke perioden of tijdperken, gebaseerd op gemeenschappelijke kenmerken of ontwikkelingen, om het verleden beter te kunnen begrijpen en structureren. |
| Objectiviteit | Het streven naar neutrale en feitelijke weergave van gebeurtenissen en fenomenen, zonder persoonlijke vooroordelen of subjectieve interpretaties die de waarheidsgetrouwheid kunnen beïnvloeden. |
| Fictie van de feiten | Een concept dat suggereert dat historische verslagen niet louter feitelijke weergaven zijn, maar ook elementen van fictie, narratieve constructie en interpretatie bevatten die de "waarheid" van het verleden vormgeven. |
| Immanente causaliteit | De interpretatie van historische gebeurtenissen als voortkomend uit interne oorzaken binnen een bepaald systeem of proces, in plaats van externe invloeden. Het suggereert een logische opeenvolging van oorzaak en gevolg binnen de geschiedenis zelf. |
| Narratieve archetypen | Fundamentele verhaalstructuren, zoals komedie, tragedie, romance en satire, die volgens Hayden White worden gebruikt door historici om hun verslagen van het verleden te structureren en "uitleg" te geven. |
| Retroactieve herbeschrijving | Het fenomeen waarbij gebeurtenissen uit het verleden in het heden opnieuw worden geïnterpreteerd en betekenis krijgen, waardoor de perceptie van wat er werkelijk gebeurde kan veranderen, ook al zijn de feiten onveranderd. |
| Paradigma | Een fundamenteel conceptueel kader of een set van aannames en methoden die de wetenschappelijke praktijk binnen een bepaald veld organiseren en sturen. Verschillende paradigma's kunnen leiden tot uiteenlopende interpretaties van dezelfde gegevens. |
| Particularisme | De nadruk op de unieke, specifieke kenmerken van een bepaald onderwerp of een bepaalde cultuur, waarbij de nadruk ligt op de details die het onderscheiden van anderen. |
| Universaliteit | Het concept van algemene principes, wetten of processen die van toepassing zijn op alle culturen, samenlevingen of entiteiten, ongeacht hun specifieke kenmerken. |
| Ecologisch geschiedenisthema | Een benadering van geschiedenis die de relatie tussen menselijke samenlevingen en hun natuurlijke omgeving centraal stelt, en hoe deze interactie het verloop van de geschiedenis beïnvloedt. |
| Jidai kubun | De Japanse term voor periodisering, letterlijk vertaald als "tijdperk indeling" of "epochale onderverdeling", die wordt gebruikt om de Japanse geschiedenis in afzonderlijke perioden te verdelen. |