Cover
Mulai sekarang gratis les 2.pdf
Summary
# Basiscompetenties van de leraar in het kleuteronderwijs
Dit deel behandelt de vier kerncompetenties die een kleuterleraar moet beheersen, namelijk de rol als begeleider, opvoeder, inhoudelijk expert en organisator, met concrete invullingen en praktijkvoorbeelden [4](#page=4).
### 1.1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelprocessen
De leraar als begeleider richt zich op het zo goed mogelijk tot ontwikkeling brengen van elk kind. Dit omvat het ontwerpen en realiseren van leerprocessen, rekening houdend met de beginsituatie van de kinderen, de gestelde doelen (conform het leerplan), de inhoud en ervaringen, en de leermiddelen en werkvormen [7](#page=7) [9](#page=9).
#### 1.1.1 Ontwerpen en realiseren van leerprocessen
Het ontwerpen van leerprocessen vereist aandacht voor de volgende aspecten:
* **Beginsituatie:** De huidige stand van zaken van het kind [7](#page=7).
* **Doelen:** De leerplandoelen die nagestreefd worden [7](#page=7).
* **Inhouden/ervaringen:** De kennis en vaardigheden die de kinderen opdoen [7](#page=7).
* **Leermiddelen en werkvormen:** De materialen en methoden die gebruikt worden [7](#page=7).
* **Krachtige leeromgeving:** Een omgeving die activiteiten, aanbod en thema's stimuleert [7](#page=7).
Tijdens het realiseren van de leerprocessen begeleidt de leerkracht de kinderen en zet hij/zij leermiddelen en werkvormen in [7](#page=7).
#### 1.1.2 Bevorderen en hanteren door de leerkracht
De leraar bevordert of hanteert hierbij:
* **Aangepaste werk- en groeperingsvormen:** Variatie in hoe kinderen werken en hoe ze gegroepeerd zijn [8](#page=8).
* **Krachtige leermiddelen/materialen:** Effectieve materialen die het leren ondersteunen [8](#page=8).
* **Krachtige leeromgeving:** Een stimulerende omgeving met relevant aanbod en thematiek [8](#page=8).
* **Observatie en evaluatie:** Het nauwkeurig observeren en beoordelen van de ontwikkeling van kinderen [8](#page=8).
* **Betrokkenheid van alle kinderen:** Zorgen dat ook kinderen met zorgvragen meedoen [8](#page=8).
> **Tip:** Het hoofd- of hoofddoel van deze competentie is om elk kind optimaal te laten ontwikkelen [9](#page=9).
### 1.2 De leraar als opvoeder
De leraar als opvoeder draagt bij aan de emancipatie van kinderen en het bevorderen van hun persoonlijke ontplooiing en maatschappelijke participatie. Dit betekent dat de leerkracht recht doet aan de persoonlijke kwaliteiten en mogelijkheden van het kind, vertrekt vanuit de behoeften van de leerlingen en gericht is op hun optimale persoonlijke ontwikkeling. Kortom, de mens in de leerling tot zijn recht laten komen [34](#page=34) [35](#page=35).
#### 1.2.1 Belang van de pedagogische rol
De pedagogische rol van de leraar is van groot belang. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen ouders en school. Een leerkracht heeft niet alleen een taak in het leren en onderwijzen, maar ook in het vormgeven van attitudes en het ondersteunen van de sociaal-emotionele ontwikkeling [34](#page=34) [36](#page=36) [37](#page=37) [38](#page=38).
#### 1.2.2 Aspecten van de opvoedende rol
De leraar bevordert of hanteert hierbij:
* **Positief leefklimaat:** Een veilige en ondersteunende omgeving waarin kinderen zich prettig voelen [34](#page=34).
* **Emancipatie van kinderen:** Het bevorderen van zelfstandigheid, kritisch denken en het vermogen om voor zichzelf op te komen [34](#page=34).
* **Attitudevorming:** Het meehelpen vormen van attitudes die de individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie bevorderen [34](#page=34).
* **Maatschappelijke ontwikkelingen:** Het integreren van actuele maatschappelijke gebeurtenissen in een pedagogische context [34](#page=34).
* **Ondersteuning bij problemen:** Begeleiding van kinderen met sociaal-emotionele problemen of gedragsmoeilijkheden [34](#page=34).
* **Gezondheid:** Aandacht voor de fysieke en geestelijke gezondheid van de kinderen [34](#page=34).
* **Communicatie:** Effectieve communicatie met kinderen van diverse achtergronden en in verschillende talige situaties [34](#page=34).
> **Tip:** De overheid hanteert een emancipatorische, leerlinggerichte visie op onderwijs [35](#page=35).
### 1.3 De leraar als inhoudelijk expert
De leraar als inhoudelijk expert beheerst de basiskennis van de leerinhouden voor het kleuteronderwijs en kan deze kennis en vaardigheden toepassen bij de kinderen [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 1.3.1 Kernaspecten van de inhoudelijke expertise
De leerkracht wordt geacht te kunnen:
* **Beheersen van basiskennis:** De kern van de leerinhouden voor het kleuteronderwijs kennen [40](#page=40).
* **Toepassen van leerinhouden:** De verworven kennis en vaardigheden inzetten in de praktijk met kinderen [40](#page=40).
* **Volgen van ontwikkelingen:** Recente ontwikkelingen op het gebied van inhouden en vaardigheden volgen en verwerken [40](#page=40).
* **Plaatsen van aanbod:** Het eigen onderwijsaanbod relateren aan het bredere onderwijsaanbod [40](#page=40).
#### 1.3.2 Kennis en vaardigheden in het kleuteronderwijs
De nadruk ligt op het ontwikkelen van de juiste kennis en vaardigheden bij jonge kinderen. Het Vlaamse onderwijs stelt minimumdoelen vast, waarbij het 'wat' (de doelen) wordt bepaald, maar het 'hoe' (de didactiek) aan de leerkracht wordt overgelaten [41](#page=41) [42](#page=42) [44](#page=44).
> **Inzicht:** Vlaamse kinderen lijken bij de start van het eerste leerjaar minder basisgeletterd dan leeftijdsgenoten in vergelijkingslanden. De kloof tussen leerlingen blijft groot. Kleuterleraren beseffen dat zij de fundamenten leggen en kennis hierbij een belangrijke rol speelt [43](#page=43).
### 1.4 De leraar als organisator
De leraar als organisator creëert een gestructureerd en stimulerend leef- en leerklimaat, zorgt voor een efficiënt verloop van de dag en voert correct administratieve taken uit [45](#page=45) [46](#page=46).
#### 1.4.1 Aspecten van organisatorische vaardigheden
De leerkracht bevordert of hanteert hierbij:
* **Gestructureerd werkklimaat:** Een omgeving die duidelijkheid en voorspelbaarheid biedt [46](#page=46).
* **Efficiënt dag- en weekverloop:** Een soepele en zinvolle planning van activiteiten [46](#page=46).
* **Administratieve taken:** Het correct en tijdig uitvoeren van noodzakelijke administratie [46](#page=46).
* **Stimulerende klasruimte:** Een veilige, prikkelende en functionele inrichting van de klas [46](#page=46).
> **Inzicht:** Orde, discipline, rust en structuur zijn essentieel om tot leren te komen. Schoolbrede routines, vaste rituelen en gewoonten bieden houvast en dragen bij aan een goede cultuur. Gedragingen die het leren ondersteunen, zijn belangrijke attitudes en vaardigheden die worden opgebouwd en aangeleerd. Goed klasmanagement omvat deze elementen [47](#page=47).
---
# Universal Design for Learning (UDL) en inclusie
Universal Design for Learning (UDL) is een onderwijsaanpak die streeft naar het creëren van flexibele leeromgevingen die tegemoetkomen aan de diverse behoeften van alle leerlingen, waarbij verschil de norm is [14](#page=14).
### 2.1 De oorsprong en essentie van Universal Design
Het concept 'Universal Design' vindt zijn oorsprong in de architectuur en staat voor een proactieve benadering waarbij rekening wordt gehouden met een breed scala aan gebruikers in het ontwerpproces. Het doel is om een hoge toegankelijkheid te realiseren die een voordeel is voor iedereen, door vooraf na te denken over het wegnemen van mogelijke barrières. UDL past dit principe toe op het leerproces, met als doel leeromgevingen te creëren die barrièrevrij zijn [15](#page=15) [16](#page=16) [18](#page=18).
### 2.2 Inclusie als kernprincipe
Inclusie in het onderwijs betekent niet louter het laten volgen van lessen door leerlingen met een beperking of een specifiek label binnen het gewoon onderwijs. Het houdt in dat alle leerlingen als uniek en verschillend worden beschouwd, en dat dit verschil als vertrekpunt wordt genomen. Diverse factoren dragen bij aan deze diversiteit, waaronder verstandelijke beperkingen, gedragsstoornissen, verschillende gezinssamenstellingen, leerproblemen, fysische beperkingen en leerlingen met een andere moedertaal [11](#page=11).
> **Tip:** Het begrijpen van de geschiedenis van inclusie kan helpen om het concept van UDL beter te plaatsen [11](#page=11).
### 2.3 UDL: Kernvragen en pijlers
UDL stelt drie centrale vragen en is gebaseerd op drie pijlers [18](#page=18) [20](#page=20):
1. **Multiple means of representation:** het aanbieden van informatie op verschillende manieren [18](#page=18).
2. **Multiple means of action and expression:** het bieden van diverse mogelijkheden voor leerlingen om hun kennis en vaardigheden te tonen [18](#page=18).
3. **Multiple means of engagement:** het stimuleren van betrokkenheid en motivatie op verschillende manieren [18](#page=18).
### 2.4 UDL toegepast in de kleuterklas
UDL kan effectief worden toegepast in de kleuterklas, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van jonge leerlingen.
#### 2.4.1 Voorbeelden van UDL in de praktijk
* **Aanpak van concentratieproblemen en geluid:** Wanneer een kleuter zoals Sam moeite heeft met concentratie door geluid (bv. schuivende stoelen), kan een aanpassing zoals zachte doppen onder de stoelpoten een oplossing bieden. Dit initiële doel om Sam te helpen, resulteert in een rustigere omgeving waar alle kinderen baat bij hebben [21](#page=21).
* **Creëren van een prikkelarme hoek:** Voor kleuters zoals Ruben, die snel overprikkeld raken en behoefte hebben aan rust, kan een prikkelarme hoek worden ingericht. Kinderen die behoefte hebben aan een moment van rust, kunnen hier terecht [22](#page=22).
* **Flexibele invulling van een klasactiviteit:** Juf Sien organiseert een "Kom eens kijken in onze klas!"-namiddag. In plaats van een "grote oudernamiddag", nodigt ze de kleuters uit om personen uit hun leefwereld uit te nodigen. Door de doelgroep te verruimen (bv. tantes, nonkels, buren in plaats van enkel grootouders), houdt ze rekening met de diverse gezinssituaties van de kleuters [23](#page=23).
#### 2.4.2 Eigenaarschap en voorbeelden
Het is belangrijk om eigenaarschap te geven aan leerlingen en dit te bespreken met ouders en de leerling zelf [24](#page=24).
> **Voorbeeld:** "Ik zie dat je de hoofdtelefoon dan gebruikt hebt en dan niet. Merkte je het verschil? Helpt het jou?" [24](#page=24).
UDL wordt als eerlijker beschouwd omdat het ook tegemoetkomt aan specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen zonder officiële diagnose of attest [24](#page=24).
---
# Zorgcontinuüm en leersteun in het onderwijs
Dit onderdeel verkent het zorgcontinuüm binnen het Vlaamse onderwijs en de betekenis daarvan, met specifieke aandacht voor het M-decreet en het decreet leersteun ter ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften [27](#page=27).
### 3.1 Het zorgcontinuüm
Het zorgcontinuüm binnen het onderwijs omvat de brede ondersteuning die leerlingen kunnen ontvangen, variërend van algemene zorg tot meer gespecialiseerde hulp. Dit concept is cruciaal om ervoor te zorgen dat elke leerling, ongeacht zijn of haar specifieke onderwijsbehoeften, de nodige ondersteuning krijgt om zich maximaal te kunnen ontplooien [25](#page=25).
### 3.2 M-decreet en decreet leersteun
Twee belangrijke decreten die het zorgcontinuüm binnen het Vlaamse onderwijs vormgeven, zijn het M-decreet en het decreet leersteun. Deze decreten werden geïntroduceerd om de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften te verbeteren en inclusiever onderwijs te bevorderen [27](#page=27).
#### 3.2.1 Het decreet leersteun
Het decreet leersteun, dat van kracht is vanaf 1 september 2023, is gericht op het bieden van ondersteuning op verschillende niveaus: het leerlingenniveau, het leerkrachtenniveau en het schoolniveau [28](#page=28).
**Doelstellingen van leersteun:**
* **Bevorderen van maximale ontplooiing:** Leersteun streeft ernaar dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hun potentieel volledig kunnen benutten binnen het gewoon onderwijs [28](#page=28).
* **Stimuleren van leerwinst:** Het decreet beoogt de academische vooruitgang van deze leerlingen te maximaliseren [28](#page=28).
* **Bevorderen van welbevinden:** Naast academische aspecten, richt leersteun zich ook op het psychisch en sociaal welzijn van de leerlingen [28](#page=28).
* **Vergroten van zelfredzaamheid:** Leerlingen worden aangemoedigd om onafhankelijker te worden in hun leerproces en dagelijkse schoolactiviteiten [28](#page=28).
* **Faciliteren van volwaardige participatie:** Het doel is om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften volledig te laten deelnemen aan het schoolleven, zowel academisch als sociaal [28](#page=28).
**Versterken van competenties van leraren en schoolteams:**
Het decreet leersteun heeft ook tot doel de competenties van leraren en schoolteams in scholen voor gewoon onderwijs te versterken. Dit omvat:
* Het beter begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften [28](#page=28).
* Het creëren van een inclusieve klaspraktijk die rekening houdt met de diversiteit aan leerbehoeften [28](#page=28).
* Het bevorderen van een inclusieve schoolcultuur waarin elke leerling zich welkom en gewaardeerd voelt [28](#page=28).
#### 3.2.2 Zorg in het basisonderwijs
Het basisonderwijs (bao), dat zowel kleuter- als lager onderwijs omvat, is een belangrijke context waarin zorg en ondersteuning worden geboden. Ook het buitengewoon basisonderwijs (bubao) valt hieronder en biedt gespecialiseerde zorg [26](#page=26).
**Uitdagingen en realiteiten:**
Ondanks de inspanningen via deze decreten, blijven er uitdagingen bestaan in de praktijk. De realiteit toont soms aan dat er nog steeds leerlingen zijn die niet de nodige ondersteuning ontvangen of dat de implementatie van deze zorgmaatregelen niet altijd vlekkeloos verloopt [30](#page=30).
**Bronnen:**
* [26](#page=26) [31](#page=31).
* Kennes, A [32](#page=32).
* VRT nieuws [30](#page=30).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Basiscompetenties | De essentiële vaardigheden en kwaliteiten die een leerkracht moet bezitten om effectief te kunnen functioneren in zijn of haar rol, zoals begeleiden, opvoeden, inhoudelijk expert zijn en organiseren. |
| Universal Design for Learning (UDL) | Een onderwijsfilosofie die zich richt op het creëren van flexibele leeromgevingen die toegankelijk zijn voor alle leerlingen, ongeacht hun individuele behoeften of leerstijlen. Het doel is om barrières voor leren weg te nemen. |
| Inclusie | Het principe dat alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond of specifieke behoeften, welkom zijn en volledig kunnen participeren in het reguliere onderwijs, waarbij diversiteit als een norm wordt beschouwd. |
| Zorgcontinuüm | Een benadering in het onderwijs die de verschillende vormen van ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften omvat, van preventieve maatregelen tot meer intensieve begeleiding, geïntegreerd binnen het gewoon onderwijs. |
| Leersteun | Ondersteuning die wordt geboden aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften binnen het gewoon onderwijs, met als doel hun maximale ontplooiing, leerwinst, welbevinden en participatie te bevorderen. |
| Emancipatie | Het proces waarbij individuen of groepen worden bevrijd van beperkingen en worden gestimuleerd om hun volledige potentieel te ontwikkelen en zelfstandig te kunnen functioneren, zowel persoonlijk als maatschappelijk. |
| Pedagogische context | De totale omgeving en omstandigheden waarin onderwijs en opvoeding plaatsvinden, inclusief de culturele, sociale en emotionele aspecten die van invloed zijn op het leerproces en de ontwikkeling van kinderen. |
| Didactiek | De wetenschap en kunst van het onderwijzen, die zich bezighoudt met de methoden, strategieën en technieken die leraren gebruiken om leerlingen effectief te laten leren. |
| Attitudevorming | Het proces waarbij leerlingen attitudes ontwikkelen die gericht zijn op positieve maatschappelijke participatie, individuele ontplooiing en het omgaan met sociale en emotionele uitdagingen. |
| Leeromgeving | De fysieke en sociaal-emotionele ruimte waarin leerlingen leren, inclusief de materialen, activiteiten, interacties en structuren die het leerproces ondersteunen. |