Cover
Mulai sekarang gratis 25-26 Verkenning kleuteronderwijs - les 3.pdf
Summary
# Ouderbetrokkenheid en partnerschap in kleuteronderwijs
Dit onderwerp verkent het belang van ouderbetrokkenheid en de verschillende niveaus van participatie, met de nadruk op het creëren van een warm partnerschap tussen school en ouders, ondersteund door concrete kaders en definities [4](#page=4).
### 1.1 Het belang van ouderbetrokkenheid en participatie
Ouderbetrokkenheid heeft een positieve invloed op het welbevinden van kleuters en hun neiging om graag naar school te komen. Het draagt ook bij aan betere leerresultaten en ontwikkeling. Het is een misvatting dat er geen ouderbetrokkenheid is; ouders zijn altijd betrokken. Het stimuleren van ouderbetrokkenheid in het kleuteronderwijs kan leiden tot gemiddeld vijf maanden extra vooruitgang. Om onderwijsongelijkheid te vermijden, is het cruciaal om na te denken over hoe alle ouders betrokken kunnen worden. Gerichte stimulering van ouderbetrokkenheid bij specifieke gezinnen of met focus op specifieke resultaten, zoals taalvaardigheid, zorgt voor grotere leerwinst. Er is een positief effect vastgesteld op zowel taal- als rekenvaardigheid bij kleuters. De effectiviteit van verschillende aanpakken varieert [10](#page=10) [8](#page=8).
Ouderbetrokkenheid is geen eenrichtingsverkeer waarbij ouders enkel "ingezet" worden om taken uit te voeren. Het gaat verder dan enkel oudercontacten, feesten of hulp bij huiswerk [11](#page=11).
**Definitie van ouderbetrokkenheid:**
School en ouders werken effectief en efficiënt samen om de leerling steeds meer verantwoordelijkheid over zijn eigen ontwikkeling te geven, gericht op het vergroten van kennis en sociale vaardigheden om hem tot een zelfverantwoordelijke burger te vormen [12](#page=12).
#### 1.1.1 Ouder-schoolpartnerschap
Ouderbetrokkenheid stoelt op een warm partnerschap, wat leidt tot de nieuwere term "ouder-schoolpartnerschap". Een warm partnerschap kenmerkt zich door wederkerigheid. Leraren worden gezien als onderwijsprofessionals en iedereen wordt beschouwd als een expert met een gemeenschappelijk doel: de maximale ontplooiing van het kind. Ouders worden erkend als ervaringsdeskundigen die hun kind het beste kennen. De hoofdvraag hierbij is hoe de school hen kan herkennen, erkennen en valideren in hun ouderrol, en van daaruit een partnerschap kan uitbouwen [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15).
#### 1.1.2 Vertrouwen als basis
Vertrouwen is de fundamentele basis voor ouder-schoolpartnerschap [16](#page=16).
#### 1.1.3 Wat vergt dit van een leerkracht?
Van een leerkracht wordt een warme, open, empathische houding verwacht, vanuit een bereidheid om veel met elkaar te praten en vooral ook naar elkaar te luisteren. Leerkrachten moeten werken aan hun eigen beroepshouding naar ouders toe, door middel van zelfreflectie in te zien dat veel gedrag van ouders een gevolg is van hun eigen gedrag en vooroordelen te vermijden. Bepaalde beroepskennis met betrekking tot de omgang met ouders is essentieel, zoals kennis van psychologische processen en hoe een acceptatieproces bij ouders verloopt wanneer er iets is met hun kind, en wat de loyaliteit tussen een kind en zijn ouders betekent voor de relatie tussen de leerkracht, het kind en de ouders [17](#page=17).
##### 1.1.3.1 Loyaliteit en partijdigheid
Loyaliteit kan worden uitgelegd als "trouw zijn aan", "voor elkaar opkomen" en "elkaar niet in de steek laten" [19](#page=19).
Er worden twee vormen van loyaliteit onderscheiden:
* **Verticale loyaliteit:** Dit is de meest sterke vorm van loyaliteit, ook wel 'existentiële loyaliteit' genoemd. Deze ontstaat tussen ouders/voogd en kind. Een kind dankt zijn bestaan aan zijn ouders, en ouders zijn verantwoordelijk voor het kind. Het is voor kinderen onmogelijk om emotioneel de banden met de ouders volledig te verbreken [20](#page=20).
* **Horizontale loyaliteit:** Dit is een minder sterke vorm van loyaliteit die ontstaat buiten het kerngezin en niets te maken heeft met de 'ontstaansgeschiedenis' van iemand. Het zijn gekozen relaties, zoals de verbondenheid tussen vrienden, collega's of partners [20](#page=20).
##### 1.1.3.2 Meervoudige of meerzijdige partijdigheid
Dit houdt in dat men min of meer aan ieders zijde staat zonder zich tegenover een ander op te stellen. Het is geen eenvoudige opdracht en vraagt veel nauwkeurigheid, vergaande communicatieve vaardigheden en een grote portie zelfbewustzijn. Het doel is om beide ouders tot elkaar te brengen door te blijven in de gemeenschappelijkheid van beiden: het belang van het kind. Dit is het uitgangspunt in communicatie [21](#page=21).
### 1.2 Kaders voor ouderbetrokkenheid
Er zijn drie kaders om rond ouderbetrokkenheid te werken. Extra informatie hierover is te vinden op Toledo [22](#page=22).
#### 1.2.1 Kader 1: De 12 leefsleutels
Dit kader wordt besproken via de website "WARM PARTNERSCHAP MET OUDERS" (warmpartnerschapmetouders.weebly.com). In groepjes van vier tot vijf personen worden de sleutels besproken [23](#page=23).
#### 1.2.2 Kader 2: Het participatiehuis
Dit kader onderscheidt verschillende niveaus van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie. Ouderbetrokkenheid bevindt zich op het individuele niveau. Ouderparticipatie ontstaat wanneer ouders deze betrokkenheid vertalen in concreet engagement voor de school [24](#page=24).
De niveaus binnen het participatiehuis zijn:
* **Meeleven:** Zowel het meeleven met de ervaringen van hun kind op school, als dat de school meeleeft met de ervaringen van een kind thuis [26](#page=26).
* **Meehelpen:** Het verlenen van hulp door ouders aan hun kind in verband met schoolwerk, hulp van ouders aan de school, en hulp van de school aan het gezin [26](#page=26).
* **Meeweten:** Ouders weten waarmee hun kind bezig is op school en hoe de school werkt [26](#page=26).
* **Meedenken:** Ouders hebben een adviserende inbreng in de ontwikkeling van een project, de schoolorganisatie, het beleid of het reglement van de school [26](#page=26).
* **Meebepalen:** Ouders beslissen mee over bepaalde zaken samen met de school [26](#page=26).
> **Tip:** Voor de praktijkdag kan de mentor bevraagd worden over de manier waarop de school met ouders samenwerkt. Probeer dit te plaatsen in het participatiehuis en zoek naar verbanden met kenmerken uit de betrokkenheidsboom [31](#page=31).
#### 1.2.3 Kader 3: De betrokkenheidsboom
Dit kader wordt ook wel de "partnerschapsdriehoek" genoemd en gebruikt de metafoor van een boom. De betrokkenheidsboom omvat de volgende aspecten [27](#page=27):
* **Thuisbetrokkenheid** [28](#page=28).
* **Schoolbetrokkenheid** [29](#page=29).
* **Ouderparticipatie** [30](#page=30).
### 1.3 Reflectie en toepassing
De student kan de volgende aspecten toepassen [4](#page=4):
* Ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en ouder-schoolpartnerschap met eigen woorden uitleggen [4](#page=4).
* Het belang van een warm partnerschap verwoorden en linken aan de drie kaders voor ouder-schoolpartnerschap [4](#page=4).
* Het participatiehuis toepassen met verschillende voorbeelden [4](#page=4).
* Aangeven wat de leerkracht doet en wat als meerwaarde kan zijn binnen zijn rol als lid van het schoolteam en partner van externen, met voorbeelden [4](#page=4).
Leerkrachten gaan discreet om met de gegevens van kinderen. Ze verstrekken informatie en advies over een kind op school, gebaseerd op overleg met ouders, collega's of verzorgers. In overleg met het team, ouders of verzorgers informeren ze over en betrekken ze bij het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders. Leerkrachten gaan in dialoog met ouders over opvoeding en onderwijs. Ze communiceren met ouders met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties [6](#page=6).
**Interessant extra materiaal:** [https://cdn.klasse.be/wp/wp-content/uploads/2018/08/KenP_Zelfscan4_ouderbetrokkenheid-1.pdf](https://cdn.klasse.be/wp/wp-content/uploads/2018/08/KenP_Zelfscan4_ouderbetrokkenheid-1.pdf) [32](#page=32). --- # De leraar als lid van het schoolteam en partner van externen Dit deel behandelt de rol van de leraar als integraal onderdeel van een schoolteam, inclusief samenwerking en taakverdeling, en de cruciale interactie met externe partijen [33](#page=33). ### 7.1 De leraar als lid van een schoolteam De leraar functioneert als een actief lid van het schoolteam, waarbij samenwerking centraal staat. Dit omvat het afspreken en naleven van taakverdelingen binnen het team. Daarnaast wordt van leraren verwacht dat zij meedenken over de algemene gang van zaken op school en reflecteren op hun eigen pedagogische en didactische benaderingen [34](#page=34). > **Tip:** Effectieve samenwerking in een schoolteam vereist duidelijke communicatie, wederzijds respect en een gedeeld commitment aan de schoolvisie. **Activiteit ter verdieping:** Om de samenwerking binnen het lerarenteam te onderzoeken, kan een duo-activiteit worden uitgevoerd. Hierbij leest elke partner een verschillend artikel en vervolgens wisselen zij informatie uit over de inzichten die de artikelen bieden over het samenwerken onder leraren en de persoonlijke leerpunten [35](#page=35). ### 7.2 De leraar als partner van externen Naast de interne samenwerking is de leraar ook een belangrijke schakel met externe partijen. Het leggen van contacten en het onderhouden van samenwerking met externen zijn essentiële onderdelen van de rol. De aard van de gesprekken die de leraar voert, dient aangepast te worden aan de specifieke klas- en schoolcontext [36](#page=36). > **Tip:** Het proactief identificeren en benaderen van relevante externe partners kan de leerervaringen van leerlingen verrijken en de school beter verankeren in de lokale gemeenschap. **Onderzoeksopdracht:** Een concrete opdracht om deze samenwerking te verkennen, is het onderzoeken van de lokale omgeving van de school. Hierbij wordt nagegaan welke instanties of organisaties er in de buurt zijn en met welke van deze externen de school (en dus de leerkracht) reeds samenwerkt [38](#page=38). Net als bij de samenwerking binnen het schoolteam, kan ook voor de samenwerking met externen een duo-activiteit worden ingezet om inzichten te verzamelen en te delen [37](#page=37). --- # Praktijkdag en professionele houding van de student Dit onderdeel beschrijft de voorbereiding, uitvoering en de professionele vereisten tijdens praktijkdagen, met de nadruk op observatie en interactie met de mentor en de omgeving [40](#page=40). ### 3.1 Voorbereiding van de praktijkdag Een grondige voorbereiding is essentieel voor een succesvolle praktijkdag. De student dient de "praktijkgids" te raadplegen voor de voorbereiding [41](#page=41) [45](#page=45). #### 3.1.1 Werkzaamheden vooraf * **StageMap controleren:** De stageMap moet in orde zijn en volgens de voorgeschreven structuur zijn opgesteld. De eerste stagedag moet de stageMap worden voorgelegd aan de mentor [46](#page=46). * **Feedbackboekje:** Het feedbackboekje dient op de eerste stagedag 's ochtends te worden afgegeven, met een korte toelichting [46](#page=46). * **Weekplanning:** De weekplanning moet duidelijk zijn [46](#page=46). * **Inventarisatie van afspraken en gebruiken:** Maak een oplijsting van belangrijke afspraken en gebruiken in de klas [46](#page=46). * **Vragen voorbereiden:** Stel vragen op en noteer de antwoorden die hierop volgen [46](#page=46). > **Tip:** Een voorbereid persoon is twee keer zo waardevol [45](#page=45). ### 3.2 Uitvoering van de praktijkdag De praktijkdag omvat observatie, interactie en het noteren van relevante informatie. #### 3.2.1 Observatie * **Taken van de kleuterleerkracht:** De student observeert en noteert de handelingen van de klasleerkracht, van het begin tot het einde van de schooldag. Voorbeelden van deze handelingen zijn: maaltijden opnemen, heen- en weerschriftjes invullen, kinderen welkom heten, verhalen vertellen, kinderen helpen met kleding, individuele aanmoedigingen, meespelen, hoekenwerk voorstellen en opruimen organiseren [42](#page=42). * **Observeren naast het zichtbare:** De student gaat in gesprek met de mentor over wat hij/zij naast de direct observeerbare taken nog meer doet, aan de hand van een leidraad. Dit gesprek vindt bij voorkeur plaats tijdens de laatste speeltijd [42](#page=42). * **Weekrooster:** De student maakt een weekrooster met uren waarin alle activiteiten en routines van de klas worden vermeld [42](#page=42). * **Geplande activiteiten:** Daarnaast maakt de student een oplijsting van alle geplande schoolactiviteiten en buitenschoolse activiteiten voor de kleuters [42](#page=42). #### 3.2.2 Interactie met de mentor * **Communicatie:** De student stuurt vóór de eerste praktijkdag een e-mail naar de mentor om zich voor te stellen. Hierin worden afspraken gemaakt over de communicatiewijze; de student belt of sms't niet zomaar naar de mentor of andere betrokkenen [43](#page=43). * **Gesprek met mentor:** Naast het observeren gaat de student in gesprek met de mentor over zijn/haar taken [42](#page=42). * **Afspraken maken:** Op de eerste praktijkdag gaat de student langs bij de directie en maakt direct een afspraak voor praktijkdag 3 (25 november) voor een interview [43](#page=43). * **Vragen stellen:** Stel vragen en noteer de antwoorden tijdens de praktijkdag [46](#page=46). #### 3.2.3 Verwerking van de informatie De verzamelde informatie over de hoofdtaken van een kleuterleerkracht wordt meegenomen naar de les "Verkenning kleuteronderwijs". Daar worden deze taken gekoppeld aan de 10 basiscompetenties, wat de student inzicht geeft in zijn/haar ontwikkelingsgroei binnen de opleiding. De rol van de leerkracht wordt hierbij omschreven als een "duizendpoot" [42](#page=42). ### 3.3 Professionele houding van de student Attitudes zijn een cruciaal aspect van de praktijkdagen [43](#page=43). #### 3.3.1 Waardering en Respect * **Waarderende houding:** De student toont een waarderende houding ten opzichte van de mentor en de directie voor de geboden kansen om praktijkdagen te lopen [43](#page=43). * **Respect voor regels:** De student houdt zich aan schooleigen afspraken betreffende kledij, gsm-gebruik en het drinken van water tijdens de les. De gewoontes van de klas en de school worden gerespecteerd [44](#page=44). #### 3.3.2 Zelfstandigheid en Verantwoordelijkheid * **Oudercontact:** Ouders en andere familieleden nemen geen contact op met de stageschool. De student neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich om de school te informeren, feedback te vragen en te reageren [43](#page=43). * **Voorbereiding en aanwezigheid:** De student is tijdig aanwezig op school en degelijk voorbereid [43](#page=43). #### 3.3.3 Verzorgd voorkomen en taalgebruik * **Verzorgde houding:** Een verzorgde houding en een net voorkomen van de student zijn vereist [44](#page=44). * **Standaardnederlands:** Binnen de schoolmuren wordt Standaardnederlands gesproken. Een verzorgd taalgebruik is een vereiste, zowel in het bijzijn van kinderen als in dialogen met ouders en mentoren [44](#page=44). #### 3.3.4 Discretie * **Omgang met informatie:** De student gaat discreet om met wat hij/zij hoort en ziet in de klas of op school [44](#page=44). --- ## Veelgemaakte fouten om te vermijden - Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens - Let op formules en belangrijke definities - Oefen met de voorbeelden in elke sectie - Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
**Interessant extra materiaal:** [https://cdn.klasse.be/wp/wp-content/uploads/2018/08/KenP_Zelfscan4_ouderbetrokkenheid-1.pdf](https://cdn.klasse.be/wp/wp-content/uploads/2018/08/KenP_Zelfscan4_ouderbetrokkenheid-1.pdf) [32](#page=32). --- # De leraar als lid van het schoolteam en partner van externen Dit deel behandelt de rol van de leraar als integraal onderdeel van een schoolteam, inclusief samenwerking en taakverdeling, en de cruciale interactie met externe partijen [33](#page=33). ### 7.1 De leraar als lid van een schoolteam De leraar functioneert als een actief lid van het schoolteam, waarbij samenwerking centraal staat. Dit omvat het afspreken en naleven van taakverdelingen binnen het team. Daarnaast wordt van leraren verwacht dat zij meedenken over de algemene gang van zaken op school en reflecteren op hun eigen pedagogische en didactische benaderingen [34](#page=34). > **Tip:** Effectieve samenwerking in een schoolteam vereist duidelijke communicatie, wederzijds respect en een gedeeld commitment aan de schoolvisie. **Activiteit ter verdieping:** Om de samenwerking binnen het lerarenteam te onderzoeken, kan een duo-activiteit worden uitgevoerd. Hierbij leest elke partner een verschillend artikel en vervolgens wisselen zij informatie uit over de inzichten die de artikelen bieden over het samenwerken onder leraren en de persoonlijke leerpunten [35](#page=35). ### 7.2 De leraar als partner van externen Naast de interne samenwerking is de leraar ook een belangrijke schakel met externe partijen. Het leggen van contacten en het onderhouden van samenwerking met externen zijn essentiële onderdelen van de rol. De aard van de gesprekken die de leraar voert, dient aangepast te worden aan de specifieke klas- en schoolcontext [36](#page=36). > **Tip:** Het proactief identificeren en benaderen van relevante externe partners kan de leerervaringen van leerlingen verrijken en de school beter verankeren in de lokale gemeenschap. **Onderzoeksopdracht:** Een concrete opdracht om deze samenwerking te verkennen, is het onderzoeken van de lokale omgeving van de school. Hierbij wordt nagegaan welke instanties of organisaties er in de buurt zijn en met welke van deze externen de school (en dus de leerkracht) reeds samenwerkt [38](#page=38). Net als bij de samenwerking binnen het schoolteam, kan ook voor de samenwerking met externen een duo-activiteit worden ingezet om inzichten te verzamelen en te delen [37](#page=37). --- # Praktijkdag en professionele houding van de student Dit onderdeel beschrijft de voorbereiding, uitvoering en de professionele vereisten tijdens praktijkdagen, met de nadruk op observatie en interactie met de mentor en de omgeving [40](#page=40). ### 3.1 Voorbereiding van de praktijkdag Een grondige voorbereiding is essentieel voor een succesvolle praktijkdag. De student dient de "praktijkgids" te raadplegen voor de voorbereiding [41](#page=41) [45](#page=45). #### 3.1.1 Werkzaamheden vooraf * **StageMap controleren:** De stageMap moet in orde zijn en volgens de voorgeschreven structuur zijn opgesteld. De eerste stagedag moet de stageMap worden voorgelegd aan de mentor [46](#page=46). * **Feedbackboekje:** Het feedbackboekje dient op de eerste stagedag 's ochtends te worden afgegeven, met een korte toelichting [46](#page=46). * **Weekplanning:** De weekplanning moet duidelijk zijn [46](#page=46). * **Inventarisatie van afspraken en gebruiken:** Maak een oplijsting van belangrijke afspraken en gebruiken in de klas [46](#page=46). * **Vragen voorbereiden:** Stel vragen op en noteer de antwoorden die hierop volgen [46](#page=46). > **Tip:** Een voorbereid persoon is twee keer zo waardevol [45](#page=45). ### 3.2 Uitvoering van de praktijkdag De praktijkdag omvat observatie, interactie en het noteren van relevante informatie. #### 3.2.1 Observatie * **Taken van de kleuterleerkracht:** De student observeert en noteert de handelingen van de klasleerkracht, van het begin tot het einde van de schooldag. Voorbeelden van deze handelingen zijn: maaltijden opnemen, heen- en weerschriftjes invullen, kinderen welkom heten, verhalen vertellen, kinderen helpen met kleding, individuele aanmoedigingen, meespelen, hoekenwerk voorstellen en opruimen organiseren [42](#page=42). * **Observeren naast het zichtbare:** De student gaat in gesprek met de mentor over wat hij/zij naast de direct observeerbare taken nog meer doet, aan de hand van een leidraad. Dit gesprek vindt bij voorkeur plaats tijdens de laatste speeltijd [42](#page=42). * **Weekrooster:** De student maakt een weekrooster met uren waarin alle activiteiten en routines van de klas worden vermeld [42](#page=42). * **Geplande activiteiten:** Daarnaast maakt de student een oplijsting van alle geplande schoolactiviteiten en buitenschoolse activiteiten voor de kleuters [42](#page=42). #### 3.2.2 Interactie met de mentor * **Communicatie:** De student stuurt vóór de eerste praktijkdag een e-mail naar de mentor om zich voor te stellen. Hierin worden afspraken gemaakt over de communicatiewijze; de student belt of sms't niet zomaar naar de mentor of andere betrokkenen [43](#page=43). * **Gesprek met mentor:** Naast het observeren gaat de student in gesprek met de mentor over zijn/haar taken [42](#page=42). * **Afspraken maken:** Op de eerste praktijkdag gaat de student langs bij de directie en maakt direct een afspraak voor praktijkdag 3 (25 november) voor een interview [43](#page=43). * **Vragen stellen:** Stel vragen en noteer de antwoorden tijdens de praktijkdag [46](#page=46). #### 3.2.3 Verwerking van de informatie De verzamelde informatie over de hoofdtaken van een kleuterleerkracht wordt meegenomen naar de les "Verkenning kleuteronderwijs". Daar worden deze taken gekoppeld aan de 10 basiscompetenties, wat de student inzicht geeft in zijn/haar ontwikkelingsgroei binnen de opleiding. De rol van de leerkracht wordt hierbij omschreven als een "duizendpoot" [42](#page=42). ### 3.3 Professionele houding van de student Attitudes zijn een cruciaal aspect van de praktijkdagen [43](#page=43). #### 3.3.1 Waardering en Respect * **Waarderende houding:** De student toont een waarderende houding ten opzichte van de mentor en de directie voor de geboden kansen om praktijkdagen te lopen [43](#page=43). * **Respect voor regels:** De student houdt zich aan schooleigen afspraken betreffende kledij, gsm-gebruik en het drinken van water tijdens de les. De gewoontes van de klas en de school worden gerespecteerd [44](#page=44). #### 3.3.2 Zelfstandigheid en Verantwoordelijkheid * **Oudercontact:** Ouders en andere familieleden nemen geen contact op met de stageschool. De student neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich om de school te informeren, feedback te vragen en te reageren [43](#page=43). * **Voorbereiding en aanwezigheid:** De student is tijdig aanwezig op school en degelijk voorbereid [43](#page=43). #### 3.3.3 Verzorgd voorkomen en taalgebruik * **Verzorgde houding:** Een verzorgde houding en een net voorkomen van de student zijn vereist [44](#page=44). * **Standaardnederlands:** Binnen de schoolmuren wordt Standaardnederlands gesproken. Een verzorgd taalgebruik is een vereiste, zowel in het bijzijn van kinderen als in dialogen met ouders en mentoren [44](#page=44). #### 3.3.4 Discretie * **Omgang met informatie:** De student gaat discreet om met wat hij/zij hoort en ziet in de klas of op school [44](#page=44). --- ## Veelgemaakte fouten om te vermijden - Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens - Let op formules en belangrijke definities - Oefen met de voorbeelden in elke sectie - Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ouderbetrokkenheid | Het actief meedoen van ouders in de educatieve omgeving van hun kinderen, wat zowel de academische prestaties als het welzijn kan bevorderen. |
| Ouderparticipatie | De vertaling van ouderbetrokkenheid naar concreet engagement en deelname aan activiteiten of beslissingen binnen de schoolcontext. |
| Ouder-schoolpartnerschap | Een relatie tussen ouders en school gebaseerd op wederkerigheid, vertrouwen en een gemeenschappelijk doel: de maximale ontplooiing van het kind. |
| Warm partnerschap | Een vorm van samenwerking tussen school en ouders die gekenmerkt wordt door wederzijds respect, open communicatie en het erkennen van elkaars expertise en rol. |
| Participatiehuis | Een model dat verschillende niveaus van ouderbetrokkenheid en participatie visualiseert, gaande van meeleven tot meebepalen. |
| Meebepalen | Het hoogste niveau van participatie binnen het participatiehuis, waarbij ouders samen met de school beslissingen nemen over bepaalde zaken. |
| Loyaliteit | Een emotionele band en trouw aan personen of groepen, die kan variëren in sterkte en vorm, zoals verticale loyaliteit (ouders-kind) en horizontale loyaliteit (andere relaties). |
| Verticale loyaliteit | De sterke, existentiële loyaliteit die bestaat tussen ouders/voogd en kind, gebaseerd op de oorsprong van bestaan en wederzijdse verantwoordelijkheid. |
| Meervoudige of meerzijdige partijdigheid | Een neutrale houding waarbij men probeert aan beide zijden te staan zonder zich tegenover de ander op te stellen, met het belang van het kind als uitgangspunt. |
| Schoolteam | De groep professionals werkzaam op een school, waaronder leraren en directie, die samenwerken aan het pedagogisch en didactisch beleid en de schoolorganisatie. |
| Externe | Personen of instanties buiten de school die een rol kunnen spelen in de educatie en ontwikkeling van leerlingen, zoals organisaties of hulpverleners. |
| Jobshadowing | Een vorm van leren waarbij een student een ervaren professional volgt tijdens het werk om diens taken, werkwijzen en dagelijkse routines te observeren en te begrijpen. |
| Leidraad | Een document of lijst met vragen en onderwerpen die als gids dient tijdens een interview of gesprek om specifieke informatie te verzamelen. |
| Weekrooster | Een planning die de dagelijkse activiteiten, routines en lessen binnen een klas of school over een week heen weergeeft, vaak inclusief tijdsindicaties. |
| Basiscompetenties | Essentiële vaardigheden en kennisgebieden die een student in de opleiding ontwikkelt en die cruciaal zijn voor de uitoefening van het beroep. |