Cover
Mulai sekarang gratis 35. Crisis- en organisatiehulp.pdf
Summary
# Organisatiehulp en eerstehulpverlening
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de essentiële aspecten van organisatiehulp en eerstehulpverlening binnen een onderneming, met nadruk op de wettelijke vereisten, risicoanalyses, benodigde middelen en de opleiding van hulpverleners.
## 1. Organisatiehulp
### 1.1 Inleiding en wettelijk kader
Preventiemaatregelen binnen een onderneming kunnen gericht zijn op diverse aspecten om de veiligheid en gezondheid van werknemers te waarborgen. Deze maatregelen omvatten de organisatie van de onderneming zelf, de inrichting van arbeidsplaatsen, het ontwerp van werkposten, de keuze en het gebruik van arbeidsmiddelen (AM's) en chemicaliën, en de bescherming tegen chemische, biologische en fysische risico's. De preventiestrategie kent drie niveaus: primair (gevaren elimineren), secundair (schade voorkomen) en tertiair (schade beperken) [5](#page=5) [6](#page=6).
Daarnaast omvatten preventiemaatregelen het juiste gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (CBM's) en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's), de toepassing van signalisatie voor veiligheid en gezondheid (V&G-signalisatie), gezondheidstoezichten, het aanpakken van psychosociale belasting, het onthaal en de vorming van personeel, de coördinatie van de arbeidsplaats en het opstellen van noodprocedures [6](#page=6).
Het wettelijk kader voor organisatiehulp is vastgelegd in verschillende delen van de Codex: Boek I Titel 2 Hoofdstuk V, Boek I Titel 5, Boek I Titel 6 en Boek III Titel 3 [7](#page=7).
### 1.2 Eerste hulp bij medische problemen en brand
Het hoofddoel van eerstehulpverlening is het zo spoedig mogelijk verstrekken van eerste hulp, het regelen van vervoer indien nodig, en het leggen van contact met externe hulpverlening, redding of verzorgingsinstellingen [10](#page=10).
#### 1.2.1 Verplichtingen van de werkgever
De werkgever heeft specifieke verplichtingen op het gebied van organisatiehulp, in samenwerking met de diensten Preventie en Bescherming op het Werk (PBW) en het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). Deze verplichtingen omvatten [11](#page=11):
* Het uitwerken van procedures [11](#page=11).
* Het bepalen van de nodige middelen voor organisatiehulp [11](#page=11).
* Het bepalen van het aantal interne hulpverleners [11](#page=11).
* Het bepalen van de competenties van hulpverleners, gebaseerd op specifieke bedrijfsrisico's [11](#page=11).
Bij het bepalen van deze zaken moet rekening gehouden worden met de aard van de activiteiten, de resultaten van de risicoanalyse (RA) en specifieke risico's eigen aan bepaalde groepen werknemers [11](#page=11).
#### 1.2.2 Risicoanalyse als basis voor organisatiehulp
Een risicoanalyse is cruciaal voor het effectief organiseren van hulp. Het proces omvat het beantwoorden van de volgende vragen [12](#page=12):
* Wat kan er misgaan?
* Wat is de kans dat dit gebeurt?
* Wat zijn de mogelijke gevolgen (letsel/aandoening)?
* Welke incidenten en ongevallen zijn er reeds voorgevallen?
* Wat is er uit deze incidenten geleerd met betrekking tot eerstehulpverlening (EHBO)?
**Voorbeelden van mogelijke risico's en gevolgen per activiteit:**
| Activiteit | Wat kan er misgaan? | Mogelijke gevolgen (letsel/aandoening) | Voorzieningen |
| :------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | :--------------------------------------------- | :------------------------------------------------ |
| Montagewerkzaamheden | Snijwonden, stoten, beknelling, struikelen, vallen, oogletsel, elektrocutie, contact met gevaarlijke producten | - | - |
| Opslag en vervoer | Aanrijdingen, beknelling, vallende last, oogletsel | - | - |
| Labo's | Beperkt gebruik van gevaarlijke producten, elektrocutie | - | - |
| Kantooractiviteiten | Struikelen, stoten, aanrijdingen door interne verplaatsingen | - | - |
| Onderhoudswerkzaamheden | Snijwonden, stoten, beknelling, struikelen, vallen van hoogte, oogletsel, elektrocutie, gebruik gevaarlijke producten | - | - |
| Bereiden van maaltijden | Stoten, brandwonden, snijwonden | - | - |
| Manueel hanteren van lasten | Overbelasting, geen comfortabele werkhouding | Spier- of peesscheur, fractuur, acute lumbago | Verzorgingslokaal?, Cold pack |
| Val uit de hoogte | Uitschuiven, struikelen | Spier- of peesscheur, fractuur, ontwrichtingen, kneuzingen, wonden, hersenschudding | Houding?, Verzorgingslokaal?, Cold pack, Wondverzorgingsmateriaal |
| Elektriciteit | Contact met elektriciteit | Shock, verbranding, bewustzijnsverlies, hartproblemen | Nooddouche, AED?, Houding?, Specifieke opleiding hulpverlener? |
Elke werkpost moet geanalyseerd worden op mogelijke risico's zoals snijwonden, stoten, beknelling, struikelen, vallen, oogletsel, elektrocutie, contact met gevaarlijke producten, brandwonden, etc. [15](#page=15).
#### 1.2.3 Beschikbaarheid van voorzieningen en materiaal
De risicoanalyse moet ook leiden tot de bepaling welke voorzieningen en materialen beschikbaar moeten zijn en of deze daadwerkelijk aanwezig zijn [16](#page=16).
> **Tip:** Een concrete risicoanalyse op werkpostniveau helpt om te identificeren welke specifieke EHBO-middelen ontbreken (bv. "Cold pack" of water in het EHBO-lokaal) en waar tekortkomingen zijn in de voorzieningen.
### 1.3 Procedures
Het opstellen van duidelijke procedures is essentieel voor een effectieve organisatiehulp. Belangrijke procedures betreffen [17](#page=17):
* **Bedrijfsinterne communicatie:** Wat te doen bij een ongeval of wanneer iemand zich onwel voelt? Wie doet wat? Lijst van hulpverleners.
* **Regeling vervoer:** Naar de dokter of het ziekenhuis? Wie vervoert het slachtoffer?
* **Werken op verplaatsing:** Wie is ter plaatse? Wie doet wat?
* **Ondersteuning bij schokkende gebeurtenissen:** Betrekken van de dienst Psychosociale Belasting op het Werk (EDPBW).
* **Contacten externe hulpdiensten:** Is de lijst met contactgegevens uitgehangen?
### 1.4 Noodzakelijke middelen
De onderneming moet beschikken over elementaire middelen voor eerstehulpverlening. Dit omvat [18](#page=18):
#### 1.4.1 Verzorgingslokaal
Een verzorgingslokaal is verplicht in A/B/C-ondernemingen, tenzij de risicoanalyse anders uitwijst. Het moet voldoen aan volgende criteria [19](#page=19):
* Bevat eerstehulpmateriaal, meubilair en andere middelen [19](#page=19).
* Voldoende ruim, veilig en hygiënisch (goed onderhouden) [19](#page=19).
* Voorzien van koud en warm stromend water [19](#page=19).
* Voldoende verlicht, verlucht en verwarmd [19](#page=19).
* Toegangswegen moeten vrijgehouden zijn en doorgang voor een draagberrie moet mogelijk zijn [19](#page=19).
* Voorzien van een pictogram [19](#page=19).
* Bevat een eerstehulpregister [19](#page=19).
* Hangt eerstehulpinstructies en veiligheidsinformatiebladen op [19](#page=19).
* Voorzien van een telefoon met buitenlijn [19](#page=19).
#### 1.4.2 Ander materiaal
Aanvullend materiaal kan nodig zijn, afhankelijk van de risicoanalyse [20](#page=20) [21](#page=21) [22](#page=22):
* **Nooddouche:** Vereist bij risico op verbranding door chemische producten of bij vrijkomen van bijtende producten [20](#page=20).
* **Oogspoelvoorzieningen en uitrusting voor neutralisering chemische brandwonden:** Essentieel bij blootstelling aan schadelijke stoffen [21](#page=21).
* **Automatische Externe Defibrillator (AED):** Wordt aanbevolen [22](#page=22).
* **Draagberrie/draagstoel:** Verplicht bij herhaald of groot gevaar om te vallen (bv. werven) en in industriële ondernemingen met minstens 100 gelijktijdig tewerkgestelde personen [22](#page=22).
#### 1.4.3 Pictogrammen en bereikbaarheid
Het verzorgingslokaal en andere EHBO-voorzieningen moeten duidelijk aangeduid zijn met pictogrammen en gemakkelijk bereikbaar zijn. Ook bedrijfswagens en werfketen moeten voorzien zijn van de nodige middelen. Het is belangrijk om de aanwezigheid van materieel regelmatig te controleren, met advies van de arbeidsarts [18](#page=18).
### 1.5 Aantal interne hulpverleners
De richtlijnen van Co-Prev (bij gelijktijdig aanwezige werknemers) bepalen het vereiste aantal hulpverleners op basis van het risiconiveau van de sector en het aantal werknemers [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25).
* **Groot risico (bv. bouw, scheikunde):**
* 1-19 werknemers: Minimaal 50% van de werknemers of minimaal 1 hulpverlener [23](#page=23).
* 20-499 werknemers: Minimaal 1 per begonnen schijf van 20 [23](#page=23).
* >500 werknemers: Minimaal 1 per begonnen schijf van 20, plus minimaal 1 verpleegkundige vanaf 200 werknemers, en minimaal 1 per begonnen schijf van 500 voor verpleegkundigen [23](#page=23).
* **Gemiddeld risico (bv. atelier, assemblage):**
* 1-19 werknemers: Minimaal 1 hulpverlener [24](#page=24).
* 20-499 werknemers: Minimaal 1 per begonnen schijf van 50 [24](#page=24).
* >500 werknemers: Minimaal 1 per begonnen schijf van 50, plus minimaal 1 verpleegkundige per begonnen schijf van 500 [24](#page=24).
* **Beperkt risico:**
* 1-19 werknemers: Minimaal 1 hulpverlener [25](#page=25).
* 20-499 werknemers: Minimaal 1 per begonnen schijf van 50 [25](#page=25).
* >500 werknemers: Minimaal 1 per begonnen schijf van 50, plus minimaal 1 verpleegkundige per begonnen schijf van 1000 [25](#page=25).
### 1.6 Opleiding van hulpverleners
#### 1.6.1 Aangeduid persoon
Een 'aangeduid persoon' vereist een initiatiecursus van 4 uur die algemene benaderingen (4 stappen), reanimatie (CPR) en stabiele zijligging, EHBO bij levensbedreigende situaties, en EHBO voor wondverzorging en de inhoud van een verbanddoos omvat. Herhaling is om de 3 jaar vereist [27](#page=27).
#### 1.6.2 Bedrijfshulpverleners
Bedrijfshulpverleners dienen een basisopleiding te volgen en jaarlijkse bijscholing te volgen van minimaal 4 uren. Een afwijking naar een bijscholing om de 2 jaar is mogelijk indien aangetoond kan worden met een risicoanalyse dat dit geen afbreuk doet aan de kennis en vaardigheden van de hulpverleners [28](#page=28).
### 1.7 Registratie van hulpverlening
Alle hulpverleningen of interventies dienen geregistreerd te worden. Deze registratie moet minimaal volgende gegevens bevatten [29](#page=29) [30](#page=30):
* Identiteit van de hulpverlener [29](#page=29).
* Identiteit van het slachtoffer (SO) [29](#page=29).
* Plaats, datum en tijdstip van het ongeval of onwel worden, alsook de omstandigheden [29](#page=29).
* Aard, datum en tijdstip van de verleende hulpverlening of interventie [29](#page=29).
* Identiteit van eventuele getuigen [29](#page=29).
Een registerformulier kan de volgende informatie bevatten: nummer interventie, datum, uur, naam slachtoffer, naam hulpverlener, plaats van interventie, aard van de kwetsuur, oorzaak van de kwetsuur, plaats van de kwetsuur, beschrijving van het ongeval of onwel worden, uitgevoerde eerste zorgen, gebruikte middelen, en namen van getuigen [30](#page=30).
---
# Brandpreventie en noodprocedures
Dit gedeelte behandelt de cruciale aspecten van brandpreventie, het beperken van brandschade, de rol van de brandbestrijdingsdienst, en de opzet van interne nood- en evacuatieplannen [32](#page=32) [34](#page=34).
### 2.1 Risicoanalyse
De risicoanalyse (RA) is verplicht en dient rekening te houden met diverse factoren:
* De aanwezigheid van brandstof, oxidatiemiddel en ontstekingsbronnen [33](#page=33).
* Arbeidsmiddelen, gebruikte stoffen, processen en hun interactie [33](#page=33).
* De aard van de activiteiten [33](#page=33).
* De grootte van de onderneming en de inrichting [33](#page=33).
* Het maximale aantal werknemers en andere aanwezige personen [33](#page=33).
* Specifieke risico's eigen aan bepaalde groepen [33](#page=33).
* De ligging en bestemming van lokalen [33](#page=33).
* De aanwezigheid van meerdere ondernemingen of inrichtingen op dezelfde arbeidsplaats [33](#page=33).
* Werkzaamheden uitgevoerd door externe ondernemingen [33](#page=33).
De analyse moet leiden tot het bepalen van waarschijnlijke scenario's en de omvang van de voorspelbare gevolgen. Een belangrijk kenmerk van de risicoanalyse is het dynamische karakter ervan [33](#page=33).
### 2.2 Preventiemaatregelen
Preventiemaatregelen zijn zowel materieel als organisatorisch en hebben als doel:
* Brand te voorkomen [34](#page=34).
* Veiligheid te verzekeren en de snelle evacuatie van alle aanwezige personen zonder hen in gevaar te brengen [34](#page=34).
* Elk begin van brand vlug en efficiënt te bestrijden om uitbreiding te vermijden [34](#page=34).
* Schadelijke gevolgen van een brand te beperken [34](#page=34).
* De tussenkomst van de openbare hulpdiensten te vergemakkelijken [34](#page=34).
#### 2.2.1 Maatregelen bij ontplofbare en brandbare stoffen
Bij het gebruik van ontplofbare stoffen, brandbare gassen of ontvlambare/zelfontvlammende vloeistoffen of vaste stoffen gelden specifieke maatregelen [35](#page=35):
* Beperking tot de noodzakelijk aanwezige hoeveelheid op de arbeidsplaats [35](#page=35).
* Correcte opslagwijze [35](#page=35).
* Respecteren van afstandsregels of isolering ten opzichte van elke ontstekingsbron [35](#page=35).
* Beheersen van de omstandigheden om zelfontbranding te voorkomen [35](#page=35).
* Afvalstoffen dienen, in afwachting van hun verwijdering, in passende veiligheidsrecipiënten met hermetische sluiting bewaard te worden [35](#page=35).
* Afvalstoffen moeten regelmatig verwijderd worden [35](#page=35).
#### 2.2.2 Rol van de brandbestrijdingsdienst (BBD)
De taken van de brandbestrijdingsdienst omvatten:
* Bewaken dat brandmelding gebeurt [36](#page=36).
* Gepast reageren op het waarschuwingssignaal [36](#page=36).
* Taken verrichten om elke beginnende brand te bestrijden [36](#page=36).
* In veiligheid brengen van personen in afwachting van de tussenkomst van de openbare hulpdiensten (evacuatie begeleiden) [36](#page=36).
* Maatregelen uitvoeren om openbare hulpdiensten in staat te stellen de onderneming te betreden en hen snel naar de plaats van het onheil te leiden [36](#page=36).
* Meewerken aan de risicoanalyse en de opmaak van het intern noodplan [36](#page=36).
* Signaleren van situaties die de evacuatie kunnen hinderen of een brand kunnen uitlokken [36](#page=36).
De omvang, bekwaamheden, opleidingen, verdeling van de BBD-werknemers en de nadere regels voor de uitvoering van hun taken worden bepaald door de aard van de activiteiten, het aantal aanwezige personen, het specifieke brandrisico, de te nemen preventiemaatregelen en de middelen van de openbare hulpdiensten. Indien nodig kan aanvullend beroep gedaan worden op personen die geen deel uitmaken van het personeel [37](#page=37).
#### 2.2.3 Bestrijden van beginnende branden
Bij het bestrijden van een beginnende brand is de keuze van beschermingsmiddelen cruciaal en moet rekening gehouden worden met:
* De inrichting van de arbeidsplaats en de daaraan verbonden risico's [39](#page=39).
* De eigenschappen van de aanwezige stoffen [39](#page=39).
* De risico's verbonden aan arbeidsprocessen en -middelen [39](#page=39).
* De kenmerken van de werknemers die beschermingsmiddelen moeten gebruiken [39](#page=39).
* Het maximale aantal personen op de arbeidsplaats [39](#page=39).
* De uitrusting en personeel van de openbare hulpdiensten alsook hun aanrijtijd [39](#page=39).
Niet-automatische beschermingsmiddelen moeten zichtbaar, gesignaleerd, bereikbaar en doelmatig zijn. Ze dienen gebruikt te worden volgens schriftelijke procedures in het "intern noodplan". Waarschuwings- en alarmsignalen moeten goed waarneembaar zijn en niet verward kunnen worden met andere signalen. Periodieke controle en onderhoud van deze middelen is vereist, minstens jaarlijks [39](#page=39).
#### 2.2.4 Beperken van schadelijke gevolgen
De constructie van het gebouw moet toelaten dat aanwezige personen de arbeidsplaats zonder gevaar kunnen verlaten en dat openbare hulpdiensten veilig kunnen optreden. Bij ontwerp en bouw wordt rekening gehouden met [40](#page=40):
* De stabiliteit van het gebouw en de structuur [40](#page=40).
* Het beperken van het ontstaan en verspreiden van vuur en rook [40](#page=40).
* Het vermijden van branduitbreiding naar aanpalende gebouwen [40](#page=40).
### 2.3 Documentatie
Er is specifieke documentatie vereist voor brandpreventie en noodprocedures [41](#page=41).
#### 2.3.1 Interventiedossier
Het interventiedossier heeft als doel de interventie van de openbare hulpdiensten te vergemakkelijken. De inhoud ervan omvat elementen uit het brandpreventiedossier, zoals [42](#page=42):
* Locaties van elektrische installaties [42](#page=42).
* Locatie en werking van afsluiters van gebruikte fluïda [42](#page=42).
* Locatie en werking van het ventilatiesysteem [42](#page=42).
* Locatie van de branddetectiecentrale [42](#page=42).
#### 2.3.2 Intern noodplan
Het intern noodplan is verplicht voor elke werkgever, gebaseerd op de risicoanalyse, en moet praktisch, realistisch en dynamisch zijn. Het plan is gesteund op procedures betreffende [43](#page=43):
* Informatie en instructies over noodmaatregelen [43](#page=43).
* Alarm- en communicatiesystemen [43](#page=43).
* Veiligheidsoefeningen [43](#page=43).
* Handelingen bij evacuatie en eerste hulp [43](#page=43).
* Middelen voor eerste verzorging [43](#page=43).
* Maatregelen ter voorkoming of beperking van posttraumatische stress [43](#page=43).
Schriftelijke procedures binnen het intern noodplan dienen te voorzien in taken van de BBD, evacuatie van personen en oefeningen, gebruik van beschermingsmiddelen, en informatie en opleiding van werknemers. Advies van de preventiedienst en het CPBW is vereist. De procedures moeten door het diensthoofd preventie en bescherming op het werk (PBW) "voor gezien" ondertekend zijn [44](#page=44).
#### 2.3.3 Brandpreventiedossier
Het brandpreventiedossier bevat:
* Resultaten van de risicoanalyse en de genomen preventiemaatregelen [45](#page=45).
* Organisatie van de brandbestrijdingsdienst [45](#page=45).
* Procedures van het "Intern noodplan" [45](#page=45).
* Het evacuatieplan [45](#page=45).
* Het interventiedossier [45](#page=45).
* Evaluaties van evacuatieoefeningen [45](#page=45).
* Een overzicht van beschermingsmiddelen: lijst en situering op een plan [45](#page=45).
* Data van controles en onderhoudsbeurten van beschermingsmiddelen, gas-, verwarmings-, airco- en elektrische installaties [45](#page=45).
* Een lijst van afwijkingen van artikel 52 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidswetgeving (ARAB) [45](#page=45).
* Adviezen van de preventiedienst, de arbeidsarts, het CPBW en de openbare hulpdiensten [45](#page=45).
* Informatie die op vraag van openbare hulpdiensten werd overgemaakt [45](#page=45).
Het brandpreventiedossier is dynamisch en moet ter beschikking gehouden worden van het CPBW, de overheid en de openbare hulpdiensten [45](#page=45).
### 2.4 Evacuatieplannen
Evacuatieplannen moeten aan de ingang van elk gebouw en per niveau aangebracht worden. De opmaak en wijzigingen ervan gebeuren in samenwerking met de preventiedienst en na advies van het CPBW. Een evacuatieplan omvat in het bijzonder [46](#page=46):
* De indeling en bestemming van de lokalen, en de situering van compartimentsgrenzen [46](#page=46).
* De ligging van lokalen met een verhoogd brandgevaar [46](#page=46).
* De ligging van uitgangen, nooduitgangen, verzamelplaatsen na evacuatie, en het tracé van de evacuatiewegen [46](#page=46).
De evacuatie van personen wordt georganiseerd overeenkomstig de schriftelijke procedures van het "intern noodplan" [46](#page=46).
#### 2.4.1 Vereisten voor evacuatiewegen en -uitgangen
Het aantal evacuatiewegen, uitgangen en nooduitgangen, hun verspreiding en afmetingen moeten in functie staan van het gebruik, de inrichting, de afmetingen van de arbeidsplaats en het maximum aantal aanwezige personen [47](#page=47).
* Evacuatiewegen, uitgangen en nooduitgangen moeten zo rechtstreeks mogelijk op een veilige plaats uitkomen [47](#page=47).
* Ze moeten uitgerust zijn met veiligheidsverlichting en gepaste signalisatie [47](#page=47).
* Evacuatiewegen, uitgangen, nooduitgangen en de toegangswegen daartoe moeten vrij gehouden worden [47](#page=47).
* Nooddeuren moeten openen in de richting van de evacuatie, mogen geen schuif- of draaideuren zijn, moeten gemakkelijk en onmiddellijk in geval van nood geopend kunnen worden, en mogen niet op slot zijn [47](#page=47).
* Ook deuren op het traject van de evacuatiewegen en deuren in de uitgangen van het gebouw vallen onder specifieke regels [47](#page=47).
---
# Crises en noodsituaties: beheer en coördinatie
Dit onderwerp verkent de terminologie rond crises en noodsituaties, de beheerstructuren in België, de betrokken disciplines en de coördinatie op operationeel en beleidsniveau.
### 3.1 Terminologie
#### 3.1.1 Crisis
Een crisis wordt gedefinieerd als elke gebeurtenis die vanwege haar aard of gevolgen:
* De vitale belangen van het land of de essentiële behoeften van de bevolking bedreigt [53](#page=53).
* Een dringende besluitvorming vereist [53](#page=53).
* De gecoördineerde inzet van verscheidene departementen en organismen vergt [53](#page=53).
Alternatief kan een crisis worden beschouwd als een potentiële situatie van hoge complexiteit, onzekerheid en tijdsdruk die organisatie en coördinatie vereist om de situatie terug te brengen naar de normale toestand [53](#page=53).
#### 3.1.2 Noodsituatie
Een noodsituatie is elke gebeurtenis die schadelijke gevolgen voor het maatschappelijk leven veroorzaakt of kan veroorzaken. Dit omvat [54](#page=54):
* Een ernstige verstoring van de openbare veiligheid [54](#page=54).
* Een ernstige bedreiging voor het leven of de gezondheid van personen en/of voor belangrijke materiële belangen [54](#page=54).
Bij een noodsituatie is de coördinatie van disciplines vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken [54](#page=54).
#### 3.1.3 Kenmerken van een noodsituatie
Noodsituaties, die de veiligheid van mens en natuur in gevaar brengen, vertonen diverse kenmerken [55](#page=55):
* **Onverwachts karakter:** Ze ontstaan vaak onverwacht (bv. Pukkelpop, terroristische aanslag, grieppandemie) [55](#page=55).
* **Nefast verschijnsel:** Ze manifesteren zich als een ongunstig fenomeen met een aanzienlijk aantal slachtoffers, hoge materiële schade of ernstige milieuschade (bv. Tsjernobyl) [55](#page=55).
* **Complexe gebeurtenis:** Het zijn specifieke contexten die kunnen leiden tot risicovolle situaties (bv. ontsporing van een goederentrein in Wetteren in 2013) [55](#page=55).
* **Onzekere uitkomst:** De afloop is meestal onzeker [55](#page=55).
* **Initiële informatie- en middelenbeperking:** Hulpverleners beschikken aanvankelijk over te weinig informatie en middelen [55](#page=55).
* **Kritische tijdsfactor:** Tijd is een cruciale factor (bv. aanpak COVID-19) [55](#page=55).
* **Noodzaak van inzet:** Een grote inzet van middelen is noodzakelijk [55](#page=55).
* **Vereiste coördinatie:** Goede coördinatie van de respons is onontbeerlijk [55](#page=55).
* **Stresssituatie:** Het betreft niet alleen een fysische, maar ook een psychologisch zware belasting [55](#page=55).
### 3.2 Beheer in België
#### 3.2.1 Noodplanning en crisisbeheer
Het beheer van noodsituaties in België steunt op verschillende planningsinstrumenten [57](#page=57):
* **Algemeen Interventieplan (ANIP):** Bevat algemene richtlijnen en nodige informatie om het beheer van noodsituaties te waarborgen, zoals algemene provinciale nood- en interventieplannen [57](#page=57).
* **Bijkomend Provinciaal Noodplan (BNIP):** Vult het ANIP aan met specifieke richtlijnen, zoals een Seveso noodplan [57](#page=57).
* **Monodisciplinair interventieplan:** Regelt de interventiemodaliteiten van één discipline in overeenstemming met bestaande NIP's, bijvoorbeeld een Medisch Interventie Plan [57](#page=57).
* **Intern noodplan:** Is erop gericht de schadelijke gevolgen van een noodsituatie binnen en door een bedrijf te beperken door aangepaste materiële en organisatorische noodmaatregelen uit te werken [57](#page=57).
#### 3.2.2 Criteria voor het niveau van crisisbeheer
Het niveau van crisisbeheer en noodplanning wordt bepaald op basis van diverse criteria [58](#page=58):
* Feiten [58](#page=58).
* Geografische uitgestrektheid [58](#page=58).
* Aantal slachtoffers [58](#page=58).
* Milieueffecten [58](#page=58).
* Economische weerslag [58](#page=58).
* Sociale weerslag [58](#page=58).
* Nodige middelen [58](#page=58).
* Aard van de noodsituatie (bv. Seveso, terrorisme, nucleair) [58](#page=58).
#### 3.2.3 Fasering van crisisbeheer in België
Het crisisbeheer in België kent verschillende fasen, gekenmerkt door de schaal van de noodsituatie en de coördinerende autoriteit [59](#page=59):
* **Gemeentelijke fase:** Coördinatie door de burgemeester wanneer de omvang van de noodsituatie dit op gemeentelijk niveau vereist. Afkondiging gebeurt door de bevoegde burgemeester, met informatie aan de gouverneur [59](#page=59).
* **Provinciale fase:** Coördinatie door de gouverneur als de omvang van de noodsituatie dit vereist of als de directe gevolgen het grondgebied van de gemeente overschrijden. Afkondiging gebeurt door de bevoegde gouverneur, met informatie aan de minister [59](#page=59).
* **Nationale fase:** Nationale coördinatie door de minister van Binnenlandse Zaken wanneer twee of meerdere provincies betrokken zijn, of wanneer de inzetbare middelen van een provinciegouverneur beperkt zijn. Afkondiging gebeurt door de minister [59](#page=59).
#### 3.2.4 Veiligheidscellen op provinciaal en gemeentelijk vlak
Op provinciaal en gemeentelijk niveau spelen veiligheidscellen een cruciale rol [60](#page=60):
* **Samenstelling:**
* Burgemeester/gouverneur (voorzitter) [60](#page=60).
* Een vertegenwoordiger van elke discipline [60](#page=60).
* Ambtenaar verantwoordelijk voor noodplanning [60](#page=60).
* Eventuele uitbreiding met vertegenwoordiging van bedrijven [60](#page=60).
* **Taken:**
* Opstellen, testen en administratief bijhouden van noodplannen [60](#page=60).
* Evalueren van noodsituaties en oefeningen [60](#page=60).
* Opstellen van risico-inventarissen en -analyses [60](#page=60).
* Organiseren van voorafgaande informatie over noodplanning [60](#page=60).
### 3.3 Disciplines en coördinatie
Elke noodsituatie wordt bestreden door interventiediensten, wiens opdrachten verspreid zijn over vijf disciplines. Elk van deze disciplines stelt een monodisciplinair interventieplan op [61](#page=61).
#### 3.3.1 Disciplines
De vijf disciplines die betrokken zijn bij noodsituaties zijn [63](#page=63):
* **D1: Hulpverleningsoperaties** [64](#page=64).
* **Opdrachten:** Noodsituatie beheren en risico's uitschakelen; personen opsporen, bevrijden, helpen en in veiligheid brengen en goederen beschermen; personen en goederen opvorderen, enz. [64](#page=64).
* **Wie:** Openbare brandweer, operationele eenheden civiele bescherming [64](#page=64).
* **Leiding:** Operationele leiding bij de directeur brandweer (Dir-BW) [64](#page=64).
* **D2: Medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening** [65](#page=65).
* **Opdrachten:** Medische keten opstarten; geneeskundige en psychosociale zorgen toedienen aan slachtoffers en betrokken personen; vervoer van slachtoffers organiseren; acties ter bescherming van de volksgezondheid nemen, enz. [65](#page=65).
* **Wie:** Diensten dringende geneeskundige hulpverlening, diensten opgenomen in monodisciplinair interventieplan [65](#page=65).
* **Leiding:** Federale gezondheidsinspecteur (medische middelen); directeur medische hulpverlening (Dir-Med) (operationele leiding) [65](#page=65).
* **D3: Politie van de plaats van de noodsituatie** [66](#page=66).
* **Opdrachten:** Openbare orde handhaven en herstellen; toegangs- en evacuatiewegen vrijhouden; perimeters installeren, signaleren en bewaken; toegangscontrole; evacuatie van de bevolking en toezien op schuilen; dodelijke slachtoffers identificeren; bijstand verlenen aan gerechtelijk onderzoek, enz. [66](#page=66).
* **Wie:** Leden van de lokale en/of federale politie [66](#page=66).
* **Leiding:** Operationele leiding: directeur politie (Dir-Pol) [66](#page=66).
* **D4: Logistieke steun** [67](#page=67).
* **Opdrachten:** Versterking inzake personeel en materieel waarborgen en leveren; technische middelen voor communicatie tussen disciplines, operationele commandopost en coördinatiecomité voorzien; bevoorrading met levensmiddelen en drinkwater, enz. [67](#page=67).
* **Wie:** Operationele eenheden van civiele bescherming, openbare brandweer, gespecialiseerde openbare en private diensten, leger, enz. [67](#page=67).
* **Leiding:** Operationele leiding: directeur logistiek (Dir-Log) [67](#page=67).
* **D5: Informatie** [68](#page=68).
* **Opdrachten:** Informatie en richtlijnen aan de bevolking verschaffen; informatie verzorgen over beschermingsacties voor de terugkeer naar de normale situatie [68](#page=68).
* **Wie:** De communicatiemedewerker, enz. [68](#page=68).
* **Leiding:** Organisatie van de informatie berust bij directeur informatie (Dir-Info) [68](#page=68).
#### 3.3.2 Coördinatie
Coördinatie vindt plaats zowel *binnen* elke discipline als *tussen* de disciplines (multidisciplinair). Dit gebeurt op twee niveaus [69](#page=69):
* **Operationele coördinatie:** Gecoördineerd door de operationele commandopost (CP-OPS) [69](#page=69).
* **Beleidscoördinatie:** Gecoördineerd door het coördinatiecomité (CC). Er bestaan Provinciale Coördinatiecomités (CC-Prov) en Gemeentelijke Coördinatiecomités (CC-Gem), alsook een coördinatiecomité op federaal niveau [69](#page=69).
##### 3.3.2.1 Operationele coördinatie: operationele commandopost (CP-OPS)
De CP-OPS is verantwoordelijk voor de operationele coördinatie op de plaats van de noodsituatie [70](#page=70).
* **Opdrachten:**
* Eerste operationeel situatierapport opstellen [70](#page=70).
* Toezien op regelmatige informatie over de evolutie aan betrokken overheden en 112 [70](#page=70).
* Bevoegde overheden adviseren en de door hen genomen beslissingen (laten) uitvoeren [70](#page=70).
* Interventieterrein organiseren en, indien nodig, de zonering installeren en opheffen [70](#page=70).
* **Samenstelling:** Minstens alle directeurs van de disciplines [70](#page=70).
* **Leiding:** Dir-CP-OPS, wat doorgaans de aanwezige brandweerofficier met de hoogste graad is [70](#page=70).
##### 3.3.2.2 Beleidscoördinatie: coördinatiecomité (CC)
Het coördinatiecomité (CC) adviseert over te nemen beslissingen en organiseert de informatie [71](#page=71).
* **Opdrachten:**
* Noodsituatie evalueren [71](#page=71).
* Burgemeester, gouverneur of minister adviseren over te nemen beslissingen [71](#page=71).
* Informatie organiseren voor de bevolking en gemeenten [71](#page=71).
* Alle beschermacties nemen [71](#page=71).
* **Samenstelling:** De bevoegde burgemeester, gouverneur of minister staat in voor het beleid, bijgestaan door vertegenwoordigers van disciplines en eventuele andere experts [71](#page=71).
##### 3.3.2.3 Beleidscoördinatie: CC op federaal niveau
Bij afkondiging van de federale fase worden binnen het Nationaal Crisiscentrum drie organen bijeengeroepen [72](#page=72):
* **Evaluatiecel:**
* Evalueert de situatie [72](#page=72).
* Samengesteld uit experts en wetenschappers, voorgezeten door het belangrijkste departement [72](#page=72).
* **Beleidscel (Federaal Coördinatiecomité):**
* Samengesteld uit bevoegde ministers, voorgezeten door de minister van Binnenlandse Zaken [72](#page=72).
* **Informatiecel:**
* Informeert de bevolking via media over de evolutie en beslissingen [72](#page=72).
* Samengesteld uit communicatieverantwoordelijken of woordvoerders van de betrokken departementen [72](#page=72).
#### 3.3.3 Zonering
Zonering creëert duidelijke afgebakende zones op de plaats van het incident om de respons te structureren en de veiligheid te waarborgen. De zones zijn [73](#page=73):
* **Rood:** De plaats waar het incident zich voordoet. Toegankelijk voor discipline 1 en, mits akkoord van Dir-CP-OPS, ook voor experten en andere diensten [73](#page=73).
* **Oranje:** Verzamelplaats voor interventiediensten. Kan opengesteld worden voor bewoners en werknemers ter plaatse, mits toestemming van Dir-CP-OPS [73](#page=73).
* **Geel:** Personen die niet in deze zone wonen of werken, worden er buiten gehouden [73](#page=73).
---
# Bedrijfsvoorbereiding en crisiscommunicatie
Dit deel behandelt de interne voorbereiding op crises, de samenstelling en functie van een interne crisiscel, en de uitwerking van een crisiscommunicatieplan, inclusief interactie met media en stakeholders [74](#page=74).
### 4.1 Interne voorbereiding op crises
De interne voorbereiding op crises omvat het organiseren van de operationele coördinatie en het opzetten van beleidscoördinatie, naast de interne crisiscommunicatie [75](#page=75).
#### 4.1.1 Samenstelling en functie van een interne crisiscel
Een interne crisiscel is cruciaal voor het beheer van crisissituaties binnen een bedrijf [76](#page=76).
##### 4.1.1.1 Samenstelling van de crisiscel
De samenstelling kan variëren, maar typische leden zijn:
* Voorzitter (vaak operationeel manager van de locatie) [76](#page=76).
* Secretariaat (verantwoordelijk voor het logboek) [76](#page=76).
* Communicatieverantwoordelijke [76](#page=76).
* Juridische dienst [76](#page=76).
* Human Resources [76](#page=76).
* Preventiedienst / Medische dienst [76](#page=76).
* Bewakingsdienst [76](#page=76).
* Milieucoördinator [76](#page=76).
* En andere specifieke rollen afhankelijk van het bedrijf [76](#page=76).
##### 4.1.1.2 Doel en functie van de crisiscel
De crisiscel heeft diverse belangrijke functies:
* Opvolgen en ondersteunen van interventies [77](#page=77).
* Verwittigen van buurbedrijven [77](#page=77).
* Onderhouden van contact met overheden zoals CP-OPS, CC's, Inspectie TWW, Milieu-inspectie, etc [77](#page=77).
* Organiseren van hulp en zorg voor personeel, zowel aanwezigen als opkomende ploegen [77](#page=77).
* Ondersteuning bieden aan familie van slachtoffers [77](#page=77).
* Coördineren van nazorg en opkuis na een incident [77](#page=77).
#### 4.1.2 Opmaak van een crisisplan
Een crisisplan bouwt voort op het noodplan en beschrijft gedetailleerd de aanpak van mogelijke crisissen [78](#page=78).
##### 4.1.2.1 Inhoud van het crisisplan
Het plan omvat onder meer:
* Een korte beschrijving van het nut en doel van het plan [78](#page=78).
* Een lijst van mogelijke crisissen die zich op het bedrijfsterrein kunnen voordoen, gebaseerd op een risicoanalyse [78](#page=78).
* Bedrijven met specifieke risico's (bv. chemicaliën, mindervaliden, scholen) moeten hier extra aandacht aan besteden [78](#page=78).
* Het plan moet worden afgestemd op lokale rampenplannen, zeker bij nabijheid van woonwijken of natuurgebieden [78](#page=78).
* De samenstelling van de crisiscel [78](#page=78).
* De taakverdeling en rollen van de leden [78](#page=78).
* Contactgegevens van alle betrokkenen en instanties, die periodiek moeten worden bijgewerkt [78](#page=78) [79](#page=79).
* Back-up contactpersonen en -procedures [78](#page=78).
* Gebruik van templates voor specifieke communicatie, bijvoorbeeld met de pers [79](#page=79).
* Voorziening van een geschikte ruimte waar de crisiscel kan samenkomen [79](#page=79).
* Denk ook aan ruimtes voor de opvang van familieleden en pers [79](#page=79).
##### 4.1.2.2 Oefenen en verbeteren
* Het organiseren van regelmatige simulatieoefeningen is essentieel. Dit kunnen specifieke zandbakoefeningen zijn of oefeningen bij evacuatie. Bij voorkeur worden externe doelgroepen en hulpverleners hierbij betrokken [79](#page=79).
* Continu verbeteren vormt de basis voor een effectief crisisplan [79](#page=79).
### 4.2 Crisiscommunicatie
Crisiscommunicatie is essentieel om informatie effectief te verspreiden en relaties te beheren tijdens noodsituaties [81](#page=81).
#### 4.2.1 Situaties die crisiscommunicatie vereisen
Verschillende incidenten kunnen leiden tot de noodzaak van crisiscommunicatie, waaronder [82](#page=82):
* Brand / Explosie [82](#page=82).
* Ernstig arbeidsongeval [82](#page=82).
* Ernstig milieu-incident [82](#page=82).
* Black-out (elektrisch, IT, proces, etc.) [82](#page=82).
* Bommelding [82](#page=82).
* Gaslek [82](#page=82).
* Storm / Wateroverlast [82](#page=82).
* Aanslag / Terreur [82](#page=82).
* Sociale onrust / Staking [82](#page=82).
#### 4.2.2 Het belang van crisiscommunicatie voorbereiden
Voorbereiding op crisiscommunicatie is cruciaal omdat:
* Verschillende externe stakeholders actief informatie zullen zoeken en moeten correct behandeld worden. Dit omvat de media (TV/radio, lokale pers), familieleden van gewonden of doden, overheden, en bezorgde buren [83](#page=83).
* Media kunnen ter plaatse komen voor informatie [83](#page=83).
* Bij ernstige ongevallen of dodelijke slachtoffers zal de overheid gecontacteerd worden [83](#page=83).
* Communicatie met media kan ook worden overgenomen door hulpdiensten [83](#page=83).
#### 4.2.3 Voorbereiding van crisiscommunicatie
Een grondige voorbereiding is noodzakelijk:
* Analyseer de mogelijke crisissituaties [84](#page=84).
* Bepaal de doelgroepen waarmee gecommuniceerd zal worden [84](#page=84).
* **Intern:** Eigen medewerkers, hoofdkantoor, moederbedrijf, aandeelhouders [84](#page=84).
* **Extern:** Klanten, leveranciers, slachtofferhulp organisaties, verzekeringen, werkgeversorganisaties, beroepsverenigingen [84](#page=84).
* Definieer wie welke boodschappen communiceert naar welke groep [84](#page=84).
* **Extern ook:** Openbare hulpdiensten, overheid (lokaal, provinciaal, nationaal), pers (krant, tv, radio), omwonenden, buurbedrijven, nutsmaatschappijen [84](#page=84).
##### 4.2.3.1 Communicatie met eigen medewerkers
Er zijn diverse systemen beschikbaar om contact te leggen met eigen medewerkers, zoals Teams, actuele telefoonlijsten, en Mass Notification Systems (bv. Everbridge) [85](#page=85).
##### 4.2.3.2 Voorbeeld contact met media
Bij een incident, zoals een brand, kan de communicatie naar de media de volgende elementen bevatten:
* **Boodschap 1:** Erkenning dat de oorzaak van de brand nog onbekend is [86](#page=86).
* **Boodschap 2:** Er zal een volledig onderzoek plaatsvinden [86](#page=86).
* **Boodschap 3:** De nodige stappen zullen worden ondernomen [86](#page=86).
* Algemene informatie: "Een incident on site heeft voor een brand gezorgd die succesvol geblust is. De site is geëvacueerd en alle werknemers zijn veilig." [86](#page=86).
#### 4.2.4 Omgaan met media ter plaatse
Wanneer de media ter plaatse komen, is voorbereiding cruciaal [87](#page=87).
* Wees bereid om een interview te geven en wees vriendelijk om tijd te winnen voor informatieverzameling [87](#page=87).
* Houd er rekening mee dat hulpdiensten ook interviews kunnen geven [87](#page=87).
* Probeer de volgende informatie te achterhalen:
* Welk medium (krant, TV-kanaal) [87](#page=87)?
* Vraag naar erkenning indien onzeker [87](#page=87).
* Is het een live uitzending of wordt het later gepubliceerd [87](#page=87)?
* Hoelang zal het document duren [87](#page=87)?
* Welke vragen willen ze stellen [87](#page=87)?
* Mag het rapport ingezien worden voor publicatie [87](#page=87)?
* Mogen quotes gecontroleerd worden [87](#page=87)?
* Probeer interviews te vermijden voor de brand of visuele schade zichtbaar is [87](#page=87).
* Jij beslist waar gefilmd mag worden [87](#page=87).
#### 4.2.5 Richtlijnen voor crisiscommunicatie
Algemene richtlijnen voor effectieve crisiscommunicatie zijn:
* Neem de tijd om de bedrijfssituatie intern en extern op een verstaanbare manier toe te lichten en deel wat u weet [88](#page=88).
* Communiceer proactief in plaats van reactief; verkies communiceren boven procederen [88](#page=88).
* Werk aan een open dialoog en geef relevante antwoorden en argumenten [88](#page=88).
* Ga in op uitingen van ongerustheid van medewerkers, overheid en omwonenden. Zorg voor een persoonlijke benadering en toon begrip en medeleven [88](#page=88).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Organisatiehulp | Een gestructureerd systeem binnen een onderneming dat gericht is op het bieden van ondersteuning en assistentie bij medische problemen, brand, of andere noodsituaties, met als doel de veiligheid en het welzijn van werknemers te waarborgen. |
| Wettelijk kader | Verzameling van wetten, decreten en reglementen die de verplichtingen van werkgevers en werknemers op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk vastleggen, inclusief de eisen voor organisatiehulp en preventiemaatregelen. |
| Risicoanalyse (RA) | Een systematisch proces om potentiële gevaren op de werkplek te identificeren, de waarschijnlijkheid van ongevallen te beoordelen, de mogelijke gevolgen te evalueren en de nodige preventie- en beschermingsmaatregelen te bepalen. |
| Eerste hulp (EHBO) | De onmiddellijke hulp die verleend wordt aan een persoon die gewond of ziek is, met als doel het verergeren van de toestand te voorkomen, het lijden te verminderen en zo nodig de hulp van professionele hulpverleners in te schakelen. |
| Noodprocedures | Vastgestelde stappenplannen die gevolgd moeten worden in specifieke noodsituaties, zoals brand of een medisch incident, om een gestructureerde en efficiënte reactie te garanderen en de schadelijke gevolgen te minimaliseren. |
| Preventiemaatregelen | Acties en voorzieningen die worden geïmplementeerd om de kans op ongevallen, incidenten of schade te verkleinen, variërend van technische aanpassingen tot organisatorische wijzigingen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. |
| Brandpreventie | Het geheel van maatregelen gericht op het voorkomen van branden, het beperken van de verspreiding ervan en het waarborgen van de veiligheid van personen en goederen in geval van brand. |
| Intern noodplan | Een gedetailleerd plan dat de specifieke procedures en maatregelen beschrijft die een onderneming moet volgen bij een noodsituatie, inclusief evacuatie, interne communicatie en coördinatie van hulpverlening. |
| Crisis | Een gebeurtenis die de vitale belangen van een land, de bevolking, of een organisatie bedreigt, dringende besluitvorming vereist en de gecoördineerde inzet van meerdere instanties noodzakelijk maakt. |
| Noodsituatie | Een gebeurtenis die schadelijke gevolgen kan veroorzaken voor het maatschappelijk leven, zoals ernstige verstoringen van de openbare veiligheid of bedreigingen voor leven en gezondheid, waarbij coördinatie van disciplines vereist is. |
| Crisiscel | Een team binnen een organisatie dat is samengesteld om een crisis te beheren, de interventies te ondersteunen, te communiceren met interne en externe partijen, en de nazorg te organiseren. |
| Crisiscommunicatie | Het proces van het strategisch delen van informatie met verschillende belanghebbenden tijdens een crisissituatie, met als doel het verstrekken van accurate informatie, het beheren van verwachtingen en het behouden van vertrouwen. |
| Evacuatieplan | Een gedetailleerd plan dat de routes, procedures en verzamelplaatsen beschrijft voor de veilige en ordelijke evacuatie van personen uit een gebouw of gebied in geval van nood. |
| Coördinatie | Het proces van het harmoniseren van de inspanningen van verschillende individuen, groepen of organisaties om een gemeenschappelijk doel te bereiken, met name belangrijk bij het beheer van noodsituaties en crises. |
| Discipline (in noodplanning) | Een specifieke sector of dienst die verantwoordelijk is voor bepaalde taken tijdens een noodsituatie, zoals hulpverleningsoperaties, medische hulp, politie, logistieke steun of informatievoorziening. |