4) Uithouding-T.pdf
Summary
# Bewegingsparameters en uithoudingsvermogen
Dit onderwerp verkent bewegingsparameters, met een specifieke focus op uithoudingsvermogen en de aerobe/anaerobe indeling ervan.
## 1. Bewegingsparameters en uithoudingsvermogen
Uithoudingsvermogen verwijst naar het vermogen van het lichaam om langdurig fysieke inspanningen vol te houden. Het omvat zowel cardiorespiratoir uithoudingsvermogen (het hart- en longsysteem) als spieruithoudingsvermogen (het vermogen van spieren om herhaalde contracties uit te voeren zonder vermoeid te raken) [4](#page=4).
### 1.1 Onderverdeling van uithoudingsvermogen
Uithoudingsvermogen wordt vaak onderverdeeld in twee hoofdcategorieën:
* **Aerobe uithoudingsvermogen:** Dit is het vermogen om gedurende langere tijd op een relatief lage tot matige intensiteit te presteren, waarbij het lichaam voornamelijk zuurstof gebruikt om energie te produceren [5](#page=5).
* **Anaeroob uithoudingsvermogen:** Dit is het vermogen om korte, intense inspanningen vol te houden, zoals sprinten of krachttraining, waarbij het lichaam energie produceert zonder zuurstof (via anaerobe processen) [5](#page=5).
### 1.2 Fysiologische aspecten van uithoudingsvermogen
Op fysiologisch niveau is uithoudingsvermogen verbonden met diverse systemen en processen:
* **Cardiovasculair systeem:** Dit systeem is essentieel voor het transport van zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren en het afvoeren van afvalstoffen [6](#page=6).
* **Respiratoir systeem:** Het ademhalingssysteem zorgt voor de opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide [6](#page=6).
* **Longcapaciteit en gasuitwisseling:** Een efficiënte longcapaciteit en gasuitwisseling zijn cruciaal voor de zuurstoftoevoer naar het bloed [6](#page=6).
* **Spieren en energie:** De spieren zelf spelen een centrale rol door energie te verbruiken en te produceren [6](#page=6).
* **Energieproductie:** Het lichaam produceert energie via:
* Aerobe systemen [6](#page=6).
* Anaerobe systemen [6](#page=6).
* **Type spiervezels:** De samenstelling van spiervezels beïnvloedt het type uithoudingsvermogen dat een individu kan ontwikkelen. Dit betreft:
* Type I (slow-twitch) vezels, die geschikt zijn voor duurinspanningen [6](#page=6).
* Type II (fast-twitch) vezels, die meer betrokken zijn bij explosieve, korte inspanningen [6](#page=6).
> **Tip:** Het begrijpen van de interactie tussen deze fysiologische systemen is sleutel tot het optimaliseren van training voor verbetering van uithoudingsvermogen.
---
# Trainingsprincipes en beginsituatie
Dit onderdeel behandelt het principe van progressie in training en de methoden voor het bepalen van de beginsituatie van een sporter, inclusief de meting van uithoudingsvermogen met diverse testen en technologie.
### 2.1 Het principe van progressie
Progressie in training is fundamenteel om ergens beter in te worden, zowel in motorische als tactische vaardigheden. Het doel van training is het verbeteren van het prestatievermogen over tijd. De inhoud van een trainingssessie wordt doorgaans opgebouwd met een opwarming (algemeen tot sport specifiek), een kern (gericht op doelen op korte en lange termijn) en een cooling down (gericht op herstel) [7](#page=7) [9](#page=9).
### 2.2 Het bepalen van de beginsituatie
Het inschatten van de beginsituatie van een sporter is cruciaal voor effectieve trainingsplanning. Dit kan gedaan worden door groepen te maken op basis van doelen, motorische capaciteit, niveau, en mate van training. Methoden om de beginsituatie te bepalen omvatten bevragen, analyseren, registreren en meten. Bij het analyseren wordt gekeken naar de sterke punten en werkpunten van de sporter [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 2.2.1 Meten van uithoudingsvermogen
Het uithoudingsvermogen is een belangrijke capaciteit die op verschillende manieren gemeten kan worden [12](#page=12).
##### 2.2.1.1 Laboratoriumtesten
Laboratoriumtesten voor het meten van uithoudingsvermogen omvatten:
* **VO₂max-test**: Een meting van de maximale zuurstofopname [12](#page=12).
* **Lactaatdrempelbepaling**: Het vaststellen van de intensiteit waarbij lactaat zich sneller opbouwt dan dat het afgevoerd kan worden [12](#page=12).
##### 2.2.1.2 Veldtesten
Veldtesten bieden een meer praktische manier om het uithoudingsvermogen te beoordelen:
* **Coopertest**: Een test van 12 minuten om de afstand te meten die de sporter kan afleggen, wat een indicatie geeft van het VO₂max [13](#page=13).
* **Shuttle run test**: Een test waarbij de sporter heen en weer moet lopen tussen twee punten op een steeds hogere snelheid [13](#page=13).
* **Yo-Yo Intermittent Recovery Test**: Een test die het vermogen om herhaaldelijk korte, intensieve inspanningen te leveren evalueert [13](#page=13).
##### 2.2.1.3 Wearables en technologie
Moderne technologieën en wearables maken continue monitoring en schattingen van uithoudingsvermogen mogelijk:
* **Hartslagmeters**: Meten de hartslag tijdens inspanning en rust [14](#page=14).
* **GPS & tracking**: Gebruikt voor het meten van afstand, snelheid en route [14](#page=14).
* **Vermogensmeters**: Meten de geleverde kracht, met name relevant bij fietsen [14](#page=14).
* **VO₂schattingen via smartwatches**: Slimme horloges kunnen via algoritmes een schatting geven van het VO₂max [14](#page=14).
#### 2.2.2 Trainingszones en hartslagzones
Bij het trainen van uithoudingsvermogen is het hanteren van de juiste intensiteit essentieel. Hartslagzones, berekend als een percentage van de maximale hartslag (HRmax), worden door merken als Garmin en Polar gebruikt om sporters te begeleiden [15](#page=15).
##### 2.2.2.1 Hartslag
De hartslag is de frequentie van de hartslagen per minuut (bpm) [16](#page=16).
* **Rusthartslag (RH)**: De hartslag wanneer men volledig ontspannen is, bijvoorbeeld 's ochtends bij het wakker worden. Het is een indicator van cardiovasculaire gezondheid en fitheid [16](#page=16).
* Gemiddelde RH bij volwassenen: 60 – 80 bpm [16](#page=16).
* Goed getrainde sporters: 40 – 50 bpm [16](#page=16).
* **Hartslag tijdens inspanning**: Tijdens beweging hebben spieren meer zuurstof en energie nodig, waardoor het hart sneller gaat kloppen om de toevoer via het bloed te verhogen [17](#page=17).
* **Maximale hartslag (HFmax)**: De hoogst mogelijke hartslag tijdens maximale inspanning [17](#page=17).
* Formule van Karvonen (schatting): $HF_{max} = 220 - \text{leeftijd in jaren}$ [17](#page=17).
* Optimale hartslag voor training: $HF_{opt} = H_{rust} + (HF_{max} - H_{rust}) \times \text{trainingsintensiteit}$ [17](#page=17).
##### 2.2.2.2 Hartslagzones (Garmin en Polar)
De hartslagzones helpen bij het sturen van de trainingsintensiteit:
1. **Zone 1 – Herstelzone (50-60% van HRmax)** [18](#page=18).
* **Doel**: Herstel, basisuithoudingsvermogen, algemene gezondheid [18](#page=18).
* **Beschrijving**: Zeer lage intensiteit die helpt bij cardiovasculaire gezondheid en herstel na intensievere trainingen [18](#page=18).
* **Voorbeelden**: Wandelen, lichte fietstocht, rustig joggen [18](#page=18).
2. **Zone 2 – Vetverbrandingszone (60-70% van HRmax)** [19](#page=19).
* **Doel**: Verbetering van de aerobe conditie, vetverbranding [19](#page=19).
* **Beschrijving**: Lage tot matige intensiteit, geschikt voor langere trainingen. Het lichaam gebruikt voornamelijk vetten als brandstof. Bevordert de aerobe basisconditie [19](#page=19).
* **Voorbeelden**: Langer, comfortabel hardlopen of fietsen [19](#page=19).
3. **Zone 3 – Uithoudingszone (70-80% van HRmax)** [20](#page=20).
* **Doel**: Verbetering van het aerobe uithoudingsvermogen en efficiëntere zuurstofopname [20](#page=20).
* **Beschrijving**: Matige tot stevige inspanning, comfortabel voor langere duur. Naast vet worden nu ook koolhydraten voor energie gebruikt [20](#page=20).
* **Voorbeelden**: Hardlopen op een comfortabel tempo, lange afstandsfietsen [20](#page=20).
4. **Zone 4 – Anaerobe drempelzone (80-90% van HRmax)** [21](#page=21).
* **Doel**: Verbetering van snelheid, lactaatdrempel en anaeroob uithoudingsvermogen [21](#page=21).
* **Beschrijving**: Hoge intensiteit waarbij energie efficiëntie afneemt en vermoeidheid sneller optreedt. Verbetert prestaties bij intensieve inspanningen [21](#page=21).
* **Voorbeelden**: Intervaltraining, tempolopen, korte sprints [21](#page=21).
5. **Zone 5 – Maximale inspanningszone (90-100% van HRmax)** [22](#page=22).
* **Doel**: Maximale prestatie en snelheid, verbetering van kracht en snelheid [22](#page=22).
* **Beschrijving**: Zeer hoge intensiteit die slechts kort kan worden volgehouden. Zwaar voor het lichaam, gebruikt voor het verbeteren van snelheid en maximaal vermogen [22](#page=22).
* **Voorbeelden**: Korte sprints, HIIT-training [22](#page=22).
#### 2.2.3 Effect van training en overtraining op de hartslag
Regelmatige cardiovasculaire training heeft positieve effecten op de hartslag [23](#page=23):
1. **Rusthartslag daalt**: Door training wordt het hart efficiënter, met een groter slagvolume wat resulteert in een lagere rusthartslag [23](#page=23).
2. **Herstelhartslag verbetert**: Na inspanning daalt de hartslag sneller naar het rustniveau, wat wijst op een fit hart en een goed autonoom zenuwstelsel [23](#page=23).
3. **Maximale hartslag blijft ongeveer gelijk**: Deze is genetisch bepaald [23](#page=23).
Overtraining, gedefinieerd als langdurig meer belasting dan herstel, leidt tot een disbalans in het lichaam en beïnvloedt de hartslag negatief [24](#page=24):
1. **Rusthartslag stijgt**: Dit komt door stress en verhoogde sympathische activiteit [24](#page=24).
2. **Herstelhartslag verslechtert**: De hartslag daalt trager na inspanning, wat duidt op onvoldoende herstel [24](#page=24).
3. **Hartslag tijdens inspanning abnormaal**: De hartslag kan sneller stijgen dan normaal bij dezelfde inspanning, of juist lager blijven dan normaal, wat kan duiden op een uitgeput zenuwstelsel [24](#page=24).
#### 2.2.4 Trainingsvormen voor uithoudingsvermogen
Verschillende trainingsvormen kunnen worden ingezet om het uithoudingsvermogen te verbeteren [25](#page=25):
* **Duurtraining**: Lage intensiteit met een lange duur [25](#page=25).
* **Intervaltraining**: Afwisseling van hoge en lage intensiteit, gericht op het verbeteren van het VO₂max [25](#page=25).
* **Tempotraining**: Constante, hogere intensiteit rond de lactaatdrempel [25](#page=25).
* **Cross-training**: Het gebruik van andere sporten om het lichaam op verschillende manieren te belasten en het uithoudingsvermogen te ontwikkelen [25](#page=25).
---
# Digitale ondersteuning en innovaties in sport
Digitale hulpmiddelen zoals sportapps en wearables zijn essentieel geworden voor het monitoren, analyseren en verbeteren van sportprestaties, met populaire platforms die een breed scala aan functionaliteiten bieden.
### 4.1 Populaire digitale sportplatforms
Verschillende platforms bieden uitgebreide functionaliteiten voor sporters en coaches, variërend van activiteitstracking tot geavanceerde data-analyse.
#### 4.1.1 Strava
Strava is een veelgebruikte sportapp die prestaties meet en vergelijkt met andere gebruikers, real-time feedback geeft op snelheid, afstand en intensiteit. De app registreert activiteiten en verdeelt inspanningen in zones zoals snelheid en hartslag. Het sociale aspect, waarbij routes en prestaties gedeeld en vergeleken kunnen worden, draagt bij aan de motivatie [26](#page=26).
#### 4.1.2 Polar Flow
Polar Flow, vaak gebruikt in combinatie met Polar hartslagbanden, biedt diverse functionaliteiten [28](#page=28):
* **Activiteitstracking:** Registreert activiteiten zoals hardlopen, fietsen en zwemmen [28](#page=28).
* **Gezondheidsmonitoring:** Houdt hartslag, slaap, herstelstatus en VO2 max bij [28](#page=28).
* **Training en Workouts:** Biedt gepersonaliseerde trainingsplannen, sessieplanning en een trainingsdagboek [28](#page=28).
* **Coach Feedback:** Levert gedetailleerde feedback en aanbevelingen op basis van trainingsdata [28](#page=28).
* **Compatibiliteit:** Integreert met Polar wearables en andere fitnessapps [28](#page=28).
Het platform wordt gebruikt door atleten en fitnessenthousiastelingen voor prestatie- en gezondheidsmonitoring, en door trainers en coaches voor monitoring op afstand. De data-analyse omvat gedetailleerde inzichten in tempo, afstand, hartslag, trends over tijd, en herstelbalans, met geavanceerde metrics zoals Running Index en Training Load Pro [28](#page=28).
#### 4.1.3 Garmin Connect
Garmin Connect, geassocieerd met Garmin wearables, biedt eveneens uitgebreide tracking en analyse [29](#page=29):
* **Activiteitstracking:** Gedetailleerde registratie van diverse sporten [29](#page=29).
* **Gezondheidsmonitoring:** Monitort hartslag, slaap, stressniveaus en VO2 max [29](#page=29).
* **Training en Workouts:** Bevat geïntegreerde trainingsplannen en gepersonaliseerde workouts [29](#page=29).
* **Navigatie en Routes:** Maakt routeplanning en -navigatie mogelijk, inclusief heatmaps van populaire routes [29](#page=29).
* **Sociale functies:** Faciliteert connectiviteit met vrienden, delen van prestaties en deelname aan uitdagingen [29](#page=29).
* **Compatibiliteit:** Integreert met Garmin wearables en andere fitnessapps [29](#page=29).
Net als Polar Flow wordt het gebruikt door sporters voor nauwkeurige tracking en door coaches voor voortgangsmonitoring. De data-analyse omvat gedetailleerde statistieken, trendanalyse, gezondheidsinzichten en visuele weergaven via grafieken en diagrammen [29](#page=29).
### 4.2 Innovaties in sporttechnologie
Innovaties in sporttechnologie richten zich op het gebruik van data en slimme toepassingen om prestaties en herstel te optimaliseren [31](#page=31).
#### 4.2.1 Algoritmes en slimme kleding
Er wordt gebruik gemaakt van algoritmes om belasting en herstel te monitoren, wat atleten helpt bij het optimaliseren van hun trainingsschema's. Slimme kleding met geïntegreerde sensoren biedt nieuwe mogelijkheden voor het verzamelen van lichaamsdata tijdens inspanning. Real-time feedback via apps, zoals die van Strava, Polar en Garmin, stelt sporters in staat hun prestaties direct te evalueren en bij te sturen (#page=26, 28, 29, 31) [26](#page=26) [28](#page=28) [29](#page=29) [31](#page=31).
#### 4.2.2 Data-analyse en voorspelling
De interpretatie van diverse data, waaronder hartslag, tempo en cadans, is cruciaal voor effectieve trainingsprogramma's. De integratie van kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning opent deuren naar prestatievoorspelling, wat trainers en atleten waardevolle inzichten kan bieden voor toekomstige trainingen en wedstrijden [31](#page=31).
#### 4.2.3 Interactieve coaching apps
Apps zoals de hier beschreven (geen specifieke naam genoemd, maar met vergelijkbare functionaliteit als die van VRT Podwalks) combineren hardlopen met interactieve coaching. Door middel van een gekende stem en persoonlijke aanmoedigingen wordt de motivatie verhoogd. Tijdens sessies worden opdrachten gegeven om te sprinten of tempo te verhogen, gebaseerd op trainingsschema's en individuele vordering. Dit maakt het langer volhouden van sessies leuk en uitdagend, wat bijdraagt aan het uithoudingsvermogen [33](#page=33).
> **Tip:** Bij het gebruik van deze digitale hulpmiddelen is het belangrijk om de verzamelde data kritisch te evalueren en te integreren in een breed trainingsplan, in plaats van blindelings de aanbevelingen van een app te volgen (#page=28, 29, 31) [28](#page=28) [29](#page=29) [31](#page=31).
> **Voorbeeld:** Een atleet die zijn hartslagdata analyseert met Polar Flow, merkt op dat zijn herstel na zware trainingen langzamer wordt. Op basis van deze data kan hij zijn trainingsbelasting aanpassen en meer nadruk leggen op rust, wat resulteert in een betere algehele conditie [28](#page=28).
#### 4.2.4 Overige genoemde platforms
Naast de uitgebreid beschreven platforms, worden ook andere digitale middelen genoemd, zoals Komoot, VRT Podwalks en Totemus, die verschillende aspecten van sportondersteuning bieden. Deze platforms kunnen variëren van routeplanning tot interactieve audio-ervaringen tijdens het sporten [32](#page=32).
---
# Praktische trainingsvormen en testen
Dit onderwerp behandelt praktische trainingsvormen voor uithoudingsvermogen, de evaluatie daarvan met behulp van testen en opdrachten, en de integratie van data in trainingsprogramma's.
### 4.1 Praktische trainingsvormen
Uithoudingsvermogen kan getraind worden met verschillende vormen van training. De belangrijkste hiervan zijn duurtraining, intervaltraining, tempotraining en cross-training [25](#page=25).
#### 4.1.1 Fartlek parcours
Fartlek, een Zweedse term die "snelheidsspel" betekent, is een praktische toepassingsvorm van intervaltraining die zowel het aerobe als het anaerobe uithoudingsvermogen aanspreekt. Deze trainingsvorm kan ook in teamverband worden uitgevoerd en is bedoeld om het uithoudingsvermogen te verhogen en de samenwerking tussen de aerobe en anaerobe energiesystemen te verbeteren [30](#page=30).
**Didactische vorm en organisatie:**
Voor een Fartlek parcours zijn kegels of andere markeringen nodig om het parcours uit te zetten, en optioneel een timer of fluitje. Studenten worden in groepjes van 4-6 personen verdeeld [30](#page=30).
**Spelopzet en regels:**
Het parcours kan bijvoorbeeld een rondje rond een sportveld of een zigzagparcours tussen kegels zijn. De training begint met een gezamenlijke, gematigde jogging als warming-up. Vervolgens lopen studenten het parcours op verschillende snelheden. De instructeur geeft met herkenningspunten of door te roepen of te fluiten aan wanneer de snelheid aangepast moet worden [30](#page=30).
* **Joggen (Zone 2):** Dit is de basisactiviteit tussen de snelle sprints en draagt bij aan het aerobe uithoudingsvermogen [30](#page=30).
* **Sprints (Zone 4 of 5):** Korte, explosieve sprints stimuleren het anaerobe uithoudingsvermogen [30](#page=30).
* **Wandelen (Zone 1):** Korte herstelperiodes na elke sprint [30](#page=30).
**Variaties:**
Het parcours kan uitgebreid worden met extra oefeningen bij elke kegel, zoals jumping jacks of squats, om ook kracht en uithoudingsvermogen te combineren. De duur van de sprints en jogperiodes kan aangepast worden om de intensiteit te variëren [30](#page=30).
**Uithoudingsvermogen aspecten:**
De langere jogperiodes bevorderen aerobe training, waarbij het lichaam efficiënt zuurstof gebruikt. De korte, intensieve sprints verbeteren het anaerobe uithoudingsvermogen en de lactaatdrempel. Het afwisselen van intensiteit helpt bovendien bij het ontwikkelen van het herstelvermogen [30](#page=30).
### 4.2 Testen en data-analyse van uithoudingsvermogen
Het evalueren van uithoudingsvermogen kan plaatsvinden via praktijkopdrachten waarbij data geanalyseerd wordt [31](#page=31).
#### 4.2.1 Praktijkopdracht
Een praktijkopdracht kan inhouden dat bij zichzelf of een proefpersoon een veldtest wordt uitgevoerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een hartslagmeter en een GPS-tracker. De verzamelde gegevens worden vervolgens geanalyseerd om het uithoudingsvermogen te evalueren [31](#page=31).
#### 4.2.2 Innovaties in sporttechnologie
Binnen de sporttechnologie zijn er diverse innovaties die het monitoren en analyseren van uithoudingsvermogen ondersteunen. Dit omvat het gebruik van algoritmes voor het monitoren van belasting en herstel, de ontwikkeling van slimme kleding met ingebouwde sensoren, en het leveren van real-time feedback via apps [31](#page=31).
#### 4.2.3 Data-analyse en integratie
De interpretatie van data zoals hartslag, tempo en cadans is essentieel. Deze data kunnen vervolgens geïntegreerd worden in trainingsprogramma's. Verder spelen kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning een rol bij het voorspellen van prestaties [31](#page=31).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Uithoudingsvermogen | Het vermogen van het lichaam om langdurig fysieke inspanningen vol te houden, zowel cardiorespiratoir als spieruithoudingsvermogen. |
| Aerobe uithoudingsvermogen | Het vermogen om op relatief lage tot matige intensiteit te presteren waarbij het lichaam voornamelijk zuurstof gebruikt om energie te produceren gedurende langere tijd. |
| Anaeroob uithoudingsvermogen | Het vermogen om korte, intense inspanningen vol te houden waarbij het lichaam energie produceert zonder zuurstof, via anaerobe processen. |
| Cardiovasculair systeem | Het bloedvatenstelsel en het hart, dat verantwoordelijk is voor de circulatie van bloed en de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de weefsels. |
| Respiratoir systeem | Het ademhalingssysteem, dat zorgt voor de inname van zuurstof en de afvoer van koolstofdioxide uit het lichaam. |
| VO₂max | De maximale hoeveelheid zuurstof die het lichaam kan verbruiken tijdens maximale inspanning, een indicator van cardiovasculaire fitheid. |
| Lactaatdrempel | Het punt waarop lactaat (melkzuur) zich sneller ophoopt in het bloed dan het kan worden afgevoerd tijdens inspanning, wat leidt tot vermoeidheid. |
| Hartslagmeters | Apparaten die de hartslag meten, vaak gebruikt tijdens trainingen om de intensiteit te monitoren en trainingszones te bepalen. |
| Hartslagzones | Categorieën van hartslagfrequenties die worden gebruikt om de trainingsintensiteit aan te passen, meestal uitgedrukt als percentages van de maximale hartslag. |
| Rusthartslag | De hartslag in rust, een indicator van cardiovasculaire gezondheid en conditieniveau, die door training kan dalen. |
| Maximale hartslag (HRmax) | De hoogst haalbare hartslag tijdens maximale inspanning, genetisch bepaald en vaak geschat met formules zoals `220 - leeftijd`. |
| Formule van Karvonen | Een methode om de optimale trainingshartslag (`HFopt`) te berekenen, rekening houdend met de rusthartslag (`HFrust`) en de maximale hartslag (`HFmax`). |
| Herstelhartslag | De snelheid waarmee de hartslag na inspanning terugkeert naar het rustniveau, een indicator van herstelvermogen en cardiovasculaire gezondheid. |
| Overtraining | Een toestand waarin de belasting op het lichaam gedurende langere tijd groter is dan het herstelvermogen, wat leidt tot fysieke en mentale uitputting. |
| Duurtraining | Een trainingsvorm met lage intensiteit en lange duur, gericht op het verbeteren van het algemene uithoudingsvermogen. |
| Intervaltraining | Een trainingsvorm waarbij afwisselend periodes van hoge en lage intensiteit worden afgewisseld, vaak gebruikt om de VO₂max te verbeteren. |
| Tempotraining | Een trainingsvorm op een constante, hogere intensiteit rond de lactaatdrempel, gericht op het verbeteren van snelheid en het verhogen van de lactaatdrempel. |
| Cross-training | Het beoefenen van verschillende sporten om het lichaam op een gevarieerde manier te trainen en het risico op blessures te verminderen. |
| Fartlek | Een Zweedse term voor "snelheidsspel", een vorm van intervaltraining die aerobe en anaerobe componenten combineert door middel van gevarieerde inspanningsniveaus. |
| Wearables | Draagbare technologieapparaten, zoals smartwatches en fitnesstrackers, die fysiologische gegevens en activiteiten meten. |
| Strava | Een populaire mobiele app en online platform voor het bijhouden en delen van sportactiviteiten, met functies voor prestatieanalyse en sociale interactie. |
| Polar Flow | Een softwareplatform en app van Polar, die samenwerkt met hun wearables om uitgebreide gegevensanalyse van trainingen, gezondheid en herstel te bieden. |
| Garmin Connect | Een online platform en mobiele app van Garmin, dat gedetailleerde tracking en analyse van sportactiviteiten en gezondheidsgegevens mogelijk maakt, compatibel met Garmin wearables. |