Lipiden 2
Summary
# Triacylglycerolsynthese in de lever
Triacylglycerolsynthese (TAG-synthese) in de lever is een cruciaal proces voor de opslag van vetzuren en de regulatie van lipideniveaus in het bloed, waarbij vetzuren geactiveerd worden en glycerol als bouwsteen dient.
### 1.1 Bronnen van vetzuren en glycerol
* **Vetzuren:** Vetzuren die beschikbaar zijn voor TAG-synthese zijn afkomstig uit de voeding (via de bloedbaan) of uit het koolhydraatmetabolisme (via acetyl-CoA).
* **Glycerol:** De voornaamste bron van glycerol voor TAG-synthese is glycerol-3-fosfaat. Dit kan op twee manieren worden verkregen:
1. **Glycerol kinase:** Glycerol wordt direct gefosforyleerd door glycerol kinase, met gebruik van ATP, tot glycerol-3-fosfaat.
`glycerol + ATP \xrightarrow{glycerol \, kinase} glycerol-3-fosfaat + ADP`
2. **Glycerol-3-fosfaat dehydrogenase:** Dihydroxyacetonfosfaat kan worden gereduceerd tot glycerol-3-fosfaat door glycerol-3-fosfaat dehydrogenase, waarbij NADH wordt geoxideerd tot NAD$^+$.
`dihydroxyacetonfosfaat + NADH + H^+ \xrightarrow{glycerol-3-fosfaat \, dehydrogenase} glycerol-3-fosfaat + NAD^+`
### 1.2 Activering van vetzuren
Vetzuren moeten eerst geactiveerd worden tot acyl-CoA intermediairen alvorens ze kunnen worden ingebouwd in triacylglycerolen. Dit gebeurt met behulp van ATP en CoA-SH.
`vetzuur + CoA-SH + ATP \xrightarrow{acyl-CoA \, synthase} acyl-CoA + AMP + pyrofosfaat + H_2O`
Het gevormde pyrofosfaat wordt vervolgens gehydrolyseerd tot twee fosfaatmoleculen door pyrofosfatase, wat de reactie energetisch gunstiger maakt.
`pyrofosfaat + H_2O \xrightarrow{pyrofosfatase} 2 \, fosfaat`
### 1.3 Stappen van TAG-synthese in het Endoplasmatisch Reticulum
TAG-synthese vindt plaats op het Endoplasmatisch Reticulum en verloopt via een reeks acyleringstappen, waarbij glycerol-3-fosfaat als startmolecuul dient. Er worden twee hoofdroutes beschreven:
#### 1.3.1 Route 1: Via glycerol-3-fosfaat
Deze route begint met glycerol-3-fosfaat:
1. **Eerste acylering:** Glycerol-3-fosfaat wordt geacyleerd met een acyl-CoA molecuul, gevormd door een acyltransferase, tot lysofosfatidinezuur.
`glycerol-3-fosfaat + acyl-CoA \rightarrow lysofosfatidinezuur + CoA`
2. **Tweede acylering:** Lysofosfatidinezuur wordt opnieuw geacyleerd met een tweede acyl-CoA molecuul, eveneens door een acyltransferase, tot fosfatidinezuur.
`lysofosfatidinezuur + acyl-CoA \rightarrow fosfatidinezuur + CoA`
3. **Dephosphorylering:** Fosfatidinezuur (een fosfolipide) wordt gedephosphoryleerd door een fosfatase tot diacylglycerol.
`fosfatidinezuur \xrightarrow{fosfatase} diacylglycerol + fosfaat`
4. **Derde acylering:** Diacylglycerol wordt de derde acylering ondergaan met een derde acyl-CoA molecuul door diacylglycerol acyltransferase (DGAT) tot triacylglycerol.
`diacylglycerol + acyl-CoA \xrightarrow{DGAT} triacylglycerol + CoA`
#### 1.3.2 Route 2: Via dihydroxyacetonfosfaat
Een alternatieve route maakt gebruik van dihydroxyacetonfosfaat als directe bron voor de eerste acylering:
1. **Acylering van dihydroxyacetonfosfaat:** Dihydroxyacetonfosfaat wordt geacyleerd met een acyl-CoA molecuul tot acyldihydroxyacetonfosfaat.
`dihydroxyacetonfosfaat + acyl-CoA \rightarrow acyldihydroxyacetonfosfaat + CoA`
2. **Reductie en acylering:** Dit intermediair wordt vervolgens gereduceerd en geacyleerd, wat uiteindelijk leidt tot de vorming van fosfatidinezuur. De precieze stappen na de eerste acylering kunnen variëren, maar resulteren in fosfatidinezuur, waarna de synthese via stap 3 en 4 van Route 1 verdergaat.
> **Tip:** Beide routes leiden tot de vorming van fosfatidinezuur, een centraal intermediair in de synthese van fosfolipiden en triacylglycerolen.
### 1.4 Specifieke TAG-synthese en regulatie
De acyltransferasen die betrokken zijn bij de eerste twee acyleringstappen hebben een beperkte specificiteit, wat betekent dat de uiteindelijke samenstelling van vetzuren in de TAG-molecuul niet strikt gecontroleerd wordt op dit niveau. Voor de synthese van specifieke TAG's met een bepaalde vetzuursamenstelling is gerichte hersynthese nodig, bijvoorbeeld in de darm via pancreas lipase en acylCoA-monoacylglycerol acyltransferase.
### 1.5 Energetisch aspect van TAG-synthese
De synthese van een triacylglycerolmolecuul is energetisch kostbaar. De energiebehoefte kan worden geanalyseerd door de equivalens van ATP te tellen die nodig is voor de activering van vetzuren en de vorming van glycerol-3-fosfaat.
* Vorming van glycerol-3-fosfaat uit glycerol: 1 ATP $\rightarrow$ 1 ADP
* Activering van drie vetzuren tot acyl-CoA: $3 \times$ (1 ATP $\rightarrow$ 1 AMP + 2 P$i$). De omzetting van ATP naar AMP vereist twee energiefosfaatbindingen (equivalent met 2 ATP). Dus: $3 \times 2$ ATP equivalens.
* De synthese van glycerol-3-fosfaat en de drie acyl-CoA's vereist dus een totaal equivalent van $1 + (3 \times 2) = 7$ ATP-equivalens.
> **Tip:** Het proces van energiewinst uit TAG's is het omgekeerde: eerst worden TAG's afgebroken door lipasen tot glycerol en vetzuren, waarna glycerol via gluconeogenese of glycolyse energie kan leveren, en vetzuren via $\beta$-oxidatie worden afgebroken tot acetyl-CoA.
### 1.6 Rol van de lever in TAG-metabolisme
De lever is een belangrijke site voor de synthese van triacylglycerolen. De lever produceert TAG's die vervolgens worden verpakt in Very Low-Density Lipoproteins (VLDL) en de bloedbaan in worden gestuurd om vetweefsel te voorzien van energieopslag. Hypertriglyceridemie, een teveel aan TAG's in het bloed, kan leiden tot cardiovasculaire aandoeningen.
### 1.7 Vergelijking met opslag in vetweefsel
Wit vetweefsel kan tot 90% van zijn gewicht aan TAG's opslaan. Echter, deze opslag is niet voor onbepaalde tijd; de TAG-moleculen worden continu opgebouwd en afgebroken, met een halfwaardetijd van enkele dagen. De lever dient dus als een centrale fabriek voor de productie van TAG's voor algemeen gebruik in het lichaam.
---
# Opslag en mobilisatie van vetzuren
Dit onderwerp onderzoekt de opslag van vetzuren als triacylglycerolen (TAGs) en hun daaropvolgende mobilisatie voor energieproductie.
### 2.1 Opslag van vetzuren als triacylglycerolen (TAGs)
Vetzuren worden opgeslagen in de vorm van triacylglycerolen, voornamelijk in vetweefsel. Verschillende weefsels, zoals hart en skeletspieren, hebben eigen reserves aan TAGs voor direct gebruik. De voornaamste synthese van TAGs vindt echter plaats in de lever en vetweefsel, met behulp van enzymen op het endoplasmatisch reticulum. Wit vetweefsel kan tot negentig procent van zijn gewicht aan TAGs opslaan. Het is belangrijk te realiseren dat dit vet continu wordt opgebouwd en afgebroken, met een halfwaardetijd van een TAG-molecuul in wit vetweefsel van enkele dagen.
#### 2.1.1 TAG-synthese in de lever
De aanvoer van vetzuren voor TAG-synthese kan afkomstig zijn uit de voeding via de bloedbaan of uit koolhydraatmetabolisme. Vetzuren worden eerst geactiveerd tot acyl-CoA intermediairen met behulp van ATP en CoA-SH, gekatalyseerd door acyl-CoA synthetase. De reactie hiervoor is:
$$ \text{Vetzuren} + \text{CoA-SH} + \text{ATP} \longrightarrow \text{Acyl-CoA} + \text{AMP} + \text{pyrofosfaat} + \text{H}_2\text{O} $$
Het pyrofosfaat wordt vervolgens gehydrolyseerd door pyrofosfatase.
De bron van glycerol voor TAG-synthese is glycerol-3-fosfaat. Dit kan op twee manieren worden verkregen:
1. Via glycerol kinase:
$$ \text{Glycerol} + \text{ATP} \longrightarrow \text{Glycerol-3-fosfaat} + \text{ADP} $$
2. Via glycerol-3-fosfaat dehydrogenase:
$$ \text{Dihydroxyaceton-fosfaat} + \text{NADH} + \text{H}^+ \rightleftharpoons \text{Glycerol-3-fosfaat} + \text{NAD}^+ $$
De synthese van TAGs verloopt vervolgens via de volgende stappen:
* Glycerol-3-fosfaat reageert met acyl-CoA tot lysofosfatidinezuur.
* Lysofosfatidinezuur reageert met een tweede acyl-CoA tot fosfatidinezuur.
* Fosfatidinezuur wordt gedefosforyleerd tot diacylglycerol.
* Diacylglycerol reageert met een derde acyl-CoA tot triacylglycerol. Dit laatste wordt gekatalyseerd door diglyceride acyltransferase (DGAT).
Een alternatieve route is de directe synthese van lysofosfatidinezuur vanuit dihydroxyaceton-fosfaat.
#### 2.1.2 Energetisch aspect van TAG-synthese
De synthese van TAGs vereist energie. De omzetting van glycerol naar glycerol-3-fosfaat kost één ATP. De activatie van elk vetzuur tot acyl-CoA kost equivalent aan twee ATP (via ATP -> AMP + 2P$_i$). Voor de vorming van één TAG-molecuul uit glycerol-3-fosfaat en drie acyl-CoA-moleculen is dus energie nodig die equivalent is aan 7 ATP.
$$ \text{Totale energie nodig voor 1 TAG} \approx \text{equivalent van 7 ATP} $$
#### 2.1.3 Specificiteit van vetzuurverestering
De acyltransferasen die betrokken zijn bij de synthese van TAGs hebben een zeer beperkte specificiteit, wat betekent dat er weinig controle is op de specifieke vetzuren die in een TAG-molecuul worden ingebouwd. Voor de synthese van specifieke TAGs is gerichte hersynthese nodig.
#### 2.1.4 TAG-synthese in de darm (exogene pathway)
In de darm worden ingenomen TAGs door pancreaslipase afgebroken tot glycerol en vetzuren. Deze vetzuren worden vervolgens opgenomen door enterocyten en geheresterificeerd tot TAGs. De opname van vetzuren in vrije vorm is niet mogelijk; ze worden getransporteerd, vaak gebonden aan albumine, voordat ze de cel kunnen binnengaan. De heresterificatie in enterocyten gebeurt via acyl-CoA:monoacylglycerol acyltransferase en diacylglycerol acyltransferase.
> **Tip:** TAG's worden in de bloedbaan getransporteerd als onderdeel van lipoproteïnen zoals chylomicronen.
### 2.2 Mobilisatie van vetzuren uit triacylglycerolen
De belangrijkste functie van vetweefsel is het opslaan van energie in de vorm van TAGs. Bij behoefte aan energie worden deze TAGs gemobiliseerd via lipolyse.
#### 2.2.1 Lipolyse: afbraak van TAGs
De eerste stap in de mobilisatie van vetzuren uit TAGs is de hydrolyse van de esterbindingen door lipasen. Dit proces levert glycerol en drie vrije vetzuren op.
$$ \text{TAG} \xrightarrow{\text{Lipasen}} \text{Glycerol} + 3 \text{ Vetzuren} $$
De vrijgestelde vetzuren worden in het bloed gebonden aan albumine en getransporteerd naar weefsels die ze voor energieproductie kunnen gebruiken via $\beta$-oxidatie. Glycerol wordt door de lever omgezet tot dihydroxyaceton-fosfaat, dat kan worden gebruikt in de glycolyse of gluconeogenese.
#### 2.2.2 Regulatie van lipolyse
De lipolyse wordt strikt gereguleerd. De snelheidsbepalende stap is de activiteit van het hormoongevoelig lipase (HSL). De afbraak van TAGs vindt sequentieel plaats:
1. TAG wordt door triglyceride lipase (ook wel desnutrin/ATGL genoemd) afgebroken tot diacylglycerol (DAG) en een vetzuur.
2. DAG wordt door hormoongevoelig lipase (HSL) afgebroken tot monoacylglycerol (MAG) en een vetzuur.
3. MAG wordt door monoacylglycerol lipase afgebroken tot glycerol en een vetzuur. Dit laatste enzym is zeer snel en niet hormonaal gereguleerd.
De activiteit van HSL staat onder controle van hormonen. Hormonen zoals adrenaline en noradrenaline stimuleren lipolyse door de intracellulaire concentratie van cyclisch AMP (cAMP) te verhogen. Dit activeert proteïne kinase A (PKA), die op zijn beurt HSL fosforyleert en activeert. Ook perilipine, een eiwit dat de lipidendruppels in vetcellen omhult, wordt gefosforyleerd door PKA. Gefosforyleerd perilipine trekt geactiveerd HSL aan naar de vetdruppel, wat de lipolyse faciliteert.
Insuline daarentegen remt lipolyse. Het activeert fosfodiësterase 3B (PDE3B), dat cAMP afbreekt, waardoor PKA minder actief is. Daarnaast activeert insuline fosfatasen (zoals PP1) die HSL kunnen defosforyleren en deactiveren.
> **Voorbeeld:** Glucagon wordt vrijgegeven bij lage bloedsuikerspiegels, wat een signaal is voor een lage energiebalans. Glucagon stimuleert lipolyse, waardoor vetzuren als brandstof vrijkomen. Insuline, dat vrijkomt bij hoge bloedsuikerspiegels, heeft het tegenovergestelde effect en remt lipolyse.
> **Tip:** De regulatie van lipolyse is cruciaal voor het handhaven van de energietoevoer naar weefsels tijdens periodes van vasten of verhoogde energiebehoefte. Te veel TAGs in het bloed (hyperlipidemieën) kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken.
---
# Energetische aspecten van triacylglycerolsynthese
De synthese van triacylglycerolen (TAGs) uit vetzuren en glycerol vereist een specifieke energie-investering, voornamelijk uitgedrukt in de verbruik van ATP.
### Energiebehoefte per vetzuuractivatie
Voor de incorporatie van een vetzuur in een TAG-molecuul moeten vetzuren eerst geactiveerd worden tot acyl-CoA intermediairen. Deze activatie vindt plaats op het endoplasmatisch reticulum en vereist de hydrolyse van één ATP-molecuul tot AMP en twee pyrofosfaatgroepen ($2P_i$).
De reactie is als volgt:
$$ \text{vetzuur} + \text{CoA-SH} + \text{ATP} \rightarrow \text{acyl-CoA} + \text{AMP} + 2P_i + H_2O $$
Dit proces wordt gekatalyseerd door het enzym acyl-CoA synthase. De vorming van AMP uit ATP kan worden gezien als equivalent aan het verbruik van twee ATP-moleculen, aangezien de omzetting van AMP naar ADP ook energie vereist ($ \text{AMP} + \text{ATP} \rightarrow 2 \text{ADP} $).
### Energiebehoefte voor glycerol-3-fosfaat
De glycerolcomponent van TAGs wordt ook geactiveerd alvorens te worden ingebouwd. Glycerol wordt omgezet naar glycerol-3-fosfaat. Er zijn twee belangrijke wegen die daartoe leiden:
1. **Via glycerol kinase:** Glycerol wordt met behulp van ATP gefosforyleerd tot glycerol-3-fosfaat.
$$ \text{glycerol} + \text{ATP} \rightarrow \text{glycerol-3-fosfaat} + \text{ADP} $$
Dit kost één ATP-molecuul.
2. **Via dihydroxyacetonfosfaat:** Dihydroxyacetonfosfaat, een intermediair uit de glycolyse, kan worden gereduceerd tot glycerol-3-fosfaat.
$$ \text{dihydroxyacetonfosfaat} + \text{NADH} + H^+ \rightleftharpoons \text{glycerol-3-fosfaat} + \text{NAD}^+ $$
Deze weg is energetisch neutraal wat betreft directe ATP-verbruik of -productie voor de omzetting zelf, maar vereist de beschikbaarheid van NADH.
### Totaal energieverbruik per TAG-molecuul
Om één triacylglycerolmolecuul te synthetiseren, zijn er dus drie geactiveerde vetzuren (acyl-CoA) en één glycerol-3-fosfaat nodig. Rekening houdend met de activatie van de vetzuren en de fosforylering van glycerol, bedraagt de totale energiebehoefte:
* Activatie van 3 vetzuren: $3 \times (\text{equivalent van 2 ATP}) = 6 \text{ ATP}$
* Fosforylering van glycerol: $1 \times \text{ATP} = 1 \text{ ATP}$
Het totale energieverbruik voor de synthese van één TAG-molecuul, uitgedrukt in ATP-equivalenten, is dus **7 ATP-moleculen**.
> **Tip:** De berekening van 7 ATP gaat ervan uit dat glycerol wordt gefosforyleerd met glycerol kinase. Als dihydroxyacetonfosfaat de bron is, kan de directe ATP-investering lager zijn, afhankelijk van de metabolische route die leidt tot dihydroxyacetonfosfaat.
### Voorbeeld: Synthese van tri-palmitoylglycerol
Wanneer we de synthese van een specifiek TAG, zoals tri-palmitoylglycerol (gevormd uit glycerol en drie moleculen palmitinezuur), beschouwen, kan het totale energieverbruik aanzienlijk zijn. De synthese van 24 moleculen acetyl-CoA kan leiden tot de productie van drie moleculen palmitinezuur, wat op zijn beurt een energie-investering van ongeveer 35 ATP per palmitinezuurmolecuul vereist via bèta-oxidatie en citroenzuurcyclus. De daaropvolgende TAG-synthese vereist dan de reeds berekende 7 ATP.
Het totale energieverbruik om 24 moleculen acetyl-CoA om te zetten naar drie moleculen palmitinezuur en vervolgens te integreren in een TAG-molecuul met glycerol, zou theoretisch rond de 112 ATP-moleculen kunnen liggen. Dit illustreert de aanzienlijke energie die nodig is voor de opslag van vet.
### Energiewinst bij afbraak
Het omgekeerde proces, de afbraak van triacylglycerolen (lipolyse), stelt deze vetzuren en glycerol vrij om als energiebron te dienen, voornamelijk via bèta-oxidatie van de vetzuren en de glycolyse of gluconeogenese van glycerol. Dit benadrukt de rol van TAGs als een efficiënte energiereserve.
---
# Regulatie van lipolyse
Regulatie van lipolyse
Deze sectie behandelt de enzymen en hormonen die de afbraak van triacylglycerolen (TAGs), oftewel lipolyse, reguleren, met een focus op hormoongevoelig lipase (HSL).
## 4. Regulatie van lipolyse
Lipolyse is het proces waarbij triacylglycerolen (TAGs) worden afgebroken tot glycerol en vrije vetzuren. Dit proces is cruciaal voor de energievoorziening van het lichaam, met name in periodes van energiebehoefte, zoals vasten of fysieke inspanning. De vrijgekomen vetzuren worden getransporteerd naar verschillende weefsels voor oxidatie, terwijl glycerol kan worden gebruikt voor gluconeogenese of glycolyse.
### 4.1 Enzymen die TAG-afbraak reguleren
De afbraak van TAGs vindt plaats in een stapsgewijs proces waarbij drie verschillende lipasen betrokken zijn:
1. **Triglyceride lipase (ATGL of desnutrin)**: Dit enzym katalyseert de eerste stap, de hydrolyse van TAGs tot diacylglycerolen (DAGs) en een vrij vetzuur. ATGL is de belangrijkste regulator van de lipolyse in vetweefsel.
2. **Hormoongevoelig lipase (HSL)**: Dit enzym is verantwoordelijk voor de verdere afbraak van DAGs tot monoacylglycerolen (MAGs) en een vrij vetzuur. HSL is zeer belangrijk voor de regulatie van lipolyse door hormonen.
3. **Monoacylglycerol lipase (MGL)**: Dit enzym zet MAGs om in glycerol en een laatste vrij vetzuur. De activiteit van MGL is relatief hoog en wordt niet sterk gereguleerd door hormonen.
De sequentie van de enzymatische afbraak is als volgt:
$$ \text{TAG} \xrightarrow{\text{ATGL}} \text{DAG} + \text{vetzuur} $$
$$ \text{DAG} \xrightarrow{\text{HSL}} \text{MAG} + \text{vetzuur} $$
$$ \text{MAG} \xrightarrow{\text{MGL}} \text{glycerol} + \text{vetzuur} $$
### 4.2 Regulatie door hormonen
De activiteit van de lipasen, met name ATGL en HSL, wordt sterk gereguleerd door hormonen, die signalen afgeven over de energiebalans van het lichaam.
#### 4.2.1 Adrenaline en glucagon
Hormonen zoals adrenaline (via $\beta$-adrenerge receptoren) en glucagon (vooral in de lever) signaleren een lage energiebalans of een behoefte aan energie. Dit leidt tot een verhoging van de intracellulaire concentratie van cyclisch AMP (cAMP).
* **cAMP-afhankelijke proteïne kinase (PKA)**: Verhoogde cAMP-niveaus activeren PKA. PKA fosforyleert vervolgens zowel HSL als perilipine, een eiwit dat de lipide-druppels in vetcellen omgeeft.
#### 4.2.2 Perilipine en zijn rol
Perilipine speelt een cruciale rol bij de regulatie van lipolyse in vetcellen.
* **Gefosforyleerd perilipine**: Wanneer perilipine wordt gefosforyleerd door PKA, verandert het van structuur en trekt het de geactiveerde (gefosforyleerde) vorm van HSL aan naar het oppervlak van de lipide-druppel. Dit faciliteert de toegang van HSL tot de TAGs, waardoor de lipolyse versneld wordt.
#### 4.2.3 Insuline
Insuline daarentegen, dat wordt afgegeven bij hoge bloedglucosewaarden (teken van een overvloedige energiebalans), remt de lipolyse.
* **Fosfodiësterase 3B (PDE3B)**: Insuline activeert PDE3B, een enzym dat cAMP afbreekt tot AMP. Hierdoor dalen de intracellulaire cAMP-niveaus.
* **Proteïne fosfatase 1 (PP1)**: Een lagere cAMP-concentratie leidt tot verminderde activiteit van PKA, waardoor de fosforylering van HSL en perilipine afneemt. Bovendien activeert insuline ook PP1, dat fosforyleringen ongedaan maakt. Dit leidt tot deactivering van HSL en een verminderde interactie met lipide-druppels, wat de lipolyse sterk remt.
> **Tip:** Begrijp de cascade van signalering: hormonen (adrenaline/glucagon vs. insuline) leiden tot veranderingen in cAMP, die op hun beurt PKA of PDE3B activeren, wat resulteert in de fosforylering/defosforylering van HSL en perilipine, en daarmee de lipolyse reguleert.
### 4.3 Vrijstelling en transport van vetzuren
Na de hydrolyse van TAGs worden de vrijgekomen vetzuren en glycerol uit de vetcellen vrijgegeven in de bloedbaan.
* **Transport van vetzuren**: Vrije vetzuren zijn hydrofoob en kunnen niet vrijelijk in het bloed circuleren. Ze binden daarom aan albumine, het meest voorkomende eiwit in het bloed. Albumine transporteert de vetzuren naar de weefsels die energie nodig hebben, waar ze worden opgenomen en afgebroken via $\beta$-oxidatie.
* **Transport van glycerol**: Glycerol is hydrofiel en wordt vrij in het bloed getransporteerd. Het wordt voornamelijk opgenomen door de lever en kan daar worden omgezet in dihydroxyacetonfosfaat, een intermediair in de glycolyse en gluconeogenese.
> **Voorbeeld:** Tijdens een marathon zal de concentratie van adrenaline in het bloed stijgen. Dit stimuleert de lipolyse in vetweefsel door de fosforylering van HSL en perilipine via de cAMP-PKA-route. Hierdoor worden veel vetzuren vrijgegeven, gebonden aan albumine getransporteerd naar de spieren en gebruikt als energiebron. Tegen het einde van de marathon, na de maaltijd, zal de insulinespiegel stijgen, wat de lipolyse remt en de opslag van vet bevordert.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Triacylglycerolen (TAGs) | Vetmoleculen die bestaan uit een glycerolruggengraat waaraan drie vetzuurmoleculen zijn gebonden via esterbindingen. Ze dienen als belangrijke energiereserve in het lichaam. |
| Vetzuren | Lange koolwaterstofketens met een carboxylgroep aan het ene uiteinde. Ze zijn de bouwstenen voor vetten en worden gebruikt voor energieopslag en -productie. |
| Glycerol | Een eenvoudige alcohol met drie hydroxylgroepen. Het is een bouwsteen voor triacylglycerolen en kan ook worden omgezet in glucose. |
| Endoplasmatisch Reticulum (ER) | Een netwerk van membranen binnen eukaryote cellen, betrokken bij de synthese van eiwitten en lipiden. Het ER speelt een cruciale rol bij de synthese van TAGs. |
| Wit vetweefsel | Een type vetweefsel dat hoofdzakelijk dient voor de opslag van energie in de vorm van triacylglycerolen. Het is verantwoordelijk voor ongeveer 90% van het gewicht van vetcellen. |
| Acyl-CoA | Een geactiveerde vorm van een vetzuur, waarbij het vetzuur is gekoppeld aan Co-enzym A. Acyl-CoA is de directe precursor voor de inbouw van vetzuren in triacylglycerolen. |
| Glycerol-3-fosfaat | Een gefosforyleerde vorm van glycerol, essentieel als glycerolbron voor de synthese van triacylglycerolen. Het wordt gevormd door de activiteit van glycerolkinase. |
| Fosfatidinezuur (PA) | Een fosfolipide dat een intermediair is in de biosynthese van triacylglycerolen en fosfolipiden. Het ontstaat door de opeenvolgende acylering van glycerol-3-fosfaat. |
| Diacylglycerol acyltransferase (DGAT) | Een enzym dat de laatste stap in de synthese van triacylglycerolen katalyseert, waarbij diacylglycerol wordt geacyeeerd met een derde vetzuur. |
| Hyperlipidemieën | Een medische aandoening gekenmerkt door abnormaal hoge concentraties lipiden (vetten), zoals triacylglycerolen en cholesterol, in het bloed. |
| Lipase | Een enzym dat de hydrolyse van vetten (lipiden), zoals triacylglycerolen, katalyseert. Verschillende lipasen zijn betrokken bij de afbraak van TAGs. |
| Lipolyse | Het proces van de afbraak van triacylglycerolen tot glycerol en vrije vetzuren. Dit proces vindt plaats in vetweefsel en levert energie. |
| Hormoongevoelig lipase (HSL) | Een belangrijk enzym dat de afbraak van triacylglycerolen in vetcellen reguleert. Het wordt geactiveerd door hormonen zoals adrenaline en glucagon. |
| Perilipine | Een eiwit dat zich rond de lipidendruppels in vetcellen bevindt en de toegang van hormoongevoelig lipase tot de triacylglycerolen reguleert. |