Cover
Aloita nyt ilmaiseksi Les_11 - Technologie deel 2.pdf
Summary
# Productiesequentie en grondstoffen
Dit onderwerp onderzoekt de opeenvolgende stappen in de productie van artefacten, vanaf de grondstofwinning tot het uiteindelijke afdanken, inclusief de gebruikte natuurlijke en synthetische materialen [3](#page=3).
### 1.1 Definitie en scope van productiesequentie
De productiesequentie, ook wel bekend als de 'chaîne opératoire', is de studie van de opeenvolgende handelingen die betrokken zijn bij de productie van artefacten. Dit omvat het gehele levenscyclus van een object, beginnend bij de winning van de grondstof, gevolgd door de vervaardiging en het gebruik van de objecten of artefacten, en eindigend met het afdanken ervan [3](#page=3).
### 1.2 Grondstoffen
#### 1.2.1 Natuurlijke grondstoffen
De natuurlijke grondstoffen die worden gebruikt bij de productie van artefacten zijn onder andere:
* Steen [4](#page=4).
* Hout [4](#page=4).
* Plantaardige vezels (relevant voor textielproductie) [4](#page=4).
* Bot [4](#page=4).
* Gewei [4](#page=4).
* Ivoor [4](#page=4).
* Schelpen [4](#page=4).
#### 1.2.2 Synthetische materialen
Synthetische materialen, die door menselijke bewerking ontstaan uit natuurlijke of andere materialen, omvatten:
* Aardewerk [5](#page=5).
* Metaal [5](#page=5).
* Glas [5](#page=5).
* Plaaster (ongebluste kalk) [5](#page=5).
##### 1.2.2.1 Vroege synthetische materialen
De ontwikkeling van synthetische materialen heeft een lange geschiedenis:
* Voorbeelden van vroege synthetische materialen zijn te vinden op locaties zoals Campitello (ca. 200.000 BP in Italië) en Königsaue (ca. 120-70.000 BP in Duitsland) [14](#page=14).
* Plaaster, specifiek ongebluste kalk, werd vanaf ongeveer 12.000 jaar geleden gebruikt. Dit proces omvat het verhitten van materialen zoals kalksteen, krijt of mergel tot temperaturen boven de 700-800 graden Celsius. Dit materiaal werd reeds in de Natufiaanse cultuur en later in de PrePottery Neolithic A (PPNA) en PrePottery Neolithic B (PPNB) periodes toegepast, bijvoorbeeld op de site van Aïn Ghazal in Jordanië [16](#page=16).
> **Tip:** Het onderscheid tussen natuurlijke en synthetische grondstoffen is cruciaal voor het begrijpen van technologische ontwikkelingen door de geschiedenis heen. Synthetische materialen markeren vaak significante innovaties in menselijke productiecapaciteiten.
---
# Technologische vooruitgang door vuurgebruik
Dit onderwerp onderzoekt hoe de beheersing van vuur een cruciale rol heeft gespeeld in de technologische ontwikkeling van de mensheid, vanaf de eerste gewenning tot en met verfijnd gebruik in materialenbewerking.
### 2.1 De fasen van vuurdomesticatie
De domesticatie van vuur wordt over het algemeen opgedeeld in twee grote fasen [6](#page=6).
#### 2.1.1 Fase 1: Gewenning aan en seizoenaal gebruik van vuur
Deze initiële fase kenmerkt zich door een lange prehistorie van vuurgebruik, waarbij de mens mogelijk nog niet volledig controle had over het vuur. Het gebruik was waarschijnlijk seizoensgebonden en niet continu [6](#page=6).
#### 2.1.2 Fase 2: De "domesticatie" van vuur
Vanaf circa 300.000 jaar geleden is er een geleidelijke toename in het bewijs voor continu en gecontroleerd vuurgebruik, wat wordt beschouwd als de echte domesticatie van vuur [11](#page=11).
### 2.2 Vroege bewijzen van vuurgebruik
De oudste sites met sporen van vuur dateren van meer dan 400.000 jaar geleden. Enkele van deze belangrijke vindplaatsen zijn [10](#page=10):
* Koobi Fora (Kenia) [10](#page=10).
* Chesowanja (Kenia) [10](#page=10).
* Swartkrans (Zuid-Afrika) [10](#page=10).
* Wonderwerk (Zuid-Afrika) [10](#page=10).
* Kalambo Falls (Zambia) [10](#page=10).
* Gesher Benot Ya’aqov (Israël), gedateerd rond 700.000 jaar geleden [10](#page=10).
* Zhoukoudian (China), gedateerd tussen 500.000 en 200.000 jaar geleden [10](#page=10).
### 2.3 Vuur in technologische toepassingen
#### 2.3.1 Vuur in houtbewerking
Vuur speelde een belangrijke rol in de houtbewerking. Hoewel de specifieke technieken niet gedetailleerd worden beschreven op de gegeven pagina's, impliceert het gebruik van vuur in deze context het vermogen om hout te vormen, te harden of te bewerken met behulp van hitte [12](#page=12).
#### 2.3.2 Hittebehandeling van gesteenten
Een significante technologische vooruitgang was de hittebehandeling van gesteenten. Archeologische vondsten, zoals die in Pinnacle Point (Zuid-Afrika, 70.000 jaar geleden), tonen aan dat vroege mensachtigen gesteenten bewust verhit hebben. Deze techniek, onderzocht door Mercieca & Hiscock had tot doel de eigenschappen van de gesteenten te verbeteren, waarschijnlijk om ze geschikter te maken voor gereedschapsproductie. Door gesteenten te verhitten, konden ze beter worden gebroken en bewerkt tot scherpe werktuigen [13](#page=13) .
> **Tip:** Begrijpen dat vuur niet alleen een warmtebron was, maar ook een instrument om materialen te modificeren, is essentieel voor het waarderen van de technologische sprongen die onze voorouders maakten.
---
# Aardewerk: oorsprong, fabricage en gebruik
Dit onderwerp behandelt de volledige levenscyclus van aardewerk, van de geologische oorsprong van klei via diverse analytische technieken tot de fabricageprocessen en de analyse van het gebruik door middel van residu- en isotopenonderzoek.
### 3.1 Aardewerk: oorsprong
De oorsprong van aardewerk wordt onderzocht aan de hand van verschillende analytische methoden om de herkomst van de gebruikte klei te bepalen [20](#page=20).
#### 3.1.1 Petrografisch onderzoek
Dit onderzoek analyseert slijpplaten van aardewerk om de mineralogische samenstelling te bepalen. Op basis hiervan kunnen aardewerkmonsters in verschillende groepen worden ingedeeld. Er werden vier hoofdgroepen geïdentificeerd [20](#page=20) [22](#page=22):
* **Groep 1a**: Kenmerkt zich door circa 80% mineraal (kwarts, ijzeroxiden, muscoviet) en 20% klei [22](#page=22).
* **Groep 1b**: Vergelijkbaar met groep 1a, maar met een fijnere korrelstructuur, wat kan duiden op een voorbehandeling of zuivering van de klei [22](#page=22).
* **Groep 1c**: Vergelijkbaar met groep 1a, maar met een andere matrix en kleur, mogelijk als gevolg van oxiderende bakking [22](#page=22).
* **Groep 2**: Bestaat voor ongeveer 60% uit mineralen, vergelijkbaar met groep 1, maar zonder muscoviet [22](#page=22).
#### 3.1.2 Chemisch onderzoek
Chemische analyses worden uitgevoerd om de elementaire samenstelling van het aardewerk te bepalen. Technieken zoals X-stralen fluorescentie spectrometrie (XRF) en Laser Ablation Inductively Coupled Plasma Mass Spectrometry (LA-ICP-MS) worden hiervoor gebruikt. XRF kan bijvoorbeeld de relatieve percentages van verschillende oxiden, zoals magnesium oxide (MgO) en kalium oxide (K2O), visualiseren en vergelijken tussen verschillende groepen aardewerk [20](#page=20) [23](#page=23).
#### 3.1.3 Diatomeeënonderzoek
Dit type onderzoek analyseert de microfossielen van diatomeeën die in de klei aanwezig kunnen zijn. Deze microscopische algen kunnen specifieke geografische en omgevingscondities weerspiegelen, wat helpt bij het lokaliseren van de klei-ontsluitingen [20](#page=20) [27](#page=27).
#### 3.1.4 Molluskenonderzoek
De analyse van molluskenresten in aardewerk, zoals gevonden in Swifterbant-aardewerk, kan inzicht geven in de omgeving waarin de klei werd gewonnen. Afdrukken van specifieke weekdieren kunnen dienen als geografische indicators [26](#page=26).
### 3.2 Aardewerk: fabricage
Het fabricageproces van aardewerk omvat meerdere stappen, van de voorbereiding van de klei tot het bakken van het eindproduct [28](#page=28).
#### 3.2.1 Zuiveren van de klei
Het proces begint met het zuiveren van de gewonnen klei. Gedroogde klei kan worden gebroken en vervolgens gezeefd om onzuiverheden te verwijderen [29](#page=29).
#### 3.2.2 Toevoeging van verschralers
Na het zuiveren worden verschralers aan de klei toegevoegd om de eigenschappen ervan te verbeteren, zoals het voorkomen van krimp en scheurvorming tijdens het drogen en bakken. Er worden zowel organische als minerale verschralers gebruikt (#page=30, 32) [30](#page=30) [31](#page=31).
* **Organische verschralers**: Omvatten materialen zoals gras, stro en mos. Been werd ook vermeld als mogelijke organische verschraler [30](#page=30).
* **Minerale verschralers**: Deze kunnen bestaan uit chamotte (gebakken kleifragmenten), zand of silex/kwarts [31](#page=31).
#### 3.2.3 Modelleren van de pot
De gemodelleerde klei wordt vervolgens gevormd tot een pot. Dit kan op verschillende manieren gebeuren [32](#page=32):
* **Handgevormd aardewerk**: Dit omvat technieken zoals het opbouwen van de pot uit kleilobben of de "spiral coiling" techniek, waarbij de wanden worden opgebouwd uit spiraalvormige koorden klei [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Gedraaid aardewerk**: Dit proces maakt gebruik van een pottenbakkerswiel, dat zowel langzaam als snel kan zijn (#page=38, 39) [38](#page=38) [39](#page=39).
#### 3.2.4 Bakken van de pot
Het bakken van de gevormde objecten is een cruciale stap in het fabricageproces. Dit gebeurt in ovens en kan onder verschillende omstandigheden plaatsvinden [41](#page=41):
* **Oxiderende bakking**: Hierbij is voldoende zuurstof aanwezig, wat leidt tot kenmerkende kleuren [41](#page=41).
* **Reducerende bakking**: Hierbij is er een tekort aan zuurstof, wat eveneens specifieke kleurveranderingen teweegbrengt [41](#page=41).
Verschillende soorten ovens werden gebruikt:
* **Veldovens**: Eenvoudige, vaak geïmproviseerde structuren die ter plekke werden gebouwd [44](#page=44).
* **Koepelovens**: Deze ovens zijn permanent en kunnen zowel verticaal als horizontaal georiënteerd zijn (#page=46, 49) [46](#page=46) [49](#page=49).
### 3.3 Aardewerk: gebruik
Het analyseren van het gebruik van aardewerk biedt inzicht in de activiteiten en het dieet van de gebruikers. Dit wordt voornamelijk onderzocht aan de hand van residuanalyses en stabiele isotopenanalyse [50](#page=50) [51](#page=51).
#### 3.3.1 Analyse van (voedsel)residuen
* **Food crusts**: Residuen die aan de binnen- en buitenzijde van aardewerk bewaard zijn gebleven. Deze kunnen direct zichtbaar zijn op de scherven (#page=52, 53) [51](#page=51) [52](#page=52) [53](#page=53).
* **Geabsorbeerd residu**: Voedselresten die in de potsscherven zijn getrokken en daar bewaard zijn gebleven [51](#page=51).
#### 3.3.2 Stabiele Isotopen Analyse
(Bulk) Stabiele Isotopen Analyse, specifiek de analyse van koolstof-13 ($\delta^{13}$C) en stikstof-15 ($\delta^{15}$N), kan informatie verschaffen over het dieet [54](#page=54).
* Verschillen in $\delta^{13}$C-waarden kunnen duiden op de consumptie van planten met verschillende fotosynthesepaden (C3 vs. C4) [54](#page=54).
* Verschillen in $\delta^{15}$N-waarden geven inzicht in de positie van een organisme binnen de voedselketen, waarbij hogere waarden wijzen op een hogere trofische status (bv. vlees of vis) [54](#page=54).
* Grafische weergaven van $\delta^{15}$N en $\delta^{13}$C waarden kunnen onderscheid maken tussen verschillende voedselbronnen zoals planten, vlees en vis in het dieet van de gebruikers van het aardewerk [55](#page=55).
#### 3.3.3 Chromatografische technieken
* **Gaschromatografie-massa spectrometrie (GC-MS)**: Deze techniek kan specifieke moleculen identificeren, zoals vismarkers, die wijzen op het gebruik van vis in bereidingen [57](#page=57).
* **Gaschromatografie-combustie-isotopenresonantie-massaspectrometrie (GC-c-IRMS)**: Een geavanceerdere techniek die naast moleculaire identificatie ook isotopische informatie kan verschaffen, bijvoorbeeld voor het identificeren van vismarkers [58](#page=58).
---
# Metaalbewerking: van ontginning tot fabricage
Dit onderwerp behandelt het proces van metaalbewerking, beginnend bij de ontginning van metalen en hun eigenschappen, tot en met de diverse fabricagetechnieken die worden toegepast om metaalproducten te creëren.
### 4.1 Ontginning van metalen
Metalen komen voor in verschillende vormen, waaronder als natuurlijke mineralen. Voorbeelden hiervan zijn ijzererts, zoals limoniet, klappersteen en ijzerhoudende zandsteen. Echter, sommige metalen bestaan niet als natuurlijke mineralen, maar zijn het resultaat van kunstmatige legeringen [61](#page=61) [62](#page=62).
#### 4.1.1 Belangrijke metalen en legeringen
* **IJzer:** Een veelvoorkomend metaal dat uit ijzererts gewonnen wordt [61](#page=61).
* **Koper:** Een essentieel metaal dat gebruikt wordt in legeringen [74](#page=74).
* **Tin:** Een ander metaal dat, met een relatief laag smeltpunt van ongeveer 232 graden Celsius, belangrijk is voor legeringen [63](#page=63) [74](#page=74).
* **Zink:** Heeft een smeltpunt van 419 graden Celsius en verdampt al bij relatief lage temperaturen [63](#page=63).
* **Goud:** Heeft een smeltpunt van 1064 graden Celsius [63](#page=63).
#### 4.1.2 Legeringen
Legeringen zijn mengsels van metalen, die worden gemaakt om specifieke eigenschappen te verkrijgen. Belangrijke legeringen die in dit onderwerp aan bod komen zijn:
* **Brons:** Een legering van koper en tin [62](#page=62) [74](#page=74) [75](#page=75).
* **Messing:** Een legering van koper en zink [62](#page=62).
* **Staal:** Een legering van ijzer en koolstof [62](#page=62) [84](#page=84).
#### 4.1.3 Kenmerken van metalen
Metalen vertonen diverse kenmerken die bepalend zijn voor hun toepassingen:
* Hardheid [63](#page=63).
* Broosheid [63](#page=63).
* Resistentie tegen corrosie [63](#page=63).
* Smeltpunt [63](#page=63).
* Goud: 1064 °C [63](#page=63).
* Koper: 1083 °C [63](#page=63).
* Tin: 232 °C [63](#page=63).
* Zink: 419 °C [63](#page=63).
* IJzer: 1538 °C [63](#page=63).
#### 4.1.4 Analysetechnieken voor metaalherkomst
Wetenschappelijke technieken worden gebruikt om de herkomst en samenstelling van metalen te analyseren. Loodisotopenanalyse is een voorbeeld van zo'n techniek. Moderne technieken zoals röntgenfluorescentie (XRF) en micro-computertomografie (µCT) worden ook toegepast, met name in archeologisch onderzoek van bronstijdobjecten [66](#page=66) [67](#page=67) [85](#page=85).
### 4.2 Fabricage van metalen
Het fabricageproces van metalen omvat verschillende stappen, van het smelten tot de uiteindelijke afwerking [70](#page=70).
#### 4.2.1 Smelten en legeren
Het smelten van metalen is een cruciale eerste stap in de fabricage. Dit proces vereist hoge temperaturen, vaak bereikt met behulp van brandstoffen zoals houtskool [74](#page=74).
* **Smeltpunt koper:** 1083 °C [74](#page=74).
* **Smeltpunt tin:** circa 232 °C [74](#page=74).
Het legeren van metalen, zoals het maken van brons uit koper en tin, vindt plaats tijdens het smeltproces [74](#page=74) [75](#page=75).
#### 4.2.2 Smeden
Smeden is een techniek om metalen in de gewenste vorm te brengen door middel van bewerken, zoals hameren, snijden en polijsten. Dit kan zowel bij hoge temperaturen (warm smeden) als bij kamertemperatuur (koud smeden) plaatsvinden [70](#page=70) [76](#page=76) [77](#page=77) [84](#page=84).
* **Ontlaten (annealing):** Een warmtebehandeling die vaak onderdeel is van het smeedproces om het metaal zachter en beter bewerkbaar te maken [70](#page=70).
#### 4.2.3 Gieten
Gieten is een fabricagetechniek waarbij gesmolten metaal in een mal wordt gegoten om het de gewenste vorm te geven. Er zijn verschillende gietvormen [70](#page=70):
* **Open gietvorm** [78](#page=78).
* **Gesloten gietvorm** [78](#page=78).
* **Verloren was techniek:** Een methode waarbij een model van was wordt gebruikt, dat na het omhullen met een gietmateriaal, wordt weggesmolten voordat het metaal wordt ingegoten [78](#page=78).
#### 4.2.4 IJzerproductie en verslakken
De productie van ijzer kent specifieke processen, waaronder het zuiveren van ijzererts door middel van verslakken [79](#page=79).
* **Verslakken:** Een proces dat begint bij circa 1100 °C en waarbij vloeibare ijzerslakken worden gevormd en gescheiden van het zuivere ijzer [79](#page=79) [81](#page=81).
* **Laagoven:** Een type oven dat gebruikt wordt voor processen zoals verslakken [79](#page=79).
* **Smeedijzer:** Een vorm van puur ijzer, ook wel wolf genoemd, dat gescheiden is van slakken [80](#page=80).
> **Tip:** De productie van smeedijzer is zeer energie-intensief. Voor 1 kilogram smeedijzer is bijvoorbeeld 13 kilogram ijzererts, 130 kilogram houtskool en 760 kilogram hout nodig [82](#page=82).
#### 4.2.5 Hoogovens en gietijzer
Vanaf de 14e eeuw werden hoogovens ontwikkeld voor de productie van ijzer. Deze ovens maakten de productie van gietijzer mogelijk [83](#page=83).
* **Gietijzer:** Een legering van ijzer die met behulp van hoogovens wordt geproduceerd. Deze technologie was al vanaf de 6e eeuw na Christus bekend in China [83](#page=83).
#### 4.2.6 Verdere bewerking en analyse
Na de primaire fabricagestappen volgen vaak verdere bewerkingen voor decoratie en fijnere afwerking. Technieken zoals warm en koud hameren worden gebruikt, naast het bewerken van legeringen zoals zilver-koper. Metallografische microscopie is een techniek die gebruikt wordt om de microstructuur van metalen, zoals smeedijzer en staal, te bestuderen [70](#page=70) [84](#page=84).
---
# Glas en examenvoorbereiding
Dit onderdeel behandelt de basisprincipes van glasproductie door het verlagen van het smeltpunt van silica met soda en geeft inzicht in de examenvereisten.
### 5.1 Glasproductie
Glas wordt geproduceerd door silica te verhitten tot zeer hoge temperaturen. Het smeltpunt van zuivere silica is 1723 °C. Om dit proces efficiënter en toegankelijker te maken, wordt het smeltpunt van silica verlaagd door de toevoeging van soda (natriumcarbonaat). Deze toevoeging kan het smeltpunt van het mengsel reduceren tot circa 800 °C [86](#page=86).
### 5.2 Examenvoorbereiding
Voor het examen met betrekking tot dit onderwerp is een gecombineerde voorbereiding essentieel. Het examen zal bestaan uit verschillende vraagtypen [87](#page=87):
* Open vragen [87](#page=87).
* Detailvragen [87](#page=87).
* Vragen gebaseerd op afbeeldingen [87](#page=87).
* Casussen die in de les zijn besproken [87](#page=87).
Om je optimaal voor te bereiden, dien je gebruik te maken van de volgende bronnen [87](#page=87):
* Slides van de colleges [87](#page=87).
* Informatie uit de lessen [87](#page=87).
* De syllabus [87](#page=87).
* Het handboek [87](#page=87).
> **Tip:** Zorg ervoor dat je zowel de theoretische concepten achter glasproductie begrijpt als de specifieke voorbeelden en casussen die tijdens de lessen zijn behandeld, aangezien deze deel uitmaken van het examenmateriaal [87](#page=87).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Productiesequentie (chaîne opératoire) | De studie van de opeenvolgende handelingen die betrokken zijn bij de productie van artefacten, beginnend bij de winning van de grondstof, via vervaardiging en gebruik, tot de uiteindelijke afdanking van het object. |
| Natuurlijke grondstoffen | Materialen die rechtstreeks uit de natuur worden gewonnen en gebruikt voor de productie van objecten, zoals steen, hout, bot, gewei en schelpen. |
| Synthetische materialen | Materialen die door menselijke bewerking en transformatie van natuurlijke of andere materialen worden gemaakt, zoals aardewerk, metaal, glas en plaaster. |
| Vuurdomesticatie | Het proces waarbij vuur onder controle wordt gebracht en regelmatig wordt gebruikt voor diverse doeleinden, zoals warmte, koken, en technologische processen. Dit omvat verschillende fasen, van gewenning aan vuur tot gecontroleerd en seizoensgebruik. |
| Hittebehandeling van gesteenten | Een techniek waarbij gesteente, vaak voor de productie van gereedschappen, wordt blootgesteld aan hitte om de eigenschappen ervan te verbeteren, zoals het vergemakkelijken van het bewerken of het verbeteren van de scherpte. |
| Aardewerk | Een object gemaakt van gebakken klei. De productie omvat ontginning, zuivering, toevoeging van verschralers, modelleren en bakken. |
| Petrografisch onderzoek | Een analyse van slijpplaten van aardewerk of gesteente om de minerale samenstelling en de structuur van het materiaal te bepalen, wat helpt bij het vaststellen van de herkomst. |
| Chemisch onderzoek (XRF, LA-ICP-MS) | Technieken zoals röntgenfluorescentiespectrometrie (XRF) en Laser Ablatie Inductief Gekoppeld Plasma Massa Spectrometrie (LA-ICP-MS) die de elementaire samenstelling van materialen analyseren om de herkomst of productiemethoden te achterhalen. |
| Diatomeeënonderzoek | Onderzoek naar diatomeeën (eencellige algen) die in kleiafzettingen kunnen voorkomen. Hun aanwezigheid en soort kunnen aanwijzingen geven over de omgeving waar de klei werd afgezet, zoals mariene of rivieromgevingen. |
| Voedselresidu op potscherf | Restanten van voedsel die na verloop van tijd zijn geabsorbeerd in de poreuze structuur van aardewerk. Analyse hiervan kan informatie verschaffen over de gebruikte inhoud van het aardewerk. |
| Stabiele isotopenanalyse (Bulk, GC-c-IRMS) | Een techniek die de verhoudingen van stabiele isotopen (zoals koolstof en stikstof) in organische resten analyseert. Dit kan informatie geven over het dieet van de gebruikers van het aardewerk of de aard van het verwerkte materiaal. GC-c-IRMS is specifiek voor de analyse van organische verbindingen. |
| Metaal | Een groep chemische elementen die typisch glanzend, geleidend en vervormbaar zijn. Voorbeelden zijn goud, koper, tin, zink en ijzer. |
| Legering | Een mengsel van twee of meer metalen, of een metaal met één of meer andere elementen, om materialen met verbeterde eigenschappen te creëren, zoals brons (koper en tin) of staal (ijzer en koolstof). |
| Smelten | Het proces waarbij een vaste stof, meestal een metaal, wordt verhit tot boven zijn smeltpunt om het vloeibaar te maken, wat nodig is voor gieten of legeren. |
| Smeden | Een bewerkingstechniek waarbij metaal wordt gevormd door het te hameren, snijden of polijsten, vaak bij verhoogde temperaturen (warm smeden) of bij kamertemperatuur (koud smeden). |
| Gieten | Het proces waarbij vloeibaar metaal in een mal wordt gegoten om een object met een specifieke vorm te creëren nadat het metaal is gestold. |
| Verslakken | Het proces van het zuiveren van ijzererts door het te verhitten tot hoge temperaturen, waardoor slakken (onzuiverheden) zich scheiden van het gesmolten ijzer. |
| Glas | Een amorfe, vaste stof die doorgaans ontstaat door het smelten van zand (silica) met een fluxmiddel zoals soda, gevolgd door snelle afkoeling. |