Cover
Aloita nyt ilmaiseksi fiscaal deel 2 fiscale procedure.pdf
Summary
# De fiscale procedure en de aangifteverplichting
Dit onderwerp beschrijft de algemene fasen van de fiscale procedure, beginnend met de aangifteverplichting van de belastingplichtige en de gevolgen daarvan [1](#page=1).
### 1.1 Het belang van het aanslagjaar
Het aanslagjaar is cruciaal in het fiscaal recht, omdat alle regels gekoppeld zijn aan een specifiek aanslagjaar [1](#page=1).
* **Personenbelasting:** Het inkomstenjaar is een kalenderjaar X, en het aanslagjaar is kalenderjaar X+1 [1](#page=1).
* **Vennootschapsbelasting:**
* Bij een kalenderboekjaar is het inkomstenjaar gelijk aan het boekjaar (kalenderjaar X), en het aanslagjaar is kalenderjaar X+1 [1](#page=1).
* Bij een gebroken boekjaar (dat afwijkt van het kalenderjaar) is het inkomstenjaar gelijk aan het boekjaar, en het aanslagjaar is het jaar waarin het boekjaar eindigt [1](#page=1).
### 1.2 De fiscale procedure: een overzicht
Het doel van de fiscale procedure is ervoor te zorgen dat alle Belgen belastingen betalen. De fiscus onderzoekt de belastbare grondslag om de verschuldigde belasting te bepalen ($Belasting = Belastbare grondslag \times tarief$). De procedure omvat de volgende stappen [1](#page=1):
1. **Aangifte:** Eenmalige jaarlijkse indiening door personen, vennootschappen, etc [1](#page=1).
2. **Onderzoek:** De fiscus onderzoekt de juistheid van de aangifte, met specifieke bevoegdheden, termijnen en regels voor bewijslevering [1](#page=1).
3. **Communicatie:** Correspondentie tussen de fiscus en de belastingplichtige over de bevindingen [1](#page=1).
4. **Aanslag:** Document waarin het te betalen of terug te krijgen bedrag aan belastingen wordt vastgesteld [2](#page=2).
5. **Bezwaar of ambtshalve ontheffing:** Mogelijkheid voor de belastingplichtige om bezwaar aan te tekenen tegen de aanslag, zowel administratief als via de rechtbank [2](#page=2).
6. **Invordering:** Indiening en inning van de vastgestelde belastingen door de fiscus [2](#page=2).
### 1.3 De aangifteverplichting
#### 1.3.1 Principes van de aangifteverplichting
De aangifteverplichting rust op het principe van vermoeden van juistheid: wat de belastingplichtige aangeeft, wordt geacht juist te zijn, tenzij de administratie het tegendeel kan bewijzen. De bewijslastverdeling is als volgt [2](#page=2):
* **Belastingaftrekken, -vrijstellingen en -verminderingen:** De bewijslast ligt bij de belastingplichtige (BP) om deze aan te tonen, bijvoorbeeld met attesten voor giften of kinderopvang [2](#page=2).
* **Inkomsten:** De bewijslast voor de hoogte van de inkomsten ligt primair bij de administratie [2](#page=2).
#### 1.3.2 Wie is aangifteplichtig?
In principe is iedere rijksinwoner die belastbare inkomsten verwerft of kan verwerven verplicht een individuele aangifte in te dienen. Dit geldt ook voor [2](#page=2):
* **Minderjarigen:** Indien zij beroepsinkomsten hebben (bv. studentenwerk) of eigen inkomsten ontvangen zoals alimentatie, zijn zij verplicht zelf aangifte te doen [2](#page=2).
* **Personen zonder domicilie in België maar met een "zetel van fortuin" in België:** Dit betekent dat belangrijke persoonlijke en economische banden met België bestaan, zoals school, partner, etc [2](#page=2).
#### 1.3.3 Specifieke situaties en aangifteplichten
In bepaalde specifieke situaties wordt de aangifteverplichting waargenomen door vertegenwoordigers:
* **Overlijden:** Erfgenamen [2](#page=2).
* **Faillissement:** Curator [2](#page=2).
* **Vennootschappen:** Bestuurder [2](#page=2).
* **Ontbonden vennootschappen:** Vereffenaar [2](#page=2).
* **Onbekwamen of minderjarigen:** Ouders of voogd [2](#page=2).
* **Lasthebber:** Iemand die volmacht krijgt (bv. accountant) [2](#page=2).
* **Analfabeten:** Recht op hulp van een medewerker van de FOD Financiën [2](#page=2).
#### 1.3.4 Gehuwden en wettelijk samenwonenden
Gehuwden en wettelijk samenwonenden worden fiscaal gelijkgesteld. Zij dienen in principe een gemeenschappelijke aangifte in, waarbij de belastbare inkomsten apart worden vermeld en berekend (twee kolommen) [3](#page=3).
* **Eerste jaar van huwelijk of jaar van ontbinding:** Afzonderlijke aangiften worden ingediend, met een mogelijke keuze voor een gezamenlijke aanslag bij overlijden [3](#page=3).
* **Jaar van feitelijke scheiding:** In principe wordt een gezamenlijke aangifte ingediend, maar een afzonderlijke aangifte is ook mogelijk, met een gezamenlijke aanslag [3](#page=3).
* **Feitelijke samenwonenden:** Moeten elk afzonderlijk aangifte indienen; er is geen gelijkstelling [3](#page=3).
#### 1.3.5 Vrijstellingen van aangifte
Er zijn vrijstellingen van aangifte mogelijk, met name voor belastingplichtigen zonder beroepswerkzaamheid wiens belastbare inkomsten de belastingvrije som (of de samengestelde belastingvrije som voor echtgenoten/wettelijk samenwonenden) niet overschrijden [3](#page=3).
* **Voorstel vereenvoudigde aangifte:** De FOD Financiën stuurt vaak een voorstel voor vereenvoudigde aangifte uit, waarbij veel gegevens al zijn ingevuld. Het is cruciaal deze aangifte te controleren op fouten [3](#page=3).
* **Belastingvrije som:** Voor AJ 2025 bedraagt deze EUR 10.570. Inkomsten lager dan dit bedrag kunnen vrijgesteld zijn van aangifte [3](#page=3).
**Uitzonderingen op vrijstellingen (aangifte is ALTIJD verplicht):**
* Buitenlandse inkomsten [3](#page=3).
* Buitenlandse rekeningen [3](#page=3).
* Onderwerping aan de kaaimantaks [3](#page=3).
* Woonplaats in het buitenland maar met een zetel van fortuin in België [3](#page=3).
### 1.4 Voorwaarden waaraan een aangifte moet voldoen
Een aangifte moet voldoen aan de volgende voorwaarden om als geldig te worden beschouwd [3](#page=3):
* **Regelmatigheid:** De aangifte moet correct worden ingediend via de voorgeschreven kanalen (papier, digitaal via Tax-on-web, Biztax, RV-on-web, FinProf) [3](#page=3).
* Tax-on-web: Personenbelasting (PB) en buitenlandse beroepsinkomsten (BNI) [3](#page=3).
* Biztax: Vennootschapsbelasting (VENN. B.) en roerende voorheffing (RPB) [3](#page=3).
* RV-on-web: Roerende voorheffing (RV) [3](#page=3).
* FinProf: Bedrijfsvoorheffing (BV) [3](#page=3).
* **Volledigheid:** Alle noodzakelijke cijfers, bijlagen en meldingen moeten worden opgenomen. Dit omvat bijvoorbeeld de verplichte melding van buitenlandse bankrekeningen, levensverzekeringen en juridische constructies aan het Centraal Aanspreekpunt (CAP). Attesten voor giften of kinderopvang moeten niet meegestuurd worden, maar wel bijgehouden voor eventuele controles [4](#page=4).
* **Tijdigheid:** De aangifte moet binnen de wettelijke termijnen worden ingediend. Niet-correct ingevulde of te late aangiften kunnen leiden tot sancties [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.5 Aangiftetermijnen
#### 1.5.1 Personenbelasting
* **Papieren aangifte:** Uiterste datum is 30 juni [4](#page=4).
* **Aangifte via MyMinfin (Tax-on-web):** Uiterste datum is 15 juli voor zowel burgers als mandatarissen [4](#page=4).
* **Complexe aangifte (buitenlandse beroepsinkomsten, bezoldigingen bedrijfsleider):**
* Papieren aangifte: 30 juni [4](#page=4).
* Aangifte via MyMinfin (Tax-on-web): 16 oktober voor zowel burgers als mandatarissen [4](#page=4).
#### 1.5.2 Vennootschapsbelasting
* **Verplicht elektronisch via Biztax:** Sinds AJ 2014 is papier niet meer mogelijk [4](#page=4).
* **Uiterste indieningsdatum:** De laatste dag van de zevende maand volgend op de afsluiting van het boekjaar. De aangifte moet gebaseerd zijn op de goedgekeurde jaarrekening. De termijn van 7 maanden begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de balansdatum [4](#page=4).
* **Vervaldag op weekend/feestdag:** De eerstvolgende werkdag is de uiterste indieningsdatum [4](#page=4).
* **Specifieke termijn voor AJ 2024 en later:** Wanneer het belastbaar tijdperk eindigt tussen 31 december van het voorgaande jaar (AJ -1) en de laatste dag van februari van het aanslagjaar, is de uiterste datum 30 september. Dit werd ingevoerd om de administratieve piek op 31 december te vermijden [4](#page=4).
---
# Sancties bij niet-naleving van fiscale verplichtingen
Dit gedeelte beschrijft de mogelijke gevolgen van het niet naleven van fiscale verplichtingen, zoals niet-aangifte, laattijdige aangifte of onjuiste aangifte, en de sancties die hieraan verbonden zijn [5](#page=5).
### 2.1 Algemene gevolgen van niet-naleving
Bij niet-naleving van fiscale verplichtingen, zoals het niet indienen, laattijdig indienen of onjuist indienen van een aangifte, kan de fiscus diverse sancties opleggen. Dit omvat de mogelijkheid van een ambtshalve aanslag, administratieve sancties, strafrechtelijke sancties en een verlengde controle- en aanslagtermijn [5](#page=5).
### 2.2 Ambtshalve aanslag
Een ambtshalve aanslag is een gevolg van niet-naleving en leidt tot een omkering van de bewijslast. De fiscus neemt het initiatief om zelf de aangifte in te vullen, waarbij alles wat de administratie vaststelt vermoed wordt juist te zijn. Dit is echter geen verplichting voor de fiscus, maar een recht [5](#page=5).
#### 2.2.1 Forfaitaire belastbare minimumbasis
Als hulpmiddel voor de administratie bij het ontbreken van een aangifte, is er de forfaitaire belastbare minimumbasis. Het niet indienen van een aangifte leidt ertoe dat de belastbare grondslag minstens een wettelijk vastgelegd en geïndexeerd minimumbedrag zal bedragen [5](#page=5).
* **Persoonlijke Vennootschapsbelasting (PB):** Het niet-geïndexeerde bedrag is 19.000 dollars [5](#page=5).
* **Vennootschapsbelasting (VEN.B.):** Het niet-geïndexeerde bedrag is 40.000 dollars. Bij herhaalde inbreuken binnen vier jaar kan dit bedrag met 25% verhoogd worden tot maximaal 200% [5](#page=5).
* **Vennootschapsbelasting (VB.):** Voor AJ 2026 bedraagt het geïndexeerde bedrag 47.800 dollars [5](#page=5).
> **Tip:** Deze forfaitaire bedragen zijn zeer hoog, dus het is te verkiezen om dit te vermijden door correct aangifte te doen [5](#page=5).
#### 2.2.2 Procedure bij te laat indienen
Bij een te late aangifte of het niet indienen ervan, kan de fiscus de procedure van de ambtshalve aanslag starten. De belastingplichtige verliest hierdoor voordelen. Als alternatief kan, bij bijvoorbeeld een tweede keer te laat, met de administratie worden overeengekomen dat de indiening toch wordt aanvaard zonder deze specifieke procedure te starten [5](#page=5).
### 2.3 Administratieve sancties
Administratieve sancties kunnen worden opgelegd bij niet-aangifte, laattijdige aangifte en onjuiste aangifte [5](#page=5).
#### 2.3.1 Belastingverhoging
De belastingverhoging bedraagt een percentage van de verschuldigde belasting op het niet aangegeven inkomensgedeelte. Dit percentage kan variëren tussen 10% en 200% [5](#page=5).
* **Versoepeling:** Tot vorig jaar werd bij een fout onmiddellijk een belastingverhoging van 10% op het foutief aangegeven bedrag aangerekend. Dit is nu versoepeld [5](#page=5).
* **Toepassingsgebied:** De belastingverhoging is van toepassing bij te late aangifte, niet-indiening, of onvolledige/foutieve aangifte [5](#page=5).
> **Belangrijk:** Volgens minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) hoeft één enkele fout maken niet direct ernstig te zijn [5](#page=5).
#### 2.3.2 Boetes
Naast belastingverhogingen kunnen ook boetes worden opgelegd bij niet-aangifte, laattijdige aangifte en onjuiste aangifte. Deze boetes hebben een vast bedrag en kunnen variëren tussen 50 dollars en 1.250 dollars [6](#page=6).
* **Combinatie:** Een combinatie van belastingverhoging én boete is mogelijk [6](#page=6).
> **Example:** Als u vergeet een juridische constructie aan te geven, kunt u per juridische constructie een boete moeten betalen. Bij vier constructies en een periode van drie jaar teruggaande controle, kan dit oplopen tot rond de 80.000 dollars aan boete [6](#page=6).
### 2.4 Strafrechtelijke sancties
Strafrechtelijke sancties worden opgelegd door de strafrechter en zijn enkel van toepassing bij een misdrijf. Er moet sprake zijn van een materieel en moreel element, waarbij er een bedrieglijk oogmerk is om foutief te handelen [6](#page=6).
* **Voorbeelden:** Fraude plegen met de bedoeling belastingen te ontduiken [6](#page=6).
* **Sancties:** Gevangenisstraf en/of geldboete [6](#page=6).
* **Vanaf 2020:** In grote fraudedossiers oordeelt de strafrechter over de omvang en inning van de belastingschuld (zelfstandige vordering fiscus). Voor 2020 kon de strafrechter enkel boetes opleggen, nu kan hij zowel de belastingschuld als de boete bepalen [6](#page=6).
> **Discussiepunt:** Er is discussie omdat de strafrechter mogelijk weinig kennis van fiscaal recht heeft, wat kan leiden tot twijfels over de gepastheid van zijn uitspraak [6](#page=6).
### 2.5 Verlengde controle- en aanslagtermijn
Vanaf AJ 2023 is er een verlengde controle- en aanslagtermijn van vier jaar. Deze termijn is van toepassing als de aangifte te laat is ingediend of niet is ingediend [5](#page=5) [6](#page=6).
### 2.6 Onderzoeksbevoegdheden van de fiscus
De fiscus heeft onderzoeksbevoegdheden ten aanzien van de belastingplichtige, waaronder het vragen om inlichtingen [6](#page=6).
* **Beperkingen:** Deze bevoegdheden zijn beperkt door de rechtspraak tot fiscaal relevante en gerichte vragen. "Fishing expeditions", waarbij zeer uitgebreide en niet-specifieke vragen worden gesteld met het doel dat onvoorzichtigen iets gaan lossen, zijn uitgesloten [6](#page=6).
* **Termijn voor antwoord:** Vragen om inlichtingen dienen te worden beantwoord binnen één maand, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de dag van verzending. Verlenging is mogelijk indien de termijn op een zaterdag, zondag of feestdag valt [6](#page=6).
* **Algemene bevoegdheden:** Voordat wettelijk geregelde onderzoeksbevoegdheden worden toegepast, kan een controleur, net als elke burger, observeren en luisteren. Hij mag dus doen wat voor iedereen is toegelaten [6](#page=6).
---
# Onderzoeksbevoegdheden van de fiscus
De fiscus beschikt over diverse middelen om informatie te verzamelen en controles uit te voeren bij belastingplichtigen en derden, met als doel de correcte inning van belastingen te waarborgen [6](#page=6).
### 3.1 Algemene beginselen van onderzoek
Vooraleer specifieke wettelijke onderzoeksbevoegdheden worden uitgeoefend, kan de fiscus optreden als elke burger: observeren en luisteren. Dit betekent dat de fiscus informatie mag verzamelen uit openbare bronnen zoals kranten, observaties op straat, Google Earth of sociale media om tot taxatie over te gaan [6](#page=6) [7](#page=7).
### 3.2 Onderzoeksbevoegdheden ten aanzien van de belastingplichtige zelf
#### 3.2.1 Vraag om inlichtingen
De fiscus kan de belastingplichtige om inlichtingen vragen. Deze vragen moeten aan strikte voorwaarden voldoen [7](#page=7):
* Ze moeten fiscaal relevant zijn, wat betekent dat ze betrekking moeten hebben op elementen die belastbaar zijn [7](#page=7).
* De vragen moeten gericht en specifiek zijn, gericht op het verkrijgen van een concreet antwoord op een duidelijk afgebakende vraag. "Fishing expeditions", waarbij algemene en brede vragen worden gesteld om te zien wat de belastingplichtige prijsgeeft, zijn uitgesloten [6](#page=6) [7](#page=7).
* De belastingplichtige heeft een termijn van één maand om te antwoorden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de verzendingsdatum van de vraag om inlichtingen. Wanneer deze termijn op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt deze verlengd tot de eerstvolgende werkdag [6](#page=6) [7](#page=7).
> **Voorbeeld:** Een vraag om inlichtingen wordt verzonden op donderdag 9 oktober. De termijn begint te lopen vanaf maandag 13 oktober (derde werkdag). Eén maand vanaf dan is 13 november. Min één dag is 12 november (donderdag) [7](#page=7).
#### 3.2.2 Plaatsbezoek (Visitatierecht)
De fiscus kan ter plaatse een bezoek brengen aan de belastingplichtige, zowel aan beroepslokalen als aan particuliere woningen [7](#page=7).
* **Doel:** Het doel van een plaatsbezoek is het onderzoeken van boeken en bescheiden, het vaststellen van de aard en belangrijkheid van werkzaamheden, en het nazien van de aard en hoeveelheid van voorraden [7](#page=7).
* **Wanneer:**
* **Beroepslokalen:** Tijdens de uren dat de werkzaamheid wordt uitgeoefend [7](#page=7).
* **Particuliere woningen:** Tussen 05:00 en 21:00 uur, en dit enkel mits een gemotiveerde machtiging van de politierechter [7](#page=7).
* **Actief zoekrecht:** Volgens een arrest van het Hof van Cassatie van 2023 mag de fiscus kasten laten openen en onderzoek doen, zelfs zonder toestemming van de belastingplichtige, tenzij de belastingplichtige expliciet aangeeft dat dit niet meer mag. Tegenwerking door de belastingplichtige kan leiden tot sancties [8](#page=8).
> **Voorbeeld:** Een controleur kan de voorraad in een pannenkoekenfabriek controleren door het aantal geproduceerde pannenkoeken te vergelijken met de ingekochte ingrediënten, om zo na te gaan of er ingrediënten zwart werden aangekocht [7](#page=7).
### 3.3 Onderzoek bij derden
#### 3.3.1 Vraag om inlichtingen bij bepaalde personen of groepen
De fiscus kan ook bij derden, zoals werkgevers of reisbureaus, inlichtingen vragen over de belastingplichtige. Deze vragen moeten eveneens fiscaal relevant en gericht zijn. Er is geen specifieke antwoordtermijn voor derden, maar deze moet wel redelijk zijn [8](#page=8).
> **Voorbeeld:** De fiscus kan een werkgever vragen welke onkostenvergoedingen een werknemer heeft ontvangen. Reisbureaus kunnen gevraagd worden om een overzicht te bezorgen van geboekte reizen boven een bepaald bedrag, om na te gaan of grote uitgaven niet overeenkomen met aangegeven inkomsten [8](#page=8).
#### 3.3.2 Spontane meldingen
Informatie kan ook verkregen worden via spontane meldingen van diverse bronnen:
* **Kansspelcommissie:** Deze commissie speelt gegevens door over fraudegevoelige sectoren zoals casino's [8](#page=8).
* **Cel Financiële Informatieverwerking (CFI):** Banken zijn wettelijk verplicht om verdachte financiële transacties, zoals grote dagelijkse stortingen zonder plausibele verklaring, te monitoren en te melden. De CFI onderzoekt deze meldingen en kan informatie doorgeven aan het parket of de fiscus [8](#page=8).
* **Openbaar Ministerie:** De fiscus kan inzage vragen bij het Openbaar Ministerie, dat een meldingsplicht heeft bij potentieel interessante dossiers [8](#page=8).
* **"Klikbrieven":** Meldingen van particulieren die onrechtmatigheden vermoeden. De fiscus moet dergelijke informatie steeds zelf onderzoeken en bewijzen; een "klikbrief" kan nooit de enige basis vormen voor een aanslag, maar kan wel aanleiding geven tot een eigen onderzoek [8](#page=8).
### 3.4 Het fiscaal bankgeheim en de uitzonderingen
Traditioneel mocht de fiscus geen onderzoek voeren naar de bankgegevens van klanten vanwege het bankgeheim. Dit bankgeheim is echter in de loop der tijd aanzienlijk uitgehold. Er zijn drie belangrijke uitzonderingen op het bankgeheim [9](#page=9):
#### 3.4.1 Uitzondering in de taxatieprocedure
* Indien er concrete **aanwijzingen van belastingontduiking** zijn, kan het bankgeheim worden opgeheven. Een aanwijzing is een vermoeden, nog geen bewijs [10](#page=10) [9](#page=9).
* Dit is relevant in het kader van **indiciaire taxatie**, waarbij belast wordt op basis van het verschil tussen veronderstelde inkomsten en uitgaven wanneer er een significant gat is. De belastingplichtige kan dit gat proberen te weerleggen met bijvoorbeeld een erfenis of gift [9](#page=9).
> **Voorbeeld:** Iemand die een auto van 80.000 dollars koopt, maar slechts een maandelijkse uitkering van 800 dollars ontvangt, kan een indiciaire taxatie riskeren voor het verschil, tenzij de herkomst van het geld kan worden aangetoond [9](#page=9).
#### 3.4.2 Uitzondering in de geschillenprocedure
Indien de opgeworpen argumenten in een geschil verband houden met bankgegevens, is het bankgeheim niet van toepassing [9](#page=9).
#### 3.4.3 Uitzondering in de invorderingsprocedure
In de invorderingsprocedure geldt het bankgeheim evenmin [9](#page=9).
> **Tip:** Om de bankgegevens op te vragen, moet de fiscus in principe eerst de belastingplichtige verzoeken om het bankgeheim op te heffen. Indien dit geweigerd wordt, kan de fiscus alsnog de bankgegevens opvragen, maar de belastingplichtige moet hiervan wel op de hoogte worden gebracht [10](#page=10).
### 3.5 Centraal Aanspreekpunt (CAP)
De Nationale Bank beheert een databank, het Centraal Aanspreekpunt (CAP), waar Belgische banken en financiële instellingen verplicht zijn informatie te melden over hun cliënten, bankrekeningnummers, volmachtdragers en contracten. Rijksinwoners moeten bovendien hun buitenlandse bankrekeningen zelf aanmelden bij het CAP. Dit systeem verzamelt gegevens over binnenlandse, aangegeven buitenlandse en cryptorekeningen [9](#page=9).
### 3.6 Gevolgen van niet-medewerking aan onderzoek
Niet-medewerking aan een fiscaal onderzoek kan leiden tot verschillende sancties:
* **Administratieve boetes:** [10](#page=10).
* **Strafrechtelijke sancties:** Indien de fiscus kan aantonen dat de niet-medewerking voortkomt uit bedrieglijk opzet of oogmerk om te schaden [10](#page=10).
* **Dwangsom:** De fiscus kan een dwangsom opleggen per dag dat bepaalde informatie niet wordt verstrekt. Het regeerakkoord suggereert echter de afschaffing hiervan [10](#page=10).
* **Risico op ambtshalve aanslag:** De fiscus kan zelfstandig een aanslag opleggen zonder inspraak van de belastingplichtige [10](#page=10).
### 3.7 Onderzoeks- en aanslagtermijnen
De duur van de onderzoeksbevoegdheden van de fiscus is in grote mate gekoppeld aan de aanslagtermijnen. De fiscus mag onderzoekmaatregelen nemen zolang de aanslagtermijn niet is verstreken. Zelfs na het vestigen en betalen van een aanslag, kan de fiscus verder onderzoek voeren binnen de geldende onderzoekstermijn [10](#page=10).
* Voor inkomstenbelastingen geldt een algemene verlengde controle- en aanslagtermijn van 4 jaar, ingegaan vanaf AJ 2023, indien er te laat of niet is ingediend [6](#page=6).
---
# De onderzoekstermijn en het vestigingsproces van de aanslag
Dit onderwerp behandelt de periodes waarbinnen de fiscus onderzoek mag doen en de procedures voor het vaststellen van de belastbare grondslag, inclusief de bijbehorende termijnen.
### 4.1 De onderzoekstermijn
De onderzoekstermijn bepaalt hoe lang de fiscale administratie onderzoek mag doen naar inkomsten. De lengte van deze termijn is afhankelijk van de tijdige indiening en correctheid van de belastingaangifte [11](#page=11).
#### 4.1.1 Tijdige en correcte aangifte
Wanneer een belastingplichtige zijn aangifte tijdig indient en deze voldoet aan de wettelijke vormvereisten, beschikt de administratie over een termijn van 3 jaar om zowel onderzoek te voeren als de aanslag te vestigen. Deze termijn vangt aan op 1 januari van het aanslagjaar (AJ). In fraudegevallen kunnen deze termijnen aanzienlijk langer zijn, waarbij de fiscus tot 10 jaar terug kan gaan voor controle en correcties [11](#page=11).
* **Voorbeeld:** Als een BV een gebroken boekjaar heeft dat eindigt op 31 maart 2025, is het aanslagjaar 2025 van toepassing. De onderzoekstermijn loopt dan tot 31 december 2027 [11](#page=11).
#### 4.1.2 Geen aangifte of laattijdige aangifte
Indien de belastingaangifte niet wordt ingediend of laattijdig wordt ingediend, verlengt de administratie haar bevoegdheid om onderzoek te voeren en de aanslag te vestigen tot een termijn van 4 jaar, eveneens te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar [11](#page=11).
* **Voorbeeld 1 (Tijdige & correcte aangifte):** Jan dient zijn aangifte voor AJ 2024 tijdig in op 15 juli 2025, maar berekent te weinig belasting. De termijn voor onderzoek en vestiging loopt tot 31 december 2027 (3 jaar vanaf 1 januari 2025) [11](#page=11).
* **Voorbeeld 2 (Laattijdige aangifte):** Lisa dient haar aangifte voor AJ 2024 pas op 1 november 2025 in, terwijl de deadline 15 juli 2025 was, of ze doet helemaal geen aangifte. De termijn voor onderzoek en vestiging loopt dan tot 31 december 2028 (4 jaar vanaf 1 januari 2025) [11](#page=11).
#### 4.1.3 Controlemogelijkheden in de praktijk
Een controleambtenaar mag onderzoek doen naar inkomstenjaren binnen de geldende onderzoekstermijnen. Voor inkomstenjaar 2021 (AJ 2022) was de termijn om te controleren tot 31 december 2024. Voor inkomstenjaar 2022 (AJ 2023) loopt de termijn tot 31 december 2025, waardoor controle nog mogelijk is. Het onderzoek moet wel plaatsvinden tijdens de uren van beroepswerkzaamheid van de betrokken onderneming [12](#page=12).
### 4.2 Bewijs en communicatie in fiscale procedures
#### 4.2.1 Bewijs
Het principe geldt dat degene die iets beweert, hiervoor ook het bewijs moet leveren. Er bestaat een vermoeden van juistheid van de aangifte. Gemeenrechtelijke bewijsmiddelen zijn van toepassing, met uitzondering van de eed [12](#page=12).
Het **Antigoon-arrest** van het Hof van Cassatie (22 mei 2015) is hierbij cruciaal. Het stelt dat de fiscus onrechtmatig verkregen bewijs mag gebruiken, tenzij [12](#page=12):
1. De wet zelf een specifieke sanctie voorschrijft voor het gebruik van dergelijk bewijs.
2. Het gebruik van het bewijs zou leiden tot een oneerlijke procesvoering.
3. Het gebruik van het onrechtmatig verkregen bewijs frappant en disproportioneel is ten opzichte van wat van een zorgvuldige fiscus mag worden verwacht [12](#page=12).
* **Voorbeeld:** Bewijs dat gestolen is of dat de fiscus zelf heeft geplaatst om ontdekt te worden, kan waarschijnlijk niet worden gebruikt omdat dit indruist tegen de zorgvuldigheid [12](#page=12).
#### 4.2.2 Communicatiefase
De communicatiefase is van belang in het vestigingsproces van de inkomstenbelasting. Er zijn drie mogelijkheden voor de vaststelling van de belastbare grondslag [12](#page=12):
1. Overeenkomstig de aangifte.
2. Op grond van de door de administratie gewijzigde aangifte (wijzigingsprocedure).
3. Op grond van door de administratie vermoede inkomsten (ambtshalve procedure) [12](#page=12).
### 4.3 Vestigingsprocedures van de aanslag
#### 4.3.1 Overeenkomstig de aangifte
Indien de fiscale administratie geen afwijkingen vaststelt na een controle, wordt de aanslag gevestigd conform de ingediende aangifte. Dit impliceert geen definitieve erkenning van de juistheid en volledigheid; een supplementaire aanslag kan nog steeds gevestigd worden [13](#page=13).
#### 4.3.2 Wijzigingsprocedure
Wanneer de fiscale administratie een aanslag wil vestigen die afwijkt van de gegevens in een tijdige en vormelijk correcte aangifte, is een verplichte dialoogprocedure vereist. Deze procedure omvat de volgende stappen [13](#page=13):
1. **Bericht van wijziging:** De administratie stuurt een gemotiveerd bericht waarin zij de redenen voor de voorgestelde wijzigingen uiteenzet. Dit bericht moet ondertekend en aangetekend verstuurd worden, hoewel vanaf 1 januari 2025 verzending via een beveiligd elektronisch platform de norm wordt. Niet-naleving van deze procedure leidt tot absolute nietigheid [13](#page=13).
2. **Antwoord van de belastingplichtige:** De belastingplichtige heeft één maand de tijd om te antwoorden, te rekenen vanaf de derde werkdag na verzending van het bericht. Als de uiterste antwoorddatum in het weekend of op een feestdag valt, wordt deze verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Gedurende deze antwoordtermijn mag de aanslag niet worden gevestigd (wachttijd) [13](#page=13).
3. **Wederantwoord (indien van toepassing):** Als de belastingplichtige zich niet-akkoord verklaart met het wijzigingsbericht, is de administratie verplicht om een wederantwoord te sturen waarin alle argumenten van de belastingplichtige worden behandeld. Dit leidt tot de kennisgeving van de beslissing tot taxatie [13](#page=13).
#### 4.3.3 Geen antwoord op bericht van wijziging
Indien de belastingplichtige niet of niet tijdig antwoordt op het bericht van wijziging, wordt overgegaan naar de ambtshalve procedure [14](#page=14).
#### 4.3.4 Ambtshalve procedure (aanslag van ambtswege)
De ambtshalve procedure is mogelijk in de volgende situaties [14](#page=14):
* Geen of laattijdige aangifte.
* Een naar vorm ongeldige aangifte die niet binnen de toegestane termijn is hersteld.
* Miskenning van het inzagerecht van de administratie.
* Niet tijdig antwoorden op een vraag om inlichtingen.
* Niet tijdig antwoorden op een bericht van wijziging.
### 4.4 Aanslagtermijnen
De aanslagtermijnen bepalen tot wanneer de administratie een aanslag kan vestigen.
#### 4.4.1 Gewone aanslagtermijn
Wanneer de belastingplichtige een tijdige en correcte aangifte indient, geldt de gewone aanslagtermijn. Deze loopt in principe tot 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar [14](#page=14).
* **Minimumtermijn:** De aanslagtermijn mag echter nooit korter zijn dan 6 maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de regelmatige aangifte bij de bevoegde belastingdienst is toegekomen [14](#page=14).
* **Voorbeeld:** Belastbaar tijdperk eindigt op 30 november 2023. Aangifte ingediend op 20 juni 2024. De 30 juni-regel zou betekenen dat de termijn op 30 juni 2024 eindigt. Vanwege de minimumtermijn van 6 maanden wordt de uiterlijke aanslagtermijn verplaatst naar 20 december 2024 [14](#page=14).
* **Praktisch belang:** Als de uiterste termijn verstrijkt zonder dat een aanslag is gevestigd, kan de administratie geen taxatie meer doen. Reeds betaalde voorschotten, zoals bedrijfsvoorheffingen, moeten dan met intresten worden terugbetaald [14](#page=14).
* **Opmerking:** Indien de uiterlijke termijn op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt deze niet verlengd [14](#page=14).
Het aanslagbiljet dient als officieel kennisgeving van het verschuldigde bedrag aan de belastingplichtige [14](#page=14).
---
# Betwisting en invordering van belastingen
Betwisting en invordering van belastingen behandelt de procedures die een belastingplichtige kan volgen wanneer hij het niet eens is met een aanslag, evenals de mechanismen voor de inning en betaling van belastingen, inclusief mogelijke uitstelregelingen en gedwongen invordering.
## 5. Betwisting en invordering van belastingen
### 5.1 Betwisting van een belastingaanslag
De betwisting van een belastingaanslag kent twee hoofdfasen: de administratieve fase en de gerechtelijke fase.
#### 5.1.1 Administratieve fase: Bezwaarprocedure
De bezwaarprocedure is een noodzakelijke stap om later eventueel naar de rechter te kunnen stappen [15](#page=15).
* **Bezwaargerechtigden:** De belastingschuldige, echtgenoot of een gemachtigde (met meezenden van de volmacht) [15](#page=15).
* **Aan wie?** Het bezwaar moet worden gericht aan de bevoegde adviseur-generaal die op het aanslagbiljet vermeld staat [15](#page=15).
* **Vorm:** Hoewel vroeger aangetekende zending de norm was, aanvaardt de administratie nu ook bezwaren per fax en e-mail [15](#page=15).
* **Inhoud van de brief:**
* Het voorwerp van het bezwaar moet duidelijk omschreven worden, met vermelding van de belasting, het aanslagjaar (AJ), het artikel waarop het bezwaar betrekking heeft, de datum van verzending van het aanslagbiljet en het bedrag [15](#page=15).
* Het bezwaar moet gemotiveerd zijn, met minstens één motief [15](#page=15).
* Er moet gevraagd worden om gehoord te worden en om inzage [15](#page=15).
* **Termijn:** Het bezwaar moet worden ingediend binnen één jaar, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Als de laatste dag van de termijn op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag [15](#page=15).
* **Verloop:**
* Het onderzoek door de administratie is in principe beperkt tot de bezwaren die door de belastingplichtige (BP) zijn ingeroepen [15](#page=15).
* De invordering van de belasting wordt niet verhinderd door een bezwaar, maar het niet ernstig betwiste gedeelte kan wel ingevorderd worden [15](#page=15).
* De adviseur-generaal moet een beslissing nemen binnen een redelijke termijn, in principe binnen zes maanden [15](#page=15).
* Als er geen beslissing is genomen binnen zes maanden na ontvangst van het bezwaarschrift (negen maanden bij een ambtshalve aanslag), kan een vordering voor de rechtbank worden ingesteld zonder op de beslissing te wachten. De nalatigheidsinteresten worden geschorst als er binnen zes maanden na indiening van het bezwaarschrift geen beslissing wordt genomen [16](#page=16).
* Enkel het stuk waarover discussie is, kan worden ingehouden; de rest moet betaald worden. Een tip is om alles te betalen en het te veel betaalde later terug te vorderen om interesten te vermijden [16](#page=16).
* **Beslissing:** De beslissing na bezwaar moet gemotiveerd en aangetekend worden verstuurd. Indien de belastingplichtige niet akkoord gaat met deze beslissing, kan hij een gerechtelijke procedure starten [16](#page=16).
#### 5.1.2 Administratieve fase: Ambtshalve ontheffing
Ambtshalve ontheffing is mogelijk in beperkt aantal gevallen en heeft een termijn van vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd [16](#page=16).
* **Toepassingsgevallen:**
* Overbelasting [16](#page=16).
* Materiële vergissingen (geen juridische beoordelingsfout), zoals een foutieve invoer van een cijfer of komma [16](#page=16).
* Dubbele belastingen [16](#page=16).
* Nieuwe bescheiden of feiten die een wettige reden hebben voor laattijdigheid [16](#page=16).
* **Voorwaarden:** De aanslag mag niet reeds het voorwerp zijn geweest van een bezwaarschrift dat reeds tot een beslissing heeft geleid [16](#page=16).
#### 5.1.3 Administratieve fase: Fiscale bemiddeling
Fiscale bemiddeling biedt een gratis dienst om partijen te verzoenen en te helpen, zonder bindende uitspraken [16](#page=16).
* **Effect op invordering:** Bij aanmelding bij fiscale bemiddeling worden invorderingsmaatregelen geschorst voor maximaal vier maanden, en kan er geen beslag worden gelegd op loon of goederen [16](#page=16).
#### 5.1.4 Gerechtelijke procedure
De gerechtelijke procedure kan worden gestart nadat alle administratieve procedures zijn doorlopen [16](#page=16).
* **Wanneer naar de rechter?**
* Bij geen akkoord met de beslissing van de administratie, uiterlijk binnen drie maanden na kennisgeving van de beslissing [16](#page=16).
* Bij geen tijdige reactie van de administratie, ten vroegste zes maanden na ontvangst van het administratief beroep, indien hierover nog geen uitspraak is gedaan [16](#page=16).
* **Rechtbanken:** Er is één Rechtbank van Eerste Aanleg voor fiscale zaken per provincie. Beroep en cassatie zijn mogelijk [17](#page=17).
* **Principe:** Men kan pas naar de rechter stappen nadat de volledige administratieve procedure is doorlopen. Als een Hof van Beroep een definitieve uitspraak doet, dient men zich hieraan te conformeren. Het Hof van Cassatie oordeelt enkel over procedurefouten en kan de zaak terugverwijzen [17](#page=17).
### 5.2 Invordering en betaling van belastingen
#### 5.2.1 Inning en betaling
Voor kohierbelastingen (personenbelasting, vennootschapsbelasting) geldt een betalingstermijn van twee maanden na toezending van het aanslagbiljet [17](#page=17).
* **Schuldvergelijking:** In fiscale zaken is schuldvergelijking verboden, wat betekent dat een belastingplichtige niet kan weigeren belastingen te betalen omdat de overheid hemzelf nog geld verschuldigd is [17](#page=17).
* **Nalatigheidsintresten:** Deze worden berekend vanaf de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van de normale betaaltermijn van twee maanden. Bij fraude zijn de interesten hoger [17](#page=17).
#### 5.2.2 Alternatieven bij niet-betaling
Indien de belastingplichtige niet betaalt, zijn er diverse mogelijkheden:
* **Uitstel van betaling (afbetalingsplan):** De belastingplichtige kan de fiscus vragen om de belastingschuld in termijnen af te lossen [17](#page=17).
* **Kwijtschelding:** Dit is zeer uitzonderlijk en wordt in principe niet verleend door de fiscus, tenzij de rechter in zeer specifieke gevallen een uitzondering toestaat [17](#page=17).
* **Onbeperkt uitstel van invordering:** Dit is bedoeld voor fiscale schulden die niet betaald kunnen worden, bijvoorbeeld omdat de belastingplichtige geen vermogen heeft of zal hebben. De schuld hoeft dan nooit meer betaald te worden. Dit moet expliciet worden aangevraagd en gemotiveerd, met een overzicht van inkomsten, uitgaven en vermogen [18](#page=18).
* **Weigering:** Toekenning wordt geweigerd bij zelf veroorzaakte vermogensonttrekking, eerdere onbeperkte uitstelbeslissingen binnen de laatste vijf jaar, fraude, en als de aanslag nog betwist wordt (de aanslag moet definitief zijn) [18](#page=18).
* **Beroep:** Bij weigering kan men in beroep gaan bij de beroepscommissie in Brussel en eventueel daarna naar de rechtbank [18](#page=18).
* **Vrijstelling van nalatigheidsintresten en kwijtschelding van administratieve sancties:** In bepaalde gevallen kan de fiscus deze kwijtschelden [18](#page=18).
#### 5.2.3 Gedwongen invordering
Indien de betaling uitblijft, kan de fiscus overgaan tot gedwongen invordering.
* **Dwangschrift:** Dit is een officiële opdracht aan de gerechtsdeurwaarder (GDW) om de invordering uit te voeren, wat kan leiden tot een dwangbevel aan de belastingschuldige die doorgaans 24 tot 48 uur krijgt om te betalen [18](#page=18).
* **Beslag op roerende en onroerende goederen:**
* Roerende goederen, zoals de inboedel, kunnen openbaar verkocht worden [18](#page=18).
* Onroerende goederen, zoals woningen, kunnen ook in beslag worden genomen [18](#page=18).
* **Vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag:** Beslag wordt gelegd bij derden, zoals de werkgever (loon), vennootschappen met een rekening-courant, of banken. De belastingschuldige wordt hiervan in kennis gesteld en heeft vijftien dagen om verzet aan te tekenen via aangetekende brief [18](#page=18).
* **Bijzondere invorderingswaarborgen/voorrechten voor de administratie:**
* **Voorrechten en hypotheken:** De fiscus heeft vaak voorrang op andere gewone schuldeisers [18](#page=18).
* **Notificatieplicht van de notaris:** Bij de aan- of verkoop van een woning moet de notaris vooraf navraag doen bij de ontvanger of de begunstigde schulden heeft. Indien ja, blijven de gelden geblokkeerd bij de notaris totdat de schuld is geregeld [18](#page=18).
### 5.3 Aanslagtermijnen
Er zijn specifieke termijnen waarbinnen de fiscus een aanslag kan vestigen of wijzigen.
* **Driejarige aanslagtermijn:** Geldt bij wijziging van een tijdige en correcte aangifte. Deze termijn van drie jaar begint te lopen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. Het volstaat dat de wettelijk verschuldigde belasting hoger is dan het aangegeven bedrag; er hoeft geen fout van de belastingplichtige te worden aangetoond [15](#page=15).
* **Vierjarige aanslagtermijn:** Geldt bij geen, laattijdige of onvolledige aangifte. Deze termijn van vier jaar begint te lopen vanaf 1 januari van het aanslagjaar [15](#page=15).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Aanslagjaar | Het jaar waarin de belastingplichtige definitief wordt belast op de inkomsten die gedurende een bepaald inkomstenjaar zijn verworven. Voor de personenbelasting is dit doorgaans het jaar volgend op het inkomstenjaar, terwijl bij vennootschapsbelasting het aanslagjaar overeenkomt met het jaar waarin het gebroken boekjaar eindigt. |
| Belastbare grondslag | Het totale bedrag aan inkomsten of vermogen waarop belastingen worden geheven, nadat alle aftrekken, vrijstellingen en verminderingen in rekening zijn gebracht. Dit is de basis waarop het belastingtarief wordt toegepast om het verschuldigde belastingbedrag te bepalen. |
| Belastingvrije som | Een wettelijk bepaald minimumbedrag aan inkomsten waarop geen belastingen verschuldigd zijn. Als de totale belastbare inkomsten lager zijn dan deze som, hoeft er doorgaans geen aangifte te worden ingediend en wordt er geen belasting geheven. |
| Bezwaarprocedure | Een administratieve procedure die een belastingplichtige kan starten om te protesteren tegen een aanslag die hij onjuist acht. Dit is een noodzakelijke stap alvorens eventueel een gerechtelijke procedure te starten, en vereist een gemotiveerd bezwaarschrift binnen een bepaalde termijn. |
| Boekjaar | De periode waarover de resultaten van een onderneming worden berekend en de jaarrekening wordt opgesteld. Dit kan een kalenderjaar zijn, of een 'gebroken boekjaar' dat afwijkt van 1 januari tot 31 december. |
| Dwangsom | Een geldbedrag dat de fiscus kan opleggen per dag dat de belastingplichtige niet meewerkt aan een onderzoek of bepaalde informatie niet verstrekt. Dit dient als prikkel om naleving af te dwingen. |
| Forfaitaire belastbare minimumbasis | Een wettelijk vastgelegd minimumbedrag aan belastbare grondslag dat de fiscus kan toepassen wanneer een belastingplichtige zijn aangifte niet indient, laattijdig indient of niet meewerkt aan het onderzoek. Dit werkt omkering van de bewijslast in de hand en is vaak een hoog bedrag. |
| Gehuwden en wettelijk samenwonenden | Fiscaal worden deze personen vaak gelijkgesteld. Ze dienen in principe een gemeenschappelijke aangifte in, waarbij de inkomsten apart belast kunnen worden. Er zijn specifieke regels voor het jaar van huwelijk, ontbinding of feitelijke scheiding. |
| Geen aangifte, laattijdige aangifte of onjuiste aangifte | Situaties waarin de belastingplichtige niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een belastingaangifte. Dit kan leiden tot ambtshalve aanslagen, administratieve en strafrechtelijke sancties, en een verlengde controle- en aanslagtermijn. |
| Gerechtelijke procedure | De fase na de administratieve procedures, waarbij een geschil met de fiscus wordt voorgelegd aan de bevoegde rechtbank. Dit kan een rechtbank van eerste aanleg, een hof van beroep of het Hof van Cassatie zijn, afhankelijk van het stadium van het geschil. |
| Indiciaire taxatie | Een methode van belastingheffing waarbij de fiscus de belastbare grondslag schat op basis van een verondersteld gat tussen de inkomsten en uitgaven, wanneer er sterke aanwijzingen zijn van belastingontduiking. Er is geen volledig bewijs nodig om hiertoe over te gaan. |
| Inkomstenjaar | Het kalenderjaar waarin de inkomsten daadwerkelijk zijn verworven of gegenereerd. Dit is de periode waarop de belastingplichtige in het daaropvolgende aanslagjaar wordt belast. |
| Invordering | Het proces waarbij de fiscus de verschuldigde belastingen daadwerkelijk int bij de belastingplichtige. Dit kan gebeuren via betaling, maar ook via gedwongen invordering wanneer de belastingplichtige niet vrijwillig betaalt. |
| Klixbrief | Een melding van een particulier die vermoedt dat er onrechtmatigheden plaatsvinden en dit doorgeeft aan de fiscus. De fiscus moet de informatie in een klixbrief zelf onderzoeken en bewijzen, en kan deze niet direct als basis voor een aanslag gebruiken. |
| Omkering van de bewijslast | Situatie waarbij de bewijslast niet langer bij de fiscus ligt, maar bij de belastingplichtige. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een ambtshalve aanslag, waarbij de door de fiscus vastgestelde feiten als juist worden beschouwd, tenzij de belastingplichtige het tegendeel kan bewijzen. |
| Plaatsbezoek (Visitatierecht) | Het recht van de fiscus om onaangekondigd ter plaatse te gaan kijken bij een belastingplichtige, zowel in beroepslokalen als, met specifieke machtigingen, in particuliere woningen, om boeken, bescheiden en voorraden te onderzoeken. |
| Rechtsmiddelen | De juridische mogelijkheden die een belastingplichtige heeft om zich te verzetten tegen een aanslag of een beslissing van de fiscus. Dit omvat zowel administratieve beroepen (zoals bezwaar) als gerechtelijke procedures. |
| Strafrechtelijke sancties | Sancties die worden opgelegd door een strafrechter, meestal bij misdrijven zoals fraude met bedrieglijk oogmerk. Deze kunnen bestaan uit gevangenisstraffen en/of geldboetes, en kunnen naast fiscale boetes worden opgelegd. |
| Tax-on-web | Een online platform van de FOD Financiën waar belastingplichtigen hun aangifte personenbelasting elektronisch kunnen indienen. Het biedt ook toegang tot persoonlijke fiscale informatie en documenten. |
| Verlengde controletermijn | Een langere periode dan de normale termijn waarbinnen de fiscus een belastingplichtige kan controleren en een aanslag kan vestigen. Dit is van toepassing in specifieke situaties, zoals bij niet-aangifte of fraude. |
| Vermoeden van juistheid van de aangifte | Het principe dat de informatie zoals deze in de belastingaangifte wordt opgenomen, wordt geacht correct te zijn, tenzij de administratie het tegendeel kan bewijzen. Dit vermoeden geldt echter niet onvoorwaardelijk en kan worden weerlegd. |