Cover
Aloita nyt ilmaiseksi Studeren met succes TM lay-out.pdf
Summary
# Wanneer je iets hebt geleerd en de rol van het langetermijngeheugen
Je hebt iets geleerd als je iets kunt, weet of begrijpt dat je daarvoor niet kon, wist of begreep, en deze kennis relatief stabiel is geïntegreerd in je langetermijngeheugen [10](#page=10) [14](#page=14).
### 1.1 Het concept van 'geleerd hebben'
* **Definitie van leren:** Leren betekent dat je een relatief stabiele verandering in je langetermijngeheugen hebt ondergaan, waardoor je over nieuwe vaardigheden, kennis of begrip beschikt. Deze verworvenheden zijn niet alleen op korte termijn beschikbaar, maar kunnen ook in de toekomst en in diverse contexten worden ingezet [10](#page=10) [14](#page=14).
* **Het verschil tussen kortetermijnwinst en echt leren:** Kort na het bestuderen van nieuwe informatie, zoals een lijst met Engelse woorden, kun je deze mogelijk nog reproduceren. Echter, als deze informatie nog niet stabiel is geïntegreerd in het langetermijngeheugen, verdwijnt deze snel weer. Ebbinghaus toonde al aan dat herhaalde oefening, verspreid over tijd en in verschillende volgordes, essentieel is voor integratie in het langetermijngeheugen [10](#page=10).
> **Tip:** Studeren is effectiever wanneer de focus ligt op het zo verwerken van leerstof dat het op verschillende manieren en frequent in het langetermijngeheugen wordt geïntegreerd, en wanneer de leerstof ook snel herinnerd kan worden. Dit betekent een focus op leren voor de lange termijn, niet enkel op presteren voor een examen [11](#page=11).
### 1.2 Het werkgeheugen en informatieverwerking
* **Beperkte capaciteit:** Het werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit van ongeveer 4 tot 7 losse elementen. Dit verklaart waarom het verwerken van volledig nieuwe informatie een uitdaging kan zijn [10](#page=10).
### 1.3 Belangrijke inzichten uit onderzoek naar leren
#### 1.3.1 Het Dunning-Krugereffect en zelfoverschatting
* Mensen die weinig kennis hebben over een bepaald onderwerp, overschatten vaak ten onrechte hun eigen kunnen. Ze missen de expertise om hun eigen tekortkomingen te herkennen [11](#page=11) [12](#page=12).
* Dit fenomeen, het Dunning-Krugereffect, geldt ook voor studeren. Studenten die suboptimale studiestrategieën gebruiken (zoals enkel herlezen of markeren) zijn zich vaak niet bewust van betere methoden en denken ten onrechte dat ze goed bezig zijn [12](#page=12).
> **Tip:** Wees kritisch op je eigen leerproces. Veel studenten krijgen weinig informatie over hoe hun brein werkt of hoe ze effectief kunnen studeren, wat kan leiden tot een overschatting van hun eigen leerstrategieën [12](#page=12).
#### 1.3.2 De onmogelijkheid van multitasken
* Het menselijk brein kan niet (bewust) twee complexe taken tegelijk uitvoeren. Activiteiten zoals luisteren en lezen vereisen bewuste aandacht, waardoor het brein moet wisselen tussen taken [12](#page=12).
* Dit wisselen kost tijd en vergroot de kans op fouten. Een uitzondering hierop zijn geautomatiseerde handelingen, zoals wandelen, die vaak zonder bewuste inspanning kunnen worden uitgevoerd, tenzij een plotselinge situatie meer aandacht vereist [12](#page=12).
#### 1.3.3 De mythe van beeld- en woorddenkers
* De opvatting dat men een "woorddenker" of een "beelddenker" is, is een mythe. Iedereen is zowel een beeld- als een woorddenker [13](#page=13).
* Onderzoek toont aan dat informatie beter wordt verwerkt en onthouden wanneer deze zowel via tekst als via een passende afbeelding wordt aangeboden [13](#page=13).
### 1.4 Leren versus studeren
* Niet alle vormen van leren zijn natuurlijk. Leren van basale vaardigheden zoals lopen en spreken is evolutionair bepaald en ging mee met de ontwikkeling van de mens [13](#page=13).
* Hedendaagse leerprocessen, zoals lezen, wiskundige concepten begrijpen of een nieuwe taal leren, zijn cultureel bepaald en relatief recent in de menselijke geschiedenis [13](#page=13).
* Deze moderne leerprocessen vereisen actieve begeleiding, oefening en zelfstandige studie. Studeren wordt dan ook beschouwd als "absolute topsport" [13](#page=13) [14](#page=14).
### 1.5 Het geheugenmodel
* Het geheugen kan worden onderverdeeld in zintuiglijk geheugen, werkgeheugen en langetermijngeheugen [14](#page=14).
* Het **werkgeheugen** is zeer beperkt in capaciteit [10](#page=10) [14](#page=14).
* Het **langetermijngeheugen** heeft een onbeperkte capaciteit en is essentieel voor het integreren van geleerde informatie [14](#page=14).
* Het proces van leren omvat selectie, organisatie, integratie, herinneren en het omgaan met vergeten. Aandacht is een cruciale factor die de overdracht van informatie van de omgeving naar het werkgeheugen mogelijk maakt [14](#page=14).
---
# Belang van voorbereiding, studiegewoontes en de studeeromgeving
Succesvol studeren vereist een goede voorbereiding, geoptimaliseerde studiegewoontes en een effectieve studeeromgeving. Het aanleren van sterke studiegewoontes en het slim inrichten van de studieomgeving kan de motivatie en het leerrendement verhogen [15](#page=15) [16](#page=16).
### 2.1 Ontwikkel sterke en motiverende gewoontes
Gewoontes worden getriggerd door cues uit de omgeving. Als we steeds op dezelfde manier reageren op deze cues, ontstaat gewoontegedrag dat moeilijk te doorbreken kan zijn. Het aanpassen van de omgeving kan helpen bij het aanleren van gewenste studiegewoontes, waardoor deze minder inspanning vereisen [16](#page=16).
#### 2.1.1 Pas je omgeving aan
Aandacht is cruciaal voor leren. Om effectief en efficiënt te leren, moet de studieplek slim worden ingericht door alles wat het leren in de weg staat te verwijderen [16](#page=16).
> **Tip:** Bundel computergerelateerde opdrachten en doe deze eerst. Schakel daarna de computer uit en richt je aandacht op taken waarvoor deze niet nodig is [16](#page=16).
##### Dilemma 1: Smartphone of tablet mee in de studeerkamer?
Multitasken is niet effectief; het gebruik van een smartphone of tablet tijdens het studeren voor niet-studiegerelateerde zaken leidt tot tijdverspilling en meer fouten. Studenten met bovengemiddeld smartphonegebruik behalen gemiddeld lagere examencijfers [17](#page=17).
> **Tip:** Richt de studieplek in als een gadgetvrije zone door meldingen van e-mail en sociale media uit te schakelen of de smartphone in een andere ruimte te leggen [17](#page=17).
##### Dilemma 2: Muziek beluisteren tijdens het studeren?
De invloed van muziek hangt af van de moeilijkheid van de taak. Bij complexe teksten die de volledige capaciteit van het werkgeheugen vereisen, wordt de focus belemmerd door achtergrondmuziek. Voor meer routineuze taken kan zachte achtergrondmuziek minder storend zijn. Op rumoerige plekken kan rustige muziek met een koptelefoon juist helpen afleiding te voorkomen [17](#page=17).
#### 2.1.2 Herhaal de goede gewoonte
Het aanpassen van de omgeving maakt het kiezen voor gewenst gedrag de makkelijkste optie. Koppel studeren aan iets wat je wilt doen, bijvoorbeeld door tijdens een pauze na studeren je telefoon te gebruiken [18](#page=18).
> **Tip:** Combineer minder effectieve studiestrategieën, zoals herlezen, met effectievere methoden zoals jezelf testen. Oefen nieuwe studiestrategieën vaak om er een gewoonte van te maken [18](#page=18).
#### 2.1.3 Ervaar hoe voldoening je motiveert
Elke gewoonte streeft naar een beloning, bij voorkeur onmiddellijk. Kleine succeservaringen stimuleren zelfvertrouwen en motiveren om vol te houden. Het ervaren van voldoening door succesvolle studiegewoontes leidt tot een zinvolle besteding van studietijd, betere prestaties en verhoogde motivatie. Vertrouwen in eigen kunnen beïnvloedt de motivatie; een gevoel van haalbaarheid vergroot de motivatie, terwijl een gevoel van onhaalbaarheid kan leiden tot onzekerheid, stress of examenangst [18](#page=18).
### 2.2 Plan vanuit concrete leerdoelen
Studeren vereist tijd en inspanning; meer tijdsinvestering leidt over het algemeen tot betere resultaten. De manier waarop deze tijd wordt besteed, is echter minstens zo belangrijk [19](#page=19).
#### 2.2.1 Focus op leren in plaats van op presteren
Prestatiedoelen, zoals het behalen van een mooi cijfer of het vermijden van zakken, zetten aan tot kortetermijnprestaties. Leendoelen daarentegen richten zich op het lange termijn begrijpen en toepassen van de leerstof. Studenten met leendoelen zetten effectievere studeerstrategieën in, zoeken uitdagingen op en houden langer vol, zelfs bij tegenslag [19](#page=19).
> **Tip:** Probeer doelen voor ogen te houden die de nadruk leggen op leren: op lange termijn iets onder de knie krijgen wat je nu nog niet kunt [19](#page=19).
#### 2.2.2 Maak je leerdoelen concreet
Hoe concreter het doel, hoe groter de kans op slagen. Grote leerdoelen moeten worden opgesplitst in concrete subdoelen [20](#page=20).
> **Voorbeeld:** Het hoofddoel "leerstof economie studeren" kan worden opgedeeld in subdoelen zoals: "Structuur hoofdstuk bestuderen: inhoudsopgave", "Boek dicht: mindmap opstellen met hoofdtitels en ondertitels, kernwoorden", "Toetsvragen bedenken bij hoofdstuk 1", "Flashcards maken over belangrijke begrippen bij hoofdstuk 2" [20](#page=20).
Het opnemen van subdoelen in de planning vergemakkelijkt het starten van studiesessies en zorgt voor een motiverend gevoel na het afronden van elk subdoel [20](#page=20).
> **Tip:** Bouw buffers in je planning voor onverwachte tijdsnoden. Probeer studeertijd op vaste momenten in te bouwen om een gewoonte te ontwikkelen [20](#page=20).
Een goede planning leidt tot minder stress, betere voorbereiding, overzicht en beperkt het risico op verrassingen. De concrete invulling van de planning kan variëren op basis van persoonlijke voorkeuren en wat effectief blijkt [21](#page=21).
#### 2.2.3 3 x 30 > 1 x 90
Drie studeersessies van 30 minuten per keer leveren meer leerwinst op dan één sessie van 90 minuten, ondanks dezelfde totale studeertijd. Dit principe maakt optimaal gebruik van gespreid studeren, waarbij leerstof op verschillende momenten en manieren wordt herhaald [22](#page=22).
De vergeetcurve, zoals onderzocht door Hermann Ebbinghaus, toont aan dat kennis snel vervaagt tenzij deze actief wordt herhaald. Actieve herhaling onderbreekt het vergeetproces en zorgt ervoor dat de kennis beter wordt onthouden [22](#page=22).
> **Tip:** Bouw korte, intensieve studiesessies in, waarin je gespreid leert. Een gebruikelijke tijdsduur voor zo'n sessie is dertig tot zestig minuten, gevolgd door een pauze [23](#page=23).
### 2.3 Draag zorg voor je lichaam en je geest
Net als topsporters is het voor studenten essentieel om goed voor lichaam en geest te zorgen door middel van beweging, gezonde voeding, voldoende water drinken en voldoende slaap. Biologische factoren, zoals de productie van hormonen die het dag- en nachtritme beïnvloeden, spelen een rol bij slaappatronen [23](#page=23).
---
# Metacognitie: je eigen leerproces monitoren
Metacognitie, oftewel nadenken over je eigen leerproces, is essentieel voor studenten om effectiever te studeren door het leerproces actief te plannen, monitoren en evalueren [54](#page=54).
### 3.1 De rol van metacognitie in studeren
Metacognitie wordt vaak vergeleken met het hebben van een eigen coach. Een topsporter heeft een coach die hem helpt betere prestaties te leveren, en studenten kunnen hun eigen metacognitieve vaardigheden ontwikkelen om kritisch naar hun leerproces te kijken en dit bij te sturen. Dit is met name belangrijk omdat studenten vaak te veel vertrouwen op het gemak waarmee ze studeren, wat misleidend kan zijn, en omdat ze weinig weten van hoe een brein werkt [54](#page=54).
Het toepassen van metacognitie omvat drie voortdurend op elkaar volgende en elkaar beïnvloedende strategieën: plannen, monitoren en evalueren [54](#page=54).
### 3.2 Plannen van het leerproces (voor het studeren)
Bij het plannen van het leerproces is het cruciaal om jezelf de volgende vragen te stellen [55](#page=55):
* Wat wil ik studeren? Welke leerdoelen wil ik bereiken?
* Welke effectieve studeerstrategieën kan ik het beste inzetten?
* Welke studeerstrategieën heb ik eerder gebruikt voor vergelijkbare leersessies, en waren deze effectief in het behalen van mijn leerdoel?
* Wat weet ik al over het onderwerp?
* Hoe kan ik de leerstof gespreid over de tijd bestuderen?
* Welke hulpmiddelen kan ik gebruiken?
* Hoe kan ik afleiding vermijden?
### 3.3 Monitoren van het leerproces (tijdens het studeren)
Tijdens het studeren is het belangrijk om je leerproces continu te monitoren door jezelf de volgende vragen te stellen [55](#page=55):
* Begrijp ik de stof echt, of vertrouw ik op herkenning?
* Kan ik de gelezen stof samenvatten in mijn eigen woorden?
* Probeer ik de stof actief te herinneren, of heb ik mijn boek constant openliggen?
* Hoe groot is de kans dat ik een toetsvraag over dit onderwerp correct kan beantwoorden?
* Ben ik nog gefocust?
* Test ik mezelf tussendoor, of alleen aan het einde van de studiesessie?
* Is de huidige studeerstrategie nog de meest geschikte, of kan ik beter anders studeren?
* Zou ik de stof overmorgen aan iemand anders kunnen uitleggen?
* Heb ik mezelf een aantal uren of dagen na de leersessie nog eens getest?
### 3.4 Evalueren van het leerproces (na het studeren)
Na het studeren is het essentieel om het leerproces te evalueren door stil te staan bij de volgende punten [55](#page=55):
* Heb ik mijn leerdoel bereikt? Leid ik dit af uit zelf-testen, of enkel uit herkenning?
* Beheers ik de stof nog steeds na enkele dagen of weken?
* Was de gekozen studeerstrategie de meest geschikte?
* Welke onderdelen van de leerstof zal ik waarschijnlijk het snelst weer vergeten?
* Hoe zou ik deze studeersessie de volgende keer anders aanpakken?
### 3.5 Praktische toepassing en bijsturing
Na het doornemen van de informatie over effectief studeren, is het nuttig om je eigen studeergedrag kritisch te bekijken en te besluiten wat je wilt vermijden, behouden en bijsturen [56](#page=56).
* **Vermijden:** Identificeer en stop met minder effectieve studeergedragingen, zoals het overschrijven van leerstof of studeren met constante afleiding (bijvoorbeeld de televisie aan) [56](#page=56).
* **Behouden:** Behoud studeerstrategieën die bewezen effectief zijn, zoals het maken van een planning en het spreiden van herhalingen [56](#page=56).
* **Bijsturen:** Optimaliseer strategieën die nog niet optimaal worden toegepast. Bijvoorbeeld, als je samenvat door leerstof schematisch weer te geven, stuur dit dan bij door jezelf nadien te testen met behulp van de samenvatting, eventueel met een structuur zoals de Cornell-methode [56](#page=56).
Het aanpassen van jarenlange studiegewoontes kan een uitdaging zijn en kost tijd en inspanning. Dit boek kan dienen als naslagwerk om gedurende je studiecarrière op verschillende momenten effectieve studeerstrategieën toe te passen en je kennis over effectief studeren verder op te bouwen [56](#page=56).
> **Tip:** Het is nuttig om een overzicht te maken van hoe je plannen, monitoren en evalueren concreet kunt toepassen, en hoe deze fasen elkaar cyclisch beïnvloeden [57](#page=57).
Een visuele weergave van deze strategieën toont hoe ze elkaar aanvullen: plannen en doelen stellen vóór het studeren, monitoren en bijsturen tijdens het studeren, en evalueren en vooruit plannen na het studeren [57](#page=57).
De documentatie vermeldt verschillende effectieve leerstrategieën die gemixt en gematcht kunnen worden, zoals zelftesten, het uitleggen aan iemand anders (zelfverklaren), het gebruik van uitgewerkte voorbeelden, gespreid oefenen, en het toepassen van de Cornell-methode [57](#page=57).
---
# Effectieve studeerstrategieën en methoden
Dit onderwerp behandelt diverse strategieën en methoden om het leerproces te optimaliseren, met de nadruk op actieve verwerking, herhaling en metacognitie [50](#page=50) [51](#page=51) [52](#page=52) [53](#page=53) [54](#page=54) [55](#page=55) [56](#page=56) [57](#page=57).
### 4.1 Principes van effectief studeren
Effectief studeren is gebaseerd op het principe van het jezelf 'moeilijk maken' door middel van actieve studeerstrategieën in plaats van passieve methoden zoals enkel herlezen of overschrijven. Het doel is om leerstof die het brein binnenkomt, actief uit het geheugen te halen en te verwerken [50](#page=50) [51](#page=51).
#### 4.1.1 Actieve versus passieve studeerstrategieën
* **Passieve strategieën** (te vermijden of te beperken):
* Herlezen van leerstof [50](#page=50) [51](#page=51).
* Markeren van tekst [51](#page=51).
* Letterlijk overschrijven van leerstof [50](#page=50) [56](#page=56).
* **Actieve strategieën** (aan te moedigen):
* Jezelf toetsen [50](#page=50) [51](#page=51).
* Flashcards gebruiken [50](#page=50).
* Braindumps maken [50](#page=50).
* Tekenen van verbanden [51](#page=51).
* Vragen bedenken bij de leerstof [50](#page=50).
* Cornell-samenvattingen maken [50](#page=50) [53](#page=53).
* De leerstof aan jezelf of anderen uitleggen [50](#page=50) [57](#page=57).
* Het maken van mappen met verbanden [51](#page=51).
* Het gebruiken van uitgewerkte voorbeelden [50](#page=50) [57](#page=57).
* Afwisselend oefenen [50](#page=50) [57](#page=57).
* Gespreid studeren en oefenen [53](#page=53) [57](#page=57).
#### 4.1.2 Het belang van 'één keer in, dan uit, uit, uit'
Dit principe benadrukt het belang van het actief terughalen van informatie uit het geheugen, nadat deze is binnengekomen. Herlezen is nuttig als iets niet begrepen is, maar zinloos als de stof reeds begrepen is. Studietijd kan dan beter besteed worden aan het afwisselen van lezen met andere studeerstrategieën. Na een poging om informatie te herinneren, is het cruciaal om de antwoorden aan te vullen, te controleren en te verbeteren [50](#page=50).
> **Tip:** Het is effectiever om de geleerde stof actief uit het geheugen te halen, dan deze simpelweg te blijven herlezen.
#### 4.1.3 Gespreid studeren en herhalen
Herhaling is essentieel voor langdurig onthouden. De meest krachtige combinatie is het jezelf gespreid in de tijd toetsen, bij voorkeur tot drie keer toe voor dezelfde leerstof. Dit helpt niet alleen bij het onthouden op de korte termijn, maar zorgt ook voor een langduriger behoud van kennis [52](#page=52) [53](#page=53).
> **Voorbeeld:**
>
> * **Tijdens de les:** Notities maken volgens de Cornell-methode [53](#page=53).
> * **Eerste studeermoment (zelfde avond):** Notities herzien, kernwoorden/toetsvragen toevoegen in de linkerkolom, aanvullen met handboekinformatie, en de kern van de les in enkele zinnen samenvatten onderaan de Cornell-samenvatting [53](#page=53).
> * **Tweede studeermoment (ter voorbereiding volgende les):** Jezelf testen met de Cornell-samenvatting door de rechterkolom af te dekken en de leerstof te verklaren aan de hand van de kernwoorden of vragen in de linkerkolom [53](#page=53).
> * **Derde studeermoment (ter voorbereiding oefentoets):** Opnieuw jezelf testen met de Cornell-samenvatting [53](#page=53).
### 4.2 Metacognitie: Wees je eigen coach
Metacognitie is het nadenken over je eigen leerproces en het bijsturen ervan. Studenten schatten hun leerproces vaak verkeerd in, mede gebaseerd op hoe het brein werkt en de ervaren vlotheid van het studeren, wat misleidend kan zijn. Een kritische coach zijn betekent het leerproces plannen, monitoren en evalueren [54](#page=54).
#### 4.2.1 Plannen van het leerproces (voor het studeren)
* Wat wil ik studeren? Welke leerdoelen wil ik bereiken [55](#page=55)?
* Welke effectieve studeerstrategieën zet ik het best in [55](#page=55)?
* Welke studeerstrategieën zette ik vroeger in voor gelijkaardige studeersessies? Bereikte ik daarmee mijn leerdoel [55](#page=55)?
* Wat weet ik al over dit onderwerp [55](#page=55)?
* Hoe kan ik de leerstof gespreid in de tijd studeren [55](#page=55)?
* Welke hulpmiddelen kan ik inzetten [55](#page=55)?
* Hoe kan ik vermijden dat ik word afgeleid [55](#page=55)?
#### 4.2.2 Monitoren van het leerproces (tijdens het studeren)
* Begrijp ik echt wat hier staat of vertrouw ik op herkenning [55](#page=55)?
* Kan ik wat ik heb gelezen samenvatten in mijn eigen woorden [55](#page=55)?
* Probeer ik me de leerstof te herinneren of ligt mijn boek de hele tijd open [55](#page=55)?
* Hoe waarschijnlijk is het dat ik deze vraag op een toets correct kan beantwoorden [55](#page=55)?
* Ben ik nog voldoende gefocust [55](#page=55)?
* Test ik mezelf ook voor en tijdens het studeren, of enkel aan het einde van mijn studeersessie [55](#page=55)?
* Is deze studeerstrategie de meest geschikte voor deze leerstof of studeer ik beter op een andere manier [55](#page=55)?
* Ben ik in staat om deze leerstof overmorgen uit te leggen aan iemand anders [55](#page=55)?
* Heb ik een aantal uren (of dagen) na mijn leer-work-out mezelf nog eens getest [55](#page=55)?
#### 4.2.3 Evalueren van het leerproces (na het studeren)
* Heb ik mijn leerdoel bereikt? Leid ik dit af uit een vorm van zelftesten (of enkel uit herkenning) [55](#page=55)?
* Beheers ik de leerstof, ook na een paar dagen of weken [55](#page=55)?
* Koos ik de meest geschikte effectieve studeerstrategie [55](#page=55)?
* Welke leerstofonderdelen zal ik het snelst weer vergeten [55](#page=55)?
* Hoe zou ik deze studeersessie een volgende keer aanpakken [55](#page=55)?
### 4.3 De 'cooldown' en integratie
Na de 'work-out' van het leren, volgt de 'cooldown'. Dit houdt in dat de leerstof gespreid in de tijd herhaald wordt om de kennis makkelijker op te halen en langer te onthouden. Het toepassen van de geleerde studeerstrategieën is een proces dat tijd en inspanning kost om oude gewoontes aan te passen. Dit boekje kan dienen als naslagwerk om de kennis over effectief studeren continu op te bouwen en de effectieve strategieën toe te passen [52](#page=52) [56](#page=56).
#### 4.3.1 Vermijden, behouden en bijsturen
* **Vermijden:** Minder effectieve studeergedragingen, zoals langdurig overschrijven of studeren met afleiding, dienen vermeden te worden [56](#page=56).
* **Behouden:** Effectieve gewoontes, zoals het plannen van toetsen en het herhalen van leerstof op verschillende momenten, moeten behouden blijven [56](#page=56).
* **Bijsturen:** Strategieën die niet optimaal worden toegepast, zoals het enkel herlezen van samenvattingen, kunnen bijgestuurd worden door bijvoorbeeld zelftesten toe te passen of de Cornell-structuur te hanteren [56](#page=56).
#### 4.3.2 Mix & match effectieve leerstrategieën
De combinatie van verschillende effectieve strategieën is cruciaal voor succesvol studeren. Dit omvat planning, monitoring, evaluatie, zelftesten, zelfverklaren, uitleggen aan anderen, het gebruik van voorbeelden, en gespreid oefenen [57](#page=57).
> **Voorbeeld:** De synergie tussen het plannen van je leerproces, het monitoren ervan tijdens het studeren, en het evalueren na afloop, versterkt de effectiviteit van je studeersessies [57](#page=57).
---
# Het belang van lichamelijke en geestelijke zorg voor studenten
Het belang van lichamelijke en geestelijke zorg voor studenten is essentieel voor succesvol studeren, net zoals topsporters zorg dragen voor hun lichaam. Dit omvat regelmatige beweging, gezonde voeding, voldoende waterinname en, cruciaal, slaap. Veel studenten hebben moeite met voldoende slaap, mede door sociale druk en biologische factoren zoals de hormonen cortisol en melatonine die het dag- en nachtritme beïnvloeden. Bij adolescenten daalt de cortisolproductie langzamer, wat kan leiden tot latere slaperigheid [23](#page=23).
### 2.3.1 Slaap en studeren
Voldoende slaap is cruciaal voor het verwerken en ordenen van informatie. Hoewel slapen niet direct slimmer maakt, verbetert het de herinnering aan cruciale informatie op de lange termijn. Een nacht doorstuderen is daarom geen effectieve strategie. Onderzoek toont aan dat studenten die nachtrust inplannen tussen studiesessies, zoals Groep 2 in een experiment met woordenschatleren, beter presteren, vooral op lange termijn, en minder tijd nodig hebben om de stof te herhalen [24](#page=24) [25](#page=25).
### 2.3.2 Studeerstrategieën en mentale inspanning
Effectieve studeerstrategieën vereisen diep nadenken en worden soms als moeilijker ervaren, vergelijkbaar met extra inspanningen in sporttrainingen. Deze gewenste moeilijkheden helpen om de leerstof beter en langer te onthouden. Strategieën zoals simpelweg herlezen, markeren of overschrijven zijn populair maar dragen niet altijd bij aan langetermijn-begrip en -herinnering. Het gevoel van herkenning bij herlezen is misleidend en wordt de "illusie van competentie" genoemd. Overschrijven kan tijdrovend zijn zonder diepgaand begrip. Markeerstiften helpen niet automatisch bij informatieverwerking; er is geen wonderbaarlijke verbinding tussen markeerstift en hersenen [27](#page=27) [28](#page=28).
#### 2.3.2.1 Het belang van actieve verwerking
Actief studeren, waarbij dieper nagedacht moet worden, zorgt ervoor dat de hersenen harder werken en de leerstof langer en beter onthouden wordt. Dit betekent de studiestof bewust en doeltreffend moeilijker maken door bijvoorbeeld zelf te testen, in eigen woorden samen te vatten, diverse oefeningen door elkaar te maken, of leerstof op verschillende momenten te bestuderen [28](#page=28).
#### 2.3.2.2 Onderzoek naar studeergedrag
Onderzoek naar hoe studenten studeren laat zien dat herlezen een van de meest gebruikte strategieën is. Effectieve strategieën zoals oefentoetsen maken en zelftesten met flashcards worden echter minder vaak ingezet, ondanks de intentie van studenten [29](#page=29).
> **Tip:** Maak studeren bewust moeilijker door actieve strategieën te gebruiken in plaats van passief herlezen of overschrijven.
#### 2.3.2.3 Zelftesten als effectieve strategie
Zelftesten is een van de krachtigste leerstrategieën. Het vereist dat het boek gesloten blijft, wat diep nadenken stimuleert. Het testen van jezelf, bijvoorbeeld met flashcards, oefentoetsen, of door de stof uit te leggen, bevordert beter en langer onthouden. Het helpt ook om accuraat in te schatten hoe goed de leerstof begrepen is, in tegenstelling tot het gevoel van herkenning bij herlezen [30](#page=30).
> **Tip:** Test jezelf zo vaak en gevarieerd mogelijk voor betere leerresultaten en langdurig geheugen [30](#page=30).
##### 2.3.2.3.1 Onderzoek naar het effect van zelftesten
Een studie met studenten die een tekst over de zon bestudeerden, toonde aan dat herlezen op korte termijn effectief kan zijn, maar zelftesten op lange termijn tot significant meer leerwinst leidt. Verrassend genoeg overschatten studenten die voornamelijk herlezen hun eigen leerresultaten vaak positief, terwijl ze minder goed presteren dan studenten die zelftesten [31](#page=31).
##### 2.3.2.3.2 Praktische tips voor zelftesten
Bij het zelftesten is het belangrijk om de opgehaalde kennis te controleren en verbeteringen aan te brengen. Actief herinneren, zonder spieken, is essentieel. Test jezelf niet direct na het bestuderen van de stof, maar wacht tot later op de dag of de volgende dag om dieper nadenken te stimuleren. Kies een vorm van zelftesten die aansluit bij de uiteindelijke toetsvorm [32](#page=32).
###### 2.3.2.3.2.1 Zelftesten met flashcards
Flashcards zijn oefenkaartjes met op de ene kant een concept of vraag en op de andere de verklaring of het antwoord. Ze kunnen zelf gemaakt worden of met digitale tools. Het proces omvat het doorlopen van een stapel kaartjes, controleren van antwoorden, en herhalen van de stapel totdat alle kaartjes correct zijn beantwoord. Kaartjes mogen uit de stapel gehaald worden als ze minimaal drie keer correct beantwoord zijn over verschillende studiesessies, wat gespreid leren bevordert [33](#page=33).
> **Opgelet:** Flashcards zijn vooral geschikt voor begrippen en feiten. Voor diepgaande verwerking van verbanden kunnen andere strategieën, zoals vragen bedenken, geschikter zijn [33](#page=33).
###### 2.3.2.3.2.2 Zelftesten met braindumps
Een braindump houdt in dat je op een leeg blad papier alles noteert wat je je herinnert over een bepaald onderwerp, zonder het boek te raadplegen. Dit kan helpen om stil te staan bij wat je al weet, voordat je andere studiestrategieën inzet, of als samenvatting aan het einde van een sessie. Het proces omvat het 3 tot 5 minuten noteren van wat je je herinnert, gevolgd door controle met het studiemateriaal. Het is niet erg als je weinig herinnert; dit vormt het startpunt voor verdere studie [34](#page=34).
#### 2.3.2.4 Herkneden van leerstof
Het "herkneden" van leerstof, door het maken van een nieuw bijproduct zoals een mindmap, tekening of samenvatting, vereist diep nadenken over de betekenis en kerngedachten van de stof. Dit activeert voorkennis en maakt het gemakkelijker om nieuwe informatie te onthouden wanneer deze gekoppeld kan worden aan reeds bestaande kennis. Het proces omvat het selecteren van kerngedachten, nadenken over de betekenis, en het koppelen aan voorkennis om tot een nieuw product te komen. Deze strategieën geven een realistischer beeld van wat je beheerst en wat nog geleerd moet worden [35](#page=35).
---
# Strategieën voor succesvol studeren
Dit hoofdstuk introduceert diverse strategieën om de leerstof actief te verwerken en zo het leerproces te optimaliseren.
### 6.1 Zelftesten met braindumps
Een braindump is een methode waarbij je alles opschrijft wat je je herinnert over een specifiek onderwerp op een leeg blad papier [34](#page=34).
#### 6.1.1 Hoe een braindump uitvoeren?
1. Sluit je boek [34](#page=34).
2. Denk na over het onderwerp, wacht eventueel enkele minuten tot uren [34](#page=34).
3. Neem een leeg blad papier en noteer het onderwerp [34](#page=34).
4. Geef jezelf 3 tot 5 minuten om alles te noteren wat je je herinnert (losse woorden, zinnen, mindmap, tekeningen, symbolen, afkortingen) [34](#page=34).
5. Geef niet te snel op; blijf nadenken [34](#page=34).
6. Controleer met je boek. Markeerde begrippen die je vergeten was met een andere kleur [34](#page=34).
> **Tip:** Het is niet erg als je je in eerste instantie weinig herinnert. Kernwoorden noteren en nadien aanvullen met de leerstof is een uitstekend startpunt voor volgende studiesessies [34](#page=34).
#### 6.1.2 Toepassing van braindumps
Braindumps zijn ideaal om stil te staan bij wat je nog weet, voor het studeren met andere strategieën, als samenvatting aan het einde van een sessie, of om beheersingsniveau te bepalen [34](#page=34).
### 6.2 Herkneed de leerstof
Het herkneden van leerstof houdt in dat je de informatie die je aangeboden krijgt, omzet in een nieuw, eigen bijproduct. Dit vereist diep nadenken over de betekenis, de kerngedachte, de structuur, en hoe het aansluit bij voorkennis, wat het onthouden vergemakkelijkt [35](#page=35).
#### 6.2.1 Stappenplan voor het herkneden van leerstof
1. Vertrek vanuit een bron (handboek, video, etc.) [35](#page=35).
2. Krijg een globaal overzicht (inhoudsopgave, titels, afbeeldingen) [35](#page=35).
3. Lees of bekijk de bron aandachtig [35](#page=35).
4. Selecteer de kerngedachten [35](#page=35).
5. Denk na over de betekenis, bedenk voorbeelden, zoek overeenkomsten en verschillen [35](#page=35).
6. Link de informatie aan voorkennis [35](#page=35).
7. Herkneden de kennis tot iets nieuws [35](#page=35).
> **Tip:** Als je moeite hebt met het bedenken van toetsvragen of het uitleggen van voorbeelden, moet je terugkeren naar het lesmateriaal voor herlezing of extra uitleg [35](#page=35).
#### 6.2.2 Noteren met pen en papier versus laptop
Noteren met pen en papier lijkt minder valkuilen te bevatten omdat het minder snel gedachteloos gebeurt en de kans op letterlijk overschrijven kleiner is. Digitale notities kunnen echter van mindere kwaliteit zijn, tenzij men zich inhoudt om niet alles in te typen [37](#page=37).
#### 6.2.3 Verschillende strategieën voor het herkneden
* Herkneden door vragen te bedenken [37](#page=37).
* Herkneden door te tekenen [37](#page=37).
* Herkneden door uit te leggen (aan jezelf of iemand anders) [37](#page=37).
* Herkneden door te mappen (bv. mindmappen) [37](#page=37).
* Herkneden door samen te vatten met de Cornell-methode [37](#page=37).
#### 6.2.4 Herkennen als leer- en noteerstrategie
Deze strategieën kunnen zowel tijdens het studeren als tijdens de les worden ingezet. Tijdens de les helpen ze om aandacht te vestigen op de leerstof en belangrijke informatie te selecteren en organiseren. De kwaliteit van de notities is hierbij cruciaal [37](#page=37).
#### 6.2.5 Belangrijke aandachtspunten bij het herkneden
* Het effectief samenvatten en andere herkneden strategieën vereisen oefening, feedback en soms directe instructie. Het risico op passief overnemen van informatie is aanwezig [38](#page=38).
* De gemaakte producten (vragen, samenvattingen) moeten correcte informatie bevatten. Controleer altijd de inhoud met het lesmateriaal of vraag feedback [38](#page=38).
* Begin niet met herkneden strategieën als je nog niets van het onderwerp weet; een stevige kennisbasis is vereist [38](#page=38).
### 6.3 Herkneed de leerstof door jezelf vragen te stellen
Dit houdt in dat je leerstof actief verwerkt door er vragen bij te bedenken die je vervolgens gedetailleerd beantwoordt [39](#page=39).
#### 6.3.1 Hoe vragen stellen en beantwoorden?
1. Start met het lesmateriaal en krijg een globaal zicht op de structuur [39](#page=39).
2. Lees grondig een deel van de bron [39](#page=39).
3. Stel jezelf vragen over wat je net gelezen hebt, gebruikmakend van vraagwoorden (wie, wat, waarom, etc.) of door te zoeken naar verschillen, overeenkomsten en verbanden met voorkennis [39](#page=39).
4. Noteer de vragen in een samenvatting, op flashcards, of in de kantlijn [39](#page=39).
5. Formuleer een uitgebreid, schriftelijk of mondeling antwoord zonder te spieken, en betrek je voorkennis. Schrijf antwoorden gescheiden van de vragen om ze later te kunnen hergebruiken [39](#page=39).
6. Controleer en vul je antwoord aan [39](#page=39).
7. Gebruik de vragen om jezelf bij volgende studiesessies te testen [39](#page=39).
> **Opgelet:** Stel vragen die aansluiten bij de leerdoelen en mogelijke exameninhoud. Als het gaat om toepassen, stel dan niet enkel kennisvragen [39](#page=39).
### 6.4 Herkneed de leerstof door te tekenen
Deze strategie omvat het maken van een tekening tijdens het verwerken van leerstof om bijvoorbeeld een proces weer te geven of conceptuele onderdelen aan te duiden [40](#page=40).
#### 6.4.1 Hoe tekenen als studiemethode?
1. Start met het lesmateriaal en krijg een globaal zicht op de structuur [40](#page=40).
2. Lees grondig een deel van de bron [40](#page=40).
3. Sluit het boek, wacht even en verwerk de informatie in een tekening die voor jou duidelijk is. Dit combineert woord en beeld, waardoor de leerstof beter wordt vastgezet en makkelijker op te roepen is [40](#page=40).
4. Gebruik de tekening om het proces of concept te verklaren of benoemen en test jezelf [40](#page=40).
5. Controleer de juistheid en volledigheid van je tekening en verklaring. Vul aan of verbeter in een andere kleur [40](#page=40).
> **Opgelet:** De focus ligt op het leren, niet op de esthetische waarde van de tekening. Verspil hier geen tijd aan [40](#page=40).
### 6.5 Herkneed de leerstof door uit te leggen
Dit houdt in dat je leerstof (een oefening, begrip, proces) uitlegt aan jezelf of aan iemand anders, wat je dwingt om diep na te denken. Het uitleggen aan een ander biedt het voordeel dat die persoon vragen kan stellen [41](#page=41).
#### 6.5.1 Hoe leerstof uitleggen?
1. Start met het lesmateriaal [41](#page=41).
2. Lees grondig een deel van de bron [41](#page=41).
3. Verklaar, met details en linken naar voorkennis, wat je hebt bestudeerd aan jezelf of aan een ander. Bij teksten kan dit per alinea, bij oefeningen door luidop redeneren, of door een proces uit te leggen [41](#page=41).
4. Controleer je uitleg met het lesmateriaal [41](#page=41).
> **Opgelet:** Het gaat om uitleggen en verklaren, niet om herformuleren of luidop aflezen [41](#page=41).
### 6.6 Herkneed de leerstof door te mappen
Mapping, zoals mindmappen, omvat het creëren van een visueel schema dat de verbanden binnen de leerstof verduidelijkt [42](#page=42).
#### 6.6.1 Hoe leerstof mappen?
1. Start met het lesmateriaal en krijg een globaal zicht op de structuur [42](#page=42).
2. Laat de leerstof even rusten [42](#page=42).
3. Neem een leeg blad, noteer het lesonderwerp in het midden en daaromheen de kerngedachten [42](#page=42).
4. Voeg per kerngedachte vertakkingen toe met begrippen, opsommingen, voorbeelden, en duid verbanden aan met pijlen of tekeningen [42](#page=42).
5. Bouw de map op door na te denken over de kerngedachten en hoe ze aansluiten bij het onderwerp, in plaats van direct over te schrijven [42](#page=42).
6. Controleer de map met het lesmateriaal op de aanwezigheid van belangrijke concepten en duidelijke verbanden. Vul aan of verbeter [42](#page=42).
> **Opgelet:** Combineer mapping met zelftesten (boek gesloten) voor maximale effectiviteit. Anders is het vaak tijdverspilling [42](#page=42).
### 6.7 Herkneed de leerstof door samen te vatten met de Cornell-methode
De Cornell-methode is een manier om samenvattingen te maken door de belangrijkste gedachten uit tekst of video te halen en te herformuleren in eigen woorden, waarbij de samenvatting ook gebruikt kan worden om jezelf te testen [43](#page=43).
#### 6.7.1 Hoe de Cornell-methode toepassen?
1. Verdeel een blad papier in drie kolommen: een brede rechterkolom, een smallere linkerkolom, en schrijfruimte onderaan [43](#page=43).
2. Noteer bovenaan het lesonderwerp [43](#page=43).
3. Maak beknopte aantekeningen (schematisch, opsommingen, kernwoorden) in de rechterkolom [43](#page=43).
4. Noteer in de linkerkolom vragen of kernwoorden die aansluiten bij de rechterkolom, zoek verbanden [43](#page=43).
5. Vat de kern van het lesonderwerp kort samen onderaan [43](#page=43).
6. Dek de rechterkolom af en test jezelf aan de hand van de linkerkolom [43](#page=43).
7. Controleer je antwoord [43](#page=43).
8. Test jezelf opnieuw bij volgende studiesessies [43](#page=43).
> **Opgelet:** Vermijd letterlijk overschrijven en zorg dat samenvatten een actief denkproces is. De grootste leerwinst zit in het nadien gebruiken van de samenvatting om jezelf te testen [43](#page=43).
---
# Het belang van oefenen voor het beheersen van leerstof
Effectief oefenen is cruciaal voor het duurzaam beheersen van leerstof, waarbij slimme strategieën leiden tot betere resultaten dan louter herhalen of triviale oefening [45](#page=45).
### 7.1 Slim oefenen
#### 7.1.1 Gemengd of afwisselend oefenen versus gegroepeerd oefenen
Een veelgebruikte aanpak om leerstof onder de knie te krijgen, is door middel van oefening. Echter, niet alle oefenmethoden zijn even effectief. Onderzoek toont aan dat afwisselend oefenen, waarbij verschillende oefeningentypes door elkaar worden aangepakt, leidt tot betere prestaties op tests, zowel op korte als op lange termijn, vergeleken met gegroepeerd oefenen (type per type) [45](#page=45).
> **Voorbeeld:** In een onderzoek werden Amerikaanse middelbare scholieren verdeeld in twee groepen voor wiskunde-oefeningen. Groep 1 oefende gegroepeerd (AAAA, BBBB, CCCC), terwijl Groep 2 afwisselend oefende (ACBCABCABBCA). De groep die afwisselend oefende, scoorde beter op testen die 1 en 30 dagen na de lesreeks werden afgenomen [45](#page=45).
Afwisselend oefenen dwingt studenten om actief na te denken over welke strategie ze moeten toepassen, wat leidt tot diepere verwerking en beter leerresultaat, ondanks dat het in het begin moeilijker aanvoelt en mogelijk tot meer fouten leidt [47](#page=47).
#### 7.1.2 Oefenen met uitgewerkte voorbeelden
Uitgewerkte voorbeelden, waarbij alle tussenstappen van een oplossing worden beschreven en verklaard, zijn bijzonder nuttig wanneer studenten niet meer weten hoe een specifieke procedure toe te passen [46](#page=46).
> **Voorbeeld:** Bij een wiskundige vergelijking zoals $5(2x + 6) = 40$, wordt elke stap (delen door 5, aftrekken van 6, delen door 2) getoond en verklaard, leidend tot de oplossing $x = 1$ [46](#page=46).
Het bestuderen van deze voorbeelden, met het stellen van "waarom"-vragen of hardop redeneren, helpt bij het begrijpen van de opeenvolgende stappen. Studenten kunnen ook proberen de laatste stappen van een uitgewerkt voorbeeld af te dekken en deze zelf aan te vullen, waarna ze zichzelf kunnen controleren [46](#page=46).
> **Tip:** Gebruik uitgewerkte voorbeelden vooral wanneer je een bepaalde werkwijze nog niet beheerst. Zodra je iets al redelijk onder de knie hebt, is het effectiever om zonder zo'n voorbeeld te starten [46](#page=46).
### 7.2 Studeren gespreid
#### 7.2.1 Het principe van gespreide herhaling
Het principe "3 x 30 minuten studeren is effectiever dan 1 x 90 minuten" benadrukt dat leerstof langer en beter wordt onthouden wanneer het over meerdere, kortere studeersessies wordt verspreid. Dit principe is van toepassing op zowel studeren als oefenen [48](#page=48) [49](#page=49).
Door het herhaaldelijk moeilijker maken van de leerstof, door bijvoorbeeld te vergeten en vervolgens opnieuw te moeten oproepen, wordt de leerstof dieper verwerkt en beter onthouden. Een "braindump" aan het einde van een studeersessie, waarbij de student kort samenvat wat aan het begin van de sessie is bestudeerd, is een methode om deze spreiding binnen één sessie in te bouwen [48](#page=48).
> **Voorbeeld:** Een planning kan drie studeersessies inplannen voor een bepaald onderwerp, verspreid over meerdere dagen (bijvoorbeeld dag 2, dag 5 en dag 9), in plaats van de totale studietijd in één lange sessie te proppen [49](#page=49).
#### 7.2.2 Toepassing en aandachtspunten
Gespreid studeren is met name effectief voor leerstof die de student minder goed beheerst. Het is wel cruciaal dat er nog voldoende tijd is vóór het examen of de test [49](#page=49).
> **Opgelet:** Bij herhalingsmomenten binnen gespreid studeren is het belangrijk om te focussen op actieve methoden zoals zelftesten, in plaats van louter herlezen. Gespreid studeren betekent niet het verdelen van de leerstof in delen die elk één keer worden gestudeerd, maar het herhalen van dezelfde leerstof over tijd [49](#page=49).
### 7.3 Combineren van studeerstrategieën
Veel studeerstrategieën kunnen effectief met elkaar gecombineerd worden om het leerproces te optimaliseren [50](#page=50).
> **Voorbeeld:** Een student kan starten met een uitgewerkt voorbeeld, dit hardop verklaren aan zichzelf, en vervolgens gelijkaardige oefeningentypes afwisselend oefenen. Een andere combinatie is het maken van een braindump van kernwoorden om vervolgens de leerstof te herlezen en toetsvragen te bedenken die later beantwoord moeten worden [50](#page=50).
Het bewaren van al het studiemateriaal gedurende het academisch jaar, zoals zelfbedachte toetsvragen of gemaakte samenvattingen, is waardevol voor de voorbereiding op examens [50](#page=50).
### 7.4 De gouden regel: "Eén keer in, dan uit, uit, uit"
Een fundamenteel principe voor effectief leren is het onderscheid tussen het instoppen van informatie in het geheugen (in) en het actief terughalen van die informatie uit het geheugen (uit). Hoewel herlezen nuttig kan zijn voor begrip van onduidelijke materie, is het vaker terughalen van informatie uit het geheugen essentieel voor duurzame beheersing [50](#page=50) [51](#page=51).
> **Tip:** Wissel het lezen van leerstof af met actieve methoden om de informatie uit je geheugen op te roepen, zoals flashcards, braindumps, het stellen van vragen, het uitleggen van de stof of het maken van schema's. Na elke poging tot herinnering is het cruciaal om de antwoorden te controleren en eventuele fouten te corrigeren [50](#page=50) [51](#page=51).
---
# De relatie tussen leren, studeren en de inspanning die het vergt
Effectief studeren vereist een diepgaand begrip van hoe het brein werkt, de implementatie van effectieve studeerstrategieën en een proactieve aanpak van de voorbereidings-, verwerkings- en reflectiefasen van het leerproces [5](#page=5).
### 8.1 De werking van het brein en leren
Het brein kent drie geheugentypes: het zintuiglijk geheugen, het werkgeheugen en het langetermijngeheugen [8](#page=8).
#### 8.1.1 Zintuiglijk geheugen
Het zintuiglijk geheugen slaat informatie op uit de omgeving, zowel bewust als onbewust. Enkel de prikkels waaraan aandacht wordt besteed, worden doorgestuurd naar het werkgeheugen. Het minimaliseren van onnodige prikkels in de studieomgeving is daarom essentieel [8](#page=8).
#### 8.1.2 Werkgeheugen
Het werkgeheugen verwerkt de informatie die vanuit het zintuiglijk geheugen wordt geselecteerd. De capaciteit hiervan is echter beperkt; het kan slechts een klein aantal elementen (4 tot 7) voor een korte periode (2 tot 20 seconden) vasthouden. Als er niets met deze elementen gebeurt, gaat de informatie verloren [8](#page=8).
#### 8.1.3 Langetermijngeheugen
Het langetermijngeheugen fungeert als een ongelimiteerde opslagplaats voor alle kennis, vaardigheden en ervaringen. Nieuwe informatie wordt sneller en beter onthouden wanneer deze gekoppeld kan worden aan bestaande voorkennis in het langetermijngeheugen. Hoe meer voorkennis er is over een onderwerp, hoe makkelijker nieuwe, gerelateerde informatie verwerkt en geïntegreerd kan worden [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 8.1.4 Leren als stabiele verandering
Leren wordt gedefinieerd als een relatief stabiele verandering in het langetermijngeheugen, waarbij kennis, vaardigheden of begrip worden verkregen die voorheen afwezig waren en toepasbaar zijn in verschillende contexten. Nieuwe informatie moet herhaaldelijk en verspreid over tijd worden geoefend om stabiel geïntegreerd te worden in het langetermijngeheugen [10](#page=10) [14](#page=14) [22](#page=22).
> **Tip:** Zorg ervoor dat je nieuwe informatie koppelt aan wat je al weet. Dit helpt bij de integratie in je langetermijngeheugen.
#### 8.1.5 Kennis bepaalt waarneming
Wat je weet, bepaalt wat je ziet. Dezelfde visuele informatie kan anders worden geïnterpreteerd op basis van iemands voorkennis [7](#page=7) [9](#page=9).
### 8.2 Studeren en de inspanning die het vergt
Studeren wordt beschouwd als topsport, wat betekent dat het discipline, oefening en inzicht in effectieve methoden vereist. Leren is niet hetzelfde als studeren; leren is het proces van kennisverwerving, terwijl studeren de inspanning is die nodig is om dit leerproces te faciliteren [13](#page=13) [6](#page=6).
#### 8.2.1 De Dunning-Kruger effect
Het Dunning-Kruger effect beschrijft hoe mensen met weinig kennis vaak overschatten wat ze weten, omdat ze de expertise missen om hun eigen tekortkomingen te herkennen. Dit kan leiden tot een onterecht gevoel van competentie bij studenten die ineffectieve studeermethoden gebruiken [12](#page=12).
#### 8.2.2 Multitasken is een mythe
Het brein kan niet bewust twee taken tegelijk uitvoeren. Wanneer men denkt te multitasken, wisselt het brein constant tussen taken, wat tijd kost en de kans op fouten vergroot. Uitzonderingen zijn taken die grotendeels geautomatiseerd zijn [12](#page=12).
#### 8.2.3 Beeld- en woorddenkers
De opvatting dat men een 'beeld- of woorddenker' is, is een mythe. Iedereen is zowel beeld- als woorddenker, en informatie wordt beter verwerkt en onthouden wanneer deze via beide modaliteiten wordt aangeboden [13](#page=13).
#### 8.2.4 De inspanning van studeren
Studeren is een actieve en inspannende activiteit die moeite kost, vooral voor culturele vaardigheden zoals lezen of een vreemde taal leren. Studeren vereist een bewuste inspanning om leerstof te verwerken, te integreren en te kunnen oproepen [13](#page=13) [6](#page=6).
### 8.3 Strategieën voor effectief studeren
Effectief studeren vereist meer dan alleen het herhalen van leerstof; het gaat om het inzetten van strategieën die integratie in het langetermijngeheugen bevorderen en de leerstof snel oproepbaar maken. De focus ligt op leren voor de lange termijn, niet louter op presteren voor een examen [11](#page=11) [19](#page=19).
#### 8.3.1 Voorbereiding: de opwarming
Een goede voorbereiding op een studeersessie is cruciaal en omvat het creëren van een optimale studieplek, het ontwikkelen van sterke studiegewoontes, het vermijden van afleidingen en het maken van een planning [15](#page=15).
##### 8.3.1.1 Ontwikkel sterke en motiverende gewoontes
Gewoontes worden getriggerd door omgevingsfactoren. Het aanpassen van de omgeving om ongewenst gedrag te ontmoedigen en gewenst gedrag te faciliteren, is essentieel om sterke studiegewoontes te ontwikkelen. Belangrijk is ook om de goede gewoonte te herhalen en voldoening te ervaren uit succesvolle studeersessies, wat de motivatie verhoogt [16](#page=16) [18](#page=18).
> **Tip:** Creëer een 'gadget-vrije zone' in je studeerruimte om afleiding door smartphones en tablets te minimaliseren.
> **Tip:** Muziek kan voor routineuze taken nuttig zijn, maar kan de focus op complexe teksten belemmeren.
##### 8.3.1.2 Plan vanuit concrete leerdoelen
Het stellen van duidelijke leerdoelen, die zich richten op begrip en lange-termijn beheersing (lerendoelen) in plaats van enkel op korte-termijn prestaties, is essentieel. Deze doelen moeten concreet en opdeelbaar zijn in kleinere subdoelen om het starten van studeersessies te vergemakkelijken en tussentijdse successen te motiveren [19](#page=19) [20](#page=20).
> **Voorbeeld:** Een hoofddoel als "economie studeren" kan worden opgesplitst in subdoelen zoals "inhoudsopgave bestuderen", "flashcards maken over begrippen" of "oefentoets hoofdstuk 1 maken".
##### 8.3.1.3 Gespreid studeren (3 x 30 > 1 x 90)
Kortere, gespreide studeersessies (bijvoorbeeld 3 sessies van 30 minuten) zijn effectiever voor het onthouden van leerstof dan één lange sessie van gelijke totale duur (90 minuten). Dit principe is gebaseerd op het vermijden van de steile vergeetcurve door herhaling en actieve herhaling op verschillende momenten [22](#page=22) [23](#page=23).
> **Tip:** Bouw buffers in je planning in voor onverwachte tijdsnood en probeer studietijd op vaste momenten in te bouwen om een gewoonte te ontwikkelen.
##### 8.3.1.4 Zorg voor lichaam en geest
Net als topsporters, is het cruciaal om voor het lichaam en de geest te zorgen door middel van beweging, gezonde voeding, voldoende water en slaap. Slaap is essentieel voor de verwerking en ordening van informatie en het langer onthouden van cruciale informatie [23](#page=23) [24](#page=24).
#### 8.3.2 De work-out: verwerken van leerstof
Hoofdstuk 3 biedt effectieve studeerstrategieën. De focus ligt op het integreren van leerstof in het langetermijngeheugen en het snel kunnen herinneren ervan [11](#page=11) [5](#page=5).
#### 8.3.3 De cooldown: terug- en vooruitblik
Na een studeersessie is het belangrijk om terug te blikken op de aanpak en vooruit te kijken naar volgende sessies [5](#page=5).
### 8.4 Inspanning, leren en studeren
Studeren is een activiteit die inspanning vergt en leidt tot leren, wat een stabiele verandering in kennis, vaardigheden of begrip betekent. Het begrijpen van de werking van het brein en het toepassen van bewezen effectieve studeerstrategieën zijn fundamenteel voor succes. De relatie tussen leren, studeren en de benodigde inspanning is cyclisch; meer effectief studeren leidt tot beter leren, wat de motivatie voor verdere inspanning en studeren kan vergroten [10](#page=10) [11](#page=11) [13](#page=13) [18](#page=18) [6](#page=6).
---
De effectiviteit van studeren is direct gerelateerd aan de inspanning die wordt geleverd, waarbij het bewust bemoeilijken van het studieproces leidt tot dieper begrip en langduriger onthouden.
### 8.1 Het belang van inspanning en diepe verwerking
Effectief studeren vereist meer dan louter herlezen of overschrijven; het vereist strategieën die leiden tot diepe verwerking en actieve inspanning. Dit proces voelt mogelijk moeilijker aan, vergelijkbaar met een sporter die traint met extra weerstand, maar resulteert wel in langduriger en beter onthouden leerstof [27](#page=27) [28](#page=28).
#### 8.1.1 De illusie van competentie bij oppervlakkige studiemethoden
Veelgebruikte studiemethoden zoals het herlezen van teksten, markeren en overschrijven, geven studenten een vals gevoel van beheersing, bekend als de "illusie van competentie". Herkenning van stof, wat vaak ontstaat bij herlezen, is niet hetzelfde als actief kunnen herinneren wanneer dat gevraagd wordt [28](#page=28).
* **Herlezen:** Dit lijkt snel te gaan, maar het gevoel van herkenning is misleidend en betekent niet noodzakelijk dat de stof daadwerkelijk geleerd is [28](#page=28).
* **Markeren:** Het is niet altijd duidelijk of het gemarkeerde de hoofdgedachte van de tekst weergeeft. Markeren leidt bovendien niet automatisch tot informatieverwerking. Het advies is om spaarzaam te zijn met de markeerstift en goed na te denken over wat en waarom men markeert [28](#page=28).
* **Overschrijven:** Hoewel tijdrovend, is overschrijven niet altijd effectief en kan men een tekst overschrijven zonder deze werkelijk te begrijpen [28](#page=28).
#### 8.1.2 Studeerstrategieën die inspanning vereisen
Om echt te leren, is het cruciaal om het studeren bewust moeilijker te maken. Dit kan door [28](#page=28):
* **Zelf testen** in plaats van te herlezen [28](#page=28).
* **Schematisch samenvatten in eigen woorden** in plaats van letterlijk overschrijven [28](#page=28).
* **Oefeningen van verschillende types door elkaar maken** in plaats van type per type [28](#page=28).
* **Spreiden van studieperiodes** in plaats van alles in één keer te doen [28](#page=28).
#### 8.1.3 Onderzoek naar studeerstrategieën bij studenten
Onderzoek naar hoe studenten studeren toont aan dat herlezen een van de meest gebruikte strategieën is, terwijl effectievere methoden zoals het maken van oefentoetsen en zelf testen met flashcards minder frequent worden ingezet, ondanks de intentie van studenten om deze wel te gebruiken [29](#page=29).
* **Herlezen:** Dit wordt door studenten relatief vaak toegepast, met name het herlezen van eigen notities, wat de kwaliteit van die notities ter discussie stelt [29](#page=29).
* **Zelf testen (bv. oefentoetsen, flashcards):** Deze strategieën, die bewezen effectief zijn, worden minder vaak gebruikt dan gepland [29](#page=29).
> **Tip:** Het effectief studeren is een proces van continue verbetering, waarbij het aanleren van de juiste strategieën de sleutel is tot succes op lange termijn. Bewuste inspanning en diepe verwerking zijn essentieel.
### 8.2 De rol van slaap in leerprocessen
Nachtrust speelt een cruciale rol in het leerproces, met name in het consolidatieproces van herinneringen en het versnellen van het leerproces [25](#page=25).
#### 8.2.1 Onderzoek naar slaap en herleren
Een studie met Franstalige studenten die 16 Franse woorden naar het Swahili leerden, illustreert het belang van slaap. Twee groepen namen deel [25](#page=25):
* **Groep 1:** Studeerde twee keer op dezelfde dag (om 9u en 21u).
* **Groep 2:** Studeerde de eerste keer 's avonds (om 21u) en herhaalde de ochtend erna (om 9u), waardoor nachtrust tussen de sessies viel.
De resultaten toonden aan dat groep 2, waarbij nachtrust was ingepland, beter presteerde, zowel op de toets na 6 maanden als in de tijd die nodig was voor herhaling tijdens de tweede sessie. Dit benadrukt dat nachtrust erg belangrijk is voor het effectief herleren en langdurig onthouden [25](#page=25).
> **Tip:** Plan studeersessies zodanig dat er voldoende tijd is voor nachtrust tussen de sessies, vooral bij het herhalen van leerstof. Dit optimaliseert het consolidatieproces van informatie in het langetermijngeheugen.
### 8.3 Elementen van succesvol studeren
Succesvol studeren omvat diverse aspecten die bijdragen aan effectieve leerprocessen [26](#page=26):
* **Draag zorg voor lichaam en geest:** Dit omvat voldoende slaap, gezonde voeding en beweging [26](#page=26).
* **Ontwikkel sterke en motiverende gewoontes:** Het ervaren van voldoening na het bereiken van doelen kan motiverend werken [26](#page=26).
* **Pas je omgeving aan (beperk afleiding!):** Een geconcentreerde studeeromgeving bevordert de focus [26](#page=26).
* **Plan vanuit concrete doelen:** Het stellen van specifieke en haalbare leerdoelen is essentieel [26](#page=26).
* **Herhaal de goede gewoonte:** Consistente toepassing van effectieve studiemethoden versterkt de leerresultaten [26](#page=26).
* **Gespreid studeren in de tijd:** Het spreiden van studiemateriaal over meerdere sessies is effectiever dan alles in één keer te doen [26](#page=26).
### 8.4 "Intense work-out" als metafoor voor studeren
De term "intense work-out" wordt gebruikt om de studeerstrategieën te beschrijven die gericht zijn op het verwerken van leerstof op een manier die het later makkelijker oproepen en langer onthouden mogelijk maakt. Deze strategieën kunnen in eerste instantie moeilijker aanvoelen omdat ze een grotere mentale inspanning vereisen, net zoals sporters extra weerstand opzoeken om hun prestaties te verbeteren. Door deze gewenste moeilijkheden in te bouwen, wordt de leerstof effectiever opgenomen en beter onthouden. Dit hoofdstuk presenteert tien van dergelijke effectieve strategieën [27](#page=27).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Langetermijngeheugen | Het deel van het geheugen dat informatie voor langere periodes opslaat, waardoor kennis stabiel geïntegreerd wordt en in verschillende contexten kan worden ingezet. |
| Werkgeheugen | Het deel van het geheugen met een beperkte capaciteit, dat verantwoordelijk is voor het tijdelijk vasthouden en bewerken van informatie tijdens cognitieve taken. |
| Leren | Het proces waarbij een relatief stabiele verandering optreedt in het langetermijngeheugen, waardoor men iets kan, weet of begrijpt dat men daarvoor niet kon, wist of begreep. |
| Studeerstrategieën | Methoden en technieken die worden ingezet om leerstof te verwerken op een manier die integratie in het langetermijngeheugen bevordert en snelle herinnering mogelijk maakt. |
| Dunning-Krugereffect | Een cognitieve bias waarbij mensen met weinig expertise in een bepaald domein vaak onterecht overschatten hoe goed ze zijn, omdat ze de criteria voor competentie niet herkennen. |
| Multitasken | Het gelijktijdig uitvoeren van meerdere bewuste activiteiten, wat volgens de tekst niet mogelijk is omdat het brein niet met twee bewuste taken tegelijkertijd kan opereren. |
| Beeld- en woorddenken | De stelling dat iedereen zowel informatie via beelden als via woorden kan verwerken en onthouden, en dat informatie beter wordt onthouden wanneer deze via beide modaliteiten wordt aangeboden. |
| Studeren | Het actief aan de slag gaan met leerstof, oefenen en moeite doen om kennis te verwerven, wat essentieel is voor het leren van culturele vaardigheden zoals lezen of een nieuwe taal spreken. |
| Studeergewoontes | Patronen van gedrag die een student ontwikkelt met betrekking tot het leren en studeren, zoals het maken van samenvattingen, het herlezen van stof, of het studeren op vaste momenten. |
| Studieomgeving | De fysieke en mentale ruimte waarin een student studeert, inclusief de aanwezigheid van afleidingen zoals een smartphone, radio, of andere prikkels, en de mate waarin deze is ingericht om focus te bevorderen. |
| Voorbereiding | De acties die een student onderneemt om zich optimaal voor te bereiden op studieactiviteiten, zoals het creëren van een geschikte studieplek, het maken van een planning, en het zorgen voor de juiste materialen. |
| Gewoontegedrag | Gedrag dat automatisch en zonder veel bewuste inspanning wordt uitgevoerd als reactie op specifieke prikkels of cues uit de omgeving, wat zowel positief als negatief kan zijn voor het studeren. |
| Gadgetvrije zone | Een studieplek die vrij is van elektronische apparaten zoals smartphones en tablets, om afleiding te minimaliseren en de concentratie te bevorderen tijdens het studeren. |
| Leerdoelen | Specifieke, meetbare, acceptabele, realistische en tijdgebonden (SMART) doelen die een student stelt met betrekking tot het verwerven van kennis en vaardigheden, gericht op begrip en toepassing op lange termijn. |
| Prestatiedoelen | Doelen die gericht zijn op het behalen van externe resultaten, zoals een goed cijfer of het vermijden van zakken, wat kan leiden tot kortetermijnfocus en minder effectieve studiestrategieën. |
| Gespreid studeren | Een studeerstrategie waarbij leerstof op verschillende momenten en in kortere sessies wordt herhaald en geoefend, wat leidt tot een betere langetermijnretentie en oproeping van kennis in vergelijking met lange, aaneengesloten sessies. |
| Vergetencurve | Een grafische weergave die illustreert hoe snel kennis verloren gaat na het leren ervan, tenzij er actieve herhaling plaatsvindt om het geheugen te versterken en het vergeten te vertragen. |
| Buffers | Geplande, maar nog niet concreet ingevulde studeermomenten in een planning, bedoeld om flexibiliteit te bieden voor taken die onverwacht meer tijd vergen dan oorspronkelijk ingeschat. |
| Routineuze taken | Studietaken die relatief eenvoudig en repetitief zijn en minder cognitieve inspanning vereisen, waardoor achtergrondmuziek minder storend kan zijn dan bij complexere taken. |
| Metacognitie | Het nadenken over en het bewustzijn van het eigen leerproces, inclusief het plannen, monitoren en evalueren van leeractiviteiten om de effectiviteit te vergroten. |
| Leerproces plannen | Het strategisch voorbereiden van het studeren door doelen te stellen, effectieve studeerstrategieën te selecteren, bestaande kennis te activeren en afleidingen te minimaliseren. |
| Leerproces monitoren | Het continu volgen en beoordelen van de eigen voortgang en het begrip tijdens het studeren, waarbij men zich afvraagt of de leerstof begrepen wordt en of de gekozen strategieën effectief zijn. |
| Leerproces evalueren | Het achteraf beoordelen van het studeergedrag en de behaalde resultaten na een studiesessie, om te bepalen of de leerdoelen zijn bereikt en welke aanpassingen nodig zijn voor toekomstige studiesessies. |
| Zelftesten | Een studeerstrategie waarbij men zichzelf test om de kennis en het begrip van de leerstof te evalueren, wat essentieel is voor het meten van daadwerkelijke beheersing en het verbeteren van het leerproces. |
| Effectieve studeerstrategieën | Methoden en technieken die bewezen hebben de leerresultaten te verbeteren, zoals gespreid oefenen, het uitleggen aan anderen, en het gebruik van uitgewerkte voorbeelden. |
| Herhaling | Het opnieuw doorlopen van leerstof om de kennis te versterken en te behouden, waarbij het belangrijk is om dit op strategische momenten te doen om langetermijnretentie te bevorderen. |
| Afleidingen vermijden | Het actief minimaliseren van externe en interne factoren die de concentratie tijdens het studeren kunnen verstoren, om zo de focus en effectiviteit van de studiesessie te maximaliseren. |
| Kritische coach | De rol die een student op zich neemt om het eigen leerproces objectief te beoordelen, te identificeren wat goed gaat en wat verbetering behoeft, en proactief bij te sturen. |
| Actieve studeerstrategieën | Studiemethoden die de student actief betrekken bij de leerstof, zoals samenvatten in eigen woorden, vragen bedenken, of uitleggen aan anderen, in tegenstelling tot passieve methoden zoals enkel herlezen of markeren. |
| Braindump | Een studeermethode waarbij alle kernwoorden en concepten die men zich herinnert over een bepaald onderwerp op papier worden gezet, zonder directe structuur of selectie, om het geheugen te activeren. |
| Cornell-methode | Een specifieke notitie- en samenvattingstechniek waarbij de pagina wordt opgedeeld in kolommen voor hoofdnotities, kernwoorden/vragen en een samenvatting, wat helpt bij het organiseren en actief herhalen van de leerstof. |
| Cooldown | De fase na een intensieve studeersessie ("work-out") waarin de leerstof gespreid in de tijd herhaald wordt om de kennis te consolideren en langer te onthouden, wat het ophalen van informatie vergemakkelijkt. |
| Flashcards | Kleine kaartjes waarop aan de ene kant een kernbegrip of vraag staat en aan de andere kant de bijbehorende definitie of het antwoord, gebruikt om actief de leerstof te oefenen en te testen. |
| Integreren | Het proces waarbij nieuwe informatie wordt gekoppeld aan bestaande kennis en ervaringen, wat leidt tot een dieper begrip en betere langetermijnretentie. |
| Kernbegrippen | De belangrijkste concepten of termen binnen een bepaald onderwerp die essentieel zijn voor het begrijpen van de gehele materie. |
| Lichamelijke en geestelijke zorg | Het belang van het goed verzorgen van zowel het fysieke lichaam als de mentale gesteldheid, vergelijkbaar met de zorg die topsporters aan hun lichaam besteden, wat essentieel is voor succesvol studeren. |
| Cortisol | Een hormoon dat 's ochtends wordt vrijgegeven en helpt om je wakker te voelen; bij adolescenten daalt de hoeveelheid hiervan langzamer, wat kan bijdragen aan later op de avond wakker blijven. |
| Melatonine | Een hormoon dat naar de avond toe vrijkomt en ervoor zorgt dat je je slaperig voelt, wat essentieel is voor het reguleren van het dag- en nachtritme. |
| Studiesessies | Korte, maar intense periodes van studeren waarin dezelfde leerstof op verschillende momenten en manieren wordt verwerkt om de effectiviteit van het leren te vergroten. |
| Impulsiviteit | De neiging om direct te handelen zonder veel na te denken over de gevolgen, wat een belangrijke factor kan zijn in het uitstellen van taken in plaats van ambitie of motivatie. |
| Verwerken en ordenen (van informatie) | Het proces dat de hersenen tijdens de slaap uitvoeren om informatie die gedurende de dag is opgedaan, inclusief studiemateriaal, te organiseren en te consolideren voor beter onthouden. |
| Illusie van competentie | Een misleidend gevoel van herkenning bij het herlezen van leerstof, wat niet noodzakelijk betekent dat de stof daadwerkelijk geleerd en te herinneren is wanneer dat gevraagd wordt. |
| Braindumps | Een techniek waarbij je op een leeg blad papier alles noteert wat je je herinnert over een bepaald onderwerp, om zo te inventariseren wat je weet en wat je nog moet leren. |
| Leerwinst | De mate waarin het leren van nieuwe informatie wordt verbeterd en de informatie langer wordt onthouden, wat wordt bevorderd door actieve studeerstrategieën zoals zelftesten. |
| Voorkennis | Bestaande kennis en ervaringen die iemand al heeft over een bepaald onderwerp, die geactiveerd kan worden om nieuwe informatie beter te linken en te onthouden. |
| Zelftesten met braindumps | Een studeertechniek waarbij je alles opschrijft wat je je herinnert over een bepaald onderwerp op een leeg blad papier, zonder het bronmateriaal te raadplegen. Dit helpt om te evalueren wat je al weet en waar je nog kennis moet aanvullen. |
| Herkneed de leerstof | Een studeerstrategie die inhoudt dat je de leerstof actief verwerkt door er een nieuw "bijproduct" van te maken, zoals een mindmap, tekening, samenvatting of toetsvragen. Dit proces vereist diepgaand nadenken over de betekenis, structuur en verbanden van de informatie. |
| Noteren met pen en papier | Het maken van aantekeningen met de hand, wat vaak leidt tot kwalitatief betere notities omdat het meer denkwerk vereist dan typen. Het maakt het ook eenvoudiger om verbanden weer te geven en schetsen toe te voegen. |
| Herkennen door vragen te bedenken | Een studeerstrategie waarbij je zelf vragen formuleert over de leerstof en deze vervolgens gedetailleerd beantwoordt. Dit dwingt je om actief na te denken over de inhoud en de verbanden daartussen. |
| Herkennen door te tekenen | Het creëren van visuele representaties, zoals tekeningen of diagrammen, om leerstof te verwerken. Dit helpt bij het verduidelijken van processen, concepten en de relaties tussen verschillende onderdelen, waardoor de informatie beter wordt onthouden. |
| Herkennen door uit te leggen | De leerstof uitleggen aan jezelf of aan iemand anders, wat een diepgaande verwerking van de materie vereist. Door de stof te articuleren, identificeer je hiaten in je begrip en versterk je je kennis. |
| Herkennen door te mappen | Het creëren van visuele schema's, zoals mindmaps of tabellen, om de verbanden binnen de leerstof te structureren en te visualiseren. Dit helpt bij het actief verwerken van informatie en het leggen van verbanden tussen concepten. |
| Herkennen door samen te vatten met de Cornell-methode | Een gestructureerde manier van samenvatten waarbij het papier wordt verdeeld in kolommen voor aantekeningen, kernwoorden/vragen en een samenvatting. Dit faciliteert actief leren en zelf-testen door het afdekken van delen van de samenvatting. |
| Mappen | Een studeerstrategie waarbij een visueel schema wordt gecreëerd om verbanden in de leerstof duidelijk te maken, zoals mindmaps, schema's of tabellen. Het helpt bij actieve verwerking, het verduidelijken van concepten en het ophalen van voorkennis. |
| Uitgewerkt voorbeeld | Een oefening waarbij de volledige oplossing, inclusief alle tussenstappen en verklaringen, gedetailleerd wordt weergegeven. Dit is nuttig om te begrijpen hoe een bepaalde werkwijze wordt toegepast, vooral wanneer men de stappen niet meer weet. |
| Afwisselend oefenen | Een studeerstrategie waarbij oefeningen van verschillende, maar vergelijkbare typen door elkaar worden gemaakt, in plaats van ze gegroepeerd per type te oefenen. Dit dwingt tot dieper nadenken over de te kiezen oplossingsstrategie en verhoogt de leeropbrengst. |
| Gegroepeerd oefenen | Een studeerstrategie waarbij oefeningen van hetzelfde type na elkaar worden gemaakt. Dit is nuttig in de beginfase van het oefenen om de toepassing van een specifieke strategie te leren, maar leidt minder tot diepgaand begrip dan afwisselend oefenen. |
| Actief verwerken | Het proces waarbij leerstof niet passief wordt opgenomen, maar actief wordt bewerkt en geanalyseerd door middel van technieken zoals samenvatten, mappen of het stellen van vragen. Dit leidt tot een dieper begrip en betere retentie. |
| Herkennen | Het vermogen om leerstof te identificeren en te plaatsen, vaak door het leggen van verbanden met reeds bekende informatie of door het herkennen van patronen. |
| Beheersen | Het volledig begrijpen en kunnen toepassen van leerstof, wat resulteert in een diepgaand begrip en de mogelijkheid om kennis flexibel in te zetten. |
| Zintuiglijk geheugen | Het zintuiglijke geheugen slaat informatie op uit de omgeving via de zintuigen (zien, voelen, horen, ruiken, proeven), zowel bewust als onbewust. Alleen de prikkels waar je aandacht aan besteedt, worden doorgestuurd naar het werkgeheugen. |
| Vergeetcurve | De vergeetcurve illustreert hoe snel en in welke mate informatie wordt vergeten na het bestuderen ervan. Actieve herhaling onderbreekt dit proces en zorgt ervoor dat kennis wordt bijgespijkerd. |