Cover
Aloita nyt ilmaiseksi btw samenvatting.docx
Summary
# Intracommunautaire verwerving en invoer
Dit hoofdstuk behandelt de btw-regels die van toepassing zijn op goederen die vanuit andere EU-lidstaten naar België worden gehaald (intracommunautaire verwerving) en goederen die van buiten de EU naar België worden gebracht (invoer).
### 1.1 Intracommunautaire verwerving van goederen
Intracommunautaire verwerving (ICV) betreft de verkrijging van goederen door een btw-belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon vanuit een andere EU-lidstaat.
#### 1.1.1 Definitie en toepassingsgebied
* **Intracommunautaire levering (ICL):** Een levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar de andere, verricht door een btw-belastingplichtige (geen kleine onderneming) aan een btw-belastingplichtige met een geldig btw-nummer in een andere lidstaat. De levering is vrijgesteld van btw in de lidstaat van vertrek (art. 39bis WBTW), en de btw wordt verlegd naar de afnemer in de andere lidstaat. Dit is geen ICL bij levering met installatie/montage of verkoop op afstand.
* **Intracommunautaire verwerving (ICV):** De verwerving die correspondeert met een ICL. De plaats van de ICV is in principe het grondgebied van de lidstaat die het btw-nummer heeft toegekend waaronder de afnemer de verwerving verricht, tenzij de afnemer aantoont dat btw werd geheven volgens de algemene regel (plaats van aankomst van de goederen).
* **Uitzondering op de verplichting tot ICV (groep van vier):** Een verwerver is niet gehouden tot het verrichten van een ICV indien cumulatief aan de volgende voorwaarden is voldaan:
* Het betreft goederen anders dan accijnsproducten en nieuwe vervoermiddelen.
* De verwerver behoort tot een vrijgestelde btw-belastingplichtige (art. 44 WBTW), een vrijgestelde kleine onderneming, een forfaitaire landbouwonderneming, of is een niet-belastingplichtige rechtspersoon.
* De aankoopdrempel van 11.200 euro (lopende + vorige kalenderjaar) is niet overschreden.
* De verwerver heeft niet geopteerd om intracommunautair te verwerven (optie geldt minstens voor 2 kalenderjaren).
Bij overschrijding van de drempel is de verwerver verplicht een ICV te verrichten.
* **Voorwaarden met betrekking tot de verkoper:** De verkoper moet een btw-belastingplichtige zijn (geen kleine onderneming).
* **Uitsluitingen:** Geen ICV bij levering met installatie of montage, of verkoop op afstand.
#### 1.1.2 Tijdstip, belastbaar feit en opeisbaarheid
* **Belastbaar feit:** Het tijdstip van de ICV is gelijk aan het tijdstip van de verwerving, wat de volgende regels volgt:
* Vervoer door leverancier: tijdstip van aankomst van het vervoer.
* Vervoer door verkrijger: tijdstip van terbeschikkingstelling van het goed.
* **Opeisbaarheid:** De btw is opeisbaar op de 15de dag van de maand volgend op die waarin het belastbaar feit plaatsvond. Indien een factuur wordt uitgereikt tussen het belastbaar feit en die datum, is de btw opeisbaar op de factuurdatum.
#### 1.1.3 Schuldenaar van de btw
De btw bij een ICV is verschuldigd door degene die de intracommunautaire verwerving verricht (de afnemer).
#### 1.1.4 Administratieve verwerking
* **Btw-aangifte:** De ICV wordt opgenomen in rooster 46.
* **Intracommunautaire listing (IC-listing):** De levering wordt opgenomen met code "L".
* **Vrijgestelde ICL:** De levering is vrijgesteld van btw in de lidstaat van vertrek, maar de verkrijger in de lidstaat van bestemming moet de btw betalen (via ICV).
#### 1.1.5 Analyse van een ICV-casus (5-stappenmethode)
1. Wordt de handeling verricht door een btw-belastingplichtige of niet-belastingplichtige rechtspersoon?
2. Is er een belastbare handeling (ICV onder bezwarende titel)?
3. Waar vindt de intracommunautaire verwerving plaats?
4. Is er geen uitzondering of vrijstelling (groep van vier)?
5. Wie is de schuldenaar van de btw en wanneer is deze opeisbaar?
### 1.2 Invoer van goederen (van buiten de EU)
Invoer betreft het binnenbrengen van goederen uit derde landen (buiten de EU) in de EU. Invoer is btw-belastbaar in België wanneer de invoer in België plaatsvindt.
#### 1.2.1 Principe
* **Belastbaarheid:** Invoer is btw-belastbaar in België indien de invoer in België plaatsvindt.
* **Wie kan invoeren:** Invoer kan door wie dan ook gebeuren.
* **Bezwarende titel:** Invoer hoeft niet onder bezwarende titel te gebeuren.
* **Eigendomsoverdracht:** Een eigendomsoverdracht is niet vereist.
* **Onderscheid met douane:** Invoer voor btw is niet strikt hetzelfde als invoer voor douane.
* **Niet-Uniegoederen:** Douaneformaliteiten nog niet vervuld.
* **Uniegoederen:** Douaneformaliteiten vervuld.
* **In het vrije verkeer brengen:** Douanerechten en rechten van gelijke werking betaald; douaneformaliteiten vervuld; btw nog niet betaald.
* **Aangifte ten verbruik:** Btw wordt berekend op de maatstaf van heffing bij invoer, en wordt verschuldigd en betaald.
#### 1.2.2 Vrijstellingen bij invoer
Vrijstelling van btw bij invoer is mogelijk bij:
* Goederen waarvan de binnenlandse levering sowieso vrijgesteld is (art. 40, §1, 1°, a WBTW).
* Definitieve invoer van bepaalde goederen onder specifieke omstandigheden (art. 40, §1, 1°, b WBTW).
* Invoer die onmiddellijk wordt gevolgd door een vrijgestelde intracommunautaire levering (art. 40, §1, 1°, d WBTW).
* Wederinvoer van goederen (art. 40, §1, 2° WBTW).
* Goederen die onder een opschortende douaneregeling worden geplaatst (art. 40, §2 WBTW).
#### 1.2.3 Tijdstip, belastbaar feit en opeisbaarheid
* **Niet-Uniegoederen:**
* **Belastbaar feit (tijdstip invoer):** Het moment waarop het goed in België wordt binnengebracht, of het moment waarop het goed wordt onttrokken aan een douaneregeling.
* **Tijdstip van opeisbaarheid:** Het moment van ontstaan van de douaneschuld, meestal wanneer de goederen in het vrije verkeer worden gebracht. Bij aangifte ten verbruik wordt de btw effectief betaald. De opeisbaarheid van douanerechten en btw valt samen.
* **Uniegoederen:**
* **Belastbaar feit = tijdstip van opeisbaarheid:** Het moment waarop het goed in België wordt binnengebracht of onttrokken aan een regeling.
#### 1.2.4 Schuldenaar van de btw bij invoer
De btw moet in principe worden betaald door de geadresseerde bij invoer. Dit gebeurt via:
* Een aangifte ten invoer bij de douane (enig document).
* De periodieke btw-aangifte, indien de geadresseerde beschikt over een vergunning voor verlegging van heffing.
#### 1.2.5 Analyse bij invoer (stappenplan)
1. Betreft het een belastbare handeling (invoer van goederen)?
2. Waar vindt de invoer plaats?
3. Is er een vrijstelling bij invoer van toepassing?
4. Wie is de schuldenaar van de btw?
5. Wanneer is de btw opeisbaar?
---
# Intracommunautaire verwerving en invoer
Dit hoofdstuk behandelt de btw-behandeling van goederen die vanuit andere EU-lidstaten worden verworven en goederen die van buiten de EU worden ingevoerd.
## 1. Intracommunautaire verwerving (ICV)
Intracommunautaire verwerving van goederen vindt plaats wanneer goederen worden vervoerd van de ene EU-lidstaat naar een andere EU-lidstaat.
### 1.1 Definities en kenmerken
* **Intracommunautaire levering (ICL):** Een levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar een andere. De verkoper is een btw-belastingplichtige (geen kleine onderneming) en de afnemer is een btw-belastingplichtige met een geldig btw-nummer in een andere lidstaat. De goederen worden vervoerd tussen twee lidstaten.
* De levering is vrijgesteld van btw in de lidstaat van vertrek (art. 39bis WBTW).
* De btw wordt verlegd naar de afnemer in de andere lidstaat.
* Dit is geen ICL indien de klant een particulier is; in dat geval is er sprake van verkoop op afstand.
* **Intracommunautaire verwerving (ICV):** De verwerving van goederen die in een andere EU-lidstaat zijn aangeschaft en naar België worden vervoerd.
### 1.2 Plaats van de ICV
De plaats van de intracommunautaire verwerving is het grondgebied van de lidstaat die het btw-nummer heeft toegekend waaronder de afnemer de verwerving verricht, tenzij de afnemer aantoont dat de btw werd geheven volgens de algemene regel (plaats van aankomst van de goederen) (art. 25quinquies, §3 WBTW).
### 1.3 Voorwaarden voor belastbaarheid van de ICV
Een intracommunautaire verwerving wordt verricht door:
* Een btw-belastingplichtige die als zodanig optreedt.
* Een niet-belastingplichtige rechtspersoon.
#### 1.3.1 Uitzondering: "Groep van vier"
De volgende verwerver is niet gehouden tot het verrichten van een ICV, mits alle voorwaarden cumulatief vervuld zijn:
* Het gaat om goederen anders dan accijnsproducten en nieuwe vervoermiddelen.
* De verwerver behoort tot de volgende categorieën:
* Vrijgestelde btw-belastingplichtige (art. 44 WBTW).
* Vrijgestelde kleine onderneming.
* Forfaitaire landbouwonderneming.
* Niet-belastingplichtige rechtspersoon.
* De aankoopdrempel van €11.200 (lopende + vorige kalenderjaar) is niet overschreden.
* De verwerver heeft niet geopteerd om intracommunautair te verwerven (de optie geldt minstens voor 2 kalenderjaren).
#### 1.3.2 Voorwaarden met betrekking tot de verkoper
De verkoper moet:
* Een btw-belastingplichtige zijn die als zodanig optreedt.
* Geen kleine onderneming zijn.
#### 1.3.3 Uitsluitingen
Dit geldt niet voor:
* Een levering met installatie of montage.
* Een verkoop op afstand.
### 1.4 Tijdstip van de ICV
Het tijdstip van de intracommunautaire verwerving is het belastbaar feit (art. 25sexies, §1 WBTW, wat overeenkomt met art. 16 WBTW).
Het tijdstip van opeisbaarheid is de 15e van de maand volgend op die waarin het belastbare feit plaatsvond, tenzij een factuur wordt uitgereikt tussen het belastbare feit en die datum. In dat laatste geval is de factuurdatum bepalend.
### 1.5 Schuldenaar van de btw bij ICV
Degene die de intracommunautaire verwerving verricht, is de schuldenaar van de btw.
### 1.6 Analyse van een ICV-casus (5-stappenmethode)
1. Wordt de handeling verricht door een btw-belastingplichtige of niet-BP rechtspersoon?
## 2. Invoer (goederen van buiten de EU)
Invoer betreft het binnenbrengen van goederen uit derde landen (buiten de EU) in de EU. De invoer is btw-belastbaar in België wanneer de invoer in België plaatsvindt (art. 3 WBTW).
### 2.1 Kenmerken van invoer voor btw-doeleinden
* Invoer kan door iedereen gebeuren.
* Invoer hoeft niet onder bezwarende titel te gebeuren.
* Er is geen eigendomsoverdracht vereist.
* **Belangrijk:** Invoer voor btw-doeleinden is niet per se hetzelfde als invoer voor douaneformaliteiten.
### 2.2 Onderscheid tussen Uniegoederen en niet-Uniegoederen
* **Uniegoederen:** Douaneformaliteiten vervuld, goederen in het vrije verkeer gebracht, douanerechten en rechten van gelijke werking betaald, maar btw nog niet.
### 2.3 Belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid
* **Tijdstip van opeisbaarheid van btw:** Het tijdstip van het ontstaan van de douaneschuld, meestal wanneer de goederen in het vrije verkeer worden gebracht. Bij aangifte ten verbruik wordt de btw effectief betaald. De opeisbaarheid van douanerechten en btw valt samen.
### 2.4 Vrijstellingen bij invoer
### 2.5 Schuldenaar van de btw bij invoer
De btw moet in principe worden betaald door de geadresseerde bij invoer. De betaling gebeurt:
* Via een aangifte ten invoer bij de douane (enig document).
* Via de periodieke btw-aangifte indien de geadresseerde beschikt over een vergunning tot verlegging van heffing.
De geadresseerde bij invoer kan zijn:
* **Ingevolge een contract (geen installatie of montage in België door de leverancier):** De verkrijger of overnemer, of de verkoper of hun aansprakelijk vertegenwoordiger in België.
* **Ingevolge een contract (wel installatie of montage in België door de leverancier):** De leverancier, verkoper of overdrager (of hun aansprakelijk vertegenwoordiger).
* **Niet ingevolge een contract om als eigenaar te beschikken:** De eigenaar van de goederen, of de btw-belastingplichtige die periodieke aangiften indient en goederen ontvangt van een niet in België gevestigde medecontractant: op zicht, op proef of in consignatie (mits latere aankoop of wederuitvoer); voor herstelling, bewerking, verwerking of aanpassing (mits latere aankoop of wederuitvoer).
### 2.6 Analyse bij invoer (stappenplan)
---
```markdown
Dit onderdeel behandelt de btw-aspecten die verband houden met het verwerven van goederen binnen de Europese Unie (intracommunautaire verwerving) en het importeren van goederen van buiten de EU (invoer).
Intracommunautaire verwerving betreft de verwerving van goederen binnen de Europese Unie, waarbij de goederen vanuit een andere lidstaat naar België worden vervoerd. De verwerving wordt verricht door een btw-belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon.
### 1.1 Plaats van de intracommunautaire verwerving
De plaats van de intracommunautaire verwerving wordt in principe bepaald door de lidstaat die het btw-nummer heeft toegekend waaronder de afnemer de verwerving verricht. Dit is meestal de lidstaat van aankomst van de goederen.
### 1.2 Voorwaarden voor belastbaarheid van de intracommunautaire verwerving
De intracommunautaire verwerving is belastbaar wanneer deze wordt verricht door:
Er zijn echter uitzonderingen, met name voor de "groep van vier" (bepaalde vrijgestelde btw-plichtigen, kleine ondernemingen, forfaitaire landbouwondernemingen en niet-belastingplichtige rechtspersonen) die onder bepaalde voorwaarden niet gehouden zijn tot het verrichten van een ICV. De drempel hiervoor is €11.200 aan intracommunautaire verwervingen gedurende het lopende en voorgaande kalenderjaar.
Verder mag de verkoper geen kleine onderneming zijn en mag het geen levering met installatie of montage betreffen, noch een verkoop op afstand.
### 1.3 Tijdstip van de intracommunautaire verwerving
Het belastbaar feit voor een ICV is hetzelfde als bij nationale leveringen (zie art. 16 WBTW):
* Bij vervoer door de leverancier is dit het tijdstip van aankomst van het vervoer.
* Bij vervoer door de verkrijger is dit het tijdstip van terbeschikkingstelling van het goed.
### 1.4 Tijdstip van opeisbaarheid van de btw bij ICV
De btw wordt opeisbaar op de 15e dag van de maand volgend op die waarin het belastbare feit plaatsvond. Indien er een factuur wordt uitgereikt tussen het belastbaar feit en die datum, is de btw opeisbaar op de factuurdatum.
### 1.5 Schuldenaar van de btw bij intracommunautaire verwerving
De btw is verschuldigd door degene die de intracommunautaire verwerving verricht (de afnemer).
### 1.6 Analyse van een intracommunautaire verwervingscasus
Bij de analyse van een ICV-casus worden de volgende stappen doorlopen:
1. Wordt de handeling verricht door een btw-belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon?
2. Is er sprake van een belastbare handeling (ICV onder bezwarende titel)?
4. Is er geen uitzondering of vrijstelling (bv. groep van vier) van toepassing?
Invoer betreft het binnenbrengen van goederen van buiten de Europese Unie in België. Deze invoer is btw-belastbaar in België wanneer de invoer effectief in België plaatsvindt. De invoer kan door iedereen gebeuren en hoeft niet onder bezwarende titel te zijn; er is geen eigendomsoverdracht vereist voor btw-doeleinden.
> **Tip:** Invoer voor btw-doeleinden verschilt van douane-invoer. Niet-Uniegoederen moeten eerst in het vrije verkeer worden gebracht alvorens de btw te berekenen.
### 2.1 Vrijstellingen bij invoer
Btw-vrijstelling bij invoer is mogelijk in specifieke gevallen, zoals:
* Goederen waarvan de binnenlandse levering sowieso is vrijgesteld.
* Definitieve invoer van bepaalde goederen onder specifieke omstandigheden.
* Invoer die onmiddellijk wordt gevolgd door een vrijgestelde intracommunautaire levering.
* Wederinvoer van goederen.
* Goederen die onder een opschortende douaneregeling worden geplaatst.
### 2.2 Tijdstip van invoer, belastbaar feit en opeisbaarheid
* **Niet-Uniegoederen:** Het belastbaar feit is het moment waarop het goed in België wordt binnengebracht of onttrokken wordt aan een douaneregeling. De btw wordt opeisbaar op het moment van ontstaan van de douaneschuld, wat meestal samenvalt met het moment waarop de goederen in het vrije verkeer worden gebracht en de btw effectief wordt betaald.
* **Uniegoederen:** Het belastbaar feit en het tijdstip van opeisbaarheid vallen samen en zijn gerelateerd aan het moment waarop het goed in België wordt binnengebracht of onttrokken aan een regeling.
### 2.3 Schuldenaar van de btw bij invoer
De btw bij invoer is in principe te betalen door de geadresseerde bij invoer. Dit gebeurt via een aangifte ten invoer bij de douane of, indien de geadresseerde beschikt over een vergunning, via de periodieke btw-aangifte met toepassing van de verlegging van heffing.
### 2.4 Analyse bij invoer
Een stappenplan voor de analyse van invoer omvat:
```
---
# Levering van goederen onder de btw-wetgeving
Dit hoofdstuk behandelt de fundamentele principes en regels rond de levering van goederen in de context van de btw, inclusief de definitie van goederen, de plaatsbepaling van de levering, het tijdstip van de levering en de opeisbaarheid van de btw.
### 2.1 Belastbare handeling: Levering van goederen
Volgens artikel 2 van het btw-wetboek zijn leveringen van goederen en diensten die onder bezwarende titel in België plaatsvinden door een belastingplichtige die als zodanig handelt (in de uitoefening van zijn economische activiteit), aan de btw onderworpen.
* **Onder bezwarende titel:** Dit impliceert dat er een rechtstreekse tegenprestatie moet bestaan voor de levering of dienst, hetzij in geld, hetzij in natura. Een schenking zonder tegenprestatie is in principe geen belastbare handeling.
* **Goederen (artikel 9 WBTW):**
* **Lichamelijke goederen:** Deze zijn tastbaar en kunnen fysiek worden vastgenomen. Dit omvat zowel roerende goederen (zoals voedsel, auto's) als onroerende goederen (zoals huizen, gebouwen).
* **Zakelijke rechten op onroerende goederen:** Met uitzondering van eigendom worden deze voor btw-doeleinden behandeld als leveringen van goederen. Voorbeelden zijn vruchtgebruik, erfpacht, recht van opstal en erfdienstbaarheden.
* **Bijzondere soorten goederen:**
* **Onroerende goederen door bestemming:** Roerende goederen die door hun vaste bestemming als onroerend worden beschouwd (bv. een vast verankerde machine, zonnepanelen die schade veroorzaken bij verwijdering).
* **Goederen door vervroeging:** Roerende goederen die vastzitten aan de grond en pas roerend worden bij losmaking (bv. nog te plukken fruit).
* **Goud:** Wordt beschouwd als een goed.
* **Illegale goederen:** Ook illegale goederen kunnen aan btw onderworpen zijn.
* **Nieuwe en gebruikte goederen:** Het maakt niet uit of een goed nieuw of tweedehands is; op beide moet btw worden aangerekend.
* **Niet als goederen beschouwd:** Effecten (zoals aandelen of obligaties) vallen onder de btw-vrijstelling voor financiële handelingen.
* **Levering (artikel 10 §1):** Dit omvat de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. Materiële levering is geen absolute vereiste.
> **Tip:** De definitie van "goed" onder de btw is breed en omvat niet alleen tastbare objecten, maar ook bepaalde rechten en specifieke categorieën zoals energie en gas.
### 2.2 Plaats van de levering
De plaatsbepaling van de levering is cruciaal om te bepalen in welke lidstaat de btw verschuldigd is.
* **Levering waarbij het goed niet wordt verzonden of vervoerd (algemene regel – art. 14 §1 WBTW):** De plaats van de levering is de plaats waar het goed ter beschikking wordt gesteld.
* *Voorbeeld:* Een leverancier in Luik verkoopt goederen die in zijn magazijn in Luik blijven opgeslagen. De plaats van levering is Luik.
* **Levering waarbij het goed wordt verzonden of vervoerd (art. 14 §2, eerste lid WBTW):** Wanneer het vervoer door of voor rekening van de leverancier, de afnemer of een derde gebeurt, is de plaats van de levering de plaats van aanvang van het vervoer.
* *Voorbeeld:* Een handelaar in Antwerpen koopt goederen van een fabrikant in Namen. De koper laat de goederen ophalen in Namen en vervoert ze naar Antwerpen. De plaats van levering is Namen.
* **Levering van goederen uit een derde land (art. 14 §2, tweede lid WBTW):** Als een goed afkomstig is uit een derde land, wordt ingevoerd op naam van de geadresseerde, en het vervoer vertrekt uit een derde land, dan is de plaats van de levering de plaats waar de goederen worden ingevoerd.
* *Voorbeeld:* Een Belgische vennootschap verkoopt goederen ingekocht in China aan een klant in Frankrijk, die rechtstreeks via de haven van Le Havre (Frankrijk) worden ingevoerd. De plaats van levering is Frankrijk.
* **Levering van een goed met installatie of montage (art. 14 §3 WBTW):** Indien de levering van een goed gepaard gaat met installatie of montage, en deze gebeurt door of voor rekening van de leverancier, dan is de plaats van de levering de plaats waar de installatie of montage gebeurt.
* *Voorbeeld:* Een verkoper in Rijsel verkoopt en installeert een machine bij een klant in Brugge. De plaats van levering is Brugge.
* **Leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer (art. 14 §4 WBTW):** Heen- en terugreizen worden apart beschouwd. Bij leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer binnen de EU is de plaats van de levering de plaats van vertrek.
* *Voorbeeld:* Een vlucht van New York naar Athene met tussenstops in Brussel en Rome. De vlucht Brussel-Frankfurt vertrekt vanuit Brussel (Belgische btw). De vlucht Rome-Athene vertrekt vanuit Rome (Italiaanse btw).
* **Levering van gas, elektriciteit, warmte of koude (art. 14bis WBTW):**
* **Belastingplichtige afnemer (B2B):** De plaats van de levering is de zetel van de afnemer, tenzij de goederen hoofdzakelijk voor eigen verbruik worden aangekocht.
* **Particulieren (B2C):** De plaats van de levering is de plaats van het effectief verbruik.
### 2.3 Tijdstip van de levering, belastbaar feit en opeisbaarheid van de btw
Het bepalen van het juiste tijdstip is essentieel voor het correct toepassen van de btw-regels.
* **Belastbaar feit:** Dit is het feit waardoor de btw-schuld ontstaat. Voor leveringen van goederen is dit in principe het moment van de terbeschikkingstelling.
* **Tijdstip van de levering (artikel 16 WBTW):**
* **Hoofdregel – art. 16 §1, eerste lid WBTW:** Het tijdstip van de levering is het tijdstip van de terbeschikkingstelling van het goed.
* **Afwijkingen op de hoofdregel:**
* Vervoer door of voor rekening van de leverancier: tijdstip van aankomst van het vervoer.
* Installatie of montage door of voor rekening van de leverancier: tijdstip van beëindiging van de installatie of montage.
* Opeenvolgende afrekeningen of betalingen (leveringen > 1 maand): tijdstip van het verstrijken van elke periode.
* Koper is al in het bezit van het goed: datum van uitwerking contract.
* Verkoper blijft in het bezit van het goed: datum van uitwerking contract.
* **Tijdstip van opeisbaarheid van de BTW (artikel 17 WBTW):** Dit is het moment waarop de btw effectief verschuldigd wordt aan de schatkist. Dit is niet altijd hetzelfde als het tijdstip van de levering.
* **Hoofdregel:** De btw wordt opeisbaar op het moment van uitreiking van de factuur.
* **Uitzonderingen op de hoofdregel (art. 17 §1 WBTW):**
* **Geen factuur opgemaakt:** De btw wordt in elk geval opeisbaar op de 15de dag van de maand volgend op het belastbaar feit.
* **Betaling vóór het belastbaar feit:** De btw wordt opeisbaar op het moment van betaling.
* **Bij particulieren (B2C):** De btw is opeisbaar aan de kassa, op het moment van betaling.
> **Tip:** Het onderscheid tussen het belastbaar feit (moment van levering) en het tijdstip van opeisbaarheid is cruciaal voor het correct indienen van btw-aangiften en het bepalen van het toepasselijke btw-tarief.
### 2.4 Schuldenaar van de btw bij leveringen van goederen
De schuldenaar van de btw is in beginsel de leverancier.
* **Principe (Wetlijke basis Art. 51, §1, 1° WBTW):** De btw is verschuldigd door de leverancier (degene die de goederen levert).
* *Gevolgen:* De leverancier moet de btw aanrekenen op de factuur en is verantwoordelijk voor de aangifte en betaling ervan.
* **Uitzondering – vrijstelling:** Indien een btw-vrijstelling van toepassing is, wordt geen btw aangerekend, maar moet er wel een vermelding van de vrijstelling op de factuur staan.
* **Bijzondere regel – btw vermeld op factuur:** Iedereen die btw vermeldt op een factuur of gelijkaardig document, wordt btw-schuldenaar, zelfs indien hij geen goed heeft geleverd.
* **Afwijkingen (vooral B2B):** In bepaalde B2B-situaties geldt een afwijking waarbij de ontvanger van de dienst (medecontractant) de btw moet voldoen (verlegging van heffing). Dit wordt verder behandeld in de context van diensten.
---
Dit hoofdstuk behandelt de levering van goederen binnen de btw-wetgeving, inclusief de definitie van een goed, de voorwaarden voor een belastbare levering, de plaatsbepaling, het tijdstip van de levering, het belastbaar feit, de opeisbaarheid van de btw, en de schuldenaar van de btw.
### 2.1 Definitie van een goed in de btw-wetgeving
Voor de toepassing van het btw-wetboek wordt onder goederen verstaan:
* **Lichamelijke goederen:** Dit zijn tastbare zaken die fysiek kunnen worden vastgenomen.
* **Roerende goederen:** Bijvoorbeeld eten, auto's.
* **Onroerende goederen:** Bijvoorbeeld huizen, gebouwen, magazijnen.
* **Zakelijke rechten op onroerende goederen:** Deze worden voor btw-doeleinden behandeld als levering van goederen. Voorbeelden zijn:
* Vruchtgebruik: Het recht om een goed te gebruiken zonder eigenaar te zijn.
* Erfpacht: Het recht om grond te gebruiken die eigendom is van iemand anders.
* Recht van opstal: Het recht om een gebouw of constructie te plaatsen en te behouden op grond van iemand anders.
* Erfdienstbaarheid: Een beperkt recht op het onroerend goed van iemand anders om het eigen goed te kunnen gebruiken, zoals een recht van doorgang.
* **Onroerende goederen door bestemming:** Roerende goederen die door hun vaste bestemming als onroerend worden beschouwd, zoals een vast geïnstalleerde machine die niet verwijderd kan worden zonder schade.
* **Illegale goederen:** Kunnen ook aan btw onderworpen zijn.
* **Nieuwe en gebruikte goederen:** Zowel nieuwe als tweedehands goederen vallen onder de btw-regels.
**Niet als goederen beschouwd:**
Effecten zoals aandelen of obligaties, zelfs indien ze verband houden met onroerende leasing. Deze vallen onder de btw-vrijstelling voor financiële handelingen.
### 2.2 Belastbare levering van goederen
Een belastbare levering van goederen in België moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
1. Het betreft een **levering van goederen** zoals gedefinieerd in de btw-wetgeving.
2. De levering gebeurt **onder bezwarende titel**, wat betekent dat er een rechtstreekse tegenprestatie (betaling) voor de levering is. Schenkingen zonder tegenprestatie zijn in principe niet belastbaar.
3. De levering vindt **plaats in België**.
4. De levering wordt verricht door een **belastingplichtige die handelt als zodanig**, d.w.z. in de uitoefening van zijn economische activiteit.
Het belastbaar feit is de levering zelf, niet noodzakelijk de juridische eigendomsoverdracht.
> **Tip:** Een materiële levering is geen absolute vereiste voor een belastbare levering.
**Voorbeelden van leveringen:**
* Verkoop, ruil, inbreng in een vennootschap.
* Verkoop van vruchtgebruik (zakelijk recht).
* Leverancier van kraantjeswater.
* Verkoop van tweedehands goederen.
### 2.3 Plaats van de levering van goederen
De plaatsbepaling van de levering is cruciaal voor de bepaling van de btw-territorialiteit.
#### 2.3.1 Goed wordt niet verzonden of vervoerd
* **Algemene regel (art. 14 §1 WBTW):** De plaats van de levering is de plaats van terbeschikkingstelling van het goed.
* **Voorbeeld:** Een fabrikant in Luik verkoopt goederen aan een handelaar in Antwerpen. De goederen blijven opgeslagen in het magazijn van de fabrikant in Luik. De plaats van levering is Luik.
#### 2.3.2 Goed wordt verzonden of vervoerd
* **Regel (art. 14 §2, eerste lid WBTW):** Wanneer een goed wordt verzonden of vervoerd (door of voor rekening van de leverancier, afnemer of derde), is de plaats van de levering de plaats van aanvang van het vervoer of de verzending.
* **Voorbeeld:** Een fabrikant A verkoopt goederen aan een handelaar in Antwerpen. De koper haalt de goederen op in het magazijn van A in Namen en vervoert ze naar Antwerpen. De plaats van levering is Namen.
#### 2.3.3 Goed komt uit een derde land
* **Regel (art. 14 §2, tweede lid WBTW):** Indien een goed afkomstig is uit een derde land, wordt ingevoerd op naam van de geadresseerde bij invoer, en het vervoer of de verzending vertrekt uit een derde land, is de plaats van de levering de plaats waar de goederen worden ingevoerd.
* **Voorbeeld:** Een Belgische vennootschap verkoopt toestellen ingekocht in China aan een Franse klant. De toestellen worden ingevoerd via de haven van Le Havre (Frankrijk). De plaats van levering is Frankrijk.
#### 2.3.4 Levering met installatie of montage
* **Regel (art. 14 §3 WBTW):** Wanneer een levering van een goed gepaard gaat met installatie of montage, en deze gebeurt door of voor rekening van de leverancier, dan is de plaats van de levering de plaats waar de installatie of montage gebeurt.
* **Voorbeeld:** Een leverancier uit Rijsel verkoopt en installeert een machine in Brugge voor een Belgische btw-plichtige. De plaats van levering is Brugge.
#### 2.3.5 Leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer
* **Regel (art. 14 §4 WBTW):** Bij leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer binnen de EU is de plaats van de levering de plaats van vertrek. Heen- en terugreizen worden apart beschouwd.
* **Voorbeeld:** Een vlucht van Brussel naar Frankfurt met tussenstop in Genève. De leveringen tijdens het traject Brussel-Frankfurt vallen onder Belgische btw (vertrek Brussel). De leveringen tijdens Frankfurt-Genève (indien niet-EU) vallen onder de btw van het vertrekland.
#### 2.3.6 Levering van gas, elektriciteit, warmte of koude
* **Regel (art. 14bis WBTW):**
### 2.4 Tijdstip van de levering en belastbaar feit
Het tijdstip van de verrichte handeling (het belastbaar feit) is het moment waarop de btw-schuld ontstaat.
* **Hoofdregel (art. 16 §1, eerste lid WBTW):** Het tijdstip van de levering is het tijdstip van de terbeschikkingstelling van het goed.
* **Vervoer door of voor rekening van de leverancier:** Tijdstip van levering is aankomst van het vervoer.
* **Installatie of montage door of voor rekening van de leverancier:** Tijdstip van levering is beëindiging van de installatie of montage.
* **Opeenvolgende afrekeningen of betalingen (leveringen > 1 maand):** Tijdstip van levering is het verstrijken van elke periode.
* **Bijzondere regels (art. 16 §1, tweede lid WBTW):**
* Koper is al in het bezit van het goed: tijdstip levering = datum uitwerking contract.
* Verkoper blijft in het bezit van het goed: tijdstip levering = datum uitwerking contract.
### 2.5 Opeisbaarheid van de btw
De opeisbaarheid bepaalt wanneer de schatkist haar recht op btw kan laten gelden en in welke aangifte de btw moet worden opgenomen.
* **Hoofdregel (art. 17 §1 WBTW):** De btw is in beginsel opeisbaar op het moment van de levering (belastbaar feit).
* **Uitzonderingen op de hoofdregel:**
* **Uitreiking van de factuur:** De btw wordt opeisbaar op het moment van uitreiking van de factuur.
* **Bij particulieren:** De btw is opeisbaar aan de kassa, op het moment van betaling.
### 2.6 Schuldenaar van de btw
De schuldenaar van de btw is in principe degene die de handeling verricht.
* **Principe (art. 51 §1, 1° WBTW):** De schuldenaar is de leverancier (degene die de goederen levert). De leverancier moet de btw aanrekenen, aangeven en betalen.
* **Uitzondering – vrijstelling:** Indien een btw-vrijstelling van toepassing is, wordt geen btw aangerekend, maar moet er een vermelding van de vrijstelling op de factuur staan.
* **Bijzondere regel:** Iedereen die btw vermeldt op een factuur of gelijkaardig document, wordt btw-schuldenaar, zelfs indien hij geen goed heeft geleverd of dienst heeft verricht.
> **Tip:** De opeisbaarheid van de btw bepaalt in welke aangifte de btw moet worden opgenomen, wanneer de factuur moet worden uitgereikt, en welk btw-tarief van toepassing is.
### 2.7 Vrijstellingen van btw op leveringen van goederen
Sommige leveringen van goederen zijn vrijgesteld van btw. Dit kan een eigenlijke vrijstelling zijn (geen recht op aftrek) of een oneigenlijke vrijstelling (wel recht op aftrek).
* **Art. 44 WBTW:** Vrijstellingen wegens hoedanigheid van de verrichter (bv. medische beroepen) of aard van de prestatie (bv. financiële diensten, onroerende goederen). Bij een eigenlijke vrijstelling is er geen recht op aftrek.
* **Art. 39 WBTW (Uitvoer):** De levering van goederen die naar een land buiten de EU worden vervoerd, is een belastbare handeling, maar vrijgesteld van btw. Dit is een oneigenlijke vrijstelling, waardoor het recht op aftrek behouden blijft.
* **Art. 39bis WBTW (Intracommunautaire levering - ICL):** Een levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar de andere is vrijgesteld van btw in de lidstaat van vertrek. Dit is eveneens een oneigenlijke vrijstelling met behoud van recht op aftrek. Er zijn strikte voorwaarden verbonden aan deze vrijstelling (geldig btw-nummer afnemer, vervoer, geen installatie/montage, etc.).
> **Voorbeeld:** Een Belgisch bedrijf exporteert Belgisch bier naar de Verenigde Staten. Dit is een uitvoer en is vrijgesteld van btw in België, maar het bedrijf behoudt zijn recht op aftrek voor de btw op de aankopen die nodig waren voor de productie van het bier.
### 2.8 Intracommunautaire verwerving (ICV)
Dit is de verwerving van goederen vanuit een andere EU-lidstaat door een btw-belastingplichtige. De plaats van de ICV is de lidstaat die het btw-nummer heeft toegekend aan de afnemer. De btw is verschuldigd door de afnemer en wordt verlegd naar de medecontractant. Er zijn uitzonderingen, zoals de "groep van vier" en de drempel van 11.200 euro.
### 2.9 Invoer van goederen
Invoer is het binnenbrengen van goederen uit derde landen (buiten de EU) in de EU. De btw is belastbaar in België wanneer de invoer in België plaatsvindt. De btw wordt berekend op de douanewaarde, vermeerderd met belastingen en rechten. De schuldenaar van de btw bij invoer is in principe de geadresseerde bij invoer, die betaalt via een aangifte ten invoer of via zijn periodieke btw-aangifte bij verlegging van heffing. Er zijn specifieke vrijstellingen bij invoer mogelijk.
---
## 8. Levering van goederen onder de btw-wetgeving
Dit hoofdstuk behandelt de definitie, kenmerken, belastbaarheid en specifieke regels rondom de levering van goederen in de btw-wetgeving, met aandacht voor de plaatsbepaling, het tijdstip van de levering, de schuldenaar van de btw en de verwerking ervan in de btw-aangifte.
### 8.1 Wat wordt verstaan onder goederen voor btw-doeleinden?
Volgens artikel 9 van het btw-wetboek worden onder goederen verstaan:
* **Lichamelijke goederen:** Dit zijn tastbare zaken die fysiek kunnen worden vastgenomen. Hieronder vallen zowel roerende goederen (zoals voedsel, auto's) als onroerende goederen (zoals huizen, gebouwen, magazijnen).
* **Zakelijke rechten op onroerende goederen:** Deze worden voor btw-doeleinden gelijkgesteld met goederen. Voorbeelden hiervan zijn vruchtgebruik, erfpacht, recht van opstal en erfdienstbaarheden.
* **Onroerende goederen door bestemming:** Dit zijn roerende goederen die door hun vaste bestemming als onroerend worden beschouwd, zoals een machine die vastgeïnstalleerd is en niet verwijderd kan worden zonder schade aan het gebouw.
* **Goederen door vervroeging:** Dit zijn roerende goederen die vastzitten aan de grond en pas roerend worden bij losmaking, zoals nog te plukken fruit.
* **Goud:** Wordt beschouwd als een goed voor btw-doeleinden.
* **Illegale goederen:** Ook illegale goederen kunnen onderworpen zijn aan btw.
* **Nieuwe en gebruikte goederen:** Het maakt niet uit of een goed nieuw of tweedehands is; btw is verschuldigd op beide.
#### Niet als goederen beschouwd:
* **Effecten:** Zoals aandelen of obligaties, ook wanneer zij verband houden met onroerende leasing. Deze vallen onder de btw-vrijstelling voor financiële handelingen.
### 8.2 Definitie en kenmerken van een levering van goederen
Een levering van goederen omvat de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. Hierbij is een materiële levering geen absolute vereiste.
#### Voorwaarden voor belastbaarheid:
* **Onder bezwarende titel:** Er moet een rechtstreekse tegenprestatie zijn, wat meestal in geld is, maar ook een prestatie in natura kan zijn. Zonder tegenprestatie (zoals bij een schenking) is er in principe geen btw verschuldigd.
* **Belastbaar feit:** Het belastbaar feit is de levering zelf, niet de koopovereenkomst.
In de meeste situaties valt dit samen met de juridische eigendomsoverdracht op basis van een contract, zoals verkoop, ruil of inbreng in een vennootschap (tegen aandelen).
### 8.3 Plaatsbepaling van de levering van goederen
De plaatsbepaling van de levering van goederen is cruciaal voor het bepalen van de btw-jurisdictie. Er wordt onderscheid gemaakt op basis van de verzending of het vervoer van het goed.
#### Goed wordt niet verzonden of vervoerd (Algemene regel - art. 14 §1 WBTW):
De plaats van de levering is de plaats waar het goed ter beschikking wordt gesteld.
* **Voorbeeld:** Een fabrikant in Luik verkoopt goederen die in zijn magazijn in Luik zijn opgeslagen aan een handelaar in Antwerpen. De goederen blijven in het Luikse magazijn. De plaats van levering is Luik.
#### Goed wordt verzonden of vervoerd (art. 14 §2, eerste lid WBTW):
De plaats van de levering is de plaats van aanvang van het vervoer of de verzending. Dit geldt wanneer het vervoer door of voor rekening van de leverancier, de afnemer of een derde gebeurt.
* **Voorbeeld:** Fabrikant A verkoopt goederen aan een handelaar in Antwerpen. De koper laat de goederen ophalen in het magazijn van A in Namen en vervoert ze naar Antwerpen. De goederen vertrekken uit Namen, dus de plaats van levering is Namen.
#### Goed komt uit een derde land (art. 14 §2, tweede lid WBTW):
Wanneer een goed afkomstig is uit een derde land, wordt ingevoerd op naam van de geadresseerde bij invoer, en het vervoer of de verzending vertrekt uit een derde land, is de plaats van de levering de plaats waar de goederen worden ingevoerd.
* **Voorbeeld:** Een Belgische vennootschap verkoopt toestellen aan een klant in Frankrijk. De toestellen worden ingekocht in China en rechtstreeks ingevoerd via de haven van Le Havre (Frankrijk). De plaats van levering is Frankrijk.
#### Levering met installatie of montage (art. 14 §3 WBTW):
Indien een levering van een goed gepaard gaat met installatie of montage, en deze gebeurt door of voor rekening van de leverancier, dan is de plaats van de levering de plaats waar de installatie of montage gebeurt.
* **Voorbeeld:** Een leverancier in Rijsel verkoopt en installeert een machine bedrijfsklaar in Brugge. De plaats van levering is Brugge.
#### Leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer (art. 14 §4 WBTW):
Voor leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer binnen de Europese Gemeenschap is de plaats van de levering de plaats van vertrek. Heen- en terugreizen worden apart beschouwd.
* **Voorbeeld:** Een vlucht van New York naar Athene met tussenstops in Brussel, Frankfurt, Genève en Rome. Voor het gedeelte Brussel-Frankfurt is de plaats van vertrek Brussel, dus Belgische btw is van toepassing.
#### Levering van gas, elektriciteit, warmte of koude (art. 14bis WBTW):
* **Belastingplichtige afnemer (B2B):** De plaats van de levering is de zetel van de afnemer, op voorwaarde dat deze goederen niet hoofdzakelijk voor eigen verbruik aankoopt.
### 8.4 Tijdstip van de levering, belastbaar feit en opeisbaarheid van de btw
Het tijdstip van de verrichte handeling bepaalt wanneer de btw verschuldigd wordt.
#### Belastbaar feit:
Het belastbaar feit is het feit waardoor de btw-schuld ontstaat. Dit verwijst naar het tijdstip waarop de belastbare handeling wordt verricht.
#### Tijdstip van de levering (art. 16 WBTW):
* **Hoofdregel:** Het tijdstip van de levering is het tijdstip van de terbeschikkingstelling van het goed. Dit is belangrijk om te weten wanneer btw verschuldigd wordt.
* **Afwijkingen:**
* Bij vervoer door of voor rekening van de leverancier: tijdstip van aankomst van het vervoer.
* Bij installatie of montage door of voor rekening van de leverancier: tijdstip van beëindiging van de installatie of montage.
* Bij opeenvolgende afrekeningen of betalingen voor leveringen die langer dan één maand duren: het verstrijken van elke periode.
* Wanneer de koper al in het bezit is van het goed: datum van uitwerking van het contract.
* Wanneer de verkoper in het bezit blijft van het goed: datum van uitwerking van het contract.
#### Tijdstip van opeisbaarheid van de BTW (art. 17 WBTW):
De opeisbaarheid is het tijdstip waarop de schatkist haar recht op btw kan laten gelden. Dit is niet noodzakelijk hetzelfde als het tijdstip van de levering.
* **Betaling vóór het belastbaar feit:** Wanneer er al betaald wordt vóór de levering, wordt de btw opeisbaar op het moment van betaling.
* **Bij particulieren:** Bij aankoop in een winkel door een particulier is de btw opeisbaar aan de kassa, op het moment van betaling.
### 8.5 Schuldenaar van de btw
De schuldenaar van de btw is de persoon die gehouden is de btw aan te geven en af te dragen aan de schatkist.
#### Principe (art. 51, §1, 1° WBTW):
De btw is verschuldigd door de leverancier (degene die de goederen levert).
* **Gevolgen:** De leverancier moet de btw aanrekenen op de factuur en is verantwoordelijk voor de aangifte en betaling ervan.
#### Uitzondering – vrijstelling:
Indien een btw-vrijstelling van toepassing is, wordt geen btw aangerekend, maar moet er een vermelding van de vrijstelling op de factuur staan.
#### Bijzondere regel – btw vermeld op factuur (art. 51, §1, 3° WBTW):
Iedereen die btw vermeldt op een factuur of gelijkaardig document, wordt btw-schuldenaar, zelfs indien hij geen goed heeft geleverd of dienst heeft verricht. De btw wordt dan opeisbaar op het moment van uitreiking van de factuur of het document.
#### Afwijkingen (vooral B2B):
In bepaalde B2B-situaties, zoals bij werken in onroerende staat of intracommunautaire diensten, kan de btw verschuldigd zijn door de ontvanger van de dienst (medecontractant) via de verlegging van heffing.
### 8.6 Verwerking in de btw-aangifte
De btw-aangifte bevat verschillende vakken en roosters voor de verwerking van uitgaande en inkomende handelingen, evenals het saldo van de btw. Belangrijke roosters zijn:
* **Vak III:** Inkomende handelingen (roosters 81, 82, 83 voor de maatstaf van heffing en niet-aftrekbare btw).
* **Vak IV:** Verschuldigde belasting (roosters 54-56 voor de verschuldigde btw op uitgaande handelingen, IC-verwervingen en invoer).
* **Vak V:** Aftrekbare belasting (rooster 59 voor de aftrekbare btw).
* **Vak VI:** Saldo (rooster 72 voor het btw-overschot of de te betalen btw).
#### Maatstaf van Heffing (MVH):
De MVH is het bedrag waarover de btw wordt berekend. Dit omvat alles wat de leverancier als tegenprestatie verkrijgt, inclusief subsidies die rechtstreeks met de prijs verband houden. Bedragen die niet bij de MVH worden gevoegd zijn onder andere schadevergoedingen en financiële kortingen.
#### BTW-tarieven:
* Normaal tarief: 21%
* Verlaagde tarieven: 6% en 12% voor specifieke goederen en diensten (bv. restaurantdiensten, afhaalmaaltijden).
#### Invoer:
Bij invoer van goederen van buiten de EU wordt de btw berekend op de douanewaarde, belastingen, rechten en heffingen. De btw is verschuldigd en betaalbaar op het moment waarop de goederen in het vrije verkeer worden gebracht of worden onttrokken aan een douaneregeling. De schuldenaar van de btw bij invoer is de geadresseerde bij invoer, die dit meestal aangeeft via een aangifte ten invoer of via de periodieke btw-aangifte indien een vergunning voor verlegging van heffing aanwezig is.
#### Intracommunautaire verwerving (ICV):
Dit betreft de verwerving van goederen uit een andere EU-lidstaat. De plaats van de ICV is het grondgebied van de lidstaat die het btw-nummer heeft toegekend waaronder de afnemer de verwerving verricht. De ICV is belastbaar in de lidstaat van bestemming. De btw is opeisbaar op de 15de van de maand volgend op die waarin het belastbare feit plaatsvond, tenzij een factuur eerder werd uitgereikt of er een betaling gebeurde.
#### Uitvoer en Intracommunautaire Leveringen (ICL):
* **Uitvoer (export buiten de EU):** Een vrijgestelde handeling (oneigenlijke vrijstelling) waarbij de btw op voorgaande handelingen aftrekbaar blijft. De plaats van de levering is de aanvang van het vervoer.
* **Intracommunautaire levering (ICL):** Een levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar de andere. Dit is eveneens een vrijgestelde handeling (oneigenlijke vrijstelling) onder strikte voorwaarden, waaronder het beschikken over een geldig btw-nummer van de afnemer en correcte administratieve verwerking. De plaats van de levering is de aanvang van het vervoer.
---
# Definitie en classificatie van diensten voor btw-doeleinden
Dit hoofdstuk behandelt de definitie van diensten voor btw-doeleinden, hun onderscheid met leveringen van goederen, de plaatsbepaling en de diverse btw-statuten die van invloed zijn op de btw-plicht en de aftrekbaarheid.
### 3.1 De btw-belastingplichtige
Een btw-belastingplichtige (BP) is gedefinieerd als eenieder die, in de uitoefening van een economische activiteit, geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in het btw-wetboek zijn omschreven.
#### 3.1.1 Kenmerken van een btw-belastingplichtige
De definitie omvat vier essentiële kenmerken:
* **Eenieder:** Dit omvat natuurlijke personen, rechtspersonen en groeperingen of verenigingen.
* **Economische activiteit:** Dit verwijst naar een geregeld uitgeoefende werkzaamheid, waarbij de intentie om belastbare handelingen te verrichten volstaat.
* **Zelfstandig:** Dit impliceert dat er geen band van ondergeschiktheid is ten opzichte van een andere persoon.
* **Levering van goederen of diensten die in het WBTW zijn omschreven:** Dit heeft betrekking op de aard van de verrichte handelingen.
Daarnaast zijn er twee niet-essentiële kenmerken:
* **Met of zonder winstoogmerk:** De activiteit mag zowel met als zonder winststreven worden uitgeoefend.
* **Hoofd- of bijberoep:** De werkzaamheid kan zowel een hoofd- als een bijberoep zijn.
#### 3.1.2 Goederen voor btw-doeleinden
Voor btw-doeleinden worden de volgende zaken als goederen beschouwd:
* **Lichamelijke goederen:** Tastbare zaken die fysiek kunnen worden vastgenomen, zoals machines, auto's of meubels.
* **Elektriciteit, gas, warmte en koude:** Deze worden uitdrukkelijk door de wet gelijkgesteld met goederen.
* **Zakelijke rechten op onroerende goederen (met uitzondering van eigendom):** Deze worden voor btw-doeleinden behandeld als levering van goederen. Voorbeelden zijn vruchtgebruik, erfpacht, en recht van opstal.
* **Niet-lichamelijke goederen die door de wet met goederen worden gelijkgesteld:** Bepaalde rechten die economisch vergelijkbaar zijn met goederen.
* **Onroerende goederen door bestemming:** Roerende goederen die door hun vaste bestemming als onroerend worden beschouwd, zoals vast verankerde machines.
* **Goederen door vervroeging:** Roerende goederen die vastzitten aan de grond en pas roerend worden bij losmaking, zoals nog te plukken fruit.
* **Goud:** Wordt beschouwd als een goed.
* **Illegale goederen:** Ook deze kunnen aan btw onderworpen zijn.
* **Nieuwe en gebruikte goederen:** Het maakt niet uit of een goed nieuw of tweedehands is.
Niet als goederen beschouwd worden:
* **Effecten (zoals aandelen of obligaties):** Deze vallen onder de btw-vrijstelling voor financiële handelingen.
#### 3.1.3 Verschil tussen levering van een goed en een dienst
* Als de waarde van de goederen **minder dan 50%** van de totale prijs bedraagt, wordt de handeling beschouwd als een **dienstlevering**.
* In alle andere gevallen, wanneer de waarde van de goederen **meer dan 50%** van de totale prijs bedraagt, wordt de handeling beschouwd als een **levering van een goed**.
* **Werk in onroerende staat** wordt **altijd** als een dienst beschouwd.
#### 3.1.4 De 5-vragenmethode voor btw-analyse
1. **Wordt de handeling verricht door een btw-BP?** Zo ja, ga verder naar vraag 2. Zo nee, einde analyse.
2. **Betreft het een belastbare handeling onder bezwarende titel?** Zo ja, ga verder naar vraag 3.
3. **Waar vindt de handeling plaats?** Indien België, ga verder naar vraag 4.
4. **Is er een vrijstelling mogelijk?** Zo nee, ga verder naar vraag 5.
5. **Wie moet de btw voldoen?**
### 3.2 Classificatie van diensten
Een dienst wordt gedefinieerd als elke handeling die geen levering van een goed is in de zin van het btw-wetboek.
#### 3.2.1 Beperking van het begrip dienst
Handelingen die plaatsvinden bij de overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling worden niet als dienst beschouwd.
#### 3.2.2 Uitbreiding van het begrip dienst
Bepaalde handelingen worden door de wet als diensten beschouwd of ermee gelijkgesteld:
* **Diensten verricht ingevolge een wettelijke verplichting:** Prestaties die worden verricht op vordering van de overheid (bv. prestaties van een door de rechtbank aangestelde expert).
* **Handelingen gelijkgesteld met een dienst:** Bepaalde handelingen worden door de wet behandeld alsof het diensten zijn om btw-heffing mogelijk te maken.
#### 3.2.3 Onderscheid tussen levering met installatie/montage en werk in onroerende staat (WOS)
* **Levering met installatie of montage:** Het goed blijft na installatie roerend uit zijn aard of wordt hoogstens onroerend door bestemming. De installatie of montage moet gebeuren door de leverancier of voor diens rekening, en het goed moet verplaatsbaar blijven zonder schade aan het gebouw. De handeling blijft een levering van een goed.
* **Werk in onroerende staat (WOS):** Het goed wordt door plaatsing onroerend uit zijn aard en kan niet worden verplaatst zonder schade aan het gebouw of vernietiging/wijziging van het goed. Dit is altijd een dienst, ongeacht de waarde van het goed of de kostprijs van de plaatsing.
#### 3.2.4 Plaats van de dienst (artikel 21 WBTW)
De plaatsbepaling van de dienst is cruciaal voor de btw-toepassing.
* **B2B (Business-to-Business):** De plaats van de dienst is de plaats waar de afnemer is gevestigd. Er zijn 6 uitzonderingen hierop.
* **B2C (Business-to-Consumer):** De plaats van de dienst is de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd. Er zijn 12 uitzonderingen hierop.
**Specifieke regels:**
* Diensten die rechtstreeks verband houden met een **onroerend goed** vinden plaats waar het onroerend goed is gelegen.
* Voor **intracommunautaire diensten** (B2B tussen EU-lidstaten) is de plaats van de dienst de plaats waar de afnemer is gevestigd. De btw wordt via **verlegging van heffing** voldaan door de afnemer.
### 3.3 Verschillende btw-statuten
Het btw-statuut van een onderneming bepaalt de btw-verplichtingen en het recht op aftrek.
#### 3.3.1 Btw-belastingplichtigen die btw-aangifte indienen
* **De gewone btw-belastingplichtige:** Rekent btw aan op belastbare handelingen, heeft een periodieke btw-aangifteplicht (maandelijks of per kwartaal) en heeft recht op aftrek van btw op aankopen.
* **Forfaitaire btw-belastingplichtige:** Van toepassing op bepaalde beroepscategorieën in de kleinhandel, met een forfaitair bepaalde omzet. Deze regeling verdwijnt geleidelijk.
* **Gemengde btw-belastingplichtige:** Verricht zowel belastbare als vrijgestelde handelingen. Het recht op aftrek is beperkt en wordt bepaald via een algemeen verhoudingsgetal of het werkelijk gebruik.
#### 3.3.2 Btw-belastingplichtigen die geen periodieke btw-aangifte indienen
Deze ondernemingen zijn vrijgesteld van btw op uitgaande handelingen, hebben geen recht op aftrek van btw op inkomende handelingen en dienen geen periodieke btw-aangifte in.
* **Vrijgestelde kleine ondernemingen:** Jaaromzet tot een bepaalde drempel. Gevolgen zijn vrijstelling van btw op leveringen en diensten, geen btw-aangifte en geen recht op aftrek.
* **Forfaitaire landbouwondernemingen:** Vereenvoudiging voor landbouwers, zonder btw-aangifte of recht op aftrek, maar met forfaitaire compensatie via klanten.
* **Vrijgestelde btw-belastingplichtigen (art. 44 WBTW):** Verrichten vrijgestelde handelingen, zonder aangifteverplichting en zonder aftrekrecht.
#### 3.3.3 Niet-belastingplichtige rechtspersonen
Overheden en openbare instellingen zijn meestal geen btw-belastingplichtigen omdat zij handelen in het algemeen belang en geen economische activiteit verrichten die de concurrentie kan verstoren. Echter, indien zij economische activiteiten verrichten die de concurrentie kunnen verstoren, worden zij wel als btw-belastingplichtige beschouwd voor die specifieke handelingen.
### 3.4 Het recht op aftrek van btw
Het recht op aftrek is een basisbeginsel van de btw dat neutraliteit waarborgt.
#### 3.4.1 Voorwaarden voor het recht op aftrek
* Het recht op aftrek moet zijn **ontstaan** (op het moment dat de btw opeisbaar wordt).
* De **voorwaarden voor uitoefening** moeten vervuld zijn (beschikken over een regelmatige factuur, gebruik voor belaste handelingen).
* De aftrek moet **correct worden verwerkt** in de btw-aangifte.
#### 3.4.2 Handelingen die recht geven op aftrek
Dit omvat btw op belaste handelingen, vrijgestelde handelingen met recht op aftrek (bv. intracommunautaire leveringen) en buitenlandse handelingen die recht op aftrek zouden geven indien ze in België plaatsvonden.
#### 3.4.3 Uitsluitingen en beperkingen van het recht op aftrek
* **Absolute uitsluitingen (0% aftrek):** Privé-uitgaven, tabaksproducten en sterke dranken (met uitzonderingen), logies, spijzen en dranken voor onthaal, recepties en PR, en reisbureaus.
* **Beperkingen van het recht op aftrek:** Gedeeltelijke aftrek is van toepassing op o.a. autovoertuigen (max. 50% aftrek), lichte vracht en andere roerende goederen (forfaitair beroepsgebruik).
### 3.5 Teruggaaf van btw
Wanneer het aftrekbare btw-bedrag hoger is dan het verschuldigde btw-bedrag, ontstaat een btw-overschot dat kan worden overgedragen of teruggevraagd. Vanaf 1 februari 2025 worden de regels voor teruggaaf hervormd met snellere terugbetalingen en een provisierekening voor btw-tegoeden.
### 3.6 Vrijstellingen
Vrijstellingen kunnen worden verleend op basis van de hoedanigheid van de verrichter (bv. medische beroepen) of de aard van de prestatie (bv. onroerende, financiële en sociale/culturele diensten). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen eigenlijke vrijstellingen (geen recht op aftrek) en oneigenlijke vrijstellingen (wel recht op aftrek).
### 3.7 Tijdstip van de handeling, belastbaar feit en opeisbaarheid
* **Tijdstip van de handeling:** Het moment waarop de belastbare handeling wordt verricht.
* **Belastbaar feit:** Het feit waardoor de btw-schuld ontstaat.
* **Tijdstip van opeisbaarheid:** Het moment waarop de schatkist haar recht op btw kan laten gelden. Dit bepaalt in welke aangifte de btw moet worden opgenomen, wanneer de factuur moet worden uitgereikt, en welk btw-tarief van toepassing is.
Voor diensten is de btw opeisbaar bij uitreiking van de factuur, of uiterlijk op de 15e van de maand volgend op het belastbaar feit. Bij betaling vóór het belastbaar feit wordt de btw opeisbaar op het moment van betaling. Voor particulieren en overheidsinstellingen geldt vaak het incasseringsprincipe (opeisbaar bij betaling).
### 3.8 Intracommunautaire diensten en verlegging van heffing
Intracommunautaire diensten zijn B2B-diensten tussen EU-lidstaten. De plaats van de dienst is bij de afnemer, en de btw wordt via verlegging van heffing voldaan door de afnemer. De dienstverrichter rekent geen btw aan maar vermeldt "btw verlegd" op de factuur. Bij werken in onroerende staat verricht in België, waarbij de klant een Belgische btw-plichtige is, moet eveneens de verlegging van heffing worden toegepast.
### 3.9 Intracommunautaire leveringen (ICL) en uitvoer
* **Intracommunautaire levering (ICL):** Een levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar de andere. Deze is belastbaar maar vrijgesteld van Belgische btw (oneigenlijke vrijstelling), met behoud van recht op aftrek. Alle voorwaarden voor vrijstelling moeten vervuld zijn, waaronder het beschikken over een geldig btw-nummer van de afnemer en de correcte administratieve verwerking.
* **Uitvoer (export buiten de EU):** Een levering van goederen met vervoer naar een derde land. Dit is eveneens een belastbare, maar vrijgestelde handeling (oneigenlijke vrijstelling), met behoud van recht op aftrek.
### 3.10 Intracommunautaire verwerving (ICV) en invoer
* **Intracommunautaire verwerving (ICV):** Het verwerven van goederen uit een andere EU-lidstaat. De btw wordt verlegd naar de afnemer in de ontvangende lidstaat. Bepaalde drempels en uitzonderingen zijn van toepassing.
* **Invoer:** Het binnenbrengen van goederen uit derde landen in de EU. Invoer is btw-belastbaar in België wanneer de invoer in België plaatsvindt. Vrijstellingen bij invoer zijn mogelijk onder specifieke omstandigheden. De btw is verschuldigd door de geadresseerde bij invoer en wordt betaald via een aangifte ten invoer of de periodieke btw-aangifte indien een vergunning voor verlegging van heffing is verkregen.
### 3.11 Maatstaf van heffing en btw-tarieven
* **Maatstaf van heffing (MVH):** Dit is het bedrag waarover btw wordt berekend. De MVH omvat alles wat de leverancier als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen, inclusief subsidies die rechtstreeks met de prijs verband houden. Bepaalde kosten (zoals intresten, schadevergoedingen) worden niet bij de MVH gevoegd, terwijl andere (verzekeringskosten, commissiekosten) afhankelijk van de situatie wel of niet worden opgenomen.
* **Btw-tarieven:** België kent het normale tarief van 21%, met verlaagde tarieven van 6% en 12% voor specifieke goederen en diensten (bv. restaurant- en cateringdiensten, afhaalmaaltijden).
---
Dit document samenvatting behandelt de definitie en classificatie van diensten voor btw-doeleinden, met een focus op de algemene principes, specifieke regels voor diensten, en de relevantie van plaats, tijdstip, schuldenaar en vrijstellingen in het kader van de btw.
Een dienst wordt gedefinieerd als elke handeling die geen levering van een goed is in de zin van het Wetboek van de BTW. Dit betekent dat wanneer er geen tastbaar goed wordt geleverd, het in principe om een dienst gaat. Voorbeelden hiervan zijn herstellingen van auto's, juridisch advies, kappersbeurten, en de installatie van een machine zonder de levering van dat specifieke goed.
### 3.1 Onderscheid tussen levering van goederen en diensten
Het onderscheid tussen een levering van goederen en een dienst wordt bepaald door de waarde van de goederen ten opzichte van de totale prijs. Als de waarde van de goederen minder dan 50% van de totale prijs bedraagt, wordt de handeling als een dienst beschouwd. In alle andere gevallen, waarbij de waarde van de goederen meer dan 50% van de totale prijs bedraagt, wordt het beschouwd als een levering van een goed. Een speciale categorie betreft werk in onroerende staat, wat altijd als een dienst wordt geclassificeerd, ongeacht de waarde van de goederen.
> **Tip:** Bij twijfel over de classificatie tussen levering en dienst, is het belangrijk om de waarde van de goederen ten opzichte van de totale kostprijs te analyseren. Werk in onroerende staat is echter altijd een dienst.
### 3.2 Handelingen die worden gelijkgesteld met diensten
De wet breidt het begrip dienst uit tot bepaalde handelingen die, hoewel ze niet onmiddellijk als dienst lijken, toch als zodanig worden behandeld voor btw-doeleinden.
#### 3.2.1 Diensten verricht ingevolge een wettelijke verplichting
Prestaties die worden verricht op grond van een wettelijke verplichting of op vordering van de overheid worden beschouwd als diensten. Dit geldt ook wanneer deze prestaties niet vrijwillig worden verricht, zoals prestaties van door de rechtbank aangestelde experts of de technische controle van voertuigen.
#### 3.2.2 Handelingen gelijkgesteld met een dienst
Bepaalde handelingen worden door de wet gelijkgesteld met een dienst verricht onder bezwarende titel. Dit omvat handelingen die de wet als diensten beschouwt of er gelijk aan stelt, met het oog op btw-heffing.
### 3.3 Beperkingen en uitbreidingen van het begrip dienst
Hoewel een dienst in beginsel elke handeling is die geen levering van een goed is, zijn er uitzonderingen.
#### 3.3.1 Beperking van het begrip dienst
Handelingen die plaatsvinden bij de overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling worden niet als dienst (of levering van goederen) beschouwd voor btw-doeleinden. Dit komt doordat het economische geheel gewoon blijft bestaan.
#### 3.3.2 Uitbreiding van het begrip dienst
Naast de wettelijke verplichtingen, beschouwt de wet ook bepaalde andere handelingen als diensten, zelfs wanneer dit niet direct logisch lijkt. Deze uitbreiding zorgt ervoor dat meer prestaties onderworpen worden aan btw.
### 3.4 Plaatsbepaling van de dienst (Artikel 21 WBTW)
De plaatsbepaling van een dienst is cruciaal voor de btw-heffing en hangt af van de aard van de afnemer.
#### 3.4.1 B2B – Afnemer is belastingplichtige
Voor business-to-business (B2B) transacties, waarbij de afnemer een btw-belastingplichtige is, is de plaats van de dienst over het algemeen de plaats waar de afnemer is gevestigd. Dit geldt tenzij er specifieke uitzonderingen van toepassing zijn.
> **Tip:** De hoofdregel voor B2B-diensten is dat de plaats van de dienst daar is waar de afnemer gevestigd is. Controleer altijd de uitzonderingen in artikel 21, §3 en 21bis WBTW.
#### 3.4.2 B2C – Afnemer is geen belastingplichtige (particulier)
Voor business-to-consumer (B2C) transacties, waarbij de afnemer een particulier is, is de plaats van de dienst over het algemeen de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd. Ook hier gelden specifieke uitzonderingen.
> **Voorbeeld:** Een Belgische architect die een kostenstudie uitvoert voor een particulier in Gent, betreffende een pand in Antwerpen, verricht de dienst op de plaats waar het onroerend goed gelegen is (Antwerpen), omdat de dienst rechtstreeks verband houdt met een onroerend goed.
### 3.5 Werk in onroerende staat versus levering met installatie/montage
Het onderscheid tussen werk in onroerende staat (WOS) en levering met installatie of montage is belangrijk voor de btw-behandeling.
* **Levering met installatie of montage:** Dit is het geval wanneer het goed het hoofdelement van de handeling vormt, de installatie/montage bijkomstig is, en het goed na installatie roerend blijft of hoogstens onroerend wordt door bestemming. Het goed moet verplaatsbaar blijven zonder schade aan het gebouw.
* **Werk in onroerende staat (WOS):** Dit is het geval wanneer het goed door plaatsing onroerend wordt uit zijn aard, of niet kan worden verplaatst zonder schade aan het gebouw of vernietiging/wijziging van het goed. Dit is altijd een dienst, ongeacht de waarde.
### 3.6 Schuldenaar van de btw bij verrichting van diensten
In principe is de dienstverrichter de schuldenaar van de btw. Dit betekent dat de dienstverrichter de btw aanrekent op de factuur en deze doorstort aan de fiscus. Er zijn echter uitzonderingen, met name de verlegging van heffing naar de medecontractant in B2B-situaties.
#### 3.6.1 Btw vermeld op factuur
Iedereen die btw vermeldt op een factuur of gelijkaardig document, wordt btw-schuldenaar, zelfs als hij geen goed heeft geleverd of dienst heeft verricht. De btw wordt dan opeisbaar op het moment van uitreiking van de factuur of het document.
#### 3.6.2 Verlegging van heffing (vooral B2B)
In bepaalde B2B-situaties, zoals intracommunautaire diensten of werken in onroerende staat waarbij de klant een Belgische btw-plichtige met periodieke aangifte is, wordt de btw verlegd naar de ontvanger van de dienst. De dienstverrichter factureert zonder btw met de vermelding "btw verlegd" of "verlegging van heffing". De Belgische medecontractant geeft de btw zelf aan en betaalt deze.
> **Tip:** Bij intracommunautaire diensten tussen btw-plichtigen in verschillende EU-lidstaten is de btw altijd verlegd naar de afnemer, waardoor er netto geen btw-kost is binnen de EU.
### 3.7 Belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid van de btw bij diensten
Het belastbaar feit bij diensten is het moment waarop de dienst wordt verricht. De btw wordt opeisbaar op verschillende momenten afhankelijk van de afnemer:
* **B2B:** Opeisbaar op de factuurdatum, of uiterlijk op de 15e van de maand volgend op het belastbaar feit, tenzij een voorschot eerder werd betaald.
* **B2C en overheid:** Opeisbaar bij ontvangst van de betaling (incasseringsprincipe).
### 3.8 Intracommunautaire diensten
Intracommunautaire diensten betreffen B2B-diensten tussen btw-plichtigen in verschillende EU-lidstaten. De plaats van de dienst ligt bij de afnemer, en de btw wordt via verlegging van heffing voldaan door de afnemer. De dienstverrichter factureert geen btw en vermeldt "btw verlegd".
> **Voorbeeld:** Een Franse advocaat die juridisch advies verleent aan een Belgisch bedrijf, verricht een dienst waarvan de plaats België is. De btw is verschuldigd door de Belgische afnemer via verlegging van heffing.
### 3.9 Vrijstellingen van btw op diensten
Bepaalde diensten zijn vrijgesteld van btw. Dit kan een eigenlijke vrijstelling zijn (geen btw, geen recht op aftrek) of een oneigenlijke vrijstelling (geen btw, wel recht op aftrek). Vrijstellingen kunnen gebaseerd zijn op de hoedanigheid van de dienstverrichter (bv. medische beroepen, sociale en culturele instellingen) of op de aard van de prestatie (bv. financiële diensten, onroerende verhuur).
> **Voorbeeld:** De verhuur van gebouwen aan particulieren is vrijgesteld van btw, waarbij de plaats van de dienst het gebouw zelf is.
---
Dit overzicht bestrijkt de kern van de definitie en classificatie van diensten voor btw-doeleinden, inclusief de bepaling van de plaats, de schuldenaar, het belastbaar feit, de opeisbaarheid, en de relevante vrijstellingen en uitzonderingen.
---
## 3 Definitie en classificatie van diensten voor btw-doeleinden
Dit hoofdstuk bespreekt de definitie, classificatie en de fiscale behandeling van diensten binnen de btw-wetgeving.
### 3.1 Definitie van een dienst
Een dienst wordt in de btw-wetgeving gedefinieerd als elke handeling die geen levering van een goed is. Dit betekent dat als er geen tastbaar goed wordt geleverd, er in principe sprake is van een dienst. Deze definitie is niet-limitatief en omvat een breed scala aan prestaties.
#### 3.1.1 Uitzonderingen en uitbreidingen op de definitie van dienst
De wet voorziet in specifieke uitzonderingen en uitbreidingen op de algemene definitie van een dienst:
* **Beperking:** Handelingen die plaatsvinden bij de overdracht van een algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling worden niet als dienst (noch als levering van goederen) beschouwd voor btw-doeleinden. Dit is het geval wanneer een economisch geheel gewoon verder bestaat.
* **Uitbreiding:**
* **Diensten verricht ingevolge een wettelijke verplichting:** Prestaties die worden verricht op vordering van de overheid of ingevolge een wettelijke verplichting (zoals technische controles of prestaties van een gerechtsexpert) worden als diensten beschouwd.
* **Handelingen gelijkgesteld met een dienst:** Bepaalde handelingen worden door de wet expliciet gelijkgesteld met een dienst die onder bezwarende titel wordt verricht om btw-heffing mogelijk te maken.
### 3.2 Onderscheid tussen levering van goederen en diensten
Het onderscheid tussen een levering van goederen en een dienst is cruciaal voor de btw-behandeling.
#### 3.2.1 De 50%-regel
Bij handelingen die zowel de levering van goederen als een dienst omvatten, geldt de volgende regel:
* Als de waarde van de geleverde goederen minder dan 50% van de totale prijs bedraagt, wordt de handeling beschouwd als een dienstlevering.
* In alle andere gevallen, waarbij de waarde van de goederen 50% of meer van de totale prijs bedraagt, wordt de handeling beschouwd als een levering van een goed.
#### 3.2.2 Werk in onroerende staat
Werk in onroerende staat wordt **altijd** beschouwd als een dienst, ongeacht de waarde van de goederen of de kostprijs van de plaatsing. Dit geldt wanneer een roerend goed door plaatsing onroerend wordt uit zijn aard en niet verwijderd kan worden zonder schade aan het gebouw.
#### 3.2.3 Levering met installatie of montage
Wanneer de levering van een goed gepaard gaat met installatie of montage:
* **Levering van een goed:** Als het goed na installatie roerend blijft uit zijn aard (of hoogstens onroerend door bestemming wordt), de installatie bijkomstig is, en het goed verplaatsbaar blijft zonder schade aan het gebouw, blijft de handeling een levering van een goed.
* **Dienst (werk in onroerende staat):** Als het goed door plaatsing onroerend uit zijn aard wordt en niet kan worden verplaatst zonder schade aan het gebouw of vernietiging/wijziging van het goed, is het werk in onroerende staat en dus een dienst.
> **Tip:** Het onderscheid tussen levering met installatie en werk in onroerende staat is vaak een feitenkwestie en kan leiden tot complexe rechtspraak.
### 3.3 De plaats van de dienst
De plaatsbepaling van een dienst is essentieel om te bepalen in welk land de btw verschuldigd is. De regels verschillen afhankelijk van de aard van de afnemer (belastingplichtige of particulier).
#### 3.3.1 Diensten aan belastingplichtigen (B2B)
* **Hoofdregel:** De plaats van de dienst is de plaats waar de afnemer (de belastingplichtige) is gevestigd.
* **Uitzonderingen:** Er bestaan zes uitzonderingen op deze hoofdregel, onder meer met betrekking tot diensten die rechtstreeks verband houden met een onroerend goed, culturele en artistieke evenementen, en vervoer.
#### 3.3.2 Diensten aan particulieren (B2C)
* **Hoofdregel:** De plaats van de dienst is de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd.
* **Uitzonderingen:** Er bestaan twaalf uitzonderingen op deze hoofdregel, waaronder diensten die rechtstreeks verband houden met een onroerend goed (plaats van het onroerend goed), en toegang tot culturele, artistieke, sportieve en soortgelijke evenementen (plaats van het evenement).
#### 3.3.3 Specifieke diensten en hun plaatsbepaling
* **Diensten met betrekking tot een onroerend goed:** De plaats van de dienst is waar het onroerend goed is gelegen.
* **Culturele, artistieke, sportieve en soortgelijke evenementen:** De plaats van de dienst is waar het evenement feitelijk plaatsvindt.
* **Vervoer van goederen:**
* **B2B:** De plaats van de dienst is de plaats waar de afnemer is gevestigd.
* **B2C:** De plaats van de dienst is de plaats waar het vervoer feitelijk plaatsvindt, met inachtneming van de door het vervoer afgelegde afstanden.
* **Terbeschikkingstelling van opslagruimte:** De plaats van de dienst is de plaats waar het onroerend goed is gelegen.
### 3.4 Schuldenaar van de btw bij diensten
De schuldenaar van de btw is in principe de dienstverrichter. Er zijn echter belangrijke uitzonderingen, met name het stelsel van verlegging van heffing.
#### 3.4.1 Algemene regel (B2B en B2C)
De btw is verschuldigd door de belastingplichtige die in België een belastbare dienst verricht. Deze dienstverrichter rekent de btw aan op de factuur en stort deze door aan de fiscus.
#### 3.4.2 Bijzondere regel: btw vermeld op factuur
Iedereen die btw vermeldt op een factuur of gelijkaardig document, wordt btw-schuldenaar, zelfs indien hij geen goed heeft geleverd of dienst heeft verricht.
#### 3.4.3 Uitzonderingen (vooral B2B) - Verlegging van heffing
In bepaalde B2B-situaties moet de ontvanger van de dienst (de medecontractant) de btw voldoen. Dit is met name van toepassing bij:
* **Intracommunautaire diensten:** B2B-diensten tussen btw-plichtigen in verschillende EU-lidstaten. De plaats van de dienst ligt bij de afnemer, en de btw wordt door de afnemer via verlegging van heffing voldaan. De dienstverrichter factureert zonder btw met de vermelding "btw verlegd".
* **Werken in onroerende staat (WOS) in België:** Wanneer de klant een Belgische btw-plichtige is die periodieke aangifte indient, moet de verlegging van heffing worden toegepast. De aannemer factureert zonder btw met de vermelding "verlegging van heffing", en de Belgische medecontractant geeft de btw zelf aan en betaalt deze.
> **Tip:** Controleer eerst de plaats van de dienst (artikel 21 WBTW), pas daarna artikel 51 WBTW (schuldenaar van de btw) toepassen.
### 3.5 Tijdstip van het belastbaar feit en opeisbaarheid van de btw bij diensten
Het belastbaar feit bij diensten is het moment waarop de dienst wordt verricht.
* **B2B:** De btw is opeisbaar op de factuurdatum, of uiterlijk op de 15e van de maand volgend op het belastbaar feit, tenzij een voorschot eerder werd betaald.
* **B2C en overheid:** De btw is opeisbaar bij ontvangst van de betaling (incasseringsprincipe). Als er geen betaling is, is er geen opeisbare btw.
#### 3.5.1 Intracommunautaire diensten (IC-diensten)
Bij IC-diensten is de btw opeisbaar op het moment waarop de dienst is verricht. Indien een betaling wordt ontvangen vóór de dienst is verricht, wordt de btw opeisbaar op het moment van ontvangst van de betaling. Facturatie op zich maakt de btw niet opeisbaar, behalve wanneer zij samenvalt met of volgt op het belastbaar feit.
### 3.6 Vrijstellingen van btw bij diensten
Bepaalde diensten zijn vrijgesteld van btw.
* **Eigenlijke vrijstelling:** Geen btw aanrekenen en geen recht op aftrek van btw op de kosten. Dit geldt bijvoorbeeld voor medische beroepen, sociale en culturele instellingen, en bepaalde financiële diensten.
* **Oneigenlijke vrijstelling:** Geen btw aanrekenen, maar wel recht op aftrek van btw op de kosten. Dit geldt bijvoorbeeld voor intracommunautaire leveringen en uitvoer.
> **Tip:** De vrijstelling is afhankelijk van de aard van de prestatie, niet enkel van de hoedanigheid van de dienstverrichter. Bijvoorbeeld, esthetische tandheelkundige ingrepen zijn niet vrijgesteld, tenzij de kleine ondernemingsregeling van toepassing is.
### 3.7 Praktische voorbeelden (casus)
**Opgave 2: Kostenstudie voor particulier**
Een architectenbureau verricht een kostenstudie voor een particulier over een pand in Antwerpen.
* **Analyse:** Dienst aan particulier (B2C), rechtstreeks verband met onroerend goed.
* **Plaats van de dienst:** Antwerpen (waar het onroerend goed is gelegen).
* **Btw:** Belgische btw verschuldigd, geen vrijstelling van toepassing.
**Opgave 5: Opslagruimte ter beschikking stellen**
Een bedrijf stelt een opslagruimte in Antwerpen ter beschikking van een ander bedrijf.
* **Analyse:** Dienst aan belastingplichtige (B2B), rechtstreeks verband met onroerend goed.
* **Plaats van de dienst:** België (waar het onroerend goed is gelegen).
* **Btw:** Dienst is btw-plichtig. Hoewel de verhuur van onroerende goederen in principe is vrijgesteld, geldt dit niet voor terbeschikkingstelling van opslagruimte.
**Opgave 8: Verhuur van gebouwen aan particulieren en vrije beroepen**
Particulieren verhuren gebouwen aan particulieren en beoefenaars van vrije beroepen.
* **Analyse:** Dienst aan particulieren (B2C), verband met onroerend goed.
* **Plaats van de dienst:** Sint-Niklaas (waar het onroerend goed is gelegen).
* **Btw:** Dienst is vrijgesteld van btw.
**Vraag 2: Herstelling machine in Nederland voor Belgische btw-plichtige**
Een Franse onderneming herstelt een machine in Nederland voor een Belgische btw-plichtige.
* **Analyse:** Dienst m.b.t. een roerend goed, B2B.
* **Plaats van de dienst:** België (waar de afnemer is gevestigd).
* **Schuldenaar:** Belgische afnemer via verlegging van heffing (artikel 51 §2, 1° WBTW).
**Vraag 4: Vervoer van goederen van België naar Nederland**
Een Belgische vervoeronderneming vervoert goederen van België naar Nederland voor een Nederlandse klant.
* **Analyse:** Intracommunautair goederenvervoer, B2B.
* **Plaats van de dienst:** Nederland (waar de afnemer is gevestigd).
* **Schuldenaar:** Nederlandse afnemer via verlegging van heffing.
---
# Uitvoer en intracommunautaire leveringen
Dit hoofdstuk behandelt de BTW-behandeling van goederen die de EU verlaten (uitvoer) en goederen die tussen EU-lidstaten worden geleverd (intracommunautaire leveringen), inclusief de voorwaarden en de administratieve verwerking.
### 4.1 Uitvoer (export buiten de EU)
Uitvoer betreft de levering van goederen met vervoer naar een derde land buiten de Europese Unie. Dit geldt enkel voor lichamelijke goederen, verricht onder bezwarende titel door een BTW-belastingplichtige. De plaats van levering is de aanvangsplaats van het vervoer.
#### 4.1.1 BTW-behandeling van uitvoer
Uitvoer is een belastbare handeling (levering van goederen), maar is vrijgesteld van BTW conform artikel 39 van het BTW-Wetboek. Dit is een **oneigenlijke vrijstelling**, wat betekent dat er geen BTW wordt aangerekend, maar het recht op aftrek van voorbelasting blijft behouden.
#### 4.1.2 Belangrijkste gevallen van uitvoer
* **Artikel 39 §1, 1° WBTW**: Levering van goederen die door of voor rekening van de verkoper naar een land buiten de EU worden vervoerd.
* *Voorbeeld*: Een Belgisch bedrijf exporteert Belgisch bier via de haven van Antwerpen naar een bedrijf in de VS, met vervoer ten laste van het Belgische bedrijf.
* **Artikel 39 §1, 2° WBTW**: Levering van goederen die door of voor rekening van een niet in België gevestigde koper naar een derde land worden vervoerd.
* *Voorbeeld*: Een Frans bedrijf koopt in België pralines bestemd voor export naar Japan. Het transport is ten laste van het Franse bedrijf en het vliegtuig vertrekt vanuit België.
* **Artikel 39 §1, 4° WBTW (reizigersuitvoer)**: Levering aan een niet-EU-reiziger die goederen in België koopt en meeneemt in zijn persoonlijke bagage. Hieraan zijn specifieke voorwaarden verbonden, zoals een factuurwaarde van meer dan 125 euro inclusief BTW en uitvoer uiterlijk het einde van de derde maand na aankoop, met een douanevisum op de factuur.
* *Voorbeeld*: Een Amerikaanse toerist koopt een kledingstuk in Brugge voor 500,00 euro inclusief BTW en neemt dit in zijn bagage mee naar de VS als geschenk.
#### 4.1.3 Praktische aandachtspunten bij uitvoer
* Er is in principe geen vaste termijn voor uitvoer, behalve bij reizigersuitvoer.
* Bij betaling vóór levering kan de exporteur de opeisbaarheid van de BTW uitstellen gedurende 1 jaar om teruggaaf van de BTW op het moment van uitvoer te vermijden.
* Uitvoer wordt opgenomen in rooster 47 van de BTW-aangifte.
* Het recht op aftrek van voorbelasting blijft volledig behouden.
### 4.2 Intracommunautaire levering (ICL)
Een intracommunautaire levering is een levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar een andere. Het betreft dus een levering van goederen met bestemming in een andere lidstaat. Dit is geen ICL bij leveringen met installatie of montage, of bij verkopen op afstand.
#### 4.2.1 Plaats van de intracommunautaire levering
De plaats van de levering is de plaats van aanvang van het vervoer, wat meestal België is als het vervoer daar start.
#### 4.2.2 BTW-behandeling van intracommunautaire leveringen
Een ICL is een belastbare handeling, maar is vrijgesteld van Belgische BTW conform artikel 39bis van het WBTW. Dit is opnieuw een **oneigenlijke vrijstelling**: er wordt geen BTW aangerekend, maar het recht op aftrek blijft behouden.
#### 4.2.3 Voorwaarden voor vrijstelling bij intracommunautaire leveringen
Alle volgende voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn om van de vrijstelling te genieten:
* Levering van goederen met vervoer van België naar een andere EU-lidstaat.
* Geen levering met installatie en geen verkoop op afstand.
* De leverancier is geen kleine onderneming.
* De afnemer is een BTW-belastingplichtige (of gelijkgestelde) in een andere lidstaat, en beschikt over een geldig BTW-nummer dat werd meegedeeld.
* De leverancier beschikt over dat geldige BTW-nummer van de afnemer.
* De leverancier neemt de levering correct en tijdig op in de BTW-aangifte en de intracommunautaire opgave (listing).
Indien één van deze voorwaarden ontbreekt, is de vrijstelling niet van toepassing en is Belgische BTW verschuldigd.
#### 4.2.4 Administratieve verwerking bij intracommunautaire leveringen
* In de BTW-aangifte: op te nemen in rooster 46.
* In de intracommunautaire listing: op te nemen met code "L".
* Het recht op aftrek van voorbelasting blijft behouden.
#### 4.2.5 Opeisbaarheid bij intracommunautaire leveringen
Het tijdstip van opeisbaarheid volgt dezelfde regels als bij nationale leveringen: de BTW is opeisbaar bij uitreiking van de factuur, of uiterlijk op de 15e dag van de maand volgend op de levering. Sinds 1 januari 2013 maakt een factuur of betaling vóór het belastbaar feit de BTW niet opeisbaar. Hoewel de handeling is vrijgesteld, blijft het tijdstip belangrijk voor de correcte aangifte en IC-listing.
### 4.3 Examenkader voor uitvoer en intracommunautaire leveringen
Bij het analyseren van een casus met betrekking tot uitvoer of ICL, stel je steeds de volgende vragen:
1. Is er sprake van een levering van goederen onder bezwarende titel?
2. Is er vervoer van goederen?
3. Waar begint het vervoer (EU of buiten EU)?
4. Is er een vrijstelling mogelijk?
5. Zijn alle voorwaarden voor de vrijstelling vervuld?
6. In welk rooster van de BTW-aangifte moet de handeling worden opgenomen?
---
Dit onderwerp behandelt de btw-behandeling van goederen die de EU verlaten (uitvoer) en goederen die binnen de EU worden geleverd tussen btw-belastingplichtigen (intracommunautaire leveringen).
Uitvoer betreft de levering van goederen met vervoer naar een land buiten de Europese Unie. De handeling moet plaatsvinden onder bezwarende titel en verricht worden door een btw-belastingplichtige. Bij leveringen met vervoer is de plaats van de levering bepalend voor de belastbaarheid, wat doorgaans de plaats van aanvang van het vervoer is.
Uitvoer is een belastbare handeling, specifiek een levering van goederen, maar is vrijgesteld van btw conform artikel 39 van het Wetboek van de BTW. Dit is een *oneigenlijke vrijstelling*, wat betekent dat er geen btw wordt aangerekend op de uitgevoerde goederen, maar het recht op aftrek van voorbelasting blijft behouden.
* **Levering met vervoer door de verkoper:** Goederen worden door of voor rekening van de verkoper naar een land buiten de EU vervoerd.
* **Levering door niet-Belgische koper met vervoer:** Een in België gevestigde verkoper levert goederen aan een koper die niet in België is gevestigd en die de goederen naar een derde land vervoert. Het vervoer moet starten vanuit België.
* **Reizigersuitvoer:** Leveringen aan niet-EU-reizigers die goederen in België kopen en meenemen in hun persoonlijke bagage, mits aan specifieke voorwaarden is voldaan (bv. factuurwaarde van meer dan 125 euro inclusief btw, uitvoer binnen drie maanden na aankoop, en een douanevisum op de factuur).
* Er is in principe geen vaste termijn voor de uitvoer, behalve voor reizigers.
* Bij betaling vóór levering kan de exporteur de opeisbaarheid van de btw uitstellen tot één jaar na levering om teruggaaf van btw te vermijden op het moment van uitvoer.
Een intracommunautaire levering (ICL) is een levering van goederen die gepaard gaat met vervoer van de ene EU-lidstaat naar een andere EU-lidstaat. De leverancier is een btw-belastingplichtige (geen kleine onderneming), en de afnemer is een btw-belastingplichtige met een geldig btw-nummer in een andere lidstaat.
#### 4.2.1 Plaats van de levering
Bij een ICL met vervoer is de plaats van de levering de plaats waar het vervoer aanvangt. Als het vervoer in België begint, vindt de handeling in België plaats.
#### 4.2.2 BTW-behandeling van ICL
Een ICL is een belastbare handeling, maar is vrijgesteld van Belgische btw conform artikel 39bis van het Wetboek van de BTW. Dit is eveneens een *oneigenlijke vrijstelling*, wat betekent dat er geen btw wordt aangerekend, maar het recht op aftrek van voorbelasting blijft behouden. De btw wordt via het stelsel van verlegging van heffing voldaan door de afnemer in de lidstaat van bestemming.
#### 4.2.3 Voorwaarden voor vrijstelling bij ICL
Alle volgende voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn om van de vrijstelling te kunnen genieten:
* Geen levering met installatie of montage.
* Geen verkoop op afstand.
* De leverancier mag geen kleine onderneming zijn.
* De afnemer moet een btw-belastingplichtige (of gelijkgestelde) zijn in een andere lidstaat, met een geldig btw-nummer dat werd meegedeeld.
* De leverancier moet beschikken over dat geldige btw-nummer.
Het ontbreken van één van deze voorwaarden leidt ertoe dat de levering niet als een vrijgestelde ICL wordt beschouwd.
#### 4.2.4 Administratieve verwerking bij ICL
* In de btw-aangifte wordt de ICL opgenomen in rooster 46.
* In de intracommunautaire listing wordt de ICL aangeduid met code "L".
#### 4.2.5 Opeisbaarheid bij ICL
Het tijdstip van opeisbaarheid volgt de regels van nationale leveringen: de btw wordt opeisbaar bij uitreiking van de factuur, of uiterlijk op de 15e dag van de maand volgend op de levering. Sinds 1 januari 2013 maakt een factuur of betaling vóór het belastbaar feit de btw niet opeisbaar. Het tijdstip blijft echter belangrijk voor de correcte aangifte en opname in de IC-listing.
### 4.3 Vergelijking met Intracommunautaire Verwerving (ICV) en Invoer
Intracommunautaire leveringen (ICL) en intracommunautaire verwervingen (ICV) zijn de twee zijden van dezelfde medaille binnen de EU. Bij een ICL is de leverancier in de lidstaat van vertrek vrijgesteld, terwijl de afnemer in de lidstaat van bestemming de btw aangeeft (verlegging van heffing). Bij een ICV is de verwervende partij in de lidstaat van bestemming de btw-schuldenaar. Invoer betreft goederen van buiten de EU en wordt belast op het moment van invoer in België.
### 4.4 Opeisbaarheid van de BTW
Het tijdstip van opeisbaarheid bepaalt wanneer de btw effectief verschuldigd is aan de schatkist en in welke btw-aangifte deze moet worden opgenomen. Dit is cruciaal voor het correct toepassen van tarieven en het ontstaan van het recht op aftrek.
#### 4.4.1 Hoofdregel en afwijkingen
* **Hoofdregel:** De btw is opeisbaar bij de uitreiking van de factuur.
* **Afwijking 1:** Als er geen factuur wordt opgemaakt, wordt de btw opeisbaar op de 15e dag van de maand volgend op het belastbaar feit.
* **Afwijking 2:** Wanneer een betaling wordt ontvangen vóór het belastbaar feit, wordt de btw opeisbaar op het moment van betaling.
* **Bijzonder geval (particulieren):** Bij aankoop door een particulier in een winkel is de btw opeisbaar aan de kassa, op het moment van betaling.
#### 4.4.2 Opeisbaarheid bij specifieke handelingen
* **Levering van goederen:** Opeisbaarheid is gekoppeld aan de terbeschikkingstelling van het goed, of aan de aankomst van het vervoer indien dit door of voor rekening van de leverancier gebeurt.
* **Diensten:** De btw is opeisbaar op het moment van de dienstverrichting. Bij B2B is de btw opeisbaar op de factuurdatum, of uiterlijk op de 15e van de maand volgend op het belastbaar feit, tenzij een voorschot eerder werd betaald. Bij B2C en overheid is de btw opeisbaar bij ontvangst van de betaling (incasseringsprincipe).
* **Intracommunautaire diensten:** De btw wordt opeisbaar op het moment waarop de dienst is verricht. Indien een betaling vóór de dienst wordt ontvangen, wordt de btw opeisbaar bij ontvangst. Facturatie maakt de btw niet opeisbaar, behalve wanneer deze samenvalt met of volgt op het belastbaar feit.
* **Invoer:** De btw is opeisbaar op het tijdstip van het ontstaan van de douaneschuld, wat meestal samenvalt met het moment dat de goederen in het vrije verkeer worden gebracht.
### 4.5 Schuldenaar van de BTW
De schuldenaar van de btw is degene die wettelijk verplicht is om de btw aan te rekenen, aan te geven en door te storten aan de schatkist.
#### 4.5.1 Principe
De algemene regel is dat de leverancier van goederen of de dienstverrichter de btw-schuldenaar is (artikel 51, §1, 1° WBTW). Dit geldt ook voor de afnemer bij intracommunautaire verwervingen en in bepaalde gevallen van diensten verricht door niet-EU-gevestigde dienstverrichters.
#### 4.5.2 Afwijkingen en verlegging van heffing
* **Facturatie met btw:** Iedereen die btw vermeldt op een factuur, wordt btw-schuldenaar, zelfs als er geen prestatie werd geleverd.
* **Verlegging van heffing:** In specifieke B2B-situaties, zoals bij werken in onroerende staat (WOS) verricht in België, intracommunautaire diensten en bepaalde invoeren, is de ontvanger van de dienst of goederen de btw-schuldenaar. De factuur vermeldt dan "btw verlegd", en de medecontractant geeft de btw zelf aan en betaalt deze.
### 4.6 Belastbare handeling en de 5-vragenmethode
Om te bepalen of btw verschuldigd is, wordt de 5-vragenmethode gehanteerd:
1. Wordt de handeling verricht door een btw-belastingplichtige?
2. Betreft het een belastbare handeling onder bezwarende titel?
3. Waar vindt de handeling plaats?
5. Wie moet de btw voldoen?
#### 4.6.1 Handelingen gelijkgesteld met diensten
Bepaalde handelingen worden door de wet gelijkgesteld met diensten die onder bezwarende titel worden verricht om btw-heffing mogelijk te maken, ook al lijken ze niet direct een dienst. Dit geldt bijvoorbeeld voor prestaties verricht ingevolge een wettelijke verplichting.
#### 4.6.2 Werk in onroerende staat vs. levering met installatie
Het onderscheid tussen werk in onroerende staat (WOS), wat altijd als een dienst wordt beschouwd, en een levering van een goed met installatie/montage is cruciaal:
* **Werk in onroerende staat (WOS):** Het goed wordt onroerend uit zijn aard of kan niet worden verplaatst zonder schade aan het gebouw. Dit is altijd een dienst, ongeacht de waarde.
* **Levering met installatie/montage:** Het goed blijft roerend uit zijn aard of wordt hoogstens onroerend door bestemming. De installatie is bijkomstig. Dit wordt beschouwd als een levering van een goed.
Het verschil is vaak een feitenkwestie en leidt tot veel rechtspraak.
### 4.7 Recht op Aftrek (ROA)
Het recht op aftrek is een fundamenteel principe van de btw dat neutraliteit waarborgt door btw geen kost te laten zijn voor btw-belastingplichtigen.
#### 4.7.1 Voorwaarden voor het recht op aftrek
Om het recht op aftrek te kunnen uitoefenen, moet aan drie cumulatieve voorwaarden worden voldaan:
1. **Ontstaan van het ROA:** Dit gebeurt op de datum waarop de btw opeisbaar wordt.
2. **Voorwaarden voor uitoefening:**
* De btw moet worden gebruikt voor belastbare handelingen (bestemmingsprincipe).
* De btw-belastingplichtige moet beschikken over een regelmatige factuur op zijn naam.
* Voldoen aan formele voorwaarden (bv. correcte facturatie).
3. **Correcte verwerking:** De aftrek moet correct worden verwerkt in de btw-aangifte.
#### 4.7.2 Handelingen die recht geven op aftrek
Dit omvat btw op belastbare handelingen, vrijgestelde handelingen met recht op aftrek (zoals ICL en uitvoer), en buitenlandse handelingen die recht op aftrek zouden verlenen indien ze in België hadden plaatsgevonden.
#### 4.7.3 Uitsluitingen en beperkingen van het recht op aftrek
* **Absolute uitsluitingen:** Btw op privé-uitgaven, tabaksproducten (behalve bij doorverkoop/verwerking), logies, spijzen en dranken voor onthaal (met enkele uitzonderingen), en reisbureaus zijn nooit aftrekbaar.
* **Beperkingen:** Voor bepaalde goederen, zoals autovoertuigen en lichte vracht, geldt een percentage van aftrek (bv. max. 50% voor auto's, 85% voor erkende lichte vracht). Voor andere roerende goederen zoals gsm's en laptops geldt een forfaitair beroepsgebruik van 75%.
#### 4.7.4 Verwerking van het ROA in de btw-aangifte
De aftrekbare btw wordt berekend op basis van de maatstaf van heffing, het btw-tarief en het aftrekbaar percentage. Het niet-aftrekbare gedeelte van de btw wordt toegevoegd aan de kosten of vaste activa.
### 4.8 Teruggaaf van BTW
Wanneer het aftrekbare bedrag van btw hoger is dan het verschuldigde bedrag, ontstaat een btw-overschot dat kan worden overgedragen naar een volgend aangiftetijdvak of kan worden teruggevraagd.
#### 4.8.1 Voorwaarden en procedure
* **Voorwaarden (vanaf 1 februari 2025):** Het btw-tegoed moet minstens 50 euro bedragen, de btw-belastingplichtige moet een geldig bankrekeningnummer hebben, en alle btw-aangiften van de afgelopen zes maanden moeten tijdig zijn ingediend.
* **Procedure:** De aanvraag gebeurt via de btw-aangifte.
* **Termijn van betaling:** De teruggaaf gebeurt binnen twee tot drie maanden na het aangiftetijdvak.
* **Provisiënsrekening:** Niet-teruggevraagde overschotten worden op een provisierekening btw geplaatst.
#### 4.8.2 Oude regeling (tot 31 januari 2025)
Voorheen golden specifieke minimumbedragen voor teruggaaf (bv. 50 euro voor maandelijkse aangiften, 400 euro voor kwartaalaangevers).
---
**Examen-onthoudzinnen:**
* Btw is alleen aftrekbaar als ze beroepsmatig wordt gebruikt en formeel correct is gefactureerd.
* Uitsluitingen van het recht op aftrek zijn absoluut; beperkingen zijn percentagegebonden.
* Het recht op aftrek ontstaat bij opeisbaarheid van de btw, niet noodzakelijk bij betaling.
* Bij ICL en uitvoer geldt een vrijstelling van btw, maar behoud van recht op aftrek.
* Verlegging van heffing betekent dat de afnemer de btw-schuldenaar is.
---
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding over de materie van "Uitvoer en intracommunautaire leveringen" gebaseerd op de verstrekte documentatie.
Dit onderdeel behandelt de btw-aspecten van goederen die de Europese Unie verlaten (uitvoer) of tussen lidstaten binnen de EU worden geleverd (intracommunautaire leveringen).
Uitvoer betreft de levering van goederen die met vervoer naar een land buiten de EU worden verzonden. Dit betreft altijd lichamelijke goederen, verricht onder bezwarende titel door een btw-belastingplichtige. De plaats van levering, wanneer er vervoer bij betrokken is, is de plaats van aanvang van het vervoer. Indien het vervoer in België aanvangt, vindt de handeling fiscaal gezien in België plaats.
Uitvoer wordt beschouwd als een belastbare handeling (levering van goederen), maar is vrijgesteld van btw op grond van artikel 39 WBTW. Dit is een *oneigenlijke vrijstelling*, wat betekent dat er geen btw wordt aangerekend op de uitvoer, maar het recht op aftrek van de voorbelasting blijft behouden.
* **Levering van goederen vervoerd door of voor rekening van de verkoper naar een land buiten de EU:** Hierbij wordt de handeling als uitvoer beschouwd indien het vervoer vanuit België naar een derde land plaatsvindt en ten laste is van het Belgische bedrijf.
* **Levering van goederen vervoerd door of voor rekening van een niet in België gevestigde koper naar een derdeland:** Dit geldt wanneer goederen in België worden aangekocht door een buitenlandse entiteit met bestemming buiten de EU, waarbij het transport vanuit België ten laste is van de koper.
* **Uitzondering:** Deze regel is niet van toepassing op goederen bestemd voor de privé-uitrusting van vervoermiddelen of goederen meegenomen in persoonlijke bagage.
* **Reizigersuitvoer:** Leveringen aan niet-EU-reizigers die goederen in België kopen en meenemen in hun persoonlijke bagage. Hieraan zijn specifieke voorwaarden verbonden:
* Geen beroepskarakter.
* Factuurwaarde van minstens 125 euro (inclusief btw).
* Uitvoer uiterlijk aan het einde van de derde maand na aankoop.
* Douanevisum op de factuur.
* **Termijn voor uitvoer:** Er is in principe geen vaste termijn voor uitvoer, behalve voor reizigersuitvoer.
* **Opeisbaarheid van btw bij betaling vooraf:** Bij betaling vóór levering kan de exporteur de opeisbaarheid van de btw uitstellen gedurende één jaar. Dit dient om de teruggaaf van btw op het moment van uitvoer te vermijden.
* **Administratieve verwerking:** Uitvoer wordt opgenomen in rooster 47 van de btw-aangifte. Het recht op aftrek van voorbelasting blijft volledig behouden.
Een intracommunautaire levering (ICL) is een levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar een andere EU-lidstaat. Dit betekent dat de goederen bestemd zijn voor een andere lidstaat.
* **Belangrijk:** Een ICL is **niet** van toepassing bij leveringen met installatie of montage, en ook niet bij verkopen op afstand.
De plaats van de levering voor ICL met vervoer is de plaats waar het vervoer aanvangt. Meestal zal dit België zijn, als de levering vanuit België plaatsvindt.
#### 4.2.2 btw-behandeling van intracommunautaire levering
Een ICL is een belastbare handeling, maar is vrijgesteld van Belgische btw op grond van artikel 39bis WBTW. Dit is eveneens een *oneigenlijke vrijstelling*: er wordt geen btw aangerekend, maar het recht op aftrek van voorbelasting blijft behouden.
#### 4.2.3 Voorwaarden voor vrijstelling bij intracommunautaire levering
Alle volgende voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn om aanspraak te maken op de vrijstelling:
* **Levering van goederen en vervoer:** Er moet sprake zijn van een levering van goederen met vervoer vanuit België naar een andere EU-lidstaat.
* **Geen levering met installatie/montage of verkoop op afstand:** Deze specifieke situaties vallen niet onder de ICL-vrijstelling.
* **Leverancier geen kleine onderneming:** De leverancier mag geen kleine onderneming zijn.
* **Afnemer:**
* Moet een btw-belastingplichtige zijn (of gelijkgesteld).
* Moet gevestigd zijn in een andere EU-lidstaat.
* Moet een geldig btw-nummer hebben dat werd meegedeeld aan de leverancier.
* **Leverancier:**
* Moet beschikken over het geldige btw-nummer van de afnemer.
* Moet de levering correct en tijdig opnemen in de btw-aangifte en de intracommunautaire opgave (listing).
* **Ontbreekt één van deze voorwaarden, dan is er geen vrijstelling van toepassing.**
#### 4.2.4 Administratieve verwerking bij intracommunautaire levering
* **In btw-aangifte:** Opgenomen in rooster 46.
* **In IC-listing:** Met code "L".
* **Recht op aftrek:** Het recht op aftrek van voorbelasting blijft behouden.
#### 4.2.5 Opeisbaarheid bij intracommunautaire levering
Het tijdstip van opeisbaarheid volgt de algemene regels voor nationale leveringen. De btw is opeisbaar bij uitreiking van de factuur, met een uiterste datum van de 15e dag van de maand volgend op de levering.
* **Sinds 01/01/2013:** Facturatie of betaling vóór het belastbaar feit maakt de btw **niet** opeisbaar. Hoewel de handeling vrijgesteld is, blijft het tijdstip van opeisbaarheid belangrijk voor de correcte aangifte en IC-listing.
### 4.3 Verwerking in de btw-aangifte
De uitvoer en intracommunautaire leveringen worden specifiek verwerkt in de btw-aangifte:
* **Uitvoer (Art. 39 WBTW):** Wordt opgenomen in rooster 47.
* **Intracommunautaire leveringen (ICL - Art. 39bis WBTW):** Wordt opgenomen in rooster 46 van de btw-aangifte en met code "L" in de intracommunautaire listing.
### 4.4 Examenkader - Redenering bij uitvoer en ICL
Bij het analyseren van situaties betreffende uitvoer of ICL, dient de volgende stappenplan te worden gevolgd:
1. **Belastbare handeling:** Is er sprake van een levering van goederen onder bezwarende titel?
2. **Vervoer:** Is er vervoer van de goederen?
3. **Plaats van aanvang vervoer:** Waar begint het vervoer? Binnen de EU of naar een land buiten de EU?
4. **Vrijstelling:** Is er een vrijstelling mogelijk (uitvoer of ICL)?
5. **Voorwaarden:** Zijn alle voorwaarden voor de desbetreffende vrijstelling vervuld?
6. **Administratieve verwerking:** In welk rooster van de btw-aangifte moet de transactie worden opgenomen?
---
# Verschuldigde en aftrekbare btw bij verschillende handelingen
Dit studiemateriaal behandelt de principes van verschuldigde en aftrekbare btw, de identificatie van btw-belastingplichtigen, de kenmerken van belastbare handelingen, en de bepaling van de plaats, het tijdstip en de schuldenaar van de btw voor leveringen van goederen en diensten, inclusief intracommunautaire handelingen en invoer.
## 5. Inleiding tot de btw
De btw is een verbruiksbelasting die uiteindelijk door de consument wordt gedragen. Het is een indirecte belasting op belastbare handelingen, waarbij btw-belastingplichtigen optreden als inningkassiers voor de schatkist. De btw is in beginsel neutraal voor de btw-belastingplichtige, aangezien verschuldigde btw op uitgaande handelingen verrekend wordt met de aftrekbare btw op inkomende handelingen. Het verschil wordt aan de schatkist betaald.
### 5.1 Kenmerken van btw
* **Niet-cumulatief:** De belasting wordt enkel geheven op de toegevoegde waarde in elke fase van de distributieketen.
* **Doorzichtig systeem:** Het systeem is transparant met duidelijke onderscheidingen tussen exclusieve (EXC) en inclusieve (INK) bedragen.
* **Inhaaleffect:** Een lager of hoger aangegeven bedrag in voorgaande fasen wordt gecompenseerd door hogere of lagere af te dragen bedragen in volgende fasen.
### 5.2 Berekening van btw
De basisberekening van btw verloopt als volgt:
* Verschuldigde btw = Verkoopprijs exclusief btw $\times$ btw-tarief
* Prijs inclusief btw = Verkoopprijs exclusief btw + verschuldigde btw
* Netto btw aan de overheid = Verschuldigde btw (op uitgaande handelingen) - Aftrekbare btw (op inkomende handelingen)
* Toegevoegde waarde = Verkoopprijs exclusief btw - Aankoopwaarde exclusief btw
* btw op toegevoegde waarde = Toegevoegde waarde $\times$ btw-tarief
### 5.3 De 5-vragenmethode
Dit is een systematische aanpak om de btw-behandeling van een handeling te bepalen:
1. **Wordt de handeling verricht door een btw-belastingplichtige?**
* Ja: Ga door naar vraag 2.
* Nee: Analyse einde.
2. **Betreft het een belastbare handeling onder bezwarende titel?**
* Ja: Ga door naar vraag 3.
3. **Waar vindt de handeling plaats? (Indien in België, ga door naar vraag 4.)**
4. **Is er een vrijstelling mogelijk?**
* Nee: Ga door naar vraag 5.
5. **Wie moet de btw voldoen?**
## 6. De btw-belastingplichtige
### 6.1 Definitie
Een btw-belastingplichtige is eenieder die, in de uitoefening van een economische activiteit, geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in het btw-wetboek zijn omschreven, ongeacht de plaats waar de economische activiteit wordt uitgeoefend.
### 6.2 Kenmerken van een btw-belastingplichtige
* **Eenieder:** Zowel natuurlijke personen, rechtspersonen als groeperingen/verenigingen kunnen btw-belastingplichtige zijn.
* **Economische activiteit (art. 1 §2):** Dit betreft een geregeld uitgeoefende werkzaamheid met de intentie om belastbare handelingen te verrichten. De intentie alleen is al voldoende.
* **Zelfstandig:** Er mag geen band van ondergeschiktheid bestaan ten opzichte van een andere persoon.
* **Levering van goederen of diensten die in het WBTW zijn omschreven:** Dit omvat tastbare zaken, elektriciteit, gas, warmte en koude, zakelijke rechten op onroerende goederen (voor btw-doeleinden), en bepaalde rechten die economisch vergelijkbaar zijn met goederen. Effecten, zoals aandelen en obligaties, vallen hier niet onder; deze zijn vrijgesteld voor financiële handelingen.
### 6.3 Niet-essentiële kenmerken
* **Met of zonder winstoogmerk:** Het winstgevende karakter is niet bepalend.
* **Hoofd- of bijberoep:** De activiteit mag zowel een hoofd- als een bijberoep zijn.
### 6.4 Het statuut van btw-belastingplichtige
Een btw-belastingplichtige is een persoon die voldoet aan de vier voorwaarden van de definitie en een btw-nummer verkrijgt. Het recht op aftrek en de btw-verschuldigdheid ontstaan vanaf de aanvang van de handelszaak of de oprichting van een vennootschap tot de definitieve stopzetting van de activiteiten.
## 7. Levering van goederen
### 7.1 Definitie van goederen (art. 9 WBTW)
* **Lichamelijke goederen:** Tastbare zaken, zowel roerend (bv. machine, auto) als onroerend (bv. huis, gebouw).
* **Zakelijke rechten op onroerende goederen:** Vruchtgebruik, erfpacht, recht van opstal, erfdienstbaarheden.
* **Bijzondere soorten goederen:**
* Onroerende goederen door bestemming (bv. vast geïnstalleerde machine).
* Goederen door vervroeging (bv. nog te plukken fruit).
* Elektriciteit, gas, warmte en koude worden uitdrukkelijk gelijkgesteld met goederen.
* Goud.
* Illegale goederen (principeel ook belastbaar).
* Zowel nieuwe als tweedehands goederen en antiek.
### 7.2 Definitie van levering (art. 10 §1)
Overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. Materiële levering is geen absolute vereiste.
### 7.3 Voorwaarden voor btw op levering
* Onder bezwarende titel (rechtstreekse tegenprestatie).
* Verricht door een btw-belastingplichtige in het kader van zijn economische activiteit.
* Vindt plaats in België.
### 7.4 Verschil tussen levering en andere handelingen
* **Levering goed vs. dienst:** Als de waarde van de goederen meer dan 50% van de totale prijs bedraagt, gaat het om een levering van een goed. Als de waarde van de goederen minder dan 50% van de totale prijs bedraagt, gaat het om een dienst.
* **Werk in onroerende staat:** Dit is altijd een dienst, ongeacht de waarde van de goederen of de plaatsing.
### 7.5 Plaats van de levering van goederen (art. 14, 14bis en 15 WBTW)
* **Goed wordt niet verzonden of vervoerd (algemene regel art. 14 §1):** Plaats van de levering is de plaats van terbeschikkingstelling van het goed.
* **Goed wordt verzonden of vervoerd (art. 14 §2, eerste lid):** Plaats van de levering is de plaats van aanvang van het vervoer of de verzending.
* **Goed komt uit een derde land en wordt ingevoerd (art. 14 §2, tweede lid):** Plaats van de levering is de plaats waar de goederen worden ingevoerd.
* **Levering met installatie of montage (art. 14 §3):** Plaats van de levering is de plaats waar de installatie of montage gebeurt, indien deze door of voor rekening van de leverancier gebeurt.
* **Leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer (art. 14 §4):** Plaats van levering binnen de EU is de plaats van vertrek.
* **Levering van gas, elektriciteit, warmte of koude (art. 14bis):**
* B2B: Plaats van de levering is de zetel van de afnemer (tenzij hoofdzakelijk voor eigen verbruik).
* Particulieren: Plaats van de levering is de plaats van het effectief verbruik.
### 7.6 Tijdstip van de levering, belastbaar feit en opeisbaarheid (art. 16 en 17 WBTW)
* **Belastbaar feit (tijdstip van levering):** Het tijdstip van de terbeschikkingstelling van het goed is de hoofdregel. Afwijkingen gelden bij vervoer, installatie/montage, opeenvolgende afrekeningen, en wanneer de koper of verkoper het goed reeds in bezit heeft.
* **Opeisbaarheid van de btw:** Het moment waarop de btw effectief verschuldigd wordt aan de schatkist.
* **Hoofdregel:** Op het moment van uitreiking van de factuur.
* **Geen factuur opgemaakt:** Op de 15de dag van de maand volgend op het belastbaar feit.
* **Betaling vóór het belastbaar feit:** Op het moment van betaling.
* **Bij particulieren:** Op het moment van betaling (kassabeginsel).
### 7.7 Schuldenaar van de btw bij levering
* **Principe (art. 51 §1, 1°):** De leverancier is de schuldenaar van de btw.
* **Uitzondering (vrijstelling):** Indien een vrijstelling van toepassing is, wordt geen btw aangerekend.
## 8. Diensten
### 8.1 Definitie van een dienst (art. 18 WBTW)
Elke handeling die geen levering van een goed is. Dit omvat onder meer herstellingen, juridisch advies, kappersbeurten, installaties zonder levering van een goed.
### 8.2 Beperkingen en uitbreidingen van het begrip dienst
* **Beperking:** De overdracht van een algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling wordt niet als dienst beschouwd.
* **Uitbreiding:** Prestaties die worden verricht ingevolge een wettelijke verplichting of op vordering van de overheid worden als diensten beschouwd. Bepaalde handelingen worden wettelijk gelijkgesteld met een dienst.
### 8.3 Onderscheid levering van goed / dienst
* **Regel:** Als de waarde van de goederen meer dan 50% van de totale prijs bedraagt, is het een levering van een goed. Anders is het een dienst.
* **Werk in onroerende staat (WOS):** Altijd een dienst, ongeacht de waarde van de goederen of de plaatsingskosten. Dit is het geval wanneer een roerend goed door plaatsing onroerend uit zijn aard wordt, of niet kan worden verplaatst zonder schade aan het gebouw of vernietiging/wijziging van het goed.
* **Levering met installatie/montage:** Als het goed na installatie roerend blijft uit zijn aard of hoogstens onroerend door bestemming wordt, en de installatie bijkomstig is, blijft het een levering van een goed.
### 8.4 Handelend als belastingplichtige
Een persoon handelt als belastingplichtige bij handelingen die verband houden met zijn economische activiteit, maar niet bij privé-handelingen.
### 8.5 Plaats van de dienst (art. 21 WBTW)
* **B2B (afnemer is belastingplichtige):** De plaats van de dienst is de plaats waar de afnemer is gevestigd. Er zijn 6 uitzonderingen op deze regel.
* **B2C (afnemer is geen belastingplichtige):** De plaats van de dienst is de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd. Er zijn 12 uitzonderingen op deze regel.
* **Diensten die rechtstreeks verband houden met een onroerend goed:** De plaats van de dienst is waar het onroerend goed is gelegen.
### 8.6 Schuldenaar van de btw bij diensten
* **Algemene regel (B2B en B2C - art. 51 §1, 1°):** De btw is verschuldigd door de dienstverrichter.
* **Bijzondere regel:** Iedereen die btw vermeldt op een factuur wordt btw-schuldenaar, zelfs zonder prestatie.
* **Afwijkingen (vooral B2B):** Soms is de ontvanger van de dienst (medecontractant) de schuldenaar (verlegging van heffing). Dit is van toepassing bij intracommunautaire diensten en werken in onroerende staat.
### 8.7 Belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid bij diensten
* **Belastbaar feit:** Het moment waarop de dienst wordt verricht.
* **Opeisbaarheid:**
* **B2B:** Op de factuurdatum, of uiterlijk op de 15e van de maand volgend op het belastbaar feit, tenzij een voorschot eerder werd betaald.
* **B2C en overheid:** Bij ontvangst van de betaling (incasseringsprincipe).
## 9. Intracommunautaire diensten en stelsel van verlegging van heffing
Intracommunautaire diensten zijn B2B-diensten tussen btw-plichtigen in verschillende EU-lidstaten. De plaats van de dienst ligt bij de afnemer (art. 21 §2 WBTW), en de btw wordt via verlegging van heffing voldaan door de afnemer (art. 51 §2 WBTW). De dienstverrichter rekent geen btw aan en vermeldt "btw verlegd" op de factuur.
### 9.1 Voorbeelden
* **Franse advocaat levert dienst aan Belgisch bedrijf:** Plaats van de dienst is België. De Belgische afnemer voldoet de btw via verlegging van heffing.
* **Belgische aannemer verricht werken in onroerende staat voor Belgische btw-plichtige:** De aannemer factureert zonder btw met vermelding "verlegging van heffing". De Belgische medecontractant geeft de btw zelf aan en betaalt deze.
## 10. Recht op aftrek van btw
### 10.1 Basisidee
Het recht op aftrek (ROA) is een basisbeginsel van de btw, bedoeld om de neutraliteit te waarborgen. Het geldt enkel voor btw-belastingplichtigen op btw die betrekking heeft op beroepsmatige handelingen.
### 10.2 Ontstaan en uitoefening van het ROA
* **Ontstaan:** Op het moment dat de btw opeisbaar wordt.
* **Voorwaarden voor uitoefening:**
* De btw moet gebruikt worden voor belaste handelingen (bestemmingsprincipe).
* Beschikken over een regelmatige factuur op naam van de btw-belastingplichtige.
* Voldoen aan formele voorwaarden (art. 3 KB nr. 3).
### 10.3 Handelingen die recht geven op aftrek
* Belaste handelingen.
* Vrijgestelde handelingen mét recht op aftrek (bv. intracommunautaire leveringen).
* Buitenlandse handelingen die recht op aftrek zouden geven indien ze in België plaatsvonden.
### 10.4 Uitsluitingen van het recht op aftrek
Absolute uitsluitingen gelden voor btw op privé-uitgaven, tabaksproducten en bepaalde geestrijke dranken, logies, spijzen en dranken voor onthaal, recepties en PR, en reisbureaus.
### 10.5 Beperkingen van het recht op aftrek
Sommige btw is slechts gedeeltelijk aftrekbaar:
* **Autovoertuigen:** Maximaal 50% aftrek, met specifieke uitzonderingen voor vrachtwagens, taxi's, etc.
* **Gemengd gebruik:** Het beroepsmatig gebruik moet aangetoond worden (bv. via rittenadministratie, semi-forfaitaire of forfaitaire methode).
* **Lichte vracht:** Forfaitair beroepsgebruik van 85% of 35%, afhankelijk van de fiscale erkenning.
* **Andere roerende goederen (bv. gsm, laptop):** Forfaitair beroepsgebruik van 75%.
* **Handelsmonsters en geschenken:** 100% aftrekbaar voor monsters; max. 50 euro exclusief btw per klant per jaar voor geschenken.
### 10.6 Verwerking van het ROA in de btw-aangifte
De aftrekbare btw wordt opgenomen in rooster 59 van de btw-aangifte. Het niet-aftrekbare gedeelte van de btw wordt toegevoegd aan de maatstaf van heffing.
## 11. Teruggaaf van btw
De teruggaaf van btw kan worden aangevraagd door btw-belastingplichtigen die aan bepaalde voorwaarden voldoen.
### 11.1 Vaststelling van het btw-overschot
Wanneer het aftrekbare bedrag groter is dan het verschuldigde bedrag, ontstaat een btw-overschot (rooster 72).
### 11.2 Regeling tot en met 31 januari 2025
Het btw-overschot kan worden overgedragen naar het volgende aangiftetijdvak of worden teruggevraagd mits aan wettelijke voorwaarden is voldaan. Er gelden minimumbedragen voor teruggaaf afhankelijk van het aangiftetijdvak.
### 11.3 Wijzigingen vanaf 1 februari 2025 (hervorming btw-ketting)
* Het door de staat verschuldigde bedrag moet minstens 50 euro bedragen.
* De btw-belastingplichtige moet beschikken over een geldig bankrekeningnummer.
* Alle btw-aangiften van de afgelopen zes maanden moeten tijdig zijn ingediend.
* Maandelijkse btw-teruggaaf is mogelijk voor alle maandelijkse aangifteplichtigen.
* De teruggaaf kan enkel worden gevraagd voor het overschot van de betrokken aangifte zelf.
* Termijn van betaling is korter (uiterlijk drie maanden voor kwartaalaangevers, uiterlijk twee maanden voor maandaangevers).
* Niet-teruggevraagde tegoeden worden ingeschreven op de provisierekening btw.
## 12. Uitvoer (Export buiten de EU)
### 12.1 Definitie en btw-behandeling
Uitvoer is een levering van goederen met vervoer naar een derdeland. Het is een belastbare handeling (levering van goederen), maar vrijgesteld van btw (art. 39 WBTW). Dit is een oneigenlijke vrijstelling: geen btw aanrekenen, maar recht op aftrek blijft behouden.
### 12.2 Belangrijkste gevallen van uitvoer (art. 39 WBTW)
* Levering van goederen die door of voor rekening van de verkoper naar een land buiten de EU worden vervoerd.
* Levering van goederen die door of voor rekening van een niet in België gevestigde koper naar een derdeland worden vervoerd.
* Reizigersuitvoer: Levering aan een niet-EU-reiziger die goederen meeneemt in persoonlijke bagage (mits o.a. factuurwaarde > 125 euro incl. btw).
### 12.3 Praktische aandachtspunten
* Bij betaling vóór levering kan de exporteur de opeisbaarheid uitstellen tot 1 jaar om teruggaaf van btw te vermijden.
* Uitvoer wordt opgenomen in rooster 47 van de btw-aangifte.
## 13. Intracommunautaire levering (ICL)
### 13.1 Definitie en btw-behandeling
Een intracommunautaire levering is een levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar een andere. Het is een belastbare handeling, maar vrijgesteld van Belgische btw (art. 39bis WBTW). Dit is opnieuw een oneigenlijke vrijstelling: geen btw aanrekenen, wel recht op aftrek.
### 13.2 Voorwaarden voor vrijstelling bij ICL (cruciaal!)
Alle volgende voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn:
* Levering van goederen met vervoer van België naar een andere EU-lidstaat.
* Geen levering met installatie of montage, en geen verkoop op afstand.
* Leverancier is geen kleine onderneming.
* Afnemer is een btw-belastingplichtige met een geldig btw-nummer in een andere lidstaat.
* Leverancier beschikt over dat geldige btw-nummer en neemt de levering correct op in de btw-aangifte en IC-opgave.
### 13.3 Administratieve verwerking bij ICL
* In btw-aangifte: rooster 46.
* In IC-listing: code "L".
* Recht op aftrek van voorbelasting blijft behouden.
## 14. Intracommunautaire verwerving (ICV)
### 14.1 Definitie en plaats van de ICV
Een ICV is de verwerving van goederen met vervoer van een andere EU-lidstaat naar België. De plaats van de ICV is het grondgebied van de lidstaat die het btw-nummer heeft toegekend waaronder de afnemer de verwerving verricht.
### 14.2 Voorwaarden voor belastbaarheid van de ICV (art. 25ter WBTW)
De ICV wordt verricht door een btw-belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon. Er zijn uitzonderingen, zoals de "groep van vier" en de drempel van 11.200 euro.
### 14.3 Tijdstip, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid bij ICV
* **Belastbaar feit:** Zie regels voor levering van goederen.
* **Tijdstip van opeisbaarheid:** De 15de van de maand volgend op die waarin het belastbare feit plaatsvond. Indien een factuur wordt uitgereikt tussen het belastbaar feit en die datum, is de factuurdatum bepalend.
### 14.4 Schuldenaar van de btw bij ICV
Degene die de intracommunautaire verwerving verricht (de afnemer).
## 15. Invoer van goederen (van buiten de EU)
### 15.1 Principe
Invoer is het binnenbrengen van goederen uit derde landen in de EU. Invoer is btw-belastbaar in België wanneer de invoer in België plaatsvindt. Invoer hoeft niet onder bezwarende titel te gebeuren.
### 15.2 Onderscheid btw-invoer en douane-invoer
* **Niet-Uniegoederen:** Douaneformaliteiten nog niet vervuld.
* **Uniegoederen:** Douaneformaliteiten vervuld, in het vrije verkeer gebracht.
### 15.3 Vrijstellingen bij invoer (art. 40 WBTW)
Vrijstelling is mogelijk bij o.a. goederen waarvan de binnenlandse levering vrijgesteld is, definitieve invoer onder specifieke omstandigheden, invoer gevolgd door een vrijgestelde intracommunautaire levering, wederinvoer, en goederen onder een opschortende douaneregeling.
### 15.4 Tijdstip, belastbaar feit en opeisbaarheid bij invoer
* **Belastbaar feit:** Het tijdstip waarop het goed in België wordt binnengebracht of onttrokken aan een douaneregeling.
* **Opeisbaarheid:** Meestal wanneer de goederen in het vrije verkeer worden gebracht bij aangifte ten verbruik. De opeisbaarheid van douanerechten en btw valt samen.
### 15.5 Schuldenaar van de btw bij invoer
De geadresseerde bij invoer, die de btw betaalt via een aangifte ten invoer of via de periodieke btw-aangifte indien een vergunning verlegging van heffing is verkregen.
## 16. Maatstaf van heffing (MVH)
De maatstaf van heffing is het bedrag waarover de btw wordt berekend.
### 16.1 Wat wordt in de MVH opgenomen?
Alles wat de leverancier als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen, inclusief subsidies die rechtstreeks met de prijs verband houden. Bij ICV en invoer worden ook accijnzen en andere belastingen opgenomen.
### 16.2 Bedragen die niet bij de MVH worden gevoegd
Intresten voor niet-tijdige betaling, schadevergoedingen, en drinkgeld.
### 16.3 Bedragen die soms wel en soms niet bij de MVH worden gevoegd
Vervoerskosten (af magazijn vs. franco bestemming), verzekeringskosten, commissiekosten, verpakkingskosten (herbruikbaar met waarborg vs. verkocht).
### 16.4 Bedragen die van de overeengekomen prijs worden afgetrokken
Financiële kortingen (indien contante betaling), prijsverminderingen (commerciële korting), kortingbonnen.
## 17. BTW-tarieven
* **Normale tarief:** 21%.
* **Verlaagde tarieven:** 6% en 12%.
* **0% tarief:** Van toepassing bij o.a. uitvoer en intracommunautaire leveringen.
* **Restaurant- en cateringdiensten:** 12% btw voor maaltijden, 21% voor dranken. Afhaaldiensten hebben specifieke tarieven voor spijzen en dranken.
## 18. Verwerking in de btw-aangifte
De btw-aangifte is gestructureerd in verschillende kaders en roosters die de omzet, de verschuldigde en de aftrekbare btw registreren. Het correct invullen van deze vakken is essentieel voor de btw-administratie.
---
## 5. Verschuldigde en aftrekbare btw bij verschillende handelingen
Deze sectie behandelt de principes rondom de verschuldigde en aftrekbare btw, met een focus op de btw-belastingplichtige, de belastbare handelingen, de plaatsbepaling en het tijdstip van opeisbaarheid, evenals het recht op aftrek en specifieke regelingen voor intracommunautaire handelingen, invoer en uitvoer.
### 5.1 De btw-belastingplichtige
Een btw-belastingplichtige is eenieder die, in de uitoefening van een economische activiteit, geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, leveringen van goederen of diensten verricht die in het Wetboek van de BTW (WBTW) zijn omschreven.
#### 5.1.1 Kenmerken van een btw-belastingplichtige
1. **Eenieder:** Dit omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, groeperingen en verenigingen.
2. **Economische activiteit:** Dit betreft een geregeld uitgeoefende werkzaamheid met de intentie om belastbare handelingen te verrichten. De opeenvolging van handelingen is hierbij een belangrijk element.
3. **Zelfstandig:** Dit impliceert de afwezigheid van een band van ondergeschiktheid ten opzichte van een andere persoon.
4. **Levering van goederen of diensten:** Dit zijn tastbare zaken (lichamelijke goederen), elektriciteit, gas, warmte en koude, zakelijke rechten op onroerende goederen, en bepaalde niet-lichamelijke goederen die door de wet gelijkgesteld worden met goederen. Effecten, zoals aandelen, vallen hier doorgaans buiten en zijn vrijgesteld.
#### 5.1.2 Gelijkstellingen en niet-goederen
* **Gelijkgesteld met goederen:** Elektriciteit, gas, warmte en koude; zakelijke rechten op onroerende goederen (vruchtgebruik, erfpacht, opstal); bepaalde rechten die economisch vergelijkbaar zijn met goederen.
* **Niet als goederen beschouwd:** Effecten (aandelen, obligaties) vallen onder de vrijstelling voor financiële handelingen.
* **Onroerende goederen door bestemming:** Roerende goederen die door hun vaste bestemming als onroerend worden beschouwd (bv. een vast verankerde machine).
* **Onroerende goederen door gebruik:** Goud, illegale goederen, nieuwe en gebruikte goederen.
#### 5.1.3 Levering van goederen
Een levering van goederen is de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. Materiële levering is geen absolute vereiste. Er moet sprake zijn van een handeling onder bezwarende titel, wat een rechtstreekse tegenprestatie impliceert.
#### 5.1.4 Diensten
Een dienst is elke handeling die geen levering van een goed is. Als de waarde van de goederen minder dan 50% van de totale prijs bedraagt, wordt de handeling beschouwd als een dienst. Werk in onroerende staat wordt altijd als een dienst beschouwd.
#### 5.1.5 Verschillende statuten van btw-belastingplichtigen
* **Gewone btw-belastingplichtigen:** Rekenen btw aan op belastbare handelingen, dienen periodieke aangiften in, en hebben recht op aftrek.
* **Kleine ondernemingen:** Jaaromzet ≤ 25.000 euro in België (EU ≤ 100.000 euro). Vrijgesteld van btw op uitgaande handelingen, geen recht op aftrek, geen periodieke aangiften. Factuurvermelding: "Kleine onderneming onderworpen aan de vrijstellingsregeling van belasting. Btw niet toepasselijk."
* **Forfaitaire landbouwondernemingen:** Vereenvoudiging voor landbouwers. Geen btw-aangifte, geen recht op aftrek, maar forfaitaire compensatie via klanten (2% of 6%).
* **Vrijgestelde btw-belastingplichtigen (art. 44 WBTW):** Verrichten vrijgestelde handelingen. Geen aangifteverplichting, geen recht op aftrek.
* **Niet-belastingplichtige rechtspersonen (overheden, openbare instellingen):** Meestal geen btw-belastingplichtige, tenzij zij handelingen stellen die concurrentie met private ondernemingen kunnen verstoren.
* **Gemengde btw-belastingplichtigen:** Verrichten zowel belastbare als vrijgestelde handelingen. Recht op aftrek is beperkt en wordt bepaald via een pro rata berekening (algemeen verhoudingsgetal of werkelijk gebruik).
### 5.2 Plaatsbepaling van de handeling
De plaatsbepaling is cruciaal voor de heffing van btw.
#### 5.2.1 Plaats van de levering van goederen
* **Goed wordt niet verzonden of vervoerd:** Plaats van terbeschikkingstelling.
* **Goed wordt verzonden of vervoerd (door of voor rekening van leverancier/afnemer):** Plaats van aanvang van het vervoer.
* **Goed komt uit een derde land en wordt ingevoerd:** Plaats van invoer.
* **Levering met installatie of montage (door of voor rekening van leverancier):** Plaats waar de installatie of montage gebeurt.
* **Leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer binnen de EU:** Plaats van vertrek.
* **Levering van gas, elektriciteit, warmte of koude:**
* B2B: zetel van de afnemer (tenzij hoofdzakelijk voor eigen verbruik).
* Particulieren: plaats van effectief verbruik.
#### 5.2.2 Plaats van de dienst
* **Algemene regel B2B (afnemer is belastingplichtige):** Plaats waar de afnemer is gevestigd.
* **Algemene regel B2C (afnemer is particulier):** Plaats waar de dienstverrichter is gevestigd.
* Er bestaan talrijke uitzonderingen op deze hoofdregels, met name voor diensten die rechtstreeks verband houden met onroerende goederen (plaats = ligging onroerend goed) en diensten verricht op of ten behoeve van specifieke goederen.
### 5.3 Tijdstip van belastbaar feit en opeisbaarheid van de btw
#### 5.3.1 Bij levering van goederen
* **Belastbaar feit (hoofdregel):** Tijdstip van terbeschikkingstelling van het goed.
* **Afwijkingen:** Tijdstip van aankomst (vervoer), beëindiging installatie/montage, verstrijken van periodes (opeenvolgende afrekeningen/betalingen > 1 maand).
* **Opeisbaarheid:** Het moment waarop de schatkist haar recht op btw kan laten gelden.
* Hoofdregel: op het moment van het belastbaar feit.
* Uitzonderingen: op het moment van uitreiking van de factuur, op de 15e dag van de maand volgend op het belastbaar feit (indien geen factuur), of op het moment van betaling (indien vóór belastbaar feit). Bij particulieren is de btw opeisbaar op het moment van betaling.
#### 5.3.2 Bij diensten
* **Belastbaar feit:** Moment waarop de dienst wordt verricht.
* B2B: op de factuurdatum, of uiterlijk op de 15e van de maand volgend op het belastbaar feit, tenzij een voorschot eerder werd betaald.
* B2C en overheid: bij ontvangst van de betaling (incasseringsprincipe).
### 5.4 Het recht op aftrek (ROA)
Het recht op aftrek is een fundamenteel principe van de btw om de neutraliteit te waarborgen.
#### 5.4.1 Ontstaan en uitoefening van het ROA
* Btw gebruikt voor belaste handelingen (bestemmingsprincipe).
* Beschikken over een regelmatige factuur op eigen naam.
* Voldoen aan formele voorwaarden (bv. factuur correct opgesteld).
* **Aftrekbare btw:** Betreft btw op leveringen, diensten, intracommunautaire verwervingen en invoer die verband houden met de economische activiteit.
* **Niet-aftrekbare btw (absolute uitsluitingen):** Privé-uitgaven, tabaksproducten en geestrijke dranken (>22%), bepaalde onthaalkosten (logies, spijzen, dranken) tenzij specifieke uitzonderingen gelden.
#### 5.4.2 Beperkingen van het ROA
* **Autovoertuigen:** Maximaal 50% aftrek, met uitzonderingen voor specifieke voertuigtypes en doeleinden. Bij gemengd gebruik kan een rittenadministratie, semi-forfaitaire of forfaitaire methode worden gehanteerd.
* **Andere roerende goederen (gsm, laptop):** Forfaitair beroepsgebruik van 75% aanvaard.
* **Handelsmonsters en geschenken:** Handelsmonsters 100% aftrekbaar; handelsgeschenken beperkt tot 50 euro exclusief btw per klant per jaar.
* **Collectieve sociale voordelen personeel:** Onder bepaalde voorwaarden 100% aftrekbaar.
* **Personeelsmaaltijden:** Verschillen in btw-behandeling afhankelijk van de regeling (eigen restaurant, externe overeenkomst, maaltijdcheques).
#### 5.4.3 Verwerking en teruggaaf van btw
* De aftrekbare btw wordt in mindering gebracht op de verschuldigde btw in de btw-aangifte.
* Btw-overschotten kunnen worden overgedragen of teruggevraagd, mits aan specifieke drempelbedragen en voorwaarden is voldaan. Sinds 1 februari 2025 zijn er wijzigingen in de procedure en termijnen voor teruggaaf.
### 5.5 Intracommunautaire leveringen en uitvoer
#### 5.5.1 Uitvoer (export buiten de EU)
* **Definitie:** Levering van goederen met vervoer naar een derde land.
* **Belastbaarheid:** Belastbare handeling, maar vrijgesteld van btw (art. 39 WBTW). Dit is een oneigenlijke vrijstelling, waarbij het recht op aftrek behouden blijft.
* **Voorwaarden:** Vervoer naar buiten de EU, correcte facturatie en douanedocumenten. Voor reizigersuitvoer gelden specifieke factuurwaarden en termijnen.
* **Verwerking:** Opname in rooster 47 van de btw-aangifte.
#### 5.5.2 Intracommunautaire levering (ICL)
* **Definitie:** Levering van goederen met vervoer van de ene EU-lidstaat naar een andere.
* **Belastbaarheid:** Belastbare handeling, maar vrijgesteld van Belgische btw (art. 39bis WBTW). Ook dit is een oneigenlijke vrijstelling met behoud van recht op aftrek.
* **Voorwaarden:**
* Levering van goederen met vervoer tussen twee EU-lidstaten.
* Leverancier is btw-belastingplichtige (geen kleine onderneming).
* Afnemer is btw-belastingplichtige met geldig btw-nummer in een andere lidstaat.
* Alle voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn, anders geen vrijstelling.
* **Verwerking:** Opname in rooster 46 van de btw-aangifte en de intracommunautaire opgave.
### 5.6 Intracommunautaire verwerving en invoer
#### 5.6.1 Intracommunautaire verwerving (ICV)
* **Definitie:** Het onder bezwarende titel verwerven van goederen uit een andere EU-lidstaat.
* **Plaats van de ICV:** Het grondgebied van de lidstaat die het btw-nummer heeft toegekend waaronder de afnemer de verwerving verricht.
* **Belastbaarheid:** De ICV is belastbaar in de lidstaat van de afnemer, waarbij de btw wordt verlegd naar de afnemer (art. 25ter WBTW).
* **Uitzonderingen:** De "groep van vier" regeling kan de verplichting tot het verrichten van een ICV opheffen onder specifieke voorwaarden.
#### 5.6.2 Invoer (goederen van buiten de EU)
* **Principe:** Invoer van goederen uit derde landen in de EU is btw-belastbaar in België indien de invoer in België plaatsvindt.
* **Belastbaarheid:** Invoer is niet noodzakelijk onder bezwarende titel en vereist geen eigendomsoverdracht.
* **Vrijstellingen bij invoer:** Mogelijk onder specifieke voorwaarden, zoals voor goederen waarvan de binnenlandse levering vrijgesteld is, of invoer die gevolgd wordt door een vrijgestelde intracommunautaire levering.
* **Schuldenaar van de btw:** In principe de geadresseerde bij invoer. Betaling gebeurt via een aangifte ten invoer of, mits vergunning, via de periodieke btw-aangifte.
### 5.7 Werken in onroerende staat en verlegging van heffing
* **Werken in onroerende staat (WOS):** Worden altijd als een dienst beschouwd, ongeacht de waarde van de goederen of de kostprijs van de plaatsing.
* **Verlegging van heffing (art. 51 WBTW):** In specifieke B2B-situaties, met name bij werken in onroerende staat in België en intracommunautaire diensten, wordt de btw-heffing verlegd naar de afnemer (medecontractant). De aannemer factureert zonder btw met de vermelding "btw verlegd". Dit geldt niet voor klanten die geen periodieke btw-aangifte indienen of voor het zuiver privé-gedeelte van natuurlijke personen.
### 5.8 Maatstaf van heffing en btw-tarieven
* **Maatstaf van heffing (MVH):** Omvat alles wat de leverancier als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen, inclusief subsidies die rechtstreeks met de prijs verband houden. Bedragen die geen rechtstreeks verband houden met de prijs (bv. intresten voor laattijdige betaling, schadevergoedingen) worden niet bij de MVH gevoegd.
* **Btw-tarieven:** Het normale tarief bedraagt 21%. Verlaagde tarieven van 6% en 12% gelden voor specifieke goederen en diensten, zoals restaurant- en cateringdiensten, en leveringen van afhaalmaaltijden.
---
Dit onderwerp behandelt de regels rondom verschuldigde en aftrekbare btw bij diverse economische handelingen, met een focus op de identificatie van belastingplichtigen, de aard van handelingen, de plaatsbepaling, het tijdstip van belastbaarheid, de schuldenaar van de btw en het recht op aftrek.
### 5.1 Identificatie van de btw-belastingplichtige
Een btw-belastingplichtige (BP) is eenieder die geregeld en zelfstandig een economische activiteit uitoefent, met of zonder winstoogmerk, en daarbij leveringen van goederen of diensten verricht die in het Wetboek van de BTW (WBTW) zijn omschreven.
* **Eenieder:** Natuurlijke personen, rechtspersonen, groeperingen of verenigingen.
* **Economische activiteit:** Een geregeld uitgeoefende werkzaamheid met de intentie om belastbare handelingen te verrichten.
* **Zelfstandig:** Geen band van ondergeschiktheid ten opzichte van een andere persoon.
* **Levering van goederen of diensten:**
* **Goederen:** Tastbare zaken (lichamelijke goederen), elektriciteit, gas, warmte en koude, zakelijke rechten op onroerende goederen, en bepaalde niet-lichamelijke goederen die door de wet met goederen worden gelijkgesteld. Effecten (aandelen, obligaties) vallen hier niet onder.
* **Diensten:** Elke handeling die geen levering van een goed is. De waarde van de goederen bepaalt of het om een levering of dienst gaat (goederen < 50% van de prijs = dienst; goederen > 50% van de prijs = levering). Werken in onroerende staat zijn altijd diensten.
#### 5.1.2 Stappenmethode voor analyse van handelingen
1. Wordt de handeling verricht door een btw-BP? (Ja → ga verder, Nee → einde analyse)
2. Betreft het een belastbare handeling onder bezwarende titel? (Ja → ga verder)
3. Waar vindt de handeling plaats? (Antwoord: België?)
4. Is er een vrijstelling mogelijk?
5. Wie moet de btw voldoen?
#### 5.1.3 Verschillende types btw-belastingplichtigen
* **Gewone btw-belastingplichtige:** Rekent btw aan op belastbare handelingen, dient periodieke btw-aangiften in (maandelijks of per kwartaal), en heeft recht op aftrek van btw op aankopen.
* **Kleine ondernemingen:** Jaaromzet ≤ 25.000 euro (België) en ≤ 100.000 euro (EU). Vrijgesteld van btw op leveringen en diensten, geen btw-aangifte, geen recht op aftrek. Factuurvermelding: “Kleine onderneming onderworpen aan de vrijstellingsregeling van belasting. Btw niet toepasselijk.” Uitsluiting o.a. voor werken in onroerende staat.
* **Vrijgestelde btw-belastingplichtigen (art. 44 WBTW):** Verrichten vrijgestelde handelingen, geen aangifteverplichting, geen recht op aftrek.
* **Gemengde btw-belastingplichtige:** Verricht zowel belastbare als vrijgestelde handelingen. Recht op aftrek is beperkt (pro rata volgens algemeen verhoudingsgetal of werkelijk gebruik).
* **Niet-belastingplichtige rechtspersonen (o.a. overheden):** Meestal geen btw-BP tenzij zij handelingen verrichten die de concurrentie met private ondernemingen kunnen verstoren.
### 5.2 Levering van goederen
Een levering van goederen omvat de overdracht van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. Dit kan ook zonder materiële levering plaatsvinden, mits onder bezwarende titel.
* **Goed wordt niet verzonden of vervoerd:** Plaats van terbeschikkingstelling van het goed (algemene regel, art. 14 §1 WBTW).
* **Goed wordt verzonden of vervoerd:** Plaats van aanvang van het vervoer of de verzending (art. 14 §2, eerste lid WBTW).
* **Goed komt uit een derde land en wordt ingevoerd:** Plaats van invoer (art. 14 §2, tweede lid WBTW).
* **Levering met installatie of montage:** Plaats waar de installatie of montage gebeurt (art. 14 §3 WBTW).
* **Leveringen aan boord tijdens passagiersvervoer binnen de EU:** Plaats van vertrek (art. 14 §4 WBTW).
* B2B: Zetel van de afnemer (niet hoofdzakelijk voor eigen verbruik).
* Particulieren: Plaats van effectief verbruik (art. 14bis WBTW).
#### 5.2.2 Tijdstip van de levering, belastbaar feit en opeisbaarheid
* **Belastbaar feit (tijdstip levering):**
* Hoofdregel: Tijdstip van terbeschikkingstelling van het goed (art. 16 §1, eerste lid WBTW).
* Afwijkingen: Aankomst van vervoer, beëindiging installatie/montage, verstrijken van elke periode bij opeenvolgende afrekeningen.
* **Opeisbaarheid van de BTW:** Het moment waarop de schatkist haar recht op btw kan laten gelden.
* Hoofdregel: Op het moment van uitreiking van de factuur (art. 17 §1 WBTW).
* Geen factuur: 15de dag van de maand volgend op het belastbaar feit.
* Betaling vóór belastbaar feit: Op het moment van betaling.
* Particulieren: Op het moment van betaling (kassabeginsel).
#### 5.2.3 Schuldenaar van de btw
* **Principe:** De leverancier (art. 51 §1, 1° WBTW).
* **Uitzondering:** Bij btw-vrijstelling wordt geen btw aangerekend.
### 5.3 Diensten
Een dienst is elke handeling die geen levering van een goed is, met uitzondering van de overdracht van een algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling.
#### 5.3.1 Plaats van de dienst
* **B2B (afnemer is belastingplichtige):** Plaats waar de afnemer is gevestigd (art. 21 §2 WBTW), met 6 uitzonderingen (art. 21 §3 WBTW).
* **B2C (afnemer is particulier):** Plaats waar de dienstverrichter is gevestigd, met 12 uitzonderingen (art. 21bis WBTW).
* **Diensten verricht ingevolge een wettelijke verplichting:** Gelijkgesteld met diensten (art. 18 §2 WBTW).
* **Diensten m.b.t. onroerende goederen:** Plaats waar het onroerend goed is gelegen (art. 21bis §2, 1° WBTW).
#### 5.3.2 Tijdstip van de dienst, belastbaar feit en opeisbaarheid
#### 5.3.3 Schuldenaar van de btw bij diensten
* **Algemene regel (B2B en B2C):** De dienstverrichter (art. 51 §1, 1° WBTW).
* **Afwijkingen (vooral B2B):** De ontvanger van de dienst (medecontractant) moet de btw voldoen (verlegging van heffing). Dit geldt o.a. voor intracommunautaire diensten en werken in onroerende staat.
### 5.4 Recht op aftrek
Het recht op aftrek (ROA) stelt btw-BP in staat om de btw die zij zelf hebben betaald op hun beroepsmatige aankopen, te verrekenen met de btw die zij hebben aangerekend op hun verkopen.
#### 5.4.1 Ontstaan en voorwaarden voor uitoefening
* Gebruik voor belaste handelingen (bestemmingsprincipe).
* Beschikken over een regelmatige factuur op naam van de btw-BP.
#### 5.4.2 Handelingen die recht geven op aftrek
* Vrijgestelde handelingen mét recht op aftrek (bv. intracommunautaire leveringen, uitvoer).
#### 5.4.3 Uitsluitingen en beperkingen van het recht op aftrek
* **Absolute uitsluitingen (0% aftrek):** Privé-uitgaven, tabaksproducten en geestrijke dranken (behoudens doorverkoop/verwerking), logies, spijzen en dranken voor onthaal, reisbureaus (bijzondere regeling).
* **Beperkingen (gedeeltelijke aftrek):**
* Autovoertuigen: Maximaal 50% aftrek (met wettelijke uitzonderingen).
* Gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen: Beroepsgebruik moet worden aangetoond (bv. via rittenadministratie, semi-forfaitaire of forfaitaire methode).
* Andere roerende goederen (gsm, laptop): Forfaitair beroepsgebruik van 75%.
* Handelsmonsters: 100% aftrekbaar.
* Handelsgeschenken: Maximaal €50 excl. btw per klant per jaar.
#### 5.4.4 Verwerking en teruggaaf van btw
* De aftrekbare btw wordt opgenomen in rooster 59 van de btw-aangifte.
* Het niet-aftrekbare gedeelte wordt toegevoegd aan de maatstaf van heffing.
* Btw-overschotten kunnen worden overgedragen of teruggevraagd, mits aan specifieke minimumbedragen en voorwaarden is voldaan.
* Vanaf 1 februari 2025 wijzigen de regels voor btw-teruggave, met snellere teruggaaf en inschrijving op een provisierekening btw.
### 5.5 Uitvoer en intracommunautaire leveringen (ICL)
* **BTW-behandeling:** Belastbare handeling, maar vrijgesteld van btw (art. 39 WBTW) - een oneigenlijke vrijstelling, waarbij het recht op aftrek behouden blijft.
* **Voorwaarden:** Goederen worden door of voor rekening van de verkoper naar een land buiten de EU vervoerd. Bij reizigersuitvoer gelden specifieke factuurwaarden en douaneformaliteiten.
* **BTW-behandeling:** Belastbare handeling, maar vrijgesteld van Belgische btw (art. 39bis WBTW) - een oneigenlijke vrijstelling, met behoud van recht op aftrek.
* **Voorwaarden (cumulatief):** Levering van goederen + vervoer van BE naar andere EU-lidstaat, geen levering met installatie/montage of verkoop op afstand, leverancier geen kleine onderneming, afnemer btw-BP met geldig btw-nummer, leverancier beschikt over dit nummer en neemt de levering correct op in btw-aangifte en IC-opgave.
* **Definitie:** Verwerving van goederen uit een andere EU-lidstaat.
* **Voorwaarden voor belastbaarheid:** Verricht door een btw-BP of niet-belastingplichtige rechtspersoon. Uitzondering is de "groep van vier" die onder bepaalde cumulatieve voorwaarden niet gehouden is tot het verrichten van een ICV.
* **Schuldenaar van de btw:** Degene die de intracommunautaire verwerving verricht.
* **Principe:** Invoer is btw-belastbaar in België wanneer de invoer in België plaatsvindt. Invoer kan door wie dan ook gebeuren en hoeft niet onder bezwarende titel te zijn.
* **Vrijstellingen bij invoer:** Mogelijk bij goederen waarvan de binnenlandse levering vrijgesteld is, definitieve invoer onder specifieke omstandigheden, invoer gevolgd door een vrijgestelde ICL, wederinvoer, en goederen onder een opschortende douaneregeling.
* **Schuldenaar van de btw bij invoer:** In principe de geadresseerde bij invoer, of de indiener van de invoeraangifte.
### 5.7 Verlegging van heffing
Bij verlegging van heffing is de medecontractant van de dienstverrichter de btw-schuldenaar. Dit geldt o.a. voor:
* Intracommunautaire diensten (B2B).
* Werken in onroerende staat verricht in België, wanneer de klant een Belgische btw-plichtige is met periodieke aangifte.
* Invoer met verlegging van heffing.
De dienstverrichter factureert zonder btw met de vermelding "btw verlegd".
### 5.8 Maatstaf van heffing (MVH)
De MVH is alles wat de leverancier als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen, inclusief subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs.
* **Niet bij de MVH gevoegd:** Intresten voor niet-tijdige betaling, voorschotten (maar btw is wel op het voorschot verschuldigd), schadevergoedingen.
* **Wel/niet bij de MVH gevoegd:** Vervoers- en verzekeringskosten (afhankelijk van franco bestemming/doorrekening), verpakkingskosten (enkel bij verkochte verpakking), drinkgeld (niet), financiële kortingen (wel, wel pas na korting btw berekenen), commerciële kortingen (niet).
### 5.9 BTW-tarieven
* **Normaal tarief:** 21%.
* **Restaurant- en cateringdiensten:** 12% btw voor maaltijden, 21% voor dranken (globale prijs). 6% voor afhaalmaaltijden en niet-alcoholische dranken.
* Diensten die bijkomstig deel uitmaken van een complexe overeenkomst volgen het tarief van de hoofdhandeling.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Belastingplichtige | Eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit, geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in het Wetboek zijn omschreven, ongeacht op welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend. |
| Belastbare handeling | Een handeling die onderworpen is aan de btw, zoals leveringen van goederen en diensten, intracommunautaire verwerving van goederen en invoer van goederen, die plaatsvindt onder bezwarende titel en door een belastingplichtige in het kader van zijn economische activiteit. |
| BTW-BP | Afkorting voor Belastingplichtige, eenieder die voldoet aan de voorwaarden om btw te heffen en af te dragen. Zij fungeren als kassier van de schatkist door de btw op uitgaande handelingen te innen en de aftrekbare btw op inkomende handelingen af te trekken. |
| Dienst | Elke handeling die geen levering van een goed is in de zin van het Wetboek BTW. Dit omvat onder andere herstellingen, juridisch advies, kappersbeurten en technische prestaties. |
| Economische activiteit | Een geregeld uitgeoefende werkzaamheid met de intentie om belastbare handelingen te verrichten, ongeacht of dit met of zonder winstoogmerk gebeurt. Dit kan zowel een hoofd- als een bijberoep zijn. |
| Gemengde btw-belastingplichtige | Een btw-belastingplichtige die zowel belastbare als vrijgestelde handelingen verricht. Het recht op aftrek is hierbij niet volledig, maar pro rata volgens het algemeen verhoudingsgetal of het werkelijk gebruik. |
| Goederen | Tastbare zaken die fysiek kunnen worden vastgenomen, zoals lichamelijke goederen (machines, auto's), maar ook elektriciteit, gas, warmte en koude, en zakelijke rechten op onroerende goederen worden uitdrukkelijk gelijkgesteld met goederen voor btw-doeleinden. |
| Intracommunautaire verwerving (ICV) | De verwerving van goederen door een btw-belastingplichtige in een lidstaat van de EU, afkomstig uit een andere lidstaat van de EU. De btw hiervoor is verschuldigd in de lidstaat van de afnemer. |
| Levering van goederen | De overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. Materiële levering is geen absolute vereiste, maar er moet een rechtstreekse tegenprestatie zijn. |
| Opeisbaarheid van de BTW | Het tijdstip waarop de schatkist haar recht op btw kan laten gelden. Dit is niet noodzakelijk hetzelfde als het tijdstip van de levering of dienstverrichting en bepaalt in welke aangifte de btw moet worden opgenomen. |
| Plaats van de dienst | De locatie waar een dienst wordt geacht te zijn verricht, wat bepalend is voor de btw-jurisdictie. Bij B2B-diensten is dit de plaats waar de afnemer is gevestigd, bij B2C-diensten de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd, met diverse uitzonderingen. |
| Plaats van de levering | De locatie waar een levering van goederen geacht wordt te hebben plaatsgevonden. Dit is de plaats van terbeschikkingstelling van het goed, de plaats van aanvang van het vervoer, of de plaats van invoer, afhankelijk van de omstandigheden. |
| Belastingplichtige (BP) | Eenieder die, in de uitoefening van een economische activiteit, geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, leveringen van goederen of diensten verricht die in het Wetboek van de BTW zijn omschreven, ongeacht de plaats waar de economische activiteit wordt uitgeoefend. |
| Belastbaar feit | Het feit waardoor de btw-schuld ontstaat, wat verwijst naar het tijdstip waarop de belastbare handeling wordt verricht. Dit is cruciaal voor het bepalen van de btw-aangifte en het recht op aftrek. |
| Intracommunautaire dienst | Een B2B-dienst verricht tussen btw-plichtigen in verschillende EU-lidstaten. De plaats van de dienst ligt bij de afnemer en de btw wordt via verlegging van heffing voldaan door de afnemer. |
| Niet-belastingplichtige rechtspersoon | Een vennootschap of vereniging met een eigen, afgescheiden vermogen die meestal geen economische activiteiten verricht, maar handelt in het algemeen belang, zoals overheden en openbare instellingen. |
| Onder bezwarende titel | Een handeling waarbij er iets moet worden teruggekregen voor de levering of dienst, hetzij in geld, hetzij in natura. Er moet een rechtstreekse tegenprestatie bestaan. |
| Intracommunautaire diensten | B2B-diensten tussen btw-plichtigen in verschillende EU-lidstaten, waarbij de plaats van de dienst bij de afnemer ligt en de btw via verlegging van heffing wordt voldaan door de afnemer. |
| Neutraliteitsprincipe (BTW) | Het beginsel dat btw geen kost mag zijn voor de btw-belastingplichtige. Dit wordt bereikt door het recht op aftrek van btw op beroepsmatige handelingen. |
| Recht op aftrek (ROA) | Het recht van een btw-belastingplichtige om de btw die hij heeft betaald op goederen en diensten die hij voor zijn belastbare handelingen heeft gebruikt, af te trekken van de btw die hij zelf verschuldigd is. |
| Term | Definitie |
| Werk in onroerende staat (WOS) | Een handeling waarbij een goed door plaatsing onroerend wordt uit zijn aard, of niet kan worden verplaatst zonder schade aan het gebouw of vernietiging/wijziging van het goed. Dit wordt altijd beschouwd als een dienst. |
| Plaats van de dienst (B2B) | Bij diensten tussen belastingplichtigen (B2B) is de plaats van de dienst de plaats waar de afnemer is gevestigd, tenzij er specifieke uitzonderingen van toepassing zijn. |
| Plaats van de dienst (B2C) | Bij diensten aan particulieren (B2C) is de plaats van de dienst de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd, tenzij er specifieke uitzonderingen van toepassing zijn. |
| Verlegging van heffing | Een mechanisme waarbij de btw-schuld verschuift van de leverancier of dienstverrichter naar de afnemer of medecontractant. Dit gebeurt met name bij intracommunautaire diensten en werken in onroerende staat in B2B-situaties. |
| Vrijstelling | Een handeling die niet onderworpen is aan btw. Dit kan een eigenlijke vrijstelling zijn (geen btw, geen recht op aftrek) of een oneigenlijke vrijstelling (geen btw, wel recht op aftrek, zoals bij intracommunautaire leveringen). |
| Intracommunautaire levering (ICL) | De levering van goederen door een belastingplichtige in de ene EU-lidstaat aan een belastingplichtige in een andere EU-lidstaat. Deze leveringen zijn vrijgesteld van btw in de lidstaat van vertrek, maar de afnemer is btw verschuldigd in zijn eigen lidstaat. |
| Verschuldigde BTW | De BTW die een belastingplichtige moet aanrekenen op zijn belastbare leveringen van goederen en diensten en die hij vervolgens aan de schatkist moet afdragen. Dit bedrag wordt berekend op basis van de verkoopprijs exclusief BTW vermenigvuldigd met het geldende BTW-tarief. |
| Aftrekbare BTW | De BTW die een belastingplichtige heeft betaald op de goederen en diensten die hij heeft aangekocht voor zijn economische activiteit. Deze BTW kan worden afgetrokken van de verschuldigde BTW, waardoor de BTW-belastingplichtige neutraal blijft. |