Cover
Empieza ahora gratis 25-26 - H6 Openbaar bestuur (1).pptx
Summary
# Goed openbaar bestuur en de onmogelijkheid ervan
Dit onderwerp verkent de concepten van goed openbaar bestuur, de oorzaken van wantrouwen in de overheid, en de inherente moeilijkheden die effectief bestuur bemoeilijken, met een focus op verwachtingen, overheidsmacht en beleidscoherentie.
### 1.1 Vertrouwen in de overheid
Wantrouwen in de overheid wordt deels gevoed door een polarisatie waarbij de nuance verdwijnt. Diverse factoren dragen hieraan bij:
* **Onzichtbare overheid:** Een gebrek aan direct contact tussen de overheid en de burger.
* **Onzichtbare burger:** De overheid lijkt de noden en behoeften van burgers onvoldoende te zien of te erkennen.
* **Ongelijke behandeling:** Gevoelens van discriminatie of oneerlijke bejegening.
* **Incompetente bestuurders:** Perceptie van onkunde of slechte besluitvorming door overheidsfunctionarissen.
### 1.2 Goed bestuur is onmogelijk
Goed bestuur wordt als onmogelijk beschouwd vanwege een combinatie van factoren die de verwachtingen van burgers vaak overtreffen en de capaciteiten van de overheid beperken:
#### 1.2.1 Hoge verwachtingen en beperkingen van de overheid
Veel vanzelfsprekendheden en idealen leiden tot (te) hoge verwachtingen ten aanzien van de overheid. De realiteit is echter dat de overheid niet almachtig is en geconfronteerd wordt met inherente beperkingen.
* **Niet almachtig:** De overheid kan niet alle problemen oplossen of aan alle wensen voldoen.
* **Discussie over prioriteiten:** Er is voortdurend debat over welke maatschappelijke problemen prioriteit moeten krijgen, wat kan leiden tot conflicterende beleidskeuzes.
* **Tegenstrijdig beleid:** Verschillende overheidslagen of -departementen kunnen beleid voeren dat elkaar tegenspreekt, wat de coherentie ondermijnt.
> **Tip:** Begrip van deze beperkingen is cruciaal om realistische verwachtingen te vormen over de rol en capaciteiten van de overheid. Het besef dat beleidsvorming een proces is van afwegingen en compromissen, is essentieel.
---
# Overzicht en organisatievormen van het openbaar bestuur
Dit deel geeft een overzicht van de overheid en semi-overheid op verschillende beleidsniveaus en in diverse domeinen, en bespreekt de organisatievormen ervan, waaronder de wetgevende en uitvoerende macht, semi-overheid, en de publieke sector.
### 2.1 Overheid en semi-overheid
De overheid is actief op verschillende beleidsniveaus (federaal, Vlaams, lokaal) en in diverse domeinen (wonen, werk, cultuur, sport) met een breed scala aan activiteiten, zoals afvalophaling, onderwijs of wetgeving.
**Overheid:** Dit zijn organen die rechtstreeks door de overheid zijn opgericht en direct worden gecontroleerd. Voorbeelden zijn Agentschap Opgroeien en het VAPH. De overheid kent een wetgevende macht (parlement, gemeenteraad) en een uitvoerende macht (regering, schepencollege).
**Semi-overheid:** Dit zijn entiteiten die weliswaar door de overheid zijn opgericht, maar een zelfstandig statuut hebben. Hieronder vallen overheidsbedrijven met een eigen raad van bestuur (zoals De Lijn) en adviesorganen (zoals de Hoge Raad voor Justitie).
### 2.2 Organisatievormen van het openbaar bestuur
#### 2.2.1 De overheid – wetgevende macht
De wetgevende macht bestaat uit verkozenen op alle beleidsniveaus die de bevolking vertegenwoordigen. Zij beslissen bij meerderheid en houden zich bezig met wetgevend werk (wetten, decreten, richtlijnen, besluiten) en de controle op de uitvoerende macht, onder andere via de begroting en moties van wantrouwen.
#### 2.2.2 De overheid – uitvoerende macht
De uitvoerende macht kan monistisch zijn (deel van de wetgevende macht, zoals de gemeenteraad) of duaal (geen deel van de wetgevende macht, zoals parlementen). Beslissingen worden genomen bij consensus. De provinciegouverneur is een specifieke situatie: een "ambtenaar" benoemd door de Vlaamse regering, die opdrachten uitvoert voor zowel de Vlaamse als de federale regering en lid is van de deputatie zonder stemrecht.
#### 2.2.3 Semi-overheid
De semi-overheid omvat twee hoofdcategorieën:
* **Overheidsbedrijven:** Dit zijn bedrijven met een autonoom statuut die specifieke dienstverlening verzorgen. Voorbeelden zijn federale overheidsbedrijven zoals BPOST (waar de overheid nog een meerderheidsparticipatie bezit), Vlaamse overheidsbedrijven (De Lijn), en lokale overheidsbedrijven zoals het Stedelijk ontwikkelingsbedrijf SOGent of Autonome Gemeentebedrijven (AGB).
* **Adviesorganen:** Deze dienen voor overleg met belangengroepen en deskundigen. Ze bestaan op federaal niveau (bv. Hoge Raad voor vrijwilligerswerk), Vlaams niveau (acht strategische adviesraden) en lokaal niveau (bv. Ad Rem in Gent).
#### 2.2.4 De publieke sector
De publieke sector omvat het openbaar bestuur en particuliere organisaties met een publieke taak. Het onderscheid tussen publieke en private organisaties is niet altijd duidelijk en er bestaan mengvormen, wat de complexiteit van het openbaar bestuur illustreert.
#### 2.2.5 Principes van overheidsdienstverlening
Er zijn verschillende organisatieprincipes voor overheidsdiensten, waaronder:
* **De klassieke bureaucratie:** Gekenmerkt door rationele administratie, hiërarchische communicatie, procedures, gedocumenteerde beslissingen en onpartijdigheid. Kritiek hierop richt zich op mogelijke partijpolitieke benoemingen, terughoudendheid bij ambtenaren en machtsstrijd.
* **New Public Management (NPM):** Ontstaan onder invloed van het neoliberalisme en overheidsbudgettekorten. De overheid wordt geleid als een bedrijf, met de burger als klant. Dit leidt tot een focus op resultaatgerichtheid, kostenefficiëntie en een veranderend ambtenarenprofiel. Kernpunten zijn efficiëntie en een kerntakendebat. Kritiek op NPM betreft fragmentatie, transactiekosten, interne focus en gebrek aan democratische controle.
* **New Public Governance (NPG):** De overheid opereert binnen netwerken samen met burgers en de private sector. De burger evolueert van onderhorige naar klant en uiteindelijk naar partner of co-producent. Interdependentie leidt tot samenwerking, maar ook tot spanningen over autonomie.
#### 2.2.6 Ambtenaren in het openbaar bestuur
Ambtenaren zijn cruciaal voor beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie. Ze vormen het gezicht van het beleid naar de burgers.
* **Street-level bureaucrats:** Dit zijn ambtenaren die direct contact hebben met burgers en de frontlinie vormen van beleidsuitvoering. Zij zijn essentieel voor de implementatie van beleid en signaleren ook behoeften vanuit de samenleving.
* **Spanningen politici-ambtenaren:** De verschillende posities (verkozen/tijdelijk vs. benoemd/stabiel) leiden tot spanningen en diverse perspectieven. Politici zijn vaak afhankelijk van de expertise en continuïteit van ambtenaren. Om deze afhankelijkheid te beheersen, zoeken politici controle door middel van politieke benoemingen en het aantrekken van ambtenaren naar hun kabinet.
* **Ombudsdiensten:** Deze diensten, klachtendiensten en meldingskaarten bieden burgers de mogelijkheid om administratieve en organisatorische systemen te beïnvloeden en te verbeteren. Ze onderzoeken klachten, bemiddelen en geven advies.
### 2.3 Beleidsinstrumenten
Beleidsinstrumenten worden ingezet bij de voorbereiding en uitvoering van beleid. Ze kunnen worden onderverdeeld in:
* **Ondersteunende beleidsinstrumenten:** Zoals begrotingen, meerjarenplannen, beleidsnota's en bestuursakkoorden.
* **Directe beleidsinstrumenten:** Die rechtstreeks ingrijpen, zoals het bouwen van infrastructuur of het opzetten van eigen diensten.
* **Sturende beleidsinstrumenten:** Die bottom-up of top-down kunnen worden geïnitieerd, door middel van juridische middelen.
Deze instrumenten worden gebruikt in verschillende beleidscycli:
* **Bij beleidsvoorbereiding en planning:** Via partijprogramma's, beleidsnota's, begrotingen, onderzoeken, etc.
* **Van juridische aard:** Wetten, decreten, uitvoeringsbesluiten, reglementen, etc.
* **Van financiële aard:** Begroting, subsidies, belastingen.
* **Communicatieve instrumenten:** Openbaarheid van bestuur, klachtenbehandeling, ombudsdiensten, adviesraden, informatievoorziening.
* **Samenwerking tussen overheden en andere organisaties:**
* **Convenanten:** Vrijwillige afspraken tussen overheden onderling of met private organisaties voor een bepaalde periode en met specifieke doelen en middelen.
* **Beheersovereenkomsten:** Vrijwillige overeenkomsten die wederzijdse verwachtingen en doelen beschrijven.
* **Publiek-private samenwerking (PPS):** Samenwerking tussen overheid en privé om gezamenlijke meerwaarde te creëren met taak- en risicoverdeling, bijvoorbeeld bij infrastructuurprojecten.
---
# Principes van overheidsdienstorganisatie en ambtenaren
Dit onderdeel behandelt de verschillende organisatievormen binnen de overheid, de rol van ambtenaren, de relatie tussen politici en ambtenaren, en de functie van ombudsdiensten.
### 3.1 Organisatievormen van de overheidsdienst
De overheidsdienst kan op verschillende manieren georganiseerd zijn, met als doel efficiënte dienstverlening aan de burger. Dit overzicht omvat de klassieke bureaucratie, New Public Management (NPM) en New Public Governance (NPG).
#### 3.1.1 De klassieke bureaucratie
Het klassieke bureaucratische model kenmerkt zich door een rationele administratie, waarbij personeel ten dienste staat van de organisatie. Communicatie verloopt hiërarchisch, en beslissingen worden gedocumenteerd, wat zorgt voor controleerbaarheid. Ambtenaren worden aangesteld op basis van expertise, opleiding en competenties, en werken onpartijdig voor alle burgers. Vaste benoeming beschermt hen tegen politieke inmenging.
Kritiek op dit model omvat echter de mogelijke praktijk van partijpolitieke aanwervingen en benoemingen. Soms verschuilen ambtenaren zich achter regels, durven ze geen risico's te nemen, en kunnen machtsstrijd en expansiedrang tussen diensten leiden tot het gebruik van functies voor eigen doeleinden.
#### 3.1.2 New Public Management (NPM)
Dit model is ontstaan uit een gewijzigd ideologisch klimaat, beïnvloed door het neoliberalisme, en wordt ingegeven door toenemende tekorten in de overheidsbegroting. Het principe is om de overheid te runnen als een bedrijf, waarbij de burger als klant wordt gezien. Overheden moeten resultaatsgericht en kostenbewuster werken, met een focus op efficiëntie, verzakelijking en technocratisering, maar ook op ondernemerszin. Het profiel van de ambtenaar verandert, met meer contractuelen en mandaatfuncties voor leidinggevenden. De overheid zoekt een combinatie van polyvalente leidinggevenden en specialisten.
De kernvragen van NPM zijn: hoe kunnen overheidstaken efficiënter worden ingevuld en welke kerntaken moet de overheid zelf opnemen versus overlaten aan burgers en de markt?
Kritiek op NPM richt zich op de fragmentatie, hoge transactiekosten en een te grote focus van de overheid op haar eigen werking, met een gebrek aan democratische controle.
#### 3.1.3 New Public Governance (NPG)
In dit model maakt de overheid deel uit van een netwerk dat, in samenwerking met burgers en de private sector, tot oplossingen komt. Dit kan gericht zijn op dienstverlening of beleidsontwikkeling. De burger evolueert van onderhorige naar klant en vervolgens naar partner of co-producent. Interdependentie leidt tot samenwerking, maar ook tot spanningen over de mate van autonomie.
> **Tip:** De overheid is voortdurend in ontwikkeling, en private principes passen niet altijd goed in de publieke sector.
### 3.2 Ambtenaren in het openbaar bestuur
Ambtenaren spelen een cruciale rol in de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie. Ze vormen het gezicht van het beleid naar de burgers toe en ondersteunen de doelgroepen. Ambtenaren staan onder directe controle van de uitvoerende macht en worden ter verantwoording geroepen via de uitvoerende politici in de wetgevende macht.
#### 3.2.1 Street-level bureaucrats
De uitvoering van overheidsbeleid kan zowel 'top-down' (sterke sturing en controle van de top, uitvoering van beslissingen) als 'bottom-up' plaatsvinden. Bij het laatste ervaren burgers het beleid via ambtenaren op het werkveld. Deze ambtenaren, ook wel 'frontlinie ambtenaren' of 'street-level bureaucrats' genoemd, zijn het gezicht van het beleid en signaleren wat er vanuit de basis wordt aangekaart. Zij vereisen vaak de meeste empathie en vaardigheid in direct contact met de doelgroepen.
#### 3.2.2 Spanningen tussen politici en ambtenaren
De positie van politici (verkozen, tijdelijk) versus ambtenaren (vast contract, benoemd, stabiliteit) creëert inherente spanningen en verschillende perspectieven. Politici besteden steeds meer opdrachten uit aan consultants of gemeenschappen. Ambtenaren zijn essentieel in de beleidscyclus omdat zij het geheugen van de staat vormen, macht en informatie bezitten en de procedures kennen. Omdat politici komen en gaan, zijn ze afhankelijk van ambtenaren en streven ze naar controle, onder meer door politieke benoemingen bij topambtenaren en het detacheren van ambtenaren naar kabinetten. Burgers kunnen de administratie controleren en bijsturen via ombudsdiensten, klachtendiensten en meldingskaarten.
#### 3.2.3 Ombudsdiensten
Ombudsdiensten, klachtendiensten en meldingskaarten dragen bij aan de voortdurende verbetering van administratieve en organisatorische systemen en kunnen leiden tot beleidsveranderingen. Ze helpen bij het verbeteren van formulieren en procedures, de communicatie met derden, en de algehele dienstverlening aan de burger. Deze diensten onderzoeken klachten van gebruikers, bemiddelen tussen gebruikers en overheid met het oog op een minnelijke schikking, en geven advies of fungeren als scheidsrechter.
> **Example:** Een burger die een complexe procedure niet begrijpt, kan terecht bij de ombudsman om hulp te krijgen bij het invullen van formulieren en het communiceren met de betreffende overheidsdienst.
### 3.3 De Publieke sector
De publieke sector omvat het openbaar bestuur en particuliere organisaties met een publieke taak. Het onderscheid tussen publiek en privaat is niet altijd duidelijk en er bestaan vaak mengvormen, wat de complexiteit van het openbaar bestuur illustreert.
### 3.4 Beleidsinstrumenten
Beleidsinstrumenten zijn de middelen die overheden inzetten om hun doelen te bereiken. Ze kunnen worden ingedeeld in ondersteunende, directe en sturende instrumenten.
#### 3.4.1 Soorten beleidsinstrumenten
* **Ondersteunende beleidsinstrumenten:** Deze creëren de voorwaarden voor beleidsuitvoering, zoals begrotingen, meerjarenplannen, beleidsnota's, beleidsbrieven en bestuurs- en regeerakkoorden.
* **Directe beleidsinstrumenten:** Deze grijpen rechtstreeks in op de totstandkoming van een situatie, zoals het bouwen van infrastructuur of het opzetten van eigen diensten.
* **Sturende beleidsinstrumenten:** Deze kunnen zowel bottom-up (draagvlak creëren) als top-down (via juridische weg opleggen) worden ingezet.
#### 3.4.2 Instrumenten ingezet bij beleidsvoorbereiding en planning
Dit omvat partijprogramma's, memoranda, planning, bestuurs- en regeerakkoorden, beleidsnota's, meerjarenplannen, visienota's, begrotingen en onderzoeken.
#### 3.4.3 Juridische beleidsinstrumenten
Dit zijn wetten, decreten, ordonnanties, uitvoeringsbesluiten, omzendbrieven en reglementen.
#### 3.4.4 Financiële beleidsinstrumenten
Hieronder vallen de begroting, subsidies en belastingen.
#### 3.4.5 Communicatieve beleidsinstrumenten
Dit zijn onder andere openbaarheid van bestuur, klachtenbehandeling en ombudsdiensten, politieke agendasetting door burgers, wijkbudgetten, verzoekschriften, volksraadplegingen, adviesraden en informatie/communicatie over beleid. Zitdagen, hoewel soms gecontesteerd, bevorderen burgernabijheid.
#### 3.4.6 Instrumenten voor samenwerking
* **Convenanten:** Vrijwillige afspraken tussen overheden onderling of met private organisaties voor een bepaalde periode en met specifieke doelen, vaak in ruil voor middelen of subsidies. Dit leidt tot gedeelde verantwoordelijkheid.
* **Beheersovereenkomsten:** Vrijwillige overeenkomsten tussen twee of meer partijen die wederzijdse verwachtingen en doelen beschrijven, met gedeelde verantwoordelijkheid.
* **Publiek-private samenwerking (PPS):** Samenwerking tussen overheid en privésector om gezamenlijke meerwaarde te creëren met taak- en risicoverdeling, vaak voor infrastructurele projecten of de bouw en exploitatie van voorzieningen.
---
# Beleidsinstrumenten
Beleidsinstrumenten zijn de middelen die overheden inzetten om beleidsdoelstellingen te bereiken gedurende de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -planning.
## 4.1 Soorten beleidsinstrumenten
Beleidsinstrumenten kunnen worden ingedeeld in drie hoofdcategorieën: ondersteunende, directe en sturende instrumenten.
### 4.1.1 Ondersteunende beleidsinstrumenten
Deze instrumenten faciliteren het beleidsproces zelf, zonder direct in te grijpen in de realiteit. Ze dienen ter voorbereiding, planning en structurering van het beleid.
* **Begroting en budget:** Financieel kader waarbinnen beleid wordt uitgevoerd.
* **Meerjarenplannen:** Lange-termijn planning van beleidsactiviteiten en doelstellingen, vaak gebruikt op gemeentelijk niveau.
* **Beleidsnota's en beleidsbrieven:** Documenten die de visie, doelstellingen en voorgestelde acties van een beleidsdomein uiteenzetten (op Vlaams en federaal niveau).
* **Bestuursakkoorden en regeerakkoorden:** Overeenkomsten tussen politieke partijen die de basis vormen voor het te voeren beleid (op gemeentelijk, Vlaams en federaal niveau).
### 4.1.2 Directe beleidsinstrumenten
Deze instrumenten grijpen rechtstreeks in om een specifieke situatie te creëren of te beïnvloeden.
* **Bouw van infrastructuur:** Zoals gemeenschapscentra of containerparken, die direct voorzien in een behoefte.
* **Opzetten van eigen diensten of aanbod:** Het direct aanbieden van diensten, zoals muziekateliers.
### 4.1.3 Sturende beleidsinstrumenten
Deze instrumenten zijn erop gericht om gedrag of situaties te beïnvloeden, waarbij de aanpak zowel bottom-up (draagvlak creëren) als top-down (juridisch opleggen) kan zijn.
## 4.2 Instrumenten ingezet bij beleidsvoorbereiding en planning
Deze instrumenten leggen de basis voor toekomstig beleid en worden gebruikt om de koers uit te zetten.
* **Partijprogramma's en memoranda:** Visies en voorstellen van politieke partijen of belangengroepen.
* **Planning, bestuursakkoorden, regeerakkoorden:** Zoals hierboven vermeld, definiëren zij de beleidsrichting.
* **Beleidsnota's, meerjarenplannen, visienota's:** Gedetailleerde uitwerking van beleidsideeën en -doelen.
* **Begroting:** Het financiële instrument dat de uitvoerbaarheid van beleidsplannen weerspiegelt.
* **Onderzoeken:** Empirische data en analyses die beleidsbeslissingen onderbouwen.
## 4.3 Instrumenten ingezet bij de uitvoering van beleid
Deze instrumenten worden gebruikt om beleidsdoelstellingen concreet te maken en te realiseren.
### 4.3.1 Van juridische aard
Deze instrumenten hebben een wettelijke basis en dwingen tot naleving.
* **Wetten, decreten, ordonnanties:** Formele wetgevende akten die algemeen bindend zijn.
* **Uitvoeringsbesluiten:** Besluiten die de toepassing van wetten of decreten regelen.
* **Omzendbrieven:** Instructies of toelichtingen van een hogere overheid aan ondergeschikte diensten.
* **Reglementen:** Lokale of specifieke regels die van toepassing zijn binnen een bepaald gebied of organisatie.
### 4.3.2 Van financiële aard
Deze instrumenten maken gebruik van financiële middelen om beleid te stimuleren of te reguleren.
* **Begroting:** De toewijzing van financiële middelen voor specifieke beleidsdoeleinden.
* **Subsidies:** Financiële steun aan individuen, organisaties of bedrijven om bepaalde activiteiten te bevorderen.
* **Belastingen:** Verplichte heffingen die gebruikt worden om overheidsuitgaven te financieren en die ook als sturend instrument kunnen dienen (bv. milieubelasting).
### 4.3.3 Communicatieve instrumenten
Deze instrumenten richten zich op informatieverstrekking, participatie en het behandelen van klachten.
* **Openbaarheid van bestuur:** Het recht op inzage van overheidsdocumenten en informatie.
* **Klachtenbehandeling en ombudsdienst:** Mechanismen voor burgers om ongenoegen te uiten en bemiddeling te zoeken.
* **Politieke agendasetting door burgers:** Initiatieven zoals wijkbudgetten, verzoekschriften en volksraadplegingen die burgers in staat stellen beleidsthema's op de politieke agenda te zetten.
* **Adviesraden:** Organen waar belangengroepen en deskundigen advies uitbrengen over beleid.
* **Informatie/communicatie over beleid:** Het informeren van burgers over overheidsbeslissingen en -activiteiten.
* **Zitdagen:** Contactmomenten tussen politici/ambtenaren en burgers, hoewel de effectiviteit hiervan soms wordt betwist.
### 4.3.4 Samenwerking tussen overheden en andere organisaties
Deze instrumenten faciliteren samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid.
* **Convenanten:** Vrijwillige overeenkomsten tussen overheden onderling of met private organisaties voor een bepaalde periode, met specifieke doelen en afspraken, vaak in ruil voor middelen of subsidies. Dit leidt tot gedeelde verantwoordelijkheid.
> **Voorbeeld:** Een erfgoedconvenant tussen verschillende bestuursniveaus of een convenant tussen een stad en een vzw voor jeugdwerk.
* **Beheersovereenkomsten:** Vrijwillige afspraken tussen twee of meer partijen (bv. overheid en een overheidsbedrijf) die wederzijdse verwachtingen en doelen beschrijven, wat resulteert in gedeelde verantwoordelijkheid.
> **Voorbeeld:** Een overeenkomst tussen de Vlaamse overheid en VDAB of de VRT.
* **Publiek-private samenwerking (PPS):** Samenwerking tussen de overheid en de private sector om gezamenlijke meerwaarde te creëren, met een duidelijke taak- en risicoverdeling. Dit kan betrekking hebben op infrastructurele projecten, de bouw van scholen, sociale woningen of de exploitatie van faciliteiten zoals zwembaden.
---
**Tip:** Het onderscheid tussen de verschillende soorten beleidsinstrumenten is niet altijd strikt. Vaak vullen ze elkaar aan en worden ze gecombineerd om tot een effectief beleid te komen. Bij het ontwerpen van beleid is het cruciaal om de juiste instrumenten te kiezen die passen bij de doelstellingen, de aard van het probleem en de context.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Openbaar bestuur | Het geheel van instellingen en diensten die publieke taken uitvoeren en overheidsbeleid realiseren. Dit omvat zowel directe overheidsdiensten als verzelfstandigde organen. |
| Semi-overheid | Organen die door de overheid zijn opgericht maar een zelfstandig statuut hebben, zoals overheidsbedrijven met een eigen raad van bestuur of onafhankelijke adviesorganen. |
| Wetgevende macht | De macht die verantwoordelijk is voor het tot stand brengen van wetten en decreten, en die tevens controle uitoefent op de uitvoerende macht. Deze is vertegenwoordigd op alle beleidsniveaus. |
| Uitvoerende macht | De macht die verantwoordelijk is voor de implementatie van wetten en beleid. Dit kan deel uitmaken van de wetgevende macht (monistisch) of er los van staan (duaal). |
| Publieke sector | De verzameling van het openbaar bestuur en particuliere organisaties die een publieke taak vervullen. De grens tussen publiek en privaat kan hierbij soms vaag zijn. |
| Klassieke bureaucratie | Een organisatiemodel gekenmerkt door rationele administratie, hiërarchische communicatie, procedures, documentatie, expertise en onpartijdigheid van ambtenaren, met als doel efficiënte en controleerbare dienstverlening. |
| New Public Management (NPM) | Een managementbenadering in de publieke sector die geïnspireerd is op de private sector, met nadruk op resultaatgerichtheid, kostenbewustzijn en concurrentie, met als doel de overheid efficiënter te maken. |
| New Public Governance (NPG) | Een model waarbij de overheid functioneert als onderdeel van een netwerk dat samenwerkt met burgers en de private sector om oplossingen te ontwikkelen. De burger evolueert hierbij van onderdaan naar partner. |
| Ambtenaren | Personen die werkzaam zijn in het openbaar bestuur en verantwoordelijk zijn voor beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie. Zij vormen het gezicht van het beleid naar de burger toe. |
| Street-level bureaucrats | Ambtenaren die direct in contact staan met burgers en hun behoeften ondersteunen. Zij voeren het beleid uit op het werkveld en signaleren ook knelpunten vanuit de praktijk. |
| Ombudsdiensten | Onafhankelijke instanties die klachten van burgers onderzoeken en bemiddelen tussen burgers en de overheid, met als doel het verbeteren van administratieve systemen en dienstverlening. |
| Beleidsinstrumenten | Middelen die door de overheid worden ingezet om beleidsdoelen te bereiken. Dit kan variëren van financiële middelen en juridische kaders tot communicatie en samenwerkingsvormen. |
| Begroting | Een financieel plan dat de verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid voor een bepaalde periode weergeeft. Het is een cruciaal ondersteunend beleidsinstrument. |
| Subsidies | Financiële bijdragen die de overheid verstrekt aan natuurlijke of rechtspersonen om bepaalde activiteiten of projecten te ondersteunen die het publieke belang dienen. |
| Convenanten | Vrijwillige overeenkomsten tussen overheden onderling of met andere organisaties, waarin specifieke opdrachten, doelen en afspraken worden vastgelegd, vaak in ruil voor middelen. |
| Publiek-private samenwerking (PPS) | Een vorm van samenwerking tussen de overheid en private partijen om gezamenlijk waarde te creëren, waarbij taken en risico's worden verdeeld, vaak toegepast bij infrastructuurprojecten. |