Cover
Empieza ahora gratis Gezondheidsbevordering_gezondh & maatsch I_2025-2026_ufora.pdf
Summary
# Indeling en concepten van preventie
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de verschillende manieren waarop preventie kan worden ingedeeld, zowel op basis van het type maatregel als op het stadium van het ziekteproces, met aandacht voor de specifieke doelgroepen en conceptuele nuances [6](#page=6).
### 1.1 Indeling van preventie naar type maatregel
Preventieve maatregelen kunnen worden gecategoriseerd op basis van hun focus en interventiestrategie [4](#page=4).
#### 1.1.1 Gezondheidsbescherming
Dit type preventie omvat maatregelen waarbij de burger geen directe tussenkomst nodig heeft [4](#page=4).
#### 1.1.2 Ziektepreventie
Ziektepreventie richt zich specifiek op het voorkomen van bepaalde ziekten. De focus ligt hierbij op de ziekte zelf, met als doelgroep risicogroepen en de medische sector als primaire actor [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 1.1.3 Gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering heeft een bredere focus. Het richt zich op de fysieke en sociale omgeving, evenals op de levensstijl van mensen. De doelgroep is de algemene bevolking en de benadering is positief ingesteld, met inbreng van deskundigen uit diverse disciplines [4](#page=4) [5](#page=5).
### 1.2 Indeling van preventie op basis van het ziekteproces
Een veelgebruikte indeling van preventie is gebaseerd op het stadium waarin een ziekte zich bevindt of nog voorkomen kan worden. Deze indeling omvat primordiale, primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire preventie [13](#page=13) [6](#page=6).
#### 1.2.1 Primordiale of pro-actieve preventie
Dit is een relatief nieuw concept dat zich richt op het in stand houden van de algemene voorwaarden voor gezondheid. Hierbij gaat het om economische, sociale en culturele omstandigheden die een gezonde levensstijl bevorderen, zoals een stabiele economie, het bestrijden van kansarmoede en het zorgen voor goede scholen. Deze strategieën worden ook wel "upstream" strategieën genoemd, verwijzend naar de metafoor van de "bodies in the river". De doelgroep is de gehele populatie of specifieke groepen [11](#page=11).
> **Tip:** Primordiale preventie probeert de oorzaken van ziekte te voorkomen door de omstandigheden te verbeteren waarbinnen ziekte zich ontwikkelt [11](#page=11).
##### 1.2.1.1 The "bodies in the river" metaphor
Deze metafoor illustreert het verschil tussen downstream en upstream interventies. Terwijl de meeste redders mensen uit het water proberen te vissen nadat ze de waterval zijn afgevallen (downstream), gaat één persoon stroomopwaarts om te achterhalen waarom mensen überhaupt in de rivier vallen (upstream). Dit laatste representeert de essentie van primordiale preventie [12](#page=12).
#### 1.2.2 Primaire preventie
Primaire preventie richt zich op het aanpakken van specifieke causale factoren van ziekte. Het doel is om ziekte te voorkomen nog voordat deze zich ontwikkelt. Voorbeelden hiervan zijn regelgeving rond roken of een voedingsbeleid dat gezonde voeding betaalbaar maakt. De doelgroep zijn gezonde mensen, zowel de totale populatie als specifieke groepen [7](#page=7).
#### 1.2.3 Secundaire preventie
Secundaire preventie is gericht op het vroegtijdig detecteren van ziekten. Dit gebeurt vaak via screeningsprogramma's. De doelgroep kan de totale populatie zijn (universele screening) of specifieke risicogroepen (case finding) [8](#page=8).
> **Example:** Jaarlijkse bloedonderzoeken voor cholesterol kunnen vallen onder secundaire preventie als ze bedoeld zijn om een te hoog cholesterolgehalte vroegtijdig op te sporen.
#### 1.2.4 Tertiaire preventie
Tertiaire preventie, ook wel "zorggerichte preventie" genoemd, heeft als doel het tegengaan van de verslechtering van een reeds bestaande gezondheidstoestand en het voorkomen van complicaties. Levensstijlprogramma's voor diabetespatiënten zijn hier een voorbeeld van. De doelgroep zijn zieke mensen [9](#page=9).
> **Example:** Oncorevalidatie in een ziekenhuis, die aangepaste lichaamstraining combineert met informatieve sessies, is een vorm van tertiaire preventie gericht op het verbeteren van de levenskwaliteit van kankerpatiënten [9](#page=9).
#### 1.2.5 Quaternaire preventie
Quaternaire preventie richt zich op het vermijden van overmedicalisering. Dit houdt in dat onnodige check-ups of onderzoeken vermeden worden, evenals het beperken van het gebruik van bijvoorbeeld antibiotica. Dit gebeurt door rekening te houden met wetenschappelijke evidentie en ethische verantwoording [10](#page=10).
> **Tip:** Quaternaire preventie is essentieel om te voorkomen dat medische interventies meer kwaad dan goed doen [10](#page=10).
### 1.3 Indeling van preventie in de geestelijke gezondheidszorg
De indeling van preventie, zoals besproken in de context van ziekteprocessen, wordt ook toegepast in sectoren zoals de geestelijke gezondheidszorg, en bij alcohol- en drugspreventie. Hierbij worden de volgende categorieën gehanteerd [15](#page=15):
* **Universele preventie:** Gericht op de totale bevolking, nog voordat er problemen zijn ontstaan. Dit komt overeen met primaire preventie [15](#page=15).
* **Selectieve preventie:** Gericht op specifieke risicogroepen. Dit overlapt met primaire en secundaire preventie, afhankelijk van de focus [15](#page=15).
* **Geïndiceerde preventie:** Gericht op personen die reeds problemen ervaren, maar nog geen officiële diagnose van een ziekte hebben gekregen. Dit valt vaak onder secundaire preventie [15](#page=15).
* **Zorggerelateerde preventie:** Gericht op het voorkomen van complicaties bij een reeds bestaande ziekte. Dit is equivalent aan tertiaire preventie [15](#page=15).
> **Tip:** Het begrijpen van deze verschillende indelingen helpt om de juiste preventieve strategie te kiezen voor de juiste doelgroep en het juiste moment in het ziekteproces [13](#page=13) [14](#page=14).
---
# Gezondheidsbevordering: definities en principes
Dit onderwerp verkent de definitie en kernprincipes van gezondheidsbevordering, inclusief het ontstaan van het concept, de context van Lalonde's Health Field Concept, en de strategieën die worden ingezet om gezondheid te verbeteren.
### 2.1 Definitie van gezondheidsbevordering
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert gezondheidsbevordering als het proces waarbij mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden om meer controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid, en zo hun gezondheid te verbeteren. Cruciaal hierbij is dat gezondheid niet enkel wordt gezien als de afwezigheid van ziekte, maar als een toestand van volledig fysiek, sociaal en psychisch welbevinden [16](#page=16).
### 2.2 Het Health Field Concept van Lalonde
Het Health Field Concept, geïntroduceerd door Marc Lalonde, is een belangrijk model dat de determinanten van gezondheid identificeert. Dit concept stelt dat gezondheid wordt beïnvloed door vier hoofdcategorieën [17](#page=17):
* **Levensstijl:** Dit omvat gedragingen en keuzes die individuen maken met betrekking tot hun gezondheid [17](#page=17).
* **Omgeving:** Dit verwijst naar externe factoren, zowel fysiek als sociaal, die de gezondheid kunnen beïnvloeden [17](#page=17).
* **Sociale factoren** [19](#page=19).
* **Culturele factoren** [19](#page=19).
* **Economische factoren** [19](#page=19).
* **Werkomstandigheden** [19](#page=19).
* **Fysieke omgeving** [19](#page=19).
* **Politieke omgeving** [19](#page=19).
* **Biologische factoren:** Dit omvat genetische aanleg en lichamelijke kenmerken [17](#page=17).
* **Organisatie van de gezondheidszorg:** Dit betreft de toegankelijkheid, kwaliteit en efficiëntie van gezondheidsdiensten [17](#page=17).
Het is belangrijk om gezondheidsbevordering te onderscheiden van gezondheidsvoorlichting. Terwijl gezondheidsvoorlichting zich voornamelijk richt op het individu, heeft gezondheidsbevordering een bredere focus die zowel het individu als de omgeving omvat [20](#page=20).
### 2.3 Basisprincipes van gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering is gebaseerd op verschillende fundamentele principes die de aanpak en de doelstellingen sturen:
* **Holistisch:** Gezondheid wordt in zijn totaliteit benaderd, rekening houdend met fysieke, psychische en sociale aspecten [21](#page=21).
* **Participatief:** Individuen en gemeenschappen worden actief betrokken bij het proces van gezondheidsbevordering [21](#page=21).
* **Emancipatorisch:** Het principe van emancipatie is gericht op het versterken van de autonomie en eigen regie van mensen met betrekking tot hun gezondheid [21](#page=21).
* **Rechtvaardig:** Gezondheidsbevordering streeft naar eerlijkheid en gelijkheid, en wil gezondheidsverschillen aanpakken [21](#page=21).
* **Duurzaam:** De effecten van gezondheidsbevordering moeten blijvend zijn en op lange termijn positieve impact hebben [21](#page=21).
* **Multidisciplinair:** Samenwerking tussen verschillende disciplines is essentieel voor een integrale aanpak [21](#page=21).
* **Multistrategisch:** Er worden diverse strategieën ingezet om de gezondheid te bevorderen [21](#page=21).
### 2.4 Ontstaan van gezondheidsbevordering als discipline
Gezondheidsbevordering is een relatief jong begrip binnen de gezondheidswetenschappen. Het werd formeel geïntroduceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 1986 via het "Ottawa Charter for Health Promotion". De noodzaak voor deze discipline ontstond als antwoord op specifieke gezondheidsproblemen in landen met een hoog welvaartsniveau, gekenmerkt door een toenemend aantal chronische en deels vermijdbare "beschavingsziekten" [22](#page=22).
### 2.5 Strategieën voor gezondheidsbevordering
De WHO identificeert drie kernstrategieën voor gezondheidsbevordering:
* **In staat stellen (enable):** Dit houdt in dat mensen toegang krijgen tot informatie, vaardigheden leren en obstakels, zoals sociale, economische en culturele verschillen in gezondheid, worden weggenomen [23](#page=23).
* **Bemiddelen (mediate):** Dit verwijst naar het stimuleren van intersectorale acties, waarbij verschillende sectoren (bv. onderwijs, ruimtelijke ordening, economie) samenwerken om gezondheid te bevorderen [23](#page=23).
* **Pleitbezorging (advocate):** Dit omvat acties gericht op beleidsmakers om voorwaarden te creëren die de gezondheid ten goede komen [23](#page=23).
### 2.6 Gezondheidsbevorderende actieterreinen
Om deze strategieën te realiseren, richt gezondheidsbevordering zich op diverse actieterreinen:
* **Ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden:** Dit omvat educatie, sensibilisering, motiveren en het aanleren van specifieke vaardigheden [24](#page=24).
* **Creëren van ondersteunende omgevingen:** Hierbij wordt een socio-ecologische aanpak gehanteerd om omgevingen te scheppen die gezond gedrag faciliteren [24](#page=24).
* **Versterken van gemeenschapsacties:** Dit bevordert participatie en collectieve inspanningen om de gezondheid te verbeteren [24](#page=24).
* **Heroriënteren van gezondheidsdiensten:** Dit impliceert een verschuiving naar meer preventie binnen de gezondheidszorg [25](#page=25).
* **Ontwikkelen van gezond beleid:** Dit vereist intersectorale samenwerking om beleid te creëren dat gezondheid bevordert [25](#page=25).
> **Tip:** Het is essentieel om te onthouden dat gezondheidsbevordering een dynamisch en multidimensionaal proces is dat niet alleen gericht is op individuele gedragsverandering, maar ook op het creëren van gunstige omstandigheden en beleid die gezondheid ondersteunen.
> **Voorbeeld:** Het bevorderen van gezonde voeding kan bijvoorbeeld bestaan uit het geven van educatie over voedingswaarde (persoonlijke vaardigheden), het aanpassen van schoolkantines om gezonde opties te bieden (ondersteunende omgeving), het organiseren van kookworkshops in de wijk (gemeenschapsactie), het aanpassen van overheidssubsidies voor ongezonde voedingsmiddelen (gezond beleid), en het stimuleren van artsen om preventieve voedingsadviezen te geven (heroriëntatie gezondheidsdiensten).
---
# Theoretische modellen voor gedragsverklaring en -verandering
Dit deel behandelt diverse theoretische modellen die helpen begrijpen waarom mensen bepaald gedrag vertonen en hoe dit gedrag kan worden veranderd [44](#page=44).
### 3.1 Individuele modellen
Individuele modellen beschrijven hoe een bepaald gedrag tot stand komt en op welke factoren er het best kan worden ingegrepen om het gedrag in positieve zin te veranderen. De determinanten binnen deze modellen zijn de factoren die samengaan met gezond of ongezond gedrag of die een bepaald gedrag veroorzaken [44](#page=44).
#### 3.1.1 Health Belief Model (HBM)
Het Health Belief Model (HBM) is een gezondheidspsychologisch model dat beschrijft en verklaart in welke mate mensen aanbevelingen met betrekking tot hun gezondheid volgen, zoals vaccinaties of deelname aan gezondheidsscreenings. Het verklaart gezondheidsgedragingen door de nadruk te leggen op cognitieve variabelen zoals kennis, attitude en de overtuiging van het individu. Mentale processen zoals verwachten en redeneren staan hierbij centraal [46](#page=46).
Het model stelt dat gezondheidsbevorderende actie wordt ondernomen wanneer men er 'psychologisch klaar voor is'. De bereidheid tot handelen is een afweging van de gepercipieerde bedreiging voor de gezondheid versus de verwachtingen over de voor- en nadelen van gedragsverandering [48](#page=48).
* **Gepercipieerde bedreiging:** Wordt bepaald door de waargenomen ernst van het gezondheidsrisico en de vatbaarheid voor dit risico [48](#page=48).
* **Gepercipieerde voor- en nadelen:** Zorgen voor een kosten-batenanalyse voor het betreffende gedrag [48](#page=48).
* **Cues to action:** Cognitieve verwerkingsprocessen worden in gang gezet door gebeurtenissen bij zichzelf of in de omgeving [48](#page=48).
Later werd **zelf-effectiviteit** of eigen-effectiviteit toegevoegd aan het model. Dit is de mate waarin mensen geloven dat ze in staat zijn hun gedrag te veranderen. De oorspronkelijke focus van het model lag op éénmalige acties die weinig vragen oproepen met betrekking tot de persoonlijke kans op welslagen [49](#page=49).
#### 3.1.2 Protection Motivation Theory (PMT)
De Protection Motivation Theory (PMT) is een gezondheidspsychologisch model dat determinanten van de motivatie om zich te beschermen verklaart. Het model focust op de inschatting van dreiging en coping [50](#page=50).
* **Inschatting van dreiging:** Omvat de inschatting van de ernst en waargenomen vatbaarheid, waargenomen angst, en waargenomen intrinsieke en extrinsieke beloningen die gepaard gaan met ongezond gedrag [52](#page=52).
* **Inschatting van coping:** Omvat de mate van self-efficacy (inschatting dat men gezond gedrag kan stellen) en response efficacy (inschatting dat gezond gedrag de dreiging zal doen dalen), alsook de response costs (inschatting van de kosten of nadelen die met gezond gedrag gepaard gaan) [52](#page=52).
Het model wordt veel gebruikt voor het verklaren van preventief gezondheidsgedrag. Een belangrijk inzicht is dat angst induceren alleen werkt als mensen een hoge eigen-effectiviteit hebben ten aanzien van het gezonde gedrag [53](#page=53).
Beperkingen van de PMT zijn dat motivatie niet altijd tot actie leidt, en dat het model onbewuste processen en de rol van sociale factoren en omgevingsinvloeden negeert [53](#page=53).
#### 3.1.3 Theory of Reasoned Action (TRA)
De Theory of Reasoned Action (TRA) is een algemeen sociaal psychologisch model dat gedrag verklaart op basis van de intentie om dat gedrag uit te voeren (#page=54, page=55). Intentie wordt beïnvloed door [54](#page=54) [55](#page=55):
* **Attitude:** Bepaald door de opvattingen van een persoon over de gevolgen van het gedrag ("beliefs") en de evaluatie van deze gevolgen [55](#page=55).
* **Subjectieve norm:** Bepaald door de opvattingen van anderen en de mate van instemming met deze meningen [55](#page=55).
Het model gaat ervan uit dat mensen rationeel denken en dat hun gedrag onder vrijwillige controle staat. Het is niet van toepassing op routines en gewoontes [55](#page=55).
#### 3.1.4 Theory of Planned Behaviour (TPB)
De Theory of Planned Behaviour (TPB) is een aanpassing van de TRA (#page=56, page=57). Het voegt een derde variabele toe: **gedragscontrole**. Gedragscontrole is vergelijkbaar met eigen-effectiviteit en betreft de overtuiging over hoe moeilijk of gemakkelijk het uitvoeren van het gedrag is. Deze overtuiging wordt bepaald door vroegere ervaringen en gepercipieerde hindernissen. Echter, niet al het gedrag staat onder bewuste controle, zoals gewoontes [56](#page=56) [57](#page=57).
#### 3.1.5 Self-Determination Theory (SDT)
De Self-Determination Theory (SDT) biedt inzicht in de redenen waarom mensen bepaald gezondheidsgedrag aannemen en volhouden (#page=58, page=59). Het model onderscheidt verschillende vormen van motivatie [58](#page=58) [59](#page=59):
* **Gecontroleerde motivatie:** Omvat externe regulatie (gedrag gesteld voor externe beloning, straf vermijden, voldoen aan verwachtingen) en geïntrojecteerde regulatie (gedrag gesteld om schuld, schaamte, angst te vermijden of om zelfwaarde te behouden) (#page=58, page=59, page=60). Hierbij handelen mensen onder gevoelens van interne of externe druk [58](#page=58) [59](#page=59) [60](#page=60).
* **Autonome motivatie:** Omvat geïdentificeerde regulatie (gedrag als persoonlijk zinvol en belangrijk ervaren) en intrinsieke regulatie (gedrag gesteld omwille van plezier, uitdaging, passie of interesse) (#page=58, page=59, page=60). Mensen kiezen hierbij uit vrije wil [58](#page=58) [59](#page=59) [60](#page=60).
Autonome motivatie leidt tot blijvende gedragsverandering [60](#page=60).
### 3.2 Belangrijke individuele determinanten
Individuele gedragsverklaringsmodellen richten zich op persoonlijke en psychosociale determinanten. Deze determinanten omvatten [63](#page=63):
* **Cognitieve determinanten:** Kennis (bewustzijn, risicoperceptie), attitudes (waarden, normen, uitkomstverwachtingen, afweging voor- en nadelen), sociale invloed (modeling, subjectieve norm, sociale steun), eigen-effectiviteit of gedragscontrole, motivatie en intentie [62](#page=62).
* **Onbewuste determinanten:** Gewoonte, drang [62](#page=62).
Deze modellen verklaren maximaal 40% van de variantie in gezondheidsgedrag en hebben voornamelijk effecten op korte termijn [63](#page=63).
### 3.3 Ecologische modellen
Ecologische modellen erkennen dat veranderingen in de omgeving een groot bereik kunnen hebben en vaak inwerken op onbewuste processen (#page=63, page=64). Deze modellen beschouwen gedrag als een interactie tussen individuele factoren en omgevingsfactoren, en streven naar gedragsverandering door aanpassingen in de omgeving [63](#page=63) [64](#page=64).
#### 3.3.1 Nudges
Nudges zijn interventies die direct inspelen op gedrag zonder bewuste afweging, incentive of regulering. Ze moedigen de gewenste keuze aan door middel van subtiele omgevingsaanpassingen, met behoud van keuzevrijheid [65](#page=65).
#### 3.3.2 Gedragswiel
Het gedragswiel is een model dat verschillende niveaus van omgevingsinvloeden en gedragsdeterminanten visualiseert (#page=67, page=68) [67](#page=67) [68](#page=68).
### 3.4 Gedragsverandering en stadia
Gedragsverandering wordt gedefinieerd als het toepassen van theoretisch onderbouwde en empirisch ondersteunde methoden en technieken om gezond gedrag te vermeerderen en ongezond gedrag te verminderen [69](#page=69).
#### 3.4.1 Transtheoretisch Model (Stages of Change)
Het Transtheoretisch Model (TTM) van Prochaska & DiClemente stelt dat personen door verschillende stadia van gedragsverandering gaan, gekenmerkt door verschillen in intentie. Gezondheidsbevorderende acties kunnen mensen ertoe aanzetten naar een volgend stadium te evolueren, waarbij elk stadium een andere aanpak vereist [70](#page=70).
* **Stadium 1: Precontemplatie:** Geen overweging tot verandering in de nabije toekomst (6 maanden). Redenen hiervoor kunnen gebrek aan kennis, ontmoediging, onwil om te veranderen, of gebrek aan motivatie zijn. Aanpak: kennis en bewustzijn verhogen, self-monitoring [71](#page=71).
* **Stadium 2: Contemplatie:** Erkenning van een probleem en intentie tot verandering binnen 6 maanden, maar nog geen concrete plannen. Kenmerkend is ambivalentie. Aanpak: beslissingsbalans opmaken (kosten/batenanalyse) [72](#page=72).
* **Stadium 3: Preparatie:** Klaar om gedrag te veranderen binnen 1 maand, met beslissing tot stappen, maar nog steeds ambivalentie. Aanpak: concreet plan ontwikkelen, oplossingen zoeken voor hindernissen, doelbepaling (SMART) [73](#page=73).
* **Stadium 4: Actie:** Implementatie van het plan, met concrete doelstellingen en gedragsveranderingen in de laatste 6 maanden. Positieve en negatieve ervaringen bepalen of gedrag wordt voortgezet. Aanpak: stimuluscontrole, sociale steun en modeling [74](#page=74).
* **Stadium 5: Consolidatie:** Behouden van nieuw gedrag gedurende minstens 6 maanden. Aanpak: anticipatie en probleemoplossing [75](#page=75).
Vaak worden stadia meerdere keren doorlopen alvorens tot stabiele gedragsverandering te komen [75](#page=75).
#### 3.4.2 Herval
Herval is de terugkeer naar een vroeger stadium. Eénmalig terugvallen is geen herval. Uit herval kan geleerd worden. Herval is eerder de regel dan de uitzondering en is groter bij gecontroleerde motivatie [76](#page=76).
#### 3.4.3 Intention-Behaviour Gap
De Intention-Behaviour Gap beschrijft dat een verandering in intentie slechts een kleine tot middelgrote verandering in gedrag tot gevolg heeft [78](#page=78).
#### 3.4.4 Health Action Process Approach (HAPA)
De Health Action Process Approach (HAPA) biedt concrete technieken om de intention-behaviour gap te overbruggen. Dit omvat het opstellen van een plan (action planning, implementatie-intenties zoals 'als... dan...') en coping planning, alsook zelfmonitoring (action control). Daarnaast kan de gedragscontrole of eigen-effectiviteit worden verhoogd door mastery experience, vicarious experience, verbal persuasion en psychological states. Ook het verhogen van autonome motivatie draagt bij aan het overbruggen van de gap [79](#page=79) [80](#page=80) [81](#page=81).
### 3.5 Andere modellen
Enkele andere relevante modellen zijn:
* Cognitive Dissonance Theory [82](#page=82).
* Elaboration Likelihood Model [83](#page=83).
---
# Actoren en toepassingen van gezondheidsbevordering
Dit gedeelte belicht de diverse actoren die betrokken zijn bij het realiseren van preventief gezondheidsbeleid in Vlaanderen en specifieke toepassingen van gezondheidsbevordering binnen verschillende zorgcontexten.
### 4.1 Actoren in preventief gezondheidsbeleid
De Vlaamse overheid werkt samen met verschillende actoren om preventief gezondheidsbeleid te realiseren. Deze actoren omvatten partnerorganisaties, gezondheidsmakers, organisaties met terreinwerking en individuele zorgaanbieders [32](#page=32).
#### 4.1.1 Partnerorganisaties
Partnerorganisaties zijn centra met expertise in één of meerdere domeinen van gezondheidsbevordering. Hun rol is het ondersteunen van gezondheidsmakers, organisaties met terreinwerking en individuele zorgaanbieders. Dit doen zij door [33](#page=33):
* Informatie en advies te verstrekken [33](#page=33).
* Methodieken en materialen te ontwikkelen [33](#page=33).
* De implementatie en het gebruik ervan te ondersteunen [33](#page=33).
Partnerorganisaties hebben een meerjarige beheersovereenkomst met de overheid over hun opdracht [33](#page=33).
Enkele voorbeelden van partnerorganisaties zijn:
* Diabetes Liga [34](#page=34).
* Eetexpert [34](#page=34).
* Expertisecentrum Val- en fractuurpreventie Vlaanderen [34](#page=34).
* Instituut Tropische Geneeskunde [34](#page=34).
* Milieugezondheidszorg [34](#page=34).
* Vlaams Instituut Mondgezondheid [34](#page=34).
* Sensoa [34](#page=34).
* Vlaams expertisecentrum alcohol en andere drugs (VAD) [34](#page=34).
* Vlaams Instituut Gezond Leven [34](#page=34).
* Vlaams expertisecentrum voor suïcidepreventie (VLESP) [34](#page=34).
* Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg [34](#page=34).
* Ondersteuning Settinggericht samenWerken (PO OSW) [34](#page=34).
#### 4.1.2 Gezondheidsmakers vzw
Gezondheidsmakers vzw ondersteunen lokaal preventief gezondheidsbeleid door gevalideerde preventiemethodieken lokaal te verspreiden. Zij vormen een geografisch afgebakend netwerk van lokale partners uit de gezondheids- en aanverwante sectoren. Gezondheidsmakers hebben 13 antennepunten en werken in 12 regio's in Vlaanderen, gecoördineerd door een centrale afdeling met Vlaamse experten per thema/setting. Er is ook een initiatief genaamd "Gezond in Brussel". Gezondheidsmakers ontvangen erkenning en subsidies gedurende 5 jaar. Meer informatie is te vinden op www.gezondheidsmakers.be en www.departementzorg.be/nl/logos-gezondheidsmakers-en-gezond-brussel [35](#page=35).
Preventieorganisaties die zeker moeten worden uitgenodigd om hun werking te ondersteunen zijn onder andere:
* Huisartsenkringen [36](#page=36).
* CLB's, pedagogische begeleidingsdiensten [36](#page=36).
* Externe en interne diensten preventie en bescherming op het werk [36](#page=36).
* Lokale besturen (gemeentebesturen en OCMW's) [36](#page=36).
* Gezondheidsbevorderende diensten ziekenfondsen [36](#page=36).
* Consultatiebureaus en huizen van het kind van Kind en Gezin [36](#page=36).
Ook andere relevante organisaties zijn welkom [36](#page=36).
#### 4.1.3 Organisaties met terreinwerking
Organisaties met terreinwerking staan in voor het veldwerk en doen hiervoor beroep op de expertise van partnerorganisaties. Ze werken ook samen met gezondheidsmakers. De meeste van deze organisaties hebben een beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid, met uitzondering van CLB's die van rechtswege geregeld zijn [37](#page=37).
Voorbeelden van organisaties met terreinwerking zijn:
* Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) [37](#page=37).
* Suïcide- en middelenpreventiewerking van centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG) [37](#page=37).
* Landsbonden van ziekenfondsen [37](#page=37).
* VRGT [37](#page=37).
* Pasop [37](#page=37).
* Centrum voor kankeropsporing [37](#page=37).
* Centrum ter preventie van zelfdoding [37](#page=37).
* Free Clinic [37](#page=37).
### 4.2 Toepassingen van gezondheidsbevordering
#### 4.2.1 Gezondheidsbevordering binnen zorg en welzijn
Een voorbeeld van gezondheidsbevordering binnen zorg en welzijn is het initiatief van rookvrije ziekenhuizen [84](#page=84).
> **Tip:** Het concept van 'Health Promoting Hospitals' benadrukt de integratie van gezondheidsbevordering in alle aspecten van de ziekenhuiswerking [85](#page=85).
#### 4.2.2 Preventie in woonzorgcentra
Preventie in woonzorgcentra is essentieel gezien de kwetsbaarheid van de oudere populatie. Specifieke cijfers benadrukken de urgentie [86](#page=86):
* Elke seconde valt er wereldwijd een 65-plusser [87](#page=87).
* Elke 11 seconden wordt een 65-plusser opgenomen op spoed ten gevolge van een val [87](#page=87).
* Elke 19 minuten overlijdt een 65-plusser ten gevolge van een val [87](#page=87).
#### 4.2.3 Preventie in de huisartsenpraktijk
De huisartsenpraktijk speelt een cruciale rol in preventie [88](#page=88).
> **Voorbeeld:** De website www.domusmedica.be/preventie-tot-de-huisartsenpraktijk biedt informatie over preventie binnen de huisartsenpraktijk [88](#page=88).
#### 4.2.4 Bewegen Op Verwijzing (BOV)
Bewegen Op Verwijzing (BOV) is een initiatief van de Vlaamse Overheid, uitgewerkt door het Vlaams Instituut Gezond Leven. BOV helpt mensen die onvoldoende bewegen op weg naar een actiever en gezonder leven door middel van terugbetaalde BOV-coaching. De coaching kan zowel individueel als in groep, of een combinatie van beide, plaatsvinden. De Vlaamse overheid betaalt een deel terug, en sommige mutualiteiten betalen een bijkomend deel. Meer informatie is te vinden op www.bewegenopverwijzing.be [90](#page=90).
De doelgroep van BOV bestaat uit patiënten die de aanbeveling voor beweging en/of langdurig zitten niet halen [91](#page=91).
> **Tip:** Er zijn filmpjes beschikbaar op ufora die de werking en resultaten van BOV illustreren [91](#page=91) [92](#page=92).
Er wordt gerapporteerd dat deelnemers aan BOV meer bewegen [92](#page=92).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gezondheidsbescherming | Een vorm van preventie die geen directe interventie van de burger vereist en gericht is op het beschermen van de algemene gezondheid. |
| Ziektepreventie | Maatregelen die specifiek gericht zijn op het voorkomen van het ontstaan of de verspreiding van bepaalde ziekten. |
| Gezondheidsbevordering | Een proces waarbij individuen of groepen meer controle krijgen over de factoren die hun gezondheid beïnvloeden, met als doel hun welzijn te verbeteren. |
| Primaire preventie | Richt zich op het aanpakken van causale factoren van ziekte om deze te voorkomen bij gezonde individuen of specifieke groepen. |
| Secundaire preventie | Gericht op het vroegtijdig opsporen van ziekten, bijvoorbeeld via screeningsprogramma’s, bij zowel de algemene bevolking als risicogroepen. |
| Tertiaire preventie | Streeft ernaar de verslechtering van een bestaande gezondheidstoestand tegen te gaan en complicaties te voorkomen, vaak bij zieke individuen door middel van zorggerichte programma’s. |
| Quaternaire preventie | Heeft als doel overmedicalisering te vermijden door onnodige behandelingen of onderzoeken te beperken, met aandacht voor wetenschappelijke evidentie en ethische verantwoording. |
| Primordiale preventie | Een relatief nieuw concept gericht op het in stand houden van algemene voorwaarden voor gezondheid, zoals economische, sociale en culturele omstandigheden. |
| Ottawa Charter | Een baanbrekend document uit 1986 van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat de definitie en strategieën voor gezondheidsbevordering vastlegde. |
| Health Field Concept | Een model dat gezondheid verklaart aan de hand van vier hoofdfactoren: biologische factoren, levensstijl, omgeving en organisatie van de gezondheidszorg. |
| Holistisch | Een benadering die gezondheid en ziekte ziet als een samenspel van lichamelijke, geestelijke en sociale factoren, in plaats van geïsoleerde elementen. |
| Participatief | Een principe binnen gezondheidsbevordering waarbij de doelgroep actief wordt betrokken bij het ontwerpen en uitvoeren van interventies. |
| Emancipatorisch | Een principe dat streeft naar het versterken van de autonomie en zelfredzaamheid van individuen en gemeenschappen op het gebied van gezondheid. |
| Multistrategisch | Een aanpak binnen gezondheidsbevordering die gebruikmaakt van een combinatie van verschillende interventiestrategieën om effectiviteit te maximaliseren. |
| Health Belief Model | Een psychologisch model dat verklaart hoe overtuigingen en percepties (zoals de waargenomen dreiging en de kosten-batenanalyse van gedragsverandering) gezondheidsgedrag beïnvloeden. |
| Protection Motivation Theory | Een model dat de motivatie om zich te beschermen tegen gezondheidsrisico’s verklaart op basis van inschattingen van dreiging (ernst, vatbaarheid) en coping (efficacy, kosten). |
| Theory of Reasoned Action | Een sociaal psychologisch model dat stelt dat gedragsintentie, gevormd door attitudes en subjectieve normen, de belangrijkste voorspeller is van gedrag. |
| Theory of Planned Behaviour | Een uitbreiding van de Theory of Reasoned Action, die gedragscontrole (de perceptie van hoe makkelijk of moeilijk gedrag is uit te voeren) toevoegt als een belangrijke determinant van intentie en gedrag. |
| Self-Determination Theory (ZDT) | Een theorie die de rol van intrinsieke en extrinsieke motivatie en de bevrediging van psychologische basisbehoeften (autonomie, competentie, verbondenheid) in gedragsverandering onderzoekt. |
| Autonome motivatie | Motivatie die voortkomt uit intrinsieke interesse, plezier of een gevoel van persoonlijke keuze en zinvolheid. |
| Gecontroleerde motivatie | Motivatie die wordt gedreven door externe druk, beloningen, straffen, schuldgevoelens of de noodzaak om aan verwachtingen te voldoen. |
| Ecologische modellen | Modellen die gedrag verklaren door zowel individuele factoren als de bredere omgeving en sociale systemen te beschouwen, zoals het socio-ecologisch model. |
| Socio-ecologisch model | Een raamwerk dat erkent dat gedrag wordt beïnvloed door meerdere niveaus van omgevingsinvloeden, van individuele tot maatschappelijke factoren. |
| Nudges | Kleine subtiele interventies die mensen aanmoedigen om een gewenste keuze te maken, zonder hun keuzevrijheid te beperken of incentives te gebruiken. |
| Gedragswiel | Een model dat de verschillende determinanten van gedrag categoriseert, vaak in relatie tot de omgeving en de context. |
| Transtheoretisch Model (Stages of Change) | Een model dat gedragsverandering beschrijft als een proces dat door verschillende stadia loopt (precontemplatie, contemplatie, preparatie, actie, consolidatie), waarbij elke fase een specifieke aanpak vereist. |
| Intention-Behaviour Gap | Het verschil tussen de intentie van een persoon om een bepaald gedrag te vertonen en het daadwerkelijk vertonen van dat gedrag. |
| Health Action Process Approach (HAPA) | Een model dat zich richt op het overbruggen van de intention-behaviour gap door middel van strategieën zoals actieplanning, copingplanning en zelfmonitoring. |
| Cognitive Dissonance Theory | Een theorie die verklaart hoe mensen inconsistenties tussen hun overtuigingen, attitudes en gedragingen ervaren en proberen te verminderen. |
| Elaboration Likelihood Model | Een theorie die beschrijft hoe mensen informatie verwerken en hoe dit leidt tot attitude- of gedragsverandering, via centrale of perifere routes. |
| Bewegen Op Verwijzing (BOV) | Een initiatief in Vlaanderen dat mensen ondersteunt bij het ontwikkelen van een actiever en gezonder leven door middel van terugbetaalde coaching. |