Cover
Empieza ahora gratis Vandekerkhove - deel 2
Summary
# Klachten en normale ontwikkeling van musculoskeletale aandoeningen bij kinderen in de eerste lijn
Consultaties in de eerstelijnszorg voor musculoskeletale (MSK) aandoeningen bij kinderen komen frequent voor. In Nederland bedroegen deze tot 7,5% van de huisartsencontacten, en in Australië 5%. Ongeveer **54%** van de nieuwe episodes waren **traumatisch van aard.** In een Australische studie nam de **frequentie toe met de leeftijd, behalve bij adolescente meisjes**. Problemen aan de bovenste en onderste ledematen kwamen het vaakst voor.
### 1.1 Mijlpalen van de normale ontwikkeling en hun belang
(zie mijlpalen op de ppt)
#### 1.1.1 Mijlpalen bij gangproblemen en problemen aan de onderste ledematen (OL)
1. **Teengang (op de tenen lopen):** Normaal tot de leeftijd van 3 jaar. Kinderen dienen in staat te zijn de hiel op de grond te zetten indien gevraagd. **\=> Alarmtekenen:**
* Persisteren na 3 jaar.
2. **O-benen (genu varus):** Normaal voor zuigelingen en peuters. Vaak gepaard met out-toeing rond de leeftijd van 18 maanden. **\=> Alarmtekenen:**
* Persisteren na 3 jaar
* Intercondylaire separatie meer dan 6 centimeter
* asymmetrie
* progressieve deformatie
* pijn na een traumatisch event
* andere skeletafwijkingen.
3. **X-benen (genu valgus):** Normaal na de zuigelingen- en peuterleeftijd, en gaan samen met in-toeing. Deze stand normaliseert doorgaans tegen de leeftijd van 7 jaar. **\=>** **Alarmtekenen:**
* Voor de leeftijd van 2 jaar of na 7 jaar
* Verergering na 7 jaar
* Asymmetrie
* Manken
* Pijn
* Korte gestalte
4. **Genu valgum (met in-toeing):** klachten kunnen zijn:
* vaker vallen
* onderbenen naar buiten "gooien" bij hardlopen
* moeite met beenbewegingen bij zwemmen (schoolslag).
5. **Platvoeten (flexibel):** Normaal tot de leeftijd van 6 jaar.
6. **Kromme tenen (meestal 3e-4e teen):** Normaliseren doorgaans bij het rechtop staan en stappen.
7. **In-toeing:**
* **Femorale anteversie:** Stappen met voeten en patella naar binnen. Corrigeert spontaan, normaal tot 10 jaar.
* **Interne tibiale torsie:** Patella naar voren, maar voeten naar binnen. Normaal tot 3 jaar, corrigeert spontaan.
* **Metatarsus adductus***:* Aangeboren abnormale stand van de voeten. Passief corrigeerbaar, normaal tot 6 jaar. Vaak gerelateerd aan de positie in de uterus.
* ***Kenmerken:*** *Voet blijft flexibel, herstel binnen 2-3 jaar. Nauwkeurig heupenonderzoek is vereist.*
* **"Clubfoot" (pes equinovarus):** Prevalentie van 1 / 1000. Abnormaal, waarbij gewrichten, spieren en botten zijn aangedaan. De voet keert naar beneden en inwaarts. Correctie met methoden zoals de **Ponseti-methode** (eventueel chirurgische interventie (bv. **achillespeesrelease**)).
8. **Flexibele platvoet**: Geen mediaal gewelf, hiel meestal in valgusstand. Altijd te corrigeren door houding.
* Rigide platvoet (meestal vanaf 8 jaar): Vergroeiing tussen talus en os naviculare en calcaneus. Vereist röntgenonderzoeken is vaak pijnlijk.
#### 1.2 Red flags voor verwijzing
Bij twijfel over de ernst of aard van een musculoskeletale klacht bij een kind, is een gestructureerde evaluatie essentieel. Dit omvat het uitvragen van de **voorgeschiedenis, de klachten, inspectie en manipulatie**.
**Indicaties voor verwijzing ("niet pluis gevoel"):**
* Pijn of ongemak
* Asymmetrie
* Andere problemen of klachten
* Verergering van de klachten en/of functionele beperking
red flags:
* Koorts, systemische tekenen (onwel, vermagering, nachtelijk zweten)
* Gezwollen lymfeklieren of gezwollen lever en milt
* Botpijn (diep, knagend)
* Zwelling, roodheid (gewricht, huid)
* 's Nachts wakker worden van de pijn
* verschil tussen het verhaal en de kliniek
**Alarmtekenen bij acute en chronische musculoskeletale pijn:**
Deze signalen vereisen nader onderzoek, mogelijk inclusief een Pediatric Regional Examination of the Musculoskeletal System (pREMS) voor een gedetailleerder onderzoek van de relevante regio.
### 1.3 Specifieke afwijkingen
#### 1.3.1 Torticollis
* **Contractie van de musculus sternocleidomastoideus:** Hoofd draait naar dezelfde zijde, kin naar de andere zijde. Draaien van het hoofd is nog mogelijk. = ipsilaterale lateroflexie + contralaterale rotatie. **Alarmsignalen:**
* Hoofd en kin naar dezelfde zijde - wijst op niet musculaire oorzaak.
* langdurige torticollis (bv. Klippel-Feil syndroom).
#### 1.3.2 Rugpijn
Rugpijn bij kinderen is niet zeldzaam en kan worden bevorderd door:
* Gebrek aan beweging
* Slechte houding
* Obesitas
* Psychologische factoren
* Bepaalde sporten (turnen, hockey, judo)
Rugpijn bij jonge kinderen is frequenter pathologisch dan bij volwassenen. De pathologische oorzaken verschillen ook van die bij volwassenen, zoals discus hernia en artrose.
**Rugpijn: alarmtekenen**
* Pijnlijke scoliose
* Slapeloosheid door pijn
* Neurologische tekenen van compressie (paresthesieën, sfincterstoornissen, zenuwpijn)
* Systeembevindingen
* Jonge leeftijd (< 5 jaar)
* Ontstekingstekenen (bv. ochtendstijfheid of –pijn) - inflammatie
* Trauma (suggereert mogelijke fractuur of tumor)
**Rugpijn: pathologische oorzaken**
* Spondylolyse (= stressfractuur in de pars interarticularis)
* Spondylolisthese =(voorwaartse verschuiving van een wervel)
* Ziekte van Scheuermann (asymmetrische groei, adolescentie)
* Inflammatoire aandoeningen (bv. geassocieerd met Inflammatory Bowel Disease - IBD)
**Acute of chronische pijn en eventuele neurologische tekens door compressie:** Dit kan wijzen op diverse oorzaken.
#### 1.3.3 Pijn aan de voet en enkel
Cave: schoenen
Bij inspectie van de voet extra aandacht voor teennagels, wratten en blaren.
* **Groeipijnen =** uitsluitingsdiagnose. Kenmerken zijn symmetrie, pijn voornamelijk in de benen, niet beperkt tot gewrichten, geen ochtendpijn, geen manken, geen beperking van fysieke activiteit, en een normale lichamelijke onderzoek (ev. hypermobiliteit of platvoet). Deze pijn treedt meestal op tussen 3 en 12 jaar.
* **Flexibele platvoet:** Normaal tot 8 jaar, pijnloos.
* **Rigide platvoet:** Vereist aandacht vanwege mogelijke vergroeiing; inflammatoire artritis is een differentiaaldiagnose.
* **Hielpijn:** Kan wijzen op artritis of ontsteking van de peesinsertie.
* **Calcaneus:** Osteochondritis is een mogelijke oorzaak van hielpijn.
* **Evolutieve aandoeningen:** Denk aan Charcot-Marie-Tooth, een neurologische aandoening met progressieve spierverzwakking en peesretractie.
* **RICE-protocol:** Rust, IJs (Ice), Compressie, Elevatie kan worden toegepast bij bepaalde acute aandoeningen.
#### 1.3.4 Heupdysplasie
* **Bij baby's en jonge kinderen:**
* **symptomen**:
* pijn
* toenemend bij inspanning of buigen
* manken bij stappende kinderen
* Symptomen zoals "snapping" of "popping"
* heupkop uit het acetabulum
* **Karakteristieken:** Mild tot ernstig, vaker voorkomend bij meisjes, eerstgeborenen en na stuitbevalling.
* **Diagnostiek:** Klinisch onderzoek bij ontslag; bij twijfel echografie.
* **Behandeling:**
* Brace
* Pavlik-harnas
* chirurgie.
#### 1.3.5 Pijn ter hoogte van de heup
Pijn aan de heup kan zich manifesteren in de lies, dij, of knie (gerefereerde pijn).
**Mogelijke oorzaken van gerefereerde pijn:**
* Sacro-iliacale gewrichten
* Lage rug
* Bekken
* Lies
* Testes (cave: torsio testis!)
* Buik (cave: appendicitis!)
* soms systemische aandoeningen zoals bv. reuma, sikkelcelanemie, maligniteiten
Een korter been kan het gevolg zijn van heuppijn.
#### 1.3.6 Ziekte van Legg-Calvé-Perthes
* **Bij jongens van 4-8 jaar (m:v ratio 4:1):**het is een dringende indicatie voor doorverwijzing.
* **Pathofysiologie:** Avasculaire necrose van de epifyse van de caput femoris.
* **Behandeling:** Met behandeling is herstel mogelijk, maar het proces is traag. Rust en abductie zijn belangrijke componenten van de behandeling.
* **CAVE:** sikkelcelanemie of corticosteroïdgebruik als oorzaak .
* **Diagnostiek:** Röntgenfoto's (RX) kunnen bilaterale aantasting tonen (links is vaker aangedaan dan rechts).
#### 1.3.7 Kniepijn
* **Trauma:** Verwijst naar het schema voor traumatische oorzaken.
* **Adolescenten:**
* **Anterieur:** Vaak gerelateerd aan intensieve sportbeoefening.
* **Obesitas:** Een significante factor.
* **Cave maligniteiten, reuma, huidletsels:** Deze dienen overwogen te worden.
* **Specifieke aandoeningen:**
* **Osgood-Schlatter:** Komt voor bij adolescenten die sporten (voetbal, basketbal). Kenmerkt zich door zwelling en pijn ter hoogte van de tibiale tuberositas, gerelateerd aan ontsteking van de groeiplaat door repetitieve tractie van de kniepees. Behandeling omvat trainingsaanpassingen en oefeningen.
* **Chondromalacia patellae:** Verzachting van het kraakbeen van de knieschijf ("runners' knee"). Typisch tijdens groeispurt en adolescentie. Graden 1-4. Behandeling omvat fysiotherapie en eventueel chirurgie.
**Red flags bij kniepijn:**
* Botpijn, nachtelijke pijn, knagende pijn.
* **Osteoid osteoom:** Goedaardig, kenmerkt zich door nachtelijke pijn die verbetert met NSAID's.
* Leukemie, metastasen, bottumoren.
* Blijvende zwelling, zonder trauma.
* Warmte, roodheid.
* Letsel ter hoogte van distale femur of proximale tibia kan kniepijn veroorzaken; RX van knie, femur en tibia is geïndiceerd.
### 1.4 Chronische pijn bij kinderen
#### 1.4.1 Etiologie van chronische pijn zonder duidelijke etiologie
Chronische pijn zonder aantoonbare oorzaak komt vaker voor bij meisjes, lagere sociaaleconomische status (SES), en adolescenten.
* **Juveniele fibromyalgie:** Diffuse of veralgemeende pijn.
* **CRPS (Chronisch Regionaal Pijnsyndroom):** Treedt op na trauma, vooral aan de onderste ledematen. Kenmerkt zich door "overdreven" pijn, zwelling, temperatuurverschillen (koud/warm), en verminderde beweeglijkheid.
* **Hypermobiliteit:** Overweeg syndromen zoals Marfan of andere bindweefselpathologieën.
* **Chronische rugpijn:** Let op red flags.
#### 1.4.2 Klinische presentatie en bevorderende factoren
* **Klinisch beeld:** Soms lokaal beginnend, vervolgens uitbreidend. Houdingsveranderingen, verminderde beweeglijkheid, angst om pijn uit te lokken, hypersensitiviteit, thermodysregulatie, autonome dysfunctie (tachycardie, hyperventilatie, koud zweet, bleekheid, malaise).
* **Musculoskeletaal onevenwicht:** Kinderen kunnen ledematen stijf houden, door de benen zakken, de knieën en heupen plooien, of vuisten ballen. Spierspasmen, veranderde houding en gangstoornissen kunnen optreden.
* **Factoren die chronische pijn bevorderen/veroorzaken (controversieel):** Trauma, hypermobiliteit, genetische factoren (familiaal voorkomen?), psychologische factoren, omgevingsfactoren (verhuis, scheiding, ziekte, stresssituaties).
* **Impact:** Chronische pijn beïnvloedt het sociale leven van het kind en de ouders, en kan schoolprestaties negatief beïnvloeden.
* **Prevalentie:** Ongeveer 15% van de terugkerende pijn bij kinderen, 1-2% van de kinderen heeft ernstige chronische MSK pijn.
* **Juveniele Reumatoïde Arthritis:** Een belangrijke oorzaak van chronische gewrichtspijn.
### 1.5 Overgewicht en musculoskeletale problemen
Overgewicht (hogere BMI) is geassocieerd met een verhoogd risico op diverse musculoskeletale problemen:
* **Rug en onderste ledematen (knie en enkel):** Tot 45% van de kinderen met overgewicht heeft klachten.
* **Gewrichtsveranderingen:** Verhoogde belasting kan leiden tot veranderingen.
* **Platvoeten, O-benen en X-benen:** Vaker voorkomend.
* **Heupproblemen:** Verhoogde incidentie.
* **Fractuurgevoeligheid:** Kinderen met overgewicht zijn gevoeliger voor fracturen van de onderarm en femur.
* **Verlies van spiermassa en motorische coördinatie:** Dit kan een vicieuze cirkel creëren, waarbij verminderde mobiliteit de obesitas verder bevordert.
* * *
# Red flags en specifieke musculoskeletale afwijkingen bij kinderen
2. Red flags en specifieke musculoskeletale afwijkingen bij kinderen
Dit deel bespreekt waarschuwingssignalen die duiden op de noodzaak van verwijzing naar gespecialiseerde zorg, evenals specifieke musculoskeletale aandoeningen bij kinderen, inclusief hun diagnostiek en alarmsignalen.
### 2.1 Ontwikkelingsmijlpalen bij gang- en onderste ledemaatproblemen
Kennis van normale psychomotore ontwikkeling is cruciaal voor het beoordelen van gangproblemen en afwijkingen van voeten en benen. Veel afwijkingen zijn normaal tot op een bepaalde leeftijd.
#### 2.1.1 Mijlpalen en alarmtekens
* **Teengang (op de tenen lopen):** Normaal tot 3 jaar. Kinderen moeten de hiel op de grond kunnen zetten indien gevraagd.
* **Alarmteken:** Persisteren na 3 jaar, intercondylaire separatie meer dan 6 cm, asymmetrie, progressieve deformatie, pijn na trauma, andere skeletafwijkingen.
* **O-benen (genu varus):** Normaal bij zuigelingen en peuters, vaak gepaard met out-toeing (voeten naar buiten draaien).
* **Alarmteken:** Persisteren na 3 jaar.
* **X-benen (genu valgus):** Normaal na de peuterleeftijd, gaan samen met in-toeing (voeten naar binnen draaien) en normaliseren rond 7 jaar.
* **Alarmteken:** Voor 2 jaar of na 7 jaar, verergering na 7 jaar, asymmetrisch, manken, pijn, korte gestalte.
* **Klachten:** Vaker vallen, onderbenen naar buiten gooien bij hardlopen, moeite met zwemmen.
* **Platvoeten (flexibel):** Normaal tot 6 jaar.
* **Alarmteken (vanaf 8 jaar):** Rigide platvoet, veroorzaakt door vergroeiing tussen talus of os naviculare en calcaneus. Meestal pijnlijk en vereist röntgenonderzoek.
* **Kromme tenen (meestal 3e-4e teen):** Normaliseren bij rechtop staan en stappen.
* **In-toeing:**
* **Femorale anteversie:** Stappen met voeten en patella naar binnen. Corrigeert spontaan, normaal tot 10 jaar.
* **Interne tibiale torsie:** Patella naar voren, maar voeten naar binnen. Normaal tot 3 jaar, corrigeert spontaan.
* **Metatarsus adductus:** Aangeboren abnormale stand van de voeten, passief corrigeerbaar, normaal tot 6 jaar. Positie in de uterus speelt een rol. Herstel treedt op binnen 2-3 jaar. Nauwkeurig heupenonderzoek is belangrijk.
* **Clubfoot (pes equinovarus):** Komt voor bij 1 op 1000 kinderen. Abnormaal gewrichten, spieren en botten. Voet keert naar beneden en inwaarts. Correctie met methodes zoals de Ponseti methode, eventueel met chirurgie (achillespeesrelease).
### 2.2 Red flags voor verwijzing
Bij een "niet pluis gevoel" of wanneer er sprake is van pijn, ongemak, asymmetrie, andere klachten, verergering van klachten, functionele beperkingen, koorts, systemische tekenen (onwel voelen, vermagering, nachtelijk zweten), gezwollen lymfeklieren, vergrote lever en milt, diepe knagende botpijn, zwelling, roodheid, 's nachts wakker worden van pijn, of een discrepantie tussen verhaal en kliniek, is verwijzing geïndiceerd.
> **Tip:** Het pREM-s (paediatric Regional Examination of the Musculoskeletal System) kan helpen bij een meer gedetailleerd onderzoek van de relevante regio.
#### 2.2.1 Alarmtekenen acute en chronische musculoskeletale pijn
* Pijn of ongemak
* Asymmetrie
* Andere problemen of klachten
* Verergering van klachten en/of functionele beperking
* Koorts, systemische tekenen
* Gezwollen lymfeklieren, lever, milt
* Botpijn (diep, knagend)
* Zwelling, roodheid (gewricht, huid)
* 's nachts wakker worden van de pijn
* Verschil tussen verhaal en kliniek
### 2.3 Specifieke afwijkingen
#### 2.3.1 Torticollis
Contractie van de m. sternocleidomastoideus. Het hoofd draait naar dezelfde zijde, de kin naar de andere zijde. Draaien is nog mogelijk.
* **Alarmtekenen:** Hoofd en kin naar dezelfde zijde, langdurige torticollis (bijv. Klippel-Feil syndroom).
#### 2.3.2 Rugpijn
Rugpijn bij kinderen is niet zeldzaam en wordt bevorderd door gebrek aan beweging, slechte houding, obesitas, psychologische factoren en bepaalde sporten. Rugpijn bij jonge kinderen is frequenter pathologisch dan bij volwassenen, met andere oorzaken dan bij volwassenen (bv. geen discus hernia of artrose).
* **Alarmtekenen:**
* Pijnlijke scoliose
* Slapeloosheid door pijn
* Neurologische tekenen van compressie (paresthesieën, sfincterstoornissen, zenuwpijn)
* Systeembevindingen
* Jonge leeftijd (< 5 jaar)
* Ontstekingstekenen (ochtendstijfheid/pijn)
* Trauma
* Scoliose
* Tumor
* **Pathologische oorzaken:** Spondylolyse, spondylolisthese (voorwaartse beweging van de wervel), Ziekte van Scheuerman (asymmetrische groei, adolescentie), inflammatoire aandoeningen (bv. geassocieerd met IBD).
#### 2.3.3 Heupdysplasie
Komt voor bij baby's en jonge kinderen. Symptomen zijn pijn (toenemend bij inspanning/buigen), manken (bij lopende kinderen), en een 'snapping' of 'popping' geluid wanneer de heupkop uit het acetabulum gaat. De aandoening kan mild tot ernstig zijn en komt vaker voor bij meisjes, eerstgeborenen en na een stuitbevalling.
* **Diagnostiek:** Klinische controle bij ontslagonderzoek. Bij twijfel: echografie.
* **Behandeling:** Brace, Pavlik-harnas, chirurgie.
* **Gerefereerde pijn:** Pijn thv de lies, dij of knie kan het gevolg zijn van heuppathologie, maar ook van pijn in andere zones (sacro-iliacale gewrichten, lage rug, bekken, liezen, testes, buik). Soms is er sprake van systemische aandoeningen zoals reuma, sikkelcelanemie of maligniteiten.
* **Korter been:** Kan optreden tgv heuppijn.
#### 2.3.4 Ziekte van Legg-Calvé-Perthes
Vooral bij jongens tussen 4 en 8 jaar (verhouding m:v 4:1). Dit is een avasculaire necrose van de epifyse van de caput femoris. Vereist dringende doorverwijzing. Met behandeling is herstel mogelijk, maar het proces is traag en vereist rust en abductie. Let op oorzaken zoals sikkelcelanemie of corticosteroïden.
* **Diagnostiek:** Röntgenfoto toont bilaterale aantasting (links vaker dan rechts).
#### 2.3.5 Kniepijn
Kniepijn kan veroorzaakt worden door trauma, intensief sporten bij adolescenten, of obesitas.
* **Cave:** Maligniteiten, reuma, huidletsels.
* **Specifieke aandoeningen:**
* **Ziekte van Osgood-Schlatter:** Komt voor bij adolescente, sportende jongeren. Zwelling en pijn thv de tuberositas tibiae door ontsteking van de groeischijf door repetitieve tractie van de kniepees. Behandeling: trainingsaanpassingen, oefeningen.
* **Chondromalacie van de patella:** Verzachting van het kraakbeen van de knieschijf. Gekend als "runners' knee". Treedt op tijdens groeispurt bij adolescenten. Gradaties 1-4. Behandeling: fysiotherapie, chirurgie.
* **Red flags kniepijn:** Botpijn, nachtelijke pijn, knagende pijn (kan wijzen op osteoid osteoom – goedaardig, reageert op NSAID's), leukemie, metastasen, bottumoren. Blijvende zwelling, geen trauma, warm, rood. Letsels thv distale femur of proximale tibia kunnen kniepijn geven en vereisen een RX van knie, femur en tibia.
### 2.4 Chronische pijn bij kinderen
Chronische musculoskeletale pijn zonder duidelijke etiologie komt vaker voor bij meisjes, lagere sociaaleconomische status en adolescenten. Mogelijke diagnoses zijn juveniele fibromyalgie (diffuus of gegeneraliseerd) en CRPS (chronisch regionaal pijnsyndroom) na trauma, vooral aan de onderste ledematen, gekenmerkt door overdreven pijn, zwelling, temperatuurverschillen, en verminderde beweeglijkheid. Hypermobiliteit, met name bij aandoeningen als Marfan syndroom, kan ook een rol spelen.
> **Tip:** Rugpijn bij kinderen vereist altijd aandacht voor red flags.
#### 2.4.1 Klinische kenmerken en bevorderende factoren
* **Klinisch:** Soms lokaal, dan uitbreidend. Houdingsveranderingen, verminderde beweeglijkheid, angst om pijn uit te lokken, hypersensitiviteit, thermodysregulatie, autonome dysfunctie (tachycardie, hyperventilatie, koud zweet, bleekheid, malaise). Musculoskeletaal onevenwicht (ledemaat stijf houden, door de benen zakken, geplooide knieën en heupen, gebalde vuisten). Spierspasmen, veranderde houding en gangstoornissen.
* **Bevorderende/veroorzakende factoren (controversieel):** Trauma, hypermobiliteit, genetische factoren, psychologische aspecten, omgevingsfactoren (verhuis, scheiding, ziekte, stress).
* **Invloed:** Beperking van sociaal leven kind en ouders, schoolprestaties, stress bij ouders.
* **Epidemiologie:** 15% van de terugkerende pijn bij kinderen, 1-2% heeft ernstige chronische musculoskeletale pijn. Juveniele reumatoïde arthritis.
#### 2.4.2 Groeipijnen
* **Leeftijd:** 3-12 jaar.
* **Kenmerken:** Symmetrisch, voornamelijk in de benen, niet beperkt tot gewrichten. Niet 's ochtends, niet na een slapeloze nacht. Geen manken, geen fysieke beperkingen. Normaal lichamelijk onderzoek (eventueel hypermobiliteit of platvoet). Normale ontwikkeling.
### 2.5 Overgewicht en musculoskeletale problemen
Hoger BMI is geassocieerd met tal van musculoskeletale problemen, met name in de rug en onderste ledematen (knie en enkel), tot 45%.
* **Veelvoorkomende problemen:** Veranderingen in gewrichten, platvoeten, X- en O-benen, heupproblemen.
* **Overige risico's:** Gevoeliger voor fracturen van de onderarm en femur. Verlies van spiermassa en motorische coördinatie kan leiden tot een vicieuze cirkel.
* * *
# Chronische pijn en de impact van overgewicht op musculoskeletale aandoeningen bij kinderen
Dit onderwerp verkent de oorzaken en presentatie van chronische musculoskeletale pijn bij kinderen, met specifieke aandacht voor de rol van overgewicht.
### 3.1 Chronische musculoskeletale pijn bij kinderen
Chronische musculoskeletale pijn bij kinderen kan verschillende oorzaken hebben, waaronder juveniele fibromyalgie en complex regionaal pijnsyndroom (CRPS). Deze aandoeningen komen vaker voor bij meisjes en adolescenten.
* **Juveniele fibromyalgie:** Gekenmerkt door diffuse of gegeneraliseerde pijn.
* **Complex Regionaal Pijnsyndroom (CRPS):** Ontwikkelt zich vaak na een trauma, met name aan de onderste ledematen. Symptomen omvatten "overdreven" pijn, zwelling, temperatuurverschillen (koud-warm), en verminderde beweeglijkheid.
Daarnaast kan **hypermobiliteit** bijdragen aan musculoskeletale pijn, hoewel het belangrijk is om andere bindweefselpathologieën zoals het Marfan syndroom uit te sluiten. Chronische rugpijn vereist eveneens zorgvuldige evaluatie, met aandacht voor alarmsignalen.
#### 3.1.1 Klinische presentatie van chronische pijn
Kinderen met chronische pijn kunnen diverse symptomen vertonen:
* Lokale pijn die zich uitbreidt.
* Houdingsveranderingen en verminderde beweeglijkheid.
* Angst om pijn uit te lokken.
* Hypersensitiviteit voor pijnprikkels.
* Autonome dysfunctie, zoals tachycardie, verhoogde transpiratie, koud zweet, bleekheid en malaise.
* Musculoskeletaal onevenwicht, waaronder het stijf houden van ledematen, door de benen zakken, gebogen knieën en heupen, en gebalde vuisten.
* Spierspasmen, veranderde houding en gangstoornissen.
#### 3.1.2 Factoren die chronische pijn bevorderen of veroorzaken
Verschillende factoren kunnen bijdragen aan de ontwikkeling of instandhouding van chronische pijn:
* **Trauma:** Een voorgeschiedenis van letsel.
* **Hypermobiliteit:** Een score van 4 of meer op de hypermobiliteitsschaal kan een indicator zijn.
* **Genetische aanleg:** Familiale predispositie kan een rol spelen.
* **Psychologische factoren:** Mentale en emotionele belasting.
* **Omgevingsfactoren:** Stressvolle situaties zoals verhuizingen, scheidingen, of ziekte binnen het gezin.
Deze factoren kunnen een aanzienlijke impact hebben op het sociale leven van het kind en de ouders, en leiden tot schoolproblemen en stress.
> **Tip:** Schattingen wijzen uit dat 15% van de terugkerende pijn bij kinderen gerelateerd is aan musculoskeletale problemen, en 1-2% van de kinderen ernstige chronische musculoskeletale pijn ervaart.
### 3.2 Overgewicht en musculoskeletale problemen
Overgewicht en een hoge Body Mass Index (BMI) spelen een significante rol bij de ontwikkeling van diverse musculoskeletale aandoeningen bij kinderen.
#### 3.2.1 Impact van overgewicht op gewrichten en botten
Kinderen met een hogere BMI lopen een verhoogd risico op:
* **Rugklachten:** Een veelvoorkomend gevolg van overgewicht.
* **Onderste ledemaatproblemen:** Knie- en enkelklachten komen frequent voor, wat tot 45% van de musculoskeletale problemen kan verklaren.
* **Gewrichtsveranderingen:** De extra belasting kan leiden tot veranderingen in de gewrichtsstructuren.
* **Platvoeten:** De voetboog kan verzakken door het verhoogde gewicht.
* **X- en O-benen:** De mechanische belasting kan deze standsafwijkingen bevorderen.
* **Heupproblemen:** Overgewicht kan de ontwikkeling van heupafwijkingen beïnvloeden.
* **Verhoogd fractuurrisico:** Kinderen met overgewicht zijn gevoeliger voor fracturen, met name van de onderarm en het femur.
#### 3.2.2 Vicieuze cirkel van overgewicht, spiermassa en coördinatie
Overgewicht kan leiden tot een verlies van spiermassa en een verminderde motorische coördinatie. Dit creëert een vicieuze cirkel:
* Verminderde spiermassa en coördinatie leiden tot minder fysieke activiteit.
* Minder fysieke activiteit kan leiden tot verdere gewichtstoename en spierafbraak.
* Dit verhoogt de belasting op de gewrichten en botten, wat resulteert in meer pijn en beperkingen.
Deze cyclus benadrukt het belang van een holistische aanpak die zowel gewichtsmanagement als het verbeteren van de spierkracht en motorische vaardigheden omvat.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Eerstelijnszorg | De eerste fase van gezondheidszorg die patiënten ontvangen wanneer ze medische problemen ervaren. Dit omvat huisartsenpraktijken en algemene medische consultaties. |
| Psychomotore ontwikkeling | De ontwikkeling van de motorische vaardigheden en de psychologische aspecten van een kind die hiermee verband houden, zoals coördinatie, evenwicht en ruimtelijke oriëntatie. |
| Gangproblemen | Afwijkingen in de manier waarop een persoon loopt, wat kan variëren van subtiele veranderingen in het looppatroon tot duidelijk zichtbare mankementen of onzekerheid tijdens het lopen. |
| Teengang (op de tenen lopen) | Een looppatroon waarbij iemand voornamelijk op de voorvoeten of tenen loopt in plaats van met de volledige voet op de grond te landen. Dit kan normaal zijn bij jonge kinderen tot een bepaalde leeftijd. |
| O-benen (genu varus) | Een stand van de benen waarbij de knieën naar buiten wijzen en de enkels elkaar raken, wat resulteert in een boogvormige stand van de benen. Dit is vaak normaal bij zuigelingen en peuters. |
| Out-toeing (voeten naar buiten draaien) | Een stand waarbij de voeten van een persoon naar buiten gericht staan tijdens het lopen of stilstaan, wat een "Charlie Chaplin"-achtige tred kan veroorzaken. |
| X-benen (genu valgus) | Een stand van de benen waarbij de knieën naar elkaar toe wijzen en de enkels uit elkaar staan, wat resulteert in een X-vormige stand van de benen. Dit is vaak normaal bij oudere kinderen. |
| In-toeing (voeten naar binnen draaien) | Een stand waarbij de voeten van een persoon naar binnen gericht staan tijdens het lopen of stilstaan. |
| Platvoeten (flexibel) | Een aandoening waarbij de voetboog aan de mediale zijde van de voet grotendeels afwezig is wanneer de voet belast wordt, maar zich kan vormen bij het ontlasten van de voet. |
| Metatarsus adductus | Een aangeboren afwijking van de voet waarbij de voorvoet naar binnen gericht is ten opzichte van de achtervoet, wat vaak wordt veroorzaakt door de positie in de baarmoeder. |
| Pes equinovarus (klompvoet) | Een aangeboren misvorming van de voet waarbij de voet naar beneden en naar binnen is gedraaid, vaak met een korte achillespees. |
| Tarsale coalitie | Een abnormale verbinding tussen twee of meer tarsale (enkel) botten, wat kan leiden tot pijn en bewegingsbeperking in de voet en enkel. |
| Torticollis | Een aandoening waarbij het hoofd van een persoon scheef staat en de kin naar de andere zijde is gedraaid, vaak veroorzaakt door een verkorting of spasme van de nekspieren. |
| Scoliose | Een zijdelingse kromming van de wervelkolom die vaak tijdens de adolescentie optreedt. |
| Spondylolyse | Een stressfractuur van een deel van de wervelboog, meestal in de lumbale wervelkolom, die kan leiden tot pijn. |
| Spondylolisthese | Een aandoening waarbij een wervel naar voren schuift ten opzichte van de wervel eronder, vaak als gevolg van spondylolyse. |
| Ziekte van Scheuerman | Een aandoening die de groeiplaten van de wervels aantast, resulterend in een kromming van de bovenrug (kyfose) en soms pijn, voornamelijk tijdens de adolescentie. |
| Lumbale wervelkolom | Het onderste deel van de wervelkolom, gelegen in de lage rug. |
| Osteochondritis | Een groep aandoeningen die de groeiende botten en kraakbeen aantasten, waarbij de bloedtoevoer naar een bepaald botgebied wordt verstoord, wat kan leiden tot pijn en ontsteking. |
| Charcot Marie Tooth | Een groep erfelijke neuropathieën die de perifere zenuwen aantasten, resulterend in spierzwakte, verlies van gevoel en vervormingen in voeten en handen. |
| Heupdysplasie | Een aandoening waarbij de heupkom (acetabulum) niet volledig is ontwikkeld of de heupkop niet goed in de kom past, wat kan leiden tot instabiliteit en artritis. |
| Acetabulum | De komvormige holte in het bekken die de kop van het dijbeen (femur) omvat om het heupgewricht te vormen. |
| Femur | Het dijbeen, het bot dat zich tussen het bekken en de knie bevindt. |
| Legg-Calvé-Perthes ziekte | Een kinderziekte waarbij de bloedtoevoer naar de epifyse van de heupkop wordt onderbroken, wat leidt tot avasculaire necrose en misvorming van de heupkop. |
| Avasculaire necrose | Afbraak van botweefsel als gevolg van een gebrek aan bloedtoevoer naar het gebied. |
| Epifyse | Het uiteinde van een lang bot dat bedekt is met kraakbeen, waar de botgroei plaatsvindt. |
| Caput femoris | De kop van het dijbeen. |
| Osgood-Schlatter | Een aandoening die pijn en zwelling veroorzaakt op de aanhechting van de kniepees aan de tibiaplateau bij adolescenten, vaak door overbelasting tijdens sportactiviteiten. |
| Chondromalacia patellae | Verzachting en slijtage van het kraakbeen aan de achterkant van de knieschijf (patella), wat pijn veroorzaakt, vooral bij buigen van de knie. |
| Patella | De knieschijf, het driehoekige bot aan de voorkant van het kniegewricht. |
| Osteoid osteoom | Een klein, goedaardig botgezwel dat vaak nachtelijke pijn veroorzaakt die verlicht wordt door niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID"s). |
| CRPS (Complex Regionaal Pijnsyndroom) | Een chronische pijnaandoening die meestal een ledemaat aantast na een blessure of operatie, gekenmerkt door hevige pijn, zwelling, veranderingen in huidkleur en temperatuur, en verminderde beweeglijkheid. |
| Hypermobiliteit | Een toestand waarbij gewrichten verder kunnen bewegen dan normaal, wat kan leiden tot instabiliteit en pijn. |
| Juveniele fibromyalgie | Een chronisch pijnsyndroom bij kinderen en adolescenten, gekenmerkt door wijdverspreide spierpijn, vermoeidheid, slaapproblemen en andere symptomen. |
| BMI (Body Mass Index) | Een maatstaf voor het lichaamsvet van een persoon, gebaseerd op hun lengte en gewicht. |
| Fracturen | Botbreuken of gebroken botten. |
| Motorische coördinatie | Het vermogen om bewegingen soepel en efficiënt te coördineren, wat essentieel is voor dagelijkse activiteiten en sport. |
| Juveniele reumatoïde artritis | Een vorm van artritis die bij kinderen voorkomt en gekenmerkt wordt door ontsteking van de gewrichten, pijn, zwelling en stijfheid. |
| Gewricht | De plek waar twee of meer botten samenkomen en beweging mogelijk maken. |
| Lichamelijk onderzoek | Een systematische beoordeling van het lichaam van een patiënt door een zorgverlener om tekenen van ziekte of letsel te identificeren. |