Cover
Empieza ahora gratis Zelfstudie APA.docx
Summary
# Algemene in-tekstverwijzingen
Dit hoofdstuk behandelt de fundamentele regels en richtlijnen voor het correct toepassen van in-tekstverwijzingen volgens de APA-stijl, met focus op de auteur-datum methode en de vereisten voor directe citaten.
## 1. Algemene principes van in-tekstverwijzingen
In-tekstverwijzingen dienen om de oorsprong van informatie, ideeën of citaten aan te geven die je hebt overgenomen uit andere bronnen. De auteur-datum methode is hierbij de kern.
### 1.1 De auteur-datum methode
De basis van de auteur-datum methode is het vermelden van de achternaam van de auteur en het publicatiejaar van de bron.
* **Verwijzing naar een idee of werk:** Wanneer je een idee of concept uit een bron samenvat of parafraseert, volstaat het vermelden van de auteur en het jaartal tussen haakjes. Paginanummers zijn hierbij niet vereist.
> **Voorbeeld:** "Volgens Jones (1998) is de APA-stijl lastig voor beginners." of "De APA-stijl kan lastig zijn voor beginners (Jones, 1998)."
### 1.2 Directe citaten
Bij directe citaten, waarbij de tekst letterlijk wordt overgenomen, is het essentieel om naast de auteur en het jaartal ook specifieke paginanummers te vermelden.
* **Korte citaten (minder dan 40 woorden):** Korte citaten worden tussen aanhalingstekens in de lopende tekst geplaatst. De verwijzing bevat de achternaam van de auteur, het jaartal en de paginanummers.
* Gebruik "p." voor een enkel paginanummer.
* Gebruik "pp." voor een reeks paginanummers.
> **Voorbeeld:** (Jones, 1998, p. 199)
> **Voorbeeld:** (Smith, 2003, pp. 45-47)
* **Lange citaten (40 woorden of meer):** Lange citaten worden op een aparte manier weergegeven om ze te onderscheiden van de eigen tekst.
* Begin een nieuw, ingesprongen blok.
* Gebruik geen aanhalingstekens rond het citaat.
* De referentie (auteur, jaartal, paginanummer) volgt na de afsluitende punt van het citaat.
> **Voorbeeld:**
> Het onderzoek toonde aan dat studenten die actief deelnamen aan discussiegroepen, significant hogere scores behaalden op de examens. Dit kwam door de diepere verwerking van de stof en de directe feedback die ze ontvingen. (De Vries, 2020, pp. 55-56)
### 1.3 Citaten zonder paginanummers
Voor bronnen die geen paginanummers hebben, zoals sommige websites, is het noodzakelijk om andere identificatoren te gebruiken om de exacte locatie van de informatie aan te geven.
* **Identificatoren:** Gebruik paragrafen ("paras."), secties ("sectie"), hoofdstukken ("hoofdstuk"), of tabellen ("tabel") om de locatie aan te duiden.
> **Voorbeeld:** (Jones, 1998, paras. 4–5)
> **Voorbeeld:** (Smith, 2003, Sectie 2)
### 1.4 Parafraseren en samenvatten
Bij het parafraseren of samenvatten van informatie uit een bron hoef je in principe geen paginanummer te vermelden. Echter, bij lange of complexe bronnen kan het nuttig zijn om toch een paginanummer toe te voegen om de lezer te helpen de oorspronkelijke context te vinden.
> **Tip:** Hoewel niet altijd verplicht, kan het vermelden van paginanummers bij parafrases de transparantie en controleerbaarheid van je werk vergroten, zeker bij uitgebreide bronnen.
## 2. Specifieke regels voor auteurverwijzingen
De APA-stijl kent specifieke regels voor het vermelden van auteurs, afhankelijk van het aantal auteurs en de aard van de bron.
### 2.1 Werk van één auteur
Vermeld de achternaam van de auteur en het publicatiejaar.
* **In de tekst:** Ahmed (2016) stelt dat...
* **Tussen haakjes:** (Ahmed, 2016)
### 2.2 Werk van twee auteurs
Noem beide auteurs bij naam. Gebruik "en" in de lopende tekst en een ampersand (&) tussen de haakjes.
* **In de tekst:** Wegener en Petty (1994) tonen aan dat...
* **Tussen haakjes:** (Wegener & Petty, 1994)
### 2.3 Werk van drie of meer auteurs
Vermeld alleen de achternaam van de eerste auteur, gevolgd door "et al." (en andere) bij elke verwijzing.
* **In de tekst:** Kernis et al. (1993) suggereren dat...
* **Tussen haakjes:** (Kernis et al., 1993)
> **Tip:** "et al." is een afkorting van het Latijnse "et alia" (en andere). Het is een gestandaardiseerde manier om te verwijzen naar werken met meerdere auteurs zonder de lijst onnodig lang te maken.
### 2.4 Onbekende auteur
Wanneer er geen specifieke auteur is, gebruik je de titel van het werk.
* **Boeken en rapporten:** Titels worden schuingedrukt.
> **Voorbeeld:** ("Using Citations," 2001)
* **Artikelen en webpagina's:** Titels worden tussen aanhalingstekens geplaatst.
> **Voorbeeld:** ("The Impact of Technology," 2010)
### 2.5 Organisatie als auteur
Vermeld de naam van de organisatie volledig bij de eerste verwijzing. Bij volgende verwijzingen kan een afkorting worden gebruikt, mits deze duidelijk is gedefinieerd.
* **Eerste verwijzing:** (Mothers Against Drunk Driving [MADD], 2000)
* **Volgende verwijzingen:** (MADD, 2000)
### 2.6 Meerdere werken in dezelfde haakjes
Scheid meerdere werken die in dezelfde verwijzing worden genoemd met een puntkomma (;).
* **Voorbeeld:** (Berndt, 2002; Harlow, 1983)
### 2.7 Auteurs met dezelfde achternaam
Voeg de voorletters van de auteurs toe om verwarring te voorkomen wanneer er meerdere auteurs met dezelfde achternaam zijn.
* **Voorbeeld:** (E. Johnson, 2001; L. Johnson, 1998)
### 2.8 Meerdere werken van dezelfde auteur in hetzelfde jaar
Gebruik kleine letters (a, b, c, enz.) die direct achter het jaartal worden geplaatst om onderscheid te maken tussen verschillende publicaties van dezelfde auteur uit hetzelfde jaar.
* **In de tekst:** Berndt (1981a) ontdekte... en (Berndt, 1981b)
* **Tussen haakjes:** (Berndt, 1981a), (Berndt, 1981b)
### 2.9 Persoonlijke communicatie
Persoonlijke communicatie, zoals interviews, telefoongesprekken, e-mails, en persoonlijke gesprekken, wordt alleen in de tekst vermeld. Deze bronnen worden **niet** opgenomen in de referentielijst omdat ze niet door de lezer kunnen worden geraadpleegd.
* **Formaat:** (Voorletter. Achternaam, type communicatie, volledige datum)
> **Voorbeeld:** (E. Robbins, persoonlijke communicatie, 4 januari 2001)
* **Traditionele kennis van inheemse volkeren:** Voor dit type bronnen kan het nuttig zijn om extra context te geven over de persoon.
> **Voorbeeld:** (Caroline Jennings, Cherokee Nation, woont in Tulsa, Oklahoma, persoonlijke communicatie, oktober 2019)
### 2.10 Indirecte bronnen citeren
Wanneer je een bron citeert die je hebt gevonden binnen een andere bron (een secundaire bron), vermeld dan beide bronnen. Geef de originele auteur en jaartal aan, gevolgd door "zoals geciteerd in" en de details van de secundaire bron.
* **Formaat:** (Originele auteur, origineel jaartal, zoals geciteerd in Secundaire auteur, secundair jaartal, p. paginanummer)
> **Voorbeeld:** (Johnson, 1985, zoals geciteerd in Smith, 2003, p. 102)
### 2.11 Elektronische bronnen zonder paginanummers
Voor digitale bronnen die geen paginanummers hebben, zoals websites of online rapporten, gebruik je andere identificatoren.
* **Gebruik:** Sectienamen, paragraafnummers ("paras."), of andere relevante identificatoren.
> **Voorbeeld:** Volgens Smith (1997) is de ontwikkeling van digitale geletterdheid cruciaal voor het succes in de 21e eeuw.
> **Voorbeeld met identificator:** (Smith, 1997, Mind Over Matter sectie, para. 6)
## 3. Voetnoten en eindnoten
Voetnoten en eindnoten kunnen worden gebruikt voor aanvullende informatie die niet direct in de hoofdtekst past, maar wel relevant is voor de lezer.
### 3.1 Algemene plaatsing van voetnoten
* Voetnootnummers worden in superscript weergegeven.
* Plaats het superscriptnummer altijd na een leesteken, met uitzondering van een gedachtestreepje (—).
* Als een voetnoot specifiek betrekking heeft op tekst tussen haakjes, moet het nummer binnen de sluitende haakjes van die tekst komen te staan.
* Gebruik geen spatie tussen het woord en het superscriptvoetnootnummer.
* Voetnoten mogen nooit in een koptekst worden geplaatst.
* In de meeste tekstverwerkers verschijnen voetnoten onderaan de pagina of op een aparte pagina na de referentielijst.
### 3.2 Indeling van voetnoten
* De titel "Footnotes" moet gecentreerd en vetgedrukt bovenaan de pagina staan.
* De eerste regel van elke voetnoot moet ingesprongen zijn (één tab of vijf spaties).
* Voeg een spatie toe tussen het voetnootnummer en de tekst van de voetnoot.
* Gebruik dubbele regelafstand voor de gehele tekst, behalve voor de voetnoten zelf. Voetnoten worden vaak in enkele regelafstand en met een kleiner lettertype weergegeven.
### 3.3 Inhoudelijke voetnoten (Content Notes)
Deze voetnoten bieden aanvullende informatie om de hoofdtekst te verduidelijken of uit te breiden, zonder de leesflow te onderbreken. Ze moeten beknopt blijven en zich op één onderwerp concentreren.
> **Voorbeeld:**
> 1 Zie Field (1993) voor een uitgebreide analyse van de biografie van Malory en zijn literaire invloeden.
### 3.4 Copyright voetnoten
Wanneer je lange citaten gebruikt (meer dan 500 woorden) of wanneer je mogelijk inbreuk maakt op auteursrechten, is het noodzakelijk om toestemming te vragen.
* Volg dezelfde opmaakregels als voor inhoudelijke voetnoten.
* Vermeld expliciet de copyrightinformatie en of het materiaal is herdrukt of aangepast.
> **Voorbeeld:**
> 1 From “Title of Article,” by A. Author and B. Author, jaar, Journal Title, Volume(Issue), p. ## (DOI of URL). Copyright jaar by Copyright Holder. Reprinted with permission.
## 4. De referentielijst: basisregels
De referentielijst, die aan het einde van je document staat, biedt volledige details van alle bronnen die je in de tekst hebt geciteerd.
### 4.1 Algemene opmaakregels
* Begin de referentielijst op een nieuwe pagina.
* De titel "References" moet gecentreerd, vetgedrukt en zonder aanhalingstekens of onderstreping zijn.
* Alle tekst in de referentielijst moet dubbel worden gespaced, inclusief de verwijzingen zelf.
* Gebruik een hangende inspringing: de eerste regel van elke referentie begint aan de linkermarge, en alle volgende regels van diezelfde referentie worden met 0,5 inch (ongeveer 1,27 cm) ingesprongen.
### 4.2 Auteurs vermelden
* Vermeld de achternamen van de auteurs eerst, gevolgd door hun initialen (bijv. "Smith, J. M.").
* Scheid meerdere auteurs met komma's. Gebruik een ampersand (&) vóór de naam van de laatste auteur.
* Voor werken met 21 of meer auteurs, vermeld je de eerste 19 auteurs, gevolgd door een ellips (...), en daarna de naam van de laatste auteur (zonder ampersand).
### 4.3 Alfabetiseren
* De referenties worden alfabetisch geordend op basis van de achternaam van de eerste auteur.
* Als je meerdere werken van dezelfde auteur hebt, worden deze bronnen chronologisch geordend, van het oudste naar het meest recente.
### 4.4 Titels van werken
* **Boeken, rapporten en langere werken:** Gebruik cursief. Kapitaliseer alleen het eerste woord van de titel en subtitel, evenals eigennamen.
* **Hoofdstukken, artikelen en kortere werken:** Gebruik geen cursief en geen aanhalingstekens. Kapitaliseer op dezelfde manier als bij boeken (alleen het eerste woord van de titel en subtitel, en eigennamen).
* **Tijdschriftartikelen:** De titel van het tijdschrift moet cursief zijn en hoofdletters krijgen voor elk belangrijk woord. De titel van het artikel zelf volgt de normale regels voor kapitalisatie.
> **Voorbeeld:** *Journal of Personality and Social Psychology*, "The influence of social media on adolescent self-esteem."
### 4.5 Specifieke regels voor tijdschriftartikelen
* **Tijdschriftnaam:** Cursief en met hoofdletters voor elk belangrijk woord.
* **Artikelnaam:** Normale kapitalisatie zoals bij een boekhoofdstuk.
> **Voorbeeld:** *Journal of Applied Psychology*, "Workplace motivation and employee engagement."
---
Dit overzicht biedt de fundamentele principes en specifieke regels voor in-tekstverwijzingen volgens de APA-stijl, gericht op nauwkeurigheid en helderheid in academisch schrijven. Het correct toepassen van deze regels is essentieel voor het vermijden van plagiaat en het correct erkennen van de werken van anderen.
---
# Auteursnotaties en speciale gevallen in citaten
Dit onderwerp behandelt specifieke scenario's voor in-tekstverwijzingen, zoals werk van meerdere auteurs, organisaties als auteurs, en het citeren van persoonlijke communicatie, evenals het correct omgaan met bronnen zonder paginanummers en indirecte citaten.
### 2.1 Werk van meerdere auteurs
De manier waarop meerdere auteurs worden geciteerd in de tekst hangt af van het aantal auteurs.
#### 2.1.1 Werk van twee auteurs
Bij werk van twee auteurs worden beide auteurs bij naam genoemd. In de lopende tekst wordt "en" gebruikt om de namen te scheiden, terwijl in de haakjes de ampersand ("&") wordt gebruikt.
* **In tekst:** Wegener en Petty (1994) tonen aan...
* **In haakjes:** (Wegener & Petty, 1994)
#### 2.1.2 Werk van drie of meer auteurs
Voor werken met drie of meer auteurs wordt alleen de naam van de eerste auteur gebruikt, gevolgd door "et al." bij elke vermelding.
* **In tekst:** Kernis et al. suggereren...
* **In haakjes:** (Kernis et al., 1993)
### 2.2 Organisaties als auteurs
Wanneer een organisatie als auteur fungeert, wordt de volledige naam van de organisatie vermeld bij de eerste verwijzing. Bij volgende verwijzingen kan de afkorting worden gebruikt, mits deze bij de eerste vermelding is geïntroduceerd.
* **Eerste vermelding:** (Mothers Against Drunk Driving [MADD], 2000)
* **Volgende vermeldingen:** (MADD, 2000)
### 2.3 Citeren van speciale gevallen
#### 2.3.1 Onbekende auteur
Als de auteur van een werk onbekend is, wordt in plaats daarvan de titel van het werk geciteerd. Boek- en rapporttitels worden schuingedrukt, terwijl titels van artikelen en webpagina's tussen aanhalingstekens worden geplaatst.
* **Voorbeeld:** ("Using Citations," 2001)
#### 2.3.2 Meerdere werken in dezelfde haakjes
Wanneer meerdere werken in dezelfde verwijzing moeten worden opgenomen, worden deze gescheiden door een puntkomma.
* **Voorbeeld:** (Berndt, 2002; Harlow, 1983)
#### 2.3.3 Auteurs met dezelfde achternaam
Om verwarring te voorkomen bij auteurs met dezelfde achternaam, worden de voorletters van de auteurs toegevoegd aan de citaten.
* **Voorbeeld:** (E. Johnson, 2001; L. Johnson, 1998)
#### 2.3.4 Meerdere werken van dezelfde auteur in hetzelfde jaar
Om onderscheid te maken tussen meerdere werken van dezelfde auteur die in hetzelfde jaar zijn gepubliceerd, worden kleine letters (a, b, c) toegevoegd aan het jaartal.
* **In tekst:** Berndt (1981a) ontdekte...
* **In haakjes:** (Berndt, 1981b)
#### 2.3.5 Persoonlijke communicatie
Persoonlijke communicatie, zoals interviews, e-mails of mondelinge mededelingen, wordt alleen in de tekst vermeld en niet opgenomen in de referentielijst. De vermelding bevat de naam van de communicator, de aanduiding "persoonlijke communicatie", en de specifieke datum.
* **Voorbeeld:** (E. Robbins, persoonlijke communicatie, 4 januari 2001)
Voor traditionele kennis van inheemse volkeren kan extra context worden toegevoegd over de persoon en hun achtergrond.
* **Voorbeeld:** (Caroline Jennings, Cherokee Nation, woont in Tulsa, Oklahoma, persoonlijke communicatie, oktober 2019)
#### 2.3.6 Indirecte bronnen citeren
Wanneer een bron wordt geciteerd die zelf in een andere bron wordt vermeld (een indirecte bron), worden beide bronnen weergegeven. De primaire bron wordt genoemd, gevolgd door de vermelding "zoals geciteerd in" en de details van de secundaire bron.
* **Voorbeeld:** (Johnson, 1985, zoals geciteerd in Smith, 2003, p. 102)
#### 2.3.7 Elektronische bronnen zonder paginanummers
Voor elektronische bronnen die geen paginanummers hebben, zoals websites, worden alternatieve identificatoren gebruikt, zoals sectienamen, paragraafnummers of tabelnummers.
* **Voorbeeld in tekst:** Volgens Smith (1997)...
* **Voorbeeld in haakjes:** (Mind Over Matter sectie, para. 6)
* **Voorbeeld met paginanummers voor paragrafen:** (paras. 4–5)
> **Tip:** Gebruik altijd de meest specifieke identificator die beschikbaar is om je lezers te helpen de exacte locatie van de informatie te vinden.
### 2.4 Citeren van titels in de tekst
Wanneer titels van werken in de lopende tekst worden genoemd, gelden specifieke hoofdletterregels. Voor titels van boeken, tijdschriften en rapporten wordt alleen het eerste woord van de titel en subtitel, evenals eigennamen, met een hoofdletter geschreven. Bij titels van artikelen of webpagina's die cursief zijn in de referentielijst, moeten ze ook cursief in de tekst worden weergegeven.
* **Voorbeeld:** De studie "Deep blue: The mysteries of the Marianas Trench" onderzocht...
* **Voorbeeld:** Het boek *Alexander the Great: A life in legend* beschrijft...
> **Tip:** Consistentie is cruciaal. Controleer altijd de APA-richtlijnen voor de exacte hoofdletterregels voor verschillende soorten werken wanneer deze in de tekst worden vermeld.
---
# Voetnoten en eindnoten
Hier is een studiehandleiding over voetnoten en eindnoten, gebaseerd op de verstrekte tekst:
## 3. Voetnoten en eindnoten
Dit onderwerp behandelt de correcte plaatsing, opmaak en inhoud van voetnoten, inclusief zowel inhoudelijke als copyright voetnoten.
### 3.1 Algemene plaatsing van voetnoten
Voetnootnummers worden in superscript weergegeven na een leesteken, met uitzondering van een gedachtestreepje (`—`). Indien een voetnoot specifiek betrekking heeft op informatie tussen haakjes, dient het nummer binnen de haakjes te worden geplaatst. Er mag geen spatie tussen het woord en het superscript voetnootnummer worden geplaatst. Voetnoten mogen nooit in een koptekst worden opgenomen. In tekstverwerkers verschijnen voetnoten typisch onderaan de pagina of op een aparte pagina na de referentielijst.
### 3.2 Indeling van voetnoten
De titel van de voetnotenpagina luidt "Footnotes", is gecentreerd, vetgedrukt en staat zonder aanhalingstekens of onderstreping bovenaan de pagina. De eerste regel van elke voetnoot moet met één tab (ongeveer vijf spaties) worden ingesprongen. Na het voetnootnummer volgt een spatie voordat de tekst van de voetnoot begint. De algemene regel is dubbele regelafstand, maar voetnoten zelf worden vaak met enkele regelafstand weergegeven (bijvoorbeeld met een 10-punts lettertype).
### 3.3 Inhoudelijke voetnoten (Content Notes)
Deze voetnoten dienen om aanvullende informatie te verstrekken aan de lezer. Ze moeten beknopt zijn en zich richten op één specifiek onderwerp. Het is aan te raden om een inhoudelijke voetnoot te beperken tot één alinea.
> **Voorbeeld:**
> 1 Zie Field (1993) voor meer informatie over het leven van Malory.
### 3.4 Copyright voetnoten
Copyright voetnoten zijn vereist wanneer meer dan vijfhonderd woorden worden geciteerd, of wanneer er een vermoeden is van auteursrechtschending. In zulke gevallen dient vooraf toestemming te worden verkregen van de auteur(s). De opmaak volgt dezelfde regels als bij inhoudelijke voetnoten, maar bevat tevens specifieke informatie over het copyright en eventuele aanpassingen of herdrukken van het materiaal.
> **Voorbeeld:**
> 1 From “Title of Article,” by A. Author and B. Author, jaar, Journal Title, Volume(Issue), p. ## (DOI of URL). Copyright jaar by Copyright Holder. Reprinted with permission.
---
# Referentielijst: algemene opmaak en regels
Hier volgt een gedetailleerde studiehandleiding over de algemene opmaak en regels van een referentielijst, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 4. Referentielijst: algemene opmaak en regels
Dit hoofdstuk beschrijft de fundamentele opmaakvereisten voor de referentielijst, inclusief de plaatsing, afstand, inspringing en alfabetische ordening van referenties.
### 4.1 Algemene opmaakregels
De referentielijst is een cruciaal onderdeel van academisch werk en biedt de lezer een gedetailleerd overzicht van alle geraadpleegde bronnen. Correcte opmaak zorgt voor duidelijkheid en professionaliteit.
* **Startpagina:** De referentielijst begint altijd op een nieuwe pagina.
* **Titel:** De titel van de lijst is "References". Deze titel wordt gecentreerd en vetgedrukt bovenaan de pagina geplaatst, zonder aanhalingstekens of onderstreping.
* **Afstand:** De gehele referentielijst, inclusief de verwijzingen zelf, wordt dubbel gespaced. Dit geldt ook voor de tekst van elke individuele verwijzing.
* **Hangende inspringing:** Elke verwijzing maakt gebruik van een hangende inspringing. Dit betekent dat de eerste regel van een referentie aan de linkermarge begint, terwijl alle volgende regels van diezelfde referentie worden ingesprongen met 0,5 inch (ongeveer 1,27 cm).
> **Tip:** Gebruik de instellingen van je tekstverwerker om een hangende inspringing toe te passen; dit is efficiënter dan handmatig spaties of tabs toevoegen.
* **Alfabetiseren:** De referenties worden alfabetisch geordend op basis van de achternaam van de eerste auteur. Als er meerdere werken van dezelfde auteur zijn, worden deze chronologisch gesorteerd, beginnend met het vroegst gepubliceerde werk.
### 4.2 Vermelding van auteurs
De manier waarop auteurs worden vermeld, varieert afhankelijk van het aantal auteurs.
* **Auteur(s):** Vermeld altijd eerst de achternaam van de auteur, gevolgd door de initialen van de voornaam/voornamen. Bijvoorbeeld: "Smith, J. M.".
* **Twee auteurs:** Bij twee auteurs worden hun namen gescheiden door een komma en een ampersand ('&') voor de laatste auteur.
* **Drie tot twintig auteurs:** Voor werken met drie tot en met twintig auteurs worden de namen van alle auteurs vermeld, gescheiden door komma's. De laatste auteur wordt voorafgegaan door een ampersand ('&').
* **Meer dan twintig auteurs:** Bij werken met meer dan twintig auteurs worden de eerste negentien auteurs vermeld, gevolgd door een ellips ('...'), en daarna de naam van de allerlaatste auteur. Er wordt geen ampersand ('&') gebruikt voor de laatste auteur in dit geval.
* **Groepsauteurs:** Als een werk door een organisatie of groep is geschreven, wordt de naam van de organisatie als auteur vermeld. Bij hiërarchische groepen wordt de meest specifieke entiteit als auteur genomen.
### 4.3 Titels van werken
De opmaak van titels varieert afhankelijk van het type werk.
* **Boeken, rapporten en langere werken:** De titel wordt cursief weergegeven. Alleen het eerste woord van de titel en eventuele subtitels worden met een hoofdletter geschreven. Eigennamen worden, zoals gebruikelijk, ook met een hoofdletter geschreven.
* **Hoofdstukken, artikelen en kortere werken:** Deze titels worden niet cursief weergegeven en ook niet tussen aanhalingstekens geplaatst. De kapitalisatie volgt dezelfde regels als voor boeken: alleen het eerste woord van de titel en subtitel, en eigennamen worden met een hoofdletter geschreven.
* **Tijdschriftartikelen:** De titel van het tijdschrift (de periodiek) wordt cursief weergegeven en met hoofdletters voor elk belangrijk woord (Title Case). De titel van het artikel zelf volgt echter de normale regels voor kapitalisatie (sentence case), zoals bij boeken en artikelen.
### 4.4 Specifieke regels voor tijdschriftartikelen
De opmaak van tijdschriftartikelen kent specifieke richtlijnen.
* **Titel van het tijdschrift:** Moet cursief worden weergegeven en alle belangrijke woorden moeten met een hoofdletter beginnen.
* **Titel van het artikel:** Volgt de standaardregel voor kapitalisatie (alleen het eerste woord en eigennamen).
* **Volume en nummer:** Het volume van het tijdschrift wordt ook cursief weergegeven, direct gevolgd door het nummer van de uitgave (tussen haakjes, niet cursief).
* **Paginanummers:** Deze worden na het volume en nummer vermeld.
* **DOI:** Indien beschikbaar, wordt de Digital Object Identifier (DOI) van het artikel vermeld, beginnend met `https://doi.org/`. Dit zorgt voor een stabiele link naar de bron.
* **URL:** Als er geen DOI beschikbaar is, maar wel een stabiele URL, wordt deze gebruikt. Dit is vooral van toepassing op online tijdschriften of artikelen uit archieven.
* **Artikelen in kranten:** Deze worden opgemaakt met de titel van de krant cursief, gevolgd door de datum en de paginanummers.
* **Recensies:** De titel van de recensie wordt als een artikel behandeld, en de titel van het besproken boek wordt tussen haakjes vermeld na "[Review van het boek...]", gevolgd door de auteurs van het besproken boek.
### 4.5 Bronnen zonder auteursnaam
Wanneer een bron geen duidelijke auteur heeft, wordt de titel van het werk gebruikt in plaats van een auteursnaam.
* **Boeken en rapporten:** De titels worden cursief weergegeven.
* **Artikelen en webpagina's:** De titels worden tussen aanhalingstekens geplaatst.
### 4.6 Meerdere werken van dezelfde auteur
Wanneer een auteur meerdere werken heeft gepubliceerd die in de referentielijst moeten worden opgenomen, is de chronologische volgorde belangrijk.
* **Chronologische ordening:** De werken worden gerangschikt van het oudste naar het meest recente gepubliceerde werk.
* **Gelijksoortige publicatiejaren:** Als meerdere werken van dezelfde auteur in hetzelfde jaar zijn gepubliceerd, worden de jaartallen aangevuld met kleine letters (a, b, c, enz.) om ze van elkaar te onderscheiden. Dit geldt zowel voor de referentielijst als voor de in-tekst citaties.
### 4.7 Bijzondere soorten bronnen
Sommige bronnen vereisen specifieke opmaakregels.
* **Inleidingen, voorwoorden en nawoorden:** Deze worden behandeld als hoofdstukken binnen een boek. De auteur van het voorwoord, inleiding of nawoord wordt vermeld, gevolgd door de titel van dat specifieke gedeelte. Vervolgens wordt het boek waarin het is opgenomen vermeld, met de editors en paginanummers van het hoofdstuk.
* **Woordenboek-, thesaurus- of encyclopedie-inschrijvingen:** De opmaak hangt af van of de inschrijving een individuele auteur heeft of een groepsauteur (organisatie). De titel van de specifieke inschrijving wordt vermeld, gevolgd door de titel van het naslagwerk (met editie en paginanummers).
* **Gepubliceerde dissertaties en masterproeven:** Deze worden vermeld met de auteur, het jaar, de titel (cursief), het publicatienummer (indien van toepassing), het type scriptie (bijv. [Doctoral dissertation]), de naam van de instelling en de database of het archief waaruit ze verkregen zijn.
* **Ongepubliceerde dissertaties en masterproeven:** De opmaak is vergelijkbaar met gepubliceerde werken, maar zonder het publicatienummer en de database/archiefinformatie.
* **Federale of staatswetten:** De naam van de wet, het publicatiewetnummer en het jaartal worden vermeld, gevolgd door de URL van de officiële bron.
* **Rapporten van overheidsinstanties of organisaties:** De naam van de organisatie, het jaar, de titel van het rapport (cursief) en de URL worden vermeld.
---
# Referentielijst: specifieke bronnen
Dit onderwerp biedt gedetailleerde richtlijnen voor het correct opnemen van diverse soorten bronnen in de referentielijst, essentieel voor academische integriteit en consistentie.
### 5.1 Algemene opmaakregels voor de referentielijst
De referentielijst dient te beginnen op een nieuwe pagina, met de titel "References" gecentreerd en vetgedrukt. Alle tekst, inclusief de individuele referenties, moet dubbel worden gespaced. Een hangende inspringing is vereist: elke regel van een referentie na de eerste regel moet 0,5 inch (1,27 cm) worden ingesprongen.
#### 5.1.1 Auteurs vermelden
* **Formaat:** Achternamen van auteurs komen eerst, gevolgd door hun initialen (bijv. "Smith, J. M.").
* **Meerdere auteurs:** Namen worden gescheiden door komma's. Voor de laatste auteur wordt een ampersand (`&`) gebruikt.
* **21 of meer auteurs:** Vermeld de eerste 19 auteurs, gevolgd door een puntjes (`...`), en vervolgens de laatste auteur zonder ampersand.
#### 5.1.2 Alfabetiseren en chronologie
* Referenties worden alfabetisch geordend op basis van de achternaam van de eerste auteur.
* Bij meerdere artikelen van dezelfde auteur worden de bronnen chronologisch geordend, van vroegste naar meest recente publicatie.
#### 5.1.3 Titels van werken
* **Boeken, rapporten en langere werken:** Gebruik cursief. Kapitaliseer alleen het eerste woord van de titel en subtitel, evenals eigennamen.
* **Hoofdstukken, artikelen en kortere werken:** Geen cursief, geen aanhalingstekens. Kapitalisatie volgt de regels voor boeken.
* **Tijdschriftartikelen:** De titel van het tijdschrift wordt cursief geschreven en met hoofdletters voor elk belangrijk woord. De titel van het artikel zelf volgt de normale regels voor kapitalisatie.
### 5.2 Referentielijst: auteur/auteurs
#### 5.2.1 Aantal auteurs
* **Eén auteur:** Achternaam eerst, gevolgd door initialen van de voornamen.
> **Voorbeeld:** Ahmed, S. (2012). *On being included: Racism and diversity in institutional life*. Duke University Press.
* **Twee auteurs:** Achternamen en initialen van beide auteurs, gescheiden door een komma en een ampersand (`&`).
> **Voorbeeld:** Soto, C. J., & John, O. P. (2017). The next big five inventory (BFI-2). *Journal of Personality and Social Psychology*, *113*(1), 117-143.
* **Drie tot twintig auteurs:** Achternamen en initialen van alle auteurs, gescheiden door komma's, met een ampersand (`&`) voor de laatste auteur.
> **Voorbeeld:** Nguyen, T., Carnevale, J. J., Scholer, A. A., Miele, D. B., & Fujita, K. (2019). Metamotivational knowledge of high-level and low-level construal. *Journal of Personality and Social Psychology*, *117*(5), 879-899.
* **Meer dan twintig auteurs:** Vermeld de eerste 19 auteurs, gevolgd door een ellipsis (`...`), en daarna de laatste auteur (zonder ampersand).
> **Voorbeeld:** Pegion, K., Kirtman, B. P., Becker, E., Collins, D. C., LaJoie, E., ... Kim, H. (2019). The subseasonal experiment (SubX). *Bulletin of the American Meteorological Society*, *100*(10), 2043-2061.
#### 5.2.2 Groepsauteurs
* Vermeld de naam van de groep als auteur. Bij meerdere lagen van groepsauteurschap vermeld je de meest specifieke entiteit.
> **Voorbeeld:** Bureau of International Organization Affairs. (2018). *U.S. contributions to international organizations, 2017* [Annual report]. U.S. Department of State.
#### 5.2.3 Onbekende auteur
* Gebruik de titel van het werk in plaats van een auteursnaam.
> **Voorbeeld:** *Merriam-Webster's collegiate dictionary* (11th ed.). (2003). Merriam-Webster.
#### 5.2.4 Meerdere werken van dezelfde auteur
* Vermeld de werken chronologisch. Bij meerdere werken in hetzelfde jaar, voeg een letter toe aan het jaartal (bijv. 2004a, 2004b).
> **Voorbeeld:** Berndt, T. J. (2004a). Children’s friendships. *Merrill Palmer Quarterly*, *50*(3), 206-223.
#### 5.2.5 Inleidingen, voorwoorden, en nawoorden
* Vermeld het voorwoord, de inleiding, of het nawoord als een hoofdstuk in het boek.
> **Voorbeeld:** Lang, J. M. (2018). Introduction. In G. Dujardin, J. M. Lang, & J. A. Staunton (Eds.), *Teaching the literature survey course* (pp. 1-8). West Virginia University Press.
### 5.3 Referentielijst: artikelen in periodieken
#### 5.3.1 Artikel in een gedrukt tijdschrift
* **Formaat:** Achternaam auteur, initialen. (Jaar). Titel van het artikel. *Titel van het tijdschrift*, *volume*(issue), paginanummers.
> **Voorbeeld:** Scruton, R. (1996). The eclipse of listening. *The New Criterion*, *15*(3), 5–13.
#### 5.3.2 Artikel in een elektronisch tijdschrift
* **Formaat:** Achternaam auteur, initialen. (Jaar). Titel van het artikel. *Titel van het tijdschrift*, *volume*(issue), paginanummers. DOI (indien beschikbaar).
> **Voorbeeld:** Baniya, S., & Weech, S. (2019). Data and experience design: Negotiating community-oriented digital research with service-learning. *Purdue Journal of Service-Learning and International Engagement*, *6*(1), 11–16. https://doi.org/10.5703/1288284316979
* **Zonder DOI:** Gebruik een stabiele URL.
> **Voorbeeld:** Denny, H., Nordlof, J., & Salem, L. (2018). "Tell me exactly what it was that I was doing that was so bad": Understanding the needs and expectations of working-class students in writing centers. *Writing Center Journal*, *37*(1), 67–98. https://www.jstor.org/stable/26537363
#### 5.3.3 Artikel in een tijdschrift (met datum)
* **Formaat:** Achternaam auteur, initialen. (Maand, dag, jaar). Titel van het artikel. *Titel van het tijdschrift*, *volume*(issue), paginanummers.
> **Voorbeeld:** Peterzell, J. (1990, April). Better late than never. *Time*, *135*(17), 20–21.
#### 5.3.4 Artikel in een krant
* **Formaat:** Achternaam auteur, initialen. (Maand, dag, jaar). Titel van het artikel. *Titel van de krant*, paginanummers.
> **Voorbeeld:** Schultz, S. (2005, December 28). Calls made to strengthen state energy policies. *The Country Today*, 1A, 2A.
#### 5.3.5 Recensie
* **Formaat:** Achternaam auteur, initialen. (Jaar). Titel van de recensie [Review van het boek Titel van het boek, door A. Auteur & B. Auteur]. *Titel van het tijdschrift*, *volume*(issue), paginanummers.
> **Voorbeeld:** Baumeister, R. F. (1993). Exposing the self-knowledge myth [Review van het boek *The self-knower: A hero under control*, door R. A. Wicklund & M. Eckert]. *Contemporary Psychology*, *38*(5), 466–467.
### 5.4 Referentielijst: boeken
#### 5.4.1 Boek door één auteur
* **Formaat:** Achternaam auteur, initialen. (Jaar). *Titel van het werk: Hoofdletter ook voor subtitel*. Uitgever. DOI (indien beschikbaar).
> **Voorbeeld:** Stoneman, R. (2008). *Alexander the Great: A life in legend*. Yale University Press.
#### 5.4.2 Bewerkt boek zonder auteur
* **Formaat:** Editor, initialen. (Ed.). (Jaar). *Titel van het werk: Hoofdletter ook voor subtitel*. Uitgever. DOI (indien beschikbaar).
> **Voorbeeld:** Leitch, M. G., & Rushton, C. J. (Eds.). (2019). *A new companion to Malory*. D. S. Brewer.
#### 5.4.3 Bewerkt boek met een auteur
* **Formaat:** Auteur, initialen. (Jaar). *Titel van het werk: Hoofdletter ook voor subtitel* (Initialen editor, Ed.). Uitgever. DOI (indien beschikbaar).
> **Voorbeeld:** Malory, T. (2017). *Le morte d'Arthur* (P. J. C. Field, Ed.). D. S. Brewer. (Origineel werk gepubliceerd 1469-70)
#### 5.4.4 Vertaling
* **Formaat:** Auteur, initialen. (Jaar). *Titel van het werk: Hoofdletter ook voor subtitel* (Initialen vertaler, Vert.). Uitgever. (Origineel werk gepubliceerd jaar). DOI (indien beschikbaar).
> **Voorbeeld:** Plato. (1989). *Symposium* (A. Nehamas & P. Woodruff, Vert.). Hackett Publishing Company. (Origineel werk gepubliceerd ca. 385-378 BCE)
#### 5.4.5 Andere editie dan de eerste
* **Formaat:** Auteur, initialen. (Jaar). *Titel van het werk: Hoofdletter ook voor subtitel* (# editie). Uitgever. DOI (indien beschikbaar).
> **Voorbeeld:** Belcher, W. (2019). *Writing your journal article in twelve weeks: A guide to academic publishing success* (2e ed.). University of Chicago Press.
#### 5.4.6 Hoofdstuk in een bewerkt boek
* **Formaat:** Auteur, initialen. (Jaar). Titel van hoofdstuk. In Initialen editor & Initialen editor (Eds.), *Titel van het werk: Hoofdletter ook voor subtitel* (pp. paginanummers hoofdstuk). Uitgever. DOI (indien beschikbaar).
> **Voorbeeld:** Armstrong, D. (2019). Malory and character. In M. G. Leitch & C. J. Rushton (Eds.), *A new companion to Malory* (pp. 144-163). D. S. Brewer.
#### 5.4.7 Meerdelig werk
* **Formaat:** Auteur, initialen. (Jaar). *Titel van het werk: Hoofdletter ook voor subtitel* (Vol. #). Uitgever. DOI (indien beschikbaar).
> **Voorbeeld:** David, A., & Simpson, J. (Eds.). (2006). *The Norton anthology of English literature: The Middle Ages* (8e ed., Vol. A). W. W. Norton and Company.
### 5.5 Referentielijst: andere gedrukte bronnen
#### 5.5.1 Inschrijving in een woordenboek, thesaurus of encyclopedie
* **Met groepsauteur:**
> **Formaat:** Organisatie. (Jaar). Titel van inschrijving. In *Titel van referentiewerk* (editie, paginanummers). Uitgever.
> **Voorbeeld:** Merriam-Webster, Incorporated. (1997). Goat. In *Merriam Webster’s collegiate dictionary* (10e ed., pp. 499-500). Merriam-Webster, Incorporated.
* **Met individuele auteur:**
> **Formaat:** Auteur, initialen. (Jaar). Titel van inschrijving. In Initialen editor (Ed.), *Titel van referentiewerk* (editie, paginanummers). Uitgever.
> **Voorbeeld:** Tatum, S. R. (2009). Spirituality and religion in hip hop literature and culture. In T. L. Stanley (Ed.), *Encyclopedia of hip hop literature* (pp. 250-252). Greenwood.
#### 5.5.2 Werk besproken in een secundaire bron
* **Referentielijst:**
> **Formaat:** Auteur secundaire bron, initialen. (Jaar). Titel van artikel. *Titel van tijdschrift*, *volume*(issue), pagina's. DOI/URL
> **Voorbeeld:** Nail, T. (2017). What is an assemblage? *SubStance*, *46*(1), 21-37. https://doi.org/10.3368/ss.46.1.21
* **In-tekst citaat:**
> **Voorbeeld:** Deleuze en Guattari’s concept van het assemblage (zoals geciteerd in Nail, 2017).
#### 5.5.3 Gepubliceerde dissertatie of masterproef
* **Formaat:** Auteur, initialen. (Jaar). *Titel van dissertatie of thesis* (Publicatie nr.) [Doctoral dissertation/Master's thesis, Naam van instelling]. Database of archief.
> **Voorbeeld:** Angeli, E. L. (2012). *Networks of communication in emergency medical services* (Publicatie nr. 3544643) [Doctoral dissertation, Purdue University]. ProQuest Dissertations Publishing.
#### 5.5.4 Ongepubliceerde dissertatie of masterproef
* **Formaat:** Auteur, initialen. (Jaar). *Titel van dissertatie of thesis* [Ongepubliceerde Doctoral dissertation/Master's thesis]. Naam van instelling.
> **Voorbeeld:** Samson, J. M. (2016). *Human trafficking and globalization* [Ongepubliceerde Doctoral dissertation]. Virginia Polytechnic Institute and State University.
#### 5.5.5 Federale of staatswet
* **Formaat:** Naam van de wet, Public Law No. (Jaar). URL
> **Voorbeeld:** The Patient Protection and Affordable Care Act, Publ. L. No. 111-148, 124 Stat. 119 (2010). https://www.govinfo.gov/content/pkg/PLAW-111publ148/pdf/PLAW-111publ148.pdf
#### 5.5.6 Rapport van een overheidsinstantie of andere organisatie
* **Formaat:** Organisatie. (Jaar). *Titel van rapport*. URL
> **Voorbeeld:** United States Government Accountability Office. (2019). *Performance and accountability report: Fiscal year 2019*. https://www.gao.gov/assets/710/702715.pdf
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| In-tekstverwijzing | Een korte vermelding binnen de hoofdtekst van een document die verwijst naar een externe bron. Deze verwijzing omvat doorgaans de achternaam van de auteur en het publicatiejaar, en eventueel paginanummers, om de oorspronkelijke bron te identificeren. |
| Auteur-datum methode | Een veelgebruikte methode voor in-tekstverwijzingen waarbij de achternaam van de auteur en het publicatiejaar van de bron worden vermeld. Dit helpt de lezer de bron snel te lokaliseren in de referentielijst. |
| Direct citaat | Een letterlijke weergave van tekst uit een externe bron, die correct moet worden toegeschreven aan de oorspronkelijke auteur met behulp van in-tekstverwijzingen, inclusief paginanummers. |
| Parafraseren | Het in eigen woorden herformuleren van ideeën of informatie uit een externe bron. Hoewel paginanummers niet strikt noodzakelijk zijn, kunnen ze nuttig zijn voor langere werken om specifieke passages te verduidelijken. |
| Samenvatten | Het kort en bondig weergeven van de belangrijkste punten van een externe bron in eigen woorden. Net als bij parafraseren zijn paginanummers doorgaans optioneel. |
| Et al. | Een Latijnse term die "en anderen" betekent. Het wordt gebruikt in in-tekstverwijzingen wanneer een werk drie of meer auteurs heeft, waarbij alleen de naam van de eerste auteur gevolgd door "et al." wordt vermeld. |
| Referentielijst | Een alfabetische lijst aan het einde van een document die alle bronnen bevat waarnaar in de tekst wordt verwezen. Elk item in de referentielijst biedt volledige bibliografische informatie om de bron te identificeren en te lokaliseren. |
| Hangende inspringing | Een opmaaktechniek waarbij de eerste regel van een referentie aan de linkermarge begint en alle volgende regels van die referentie worden ingesprongen. Dit verbetert de leesbaarheid van de referentielijst. |
| DOI (Digital Object Identifier) | Een unieke, persistente identificatiecode die wordt toegewezen aan digitale objecten, zoals wetenschappelijke artikelen. Een DOI zorgt ervoor dat een bron vindbaar blijft, zelfs als de URL verandert. |
| Voorbeeld: `$E=mc^2$` | Dit is een voorbeeld van een wiskundige formule die in een definitie kan worden gebruikt, weergegeven in inline LaTeX-syntax. |
| Inhoudelijke voetnoot | Een voetnoot die aanvullende informatie, toelichtingen of commentaar op de hoofdtekst biedt zonder de doorlopende tekst te onderbreken. |
| Recensie | Een kritische evaluatie van een boek, film, kunstwerk of ander werk. In de referentielijst wordt een recensie vermeld met details over de auteur van de recensie en het besproken werk. |
| Gepubliceerde dissertatie of masterproef | Een academische scriptie of proefschrift die is gepubliceerd en opgenomen in een database of archief, waardoor deze breed toegankelijk is. |