Cover
Empieza ahora gratis PED 3_Jezelf als instrument (1).pdf
Summary
# Jezelf als instrument in de pedagogische relatie
Dit hoofdstuk onderzoekt hoe de biografie, oordelen, verwachtingen en persoonlijke identiteit van een leraar een cruciale rol spelen in het opbouwen en onderhouden van pedagogische relaties met leerlingen, met een focus op zelfinzicht en de impact daarvan op het lesgeven [3](#page=3).
### 1.1 De eigen biografie: wie ben jij als leraar?
Als leraar breng je jezelf mee als persoon in je lessen en aanpak, wat resulteert in de uitspraak "Wie ik ben, bepaalt hoe ik lesgeef". Inzicht in je eigen geschiedenis, je persoonlijke rugzak, is hierbij essentieel. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot een nadruk op orde in de klas als gevolg van een strenge opvoeding, of juist extra begrip tonen voor leerlingen die moeite hebben met rekenen als je dat zelf ook had. Elke leraar deelt niet alleen kennis, maar ook een stukje van zichzelf met de leerlingen [4](#page=4) [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Meester Jonas, die als kind moeite had met spelling, deelt zijn oud schriftje met rode strepen en vertelt hoe herhaling en liedjes hem hielpen om woorden te onthouden, wat leerlingen inspireert bij het leren leren [5](#page=5).
Om dit verder te exploreren, kan een oefening met schoolherinneringen helpen: noteer een positieve en een negatieve herinnering aan school, deel deze in duo's en bespreek wat deze herinneringen vertellen over iemands waarden in het onderwijs [6](#page=6).
### 1.2 Oordelen en verwachtingen: een open blik
Het observeren van leerlingen vanuit een open blik, zonder direct te oordelen, is niet eenvoudig. De eigen biografie en blik op gebeurtenissen kleuren de oordelen en verwachtingen die een leraar heeft over leerlingen [7](#page=7).
> **Tip:** Een belangrijke vraag om jezelf te stellen is: "Observeer ik een lastig kind, of een kind met gedrag dat ik lastig vind?" Dit impliceert dat het gedrag van het kind mogelijk een signaal is van onderliggende moeilijkheden, in plaats van een inherente eigenschap van het kind [7](#page=7).
Kinderen die de meeste liefde nodig hebben, uiten dit vaak op de meest niet-geliefde manier. Lastig gedrag kan een signaal zijn dat een kind het moeilijk heeft, en het is cruciaal om te onderzoeken wat er onder dit gedrag schuilgaat [9](#page=9).
#### 1.2.1 Het Pygmalion-effect
Het Pygmalion-effect, ook wel bekend als de self-fulfilling prophecy, beschrijft hoe leerlingen zich gaan gedragen naar de verwachtingen van een leraar. Positieve of hoge verwachtingen leiden tot betere prestaties, terwijl negatieve of lage verwachtingen juist leiden tot slechtere prestaties [10](#page=10).
> **Voorbeeld:** In een onderzoek werd aan een leerkracht verteld dat een willekeurig gekozen groep leerlingen uit zijn klas naar verwachting heel goed zou presteren. Na verloop van tijd bleek dat deze leerlingen inderdaad beter presteerden dan gemiddeld, wat het Pygmalion-effect illustreert [11](#page=11).
#### 1.2.2 De attributietheorie
De attributietheorie richt zich op de kernvraag waar de oorzaak van (lastig) gedrag in de klas wordt gelegd, vanuit het perspectief van de leraar [12](#page=12).
* **Externe attributie:** De oorzaak wordt bij het kind gelegd [12](#page=12).
* **Interne attributie:** De oorzaak wordt bij de leraar zelf gelegd [12](#page=12).
> **Oefening:** Als je slecht scoort op een examen, wat zou dan een externe attributie kunnen zijn (bijvoorbeeld, de stof was te moeilijk)? En wat zou een interne attributie kunnen zijn (bijvoorbeeld, ik heb niet genoeg gestudeerd) [13](#page=13)?
### 1.3 Verbinding maken met iemand met een andere biografie
Hoewel het makkelijker is om verbinding te maken met iemand die dezelfde achtergrond of biografie deelt, is het juist bij een andere achtergrond essentieel om verbinding te zoeken. Dit verbreedt de blik van de leerlingen en opent nieuwe mogelijkheden. Het is belangrijk om te zoeken naar overeenkomsten, in plaats van verschillen, zoals dezelfde woonplaats, gedeelde hobby's of een gemeenschappelijke vriend [14](#page=14).
> **Voorbeeld:** Ben, een leerling met een moeilijke thuissituatie, vertoont lastig gedrag. De leraar ontdekt dat Ben een passie voor voetbal heeft en deelt deze interesse door te praten over wedstrijden, sommen te maken met voetballers en eigen voetbalervaringen te delen. Vanaf het moment dat de gezamenlijke passie werd gedeeld, verdwenen de problemen met Ben. Dit illustreert hoe de biografie en persoonlijkheid van de leraar een rol spelen in de positieve wending van de relatie [15](#page=15) [16](#page=16).
### 1.4 Je eigen ik inzetten in de klas
Als leraar breng je je eigen persoonlijkheid, enthousiasme, waarden en interesses mee in de klas. Dit is waardevol omdat het zorgt voor echte verbindingen en authenticiteit. Kinderen zijn nieuwsgierig en willen weten wie je bent, maar jij bepaalt zelf wat je wel of niet deelt [18](#page=18).
> **Houding:** Een leraar dient "nabij genoeg te zijn om warm, echt en menselijk te zijn" en "professioneel genoeg om de focus op de leerlingen en het leren te houden" [18](#page=18).
Er zijn diverse manieren waarop leraren hun 'eigen ik' kunnen inzetten in de klas:
* **Muziek:** Een instrument bespelen kan mee naar school genomen worden [20](#page=20).
* **Voorlezen:** Dit frequent doen en er een speciaal moment van maken, bijvoorbeeld door kinderen een fijn plekje te laten kiezen [20](#page=20).
* **Tekenen:** Talenten gebruiken om moeilijke leerstof visueel te maken, zoals een stripverhaal voor breuken [20](#page=20).
* **Humor en spontaniteit:** Gebruiken om een veilige sfeer te creëren of spanning te doorbreken, bijvoorbeeld door een grappige stem bij het voorlezen [20](#page=20).
* **Interesse in natuur:** Een buitenles organiseren, vogels observeren of natuur als inspiratiebron voor schrijven gebruiken [20](#page=20).
* **Reizen en talen:** Vertellen over gewoontes in andere landen, souvenirs gebruiken in wereldoriëntatie of begroeten in verschillende talen [20](#page=20).
> **Voorbeeldexamenvraag:** Senne ontvangt negatieve feedback van zijn begeleider en voelt zich gefrustreerd, omdat hij denkt dat het aan zijn gebrek aan discipline ligt. De attributie die hier zichtbaar is, is een **interne attributie**, waarbij Senne de oorzaak van zijn prestaties bij zichzelf legt [21](#page=21).
---
# De eigen biografie van de leraar
Het begrijpen van de eigen levensgeschiedenis, ervaringen en opvoeding is cruciaal voor een leraar, omdat dit de 'rugzak' vormt die de leraar meeneemt in het lesgeven en de interactie met leerlingen [4](#page=4).
### 2.1 Wat is jouw biografie? Wie ben jij?
Als leraar neem je jezelf als persoon mee in je lessen en je onderwijsaanpak. De overtuiging "Wie ik ben, bepaalt hoe ik lesgeef" staat hierbij centraal. Inzicht in de eigen geschiedenis functioneert als een metaforische rugzak die de leraar meedraagt [4](#page=4).
#### 2.1.1 Voorbeelden van invloed van eigen biografie
* Een strenge opvoeding kan leiden tot een grotere nadruk op orde en structuur in de klas [4](#page=4).
* Persoonlijke moeilijkheden met een bepaald schoolvak, zoals rekenen, kunnen resulteren in extra begrip voor leerlingen die hiermee worstelen [4](#page=4).
* Andere persoonlijke ervaringen kunnen eveneens een significante invloed hebben op de manier van lesgeven [4](#page=4).
#### 2.1.2 Het doorgeven van zelf
Elke leraar geeft niet enkel kennis door, maar ook een stukje van zichzelf. Dit wordt geïllustreerd door het voorbeeld van Meester Jonas, die tijdens het thema "leren leren" in het vierde leerjaar vertelde over zijn eigen moeite met spelling als kind. Hij deelde zijn oude schriftje met rode strepen en legde uit hoe herhaling en het gebruik van liedjes hem hielpen woorden te onthouden. Dit roept de vraag op: "Hoe speelt jouw eigen verhaal een rol in hoe jij straks lesgeeft?" [5](#page=5).
### 2.2 Oefening: schoolherinneringen
Een oefening die kan helpen bij het verkennen van de eigen biografie in relatie tot onderwijs is het noteren van schoolherinneringen [6](#page=6).
#### 2.2.1 Stappen van de oefening
1. **Individuele reflectie:** Noteer voor jezelf een positieve herinnering aan een leraar of een moment op school, en een negatieve herinnering aan een leraar of een moment op school [6](#page=6).
2. **Delen in duo's:** Werk samen in duo's en deel je herinneringen [6](#page=6).
3. **Bespreken:** Bespreek vervolgens de volgende punten:
* Wat maakte dat deze herinneringen positief of negatief waren? [6](#page=6).
* Wat zegt dit over wat jij belangrijk vindt in onderwijs? [6](#page=6).
> **Tip:** Deze oefening helpt om bewust te worden van de waarden en overtuigingen die gevormd zijn door eigen schoolervaringen en hoe deze je toekomstige onderwijsaanpak kunnen beïnvloeden.
---
# Oordelen en verwachtingen van de leraar
Dit deel behandelt hoe de perceptie van een leraar van 'lastig' gedrag wordt gevormd en onderzoekt de rol van het pygmalion-effect en de attributietheorie in het creëren van verwachtingen die leerlingen beïnvloeden.
### 3.1 Het observeren van 'lastig' gedrag
Het observeren van gedrag vanuit een open blik is niet eenvoudig, aangezien persoonlijke biografieën en ervaringen oordelen en verwachtingen kleuren. Het is belangrijk om na te denken over wat als lastig gedrag wordt ervaren in de klas en wat niet. Voorbeelden van gedrag dat als lastig kan worden beschouwd, zijn onder andere een slechte zithouding, dialect spreken, papiertjes doorgeven, kauwgom kauwen, brutale antwoorden geven of constant uit het raam kijken [7](#page=7) [8](#page=8).
> **Tip:** Het is cruciaal om te onthouden dat "kinderen die de meeste liefde nodig hebben, vragen dat vaak op de meest niet-geliefde manier". Gedrag dat als lastig wordt ervaren, kan een signaal zijn dat het kind het moeilijk heeft. De vraag is dus niet zozeer wat 'lastig gedrag' is, maar wat er onder dat gedrag zit [9](#page=9).
### 3.2 Het Pygmalion-effect
Het pygmalion-effect, ook wel bekend als de self-fulfilling prophecy, stelt dat leerlingen zich gaan gedragen naar de verwachtingen die de leraar van hen heeft. Hoge of positieve verwachtingen leiden tot betere prestaties, terwijl lage of negatieve verwachtingen kunnen resulteren in slechtere prestaties [10](#page=10).
> **Voorbeeld Pygmalion-effect:** Een leerkracht werd geïnformeerd dat een aantal willekeurig geselecteerde leerlingen uit zijn klas naar verwachting heel goed zouden presteren in de toekomst. Na verloop van tijd toonde onderzoek aan dat deze specifieke leerlingen inderdaad beter presteerden dan gemiddeld. Dit illustreert hoe de verwachtingen van de leraar, gebaseerd op externe informatie, hun gedrag en prestaties beïnvloedden [11](#page=11).
### 3.3 Attributietheorie
De attributietheorie richt zich op de kernvraag: waar of bij wie ligt de oorzaak van (lastig) gedrag in de klas?. Vanuit het perspectief van de leraar kunnen oorzaken worden toegeschreven aan het kind zelf (externe attributie) of aan de leraar of de omgeving (interne attributie) [12](#page=12).
> **Oefening:** Als je slecht scoort op een examen, kan een externe attributie bijvoorbeeld zijn dat de stof onduidelijk werd uitgelegd of dat je die dag niet goed in je vel zat. Een interne attributie zou kunnen zijn dat je te weinig gestudeerd hebt of dat je de stof niet goed begrepen hebt. Het toeschrijven van oorzaken heeft invloed op hoe de leraar met het gedrag omgaat [12](#page=12) [13](#page=13).
---
# Verbinding maken met leerlingen met een andere biografie
Het leggen van verbinding met leerlingen die een andere achtergrond of biografie hebben dan de leraar, kan uitdagender zijn dan bij leerlingen met een vergelijkbare achtergrond. Om deze kloof te overbruggen, is het essentieel om de blik van leerlingen te verbreden en actief te zoeken naar overeenkomsten in plaats van de nadruk te leggen op verschillen [14](#page=14).
### 4.1 De uitdaging van een verschillende biografie
Een verschillende biografie kan leiden tot een moeilijkere initiële verbinding tussen leraar en leerling. Dit kan zich manifesteren in uitdagend gedrag van de leerling, wat de dynamiek in de klas kan beïnvloeden. De persoonlijke achtergrond van de leerling, zoals thuissituatie of familieomstandigheden, kan een rol spelen in hun gedrag en de relatie met de leraar [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16).
### 4.2 Strategieën voor het verbreden van de blik en het zoeken naar overeenkomsten
Het effectief omgaan met leerlingen met een andere biografie vereist een bewuste strategie om verbinding te maken en begrip te kweken. Een kernaanpak is het actief zoeken naar gemeenschappelijke gronden, hetgeen de relatie kan versterken [14](#page=14).
#### 4.2.1 Het identificeren van gedeelde interesses
Het vinden van gemeenschappelijke interesses is een krachtige manier om bruggen te slaan. Deze interesses kunnen divers zijn, zoals [14](#page=14):
* Dezelfde woonplaats [14](#page=14).
* Gedeelde hobby's [14](#page=14).
* Een gemeenschappelijke vriend of kennis [14](#page=14).
#### 4.2.2 Het toepassen van deze strategie: een praktijkvoorbeeld
Het verhaal van Ben illustreert de effectiviteit van het vinden en benutten van een gedeelde passie [15](#page=15).
> **Voorbeeld:** Ben vertoonde lastig gedrag in de klas, mede door uitdagingen thuis. Een gesprek met zijn moeder onthulde zijn passie voor voetbal. De leraar maakte hierop handig gebruik van deze interesse door [15](#page=15):
> * Elke maandagochtend te informeren naar de prestaties van zijn favoriete voetbalclub [15](#page=15).
> * Rekensommen te integreren met voetballers [15](#page=15).
> * Persoonlijke ervaringen met voetbal te delen [15](#page=15).
>
> Dit leidde tot een positieve wending; Ben bracht spontaan voetbalnieuws mee en de problemen met hem verdwenen [15](#page=15).
#### 4.2.3 De rol van de leraar en pedagogiek
De houding en waarden van de leraar spelen een cruciale rol in de positieve ontwikkeling van de relatie met leerlingen zoals Ben. Een empathische, proactieve en oprechte interesse in de leerling, voorbij het storende gedrag, kan een significante impact hebben . Dit kan gelinkt worden aan pedagogische principes die het belang van de leraar-leerlingrelatie benadrukken en het erkennen van de individuele biografie van elke leerling. De biografie en persoonlijkheid van de leraar zelf beïnvloeden eveneens hoe deze verbinding tot stand komt [15](#page=15) [16](#page=16).
> **Tip:** Wees niet bang om je eigen interesses te delen of om te zoeken naar onderwerpen die de leerling boeien, zelfs als deze buiten je directe onderwijsdomein liggen. Dit kan leiden tot onverwachte en krachtige verbindingen.
---
# Het inzetten van de eigen persoonlijkheid in de klas
Het authentiek inbrengen van de eigen persoonlijkheid, enthousiasme, waarden en interesses in de klas creëert echte verbindingen door een balans tussen nabijheid en professionaliteit [18](#page=18).
### 5.1 De waarde van zelfexpressie in de klas
Als leraar breng je je eigen identiteit mee de klas in, inclusief je persoonlijkheid, enthousiasme, waarden en interesses. Dit is waardevol omdat het bijdraagt aan het opbouwen van authentieke verbindingen met leerlingen. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen graag weten wie hun leraar is. Het is echter aan de leraar zelf om te bepalen wat wel en niet gedeeld wordt met betrekking tot het privéleven [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 5.1.1 Balans tussen nabijheid en professionaliteit
De houding van de leraar dient nabij genoeg te zijn om warm, echt en menselijk over te komen, maar tegelijkertijd professioneel genoeg om de focus op de leerlingen en het leerproces te behouden [18](#page=18).
> **Tip:** Een persoonlijke anekdote of interesse kan een krachtig middel zijn om de aandacht van leerlingen te trekken en de leerstof te contextualiseren, mits dit met mate en met een duidelijke pedagogische insteek gebeurt.
### 5.2 Praktische manieren om de 'eigen ik' in te zetten
Er zijn diverse manieren waarop een leraar de eigen persoonlijkheid en interesses kan integreren in het onderwijs:
* **Muzikale of creatieve talenten:** Bespeel je een instrument? Neem het mee naar school. Houd je van tekenen? Gebruik dit talent om complexe leerstof visueel te maken, bijvoorbeeld door een stripverhaal te creëren om breuken uit te leggen of illustraties te maken bij een verhaal [20](#page=20).
* **Passie voor lezen:** Houd je van voorlezen? Doe dit dan vaak en maak er een speciaal moment van door bijvoorbeeld de kinderen een comfortabele plek te laten kiezen om ontspannen te kunnen luisteren [20](#page=20).
* **Persoonlijkheidskenmerken:** Ben je spontaan of heb je gevoel voor humor? Gebruik dit om een veilige sfeer te creëren of om spanning te doorbreken, bijvoorbeeld door een grappige stem op te zetten tijdens het voorlezen of een kort toneelstukje te doen om instructies levendiger te maken [20](#page=20).
* **Interesses in de buitenwereld:** Wandel je graag, heb je huisdieren of interesse in de natuur? Organiseer een buitenles, observeer vogels, of gebruik de natuur als inspiratiebron voor schrijfopdrachten [20](#page=20).
* **Wereldoriëntatie en talen:** Heb je een passie voor reizen of talen? Vertel over gewoontes in andere landen, gebruik souvenirs in wereldoriëntatie, of leer kinderen begroetingen in verschillende talen [20](#page=20).
> **Example:** Een leraar die veel reist, kan landkaarten en foto's van zijn reizen meenemen om de lessen wereldoriëntatie concreter te maken en de nieuwsgierigheid van de leerlingen te prikkelen.
### 5.3 Grenzen van zelfonthulling
Hoewel zelfexpressie waardevol is, is het belangrijk om professionele grenzen te bewaken. Een leraar bepaalt zelf wat hij of zij deelt over het privéleven. Dit kan variëren van het delen van een hobby tot het omgaan met maatschappelijke discussies. Situaties zoals het delen van informatie over de geaardheid van de leraar kunnen gevoelig liggen en vereisen een zorgvuldige afweging. Het is cruciaal dat de klas een veilige omgeving blijft waar leerlingen zich niet ongemakkelijk voelen door overmatige of ongepaste persoonlijke onthullingen. De focus dient altijd gericht te blijven op het leerproces van de leerlingen [17](#page=17) [18](#page=18).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Pedagogische relatie | Een interactie tussen een opvoeder (zoals een leraar) en een kind of leerling, gekenmerkt door wederzijds vertrouwen, verbinding en gedeelde momenten, met als doel de ontwikkeling en het welzijn van de leerling te bevorderen. |
| Biografie | De levensloop en persoonlijke geschiedenis van een individu, inclusief alle ervaringen, opvoeding, en achtergronden die de persoon hebben gevormd tot wie hij of zij nu is. |
| Rugzak | Een metafoor voor de verzameling van iemands levenservaringen, kennis en emoties die meegenomen wordt in dagelijkse interacties en beslissingen, met name relevant voor leraren in hun pedagogische rol. |
| Pygmalion-effect | Een psychologisch fenomeen waarbij de verwachtingen van een persoon (bv. een leraar) ten aanzien van een ander (bv. een leerling) de prestaties van die ander beïnvloeden; positieve verwachtingen leiden tot betere prestaties en negatieve verwachtingen tot slechtere prestaties. |
| Self-fulfilling prophecy | Een voorspelling die zichzelf waarmaakt doordat de verwachting van het uitkomen van die voorspelling het gedrag van mensen beïnvloedt op een manier die het uitkomen ervan waarschijnlijker maakt. |
| Attributietheorie | Een theorie die onderzoekt hoe mensen oorzaken toeschrijven aan gebeurtenissen of gedragingen, in de context van een leraar gaat het om waar de oorzaak van (lastig) gedrag wordt gelegd: bij het kind (externe attributie) of bij de leraar zelf (interne attributie). |
| Externe attributie | De neiging om de oorzaak van iemands gedrag of een gebeurtenis buiten het individu te zoeken, bijvoorbeeld bij omgevingsfactoren, de situatie, of andere personen. |
| Interne attributie | De neiging om de oorzaak van iemands gedrag of een gebeurtenis bij het individu zelf te zoeken, bijvoorbeeld bij diens persoonlijkheidskenmerken, inspanning of vaardigheden. |
| Authenticiteit | Het op een ware en oprechte manier jezelf zijn en uiten, zonder je anders voor te doen dan je werkelijk bent; in de pedagogische context betekent dit dat de leraar zichzelf is in zijn interacties met leerlingen. |