Cover
Empieza ahora gratis Les 1_Intro_S.pptx
Summary
# Introductie tot het Belgische belastingrecht
Dit deel van het document introduceert de basisprincipes van het Belgische belastingrecht, inclusief de doelstellingen van belastingen en de verschillende fiscale administraties.
## 1. Begrip en kenmerken van belastingen
### 1.1 Begrip belasting
Een belasting is een bijdrage die door de overheid wordt opgelegd volgens specifieke rechtsregels. Het doel is het verzamelen van financiële middelen nodig voor uitgaven in het algemeen belang. Een heffing wordt als belasting erkend indien deze bij wet, decreet of besluit als zodanig wordt aangeduid.
### 1.2 Kenmerken van een belasting
Om van een belasting te kunnen spreken, dient aan twee kernkenmerken te worden voldaan:
#### 1.2.1 Financieel doel
Belastingen dienen ter financiering van diensten van openbaar nut. Er is echter geen rechtstreekse en individuele tegenprestatie voor de betaalde belasting, in tegenstelling tot een retributie. Een retributie is een heffing die bedoeld is om een door de overheid verstrekte dienst rechtstreeks te vergoeden door degene die de dienst genoten heeft.
> **Tip:** Belastingen voel je niet direct terug in de dienstverlening, zoals bijvoorbeeld de personenbelasting.
#### 1.2.2 Het dwingend karakter
Belastingen worden eenzijdig door de overheid opgelegd en moeten opgenomen zijn in een wet, decreet of besluit. Niet-naleving leidt tot sancties, die zowel administratief als strafrechtelijk kunnen zijn. Het 'una via' principe stelt dat inbreuken op de fiscale wetgeving slechts via één weg vervolgd kunnen worden: ofwel administratief, ofwel strafrechtelijk.
> **Tip:** Als een heffing niet in de wet is opgenomen, kan deze niet als belasting worden beschouwd.
### 1.3 Overheidsinkomsten die geen belastingen zijn
Naast belastingen zijn er ook andere overheidsinkomsten die niet voldoen aan de kenmerken van een belasting. De belangrijkste hiervan zijn:
* **Retributies:** Vergoeding voor een geïndividualiseerde dienstverlening door de overheid.
* **Parafiscale bijdragen:** Deze zijn bedoeld voor de dekking van specifieke uitgaven van de staat, met name sociale uitgaven. Het bestemmingscriterium vormt hier het onderscheid met reguliere belastingen. Een voorbeeld hiervan zijn de sociale bijdragen in België.
## 2. De situering van het belastingrecht
Het belastingrecht valt onder het publiek recht, aangezien het de relatie tussen de overheid en de burger regelt. Het bepaalt wie of wat aan de belasting wordt onderworpen, welk tarief van toepassing is, hoe de belasting wordt berekend en geïnd, en welke waarborgen de belastingplichtige geniet. Studie van het belastingrecht behoort tot de rechtswetenschap.
## 3. Noodzakelijk karakter van belastingen in een moderne samenleving
In een moderne (kapitalistische) samenleving, waar productiemiddelen en hun opbrengsten bij de burgers berusten, is een systeem van belastingheffing noodzakelijk voor de overheid om haar specifieke taken te kunnen vervullen. Dit staat in contrast met een centraal geleide economie, waar belastingen anders functioneren.
## 4. De functies van de belastingen
Belastingen hebben diverse functies, naast hun oorspronkelijke financiële doel:
### 4.1 Financiële functie
Dit is de hoofdfunctie van belastingen, gericht op het innen van geldelijke bijdragen die de verwachte opbrengsten voor de jaarlijkse begroting vormen. Financiële technieken vereisen een geregelde opbrengst en een eenvoudig, snel en goedkoop te innen belastingstelsel.
### 4.2 Economische functie
Belastingen kunnen worden ingezet om economische doelstellingen te beïnvloeden, zoals:
* Prijsvorming
* Spaarwezen
* Consumptie
* Investeringen
* Tewerkstelling
> **Voorbeeld:** Door elektrische auto's minder te belasten en benzine meer te belasten (via accijnzen), kan de overheid sturen naar een duurzamer wagenpark en een gezondere samenleving.
### 4.3 Sociale functie
Deze functie heeft betrekking op de sociale zekerheid en het principe van draagkracht. Belastingen maken het mogelijk om sociale voorzieningen te financieren, zoals uitkeringen voor zieken, kinderen, invaliden, werklozen en gepensioneerden. Het idee is dat de sterkere (werkende) bevolking bijdraagt aan de ondersteuning van de zwakkere groepen. Belastingen kunnen ook sociaal worden aangepast (bv. progressieve tarieven).
## 5. Wie mag belastingen heffen?
De bevoegdheid om belastingen te heffen is vastgelegd in de Belgische Grondwet, meer bepaald in de artikelen 170 en 173. De heffingsbevoegdheid rust bij:
* De federale overheid
* De lokale besturen (gemeenten, provincies, de agglomeratie Brussel)
* De regionale besturen (Vlaams Gewest, Waals Gewest, Franstalige Gemeenschap)
* Publiekrechtelijke instellingen (bv. Aquafin NV)
* Supranationale overheden (bv. douanerechten aan de gemeenschappelijke buitengrens)
### 5.1 Fiscaal autonomie
Het principe van fiscale autonomie geeft de federale, lokale en regionale besturen het recht om hun uitgaven te dekken met eigen belastinginkomsten. Er zijn echter grenzen: de federale overheid mag bijvoorbeeld geen belastingen heffen op water en afval, en de regionale overheden mogen geen belastingen heffen op federaal belaste materies, evenmin als de gemeenten en provincies.
### 5.2 Soorten fiscale bevoegdheden
Er zijn twee soorten fiscale bevoegdheden:
* **Eigenlijke fiscale bevoegdheden:** Dit betreft directe heffingen, zoals de heffing op oppervlakte- en grondwater, of leegstandheffingen.
* **Oneigenlijke fiscale bevoegdheden:** Hierbij gaat het om:
* **Overgedragen belastingen:** Belastingen die oorspronkelijk federaal waren, maar nu door gewesten worden geheven, zoals registratierechten en erfbelasting.
* **Toegewezen belastingen:** Belastingen die specifiek aan een bepaald bestuursniveau worden toegewezen, zoals de BTW.
De zesde staatshervorming heeft de autonomie van de gewesten in de personenbelasting uitgebreid.
## 6. Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
De belastingheffing in België is gebonden aan een aantal fundamentele grondwettelijke beginselen:
### 6.1 Legaliteitsbeginsel of wettelijkheidsbeginsel
De overheid mag enkel handelen op basis van de wet. Burgers kunnen enkel gesanctioneerd worden voor handelingen die op het moment van hun begaan al strafbaar waren gesteld bij wet.
> **Voorbeeld:** Als een nieuwe wet wordt ingevoerd die parkeren op zondag in bepaalde straten verbiedt, kunnen personen die op zondag al hun auto daar geparkeerd hadden voordat de wet van kracht werd, niet worden beboet op basis van die nieuwe wet.
### 6.2 Eenjarigheidsbeginsel of annualiteitsbeginsel
De begroting en de belastingwetgeving moeten jaarlijks door het parlement worden goedgekeurd. De regels die worden ingevoerd, zijn doorgaans slechts voor één jaar geldig, tenzij ze worden verlengd.
### 6.3 Gelijkheidsbeginsel
Artikel 10 van de Grondwet stelt dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet. Artikel 11 voegt hieraan toe dat het genot van rechten en vrijheden zonder discriminatie moet worden verzekerd. Dit betekent dat belastingen niet mogen leiden tot ongelijke behandeling zonder objectieve rechtvaardiging.
## 7. Beginselen en kenmerken die voortvloeien uit de aard van de belastingen
### 7.1 De fiscale wet is van openbare orde
Het belastingrecht behoort tot het publiek recht omdat het de wezenlijke belangen van de staat en de maatschappij raakt. Dit heeft belangrijke juridische gevolgen:
* Overeenkomsten kunnen geen afbreuk maken aan het belastingrecht.
* De belastingwet bepaalt zelf wie de schuldenaar is van de belastingen.
* Overeenkomsten die belastingontduiking tot doel hebben, zijn van rechtswege nietig.
* Tussen de fiscus en de belastingplichtige kunnen geen overeenkomsten worden gesloten over rechtskwesties.
> **Tip:** Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen belastingontduiking en belastingvermijding. Belastingvermijding is toegestaan, waarbij de belastingplichtige de minst belaste weg kiest. Belastingontduiking is illegaal en heeft juridische consequenties.
### 7.2 Bijkomende beginselen
Enkele bijkomende beginselen die voortvloeien uit de aard van de belastingwet zijn:
* **Nietigheid:** Een fiscale bepaling moet, indien mogelijk, zo worden uitgelegd dat zij de wettelijke doelen dient.
* **Behoorlijkheid:** De fiscus dient zich zorgvuldig en grondig te gedragen bij de toepassing van de wet.
* **Non bis in idem:** Men kan niet tweemaal belast worden voor dezelfde zaak.
* **Territorialiteit:** Bepalen waar belastingen verschuldigd zijn wanneer men in meerdere landen een band heeft (bv. woningen). Verdragen spelen hierbij een rol.
## 8. De indeling van de belastingen
Belastingen kunnen worden ingedeeld op verschillende gronden, waaronder de grondslag van de belasting.
### 8.1 Indeling op basis van de grondslag van de belasting
* **Evenredige belastingen:** Hierbij geldt een vast percentage, ongeacht de grondslag (bv. vennootschapsbelasting met een tarief van 25%).
* **Progressieve belastingen:** Het tarief stijgt naarmate de grondslag hoger is. Dit principe is zichtbaar in onder meer de personenbelasting en successierechten.
### 8.2 Indeling op basis van de inning
* **Directe belastingen:** Worden rechtstreeks door de belastingplichtige betaald aan de overheid (bv. personenbelasting, vennootschapsbelasting).
* **Indirecte belastingen:** Worden geheven bij de tussenpersoon die ze doorrekent aan de eindverbruiker (bv. BTW).
## 9. Doelstellingen van belastingen
Belastingen zijn essentieel voor het functioneren van een moderne samenleving en dienen diverse doelen:
* **Financiering van de overheid:** Het bekostigen van publieke diensten zoals onderwijs, infrastructuur, defensie en sociale zekerheid.
* **Sociale rechtvaardigheid:** Door middel van progressieve tarieven en sociale voorzieningen wordt gepoogd een zekere mate van herverdeling van welvaart te realiseren.
* **Economische sturing:** Belastingen kunnen worden ingezet als instrument om economisch gedrag te beïnvloeden (bv. stimuleren van milieuvriendelijk gedrag).
## 10. Fiscale administraties en onlineprogramma's
De Belgische overheid kent verschillende fiscale administraties die verantwoordelijk zijn voor de inning en controle van belastingen. Om de interactie met burgers en bedrijven te vereenvoudigen, zijn er diverse onlineprogramma's beschikbaar:
* **Myminfin:** Persoonlijke fiscale informatie en documenten voor burgers.
* **Tax on Web:** Online indiening van de personenbelastingaangifte.
* **Bizztax:** Online platform voor vennootschapsbelasting.
* **Intervat:** Platform voor BTW-aangiftes.
Deze tools faciliteren de naleving van fiscale verplichtingen en verbeteren de transparantie.
## 11. Verschillende fiscale domeinen en hun basisprincipes
Het Belgische belastingrecht omvat diverse domeinen, elk met hun eigen specifieke regels en beginselen:
* **Personenbelasting:** Belasting op het inkomen van natuurlijke personen.
* **Vennootschapsbelasting:** Belasting op de winsten van vennootschappen.
* **Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW):** Een indirecte belasting op de consumptie.
* **Andere belastingvormen:** Zoals successierechten, registratierechten, accijnzen, onroerende voorheffing, enz.
## 12. Belangrijke fiscale concepten
### 12.1 De staatsschuld
België kampt met een aanzienlijke staatsschuld, die momenteel meer dan 100% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) bedraagt. Dit heeft implicaties voor de overheidsfinanciën en kan leiden tot maatregelen zoals een langer werkend leven.
### 12.2 Successieplanning
Dit betreft het plannen van de overdracht van vermogen na overlijden. Door middel van schenkingen kan men de impact van successierechten beperken. De belasting op schenkingen is doorgaans lager dan successierechten, ook al geldt er een progressief tarief.
### 12.3 Registratierechten
Dit zijn belastingen die worden geheven bij de verandering van eigendom van goederen, bijvoorbeeld bij schenking of aankoop. Schenkingsrechten zijn progressief en lager dan successierechten.
### 12.4 Accijnzen
Dit zijn belastingen op producten die als schadelijk voor de gezondheid of het milieu worden beschouwd, zoals benzine, diesel, sigaretten en alcohol. Ze hebben zowel een financiële als een gedragssturende functie.
## 13. Het verschil tussen belastingontduiking en belastingvermijding
* **Belastingontduiking** is illegaal. Het betreft het bewust ontwijken van belastingplichten door middel van illegale middelen, zoals het verzwijgen van inkomsten of het gebruik van valse informatie.
* **Belastingvermijding** is legaal. Hierbij maakt de belastingplichtige gebruik van de mogelijkheden die de wet biedt om zijn belastingdruk te minimaliseren, bijvoorbeeld door een juridische structuur te kiezen die fiscaal voordeliger is.
> **Tip:** Belastingvermijding, zoals het oprichten van een vennootschap om van lagere tarieven te genieten, is toegestaan. Het veranderen van domicilie naar een lagere gemeente om gemeentebelasting te ontwijken, terwijl men daar niet werkelijk woont, is daarentegen illegale belastingontduiking.
---
# Functies en kenmerken van belastingen
Dit onderwerp verkent de diverse functies die belastingen vervullen in de samenleving, hun essentiële kenmerken, en onderscheidt ze van andere heffingen.
### 2.1 Begrip en kenmerken van belastingen
#### 2.1.1 Begrip belasting
Een belasting wordt gedefinieerd als een bijdrage die de overheid oplegt, conform specifieke rechtsregels, met als doel financiële middelen te verzamelen voor uitgaven in het algemeen belang. Deze bijdrage moet wettelijk, per decreet of per besluit als belasting erkend zijn.
#### 2.1.2 Kenmerken van een belasting
Om van een belasting te kunnen spreken, moeten twee kernkenmerken aanwezig zijn:
1. **Financieel doel:**
* Belastingen dienen primair ter financiering van diensten van openbaar nut.
* Er is geen rechtstreekse, individuele tegenprestatie voor de betaalde belasting. Dit onderscheidt belastingen van retributies, die wel een vergoeding zijn voor een specifiek door de overheid verstrekte dienst aan de genieter ervan.
> **Tip:** Het belangrijkste onderscheid met een retributie is de afwezigheid van een directe, voelbare tegenprestatie voor de betaler. De personenbelasting, bijvoorbeeld, is niet direct gekoppeld aan specifieke diensten die je als individu ontvangt.
2. **Dwingend karakter:**
* Belastingen worden eenzijdig door de overheid opgelegd en moeten zijn vastgelegd in een wet, decreet of besluit. Zonder wettelijke grondslag kan een heffing geen belasting zijn.
* Niet-naleving leidt tot sancties, die administratief of strafrechtelijk kunnen zijn.
* Het 'una via' (één weg) principe stelt dat inbreuken op de fiscale wetgeving exclusief via de administratieve weg OF via de strafrechtelijke weg vervolgd kunnen worden, niet beide tegelijkertijd.
#### 2.1.3 Overheidsinkomsten die geen belastingen zijn
Om als belasting te worden beschouwd, moet een heffing zowel een financieel doel dienen als een dwingend karakter hebben.
#### 2.1.4 Retributie versus bijzondere vormen van belastingen
* **Retributie:** Een vergoeding voor een geïndividualiseerde dienstverlening door de overheid.
* **Parafiscale bijdragen:** Dit zijn heffingen die specifiek bestemd zijn voor de dekking van bepaalde uitgaven van de staat, zoals sociale uitgaven (bv. sociale bijdragen). Het belangrijkste onderscheid met reguliere belastingen is het duidelijke bestemmingscriterium.
### 2.2 De situering van het belastingrecht
Het belastingrecht valt onder het publiekrecht, aangezien het de relatie tussen de overheid en de burger regelt inzake belastingen. Belastingen worden vastgelegd in wetten en decreten en het belastingrecht bepaalt wie of wat onderworpen wordt aan belasting, welk tarief van toepassing is, hoe de belasting wordt berekend en geïnd, en welke waarborgen er bestaan.
### 2.3 Noodzakelijk karakter van belastingen in een moderne samenleving
In een moderne, kapitalistische samenleving, waar productiemiddelen en hun opbrengsten bij de burgers (natuurlijke personen en vennootschappen) berusten, is een systeem van belastingheffing essentieel voor de overheid om haar taken te kunnen vervullen. Dit staat in contrast met centraal geleide economieën.
### 2.4 De functies van de belasting
Naast de oorspronkelijke financiële functie, vervullen belastingen diverse andere belangrijke rollen in de maatschappij:
1. **Financiële functie:**
* De primaire functie, gericht op het innen van geldelijke bijdragen voor de staatskas.
* De verwachte opbrengsten worden geraamd in de jaarlijkse begroting.
* Vereist geregelde opbrengsten en een eenvoudig, efficiënt belastingstelsel dat snel en goedkoop kan worden geïnd.
2. **Economische functie:**
* Belastingen kunnen worden ingezet om economisch gedrag te sturen, bijvoorbeeld door de prijsvorming, spaarwezen, consumptie, investeringen en tewerkstelling te beïnvloeden.
* Voorbeelden zijn het stimuleren van milieuvriendelijke aankopen (bv. lagere belasting op elektrische auto's) of het ontmoedigen van schadelijke producten (bv. hogere accijnzen op benzine).
3. **Sociale functie:**
* Belastingen dragen bij aan de sociale zekerheid en het herverdelen van inkomen en vermogen, vaak gebaseerd op het draagkrachtbeginsel.
* Ze maken sociale aanpassingen in het belastingsysteem mogelijk om zwakkere groepen te ondersteunen.
4. **Andere functies (kort vermeld):** Politieke functie, demografische functie, culturele functie, enz.
### 2.5 Wie mag belastingen heffen?
Het heffen van belastingen is geregeld in de Grondwet (artikelen 170 en 173) en de bevoegdheid ligt bij:
* De federale overheid.
* De lokale besturen (gemeenten, provincies, agglomeratie Brussel).
* De regionale besturen (Vlaams Gewest, Waals Gewest, Franstalige gemeenschap, etc.).
* Publiekrechtelijke instellingen (bv. Aquafin NV).
* Supranationale overheden (bv. douanerechten aan de gemeenschappelijke buitengrenzen).
Het principe van fiscale autonomie houdt in dat deze entiteiten het recht hebben om hun uitgaven met eigen belastinginkomsten te dekken, met respect voor elkaars bevoegdheden. Er bestaan eigenlijke (directe heffingsbevoegdheid) en oneigenlijke (overgedragen of toegewezen belastingen) fiscale bevoegdheden.
### 2.6 Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
Belastingheffing moet voldoen aan fundamentele grondwettelijke beginselen:
* **Legaliteitsbeginsel (of wettelijkheidsbeginsel):** De overheid mag alleen handelen op basis van de wet. Burgers kunnen enkel worden gestraft voor feiten die op het moment van begaan al bij wet strafbaar waren gesteld.
* **Eenjarigheidsbeginsel (of annualiteitsbeginsel):** De begroting en belastingwetgeving moeten jaarlijks door het parlement worden goedgekeurd. Regelgeving is slechts voor één jaar van kracht, tenzij verlengd.
* **Gelijkheidsbeginsel:** Alle Belgen zijn gelijk voor de wet (art. 10 GW) en het genot van rechten en vrijheden moet zonder discriminatie worden verzekerd (art. 11 GW).
### 2.7 Beginselen en kenmerken die voortvloeien uit de aard van de belastingen
* **Openbare orde karakter:** De fiscale wet is van openbare orde, raakt de wezenlijke belangen van de staat en de maatschappij, en overeenkomsten kunnen hier geen afbreuk aan doen. De belastingwet bepaalt zelf wie de schuldenaar is. Overeenkomsten die belastingontduiking tot doel hebben, zijn nietig. Er kunnen geen overeenkomsten met de fiscus worden gesloten over rechtskwesties.
> **Tip:** Maak een duidelijk onderscheid tussen belastingontduiking (illegaal) en belastingvermijding (legaal, het kiezen van de minst belaste weg).
* **Bijkomende beginselen:**
* **Niet (nietigheid):** Niet van toepassing
* **Behoorlijk:** De fiscus moet zorgvuldig en grondig te werk gaan.
* **Non bis (in idem):** Men kan niet twee keer voor hetzelfde feit belast worden.
* **Territorialiteit:** Belastbaarheid is in principe gebonden aan het grondgebied. Verdragen kunnen hierop een uitzondering vormen.
### 2.8 De indeling van de belastingen
Belastingen kunnen worden ingedeeld op basis van diverse criteria, zoals de grondslag van de belasting. Een voorbeeld hiervan is het onderscheid tussen evenredige belastingen (bv. vennootschapsbelasting met een vast tarief) en een progressieve belasting (waar het tarief stijgt met de belastbare basis). Ook het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen is relevant. Indirecte belastingen worden met een tussenpersoon geheven (bv. btw).
---
# Bevoegdheid tot belastingheffing en grondwettelijke beginselen
Dit deel behandelt wie belastingen mag heffen in België, de principes van fiscale autonomie en de grondwettelijke beginselen die de belastingheffing regelen.
### 5.1 Wie mag belastingen heffen?
De bevoegdheid tot het heffen van belastingen is vastgelegd in de artikelen 170 en 173 van de Grondwet. Volgende entiteiten kunnen belastingen heffen:
* **De federale overheid:** Dit is de nationale overheid die belastingen heft op federaal niveau.
* **De lokale besturen:** Dit omvat gemeenten, provincies en de agglomeratie Brussel.
* **De regionale besturen:** Dit zijn de gewesten (Vlaams Gewest, Waals Gewest) en de gemeenschappen (Franse Gemeenschap, Duitstalige Gemeenschap, Vlaamse Gemeenschap). In Brussel worden beslissingen genomen door de ordonnanties.
* **Publiekrechtelijke instellingen:** Bepaalde instellingen met een publiekrechtelijk statuut, zoals Aquafin NV (voor waterzuivering), kunnen ook belastingen heffen.
* **Supranationale overheden:** Voorbeelden hiervan zijn douanerechten die geheven worden aan de gemeenschappelijke buitengrens van de Europese Unie.
**Principe van fiscale autonomie:**
Dit principe houdt in dat de federale overheid, en de lokale en regionale besturen, het recht hebben om hun eigen uitgaven te dekken met eigen belastinginkomsten. Hieraan zijn echter grenzen verbonden:
* De federale overheid kan geen belastingen heffen op materies die door de regionale overheden worden belast, zoals water en afval.
* Regionale overheden mogen geen belastingen heffen op materies die reeds door de federale overheid worden belast.
* Gemeenten en provincies mogen evenmin belastingen heffen op materies die door de federale overheid worden belast.
**Soorten fiscale bevoegdheden:**
* **Eigenlijke fiscale bevoegdheden:** Dit zijn de bevoegdheden die rechtstreeks door een entiteit worden uitgeoefend, zoals de heffing op oppervlakte- en grondwater of de leegstandheffing.
* **Oneigenlijke fiscale bevoegdheden:** Hierbij gaat het om belastingen die door een andere overheid worden uitgeoefend, maar waarvan de opbrengst aan de betreffende entiteit toekomt of die zijn overgedragen.
* **Overgedragen belastingen:** Voorbeelden zijn verkeersbelastingen, registratierechten en erfbelasting.
* **Toegewezen belastingen:** De btw is hier een voorbeeld van, waar de inning en beheer grotendeels federaal zijn, maar de opbrengst gedeeltelijk aan andere niveaus kan toekomen.
De zesde staatshervorming heeft geleid tot een uitbreiding van de autonomie van de gewesten, met name op het gebied van de personenbelasting.
### 5.2 Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
De belastingheffing in België is gebonden aan een reeks fundamentele grondwettelijke beginselen die de rechten van de burger waarborgen en de overheid beperken in haar optreden.
#### 5.2.1 Legaliteitsbeginsel of wettelijkheidsbeginsel
Dit beginsel stelt dat de overheid alleen mag handelen op basis van de wet. Burgers kunnen bijgevolg alleen gestraft of belast worden voor handelingen die op het moment van begaan al expliciet bij wet waren voorgeschreven. Een belastingheffing zonder wettelijke basis is dus onrechtmatig.
#### 5.2.2 Eenjarigheidsbeginsel of annualiteitsbeginsel
De begroting en de belastingwetgeving moeten jaarlijks door het parlement worden goedgekeurd. De regels die worden ingevoerd, zijn in principe slechts voor één jaar van kracht, tenzij ze door het parlement worden vernieuwd. Dit beginsel (verankerd in art. 171 GW) zorgt ervoor dat de wetgevende macht periodiek controle uitoefent op de inkomsten en uitgaven van de overheid.
#### 5.2.3 Gelijkheidsbeginsel
Dit beginsel is verankerd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
* **Artikel 10 GW:** Stelt dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet.
* **Artikel 11 GW:** Voegt daaraan toe dat het genot van de rechten en vrijheden zonder discriminatie moet worden verzekerd.
In de context van belastingheffing betekent dit dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld en ongelijke gevallen ongelijk, mits er een objectieve rechtvaardiging is voor de ongelijke behandeling. Discriminatie op basis van persoonlijke kenmerken die geen verband houden met de fiscale materie is verboden.
#### 5.2.4 Kenmerken die voortvloeien uit de aard van de belastingwet
De fiscale wet heeft een specifieke aard die leidt tot bijkomende beginselen:
* **De fiscale wet is van openbare orde:** Het belastingrecht behoort tot het publiek recht en raakt de wezenlijke belangen van de staat en de maatschappij. Overeenkomsten die afbreuk doen aan het belastingrecht zijn nietig.
* **Bepaling van de schuldenaar:** De belastingwet bepaalt zelf wie de schuldenaar is van de belastingen.
* **Nietigheid van overeenkomsten gericht op belastingontduiking:** Overeenkomsten die als doel hebben om de wet te omzeilen (belastingontduiking) zijn van rechtswege nietig.
* **Geen overeenkomsten over rechtskwesties met de fiscus:** Tussen de fiscus en de belastingplichtige kunnen geen informele overeenkomsten worden gesloten over fiscale rechtskwesties.
**Belastingontduiking versus belastingvermijding:**
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen belastingontduiking en belastingvermijding. Belastingontduiking is illegaal en wordt gesanctioneerd, terwijl belastingvermijding, mits het binnen de wettelijke kaders gebeurt, wel degelijk is toegestaan.
* **Belastingontduiking:** Dit is het illegaal omzeilen van fiscale verplichtingen, bijvoorbeeld door het bewust achterhouden van informatie of het vervalsen van documenten.
* **Belastingvermijding:** Dit is het gebruikmaken van de bestaande wettelijke bepalingen om de fiscale last te minimaliseren. De belastingplichtige heeft het recht om de minst belaste weg te kiezen, zolang dit binnen de grenzen van de wet blijft. Voorbeelden zijn het oprichten van een vennootschap voor specifieke activiteiten waarbij de vennootschapsbelasting lager is dan de personenbelasting, of het benutten van fiscale voordelen en aftrekken.
Andere beginselen die voortvloeien uit de aard van de belastingwet zijn onder meer:
* **Nietigheid (non bis in idem):** Een persoon kan niet tweemaal voor hetzelfde feit belast worden.
* **Territorialiteit:** De belastbaarheid wordt in beginsel bepaald door de plaats waar de economische activiteit plaatsvindt of waar het vermogen zich bevindt. Bij internationale situaties kan een verdrag uitsluitsel geven.
---
# Indeling en aard van belastingen
Dit onderdeel belicht de classificatie van belastingen op basis van hun grondslag en de algemene beginselen die voortvloeien uit de aard van belastingen en het publieke recht, inclusief het onderscheid tussen belastingontduiking en belastingvermijding.
## 4.1 Begrip en kenmerken van belastingen
### 4.1.1 Begrip belasting
Een belasting is een bijdrage die volgens bepaalde rechtsregels door de overheid wordt opgelegd. Het hoofddoel is het verzamelen van financiële middelen die nodig zijn voor uitgaven in het algemeen belang. Een heffing wordt als belasting erkend indien deze bij wet, decreet of besluit als zodanig wordt bestempeld.
### 4.1.2 Kenmerken van een belasting
Er zijn twee essentiële kenmerken waaraan een heffing moet voldoen om als belasting te worden beschouwd:
* **Financieel doel:** Belastingen dienen primair ter financiering van diensten van openbaar nut. Er is **geen** rechtstreekse en individuele tegenprestatie van de overheid aan de belastingplichtige voor de betaalde belasting. Dit staat in contrast met een retributie, waarbij een heffing wel bedoeld is om een door de overheid verstrekte dienst rechtstreeks te vergoeden door de genieter van die dienst.
* **Dwingend karakter:** Een belasting wordt eenzijdig door de overheid opgelegd en moet opgenomen zijn in een wet (of decreet of besluit). Het niet naleven van de belastingwetgeving leidt tot sancties, die zowel administratief als strafrechtelijk van aard kunnen zijn. Het principe van '*una via*' houdt in dat inbreuken op de fiscale wetgeving uitsluitend via de administratieve weg of via de strafrechtelijke weg vervolgd kunnen worden, maar niet beide voor dezelfde inbreuk.
### 4.1.3 Overheidsinkomsten die geen belastingen zijn
Niet elke overheidsinkomst is een belasting. Voorbeelden hiervan zijn parafiscale bijdragen, die specifiek bedoeld zijn voor de dekking van bepaalde uitgaven, zoals sociale uitgaven. Het bestemmingscriterium is hierbij een belangrijk onderscheidend element ten opzichte van reguliere belastingen.
### 4.1.4 Retributie versus bijzondere vormen van belastingen
Een retributie betreft een vergoeding voor een geïndividualiseerde dienstverlening door de overheid. Parafiscale bijdragen, zoals sociale bijdragen, hebben een specifiek bestemmingscriterium, wat hen onderscheidt van reguliere belastingen.
## 4.2 De situering van het belastingrecht
Belastingrecht behoort tot het publiekrecht. Het bepaalt wie of wat aan de belasting wordt onderworpen, welk het toepasselijke tarief is, hoe de belasting wordt berekend en geïnd, en welke waarborgen de overheid hierbij heeft. Het fiscale recht is van openbare orde, wat betekent dat overeenkomsten die belastingontduiking tot doel hebben, van rechtswege nietig zijn. Tussen de fiscus en de belastingplichtige kunnen geen overeenkomsten worden gesloten over rechtskwesties.
## 4.3 Noodzakelijk karakter van belastingen in een moderne samenleving
In een moderne, op de vrije markt gebaseerde economie met private eigendom van productiemiddelen, heeft de overheid een systeem van belastingheffing nodig om haar taken te kunnen vervullen. Dit staat in contrast met een centraal geleide economie.
## 4.4 De functies van de belasting
Belastingen vervullen diverse functies:
* **Financiële functie:** De oorspronkelijke en hoofdfunctie is het innen van geldelijke bijdragen ter dekking van overheidsuitgaven. Een geregeld inkomen en een eenvoudig belastingstelsel dat snel en goedkoop geïnd kan worden, zijn hierbij van belang. De verwachte opbrengsten worden geraamd in de jaarlijkse begroting.
* **Economische functie:** Belastingen kunnen worden ingezet om economische doelen te sturen, zoals invloed uitoefenen op prijsvorming, spaarwezen, consumptie, investeringen en tewerkstelling.
* **Sociale functie:** Belastingen kunnen bijdragen aan de sociale zekerheid en sociale aanpassing, waarbij het draagkrachtbeginsel een rol speelt.
* **Politieke functie:** Belastingen kunnen worden gebruikt om politieke beleidsdoelstellingen te realiseren.
* **Culturele functie:** Belastingen kunnen ingezet worden ter ondersteuning van culturele activiteiten.
## 4.5 Wie mag belastingen heffen?
De bevoegdheid om belastingen te heffen is vastgelegd in de Grondwet (artikelen 170 en 173). Deze bevoegdheid ligt bij:
* De federale overheid.
* De lokale besturen (gemeenten, provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
* De regionale besturen (Vlaams Gewest, Waals Gewest, Duitstalige Gemeenschap, Franse Gemeenschap).
* Publiekrechtelijke instellingen (bijvoorbeeld Aquafin NV).
* Supranationale overheden (bijvoorbeeld douanerechten aan de gemeenschappelijke buitengrens).
Het principe van fiscale autonomie houdt in dat de federale, regionale en lokale overheden het recht hebben om hun uitgaven te dekken met eigen belastinginkomsten, met inachtneming van bepaalde beperkingen (bijvoorbeeld federale overheden mogen geen belastingen heffen op water en afval).
Er zijn twee soorten fiscale bevoegdheden:
* **Eigenlijke fiscale bevoegdheden:** directe heffingsrechten (bv. heffing op oppervlaktewater).
* **Oneigenlijke fiscale bevoegdheden:**
* Overgedragen belastingen (bv. registratierechten, erfbelasting).
* Toegewezen belastingen (bv. BTW).
De staatshervormingen hebben de autonomie van de gewesten in de personenbelasting uitgebreid.
## 4.6 Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
De belastingheffing is gebonden aan belangrijke grondwettelijke beginselen:
* **Legaliteitsbeginsel (wettelijkheidsbeginsel):** De overheid mag alleen handelen op basis van de wet. Burgers kunnen enkel gestraft worden voor handelingen die op het moment van begaan reeds wettelijk strafbaar waren gesteld.
* **Eenjarigheidsbeginsel (annualiteitsbeginsel):** De begroting en de belastingwetgeving moeten jaarlijks door het parlement worden goedgekeurd. De regels zijn slechts voor één jaar van kracht, tenzij ze worden vernieuwd.
* **Gelijkheidsbeginsel:** Artikel 10 van de Grondwet stelt dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet. Artikel 11 voegt daaraan toe dat het genot van de rechten en vrijheden zonder discriminatie moet worden verzekerd.
## 4.7 Beginselen en kenmerken die voortvloeien uit de aard van de belastingen
De fiscale wet is van openbare orde en raakt de wezenlijke belangen van de staat en de maatschappij. Juridische gevolgen hiervan zijn:
* De belastingwet bepaalt zelf wie de schuldenaar is van de belastingen.
* Overeenkomsten die belastingontduiking tot doel hebben, zijn nietig.
* Tussen de fiscus en de belastingplichtige kunnen geen overeenkomsten over rechtskwesties worden gesloten.
### 4.7.1 Belastingontduiking versus belastingvermijding
* **Belastingontduiking** is illegaal en houdt in dat men opzettelijk de fiscale wetgeving omzeilt om zo minder belastingen te betalen. Voorbeelden hiervan zijn het verkeerd opgeven van de werkelijke woonplaats om lagere gemeentebelastingen te ontlopen, of het niet aangeven van inkomsten.
* **Belastingvermijding** is legaal. De belastingplichtige heeft het recht om de minst belaste weg te kiezen. Dit kan bijvoorbeeld door het oprichten van een vennootschap waarvan de belastingdruk lager is dan de personenbelasting.
### 4.7.2 Bijkomende beginselen van de belastingwet
Andere beginselen die de belastingwet kenmerken zijn onder meer:
* **Niet vooraf:** Belastingregels gelden voor de toekomst.
* **Behoorlijk:** De fiscus moet zorgvuldig en grondig te werk gaan en niet enkel naar de kostprijs kijken, maar ook naar de oorzaak ervan.
* **Non bis in idem:** Men kan niet tweemaal belast worden voor dezelfde zaak.
* **Territorialiteit:** De belastingheffing geldt binnen een bepaald grondgebied. Bij dubbele woonplaats kan er via verdragen worden bepaald waar de belastingheffing plaatsvindt.
## 4.8 De indeling van de belastingen
Belastingen kunnen worden ingedeeld op basis van verschillende criteria, waaronder de grondslag van de belasting.
### 4.8.1 Onderscheid op basis van de grondslag van de belasting
Dit onderscheid kan leiden tot verschillende categorieën, zoals evenredige belastingen (bv. een vennootschapsbelasting met een vast tarief van 25 procent).
### 4.8.2 Indirecte belastingen
Indirecte belastingen worden geheven met tussenkomst van een derde partij, zoals de Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW) die in de winkel wordt betaald.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Belasting | Een bijdrage die door de overheid wordt opgelegd volgens bepaalde rechtsregels, met als doel financiële middelen te verzamelen voor uitgaven in het algemeen belang en die bij wet, decreet of besluit als belasting wordt erkend. |
| Directe belastingen | Belastingen die rechtstreeks worden geheven op inkomen of vermogen van natuurlijke personen of rechtspersonen, zoals de personenbelasting en vennootschapsbelasting. |
| Indirecte belastingen | Belastingen die worden geheven op goederen en diensten, meestal via een tussenpersoon, zoals de Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW) en accijnzen. |
| Personenbelasting | Een progressieve belasting die wordt geheven op het inkomen van natuurlijke personen; hoe meer men verdient, hoe hoger het belastingtarief. |
| Vennootschapsbelasting | Een belasting die wordt geheven op de winst van vennootschappen; in België bedraagt het standaardtarief 25%. |
| BTW (Belasting over de Toegevoegde Waarde) | Een indirecte verbruiksbelasting die wordt geheven op de meerwaarde die bij elke stap in de productie- en distributieketen wordt gecreëerd. |
| Accijnzen | Belastingen op producten die als schadelijk worden beschouwd voor de gezondheid of het milieu, zoals benzine, diesel, sigaretten en alcohol. |
| Staatschuld | Het totale bedrag dat een overheid verschuldigd is aan schuldeisers; in België is de staatsschuld aanzienlijk, wat leidt tot discussies over langer werken en begrotingsdiscipline. |
| Successierechten | Een vermogensbelasting die wordt geheven op de nalatenschap bij overlijden; dit is een progressieve belasting waarbij een grotere nalatenschap leidt tot een hoger tarief. |
| Registratierechten | Belastingen die verschuldigd zijn bij de registratie van bepaalde akten of handelingen, zoals de overdracht van onroerend goed of schenkingen; deze zijn doorgaans lager dan successierechten. |
| Retributie | Een heffing die bestemd is om een door de overheid verstrekte dienst rechtstreeks te laten vergoeden door degene die de dienst heeft genoten, in tegenstelling tot belastingen waarvoor geen directe tegenprestatie is. |
| Parafiscale bijdragen | Bijdragen die, net als belastingen, een financieel doel dienen en dwingend van karakter zijn, maar specifiek bestemd zijn voor de dekking van bepaalde uitgaven, zoals sociale uitgaven. |
| Legaliteitsbeginsel | Een fundamenteel beginsel van het fiscaal recht dat stelt dat de overheid alleen mag handelen op basis van de wet, en burgers alleen gestraft kunnen worden voor handelingen die op dat moment bij wet strafbaar zijn gesteld. |
| Gelijkheidsbeginsel | Een grondwettelijk principe dat stelt dat alle burgers gelijk zijn voor de wet en dat rechten en vrijheden zonder discriminatie moeten worden verzekerd. |
| Belastingontduiking | Het illegaal omzeilen van belastingwetten door bijvoorbeeld valse aangifte te doen of informatie achter te houden, wat juridische sancties met zich meebrengt. |
| Belastingvermijding | Het legaal gebruik maken van wettelijke mogelijkheden om de belastingdruk te verminderen, bijvoorbeeld door te kiezen voor de minst belaste route of door een vennootschap op te richten. |