Cover
Empieza ahora gratis H1-H5 TOERISME.pdf
Summary
# Definities en concepten van vrije tijd, recreatie en toerisme
Dit gedeelte verkent de theoretische definities en de onderlinge verbanden tussen vrije tijd, recreatie en toerisme, waarbij verschillende invalshoeken, waaronder sociologische en psychologische benaderingen, worden belicht [3](#page=3).
### 1.1 Vrije tijd
Vrije tijd is een cruciaal concept waarin recreatie en toerisme zich voornamelijk afspelen, hoewel de interpretatie ervan kan variëren afhankelijk van de wetenschappelijke benadering [3](#page=3).
#### 1.1.1 Psychologische benadering
Vanuit een psychologisch perspectief wordt vrije tijd beschouwd als een subjectieve "state of mind", waarbij het gaat om het gevoel van vrijheid ervaren, ongeacht de activiteit of het tijdsbestek. De focus ligt hier op de persoon en diens beleving [3](#page=3).
#### 1.1.2 Sociologische benadering
De sociologische benadering hanteert een objectievere kijk op vrije tijd, waarbij tijd wordt onderverdeeld in arbeidstijd en niet-arbeidstijd. Niet-arbeidstijd, ook wel bruto vrije tijd of "free time" / "temps libre" genoemd, is de tijd die resteert na arbeid. Dit omvat naast ontspanning ook rusten, bijscholen, slapen en sociale/huishoudelijke verplichtingen [3](#page=3).
Binnen de bruto vrije tijd wordt vervolgens een onderscheid gemaakt tussen netto vrije tijd en niet-vrije tijd. Niet-vrije tijd is de tijd die nodig is voor fysiologische behoeften, sociale en gezinsverplichtingen. De resterende tijd is de netto vrije tijd, ook wel "leisure" of "loisir" genoemd. Deze netto vrije tijd is de tijd die men vrij kan besteden aan vrijwillig gekozen bezigheden zoals rust, ontspanning en ontwikkeling [3](#page=3).
* **Bruto vrije tijd:** Tijd die rest na arbeid; inclusief ontspanning, rust, bijscholing, slapen, eten, sociale en huishoudelijke verplichtingen. Dit is gelijk aan tijd minus arbeidstijd [1](#page=1) [3](#page=3).
* **Netto vrije tijd:** Tijd die rest na werken en alle andere verplichtingen en noodzakelijkheden zoals slapen en wassen. Dit is gelijk aan tijd minus arbeidstijd minus niet-vrije tijd. Het is de tijd voor rust, ontspanning (recreatie) en ontwikkeling, ook wel "leisure" of "loisir" genoemd [1](#page=1) [3](#page=3).
> **Tip:** De sociologische benadering deelt tijd objectief en mathematisch op basis van de activiteit die men verricht [3](#page=3).
### 1.2 Recreatie
Recreatie vindt plaats in de vrije tijd en is primair gericht op ontspanning, hoewel rust en ontwikkeling ook een rol kunnen spelen. Het woord 're-creatie' betekent vernieuwing of verfrissing, bedoeld om energie op te doen en de gezondheid en moraal te verbeteren [4](#page=4).
#### 1.2.1 Definitie
Volgens Yzwyn en De Brabander is recreatie ‘het geheel van gedragingen die men in zijn vrije tijd onderneemt of ondergaat, waarvan wordt verondersteld dat ze primair gericht zijn op het bevredigen van de eigen verlangens naar ontspanning als belevingsactiviteit’. Dit omvat zowel fysieke als geestelijke ontspanning [4](#page=4).
Om het begrip in de context van toerisme hanteerbaar te maken, wordt het afgebakend op basis van locatie. Er is sprake van recreatie wanneer dit zich voordoet binnen de woon- en leefomgeving, specifiek binnen de woning en/of een straal van ongeveer 20 tot 30 km rond de woning, zonder overnachting [1](#page=1) [4](#page=4).
#### 1.2.2 Recreatievormen
Op basis van het criterium 'locatie' kunnen twee recreatievormen onderscheiden worden [4](#page=4):
* **Binnenhuisrecreatie (home-based recreation):** Activiteiten binnen de woning en/of tuin, zoals tv-kijken, gezelschapsspelen, hometrainer, yoga [4](#page=4).
* **Omgevingsrecreatie (daily leisure):** Activiteiten buiten de woning, maar binnen een straal van 20-30 km, zoals fietsen, wandelen, activiteiten op speelterreinen, in avonturenparken [1](#page=1) [4](#page=4).
Andere categorisaties van recreatievormen, ontwikkeld in een pré-internettijdperk, omvatten [4](#page=4):
* **Infrastructuur gebonden recreatie:** Gebonden aan specifieke voorzieningen zoals paden, sportaccommodaties, cultuuraccommodaties, recreatiedomeinen, parken, shoppingcentra, pretparken [5](#page=5).
* **Plaats gebonden recreatie:** Gekoppeld aan een specifieke locatie, zoals landrecreatie, waterrecreatie, luchtrecreatie [5](#page=5).
* **Thema gebonden recreatie:** Gebaseerd op thema's zoals kunst, cultuur, natuur, sport, spel [5](#page=5).
* **Context gebonden recreatie:** Variërende contexten zoals zachte/harde recreatie, in groep/individueel, binnenhuis/in omgeving, begeleid/niet-begeleid, georganiseerd/niet-georganiseerd, online/offline [5](#page=5).
* **Zachte recreatie:** Laag-dynamisch, weinig belastende druk op de omgeving (bv. individueel wandelen en fietsen) [5](#page=5).
* **Harde recreatie:** Intensief of hoog-dynamisch, met potentieel belastende druk op de omgeving (bv. quadtochten, mountainbiken, motortochten) [5](#page=5).
* **Belevingsrecreatie:** Gericht op het creëren van een emotionele meerwaarde en diepgaande ervaring voor de recreant. Dit evolueert naar een betekenis- en ervaringseconomie [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Tomorrowland is een voorbeeld van belevingsrecreatie waar de ervaring maximaal wordt uitgewerkt [5](#page=5).
### 1.3 Toerisme
Toerisme omvat activiteiten van personen die reizen naar en verblijven in plaatsen buiten hun gebruikelijke omgeving voor niet langer dan één aaneengesloten jaar, voor recreatie, zaken of andere doeleinden [1](#page=1) [5](#page=5).
#### 1.3.1 Definitie algemeen
Er bestaat geen universeel algemeen aanvaarde definitie van toerisme. De meest geciteerde definitie is die van UN Tourism: ‘the activities of persons traveling to, and staying in places outside their usual environment for not more than one consecutive year for leisure, business, and other purposes’ [5](#page=5).
Drie voorwaarden zijn essentieel voor toerisme [5](#page=5):
1. **Verplaatsing buiten de gewone leefomgeving:** Meestal gedefinieerd als een afstand van minimaal 20 km tot 30 km [5](#page=5).
2. **Verblijfsduur:**
* Ondergrens: Minimaal 24 uur of 1 overnachting [5](#page=5).
* Bovengrens: Maximaal 1 jaar [5](#page=5).
3. **Reismotief:** Kan variëren tussen recreatie, zaken, en andere doeleinden [5](#page=5).
Wanneer aan deze voorwaarden van verplaatsing en verblijf wordt voldaan, spreekt men van verblijfstoerisme. Dit geldt zowel voor leisure tourism (recreatief verblijfstoerisme) als voor business tourism [6](#page=6).
Dagtoerisme betreft een verplaatsing buiten de gewone leefomgeving omwille van vrijetijdsdoeleinden, maar zonder overnachting (minder dan 24 uur). Hierbij is er altijd sprake van een recreatieve activiteit; "zakelijk dagtoerisme" bestaat niet [1](#page=1) [6](#page=6).
#### 1.3.2 Meetings industry
De reismotieven voor toerisme worden ingedeeld in hoofdcategorieën: 'leisure and recreation' en 'business and professional', met een aanvullende restcategorie 'other tourism purposes' [6](#page=6).
Business tourism valt altijd onder de arbeidstijd en betreft niet-routinematige verplaatsingen buiten de woon- en leefomgeving voor professionele doeleinden, zonder recreatief hoofdmotief. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen [6](#page=6):
* **Regular business travel:** Zakenreizen op individuele basis of met een zeer beperkt aantal personen [6](#page=6).
* **Business events:** Groepsevenementen in een professionele sfeer, zoals meetings, congressen, conferenties, beurzen en incentive reizen. Deze hebben specifieke criteria zoals een minimum van 4 uur durende deelname, minimaal tien deelnemers en een gecontracteerde locatie [6](#page=6).
De term 'Meetings industry' wordt gebruikt voor de sector van business events, waar de bestemming vaak beïnvloedbaar is en waar potentieel veel economische voordelen te behalen zijn voor een bestemming [2](#page=2) [6](#page=6).
#### 1.3.3 Toerismevormen
Naast de hoofdcategorieën van reismotieven, kunnen diverse nichevormen van toerisme worden onderscheiden, gebaseerd op de motivatie van de toerist. Voorbeelden hiervan zijn cultuurtoerisme, culinair toerisme, sextourisme, ecotoerisme, congrestourisme en meer [6](#page=6).
* **Ecotoerisme:** Verantwoord reizen naar natuurgebieden met aandacht voor de lokale bevolking en de natuur. Het natuurgegeven staat centraal, evenals kleinschaligheid, lokale gebruiken en cultuur [2](#page=2) [6](#page=6).
De meeste toerismevormen zijn recreatief van aard [6](#page=6).
#### 1.3.4 Duurzaam toerisme
Duurzaam toerisme is een vorm van toeristische ontwikkeling die de eigen bestaansvoorwaarden niet aantast, zodat ook toekomstige generaties kunnen genieten van bestemmingen. Het respecteert mens, milieu en lokale cultuur en streeft naar een globaal evenwicht tussen deze drie dimensies (people, planet, profit) [2](#page=2) [7](#page=7).
* **Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs):** De VN heeft 17 SDGs aangenomen die een actieplan vormen voor duurzaamheid op economisch, sociaal en ecologisch vlak. UN Tourism vertaalt deze SDGs naar concrete tips voor toeristische bedrijven en toeristen [2](#page=2) [7](#page=7).
> **Belangrijk:** Duurzaam toerisme is niet hetzelfde als ecotoerisme; alle ecotoerisme is duurzaam toerisme, maar niet alle duurzame toerisme is ecotoerisme [7](#page=7).
### 1.4 Verband vrije tijd, recreatie, toerisme: een totaalbeeld
Vrije tijd vormt de basis, waarin recreatie (meestal binnen de eigen leefomgeving) en toerisme (verplaatsing buiten de leefomgeving met verblijf) zich afspelen. Duurzaamheid is een overkoepelend principe dat invloed heeft op zowel recreatie als toerisme [7](#page=7).
---
# Theorieën over reismotivatie en bestemmingskeuze
Dit deel bespreekt verschillende theoretische modellen die reismotivatie en bestemmingskeuze verklaren [28](#page=28).
### 2.1 De push and pull theorie van reismotivatie
De 'Push and Pull Theory of Travel Motivations', ontwikkeld door Graham M.S. Dann in 1977, is een breed geaccepteerde theorie die reismotivaties verklaart. De theorie stelt dat toeristen enerzijds door diverse elementen 'geduwd' (gemotiveerd) worden om te reizen, en anderzijds omwille van specifieke redenen aangetrokken worden door een bestemming. Onderzoek toont aan dat 'push' en 'pull' factoren elkaar aanvullen; bestemmingen met veel wellnessfaciliteiten trekken bijvoorbeeld toeristen aan die ontspanning zoeken [28](#page=28).
**Push-factoren** zijn vaak persoonlijkheidskenmerken of interne drijfveren. Mogelijke push-factoren zijn [28](#page=28):
* Verlangen om te ontsnappen [28](#page=28).
* Rust en ontspanning [28](#page=28).
* Gezondheid en fitheid [28](#page=28).
* Avontuur [28](#page=28).
* Prestige [28](#page=28).
* Sociale interactie [28](#page=28).
* Zoeken naar nieuwigheden [28](#page=28).
* Ontdekkingstocht [28](#page=28).
* Verbetering van relaties [28](#page=28).
* Zelfevaluatie [28](#page=28).
* Regressie [28](#page=28).
* Nieuwe dingen leren [28](#page=28).
* Verlangen naar verwennerij/comfort [28](#page=28).
* Vermaakt worden [28](#page=28).
* Hobby's [28](#page=28).
**Pull-factoren** verwijzen naar de aantrekkelijkheid van de bestemming zelf. Mogelijke pull-factoren zijn [28](#page=28):
* Stranden [29](#page=29).
* Recreatiefaciliteiten [29](#page=29).
* Historische bezienswaardigheden [29](#page=29).
* Culturele bronnen [29](#page=29).
* Onverstoorde natuur [29](#page=29).
* Gemakkelijke toegang [29](#page=29).
* Cosmopolitische omgeving [29](#page=29).
* Klimaat [29](#page=29).
* Veiligheid en zekerheid [29](#page=29).
* Winkelgelegenheden [29](#page=29).
* Kansen om beroemdheden te zien [29](#page=29).
* Populaire attracties [29](#page=29).
* Landschappen [29](#page=29).
* Kwaliteitsaccommodatie [29](#page=29).
* Redelijke prijzen [29](#page=29).
### 2.2 De behoeftenpiramide van Maslow
De Russische psycholoog Abraham Maslow ontwikkelde in de jaren zestig een motivatietheorie gebaseerd op menselijke behoeften, weergegeven in een piramidevorm. Volgens Maslow kan een hogere behoefte pas nagestreefd worden als de voorgaande, meer fundamentele behoefte is vervuld. Dit model, dat hij universeel geldig achtte, kan ook worden toegepast op toeristen [29](#page=29).
Maslow onderscheidt vijf fasen van behoeften, onderverdeeld in materiële ('lagere fundamentele behoeften') en psychologische ('hogere fundamentele behoeften') behoeften [29](#page=29):
1. **Fysiologische behoeften:** De meest basale behoeften zoals eten, onderdak, kleding, lucht en water [29](#page=29).
2. **Bestaansekerheid:** Behoeften gericht op veiligheid en zekerheid [29](#page=29).
3. **Sociaal contact:** Behoefte aan vriendschap, liefde, acceptatie en saamhorigheid [29](#page=29).
4. **Waardering:** Behoefte aan status, erkenning en zelfrespect [29](#page=29).
5. **Zelfontplooiing (zelfactualisatie):** De behoefte om persoonlijke persoonlijkheid en mentale groeimogelijkheden te ontwikkelen en te benutten [29](#page=29).
Maslow stelde dat een niet-bevrediging van deze fundamentele behoeften de menselijke mogelijkheden kan beperken. De groeibehoefte is niet fundamenteel; zelfverwezenlijking vereist eerst een minimale bevrediging van de fundamentele behoeften. Latere inzichten van Maslow suggereerden dat mensen balanceerden tussen de behoefte aan behoud en de behoefte aan nieuwe ervaringen; om te groeien, moest men de aantrekkelijkheid van veilige situaties verkleinen en het risico van groei vergroten [29](#page=29).
Het toerisme kan in alle vijf fasen van Maslow's piramide voorzien, hoewel de mate waarin reizigers aan hun behoeften voldoen, individueel verschilt. Sommige toeristen zoeken juist vertrouwde omgevingen op om zich veilig te voelen, terwijl anderen hun grenzen willen verleggen en zichzelf willen herbronnen [30](#page=30).
### 2.3 Het 'Psychocentric-Allocentric Model'
Stanley Plog deelt in zijn 'Psychocentric-Allocentric Model' toeristen in vijf groepen in op basis van persoonlijkheid en nieuwsgierigheid naar nieuwe bestemmingen. Deze groepen bevinden zich op een continuüm, met 'allocentrics' (venturers) aan de ene kant en 'psychocentrics' (dependables) aan de andere kant [30](#page=30).
* **Allocentrics (Venturers):** Deze toeristen zoeken constant avontuur, willen nieuwe dingen proberen en vermijden bekende bestemmingen. Ze staan open voor nieuwigheden en mijden georganiseerde reizen [30](#page=30).
* **Psychocentrics (Dependables):** Deze toeristen houden van tot in de puntjes georganiseerde reizen, waarbij alles gepland is. Ze zijn risicomijdend en zoeken daarom vaak vertrouwde, reeds bezochte bestemmingen op [30](#page=30).
#### 2.3.1 Tussencategorieën en bestemmingstype
De meeste toeristen bevinden zich tussen deze twee uitersten en worden 'mid-centrics' genoemd. Deze groep verkiest reeds gepopulariseerde bestemmingen, vermijdt de gebaande paden maar is ook te voorzichtig om geheel nieuwe bestemmingen te ontdekken. Plog onderscheidt verder de 'near-venturer' (near-allocentric) en de 'near-dependable' (near-psychocentric) als tussencategorieën [30](#page=30).
Volgens Plog vertonen bestemmingen eigenschappen die vergelijkbaar zijn met die van hun bezoekers. Zo werden Tibet en Nepal in 2001 voorgesteld als 'venturer'-bestemmingen (avontuurlijk), terwijl Orlando (VS) een 'dependable'-bestemming (betrouwbaar) was [30](#page=30).
Het type bestemming kan veranderen door globalisering en populariteit; Thailand werd in 2001 als interessant voor near-venturers beschouwd, maar tegenwoordig minder avontuurlijk. De perceptie van een bestemming als avontuurlijk of betrouwbaar kan ook afhangen van de woonplaats van de toerist; Polen werd bijvoorbeeld door Amerikanen als avontuurlijker ervaren dan door Duitse toeristen. De manier van reizen (bv. all-in met gids of backpacking) is ook een belangrijke factor [30](#page=30).
Plog’s model van toeristische voorkeur kan ook worden gekoppeld aan de ontwikkeling van toeristische locaties. In de beginfase van toeristische ontwikkeling worden bestemmingen voornamelijk bezocht door allocentrics. Naarmate de bestemming zich ontwikkelt en toerisme groeit, trekken de meer avontuurlijke reizigers weg, en wordt de bestemming aantrekkelijker voor mid-centrics en (near) dependables, mede door de toename van het aantal toeristen [30](#page=30).
> **Tip:** Het is belangrijk om te onthouden dat de 'push' en 'pull' factoren, Maslow's behoeftenpiramide en Plog's typologie elkaar niet uitsluiten, maar juist met elkaar verweven zijn en samen een complex beeld geven van reismotivatie en bestemmingskeuze [31](#page=31).
---
# Ontwikkelingsmodellen van toeristische bestemmingen
Dit onderdeel behandelt modellen die de evolutie van toeristische bestemmingen beschrijven, met een focus op het Tourist Area Life Cycle Model van Butler en de relatie ervan met Plog's model [31](#page=31).
### 3.1 Plog's typologie van toeristen en de relatie met bestemmingen
Stanley Plog classificeerde toeristen op basis van hun persoonlijkheid en nieuwsgierigheid naar het bezoeken van plaatsen, variërend van "psychocentrics" (voorkeur voor bekende, georganiseerde reizen) tot "allocentrics" (zoekers van avontuur en nieuwe ervaringen). Plog stelde dat toeristische bestemmingen eigenschappen vertonen die vergelijkbaar zijn met die van hun bezoekers. Hij classificeerde toeristen in verschillende categorieën, zoals 'venturers' (avontuurlijk) en 'dependables' (betrouwbaar) [25](#page=25) [31](#page=31).
#### 3.1.1 Dynamiek van bestemmingstypes
De classificatie van bestemmingen kan door de tijd heen veranderen door globalisering en de toenemende populariteit van bepaalde locaties. Thailand, bijvoorbeeld, werd in 2001 als een bestemming voor 'near-venturers' beschouwd, maar wordt tegenwoordig minder als avontuurlijk ervaren. Daarnaast wordt de perceptie van een bestemming als avontuurlijk of betrouwbaar mede beïnvloed door de woonplaats van de toerist. Polen was bijvoorbeeld voor Amerikanen avontuurlijker dan voor Duitse toeristen. Ook de manier van reizen, zoals all-inclusive vakanties versus backpacking, speelt een rol [31](#page=31).
> **Tip:** Het is belangrijk om te onthouden dat de 'push' en 'pull' factoren, Maslow's behoeftenpiramide en Plog's typologie elkaar niet uitsluiten, maar juist met elkaar verweven zijn en samen een complex beeld geven van reismotivatie en bestemmingskeuze [31](#page=31).
#### 3.1.2 Plog's model en de ontwikkelingsfase van bestemmingen
Plog's model kan worden gekoppeld aan de ontwikkeling van toeristische locaties. Bestemmingen in de beginfase van toeristische ontwikkeling trekken voornamelijk allocentrics (avontuurlijke toeristen) aan. Naarmate de bestemming zich ontwikkelt en het toerisme groeit, zoeken de ware avonturiers elders hun heil, en wordt de bestemming aantrekkelijker voor midcentrics en (near) dependables. De aantrekkelijkheid voor deze groepen neemt toe met het stijgende aantal toeristen [31](#page=31).
> **Tip:** Plog's model suggereert een verschuiving in het toeristenprofiel naarmate een bestemming volwassener wordt, wat consequenties heeft voor marketing en beheer [32](#page=32).
### 3.2 Het ‘Tourist Area Life Cycle Model’ van Butler
Het ‘Tourist Area Life Cycle Model’ (TALC) van Butler is een van de meest geciteerde fasemodellen voor toeristische ontwikkeling. Dit model is gebaseerd op het levenscyclusmodel van producten en kent vele afgeleide varianten. Het beschrijft de ontwikkeling van een toeristische bestemming aan de hand van een S-curve, waarbij de ontwikkeling wordt gemeten aan de hand van het aantal toeristen in relatie tot de capaciteit van de bestemming [32](#page=32).
#### 3.2.1 Fasen van de toeristische levenscyclus
Het TALC-model onderscheidt de volgende evolutiestadia [32](#page=32):
* **Exploration (Verkenning):**
Er is nog geen georganiseerde toeristische industrie aanwezig. Toerisme vindt slechts in beperkte mate plaats [25](#page=25) [33](#page=33).
* **Involvement (Betrokkenheid):**
Kenmerkt zich door een langzame toename van het aantal toeristen. De toeristische industrie wordt opgebouwd door voornamelijk lokale bewoners. De sector is nog kleinschalig en heeft minimale fysiek-ruimtelijke impact. Dit stadium wordt gekenmerkt door een langzame toename van toeristen en de opbouw van een kleinschalige toeristische industrie door lokale bewoners [25](#page=25) [33](#page=33).
* **Development (Ontwikkeling):**
Een spectaculaire groei van de toeristische sector. Verantwoordelijkheid en controle verschuiven van lokale bewoners naar grote, niet-lokale entiteiten. Lokale participatie in het toerisme neemt af. Economische, socioculturele en fysiek-ruimtelijke impacts worden duidelijk voelbaar. De toeristische sector groeit spectaculair, met toenemende economische, sociaal-culturele en fysiek-ruimtelijke impact [25](#page=25) [33](#page=33).
* **Consolidation (Consolidatie):**
Het aantal toeristen blijft toenemen, maar de snelheid van groei vermindert. Het groeitempo van toerisme-gerelateerde activiteiten daalt. Het aantal toeristen overschrijdt voor het eerst het aantal lokale bewoners. De draagkracht (economisch, sociocultureel, fysiek-ruimtelijk) wordt stilaan overschreden, wat de aantrekkelijkheid kan verminderen. Grote aanwezigheid van externe actoren (franchise- en ketenbedrijven). Het toeristenprofiel bestaat voornamelijk uit 'repeat visitors' en conservatieve reizigers met pakketreizen. De groei van het toerisme vertraagt, het aantal toeristen overschrijdt het aantal lokale bewoners, en de draagkracht wordt langzaam overschreden [25](#page=25) [33](#page=33).
* **Stagnation (Stagnatie):**
Capaciteitslimieten (aantal toeristen en voorzieningen) worden bereikt. Dit leidt tot economische, socioculturele en/of fysiek-ruimtelijke degradatie. De capaciteitslimieten worden bereikt, wat kan leiden tot economische, sociaal-culturele en/of fysiek-ruimtelijke degradatie [25](#page=25) [33](#page=33).
Na de stagnatiefase kan een bestemming, afhankelijk van genomen maatregelen en innovaties, evolueren naar drie mogelijke eindstadia: verdere stagnatie, verval ('decline') of heropleving ('rejuvenation') [33](#page=33).
#### 3.2.2 Relatie tussen Plog en Butler's modellen
Er kan een duidelijke link gelegd worden tussen het model van Plog en het model van Butler. Over het algemeen geldt dat in de vroege stadia van Butler's model (exploration, involvement) de allocentrics uit Plog's model dominant zijn, terwijl in latere stadia (development, consolidation, stagnation) de meer dependabele toeristen de overhand krijgen [34](#page=34).
> **Voorbeeld:** Een afgelegen eiland zonder veel voorzieningen (stadium 'exploration') trekt avontuurlijke reizigers aan (allocentrics). Naarmate er hotels en toeristische infrastructuur gebouwd worden (stadium 'development'), wordt het eiland aantrekkelijker voor families die een georganiseerde vakantie zoeken (dependables). Als het eiland overbebouwd raakt en de authenticiteit verliest (stadium 'stagnation'), kan het zijn aantrekkelijkheid voor beide groepen verliezen [34](#page=34).
---
# Impacten en trends in toerisme
Dit onderwerp analyseert de economische, ecologische en socioculturele effecten van toerisme op bestemmingen, inclusief zowel positieve als negatieve aspecten, en verkent de macrotrends die de sector beïnvloeden.
### 4.1 Impacten van toerisme
De analyse van toerisme-impacten heeft zich door de decennia heen ontwikkeld van een puur economisch, 'verdedigend' perspectief (jaren '60) naar een 'waarschuwend' perspectief gericht op nadelen (jaren '70), en ten slotte naar een holistisch onderzoeksperspectief dat zowel positieve als negatieve gevolgen erkent (jaren '80). Het minimaliseren van negatieve impacten en het maximaliseren van positieve vereist professionalisering met nadruk op duurzaamheid [45](#page=45) [47](#page=47).
#### 4.1.1 Classificatie van impacten
De impacten van toerisme worden ingedeeld in drie hoofdcategorieën: economische, ecologische en socioculturele impacten [47](#page=47).
##### 4.1.1.1 Economische impacten
* **Positieve economische impacten:**
* Genereren van inkomsten en verhoogde uitgaven op de bestemming [47](#page=47).
* Creëren van werkgelegenheid [47](#page=47).
* Waardevermeerdering van onroerend goed [47](#page=47).
* Toename van de welvaart en levensstandaard van de lokale bevolking [47](#page=47).
* Stimuleren van investeringen in toerisme en gerelateerde sectoren, inclusief buitenlandse investeringen [47](#page=47).
* Diversificatie van de economie [47](#page=47).
* **Negatieve economische impacten:**
* Prijsstijgingen (inflatie) waarbij lonen gelijk blijven [48](#page=48).
* Vervanging van lokale werknemers door buitenlandse werknemers [48](#page=48).
* Meer seizoensgebonden werkloosheid [48](#page=48).
* Speculatie op de vastgoedmarkt [48](#page=48).
* Toename van de kloof tussen arm en rijk [48](#page=48).
* Minder investeringen in niet-toerisme gerelateerde sectoren [48](#page=48).
* Afname van lokale handel door toegenomen vrije handel en import [48](#page=48).
* Verlies van lokaal eigendom [48](#page=48).
* Lage kwaliteit van tewerkstelling [48](#page=48).
* Overafhankelijkheid van toerisme als economische sector [48](#page=48).
##### 4.1.1.2 Ecologische impacten
* **Positieve ecologische impacten:**
* Behoud van biodiversiteit [48](#page=48).
* Architecturale bescherming [48](#page=48).
* Bescherming van natuurlijke en culturele bronnen en erfgoed [48](#page=48).
* Behoud en herstel van natuurlijke habitats en ecosystemen [48](#page=48).
* **Negatieve ecologische impacten:**
* Verlies aan biodiversiteit [48](#page=48).
* Architecturale en landschapsvervuiling [48](#page=48).
* Beschadiging van natuurlijke en culturele bronnen en erfgoed [48](#page=48).
* Vernieling van habitats en aantasting van ecosystemen [48](#page=48).
* Overschrijding van de fysieke draagkracht (maximale druk die een fysieke omgeving of gebouw aankan) [48](#page=48).
* Overexploitatie van water en energie [48](#page=48).
* Lucht- en watervervuiling [48](#page=48).
##### 4.1.1.3 Socioculturele impacten
* **Positieve socioculturele impacten:**
* Toename van deelname van de lokale bevolking aan toeristische en recreatieve activiteiten en evenementen [49](#page=49).
* Versterking van eigen normen, waarden en tradities [49](#page=49).
* Blootstelling aan andere ideeën en denkwijzen [49](#page=49).
* Toename van veiligheidsmaatregelen [49](#page=49).
* Revival van tradities (herontdekking en instandhouding) [49](#page=49).
* Grotere trots over de eigen woonplaats [49](#page=49).
* Bevordering van intercultureel contact [49](#page=49).
* Vergroting van kennis van en respect voor andere culturen [49](#page=49).
* **Negatieve socioculturele impacten:**
* Veranderingen in de samenlevingsstructuur door de komst van toeristen, tweedeverblijvers en buitenlandse werknemers [49](#page=49).
* Verlies van lokale waarden en tradities [49](#page=49).
* Toename van criminele activiteit [49](#page=49).
* Verlies van ruimte voor de lokale bevolking ('community space') [49](#page=49).
* Sociale ontwrichting, zoals gezinsuitval of verhuizingen [49](#page=49).
* Overschrijding van de sociale draagkracht (maximale druk die de lokale bevolking aankan, gerelateerd aan leefbaarheid) [49](#page=49).
* Verlies van authenticiteit [49](#page=49).
* Vervreemding van de lokale bevolking ten opzichte van de bestemming door toerisme-gerelateerde veranderingen [49](#page=49).
* Misverstanden die leiden tot vijandigheid tussen 'hosts' en toeristen [49](#page=49).
* Toename van (kinder)prostitutie [49](#page=49).
### 4.2 Trends in toerisme
Trends zijn subtiele, geleidelijke veranderingen in de maatschappij die een langdurige impact hebben op de productie en consumptie van toerisme. Ze manifesteren zich op de gebieden van samenleving/cultuur, economie, technologie (digitalisering), milieu en politiek. Trends hebben zowel invloed op de vraagzijde ('tourist generating region') als de aanbodzijde ('tourist receiving region') [45](#page=45) [49](#page=49) [50](#page=50) [53](#page=53).
#### 4.2.1 Onderscheid tussen gebeurtenissen en trends
* **Specifieke gebeurtenissen:** Drastische gebeurtenissen op een welbepaald moment en plaats die een directe, zichtbare impact hebben op de toeristische industrie in de betrokken regio. Technologie wordt hierbij niet als een specifieke gebeurtenis beschouwd [50](#page=50) [53](#page=53).
* **Trends:** Subtiele, geleidelijke veranderingen in de maatschappij die niet van de ene op de andere dag ontstaan en moeilijk direct herkenbaar zijn, maar wel een aanzienlijke impact hebben op de productie en consumptie van toerisme [50](#page=50) [53](#page=53).
#### 4.2.2 Belangrijke macrotrends en hun vertaling
Macrotrends hebben een impact op consumentenbehoeften en leiden tot innovaties op product- en dienstniveau (microtrends). Enkele belangrijke macrotrends zijn [50](#page=50):
* **Technologische en digitale trends:**
* **Gamification:** Toepassen van spelprincipes en technieken in niet-game omgevingen om gebruikers te motiveren en hun ervaring te verrijken [46](#page=46) [50](#page=50) [51](#page=51) [54](#page=54).
* **Robotica & AI (Artificiële Intelligentie):** Gebruikt voor klantenservice (chatbots), reisinspiratie, samenstellen en boeken van reizen, en personalisatie [37](#page=37) [46](#page=46) [50](#page=50) [51](#page=51) [54](#page=54).
* **Smart life / Smart city:** Gebruik van slimme technologieën en informatietechnologie om het leven en verblijf aangenamer te maken [37](#page=37) [46](#page=46) [51](#page=51) [54](#page=54).
* **Economische en consumptiegerelateerde trends:**
* **Deelmobiliteit & Platformeconomie:** Fenomenen binnen de 'sharing economy' en economische systemen die vraag en aanbod via digitale platforms afstemmen [37](#page=37) [46](#page=46) [51](#page=51) [54](#page=54).
* **Sociale economie:** Bedrijven gericht op sociale doelen, waarbij reizigers en ondernemingen belang hechten aan ethische overwegingen en maatschappelijk verantwoord ondernemen [37](#page=37) [46](#page=46) [51](#page=51) [54](#page=54).
* **LATTE-waarden:** Nieuwe consumentencriteria gericht op Lokaal, Authentiek, Traceerbaar, Trouwhartig en Ethisch [38](#page=38) [51](#page=51) [54](#page=54).
* **Sociale en culturele trends:**
* **Edutainment:** Een combinatie van educatie en entertainment, waarbij kennis op een speelse, informele en ontspannende manier wordt aangeboden [37](#page=37) [50](#page=50) [51](#page=51) [54](#page=54).
* **Sociale netwerken:** Cruciaal voor marketing en communicatie, maar ook bron van druk en behoefte aan offline-periodes [37](#page=37) [46](#page=46) [50](#page=50) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Diversiteit & inclusie:** Inspelen op nichemarkten gebaseerd op diverse identiteitsvormen [37](#page=37) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Singleboom:** Toenemend aantal solo reizigers met specifieke behoeften [37](#page=37) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Individualisering:** Consumenten willen de wereld aanpassen aan hun voorkeuren, met focus op persoonlijke ontwikkeling en betekenisvolle ervaringen in de 'experience economy' en 'betekeniseconomie' [38](#page=38) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Slow culture / Slow tourism:** Bewuste vertraging en een focus op het leven in het moment, resulterend in tragere, authentieke vakanties [38](#page=38) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Selfness & veerkracht (Wellbeing):** Focus op geestelijk welzijn, transformatie en het verbeteren van mentale en emotionele welzijn, aangevuld met het ontwikkelen van veerkracht voor de hectische wereld [38](#page=38) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Nieuwe gezinsstructuren / andere samenlevingsvormen:** Diversiteit in huishoudens en gezinssamenstellingen vereist aanpassing van de toeristische sector [39](#page=39) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Milieu- en duurzaamheidstrends:**
* **Urban jungle:** Integratie van groen in steden voor een aangenamere leefomgeving en verbeterde luchtkwaliteit [38](#page=38) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Detoeristificering:** Maatregelen om toeristenaantallen in concentratiezones te beperken en te spreiden [39](#page=39) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Lage-impact-economie:** Een economie die minder schade toebrengt aan planeet en bewoners, met aandacht voor milieu, cultureel erfgoed en een eerlijkere verdeling van toerismevoordelen [39](#page=39) [46](#page=46) [51](#page=51) [55](#page=55).
* **Overige trends:**
* **Veiligheid:** Toeristen hechten veel belang aan gepercipieerde veiligheid, politieke stabiliteit en gezondheidsveiligheid [38](#page=38) [46](#page=46) [51](#page=51) [56](#page=56).
* **Introspectrum:** Verlangen naar rustige plekken weg van de drukte [38](#page=38) [46](#page=46) [51](#page=51) [56](#page=56).
* **Vergrijzing:** Een verouderende bevolking biedt kansen voor de reissector, gezien ouderen vaak beschikbare tijd, kapitaal en behoefte aan specifieke reisaanbod hebben [39](#page=39) [46](#page=46) [51](#page=51) [56](#page=56).
> **Tip:** Trends zijn vaak complex en kunnen meerdere maatschappelijke thema's overlappen. De indeling in de tekst is een mogelijke visie, en aanpassingen zijn altijd mogelijk afhankelijk van de invalshoek [56](#page=56).
>
> **Tip:** Trends hebben zowel een impact op de 'tourist generating region' (vraagzijde) als op de 'tourist receiving region' (aanbodzijde) [56](#page=56).
>
> **Tip:** Het onderscheid tussen 'trends' en 'specifieke gebeurtenissen' is cruciaal voor het begrijpen van de dynamiek in het toerisme. Trends zijn macroveranderingen, terwijl gebeurtenissen micro-impact hebben op specifieke locaties en momenten [56](#page=56).
#### 4.2.3 Concrete voorbeelden van trends in de praktijk
* **Edutainment:** Musea en culturele instellingen gebruiken interactieve rondleidingen, bijvoorbeeld de 'Maximine' educatieve game in het Mijnmuseum Beringen of een VR-kijker in Brugge [52](#page=52).
* **Diversiteit & Inclusie:** Specifieke toeristische aanbiedingen, zoals een Queer Tour in het KMSKA Antwerpen of LGBTQ+-vriendelijke accommodaties [52](#page=52).
* **Detoeristificering:** Amsterdam voert maatregelen zoals een hotelstop en een beddenstop in [52](#page=52).
* **Lage-impact-economie:** Ecodyn Brussels promoot een duurzame aanpak [52](#page=52).
* **Gamification:** City Golf Belgium biedt een combinatie van spel en stadservaring [52](#page=52).
* **Selfness & Veerkracht:** Mindfulness reizen op Sardinië of yoga retreats bieden mogelijkheden voor ontspanning en herstel [52](#page=52).
* **Platformeconomie & Sharing Economy:** Deelmobiliteitsdiensten zoals Uber en BlaBlaCar en accommodatieplatforms zoals Airbnb [52](#page=52).
* **Robotica & AI:** Toepassingen in hotelketens zoals Marriott en AI-gedreven reisgidsen [52](#page=52).
* **Vergrijzing:** Seniorenreizen aangeboden door TUI [52](#page=52).
* **Sociale Netwerken:** Influencers die bestemmingen promoten, maar ook de druk die dit kan geven [52](#page=52).
* **Individualisering & Betekeniseconomie:** Gepersonaliseerde en betekenisvolle reiservaringen, met voorbeelden van slow travel op maat [52](#page=52).
* **Nieuwe Gezinsstructuren:** Specifieke reisaanbiedingen voor alleenstaande ouders [52](#page=52).
---
# Internationale toerismeorganisaties en statistieken
Dit onderdeel richt zich op de cruciale rol van internationale organisaties, met name UN Tourism en WTTC, bij het verzamelen, analyseren en rapporteren van statistische gegevens over het internationale toerisme en het kwantificeren van de economische en sociale impact ervan.
### 5.1 Prominente internationale toerismeorganisaties
De explosieve groei van de toeristische sector na de Tweede Wereldoorlog leidde tot een professionalisering en de oprichting van diverse nationale en internationale organisaties. Twee van de meest invloedrijke organisaties op het gebied van het verzamelen en analyseren van internationale toerismestatistieken zijn UN Tourism en de World Travel & Tourism Council (WTTC) [62](#page=62).
#### 5.1.1 UN Tourism (voorheen UNWTO)
UN Tourism, voorheen bekend als de United Nations World Tourism Organization (UNWTO), is het leidende internationale orgaan dat zich inzet voor de promotie van verantwoord, duurzaam en universeel toegankelijk toerisme [62](#page=62).
##### 5.1.1.1 Geschiedenis en missie
De organisatie heeft haar oorsprong in 1925, met eerste aanzetten tot oprichting in 1946 en de goedkeuring van de statuten in 1970. Sinds 1980 wordt jaarlijks op 27 september de 'World Tourism Day' georganiseerd om het bewustzijn over de rol en impact van toerisme te vergroten. UN Tourism is een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties. De missie is gericht op het maximaliseren van de sociaaleconomische impact van toerisme en het minimaliseren van de negatieve effecten, met een sterke nadruk op de promotie van de 'Sustainable Development Goals' (SDG's) [62](#page=62).
##### 5.1.1.2 Leden en samenwerking
UN Tourism telt 160 landen als lid en 6 geassocieerde partners, waaronder publieke en private instanties zoals universiteiten, ngo's en commerciële bedrijven. Het is het enige VN-agentschap dat leden uit de private sector in zijn bestuursstructuur erkent, wat de publiek-private samenwerking bevordert [62](#page=62).
##### 5.1.1.3 Rol in statistische dataverzameling
UN Tourism is het centrale orgaan voor het verzamelen en vergelijken van statistische informatie over internationaal toerisme. De organisatie baseert zich op data die door de publieke toeristische sector in individuele landen wordt verstrekt, waardoor wereldwijde vergelijkingen van toerismestromen en groei mogelijk zijn [63](#page=63).
##### 5.1.1.4 Classificatie van reizigers
UN Tourism hanteert de term 'visitor' voor alle soorten reizigers. De specifieke term 'tourist' wordt gereserveerd voor reizigers die aan de criteria voor 'verplaatsing' en 'duurtijd' voldoen, én minimaal één overnachting hebben. Reizigers zonder overnachting worden aangeduid als 'same-day visitors' of 'excursionisten'. De term 'stayover' wordt vaak gebruikt als synoniem voor 'tourist' [63](#page=63).
> **Tip:** Het onderscheid tussen 'tourist' (met overnachting) en 'same-day visitor' (zonder overnachting) is cruciaal voor de statistische analyse van UN Tourism [63](#page=63).
##### 5.1.1.5 Kerncijfers in statistieken
De statistieken van UN Tourism concentreren zich op:
* **International tourist arrivals (ITA):** Het aantal internationale toeristen dat is ingecheckt in commerciële accommodatie. Dit betreft internationale verblijfstoeristen [63](#page=63).
* **International tourist receipts:** Inkomsten uit internationaal toerisme, uitgedrukt in dollars of euro's [63](#page=63).
* **International tourism expenditure:** Uitgaven aan internationaal toerisme, eveneens in dollars of euro's [63](#page=63).
Het is van belang te benadrukken dat deze cijfers uitsluitend betrekking hebben op internationaal toerisme; binnenlands toerisme ('domestic tourism' of 'national tourism') is een aparte categorie [63](#page=63) [67](#page=67).
##### 5.1.1.6 Inbound en outbound toerisme
UN Tourism maakt bij internationaal toerisme onderscheid tussen:
* **Inbound tourism:** Reizigers die vanuit een ander land een bezoek brengen aan het gastland [64](#page=64) [67](#page=67).
* **Outbound tourism:** Inwoners van een land die voor toeristische doeleinden de landsgrenzen oversteken naar het buitenland. Dit staat ook bekend als 'outgoing tourism' of 'buitenlands toerisme' [64](#page=64) [67](#page=67).
##### 5.1.1.7 Ontwikkelingen in toeristische aantallen
In 2012 werd de kaap van 1 miljard internationale toeristische aankomsten wereldwijd bereikt. Een voorspelling van 1,8 miljard ITA tegen 2030 werd in 2019 al overtroffen met 1,5 miljard ITA. De COVID-19 pandemie veroorzaakte in 2020 en 2021 een daling van ongeveer 1 miljard ITA ten opzichte van 2019. Tegen 2024 wordt een herstel verwacht tot 1,5 miljard ITA, wat het niveau van voor de pandemie zou evenaren. Europa blijft een belangrijke regio qua ITA en internationale toerisme-inkomsten, hoewel minder dominant dan in 2019 [64](#page=64) [67](#page=67) [69](#page=69).
#### 5.1.2 World Travel & Tourism Council (WTTC)
De World Travel & Tourism Council (WTTC) is een wereldorganisatie die de private sector binnen het toerisme vertegenwoordigt [60](#page=60) [64](#page=64).
##### 5.1.2.1 Oprichting en vertegenwoordiging
WTTC werd begin jaren '90 opgericht door bedrijfsleiders die het belang van toerisme als grote werkverschaffer erkenden. De leden zijn voorzitters of CEO's van toonaangevende internationale reis- en toerismebedrijven uit diverse sectoren, waaronder hotels, luchtvaartmaatschappijen, en touroperators. Dit stelt hen in staat om met één stem te spreken tegenover overheden. Enkele publieke instanties, zoals toeristische autoriteiten, zijn eveneens lid [64](#page=64) [68](#page=68).
##### 5.1.2.2 Missie
De missie van WTTC is het maximaliseren van het inclusieve en duurzame groeipotentieel van de reis- en toerismesector. Dit gebeurt door samenwerking met overheden, bestemmingen, gemeenschappen en andere stakeholders om economische ontwikkeling te stimuleren, banen te creëren, armoede te verminderen en wereldwijd vrede, veiligheid en begrip te bevorderen. De organisatie focust zich op het vergroten van het bewustzijn over de economische en sociale impact en potentie van reizen en toerisme [64](#page=64) [68](#page=68).
##### 5.1.2.3 Wetenschappelijk onderzoek en economische impact
WTTC verricht baanbrekend wetenschappelijk onderzoek, waaronder economische en sociale impactstudies. Het kernelement is de **Travel & Tourism Economic Impact Research (EIR)**, die jaarlijks de economische impact van toerisme in meer dan 200 landen en regio's kwantificeert, vergelijkt en voorspelt. Dit onderzoek richt zich op twee hoofdgebieden [65](#page=65) [68](#page=68):
1. De bijdrage van de sector aan de tewerkstelling [65](#page=65) [68](#page=68).
2. De bijdrage van de sector aan het bruto binnenlands product (BBP), oftewel de waarde die de sector aan de economie toevoegt [65](#page=65) [68](#page=68).
##### 5.1.2.4 Directe, indirecte en geïnduceerde bijdragen
De WTTC-rapporten maken een onderscheid tussen:
1. **Directe bijdrage:** Uitgaven binnen de toeristische sector (door toeristen en lokale bewoners in hotels, attracties, etc.) en overheidsuitgaven aan puur toeristisch-recreatieve voorzieningen [65](#page=65) [68](#page=68).
2. **Indirecte bijdrage:** Uitgaven door de toeristische sector voor ondersteunende goederen en diensten, zoals beveiliging, catering en onderhoud [65](#page=65) [68](#page=68).
3. **Geïnduceerde bijdrage:** Uitgaven door personen die direct en/of indirect tewerkgesteld zijn binnen de toeristische sector, gerelateerd aan hun levensonderhoud (bv. woningonderhoud, voeding, onderwijs) [65](#page=65) [68](#page=68).
> **Tip:** Het onderscheid tussen directe, indirecte en geïnduceerde effecten is essentieel om de volledige economische impact van toerisme in kaart te brengen [65](#page=65) [68](#page=68).
#### 5.1.3 Overige organisaties
Naast UN Tourism en WTTC bestaan er meer specifieke beroepsverenigingen zoals de International Hotel Association (IHA), de International Air Transport Association (IATA) en Meeting Professionals International (MPI), die in deze cursus echter niet in detail worden besproken [66](#page=66).
### 5.2 Classificatie van internationale reizigers door UN Tourism
Dit onderdeel beschrijft de definities en classificaties die UN Tourism hanteert om verschillende soorten internationale reizigers te onderscheiden, met name toeristen en dagtoeristen [66](#page=66).
#### 5.2.1 Algemene classificatie van reizigers
UN Tourism gebruikt de term 'visitor' als overkoepelende benaming voor alle soorten reizigers [66](#page=66).
#### 5.2.2 De definitie van een toerist
De term 'tourist' wordt door UN Tourism specifiek gebruikt wanneer aan twee cruciale criteria is voldaan: die van 'verplaatsing' en 'duurtijd', in combinatie met de voorwaarde van minimaal één overnachting [66](#page=66).
* **Verblijfstoerist:** Een synoniem voor 'tourist', ook wel aangeduid met de Engelse term 'stayover' [66](#page=66).
#### 5.2.3 De definitie van een dagtoerist
Reizigers die geen overnachting hebben, worden door UN Tourism geclassificeerd als 'same-day visitors' [66](#page=66).
* **Dagtoerist:** De Nederlandse term voor een 'same-day visitor', ook gelijkgesteld aan de term 'excursionist' [66](#page=66).
> **Tip:** Het is belangrijk om het onderscheid tussen toeristen (met overnachting) en dagtoeristen (zonder overnachting) te onthouden, aangezien dit een kernonderdeel is van de classificatie van UN Tourism [66](#page=66).
#### 5.2.4 Visuele representatie van de classificatie
Documentfiguren illustreren hoe de termen 'traveller', 'visitor', 'tourist', 'same-day visitor', 'stayover', en 'excursionist' zich tot elkaar verhouden [66](#page=66).
> **Voorbeeld:** Een reiziger die vanuit Nederland naar Parijs vliegt, één nacht in een hotel verblijft en de volgende dag terugvliegt, valt onder de definitie van een 'tourist' of 'stayover'. Een persoon die vanuit België naar Maastricht rijdt, de stad bezoekt en op dezelfde dag weer terugkeert naar België, is een 'same-day visitor' of 'excursionist' [67](#page=67).
### 5.3 Statistieken en impact van internationaal toerisme
Deze sectie behandelt de statistische gegevens en de economische en sociale impact van internationaal toerisme, zoals verzameld door UN Tourism en WTTC [67](#page=67).
#### 5.3.1 Kernstatistieken van UN Tourism
UN Tourism richt zich in haar statistieken voornamelijk op:
* **Internationale toeristische aankomsten (ITA):** Het absolute aantal internationale toeristen dat is ingecheckt in commerciële accommodatie [67](#page=67).
* **Internationale toeristeninkomsten (International tourist receipts):** Totale opbrengsten gegenereerd uit internationaal toerisme, uitgedrukt in dollars of euro's [67](#page=67).
* **Internationale toerisme-uitgaven (International tourism expenditure):** Totale uitgaven door internationale toeristen, eveneens uitgedrukt in dollars of euro's [67](#page=67).
UN Tourism maakt een onderscheid tussen inbound en outbound toerisme [67](#page=67).
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid tussen internationaal en binnenlands toerisme te onthouden, aangezien de statistieken van UN Tourism zich primair richten op het eerste [67](#page=67).
#### 5.3.2 De rol van het World Travel & Tourism Council (WTTC)
WTTC vertegenwoordigt de private sector en streeft ernaar de economische en sociale impact van toerisme te maximaliseren door samenwerking met diverse stakeholders. Hun missie is het vergroten van het bewustzijn over de economische en sociale impact en potentie van de reis- en toerismesector, gebaseerd op wetenschappelijke gegevens [68](#page=68) [69](#page=69).
##### 5.3.2.1 WTTC's economische impactonderzoek (EIR)
De EIR van WTTC kwantificeert, vergelijkt en voorspelt de economische impact van toerisme, met focus op:
1. **Bijdrage aan tewerkstelling:** De mate waarin de toeristische sector banen creëert [68](#page=68).
2. **Bijdrage aan het bruto binnenlands product (BBP):** De toegevoegde waarde van de sector aan de economie [68](#page=68).
De rapporten maken een onderscheid tussen directe, indirecte en geïnduceerde bijdragen aan het BBP en tewerkstelling [68](#page=68).
> **Tip:** Het begrip van de directe, indirecte en geïnduceerde bijdragen is essentieel voor het begrijpen van de volledige economische impact van toerisme, zoals gemeten door WTTC [68](#page=68).
#### 5.3.3 Evolutie en impact van internationale toeristische aankomsten
Statistieken tonen een aanzienlijke groei van internationale toeristische aankomsten (ITA):
* 1951: 25 miljoen ITA [69](#page=69).
* 2012: 1 miljard ITA [67](#page=67) [69](#page=69).
* 2019: 1,5 miljard ITA [64](#page=64) [69](#page=69).
* COVID-19 Pandemie (2020-2021): Daling van 1 miljard ITA ten opzichte van 2019 [64](#page=64) [69](#page=69).
* Verwacht herstel: Tegen 2024 een niveau van 1,5 miljard ITA [64](#page=64) [69](#page=69).
Europa blijft de voornaamste regio voor ITA en internationale toeristeninkomsten, maar met een kleiner aandeel dan in 2019 [64](#page=64) [69](#page=69).
> **Tip:** Het is belangrijk om de impact van gebeurtenissen zoals de COVID-19 pandemie op de toerismestatistieken te erkennen en te analyseren [69](#page=69).
> **Voorbeeld:** De verzameling van nauwkeurige statistieken over internationale toeristische aankomsten en inkomsten door organisaties als UN Tourism en WTTC stelt beleidsmakers in staat om effectief toerismebeleid te ontwikkelen en de sector te ondersteunen [69](#page=69).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vrije tijd | De periode waarin men niet werkt of studeert, en die men naar eigen keuze kan invullen voor ontspanning, ontwikkeling of andere activiteiten. Het kan bruto (alle niet-arbeidstijd) of netto (tijd na alle verplichtingen) zijn. |
| Recreatie | Geheel van gedragingen in de vrije tijd, primair gericht op ontspanning, rust en ontwikkeling. Dit vindt plaats binnen de woon- en leefomgeving of maximaal 20-30 km daaromheen, zonder overnachting. |
| Toerisme | Activiteiten van personen die reizen naar en verblijven in plaatsen buiten hun gebruikelijke omgeving voor niet meer dan één aaneengesloten jaar, met als doel recreatie, zaken of andere redenen. |
| Bruto vrije tijd | De tijd die overblijft na arbeidstijd, inclusief niet-vrije tijd zoals fysiologische en sociale verplichtingen, rust, ontspanning en ontwikkeling. Dit is de vrije tijd in de ruimste zin. |
| Netto vrije tijd | De tijd die overblijft na arbeidstijd en alle andere verplichtingen (zoals slapen en huishoudelijke taken). Deze tijd is bestemd voor rust, ontspanning en ontwikkeling en komt overeen met "leisure" of "loisir". |
| Omgevingsrecreatie | Recreatie die plaatsvindt buiten de woning, maar binnen een straal van ongeveer 20 tot 30 kilometer rondom de woning. Dit omvat activiteiten zoals wandelen en fietsen in de nabije omgeving. |
| Dagtoerisme | Een vorm van toerisme waarbij men buiten de gewone leefomgeving reist, maar zonder overnachting (minder dan 24 uur). Het wordt impliciet als een recreatieve activiteit beschouwd. |
| Duurzaam toerisme | Een vorm van toeristische ontwikkeling die de eigen bestaansvoorwaarden niet aantast, zodat toekomstige generaties ook kunnen genieten van de bestemming. Het respecteert mens, milieu en lokale cultuur en streeft naar een globaal evenwicht. |
| Sustainable Development Goals (SDGs) | Zevenentwintig wereldwijde doelen, aangenomen door de VN in 2015, die als actieplan dienen om armoede te beëindigen, de planeet te beschermen en welvaart en vrede te bevorderen tegen 2030. |
| MICE | Een acroniem voor Meetings, Incentives, Conventions/Conferences, en Exhibitions/Events. Het verwijst naar de sector van zakelijke evenementen en conferenties, die economisch significant is voor bestemmingen. |
| Ecotoerisme | Een specifieke vorm van duurzaam toerisme die zich richt op verantwoord reizen naar natuurgebieden, met aandacht voor de lokale bevolking en de natuur. Het natuurlijke aspect staat hierbij centraal. |
| Greenwashing | Een marketingpraktijk waarbij een bedrijf zich duurzamer voordoet dan het werkelijk is, om zo een positief imago te creëren zonder daadwerkelijke milieu-inspanningen te leveren. |
| Regeneratief toerisme | Een vorm van toerisme die verder gaat dan duurzaamheid en actief streeft naar het verbeteren van de lokale gemeenschap en de natuurlijke omgeving, in plaats van alleen de impact te minimaliseren. |
| CO2-compensatieprogramma | Een systeem waarbij de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) door bijvoorbeeld vliegreizen wordt gecompenseerd door te investeren in projecten die broeikasgasemissies verminderen of verwijderen. |
| Psychologische benadering van vrije tijd | Vanuit een psychologisch perspectief wordt vrije tijd beschouwd als een subjectieve 'state of mind', gericht op het gevoel van vrijheid, ongeacht de activiteit of het tijdsbestek. |
| Sociologische benadering van vrije tijd | De sociologische benadering hanteert een objectieve kijk op vrije tijd, waarbij tijd wordt onderverdeeld in arbeidstijd en niet-arbeidstijd, inclusief fysiologische, sociale en huishoudelijke verplichtingen. |
| Belevingsrecreatie | Recreatie gericht op het creëren van een emotionele meerwaarde en diepgaande ervaring voor de recreant, evoluerend naar een betekenis- en ervaringseconomie. |
| UN Tourism | De Verenigde Naties Wereldorganisatie voor Toerisme (voorheen UNWTO), een gespecialiseerde organisatie van de VN die zich richt op het bevorderen van duurzaam, verantwoord en universeel toegankelijk toerisme. |
| Grand Tour | Een traditionele Europese reis, voornamelijk ondernomen door jonge mannen van aristocratische afkomst in de 17e tot 19e eeuw, om culturele bezienswaardigheden te bezoeken en hun vorming te voltooien. |
| Industriële Revolutie | Een periode van grote technologische, sociaaleconomische en culturele veranderingen, beginnend in Engeland in de late 18e eeuw, die leidde tot de ontwikkeling van fabrieken, nieuwe vervoermiddelen en een stedelijke samenleving. |
| Commercieel toerisme | Toerisme dat georganiseerd en aangeboden wordt door commerciële bedrijven met als doel winst te maken, vaak door middel van reisagenten, touroperators en de verkoop van arrangementen. |
| Thomas Cook | Beschouwd als de grondlegger van het commercieel toerisme, pionierde met speciale treinreizen, reisagentschappen, voucher systemen en pakketreizen. |
| Tourist Area Life Cycle (TALC) Model | Een model dat de ontwikkeling van een toeristische bestemming beschrijft in verschillende fasen: exploratie, betrokkenheid, ontwikkeling, consolidatie en stagnatie, gebaseerd op het aantal toeristen en de impact. |
| Push and Pull Theory of Travel Motivations | Een theorie die stelt dat toeristen zowel door interne factoren ('push' - bv. behoefte aan escapisme) als externe factoren ('pull' - bv. aantrekkelijkheid van de bestemming) worden gemotiveerd om te reizen. |
| Behoeftenpiramide van Maslow | Een hiërarchisch model dat menselijke behoeften indeelt in vijf niveaus: fysiologische behoeften, bestaanszekerheid, sociaal contact, waardering en zelfontplooiing. |
| Psychocentric-Allocentric Model | Een model dat toeristen classificeert op basis van hun persoonlijkheid en nieuwsgierigheid naar het bezoeken van plaatsen, variërend van 'psychocentrics' (voorkeur voor bekende, georganiseerde reizen) tot 'allocentrics' (zoekers van avontuur en nieuwe ervaringen). |
| Toeristisch systeem | Een concept dat de onderlinge relaties tussen de verschillende componenten en actoren binnen de toeristische sector beschrijft, van de reis tot aan de bestemming en de impact ervan. |
| Destination Management Organisation (DMO) | Een organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer en de promotie van een toeristische bestemming, en die de belangen van alle stakeholders binnen de bestemming probeert te coördineren. |
| Imago van een bestemming | De subjectieve perceptie en associaties die mensen hebben met een bepaalde toeristische locatie, gevormd door ervaringen, informatie en individuele kenmerken. |
| Visitor Journey Cycle | Een model dat het proces beschrijft dat een toerist doorloopt vanaf het moment dat hij ideeën begint te krijgen over mogelijke vakantiebestemmingen tot de verwerking van de reiservaring na thuiskomst. |
| Internationale toeristen aankomsten (ITA) | Het absolute aantal internationale toeristen dat is ingecheckt in commerciële accommodatie in een bepaald land; een kernindicator voor de omvang van het internationale toerisme. |
| Internationale toeristen inkomsten | De totale financiële opbrengsten die voortkomen uit internationaal toerisme, meestal uitgedrukt in dollars of euro, vertegenwoordigend de uitgaven van internationale bezoekers. |
| World Travel and Tourism Council (WTTC) | Een wereldorganisatie die de private sector binnen het toerisme vertegenwoordigt en wetenschappelijke gegevens verzamelt om de economische en sociale impact van de toeristische industrie te onderbouwen. |
| Verblijfstoeristen (Tourists) | Internationale reizigers die minimaal één overnachting hebben in het bezochte land, conform de criteria van UN Tourism; ook wel 'stayover' bezoekers genoemd. |
| Dagtoeristen (Same-day visitors / Excursionists) | Internationale reizigers die het bezochte land bezoeken zonder daar te overnachten; ook wel 'excursionisten' genoemd. |
| Inkomend toerisme (Inbound tourism) | Het toerisme waarbij reizigers vanuit andere landen een bezoek brengen aan het beschouwde gastland. |
| Uitgaand toerisme (Outbound tourism) | Het toerisme waarbij inwoners van een land voor toeristische doeleinden de landsgrenzen oversteken naar het buitenland. |
| Economische impacten | Gevolgen van toerisme op het gebied van financiën, werkgelegenheid, investeringen en welvaart van een regio. |
| Ecologische impacten | Gevolgen van toerisme op het milieu, zoals biodiversiteit, natuurlijke bronnen, landschapsvervuiling en de overschrijding van fysieke draagkracht. |
| Socioculturele impacten | Gevolgen van toerisme op de sociale structuur, normen, waarden, tradities, veiligheid en leefbaarheid van een gemeenschap. |
| Trends | Subtiele, geleidelijke veranderingen in de maatschappij die een langdurige invloed hebben op de productie en consumptie van toerisme. |
| Macrotrends | Grote maatschappelijke bewegingen en ontwikkelingen die het toerisme op een breed niveau beïnvloeden, vaak afkomstig uit rapporten van trendanalisten. |
| Microtrends | De concrete vertaling van macrotrends op product- en dienstniveau, die zichtbaar worden in innovaties en aanpassingen binnen de toeristische sector. |
| Gamification | Het toepassen van spelprincipes en technieken in niet-game omgevingen, om gebruikers te motiveren, hun ervaring te verrijken en hen meer betrokken te maken. |
| Edutainment | Een combinatie van educatie en entertainment, waarbij kennis en wetenschap op een speelse, informele en ontspannende manier worden aangeboden. |
| Sociale netwerken | Online platforms en gemeenschappen die gebruikt worden voor communicatie en interactie, en die door de toeristische sector ingezet worden voor marketing en klantbinding. |
| Robotica & AI (Artificiële Intelligentie) | Technologieën die gebruikt worden voor automatisering en het verwerken van gegevens in de toeristische sector, bijvoorbeeld voor klantenservice via chatbots. |
| Smart life / Smart city | Het gebruik van slimme technologieën om het dagelijks leven te vergemakkelijken en comfortabeler te maken, vaak door gepersonaliseerde aanbevelingen. |
| Deelmobiliteit | Een concept binnen de 'sharing economy' waarbij vervoersmiddelen gedeeld worden door meerdere gebruikers, wat de efficiëntie en duurzaamheid kan bevorderen. |
| Platformeconomie | Een economisch systeem dat digitale platforms gebruikt om vraag en aanbod te verbinden voor diverse diensten, zoals mobiliteit, logies en voedsel. |
| Sociale economie | Een economisch model waarbij bedrijven zich richten op sociale doelen en maatschappelijke verantwoordelijkheid in plaats van primair op winst. |
| LATTE-waarden | Nieuwe criteria die consumenten hanteren bij hun koopgedrag, gericht op lokaal geproduceerde, authentieke, traceerbare, trouwhartige en ethische producten en diensten. |
| Selfness & veerkracht | Een trend die gericht is op persoonlijke ontwikkeling, mentale en emotionele transformatie en het versterken van het vermogen om om te gaan met uitdagingen. |
| Detoeristificering | Het nemen van maatregelen om het aantal toeristen in drukke zones te beperken en te spreiden, door middel van bijvoorbeeld ontmoedigingscampagnes. |
| Lage-impact-economie | Een economisch model dat gericht is op het minimaliseren van schade aan de planeet en haar bewoners, met aandacht voor het milieu, cultureel erfgoed en een eerlijkere verdeling van de voordelen van toerisme. |
| Vergrijzing | De demografische trend van een ouder wordende bevolking, die een belangrijke doelgroep vormt voor de reisindustrie. |
| Nieuwe gezinsstructuren | De diversificatie van huishoudens en gezinsvormen, zoals eenoudergezinnen, die de toeristische sector moet meenemen in aanbod. |
| Micro toeristisch product | Individuele toeristische diensten of componenten, zoals een vliegticket of hotelovernachting, die afzonderlijk verkocht worden. |
| Macro toeristisch product | Een gecombineerd aanbod van toeristische diensten, zoals transport, accommodatie en activiteiten, samengevoegd tot een pakket of 'packaging'. |
| Packaging | Het proces waarbij verschillende toeristische componenten worden samengevoegd tot een samenhangend toeristisch product, vaak aangeboden als een compleet pakket. |
| Ontastbaarheid | Het toeristisch product kan niet fysiek aangeraakt of gezien worden vóór de consumptie. |
| Vergankelijkheid | Het toeristisch product is niet stockeerbaar; een niet-verkochte hotelkamer of vliegtuigticket kan niet bewaard worden voor later gebruik. |
| Heterogeniteit | Het toeristisch product is nooit exact hetzelfde; de kwaliteit en ervaring kunnen variëren afhankelijk van diverse factoren. |
| Variabele kwaliteit | De kwaliteit van het toeristisch product kan variëren door menselijke interactie, weersomstandigheden en andere externe invloeden. |
| Psychologische aantrekkingskracht | De aantrekkelijkheid van het toeristisch product is voornamelijk psychologisch van aard, geworteld in emotionele behoeften, verlangens en verwachtingen. |
| Consumptie bij de producent | Productie en consumptie van het toeristisch product vinden simultaan plaats, vaak op dezelfde locatie en tijd. |
| Hoge kosten | Het toeristisch product is meestal een duur product, wat betekent dat de aankoop ervan relatief hoge kosten met zich meebrengt voor de consument. |
| Seizoensgebondenheid | De vraag en aanbod van toeristische producten fluctueren sterk gedurende het jaar, vaak beïnvloed door klimaat, vakanties en lokale evenementen. |
| Beperkt aanbod | De beschikbaarheid van bepaalde toeristische diensten of ervaringen kan beperkt zijn, met name voor unieke attracties of capaciteit. |
| Attracties / Bezienswaardigheden | Elementen, zowel natuurlijk als door de mens gemaakt, die toeristen aantrekken en fungeren als de belangrijkste motivatiefactor voor reizen. |