Cover
Jetzt kostenlos starten Gezondheidsbevordering_gezondh & maatsch I_2025-2026_ufora.pdf
Summary
# Concepten en indeling van preventie
Preventie kan op verschillende manieren worden ingedeeld, afhankelijk van het type maatregel, het stadium van het ziekteproces en de specifieke doelgroep, met toepassingen die zich uitstrekken tot de geestelijke gezondheidszorg.
### 1.1 Indeling naar type maatregel
Preventieve maatregelen kunnen worden onderverdeeld op basis van hun focus en aanpak:
#### 1.1.1 Gezondheidsbescherming
Dit type preventie omvat maatregelen waarbij er geen directe tussenkomst van de burger vereist is [4](#page=4).
#### 1.1.2 Ziektepreventie
Ziektepreventie richt zich specifiek op het voorkomen van bepaalde ziekten. Hierbij is het vertrekpunt de ziekte zelf, de doelgroep zijn risicogroepen, en de actoren zijn voornamelijk de medische sector [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 1.1.3 Gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering richt zich op de fysieke en sociale omgeving, evenals op de levensstijl van mensen. Het vertrekpunt is gezondheid, de doelgroep is de algemene populatie, en de aanpak is positief met deskundigen uit diverse disciplines [4](#page=4) [5](#page=5).
### 1.2 Indeling op basis van het ziekteproces
Een veelgebruikte indeling van preventie is gebaseerd op het stadium van het ziekteproces:
#### 1.2.1 Primaire preventie
Primaire preventie richt zich op het aanpakken van specifieke causale factoren van ziekte. Voorbeelden hiervan zijn de reglementering op het roken van sigaretten, en een voedingsbeleid gericht op het aanbieden van betaalbare gezonde voeding. De doelgroep zijn gezonde mensen, zowel de totale populatie als specifieke groepen [7](#page=7).
#### 1.2.2 Secundaire preventie
Secundaire preventie is gericht op het detecteren van ziektes in een vroeg stadium. Dit omvat bijvoorbeeld screeningsprogramma's. De doelgroep kan de totale populatie zijn (universele screening) of specifieke risicogroepen (case finding) [8](#page=8).
#### 1.2.3 Tertiaire preventie
Tertiaire preventie, ook wel "zorggerichte preventie" genoemd, richt zich op het tegengaan van verslechtering van de gezondheidstoestand en het voorkomen van complicaties bij reeds zieke mensen. Voorbeelden zijn levensstijlprogramma's voor diabetespatiënten. De doelgroep zijn zieke mensen [9](#page=9).
> **Voorbeeld:** Oncorevalidatie in het ziekenhuis, waarbij aangepaste lichaamstraining wordt gecombineerd met informatieve sessies over kanker, verbetert de fysieke conditie en levenskwaliteit van patiënten [9](#page=9).
#### 1.2.4 Quaternaire preventie
Quaternaire preventie heeft als doel het vermijden van overmedicalisering. Dit kan door het vermijden van onnodige check-ups of onderzoeken, en het beperken van het gebruik van antibiotica. Dit gebeurt door rekening te houden met wetenschappelijke evidentie en ethische verantwoording [10](#page=10).
#### 1.2.5 Primordiale of pro-actieve preventie
Primordiale of pro-actieve preventie is een relatief nieuw concept dat zich richt op het in stand houden van de algemene voorwaarden voor gezondheid. Dit omvat economische, sociale en culturele voorwaarden, zoals een stabiele economische situatie, het tegengaan van uitsluiting van bevolkingsgroepen, bestrijding van kansarmoede, en goede scholen. De doelgroepen zijn de gehele populatie of specifieke groepen. Dit wordt ook wel gezien als "upstream strategieën" [11](#page=11).
> **Tip:** De verschillende vormen van preventie kunnen worden gevisualiseerd in een matrix die de staat van de persoon (voelt zich gezond/ziek) en de aanwezigheid van ziekte (aanwezig/afwezig) combineert met de preventieve interventie [13](#page=13) [14](#page=14).
### 1.3 Indeling preventie in geestelijke gezondheidszorg
De indeling van preventie wordt ook toegepast binnen de geestelijke gezondheidszorg en in preventieprogramma's voor alcohol en drugs. Hierbij worden de volgende niveaus onderscheiden [15](#page=15):
#### 1.3.1 Universele preventie
Gericht op de totale bevolking voordat er problemen ontstaan [15](#page=15).
#### 1.3.2 Selectieve preventie
Gericht op specifieke risicogroepen [15](#page=15).
#### 1.3.3 Geïndiceerde preventie
Gericht op personen bij wie er reeds problemen zijn, maar nog niet in die mate dat er een diagnose van ziekte gesteld kan worden [15](#page=15).
#### 1.3.4 Zorggerelateerde preventie
Gericht op het voorkomen van complicaties bij een reeds bestaande ziekte. Dit komt overeen met tertiaire preventie [15](#page=15).
---
# Gezondheidsbevordering: definitie en principes
Dit deel van het studiemateriaal introduceert de definitie van gezondheidsbevordering, de historische context van dit concept en de fundamentele principes die eraan ten grondslag liggen.
### 2.1 Definitie van gezondheidsbevordering
De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) definieert gezondheidsbevordering als "het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden om meer controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid, en zo hun gezondheid te verbeteren". Dit concept is vastgelegd in het Ottawa Charter in 1986. Essentieel hierbij is dat gezondheid niet louter wordt gezien als de afwezigheid van ziekte, maar als een toestand van volledig fysiek, sociaal en psychisch welbevinden [16](#page=16).
### 2.2 Historische context van gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering is een relatief jong begrip. Het werd formeel geïntroduceerd door de WHO in 1986 via het "Ottawa Charter for Health Promotion". Het doel van deze introductie was om antwoorden te bieden op specifieke gezondheidsproblemen die zich voordeden in welvarende landen, met name de toenemende prevalentie van chronische en deels vermijdbare "beschavingsziekten" [22](#page=22).
### 2.3 Basisprincipes van gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering wordt gestuurd door een reeks fundamentele principes [21](#page=21):
* **Holistisch:** Kijkt naar gezondheid als een geïntegreerd geheel van fysieke, sociale en psychische componenten [16](#page=16).
* **Participatief:** Benadrukt de actieve betrokkenheid van individuen en gemeenschappen bij het bevorderen van hun eigen gezondheid [21](#page=21) [24](#page=24).
* **Emancipatorisch:** Stelt mensen in staat meer controle te krijgen over hun gezondheid door middel van empowerment [16](#page=16) [21](#page=21).
* **Rechtvaardig:** Streeft naar een eerlijke verdeling van gezondheidskansen en het aanpakken van gezondheidsverschillen [21](#page=21).
* **Duurzaam:** Zorgt ervoor dat de inspanningen voor gezondheidsbevordering op lange termijn effectief blijven [21](#page=21).
* **Multidisciplinair:** Betrekt expertise uit verschillende wetenschappelijke disciplines [21](#page=21).
* **Multistrategisch:** Maakt gebruik van een breed scala aan strategieën en benaderingen [21](#page=21).
### 2.4 Strategieën voor gezondheidsbevordering
De WHO onderscheidt drie kernstrategieën binnen gezondheidsbevordering [23](#page=23):
* **Pleitbezorging (Advocate):** Het bevorderen van acties bij beleidsmakers om voorwaarden te creëren die gezondheid ondersteunen. Dit omvat het lobbyen voor wetgeving en beleid die gezondheid bevordert [23](#page=23).
* **Bemiddelen (Mediate):** Het stimuleren van intersectorale acties. Dit betekent samenwerking tussen verschillende sectoren (zoals onderwijs, economie, welzijn) om gezondheidsdoelen te bereiken [23](#page=23).
* **In staat stellen (Enable):** Het vergroten van de mogelijkheden voor mensen om hun gezondheid te verbeteren. Dit houdt in het bevorderen van toegang tot informatie, het aanleren van vaardigheden en het verminderen van sociale, economische en culturele verschillen die de gezondheid kunnen belemmeren [23](#page=23).
> **Tip:** De drie strategieën (pleitbezorging, bemiddelen, in staat stellen) zijn onderling verbonden en versterken elkaar. Effectieve gezondheidsbevordering vereist vaak een combinatie van deze benaderingen.
### 2.5 Actieterreinen van gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering richt zich op verschillende actieterreinen om positieve veranderingen teweeg te brengen [24](#page=24) [25](#page=25):
* **Ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden:** Dit omvat activiteiten zoals educatie, sensibilisering, motivatie en het direct aanleren van vaardigheden die individuen helpen gezondere keuzes te maken [24](#page=24).
* **Creëren van ondersteunende omgevingen:** Deze benadering, ook wel de sociaal-ecologische aanpak genoemd, richt zich op het aanpassen van de omgeving (fysiek, sociaal, economisch) om gezonde keuzes gemakkelijker te maken [24](#page=24).
* **Versterken van gemeenschapsacties:** Dit terrein focust op het stimuleren van participatie binnen gemeenschappen, zodat zij zelf initiatieven kunnen nemen om hun gezondheid te verbeteren [24](#page=24).
* **Heroriënteren van gezondheidsdiensten:** Dit houdt in dat gezondheidszorgsystemen meer nadruk gaan leggen op preventie en het bevorderen van gezondheid, naast de behandeling van ziekte [25](#page=25).
* **Ontwikkelen van gezond beleid:** Dit terrein benadrukt de noodzaak van intersectorale samenwerking bij het formuleren van beleid dat de gezondheid van de bevolking bevordert [25](#page=25).
> **Voorbeeld:** Het creëren van een ondersteunende omgeving kan betekenen dat er veilige fietspaden worden aangelegd (ondersteuning voor fysieke activiteit) of dat gezonde voedselopties toegankelijker en betaalbaarder worden gemaakt in gemeenschappen (ondersteuning voor gezonde voeding).
---
# Determinanten van gezondheid en gedrag
Dit hoofdstuk behandelt de factoren die gezondheid en gezondheidsgedrag beïnvloeden, inclusief individuele en omgevingsfactoren, en de theoretische modellen die deze relaties verklaren [44](#page=44).
## 3.1 De Lalonde-conceptualisering van gezondheid
Het Lalonde-concept, geïntroduceerd in 1974, identificeerde vier hoofdcategorieën van determinanten van gezondheid:
* **Menselijke biologie:** Genetische factoren en aangeboren kenmerken [17](#page=17).
* **Levensstijl:** Individuele gedragingen en gewoonten die de gezondheid beïnvloeden [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Omgeving:** Externe factoren zoals sociale, culturele, economische, fysieke en politieke omstandigheden [17](#page=17) [19](#page=19).
* **Organisatie van de gezondheidszorg:** De beschikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidszorgdiensten [17](#page=17).
## 3.2 Theoretische modellen voor gedragsverklaring
Theoretische modellen bieden inzicht in hoe bepaald gedrag tot stand komt en op welke factoren ingegrepen kan worden om dit gedrag positief te beïnvloeden. Determinanten zijn de factoren die samenhangen met gezond of ongezond gedrag, of variabelen die een bepaald gedrag veroorzaken. Deze modellen worden onderverdeeld in individuele modellen en ecologische modellen [44](#page=44).
### 3.2.1 Individuele gedragsverklaringsmodellen
Individuele modellen focussen op de cognitieve en psychologische processen binnen een individu die gedrag sturen.
#### 3.2.1.1 Health Belief Model (HBM)
Het Health Belief Model (Rosenstock, 1950) is een gezondheidspsychologisch model dat beschrijft en verklaart in welke mate mensen gezondheidsaanbevelingen volgen, zoals vaccinaties of deelname aan screenings. Het legt de nadruk op cognitieve variabelen zoals kennis, attitude en overtuigingen van het individu, waarbij mentale processen zoals verwachting en redenering centraal staan [46](#page=46).
Het model stelt dat actie wordt ondernomen wanneer iemand 'psychologisch klaar is', wat een afweging is tussen de gepercipieerde bedreiging voor de gezondheid en de verwachtingen over de voor- en nadelen van gedragsverandering [48](#page=48).
* **Gepercipieerde bedreiging:** Bepaald door de waargenomen ernst van het gezondheidsrisico en de vatbaarheid voor dit risico [48](#page=48).
* **Gepercipieerde voor- en nadelen:** Een kosten-batenanalyse van de preventieve actie [48](#page=48).
* **Cues to action:** Gebeurtenissen die het cognitieve verwerkingsproces in gang zetten [48](#page=48).
Later werd **zelf-effectiviteit** (het geloof in het eigen vermogen om gedrag te veranderen) aan het model toegevoegd. Het originele model was primair gericht op eenmalige acties die weinig persoonlijke kans op welslagen vereisen [49](#page=49).
#### 3.2.1.2 Protectie Motivatie Theorie (PMT)
De Protection Motivation Theory (Rogers, 1975) is een gezondheidspsychologisch model dat de determinanten van motivatie om zich te beschermen onderzoekt. Het model omvat de inschatting van dreiging en de inschatting van coping [50](#page=50) [51](#page=51).
* **Threat appraisal (Inschatting van dreiging):** Bevat de inschatting van de ernst en waargenomen vatbaarheid, waargenomen angst, en waargenomen intrinsieke en extrinsieke beloningen die gepaard gaan met ongezond gedrag [52](#page=52).
* **Coping appraisal (Inschatting van coping):** Omvat de mate van self-efficacy (geloof in het eigen kunnen om gezond gedrag te stellen), response efficacy (inschatting dat gezond gedrag de dreiging zal doen dalen) en response costs (inschatting van kosten of nadelen van gezond gedrag) [52](#page=52).
De theorie wordt veel gebruikt voor het verklaren van preventief gezondheidsgedrag. Het induceren van angst werkt echter alleen effectief bij een hoge eigen-effectiviteit. Beperkingen zijn dat motivatie niet altijd tot actie leidt en dat onbewuste processen en de rol van sociale factoren/omgeving niet worden meegenomen [53](#page=53).
#### 3.2.1.3 Theory of Reasoned Action (TRA)
De Theory of Reasoned Action (Fishbein & Azjen, 1975) is een algemeen sociaal psychologisch model dat intentie (de mate waarin iemand van plan is gedrag uit te voeren) als centrale determinant ziet. Intentie wordt beïnvloed door [54](#page=54) [55](#page=55):
* **Attitude:** Bepaald door opvattingen over de gevolgen van het gedrag (beliefs) en de evaluatie van die gevolgen [55](#page=55).
* **Subjectieve norm:** Bepaald door opvattingen van anderen en de mate van instemming met die meningen [55](#page=55).
Het model veronderstelt dat mensen rationeel denken en dat hun gedrag onder vrijwillige controle staat; het is daarom niet toepasbaar op routines en gewoontes [55](#page=55).
#### 3.2.1.4 Theory of Planned Behaviour (TPB)
De Theory of Planned Behaviour (Azjen, 1988) is een aanpassing van de TRA die een derde variabele introduceert: **gedragscontrole**. Dit is vergelijkbaar met eigen-effectiviteit en wordt gedefinieerd als de overtuiging over hoe moeilijk of gemakkelijk het uitvoeren van het gedrag is, bepaald door vroegere ervaringen en gepercipieerde hindernissen. Echter, niet al het gedrag staat onder bewuste controle, zoals gewoontes [56](#page=56) [57](#page=57).
#### 3.2.1.5 Zelfdeterminatie Theorie (ZDT)
De Zelfdeterminatie Theorie (Ryan & Deci, 2000) biedt inzicht in de redenen waarom mensen bepaald gezondheidsgedrag aannemen en volhouden. Het onderscheidt twee hoofdtypes motivatie [58](#page=58) [59](#page=59):
* **Autonome motivatie:** Gedrag wordt vanuit vrije wil gekozen.
* **Intrinsieke motivatie:** Gedrag wordt gesteld omwille van plezier, uitdaging, passie of interesse [58](#page=58) [59](#page=59).
* **Geïdentificeerde regulatie:** Gedrag wordt ervaren als persoonlijk zinvol en belangrijk [58](#page=58) [59](#page=59).
* **Gecontroleerde motivatie:** Gedrag wordt gesteld onder druk of verplichting.
* **Geïntrojecteerde regulatie:** Gedrag wordt gesteld om schuld, schaamte of angst te vermijden, of om zelfwaarde te behouden [58](#page=58) [59](#page=59).
* **Externe regulatie:** Gedrag wordt gesteld voor externe beloning, om externe straf te vermijden, of om aan verwachtingen van anderen te voldoen [58](#page=58) [59](#page=59).
Autonome motivatie leidt tot blijvende gedragsverandering [60](#page=60).
### 3.2.2 Ecologische modellen
Ecologische modellen stellen dat veranderingen in de omgeving een groter bereik hebben en vaak indirect, ook op onbewuste processen, inspelen. Deze modellen kregen vanaf circa 20 jaar geleden meer aandacht, omdat individuele modellen maximaal 40% van de variantie in gezondheidsgedrag konden verklaren en slechts effecten op korte termijn hadden met een beperkt bereik [63](#page=63) [64](#page=64).
Het **Socio-Ecologisch Model** is een voorbeeld van een ecologisch model. De niveaus van omgevingsinvloeden worden nader uitgewerkt in het concept van het Gedragswiel [64](#page=64) [67](#page=67) [68](#page=68).
## 3.3 Belangrijke individuele determinanten van gezondheidsgedrag
De belangrijkste individuele determinanten van gezondheidsgedrag kunnen worden onderverdeeld in:
* **Cognitieve determinanten:**
* Kennis: Bewustzijn, risicoperceptie [62](#page=62).
* Attitudes: Waarden, normen, uitkomstverwachtingen, afweging voor- en nadelen [62](#page=62).
* Sociale invloed: Modeling, subjectieve norm, sociale steun [62](#page=62).
* Eigen-effectiviteit of gedragscontrole [62](#page=62).
* Motivatie [62](#page=62).
* Intentie [62](#page=62).
* **Onbewuste determinanten:**
* Gewoonte [62](#page=62).
* Drang [62](#page=62).
Deze determinanten kunnen leiden tot **beredeneerd** of **impulsief** gedrag. Het Dual-process model beschrijft de continue strijd tussen deze twee processen in relatie tot de situatie en controle [62](#page=62).
## 3.4 Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren spelen een cruciale rol in de determinanten van gezondheid en gedrag. Deze omvatten [19](#page=19):
* **Sociale factoren:** Interacties en relaties met anderen [19](#page=19).
* **Culturele factoren:** Normen, waarden en tradities van een samenleving [19](#page=19).
* **Economische factoren:** Inkomen, werkgelegenheid en financiële middelen [19](#page=19).
* **Werkomstandigheden:** De aard van het werk en de werkplek [19](#page=19).
* **Fysieke omgeving:** De leefomgeving, zoals luchtkwaliteit, toegang tot groen en veilige infrastructuur [19](#page=19).
* **Politieke omgeving:** Overheidsbeleid en wetgeving die gezondheid beïnvloeden [19](#page=19).
---
# Strategieën en modellen voor gedragsverandering
Dit onderwerp behandelt de verschillende benaderingen en theoretische modellen die worden gebruikt om gedragsverandering te faciliteren, zoals de stadia van verandering en het overbruggen van de intentie-gedrags-kloof.
### 4.1 Benaderingen van gezondheidsbevordering
Verschillende benaderingen worden gehanteerd binnen gezondheidsbevordering, elk met een eigen focus en doel. Deze kunnen worden onderverdeeld in de medische, educatieve, empowerment en sociale veranderingsaanpak. De keuze voor een specifieke aanpak hangt af van de context en de gewenste uitkomst [38](#page=38).
#### 4.1.1 Medische aanpak
De medische aanpak richt zich primair op het verminderen van ziekte, gebaseerd op objectieve wetenschappelijke kennis. Binnen deze aanpak wordt een gezondheidsprobleem beschouwd als een individueel probleem, waarbij de gezondheidsprofessional fungeert als expert die een verticale relatie aangaat met het publiek. Methoden omvatten voorlichtings- en overtuigingstechnieken, vaak met een waarschuwende toon en het risico op "victim blaming" [39](#page=39).
#### 4.1.2 Educatieve aanpak
Het doel van de educatieve aanpak is het faciliteren van een geïnformeerde vrije keuze door het individu. Deze benadering legt de focus op het individu en vermijdt overtuigingstechnieken. In plaats daarvan wordt getracht het "waarom" achter gezond en ongezond gedrag te verhelderen. De relatie tussen de professional en het publiek is hierbij meer horizontaal. Deze aanpak wordt veel gebruikt in onderwijs, volwasseneneducatie en bedrijven, maar kan de sociale kloof vergroten. Methoden omvatten voorlichtingstechnieken en pedagogische en psychologische methoden [40](#page=40).
#### 4.1.3 Empowerment aanpak
De empowerment aanpak stelt het individu in staat om geïnformeerde keuzes waar te maken, met een sterke klemtoon op het individu. De professional fungeert hier als facilitator, gericht op het bevorderen van self-empowerment en eigenwaarde. Methoden omvatten psychotherapeutische technieken, overtuigingstechnieken en vooral vaardigheidstraining [41](#page=41).
#### 4.1.4 Aanpak van sociale veranderingen
Deze aanpak streeft naar verandering in de fysieke, sociale, politieke en economische omgeving en vereist samenwerking met andere sectoren. Methoden omvatten advocacy en onderhandelen [42](#page=42).
#### 4.1.5 Nudges
Nudges zijn interventies die gericht zijn op het rechtstreeks inspelen op gedrag, zonder bewuste afweging, incentive of regulering, en met behoud van keuzevrijheid, om de gewenste keuze aan te moedigen [65](#page=65).
### 4.2 Gedragsverandering: definities en modellen
Gedragsverandering wordt gedefinieerd als het toepassen van theoretisch onderbouwde en empirisch ondersteunde methoden en technieken om gezond gedrag te vermeerderen en ongezond gedrag te verminderen. Om gedrag te veranderen, moet een persoon idealiter verschillende stadia doorlopen, waarbij elk stadium specifieke kenmerken heeft met betrekking tot intentie en een andere aanpak vereist [69](#page=69) [70](#page=70).
#### 4.2.1 Het Stages of Change / Transtheoretisch Model (Prochaska & Di Clemente, 1986)
Dit model beschrijft verschillende stadia die individuen doorlopen tijdens gedragsverandering [70](#page=70).
##### 4.2.1.1 Stadium 1: Precontemplatie
In dit stadium overweegt een persoon geen verandering in de nabije toekomst (binnen 6 maanden). Redenen hiervoor kunnen zijn: onbewustzijn van risico's, ontmoediging of een gevoel van hopeloosheid, onwil om te veranderen omdat het huidige gedrag te belangrijk is, of een gebrek aan motivatie. De aanpak in dit stadium richt zich op het verhogen van kennis en bewustzijn (awareness) en het stimuleren van self-monitoring [71](#page=71).
##### 4.2.1.2 Stadium 2: Contemplatie
Personen in dit stadium erkennen een probleem en hebben de intentie om gedrag te veranderen binnen 6 maanden, maar hebben nog geen concrete plannen. Er is vaak sprake van ambivalentie. De aanpak omvat het opmaken van een beslissingsbalans, waarbij de voor- en nadelen van gezond en ongezond gedrag worden afgewogen (kosten van status quo, voordelen van verandering, kosten van verandering, voordelen van status-quo) [72](#page=72).
##### 4.2.1.3 Stadium 3: Preparatie
In dit stadium is de persoon klaar om gedrag te veranderen binnen 1 maand, heeft besloten stappen te ondernemen, maar kan nog steeds ambivalentie ervaren. De aanpak omvat het ontwikkelen van een concreet plan, het zoeken naar oplossingen voor hindernissen en barrières, en het stellen van SMART-doelen [73](#page=73).
##### 4.2.1.4 Stadium 4: Actie
Hier wordt het plan geïmplementeerd, met concrete doelstellingen en gedragsveranderingen die in de afgelopen 6 maanden hebben plaatsgevonden. Positieve en negatieve ervaringen met het nieuwe gedrag bepalen of dit wordt voortgezet. De aanpak omvat stimuluscontrole, sociale steun en modeling [74](#page=74).
##### 4.2.1.5 Stadium 5: Consolidatie
In dit stadium wordt het nieuwe gedrag behouden gedurende minimaal 6 maanden. De aanpak richt zich op anticipatie en probleemoplossen. Het is gebruikelijk om meerdere keren stadia te doorlopen voordat stabiele gedragsverandering optreedt [75](#page=75).
#### 4.2.2 Herval
Herval is de terugkeer naar een vroeger stadium. Eénmalig terugvallen wordt niet direct als herval beschouwd. Het is belangrijk om van herval te leren, aangezien herval eerder regel dan uitzondering is. Bij roken is de kans op herval na 1 jaar 43% en na 5 jaar 7%. Bij sport is dit 50% na 3 maanden. Herval is groter bij gecontroleerde motivatie [76](#page=76).
#### 4.2.3 De intentie-gedrags-kloof (Intention-Behaviour Gap)
Er is een aanzienlijke kloof tussen intentie en gedrag; een middelgrote tot grote verandering in intentie resulteert vaak slechts in een kleine tot middelgrote verandering in gedrag [78](#page=78).
#### 4.2.4 Health Action Process Approach (HAPA) (Zwart, 1992)
De HAPA biedt concrete technieken om de intentie-gedrags-kloof te overbruggen. Het model richt zich op het opstellen van een plan (action planning en implementation intentions: "als... dan...") en coping planning, evenals self-monitoring (action control). Het model streeft ernaar de gedragscontrole of eigen-effectiviteit te verhogen door middel van mastery experience, vicarious experience, verbal persuasion en psychological states, en tegelijkertijd de autonome motivatie te verhogen [79](#page=79) [80](#page=80) [81](#page=81).
### 4.3 Andere modellen relevant voor gedragsverandering
#### 4.3.1 Cognitive Dissonance Theory (Festinger, 1957)
Deze theorie beschrijft de psychologische onrust die ontstaat wanneer iemand inconsistenties ervaart tussen zijn of haar overtuigingen, attitudes of gedrag [82](#page=82).
#### 4.3.2 Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986)
Dit model beschrijft twee routes voor overtuiging: de centrale route, waarbij men de boodschap zorgvuldig verwerkt, en de perifere route, waarbij men meer op oppervlakkige cues let [83](#page=83).
---
# Actoren en praktijk van gezondheidsbevordering
Dit deel identificeert de verschillende actoren die betrokken zijn bij het realiseren van preventief gezondheidsbeleid en belicht de toepassing van gezondheidsbevordering in specifieke settings.
### 5.1 De noodzaak van preventief gezondheidsbeleid
Het is niet enkel een maatschappelijke opdracht om ziekte te genezen, maar tevens om ziekte te voorkomen. Dit sluit aan bij de "Bodies in the River" metafoor, waarbij men niet enkel mensen uit de rivier redt (genezen), maar ook stroomopwaarts gaat om te achterhalen waarom mensen in de rivier vallen (preventie). Gezondheidsvoorlichting richt zich vaak op het individu, terwijl gezondheidsbevordering een bredere focus heeft op zowel het individu als de omgeving [12](#page=12) [20](#page=20) [3](#page=3).
### 5.2 Ethiek binnen gezondheidsbevordering
Gezondheidsbevordering wordt soms geconfronteerd met ethische vraagstukken, met name wanneer het gaat om het promoten van een "juiste" levensstijl, ook aan personen die dit niet wensen. De vraag is of het ethisch verantwoord is om hierin te gaan en hoe ver men mag gaan in het sturen van individuele keuzes. Een fundamenteel principe is dat de keuzevrijheid van de ene persoon de gezondheid van een andere niet mag schaden, wat de noodzaak van regels en beperkingen rechtvaardigt. De WHO stelt dat de overheid de plicht heeft om gezondheid te bevorderen, en burgers hebben een 'recht op gezondheid'. Hoewel overheidsinterventies soms als betuttelend of paternalistisch worden ervaren, stellen ze burgers in staat om gezonde keuzes te maken [26](#page=26) [29](#page=29) [30](#page=30).
### 5.3 Stijgende aandacht voor gezondheidsbevordering
De aandacht voor gezondheidsbevordering neemt toe door verschillende factoren [31](#page=31):
* **Gewijzigde morbiditeits- en mortaliteitspatronen**: Twee derde van de vroegtijdige sterftes in Europa is te wijten aan hart- en vaatziekten, diabetes, kanker en chronische respiratoire ziekten. Minstens 80% van de hart- en vaatziekten en diabetes type 2, en 40% van de kankers kan voorkomen worden [31](#page=31).
* **Impact van COVID-19**: De impact van de pandemie zou minder groot zijn geweest bij een performant preventief gezondheidsbeleid [31](#page=31).
* **Emancipatorische beweging (empowerment)**: De focus op het versterken van individuele en collectieve capaciteiten voor gezondheid [31](#page=31).
* **Financiële redenen**: Ondanks de stijgende aandacht, gaat vooralsnog slechts 2 tot 3% van het gezondheidsbudget naar preventie [31](#page=31).
### 5.4 Actoren in preventief gezondheidsbeleid
De Vlaamse overheid werkt samen met verschillende actoren om preventief gezondheidsbeleid te realiseren. Deze actoren kunnen worden onderverdeeld in [32](#page=32):
#### 5.4.1 Partnerorganisaties (of expertisecentra)
Dit zijn centra met specifieke expertise in één of meerdere domeinen van gezondheidsbevordering. Zij ondersteunen andere actoren, verstrekken informatie en advies, ontwikkelen methodieken en materialen, en helpen bij de implementatie ervan. Deze organisaties hebben een meerjarige beheersovereenkomst met de overheid. Voorbeelden zijn de Diabetes Liga, Eetexpert, het Vlaams Instituut Gezond Leven en het Vlaams expertisecentrum alcohol en andere drugs (VAD) [33](#page=33) [34](#page=34).
#### 5.4.2 Gezondheidsmakers VZW
Gezondheidsmakers VZW ondersteunt lokaal preventief gezondheidsbeleid door gevalideerde preventiemethodieken lokaal te verspreiden. Ze vormen een geografisch afgebakend netwerk van lokale partners uit gezondheids- en aanverwante sectoren, met 13 antennepunten en 12 regio's in Vlaanderen. Ze ontvangen erkenning en subsidies voor een periode van 5 jaar [35](#page=35).
Belangrijke organisaties die uitgenodigd moeten worden ter ondersteuning van hun werking zijn onder andere huisartsenkringen, CLB's, preventiediensten op het werk, lokale besturen, gezondheidsbevorderende diensten van ziekenfondsen en consultatiebureaus [36](#page=36).
#### 5.4.3 Organisaties met terreinwerking
Deze organisaties staan in voor het daadwerkelijke veldwerk. Ze doen hiervoor beroep op de expertise van partnerorganisaties en werken samen met gezondheidsmakers. De meeste van deze organisaties hebben een beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid. Voorbeelden zijn centra voor leerlingenbegeleiding (CLB), suïcide- en middelenpreventiewerking van centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG), en het centrum voor kankeropsporing [37](#page=37).
#### 5.4.4 Individuele zorgaanbieders
Hoewel niet expliciet uitgewerkt in een aparte subsectie, worden individuele zorgaanbieders ook genoemd als actoren die betrokken zijn bij het realiseren van preventief gezondheidsbeleid [32](#page=32).
### 5.5 Gezondheidsbevordering in specifieke settings
Gezondheidsbevordering wordt toegepast in diverse settings, waaronder:
#### 5.5.1 Zorg en welzijn
Binnen de zorg en welzijnssector is er aandacht voor gezondheidsbevordering, zoals het realiseren van rookvrije ziekenhuizen. Het concept van het "Health Promoting Hospital" benadrukt de rol van ziekenhuizen in het bevorderen van de gezondheid van zowel patiënten als personeel [84](#page=84) [85](#page=85).
#### 5.5.2 Woonzorgcentra
In woonzorgcentra is preventie cruciaal, gezien de hoge incidentie van vallen bij 65-plussers. Elke 11 seconden wordt een 65-plusser opgenomen op de spoed wegens een val, en elke 19 minuten overlijdt een 65-plusser als gevolg van een val [87](#page=87).
#### 5.5.3 Huisartsenpraktijk
De huisartsenpraktijk speelt een belangrijke rol in preventie. Initiatieven zoals "Bewegen op Verwijzing (BOV)", uitgewerkt door het Vlaams Instituut Gezond Leven in opdracht van de Vlaamse Overheid, helpen mensen die onvoldoende bewegen op weg naar een actiever en gezonder leven. Dit gebeurt via terugbetaalde BOV-coaching, die zowel individueel als in groep kan plaatsvinden. Patiënten die de aanbevelingen voor beweging en/of het beperken van langdurig zitten niet halen, vormen de doelgroep van BOV. Uit onderzoek blijkt dat deelnemers aan BOV meer bewegen [88](#page=88) [90](#page=90) [91](#page=91) [92](#page=92).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gezondheidsbescherming | Een vorm van preventie die geen directe tussenkomst van de burger vereist en zich richt op het beschermen van de algemene gezondheid van de bevolking. |
| Ziektepreventie | Maatregelen die specifiek gericht zijn op het voorkomen van het ontstaan van bepaalde ziekten, vaak door het aanpakken van causale factoren of risicogroepen. |
| Gezondheidsbevordering | Een breder proces dat zich richt op het vergroten van de controle die mensen en gemeenschappen hebben over hun gezondheid, door interventies op de fysieke en sociale omgeving en op levensstijlen. |
| Primaire preventie | Gericht op het voorkomen van ziekte of letsel voordat het optreedt. Dit omvat maatregelen die de algemene gezondheid bevorderen en specifieke risicofactoren aanpakken. |
| Secundaire preventie | Gericht op het vroegtijdig opsporen van ziekten, zodat behandeling zo snel mogelijk kan beginnen om de progressie ervan te beperken of te stoppen. |
| Tertiaire preventie | Gericht op het voorkomen van complicaties, beperkingen en terugval bij mensen die al een ziekte hebben. Het doel is de levenskwaliteit te verbeteren en de ziekte onder controle te houden. |
| Quaternaire preventie | Gericht op het vermijden van overmatige medische interventies, overdiagnostiek en overbehandeling, teneinde onnodige schade te voorkomen. |
| Primordiale preventie | Ook wel pro-actieve preventie genoemd, dit richt zich op het in stand houden van de algemene omstandigheden die bevorderlijk zijn voor gezondheid, zoals economische, sociale en culturele factoren. |
| Universele preventie | Preventieve maatregelen gericht op de gehele bevolking, zonder onderscheid te maken op basis van risico of bestaande problemen. |
| Selectieve preventie | Preventieve maatregelen gericht op specifieke groepen binnen de bevolking die een verhoogd risico hebben op bepaalde gezondheidsproblemen. |
| Geïndiceerde preventie | Preventieve maatregelen gericht op individuen die reeds subtiele symptomen vertonen of risicofactoren hebben die wijzen op een verhoogd risico op een ziekte, maar nog geen diagnose hebben gekregen. |
| Health Field Concept | Een model dat gezondheid deelt in vier hoofdbegrippen: biologie, levensstijl, omgeving en organisatie van de gezondheidszorg, en hun relatieve bijdrage aan de gezondheid. |
| Socio-ecologisch model | Een theoretisch kader dat stelt dat gezondheid en gezondheidsgedrag worden beïnvloed door meerdere niveaus van interactie, variërend van individuele factoren tot maatschappelijke en omgevingsfactoren. |
| Nudges | Subtiele interventies die het gedrag van mensen beïnvloeden door keuzearchitectuur aan te passen, zonder de keuzevrijheid te beperken of financiële prikkels te gebruiken. |
| Stages of Change (Transtheoretisch Model) | Een model dat beschrijft hoe mensen door verschillende stadia gaan bij het veranderen van gedrag, van precontemplatie tot actie en consolidatie, met herval als mogelijk gevolg. |
| Intention-Behaviour Gap | Het verschil tussen de intentie van een persoon om bepaald gedrag te vertonen en het daadwerkelijk vertonen van dat gedrag. |
| Zelfdeterminatietheorie (ZDT) | Een theorie die de focus legt op de psychologische behoeften van autonomie, competentie en verbondenheid als drijfveren voor motivatie en gedragsverandering. |
| Health Belief Model (HBM) | Een psychologisch model dat verklaart waarom mensen wel of geen actie ondernemen om ziekten te voorkomen, gebaseerd op de perceptie van bedreiging, voordelen en barrières. |
| Theory of Planned Behaviour (TPB) | Een sociaal psychologisch model dat gedrag verklaart aan de hand van intentie, die op zijn beurt wordt bepaald door attitude, subjectieve norm en waargenomen gedragscontrole. |
| Empowerment | Het proces waarbij individuen of groepen meer controle krijgen over hun leven en hun gezondheid, door het vergroten van hun kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen. |
| Holistisch | Een benadering die kijkt naar het geheel van een persoon, inclusief fysieke, mentale, sociale en emotionele aspecten, in plaats van zich te beperken tot geïsoleerde symptomen of problemen. |
| Participatief | Een aanpak waarbij belanghebbenden actief betrokken worden bij de planning, uitvoering en evaluatie van interventies. |
| Emancipatorisch | Een benadering die gericht is op het versterken van de autonomie en zelfredzaamheid van individuen en gemeenschappen, zodat zij meer controle krijgen over hun eigen leven en gezondheid. |
| Multistrategisch | Een aanpak die gebruikmaakt van diverse methoden en strategieën om gezondheidsdoelstellingen te bereiken, rekening houdend met verschillende contexten en doelgroepen. |