Cover
Jetzt kostenlos starten les 5 verwerkt.pptx
Summary
# Introductie en achtergrond van ergotherapeutische modellen
Het is essentieel om ergotherapeutische modellen te plaatsen binnen hun historische, culturele en geografische context om een kritische en effectieve therapeutische houding te ontwikkelen.
### 1.1 De noodzaak van context en kritische houding
* **Plaatsing in tijdsgeest:** Modellen moeten altijd worden beschouwd in de periode waarin ze zijn ontwikkeld.
* **Plaatsing in cultuur en gezondheidszorg:** De oorsprong van een model in een specifiek land en de toenmalige benadering van gezondheidszorg zijn cruciaal voor begrip.
* **Kritische houding van de therapeut:** Een model op zichzelf garandeert geen ergotherapeutische werkwijze; een actieve, kritische reflectie is vereist.
### 1.2 De belofte van ergotherapie
De kernbelofte van ergotherapie is het faciliteren van zinvolle activiteiten voor cliënten. Dit is fundamenteel omdat deelname aan de maatschappij synoniem staat voor gezondheid en welzijn, wat overeenkomt met de westerse opvatting van 'doing'.
### 1.3 Verschillende culturele perspectieven op modellen
* **Westerse benadering:** Gebaseerd op een cultureel biomedisch perspectief, waarbij gezondheid primair wordt gedefinieerd als goed functioneren van lichaam en geest, en dit meetbaar is.
* **Oosterse benadering (bijvoorbeeld Kawa model):**
* Nadruk op 'cultuur' niet beperkt tot geografische locaties, maar erkent diversiteit binnen groepen.
* Een collectief, oosters model dat het individu ziet als onderdeel van een groter geheel.
* Niet strikt cliëntgericht in de westerse zin, maar relationeel en contextueel.
* Het biomedische aspect wordt niet genegeerd, maar geïntegreerd binnen een holistisch kader.
### 1.4 Kracht van ergotherapie en niet-westerse tradities
* **Holistisch en mensgericht:** De kracht van ergotherapie ligt in de holistische en mensgerichte benadering. Ergotherapeuten kijken verder dan de fysieke capaciteiten van de cliënt en focussen op wat betekenisvol is en zingeving geeft.
* **Aanpassing aan culturele waarden:** Bij cliënten uit niet-westerse etnische tradities moet ergotherapie zich aanpassen aan de culturele waarden en overtuigingen.
* **Schuiven met eigen waarden:** Het is essentieel dat de ergotherapeut zijn of haar eigen culturele waarden en normen terzijde schuift om die van de cliënt te begrijpen.
* **Verbinding tussen kennis en cultuur:** De therapeut moet een verbinding leggen tussen professionele kennis en de culturele betekenis voor de cliënt.
### 1.5 Het Kawa model: doel en noodzaak
* **Doel:** Het respecteren van de waarden van andere culturen en het bieden van een alternatieve kijk op zingeving aan activiteiten. Net als andere modellen, streeft het ernaar om samen met de cliënt oplossingen te vinden voor problemen, en het leven en welzijn van de persoon te begrijpen binnen zijn sociale en culturele context.
* **Focus:** Het Kawa model focust niet op prestaties, maar op de levensstroom en de obstakels die daarin aanwezig zijn.
* **Noodzaak van 'cultuur':**
* Het model moedigt een andere kijk op de culturele achtergrond van een persoon aan.
* De persoon wordt gezien als deel van een groter geheel, niet als een geïsoleerd individu.
* Cultuur is een fundamenteel begrip dat bepaalt hoe mensen leven, gezond zijn, relaties aangaan en problemen ervaren. Het vormt de basis van iemands identiteit.
* Cultuur is dynamisch en evolueert voortdurend door omgevingsfactoren, relaties en ervaringen.
### 1.6 Componenten van culturele sterkte in ergotherapie
* Gemeenschappelijke sociale vaardigheden.
* Bepaalde gedragsregels.
* Gemeenschappelijke vaktaak.
### 1.7 Moeilijkheden voor Japanse OT-studenten met westerse modellen
Japan kent een collectivistisch wereldbeeld, met een verticale sociale structuur waar respect, macht en status afhankelijk zijn van de sociale context. Individuele eigenschappen worden minder belangrijk geacht.
* **Aansluiting:** Westerse modellen sloten niet aan bij hun cultuur.
* **Cliëntbegrip:** Moeite om cliënten binnen hun specifieke context te begrijpen.
* **Taal en betekeniskloof:** Communicatieproblemen en een verschil in interpretatie van betekenis.
* **Identiteitsproblemen:** Uitdagingen met de eigen identiteit als ergotherapeut binnen een andere culturele bril.
### 1.8 Het Kawa model: metaforen en constructen
* **De rivier:** Staat symbool voor het leven. Een diepe, sterke rivier duidt op een optimale staat van welzijn.
* **Occupatie (bezigheid):** Wordt gedefinieerd als de stroming van het water in de rivier met al zijn componenten.
* **Constructen van het model:**
* **Mizu (water):** Metafoor voor levensenergie en de toestand van (dis)harmonie. Het einde van de stroming symboliseert de dood.
* **Torimaki (zijwand en bodem van de rivier):** Metafoor voor de omgeving, zowel sociaal als fysiek.
* **Iwa (rotsen):** Symboliseren individuele omstandigheden die belemmering vormen voor de levensstroom. Ze variëren in grootte, hoeveelheid, vorm en plaats, en kunnen langdurig aanwezig zijn.
* **Ryoboku (drijfhout):** Verwijst naar persoonlijke kenmerken en hulpbronnen, zoals waarden, karakter, persoonlijkheid, speciale vaardigheden, materiële en immateriële voordelen, en de levenssituatie.
* **Sukima (ruimte tussen obstakels):** Vertegenwoordigt de redenen waarom een patiënt nog wil leven en de ruimte waar de levensenergie stroomt.
### 1.9 Stappen van het Kawa model
1. **Cliëntidentificatie en modelgeschiktheid:**
* Wie is de cliënt?
* Past het model bij de cliënt?
* De cliënt kan zichzelf tekenen, of de therapeut kan hierbij helpen.
* Er volgt een dialoog waarin de therapeut de verschillende componenten uitlegt.
2. **Contextverheldering en uitwerking:**
* De context wordt verder verhelderd.
* De tekening wordt uitgewerkt.
3. **Prioritering en interventiemogelijkheden:**
* Er wordt prioriteit gegeven aan zaken die voor de cliënt belangrijk zijn.
* Mogelijke interventiemogelijkheden worden onderzocht in samenspraak met de cliënt.
4. **Focuspunten voor ergotherapie vastleggen:**
* Objectivering van de focuspunten.
* Interventiepunten moeten realistisch zijn, benoemd in de taal van de cliënt, betekenisvol en gekoppeld aan participatie.
5. **Interventie:**
* Selectie van methoden met inachtneming van resterende mogelijkheden en vaardigheden.
6. **Evaluatie:**
* Cliëntgericht en introspectief, gericht op het eigen functioneren volgens de criteria van de cliënt, niet volgens externe normen.
### 1.10 'Child centered therapy' binnen het Kawa model
* Het kind staat centraal in de therapie.
* De therapeut creëert een veilige omgeving en luistert naar het kind, niet primair naar de ouders.
### 1.11 Voordelen van het Kawa model
* Wetenschappelijk sterk onderbouwd.
* Cultuurgevoelig.
* Toepasbaar op verschillende doelgroepen.
* Kan creatief worden toegepast met diverse materialen.
* Geschikt voor kinderen.
---
# Het Kawa model: conceptualisering en componenten
Het Kawa model is een oosters, collectief model dat de mens beschouwt in relatie tot zijn omgeving en cultuur, waarbij de focus ligt op de levensstroom en de obstakels die deze belemmeren.
### 2.1 Inleiding tot het Kawa model
Het Kawa model is een oosters, collectief model dat de mens niet als een geïsoleerd individu ziet, maar als een deel van een groter geheel, sterk beïnvloed door zijn omgeving en cultuur. Dit staat in contrast met de meer westerse, individueel gerichte benaderingen. Het model legt de nadruk op het concept van 'occupatie' als de stroming van water in een rivier, inclusief alle componenten die deze stroming beïnvloeden.
#### 2.1.1 Culturele context van het Kawa model
Het belang van cultuur is fundamenteel binnen het Kawa model. Cultuur bepaalt hoe mensen leven, hoe ze omgaan met gezondheid, welke relaties ze aangaan en welke problemen zich voordoen. Het vormt de basis van iemands identiteit en is niet statisch, maar dynamisch, beïnvloed door de omgeving, relaties en ervaringen. Van ergotherapeuten die met cliënten uit niet-westerse culturen werken, wordt verwacht dat zij hun eigen culturele waarden aan de kant schuiven en zich openstellen voor die van de cliënt, en een verbinding zoeken tussen hun professionele kennis en de culturele betekenis voor de cliënt.
#### 2.1.2 Westerse versus oosterse benaderingen in ergotherapie
De westerse benadering van ergotherapie wordt vaak gekenmerkt door een cultureel biomedisch perspectief, waarbij gezondheid primair wordt gezien als het goed functioneren van lichaam en geest, wat meetbaar is. Het Kawa model daarentegen, als oosters model, werkt niet per se cliëntgericht in de westerse zin, maar eerder relationeel en contextueel. Hoewel biomedische aspecten niet genegeerd worden, worden deze geïntegreerd binnen een holistisch kader. De kracht van ergotherapie, ongeacht culturele achtergrond, ligt in het holistisch en mensgericht denken, waarbij niet alleen gekeken wordt naar fysieke capaciteiten, maar vooral naar wat betekenisvol en zinvol is voor de persoon.
> **Tip:** Bij het toepassen van modellen zoals Kawa is het cruciaal om de culturele achtergrond van de cliënt te respecteren en te integreren in de therapeutische benadering.
### 2.2 Componenten van het Kawa model
Het Kawa model conceptualiseert het leven als een rivier en de mens als onderdeel van die rivier. De belangrijkste componenten zijn:
* **Mizu (water):** Staat symbool voor de levensenergie en de algemene levensstroom. Een diepe, sterke rivier duidt op een optimale staat van welzijn. Het einde van de stroming wordt geassocieerd met de dood. De stroming van het water, met al zijn componenten, is een andere definitie van occupatie binnen dit model.
* **Torimaki (zijwand en bodem van de rivier):** Representeert de omgeving, zowel de sociale als de fysieke omgeving waarin de persoon leeft. Deze componenten vormen de grenzen van de rivier.
* **Iwa (rotsen):** Vertegenwoordigen specifieke omstandigheden die de levensstroom belemmeren. Deze rotsen kunnen variëren in grootte, hoeveelheid, vorm en plaats, en kunnen langdurig aanwezig zijn.
* **Ryoboku (drijfhout):** Staat symbool voor de persoonlijke kenmerken en bronnen van een individu. Dit omvat waarden, karakter, persoonlijkheid, speciale vaardigheden, immateriële en materiële voordelen, en de algemene levenssituatie.
* **Sukima (ruimte tussen de obstakels in de rivier):** Dit zijn de openingen of ruimtes tussen de belemmeringen (rotsen en drijfhout) in de rivier. Deze ruimtes symboliseren de redenen waarom een patiënt nog wil leven en vertegenwoordigen de gebieden waar de levensenergie kan stromen.
> **Example:** Een rots in de rivier kan bijvoorbeeld een chronische ziekte voorstellen die de levensstroom belemmert, terwijl drijfhout persoonlijke kwaliteiten zoals veerkracht of een ondersteunend sociaal netwerk kan vertegenwoordigen.
### 2.3 Toepassing van het Kawa model in de praktijk
Het Kawa model kan op verschillende manieren worden toegepast in de ergotherapeutische praktijk:
#### 2.3.1 Stappen in de toepassing van het Kawa model
1. **Identificatie van de cliënt en passendheid van het model:** Eerst wordt bepaald wie de cliënt is en of het Kawa model passend is voor deze persoon. Dit kan worden gedaan door de cliënt zelf te laten tekenen of door de therapeut. Er volgt een dialoog waarbij de therapeut uitleg geeft over de verschillende componenten van het model.
2. **Contextverheldering en uitwerking van de tekening:** De context wordt verder verhelderd en de tekening van de rivier wordt uitgewerkt.
3. **Prioriteren van belangrijke zaken en onderzoeken van interventiemogelijkheden:** Er wordt prioriteit gegeven aan zaken die voor de cliënt belangrijk zijn. Mogelijke interventiemogelijkheden worden onderzocht in samenspraak met de cliënt.
4. **Vastleggen van focuspunten voor ergotherapeutische interventie:** De focuspunten worden geobjectiveerd en benoemd in de taal van de cliënt. Deze punten moeten reëel, betekenisvol en gelinkt aan participatie zijn.
5. **Interventie en selectie van methoden:** De therapeut selecteert interventiemethoden, rekening houdend met de resterende mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt.
6. **Evaluatie:** De evaluatie gebeurt cliëntgericht, met een introspectieve kijk op het eigen functioneren en prestaties volgens de eigen criteria van de cliënt, niet volgens externe standaarden.
#### 2.3.2 Child-centered therapy binnen het Kawa model
Binnen het Kawa model staat het kind zelf centraal in de therapie. De therapeut creëert een veilige omgeving en luistert naar het kind, en niet uitsluitend naar de ouders.
#### 2.3.3 Voordelen van het Kawa model
Het Kawa model biedt diverse voordelen:
* Het is wetenschappelijk sterk onderbouwd.
* Het is cultuurgevoelig.
* Het kan worden toegepast bij verschillende doelgroepen.
* Het kan creatief worden ingezet met diverse materialen.
* Het is bijzonder handig voor het werken met kinderen.
> **Tip:** Het Kawa model stimuleert een visuele en collaboratieve aanpak, wat het begrip en de betrokkenheid van de cliënt kan vergroten.
---
# Toepassing en stappen van het Kawa model
Deze sectie beschrijft het proces van het toepassen van het Kawa model in de ergotherapie, met de nadruk op de cliënt, de context en de mogelijke interventies.
### 3.1 Algemene kenmerken en doelstellingen van het Kawa model
Het Kawa model is een collectief, oosters georiënteerd model dat het individu plaatst binnen een groter geheel, in tegenstelling tot de westerse, meer individueel gerichte benaderingen. Hoewel het niet strikt cliëntgericht werkt zoals westerse modellen, is het wel relationeel en contextueel. Het biomedische aspect wordt niet genegeerd, maar geïntegreerd binnen een holistisch kader. De kracht van ergotherapie, en specifiek het Kawa model, ligt in het holistisch en mensgericht denken, waarbij niet alleen gekeken wordt naar fysieke capaciteiten, maar vooral naar wat betekenisvol is en zin geeft aan het leven van de cliënt. Het model respecteert de waarden van andere culturen en biedt een alternatieve kijk op zingeving aan activiteiten. Het uiteindelijke doel is om, in samenspraak met de cliënt, oplossingen te vinden voor problemen en het leven en welzijn te begrijpen binnen de sociale en culturele context. Er wordt gefocust op de levensstroom en de aanwezige obstakels, in plaats van op prestaties.
### 3.2 Kernconcepten van het Kawa model
Het Kawa model hanteert verschillende constructen, die metaforisch worden voorgesteld aan de hand van een rivierlandschap:
* **Mizu (water):** Representeert de levensenergie en de stroming van het leven. Een diepe, sterke rivier duidt op een optimale staat van welzijn. De stroming van het water, met al zijn componenten, kan gezien worden als een andere definitie van occupatie. Het einde van de stroming symboliseert de dood.
* **Torimaki (zijwand en bodem van de rivier):** Staat voor de omgeving, zowel de sociale als de fysieke context waarin de cliënt leeft.
* **Iwa (rotsen):** Vertegenwoordigen specifieke omstandigheden die belemmeringen vormen voor de levensstroom. Deze rotsen kunnen variëren in grootte, hoeveelheid, vorm en plaats en kunnen lang latent aanwezig zijn.
* **Ryoboku (drijfhout):** Symboliseert persoonlijke kenmerken en bronnen van de cliënt, zoals waarden, karakter, persoonlijkheid, speciale vaardigheden, immateriële en materiële voordelen, en de levenssituatie.
* **Sukima (ruimte tussen obstakels in de rivier):** De ruimte tussen de hindernissen (rotsen en drijfhout) vertegenwoordigt de redenen waarom de patiënt nog wil leven. Het is de plaats waar de levensenergie stroomt.
### 3.3 Stappen van de toepassing van het Kawa model
De toepassing van het Kawa model volgt een gestructureerd proces:
1. **Identificatie van de cliënt en context:**
* Vaststellen of het model geschikt is voor de betreffende cliënt.
* De cliënt kan de situatie zelf tekenen, of dit wordt samen met de therapeut gedaan.
* De therapeut legt de verschillende componenten van het model uit aan de cliënt.
* Er ontstaat een dialoog tussen therapeut en cliënt.
2. **Verdieping van de context:**
* De bredere context van de cliënt wordt verder verhelderd.
* De tekening wordt verder uitgewerkt om een completer beeld te krijgen.
3. **Prioritering en exploratie van interventies:**
* Er wordt prioriteit gegeven aan zaken die voor de cliënt van belang zijn.
* Mogelijke interventiemogelijkheden worden onderzocht, altijd in samenspraak met de cliënt.
4. **Vastleggen van focuspunten voor ergotherapie-interventie:**
* De focuspunten worden geobjectiveerd.
* Interventiepunten worden reëel benoemd, in de taal van de cliënt, betekenisvol en gelinkt aan participatie.
5. **Selectie en uitvoering van interventies:**
* Geschikte methoden voor interventie worden geselecteerd.
* Rekening wordt gehouden met de resterende mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt.
6. **Evaluatie:**
* De evaluatie is cliëntgericht.
* Er wordt een introspectieve kijk op het eigen functioneren van de cliënt gestimuleerd.
* Prestaties worden beoordeeld volgens de eigen criteria van de cliënt, niet volgens externe maatstaven.
#### 3.3.1 Kindgerichte therapie binnen het Kawa model
Binnen het Kawa model, wanneer toegepast op kinderen, staat het kind centraal. De therapeut creëert een veilige omgeving en luistert naar het kind, waarbij de focus ligt op de beleving van het kind zelf, en niet primair op die van de ouders.
### 3.4 Voordelen van het Kawa model
Het Kawa model biedt diverse voordelen:
* **Wetenschappelijk sterk onderbouwd:** Het model heeft een solide theoretische basis.
* **Cultuurgevoelig:** Het houdt rekening met culturele achtergronden en waarden.
* **Brede inzetbaarheid:** Het kan toegepast worden bij verschillende doelgroepen.
* **Creativiteit:** Het model kan op creatieve wijze worden aangeboden, met diverse materialen.
* **Praktisch voor kinderen:** Het is een handige methodiek voor het werken met kinderen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ergotherapeutische modellen | Gestructureerde raamwerken die ergotherapeuten gebruiken om hun praktijk te begrijpen, te plannen en te evalueren, rekening houdend met de cliënt, de activiteit en de omgeving. |
| Tijdsgeest | De heersende intellectuele, culturele en politieke sfeer van een bepaalde periode, die de ontwikkeling en interpretatie van concepten kan beïnvloeden. |
| Culturele waarden en overtuigingen | Gedeelde normen, ideeën en standpunten die bepalen wat acceptabel of wenselijk is binnen een bepaalde groep of samenleving, en die het gedrag en de gezondheidsperceptie van individuen beïnvloeden. |
| Holistisch denken | Een benadering die een individu, systeem of fenomeen als een geheel beschouwt, waarbij de interactie tussen de verschillende delen belangrijker is dan de delen zelf. |
| Client-centred | Een benadering in de zorg waarbij de behoeften, voorkeuren en waarden van de cliënt centraal staan bij het plannings- en uitvoeringsproces van de zorg. |
| Relationeel en contextueel | Een benadering die de nadruk legt op de onderlinge relaties tussen mensen en hun omgeving, en hoe deze relaties de ervaringen en het welzijn van een persoon vormgeven. |
| Biomedisch perspectief | Een visie op gezondheid die zich richt op de fysiologische en pathologische aspecten van ziekte, met nadruk op meetbare biologische processen. |
| Zingeving aan activiteiten | Het proces waarbij individuen betekenis en waarde toekennen aan hun dagelijkse bezigheden, wat bijdraagt aan hun welzijn en identiteit. |
| Levensstroom | Een metafoor die de continuïteit en de dynamiek van iemands leven vertegenwoordigt, inclusief de uitdagingen en stromingen die het beïnvloeden. |
| Obstakels | Externe of interne factoren die iemands vermogen om deel te nemen aan zinvolle activiteiten belemmeren en de levensstroom kunnen beïnvloeden. |
| Mizu (water) | In het Kawa model staat water symbool voor de levensenergie en de toestand van harmonie of disharmonie in het leven van een persoon. Een sterke stroming duidt op optimale gezondheid. |
| Torimaki (zijwand + bodem) | Vertegenwoordigt de omgeving in het Kawa model, inclusief de sociale en fysieke aspecten die het leven van een persoon omringen en beïnvloeden. |
| Iwa (rotsen) | In het Kawa model symboliseren rotsen specifieke omstandigheden of problemen die de levensstroom belemmeren en die variëren in grootte, vorm en impact. |
| Ryoboku (drijfhout) | In het Kawa model verwijst drijfhout naar persoonlijke kenmerken, middelen en achtergronden van een persoon, zoals waarden, karakter, vaardigheden en levenssituatie. |
| Sukima (ruimte tussen obstakels) | De ruimte tussen de verschillende componenten (rotsen en drijfhout) in het Kawa model, die de redenen weergeeft waarom iemand wil leven en waar de levensenergie kan stromen. |
| Cultureel gevoelig | Een benadering die erkent en respecteert dat culturele achtergronden de percepties, waarden en praktijken van individuen beïnvloeden, en die deze kennis gebruikt om de zorg aan te passen. |
| Client-centred therapie | Een therapeutische aanpak waarbij het kind, als cliënt, centraal staat in het proces, waarbij een veilige omgeving wordt gecreëerd en de therapeut luistert naar de behoeften van het kind. |
| Objectivatie | Het proces van het beschrijven van interventiepunten op een duidelijke, meetbare en objectieve manier die begrepen kan worden door de cliënt. |
| Introspectieve kijk | Een reflectieve benadering waarbij een individu zijn eigen functioneren, ervaringen en gevoelens onderzoekt om inzicht te krijgen en groei te bevorderen. |