Cover
Jetzt kostenlos starten HART
Summary
# De structuur en lagen van de hartwand
De hartwand is opgebouwd uit drie onderscheidende lagen die elk cruciale functies vervullen voor de correcte werking van het hart [1](#page=1).
### 1.1 De drie lagen van de hartwand
De hartwand bestaat uit drie hoofdlagen [1](#page=1):
#### 1.1.1 Epicardium
Het epicardium vormt de buitenste laag van de hartwand. Deze laag dient ter bescherming van het hart en bevat de bloedvaten die verantwoordelijk zijn voor de bloedtoevoer naar het hartspierweefsel zelf [1](#page=1).
#### 1.1.2 Myocardium
Het myocardium is de middelste en tevens de dikste laag van de hartwand. Deze laag is exclusief opgebouwd uit gespecialiseerd hartspierweefsel. De primaire functie van het myocardium is het genereren van de contracties die nodig zijn om bloed door het gehele lichaam te pompen [1](#page=1).
#### 1.1.3 Endocardium
Het endocardium is de binnenste laag van de hartwand. Deze laag bekleedt de binnenzijde van de hartkamers en zorgt voor een glad oppervlak. Deze gladheid is essentieel voor een efficiënte en ongehinderde bloedstroom binnen het hart [1](#page=1).
### 1.2 Intercalaire schijven
Intercalaire schijven zijn gespecialiseerde celverbindingen die uniek zijn voor hartspiercellen. Ze spelen een vitale rol in zowel de mechanische als elektrische koppeling tussen aangrenzende hartspiercellen [1](#page=1).
#### 1.2.1 Mechanische verbinding
De intercalaire schijven bevatten desmosomen. Desmosomen zijn structuren die de hartspiercellen stevig aan elkaar hechten. Dit zorgt ervoor dat de cellen, ondanks de krachtige contracties tijdens elke hartslag, niet van elkaar gescheiden worden [1](#page=1).
#### 1.2.2 Elektrische verbinding
Daarnaast bevatten intercalaire schijven gap junctions. Deze gap junctions faciliteren de snelle overdracht van elektrische signalen van de ene hartspiercel naar de andere. Dit is cruciaal voor het realiseren van een gecoördineerde en synchrone contractie van het gehele hart [1](#page=1).
> **Tip:** De intercalaire schijven zijn essentieel voor de functionele eenheid van het hart. Ze zorgen ervoor dat het hart als één geheel samentrekt, wat noodzakelijk is voor een ritmische en efficiënte pompfunctie [2](#page=2).
### 1.3 Functie van intercalaire schijven
De intercalaire schijven maken het mogelijk dat het hart functioneert als één enkele, gecoördineerde eenheid. Deze integratie is van fundamenteel belang voor het handhaven van een stabiele, ritmische en efficiënte hartslag [2](#page=2).
---
# De anatomie en de bloedcirculatie van het hart
Dit gedeelte beschrijft de anatomische opbouw van het hart, inclusief de vier hartruimtes, de scheidingswanden, de hartkleppen en de bloedvaten die bijdragen aan de coronaire, grote en kleine bloedsomloop.
### 2.1 De bouw van het hart
Het hart bestaat uit verschillende componenten die samenwerken om bloed door het lichaam te pompen.
#### 2.1.1 De vier hartruimtes
Het hart wordt onderverdeeld in vier holtes:
* Rechter atrium [2](#page=2).
* Rechter ventrikel [2](#page=2).
* Linker atrium [2](#page=2).
* Linker ventrikel [2](#page=2).
#### 2.1.2 De wanden tussen de hartruimtes
De hartruimtes worden gescheiden door tussenwanden:
* Septum interatriale: de wand tussen de beide atria [2](#page=2).
* Septum interventriculare: de wand tussen de beide ventrikels [2](#page=2).
#### 2.1.3 De vier hartkleppen
De hartkleppen reguleren de bloedstroom en voorkomen terugstroming:
* Rechter atrioventriculaire klep, ook bekend als de valva tricuspidalis [2](#page=2).
* Rechter halvemaanvormige klep, ook bekend als de valva pulmonalis [2](#page=2).
* Linker atrioventriculaire klep, ook bekend als de valva bicuspidalis of valva mitralis [2](#page=2).
* Linker halvemaanvormige klep, ook bekend als de valva aortae [2](#page=2).
#### 2.1.4 De bloedvaten die van en naar het hart lopen
Verschillende bloedvaten zijn direct verbonden met het hart voor de verschillende bloedsomlopen.
##### 2.1.4.1 Bloedvaten voor de coronaire bloedsomloop
De coronaire bloedsomloop voorziet het hart zelf van bloed:
* RCA = right coronary artery = arteria coronaria dextra [2](#page=2).
* LCA = left coronary artery = arteria coronaria sinistra [2](#page=2).
* Cx = circumflex artery = ramus circumflex [2](#page=2).
* LAD = left anterior descending = ramus interventricularis anterior [2](#page=2).
##### 2.1.4.2 Bloedvaten voor de grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop (systemische circulatie) transporteert bloed door het lichaam:
* Aorta [2](#page=2) [3](#page=3).
* VCI = vena cava inferior (inferieure holle ader) [2](#page=2) [3](#page=3).
* VCS = vena cava superior (superieure holle ader) [2](#page=2) [3](#page=3).
##### 2.1.4.3 Bloedvaten voor de kleine bloedsomloop
De kleine bloedsomloop (pulmonale circulatie) transporteert bloed naar en van de longen:
* Arteria pulmonalis (longslagader) [2](#page=2) [3](#page=3).
* Venae pulmonalis (longaders) [2](#page=2) [3](#page=3).
### 2.2 Verklaringen voor de hartwanddiktes
De dikte van de hartwand varieert afhankelijk van de functie en de te overwinnen druk.
#### 2.2.1 Wanddiktes van de atria versus de ventrikels
De wanden van de atria zijn dunner dan die van de ventrikels, omdat ze minder spierweefsel nodig hebben om hun functie uit te oefenen [3](#page=3).
* De ventrikels zuigen al voor ongeveer 70% bloed aan wanneer ze zich ontspannen na een samentrekking. De resterende 30% van de vulling gebeurt door de samentrekking van het atrium [3](#page=3).
* Atria hoeven bloed slechts naar de nabijgelegen ventrikels te pompen, terwijl ventrikels voldoende kracht moeten ontwikkelen om bloed door het hele lichaam (linker ventrikel) of naar de longen (rechter ventrikel) te pompen [3](#page=3).
#### 2.2.2 Wanddikte van het rechter ventrikel versus het linker ventrikel
De wand van het linker ventrikel is dikker dan die van het rechter ventrikel [3](#page=3).
* Het rechter ventrikel pompt bloed naar de kleine bloedsomloop (longcirculatie), die een lage druk vereist [3](#page=3).
* Het linker ventrikel pompt bloed naar de rest van het lichaam via de grote bloedsomloop (systemische circulatie), wat een veel hogere druk vereist en dus een sterkere myocardwand noodzakelijk maakt [3](#page=3).
### 2.3 Bloedstroom door het hart
Een rode bloedcel (erytrocyt) doorloopt een specifieke route door de hartkamers en -kleppen, ongeacht of het bloed afkomstig is van de grote of kleine bloedsomloop [4](#page=4).
> **Tip:** Het is nuttig om de volgorde van de hartkamers en hartkleppen te visualiseren om de bloedstroom te begrijpen.
### 2.4 Het prikkelgeleidingssysteem van het hart
Het prikkelgeleidingssysteem zorgt voor een gecoördineerde en ritmische samentrekking van het hart.
#### 2.4.1 Cellen van het prikkelgeleidingssysteem
Er zijn twee hoofdtypes cellen betrokken bij de prikkelgeleiding:
* **Pacemakercellen of gangmakercellen:** Deze cellen genereren zelfstandig elektrische prikkels en bepalen zo de hartfrequentie [4](#page=4).
* **Geleidende cellen:**
* **Puur geleidende cellen:** Dit zijn cellen in de bundel van His, de bundeltakken en de Purkinjevezels, die primair verantwoordelijk zijn voor het geleiden van prikkels [4](#page=4).
* **Myocardcellen of hartspiercellen:** Deze cellen kunnen niet alleen samentrekken, maar geven ook prikkels door aan elkaar via hun intercalaire schijven. Hierdoor verspreidt een prikkel zich snel over alle contractiele cellen van de atria of ventrikels, waardoor deze als één geheel contraheren [4](#page=4).
#### 2.4.2 Stappen in het prikkelgeleidingssysteem
Het prikkelgeleidingssysteem volgt een specifiek pad:
1. **Sino-atriale knoop (sinusknoop):** De prikkelgeleiding begint in de sinusknoop, gelegen in het dak van het rechter atrium. Deze celgroep fungeert als de natuurlijke pacemaker van het hart en bepaalt de hartfrequentie [4](#page=4).
2. **De wanden van de beide atria:** De elektrische prikkel verspreidt zich via de intercalaire schijven over de spiercellen van de atria, wat leidt tot de samentrekking van de atria en de verplaatsing van bloed naar de ventrikels [4](#page=4).
3. **Atrioventriculaire knoop (AV-knoop):** [4](#page=4).
---
# Het prikkelgeleidingssysteem en de hartcyclus
Dit onderwerp beschrijft hoe elektrische prikkels door het hart worden geleid en hoe dit samenhangt met de pompfunctie van het hart gedurende een hartslag.
### 3.1 Het prikkelgeleidingssysteem van het hart
Het prikkelgeleidingssysteem van het hart is verantwoordelijk voor het genereren en verspreiden van elektrische prikkels die samentrekking van het hartmusculatuur veroorzaken. Er zijn twee hoofdtypen cellen die hierbij betrokken zijn [4](#page=4):
* **Pacemakercellen (gangmakercellen):** Deze cellen genereren zelfstandig elektrische prikkels en bepalen zo de hartfrequentie [4](#page=4).
* **Geleidende cellen:**
* **Puur geleidende cellen:** Deze bevinden zich in de bundel van His, de bundeltakken en de Purkinjevezels en zijn gespecialiseerd in het geleiden van prikkels [4](#page=4).
* **Myocardcellen (hartspiercellen):** Deze cellen kunnen niet alleen contraheren, maar geven prikkels ook aan elkaar door via hun intercalaire schijven. Hierdoor wordt een prikkel snel verspreid over de atria of ventrikels, waardoor deze als één geheel contraheren [4](#page=4).
Het proces van prikkelgeleiding verloopt in zeven stappen (#page=4, page=5) [4](#page=4) [5](#page=5):
1. **Sino-atriale knoop (sinusknoop):** Gelegen in het dak van het rechter atrium, genereert de sinusknoop de elektrische prikkel en fungeert als de natuurlijke pacemaker van het hart, die de hartfrequentie bepaalt [4](#page=4).
2. **De wanden van de beide atria:** De elektrische prikkel verspreidt zich via intercalaire schijven over de spiercellen van de atria, waardoor deze contraheren en bloed naar de ventrikels stuwen [4](#page=4).
3. **Atrioventriculaire knoop (AV-knoop):** Dit is een groep pacemakercellen op de grens van atria en ventrikels. Hier wordt de prikkel ongeveer 0,1 seconde opgehouden, wat zorgt voor een iets latere contractie van de ventrikels ten opzichte van de atria [5](#page=5).
4. **Bundel van His:** Voorbij de AV-knoop, in het septum interventriculare, geleidt de bundel van His de prikkel van boven naar beneden [5](#page=5).
5. **Bundeltakken:** De bundel van His splitst zich in de rechter bundeltak en de linker bundeltak (waarbij de linker bundeltak verder is onderverdeeld) [5](#page=5).
6. **Purkinjevezels:** Deze vezels sluiten aan op de bundeltakken en lopen door het spierweefsel van de ventrikels, waardoor de prikkels worden doorgegeven aan de hartspiercellen [5](#page=5).
7. **De wanden van de beide ventrikels:** Door de prikkelgeleiding contraheren de ventrikels en wordt bloed uit het hart gepompt naar respectievelijk de truncus pulmonalis (rechter ventrikel) en de aorta (linker ventrikel) [5](#page=5).
Een elektrocardiogram (ECG) visualiseert de elektrische activiteit van het hart en toont specifieke pieken die overeenkomen met de prikkelgeleiding [5](#page=5):
* **P-top:** Representeert de depolarisatie van de atria, leidend tot hun contractie [5](#page=5).
* **QRS-complex:** Toont de depolarisatie van de ventrikels, die plaatsvindt tijdens hun contractie [5](#page=5).
* **T-top:** Staat voor de repolarisatie van de ventrikels [5](#page=5).
### 3.2 De hartcyclus
De hartcyclus beschrijft de opeenvolging van diastole (ontspanning) en systole (contractie) van de atria en ventrikels [6](#page=6).
#### 3.2.1 Fasen van de hartcyclus
* **Atriale diastole:** De atria zijn ontspannen en vullen zich met bloed dat terugkeert naar het hart. De atrioventriculaire kleppen (mitralisklep en tricuspedalisklep) zijn open, waardoor bloed passief in de ventrikels stroomt [6](#page=6).
* **Atriale systole:** De atria contraheren en stuwen het bloed verder de ventrikels in. De atrioventriculaire kleppen zijn hierbij open [6](#page=6).
* **Ventriculaire diastole:** De ventrikels zijn ontspannen en vullen zich met bloed uit de atria. De semilunaire kleppen (aortaklep en pulmonaalklep) zijn gesloten om terugstroming naar de ventrikels te voorkomen, terwijl de atrioventriculaire kleppen open zijn [6](#page=6).
* **Ventriculaire systole:** De ventrikels contraheren en pompen bloed uit het hart. De atrioventriculaire kleppen zijn gesloten om terugstroming naar de atria te voorkomen, en de semilunaire kleppen staan open om bloed naar de slagaders te laten stromen [6](#page=6).
#### 3.2.2 Klepactiviteit tijdens de hartcyclus
| Fase | Atrioventriculaire kleppen (Mitralis/Tricuspidalis) | Semilunaire kleppen (Aorta/Pulmonalis) |
| :-------------------- | :------------------------------------------------ | :--------------------------------------- |
| Atriale diastole | Open | Gesloten |
| Atriale systole | Open | Gesloten |
| Ventriculaire diastole | Open | Gesloten |
| Ventriculaire systole | Gesloten | Open |
*Opmerking: De documentatie vermeldt dat de AV-kleppen gesloten zijn tijdens atriale diastole, wat in tegenspraak is met de beschrijving dat ze open zijn voor passieve vulling. De meest gangbare fysiologische beschrijving is dat de AV-kleppen open zijn tijdens de atriale diastole en vulling van de ventrikels toelaten, en sluiten aan het begin van de ventriculaire systole. De gesloten status bij atriale diastole is waarschijnlijk een typo.* [6](#page=6).
#### 3.2.3 Harttonen
De harttonen zijn geluiden die ontstaan door het sluiten van de hartkleppen [7](#page=7):
* **Eerste harttoon (S1):** Een zacht geluid dat ontstaat aan het begin van de ventriculaire systole wanneer de atrioventriculaire kleppen (mitralis- en tricuspidalisklep) sluiten. Dit geluid duurt iets langer dan de tweede harttoon [7](#page=7).
* **Tweede harttoon (S2):** Een iets harder en korter geluid dat te horen is aan het begin van de ventriculaire diastole wanneer de semilunaire kleppen (aortaklep en pulmonaalklep) sluiten [7](#page=7).
### 3.3 Hartminuutvolume
Het hartminuutvolume (cardiac output) is de hoeveelheid bloed die het linker ventrikel per minuut uitpompt. Het wordt berekend met de volgende formule [7](#page=7):
$$ \text{Hartminuutvolume} = \text{Slagvolume} \times \text{Hartfrequentie} $$ [7](#page=7).
Hierbij is het slagvolume de hoeveelheid bloed die per hartslag wordt uitgepompt, en de hartfrequentie het aantal slagen per minuut [7](#page=7).
**Voorbeeld:**
Als het slagvolume 70 milliliter is en de hartfrequentie 60 slagen per minuut, dan is het hartminuutvolume:
$70 \text{ ml/slag} \times 60 \text{ slagen/minuut} = 4200 \text{ ml/minuut} = 4,2 \text{ liter/minuut}$ [7](#page=7).
Het hartminuutvolume kan snel variëren door veranderingen in zowel het slagvolume als de hartfrequentie, en wordt beïnvloed door factoren zoals bloedvolumereflexen [7](#page=7).
---
# Het hartminuutvolume en zijn regulering
Dit onderwerp beschrijft het hartminuutvolume, de formule ter berekening ervan, en de diverse fysiologische mechanismen die betrokken zijn bij de regulering ervan, waaronder bloedvolumereflexen, neurale controle vanuit de medulla oblongata en hormonale invloeden.
### 4.1 Het hartminuutvolume (HMV)
Het hartminuutvolume, ook wel bekend als cardiac output, is gedefinieerd als de totale hoeveelheid bloed die het linker ventrikel per minuut uitpompt [7](#page=7).
#### 4.1.1 Formule voor het hartminuutvolume
Het hartminuutvolume wordt berekend door het slagvolume van het linker ventrikel (de hoeveelheid bloed die per hartslag de aorta ingepompt wordt) te vermenigvuldigen met de hartfrequentie (het aantal hartslagen per minuut) [7](#page=7).
De formule luidt:
$$ \text{Hartminuutvolume (HMV)} = \text{Slagvolume} \times \text{Hartfrequentie} $$ [7](#page=7).
**Voorbeeld:**
Indien het slagvolume 70 milliliter bedraagt en de hartfrequentie 60 slagen per minuut is, dan is het hartminuutvolume:
$70 \text{ ml/slag} \times 60 \text{ slagen/minuut} = 4200 \text{ ml/minuut} = 4,2 \text{ liter/minuut}$ [7](#page=7).
#### 4.1.2 Fysiologische regulering van het hartminuutvolume
Het hartminuutvolume kan zeer snel aangepast worden aan veranderende omstandigheden, voornamelijk doordat zowel het slagvolume als de hartfrequentie variabel zijn. De regulering van het HMV hangt af van drie hoofdfactoren [7](#page=7):
* Bloedvolumereflexen
* Innervatie vanuit de medulla oblongata
* Hormonen
### 4.2 Bloedvolumereflexen
Bloedvolumereflexen spelen een cruciale rol bij de regulering van het hartminuutvolume. Twee belangrijke reflexen zijn hierbij betrokken [7](#page=7):
#### 4.2.1 Bainbrigdereflex (atriumreflex)
De Bainbrigdereflex, ook wel de atriumreflex genoemd, past de hartslagfrequentie aan. Een toegenomen vulling van de atria leidt tot een hogere hartfrequentie [8](#page=8).
#### 4.2.2 Frank-Starlingmechanisme (ventrikelreflex)
Het Frank-Starlingmechanisme, ook bekend als de ventrikelreflex, beïnvloedt de contractiekracht van het hart. Een grotere vulling van de ventrikels resulteert in een krachtigere contractie, wat leidt tot een groter slagvolume [8](#page=8).
### 4.3 Innervatie vanuit de medulla oblongata
Het hart wordt geïnnerveerd vanuit de medulla oblongata (verlengde merg). Deze zenuwbanen beïnvloeden zowel de hartfrequentie als de contractiekracht [8](#page=8).
#### 4.3.1 Zenuwen naar de sino-atriale knoop (SA-knoop)
* **Sympatische zenuwbanen:** Gebruiken de neurotransmitter noradrenaline (NAdr) en verhogen de hartfrequentie [8](#page=8).
* **Parasympatische zenuwbanen:** Gebruiken de neurotransmitter acetylcholine (Ach) en verlagen de hartfrequentie [8](#page=8).
#### 4.3.2 Zenuwen naar het hartspierweefsel
* **Sympatische zenuwbanen:** Gebruiken de neurotransmitters noradrenaline (NAdr) en adrenaline (Adr). Deze verhogen de contractiekracht en daarmee het slagvolume [8](#page=8).
* **Parasympatische zenuwbanen:** Gebruiken eveneens acetylcholine en verlagen de contractiekracht, waardoor het slagvolume afneemt [8](#page=8).
### 4.4 Hormonale invloeden
Verschillende hormonen hebben invloed op het hartminuutvolume. De belangrijkste hormonen die zowel het slagvolume als de hartfrequentie verhogen en daarmee het HMV stimuleren, zijn [8](#page=8):
* Adrenaline en noradrenaline
* Schildklierhormonen
* Glucagon
* Cortisol
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Epicardium | De buitenste laag van de hartwand. Deze laag beschermt het hart en bevat bloedvaten die het hart van bloed voorzien. |
| Myocardium | De middelste en dikste laag van de hartwand, bestaande uit hartspierweefsel. Het myocardium is verantwoordelijk voor de contracties van het hart, waardoor bloed door het lichaam wordt gepompt. |
| Endocardium | De binnenste laag van de hartwand. Het bekleedt de binnenkant van de hartkamers en zorgt voor een gladde bekleding, wat helpt bij een efficiënte bloedstroom binnen het hart. |
| Intercalaire schijven | Gespecialiseerde verbindingen tussen hartspiercellen die zorgen voor zowel mechanische als elektrische verbindingen, waardoor het hart als één functionele eenheid kan werken. |
| Desmosomen | Componenten binnen intercalaire schijven die de hartspiercellen stevig aan elkaar hechten om te voorkomen dat ze uit elkaar worden getrokken tijdens contracties. |
| Gap junctions | Componenten binnen intercalaire schijven die elektrische signalen snel van de ene hartspiercel naar de andere doorgeven, wat essentieel is voor gecoördineerde contracties. |
| Septum interatriale | De wand die de linker en rechter atria van elkaar scheidt. |
| Septum interventriculare | De wand die de linker en rechter ventrikels van elkaar scheidt. |
| Valva tricuspidalis | De rechter atrioventriculaire klep, die zich bevindt tussen het rechter atrium en het rechter ventrikel. |
| Valva pulmonalis | De rechter halvemaanvormige klep, die zich bevindt tussen het rechter ventrikel en de arteria pulmonalis. |
| Valva bicuspidalis (mitralisklep) | De linker atrioventriculaire klep, die zich bevindt tussen het linker atrium en het linker ventrikel. |
| Valva aortae | De linker halvemaanvormige klep, die zich bevindt tussen het linker ventrikel en de aorta. |
| Arteria coronaria dextra | De rechter kransslagader, een bloedvat dat het hart van bloed voorziet. |
| Arteria coronaria sinistra | De linker kransslagader, een bloedvat dat het hart van bloed voorziet. |
| Aorta | De grootste slagader van het lichaam, die zuurstofrijk bloed vanuit het linker ventrikel naar de rest van het lichaam transporteert. |
| Vena cava inferior | De onderste holle ader, die bloed vanuit het onderlichaam naar het rechter atrium transporteert. |
| Vena cava superior | De bovenste holle ader, die bloed vanuit het bovenlichaam naar het rechter atrium transporteert. |
| Arteria pulmonalis | De longslagader, die zuurstofarm bloed vanuit het rechter ventrikel naar de longen transporteert. |
| Venae pulmonalis | De longaders, die zuurstofrijk bloed vanuit de longen naar het linker atrium transporteren. |
| Kleine bloedsomloop (pulmonale circulatie) | De route die bloed aflegt van het rechter ventrikel naar de longen en terug naar het linker atrium om zuurstof op te nemen. |
| Grote bloedsomloop (systemische circulatie) | De route die bloed aflegt vanuit het linker ventrikel naar de rest van het lichaam en terug naar het rechter atrium. |
| Pacemakercellen | Cellen in het hart die zelfstandig elektrische prikkels genereren en de hartslagfrequentie bepalen. |
| Geleidende cellen | Cellen die specifiek betrokken zijn bij het geleiden van elektrische prikkels door het hart. |
| Bundel van His | Een groep geleidende cellen die de elektrische prikkel van de AV-knoop naar de bundeltakken geleidt. |
| Bundeltakken | De rechter en linker takken van de bundel van His, die de elektrische prikkel verder verspreiden naar de ventrikels. |
| Purkinjevezels | Een netwerk van geleidende cellen dat de elektrische prikkel vanuit de bundeltakken naar de hartspiercellen van de ventrikels overbrengt. |
| Sino-atriale knoop (sinusknoop) | De natuurlijke pacemaker van het hart, gelegen in het rechter atrium, die de elektrische prikkel voor de hartslag genereert. |
| Atrioventriculaire knoop (AV-knoop) | Een groep pacemakercellen op de grens van de atria en ventrikels die de elektrische prikkel kortstondig vertraagt. |
| P-top (ECG) | De golf op een elektrocardiogram die de depolarisatie van de atria vertegenwoordigt, voorafgaand aan hun contractie. |
| QRS-complex (ECG) | Het complex op een elektrocardiogram dat de snelle depolarisatie van de ventrikels weergeeft, leidend tot hun contractie. |
| T-top (ECG) | De golf op een elektrocardiogram die de repolarisatie van de ventrikels aangeeft, waarna ze ontspannen. |
| Atriale diastole | De rustfase van de atria waarin ze zich vullen met bloed vanuit de aders. |
| Atriale systole | De contractiefase van de atria, waarbij bloed naar de ventrikels wordt gepompt. |
| Ventriculaire diastole | De rustfase van de ventrikels waarin ze zich vullen met bloed vanuit de atria. |
| Ventriculaire systole | De contractiefase van de ventrikels, waarbij bloed uit het hart wordt gepompt naar de longen of het lichaam. |
| Eerste harttoon (S1) | Het geluid dat ontstaat aan het begin van de ventriculaire systole door het sluiten van de AV-kleppen. |
| Tweede harttoon (S2) | Het geluid dat ontstaat aan het begin van de ventriculaire diastole door het sluiten van de halvemaanvormige kleppen. |
| Hartminuutvolume (Cardiac output) | De hoeveelheid bloed die het linker ventrikel per minuut uit het hart pompt. |
| Slagvolume | De hoeveelheid bloed die het linker ventrikel per hartslag uitpompt. |
| Hartfrequentie | Het aantal hartslagen per minuut. |
| Bainbrigdereflex (atriumreflex) | Een reflex die de hartslagfrequentie aanpast op basis van de mate van vulling van de atria. |
| Frank-starlingmechanisme (ventrikelreflex) | Een mechanisme dat de contractiekracht van de ventrikels beïnvloedt op basis van de mate van vulling van de ventrikels. |
| Medulla oblongata (verlengde merg) | Het deel van de hersenstam dat vitale functies reguleert, waaronder de hartslag via het autonome zenuwstelsel. |
| Noradrenaline (NAdr) | Een neurotransmitter die wordt gebruikt door sympatische zenuwbanen en de hartfrequentie en contractiekracht verhoogt. |
| Acetylcholine (Ach) | Een neurotransmitter die wordt gebruikt door parasympatische zenuwbanen en de hartfrequentie en contractiekracht verlaagt. |
| Adrenaline (Adr) | Een hormoon dat, net als noradrenaline, de hartslagfrequentie en contractiekracht kan verhogen. |