Cover
Jetzt kostenlos starten Sociaal statuut Zelfstandigen.pptx
Summary
# Organisatie van de sociale zekerheid voor zelfstandigen
Dit onderwerp beschrijft de structuur van de sociale zekerheid voor zelfstandigen en de verschillen met die van werknemers, evenals de betrokken instellingen.
## 1. Organisatie van de sociale zekerheid voor zelfstandigen
De sociale zekerheid voor zelfstandigen vereist dat zij zelf initiatieven nemen, zoals aansluiting bij een sociaalverzekeringsfonds. In vergelijking met werknemers is de dekking voor zelfstandigen minder uitgebreid en omvat deze:
* Ziekte en invaliditeit (arbeidsongeschiktheid en gezondheidszorgen)
* Gezinsbijslag
* Pensioenen
* Overbruggingsrecht
De organisatie van de sociale zekerheid voor zelfstandigen is primair gebaseerd op de **erkende socialeverzekeringsfondsen**.
## 2. Wie is zelfstandige?
De volgende personen worden als zelfstandige beschouwd en dienen zich aan te sluiten bij een sociaalverzekeringsfonds:
### a) De zelfstandigen
Dit zijn natuurlijke personen die in België een beroepsactiviteit uitoefenen zonder verbonden te zijn door een arbeidsovereenkomst. Er zijn weerlegbare vermoedens die hierop wijzen, zoals het fiscale criterium van bedrijfswinsten. Mandatarissen van vennootschappen worden ook als zelfstandige beschouwd, tenzij hun mandaat kosteloos is.
Een zelfstandige kan optreden:
* **In hoofdberoep**: Dit is hun voornaamste of enige activiteit.
* **In bijberoep**: Dit is een activiteit naast een andere hoofdactiviteit.
### b) De helpers
Dit zijn natuurlijke personen die een zelfstandige bijstaan of vervangen in de uitoefening van diens beroep, zonder arbeidsovereenkomst. Zij kunnen ook in hoofd- of bijberoep opereren.
Er zijn enkele **uitsluitingen** van de verzekeringsplicht:
* **De "toevallige helper"**: Een niet-regelmatige en tijdelijke activiteit van minder dan 90 dagen per jaar. Studenten die recht hebben op kinderbijslag (tot maximaal 25 jaar) vallen hier ook onder.
* **De "ongehuwde helper"**: Tot 1 januari van het jaar waarin hij/zij 20 jaar wordt.
### c) De meewerkende echtgenoten
Dit is een bijzondere vorm van helper. Het betreft een partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) van een zelfstandige die geen eigen beroeps- of vervangingsinkomen met sociale zekerheidsdekking heeft. Dit wordt wettelijk vermoed.
**Uitzonderingen** waarbij een meewerkende echtgenoot niet onder dit statuut valt:
* Wanneer de partner bedrijfsleider is van een vennootschap.
* Wanneer de echtgenoot niet effectief meehelpt in de zaak of dit slechts toevallig (onregelmatig en < 90 dagen per jaar) doet. Dit kan bevestigd worden via een verklaring op erewoord.
De **gevolgen** van het statuut meewerkende echtgenoot zijn:
* Aansluiting bij het sociaal verzekeringsfonds van de partner.
* Betalen van bijdragen zoals een zelfstandige in hoofdberoep.
* Genieten van dezelfde rechten als een zelfstandige.
### d) Vennootschappen
Vennootschappen zijn eveneens verplicht een vennootschapsbijdrage te betalen, afhankelijk van hun balanstotaal, ter solidariteit.
## 3. Verplichtingen van de zelfstandige
Zelfstandigen hebben de volgende verplichtingen:
### a) Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds
* **Waar?** Men kan kiezen bij een erkend sociaalverzekeringsfonds of, indien nodig ambtshalve, bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.
* **Wanneer?** Vóór de aanvang van de zelfstandige activiteit.
* **Kosten?** De aansluiting is kosteloos, maar er zijn beheerskosten (maximaal 4,75%).
* **Stopzetting of wijziging activiteit?** Het sociaal verzekeringsfonds (SVF) moet binnen de 15 dagen op de hoogte worden gebracht.
### b) Aansluiten bij een ziekenfonds en kinderbijslagfonds
* **Waar?** Men kan kiezen bij een ziekenfonds of de Hulpkas ZIV, en bij een kinderbijslagfonds of FONS.
* **Waarom?** Dit is noodzakelijk voor tussenkomsten van de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (ZIV) voor gezondheidszorgen en arbeidsongeschiktheid, en voor het ontvangen van gezinsbijslagen.
### c) Betalen van sociale bijdragen
Sociale bijdragen worden algemeen berekend op het **(geherwaardeerde) nettoberoepsinkomen**. Dit is het brutoberoepsinkomen min de bedrijfskosten en eventuele bedrijfsverliezen, zoals vastgesteld door de belastingadministratie.
* De bijdragen worden driemaandelijks betaald, op het einde van elk kwartaal.
* De kwartalen zijn ondeelbaar.
* De bijdragen zijn fiscaal aftrekbaar in het jaar van betaling.
* Er is een vergoeding voor beheerskosten (maximaal 4,75%) en nalatigheidsintresten bij laattijdige betaling.
#### Zelfstandige in hoofdberoep
De bijdrageberekening is gebaseerd op drie inkomensschijven (minimumdrempel, tussenplafond, maximumplafond) en twee percentages:
* Een minimumbijdrage van 20,5% op de minimumdrempel.
* 20,5% op het inkomen tot het tussenplafond.
* 14,16% op de inkomensschijf tussen het tussenplafond en het maximumplafond. Boven het maximumplafond is geen bijdrage meer verschuldigd.
De berekening van de kwartaalbijdrage luidt:
$$ \text{Kwartaalbijdrage} = \frac{\text{Geherwaardeerd nettobedrijfsinkomen} \times \text{bijdragepercentage} + \text{administratiekosten}}{4} $$
Sinds 2015 geldt het principe van **N op N** (voorlopige bijdrage berekend op inkomen van N-3 met regularisatie in N), wat verschilt van het vroegere N-3 op N-3.
* **Verhoging/Verlaging**: Men kan een verlaging van de voorlopige bijdrage aanvragen op basis van een geschat inkomen, mits bewijs van "objectieve elementen" en akkoord van het SVF.
* **Regularisatie**: Dit gebeurt in het jaar volgend op het inkomstenjaar. Men kan bijbetalen zonder verhoging, terugkrijgen zonder bonificatie, of bijbetalen met verhoging bij een te laag ingeschatte verlaging.
* **Vrijstelling van betaling**: Mogelijk bij bewijs van (quasi-)behoeftigheid. Rechten op ZIV en gezinsbijslag blijven behouden, maar er is geen opbouw van pensioenrechten.
#### Zelfstandige in bijberoep
* Bijdragen zijn alleen verschuldigd als het inkomen **boven de vrijstellingsdrempel** ligt.
* Er is geen minimumbijdrageplicht.
* De bijdragen leiden niet tot opbouw van rechten.
* Er is geen vrijstellingsmogelijkheid in geval van behoeftigheid.
* Gelijkstelling met zelfstandigen in hoofdberoep is mogelijk (artikel 37) indien het beroepsinkomen beperkt is en de socialezekerheidsrechten gevrijwaard blijven.
#### Startende zelfstandige
* **In hoofdberoep**: De eerste 3 volledige jaren worden voorlopige bijdragen berekend op de minimumdrempel (20,5%). Er volgt een regularisatie op het werkelijke inkomen, met mogelijkheid tot verhoging.
* **In bijberoep**: De eerste 3 volledige jaren worden voorlopige bijdragen berekend op de vrijstellingsdrempel (20,5%). Er volgt een regularisatie op het werkelijke inkomen, met mogelijkheid tot verhoging.
##### Primostarters (vanaf 2018)
De eerste 4 kwartalen genieten van een verlaagde bijdrage indien het jaarinkomen lager is dan een drempelbedrag. Een primostarter is iemand die gedurende de 20 kwartalen vóór de aanvang van de zelfstandige activiteit geen zelfstandige in hoofdberoep (of daarmee gelijkgesteld) is geweest. Dit kan automatisch verrekend worden of aangevraagd worden mits bewijs van objectieve elementen.
#### Meewerkende echtgenoot
Er zijn twee opties voor de bijdragen:
* **Ministatuut**: Bijdragen berekend op basis van de geglobaliseerde beroepsinkomsten van beide partners, zonder opsplitsing.
* **Maxistatuut**: Bijdragen berekend op basis van het afzonderlijke fiscaal meewerkinkomen, met opsplitsing. Let wel op de minimumbijdrageplicht.
Vrijstellingsmogelijkheid in geval van behoeftigheid bestaat, mits ook de partner-hoofdzelfstandige behoeftig is.
#### Student-zelfstandige
**Voorwaarden:**
* Leeftijd tussen 18 en 25 jaar (in het kwartaal van verjaardag en tot het einde van het derde kwartaal na 25 jaar, of einde kwartaal studies).
* Studies in een erkende onderwijsinstelling (minimaal 27 studiepunten of 17 lesuren per week).
* Regelmatige aanwezigheid bij lessen, deelname aan examens of erkenning als student-ondernemer.
* Uitoefening van een zelfstandige activiteit (geen gezagsverhouding).
**Bijdragen:**
* **Inkomen < grensbedrag** (helft minimumdrempel hoofdberoep): Vrijstelling.
* **Grensbedrag < inkomen < minimumdrempel hoofdberoep**: Enkel bijdrage op inkomen boven grensbedrag.
* **Inkomen > minimumdrempel hoofdberoep**: Identiek aan zelfstandige in hoofdberoep, inclusief opbouw sociale rechten.
Voor starters geldt een minimumbijdrage gelijk aan die van een zelfstandige in bijberoep, met vrijstelling mogelijk indien het geraamde inkomen lager is dan het grensbedrag.
## 4. Rechten van de zelfstandige
Zelfstandigen hebben recht op de volgende voordelen:
### a) Gezinsbijslagen
Sinds 1 juli 2014 zijn zelfstandigen volledig gelijkgeschakeld met werknemers wat betreft gezinsbijslagen.
### b) Ziekte- en invaliditeitsverzekering
* **Geneeskundige verzorging**: Volledige gelijkstelling met werknemers.
* **Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen**:
* **Primaire arbeidsongeschiktheid**:
* Een niet-vergoedbare periode van 7 dagen (carensperiode).
* Een vergoedbare periode van 7 dagen tot 12 maanden, beoordeeld ten aanzien van de eigen activiteit. Vergoeding vanaf de eerste dag na het ondertekenen van het getuigschrift.
* **Invaliditeit**: Na 12 maanden arbeidsongeschiktheid wordt de arbeidsongeschiktheid beoordeeld ten aanzien van equivalente jobs.
* **Verhoogde vergoeding**: Bij stopzetting van de zaak wordt een forfaitaire (dag)uitkering toegekend, afhankelijk van de gezinssituatie.
### c) Moederschap
* **Moederschapsrust**: Maximaal 12 weken, waarvan 3 verplicht (1 week prenataal, 2 weken postnataal). De resterende 9 weken zijn facultatief en kunnen (per week of veelvoud daarvan, en eventueel halftijds) opgenomen worden. Bij meerlingen geldt een verlenging van 1 week. Bij hospitalisatie van de pasgeboren baby kan de rust verlengd worden met de duur van de hospitalisatie (maximaal 24 weken). Gedurende de moederschapsrust is elke beroepsactiviteit verboden.
* **Moederschapsuitkering**: Een forfaitair bedrag per week: de eerste 4 weken bedraagt dit 872,87 euro, daarna 798,37 euro. De eerste betaling gebeurt uiterlijk op de 30e kalenderdag na de eerste dag van de moederschapsrust, daarna maandelijks.
* **Dienstencheques**: 105 gratis dienstencheques ("moederschapscheques").
* **Combinatie arbeid-gezin**: Aanvraag bij het sociaalverzekeringsfonds, geldigheidsduur van 8 maanden. Geen recht op belastingvermindering.
* **Vrijstelling van bijdragen**: Vrijstelling van betaling van sociale zekerheidsbijdragen voor het kwartaal na het kwartaal van de bevalling, met behoud van alle rechten.
### d) Geboorteverlof
* **Optie 1**: Maximaal 20 dagen verlof binnen 4 maanden na de geboorte, aaneensluitend of niet, eventueel halftijds. Een uitkering van 101,50 euro per dag.
* **Optie 2**: Maximaal 8 dagen verlof met een premie voor 15 dienstencheques (135 euro).
**Voorwaarden voor geboorteverlof:**
* Zelfstandige in hoofdberoep.
* Vader of meeouder van het kind (via huwelijk, erkenning, wettelijke samenwoonst, of feitelijke samenwoonst van minstens 3 jaar onafgebroken en affectief).
* Onderbreking van de activiteit.
* Aanvraag binnen het kwartaal volgend op het geboortekwartal bij het sociaalverzekeringsfonds.
### e) Adoptie- en pleegouderverlof
Dit verlof is gelijkgesteld met dat van werknemers (zie cursus).
### f) Mantelzorgverlof
Dit verlof is gelijkgesteld met dat van werknemers (zie cursus).
### g) Pensioen
* **Wettelijk pensioen**: Rustpensioen en overlevingspensioen. De pensioenleeftijd is 65 jaar, maar wordt geleidelijk verhoogd tot 67 jaar. De berekening is gebaseerd op het beroepsinkomen en de beroepsloopbaan (kwartalen als hoofdberoep). Er is een minimumpensioen.
* **Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ)**: Niet verplicht, wel raadzaam. Het biedt fiscale voordelen (storting aftrekbaar als bedrijfslast) en sociale voordelen (geen sociale bijdragen op de storting). Bij uitkering van het kapitaal is er een milde belasting. Er zijn twee formules:
* **Gewoon**: Maximaal 8,17% van het nettoberoepsinkomen, ter aanvulling op het rustpensioen (gegarandeerde interest plus eventuele winstdeling).
* **Sociaal**: Maximaal 9,40% van het nettoberoepsinkomen, ter aanvulling op het rustpensioen plus extra sociale voordelen (bv. rente bij invaliditeit).
### h) Overbruggingsrecht (basispakket)
Dit voorziet in een maandelijkse financiële uitkering gedurende maximaal 12 maanden (in de loopbaan):
* 1.606,15 euro (zonder personen ten laste).
* 2.007,06 euro (met minstens één persoon ten laste).
Daarnaast is er een kosteloos behoud van sociale rechten op gezinsbijslag en ZIV (gezondheidszorgen + uitkeringen) gedurende maximaal 4 kwartalen (in de loopbaan). De opbouw van pensioenrechten is tijdens deze periode niet voorzien. Verlenging van het basispakket is mogelijk indien er extra pensioenvormende kwartalen worden behaald.
**Voor wie?**
1. **Gefailleerde zelfstandigen/helpers/meewerkende echtgenoten**: Eenmanszaken, zaakvoerders, bestuurders en werkende vennoten van failliet verklaarde handelsvennootschappen.
2. **Zelfstandigen in collectieve schuldenregeling**: Niet-handelaars in kennelijk onvermogen.
3. **Zelfstandigen bij "gedwongen onderbreking"**: Inkomensverlies door gedwongen (en niet zelf veroorzaakte) onderbreking of stopzetting, ten gevolge van: natuurramp, brand, onbruikbaar gebouw/uitrusting door beschadiging, beroepsspecifieke allergie (geen ZIV-uitkering), beslissing van een derde economische actor, of gebeurtenis met economische impact.
4. **Stopzetting omwille van "economische moeilijkheden"**: Indien men een leefloon ontvangt, vrijstelling van bijdragen geniet, of de minimale bijdragedrempel niet behaald. Er is een minimum aantal bijdragekwartalen vereist.
**Voorwaarden voor het overbruggingsrecht:**
* Hoofdverblijfplaats in België.
* Aangesloten als zelfstandige in hoofdberoep gedurende de 4 kwartalen voorafgaand aan het relevante kwartaal.
* Effectief bijdragen betaald gedurende minstens 4 kwartalen in het tijdvak van 16 kwartalen voorafgaand aan het relevante kwartaal.
* Geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen, noch een vervangingsinkomen genieten.
De aanvraag verloopt via het sociaalverzekeringsfonds.
---
# Identificatie van zelfstandigen en hun verplichtingen
Dit deel definieert wie als zelfstandige wordt beschouwd, inclusief helpers en meewerkende echtgenoten, en schetst de verplichtingen zoals aansluiting en betaling van sociale bijdragen.
### 2.1 Organisatie van de sociale zekerheid voor zelfstandigen
In tegenstelling tot werknemers moeten zelfstandigen zelf de initiatieven nemen voor hun sociale zekerheid, zoals aansluiting bij een sociaalverzekeringsfonds. De sociale zekerheid voor zelfstandigen is doorgaans minder uitgebreid dan die voor werknemers, en omvat dekking voor ziekte en invaliditeit (arbeidsongeschiktheid en gezondheidszorg), gezinsbijslag, pensioenen en het overbruggingsrecht. De betrokken instellingen zijn de erkende socialeverzekeringsfondsen.
### 2.2 Wie is zelfstandige?
Om als zelfstandige te worden beschouwd en verplicht te zijn tot aansluiting bij een sociaalverzekeringsfonds, zijn er verschillende categorieën:
#### 2.2.1 De zelfstandigen
Dit zijn alle natuurlijke personen die in België een beroepsactiviteit uitoefenen zonder verbonden te zijn door een arbeidsovereenkomst of een specifiek statuut. Er gelden weerlegbare vermoedens, zoals het fiscaal criterium van bedrijfswinsten. Mandatarissen van vennootschappen worden ook als zelfstandige beschouwd, tenzij hun mandaat kosteloos is. Een zelfstandige kan dit in hoofdberoep uitoefenen (als voornaamste of enige activiteit) of in bijberoep (naast een andere hoofdactiviteit).
#### 2.2.2 De helpers
Een helper is elke natuurlijke persoon die in België een zelfstandige bijstaat (of vervangt) in de uitoefening van diens beroep, zonder door een arbeidsovereenkomst verbonden te zijn met die persoon. Dit kan zowel in hoofdberoep als in bijberoep.
Er zijn echter uitsluitingen van de verzekeringsplicht:
* **De "toevallige helper"**: dit betreft een niet-regelmatige en tijdelijke activiteit van minder dan 90 dagen per jaar.
* **Studenten**: die recht geven op kinderbijslag tot een maximumleeftijd van 25 jaar.
* **"Ongehuwde helper"**: tot de eerste januari van het jaar waarin hij of zij 20 jaar wordt.
#### 2.2.3 De meewerkende echtgenoten
Dit is een bijzondere vorm van "helper". Het betreft de partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) van een zelfstandige, die geen eigen beroeps- of vervangingsinkomen met sociale zekerheidsdekking geniet. Dit is een wettelijk vermoeden.
Uitzonderingen hierop zijn wanneer de partner bedrijfsleider is van een vennootschap, of wanneer de echtgenoot niet effectief meewerkt in de zaak of dit slechts toevallig (onregelmatig en minder dan 90 dagen per jaar) doet. Dit laatste kan bevestigd worden via een verklaring op erewoord.
De gevolgen van het statuut als meewerkende echtgenoot zijn:
* Aansluiting bij het sociaalverzekeringsfonds van de partner.
* Betaling van bijdragen zoals een zelfstandige in hoofdberoep.
* Zelfde rechten als een zelfstandige.
#### 2.2.4 Vennootschappen
Vennootschappen zijn onderworpen aan een verplichte vennootschapsbijdrage, die afhankelijk is van het balanstotaal en dient ter solidariteit.
### 2.3 Verplichtingen van de zelfstandige
De zelfstandige heeft de volgende verplichtingen:
#### 2.3.1 Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds
* **Waar?**: Bij een door de zelfstandige naar keuze gekozen sociaalverzekeringsfonds, of bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (desnoods ambtshalve).
* **Wanneer?**: Vóór de aanvang van de zelfstandige activiteit.
* **Kosten?**: De aansluiting is kosteloos, maar er zijn beheerskosten (maximaal 4,75%).
* **Wijziging/Stopzetting**: Het sociaalverzekeringsfonds moet binnen de 15 dagen op de hoogte worden gebracht.
#### 2.3.2 Aansluiten bij een ziekenfonds en kinderbijslagfonds
* **Waar?**: Bij een naar keuze gekozen ziekenfonds (of de Hulpkas ZIV) en een naar keuze gekozen kinderbijslagfonds (of FONS).
* **Waarom?**: Dit is noodzakelijk voor tussenkomsten van de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (ZIV) voor gezondheidszorgen en arbeidsongeschiktheid, en voor het ontvangen van gezinsbijslagen.
#### 2.3.3 Betalen van sociale bijdragen
Sociale bijdragen worden berekend op het (geherwaardeerd) nettoberoepsinkomen. Dit inkomen wordt vastgesteld door de belastingadministratie en is gelijk aan het brutoberoepsinkomen min de bedrijfskosten en eventuele bedrijfsverliezen.
* **Betalingstermijn**: Drie-maandelijks, op het einde van elk kwartaal. De kwartalen zijn ondeelbaar.
* **Fiscale aftrekbaarheid**: De bijdragen zijn fiscaal aftrekbaar in het jaar van betaling.
* **Beheerskosten**: Een vergoeding voor beheerskosten is van toepassing, met een maximum van 4,75%.
* **Nalatigheidsintresten**: Zijn verschuldigd bij laattijdige betaling.
**Zelfstandige in hoofdberoep:**
De bijdragen worden berekend op basis van drie inkomensschijven (minimumdrempel, tussenplafond, maximumplafond) en twee percentages:
* Een minimumbijdrage van 20,5% op de minimumdrempel.
* 20,5% op het inkomen tot het tussenplafond.
* 14,16% op de inkomensschijf tussen het tussenplafond en het maximumplafond.
Boven het maximumplafond is geen bijdrage meer verschuldigd. De kwartaalbijdrage wordt berekend als: geherwaardeerd nettobedrijfsinkomen $\times$ bijdragepercentage + administratiekosten / 4.
Sinds 2015 is de berekening verschoven van N-3 naar N, wat betekent dat voorlopige bijdragen worden berekend op basis van het inkomen van het voorgaande jaar (N-3), met een latere regularisatie. Er is echter een mogelijkheid tot verhoging of verlaging van de voorlopige bijdrage, indien er bewijs van "objectieve elementen" is en met akkoord van het sociaalverzekeringsfonds. Regularisatie houdt in dat er bijbetaald wordt zonder verhoging, of dat er terugbetaald wordt zonder bonificatie. Bij te laag ingeschatte verlaging kan een bijbetaling met verhoging volgen. Vrijstelling van betaling is mogelijk bij bewijs van (quasi-)behoeftigheid, waarbij de rechten op ZIV en gezinsbijslag behouden blijven, maar er geen pensioenrechten worden opgebouwd.
**Zelfstandige in bijberoep:**
Bijberoepers betalen slechts bijdragen indien hun inkomen de vrijstellingsdrempel overschrijdt. Er is geen minimumbijdrageplicht en de bijdragen leiden niet tot opbouw van rechten. Er is geen vrijstellingsmogelijkheid in geval van behoeftigheid. Een gelijkstelling met zelfstandigen in hoofdberoep is mogelijk (art. 37) indien het beroepsinkomen beperkt is en de socialezekerheidsrechten gevrijwaard blijven.
**Startende zelfstandige:**
* **Hoofdberoep**: De eerste drie volledige jaren worden voorlopige bijdragen berekend op de minimumdrempel (20,5%). Ook hier volgt een regularisatie op het werkelijk inkomen met mogelijkheid tot verhoging.
* **Bijberoep**: De eerste drie volledige jaren worden voorlopige bijdragen berekend op de vrijstellingsdrempel (20,5%). Ook hier volgt een regularisatie op het werkelijk inkomen met mogelijkheid tot verhoging.
**Primostarters (vanaf 2018):**
Voor de eerste vier kwartalen geldt een verlaagde bijdrage, indien het jaarinkomen onder een drempelbedrag ligt. Een primostarter is iemand die gedurende de twintig kwartalen vóór de aanvang of herneming van de zelfstandige activiteit in hoofdberoep geen enkele keer als zelfstandige in hoofdberoep (of gelijkgesteld met bijberoep) is opgetreden. Automatische verrekening gebeurt bij de berekening van de definitieve bijdragen, of men kan een aanvraag tot verminderde bijdragen indienen op basis van objectieve elementen.
**Meewerkende echtgenoot:**
Er zijn twee statuten mogelijk:
* **Ministatuut**: Bijdragen berekend op basis van de geglobaliseerde beroepsinkomsten van de zelfstandige en zijn meewerkende echtgenoot, zonder opsplitsing.
* **Maxistatuut**: Bijdragen berekend op basis van een afzonderlijk inkomen (fiscaal meewerkinkomen), met opsplitsing. Hier geldt wel een minimumbijdrageplicht. Vrijstelling van betaling is mogelijk bij behoeftigheid, indien ook de partner-hoofdzelfstandige behoeftig is.
**Student-zelfstandige:**
Voorwaarden:
* Leeftijd tussen 18 (vanaf verjaardag kwartaal) en 25 jaar (tot einde derde kwartaal of einde studie).
* Studies in een erkende onderwijsinstelling (min. 27 studiepunten of 17 lesuren/week).
* Regelmatige aanwezigheid bij lessen, deelname aan examens, of erkenning als student-ondernemer.
* Uitoefening van een zelfstandige activiteit (geen gezag).
Bijdragen voor student-zelfstandigen:
* **Inkomen < grensbedrag** (helft minimumdrempel hoofdberoep): Vrijstelling.
* **Grensbedrag > inkomen < minimumdrempel hoofdberoep**: Enkel bijdrage op het inkomen boven het grensbedrag.
* **Inkomen > minimumdrempel hoofdberoep**: Identiek als zelfstandige in hoofdberoep, met opbouw van sociale rechten.
Voor starters geldt de minimumbijdrage als een zelfstandige in bijberoep, met vrijstelling mogelijk bij een raming van het inkomen lager dan het grensbedrag.
### 2.4 Rechten van de zelfstandige
Zelfstandigen genieten een reeks rechten, die steeds meer gelijkgeschakeld worden met die van werknemers:
#### 2.4.1 Gezinsbijslag
Sinds 1 juli 2014 is er een volledige gelijkschakeling met werknemers wat betreft gezinsbijslag.
#### 2.4.2 Ziekte- en invaliditeitsverzekering
* **Geneeskundige verzorging**: Volledig gelijkgesteld met werknemers.
* **Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen**:
* Niet-vergoedbare periode van primaire arbeidsongeschiktheid: 7 dagen (carensperiode).
* Vergoedbare periode van primaire arbeidsongeschiktheid (beoordeeld t.o.v. eigen activiteit): na 7 dagen tot 12 maanden, met vergoeding vanaf de eerste dag na ondertekening getuigschrift.
* Invaliditeitsperiode (na 12 maanden): beoordeeld t.o.v. equivalente jobs.
* Verhoogde vergoeding bij stopzetting van de zaak: forfaitaire (dag)uitkering, afhankelijk van de gezinssituatie.
#### 2.4.3 Moederschap
* **Moederschapsrust**: Maximaal 12 weken, waarvan 3 weken verplicht (1 week prenataal, 2 weken postnataal). De resterende 9 weken zijn facultatief en kunnen per week (of een veelvoud ervan), eventueel halftijds, opgenomen worden. Bij meerlingen of hospitalisatie van de pasgeboren baby is er verlenging mogelijk. Tijdens de moederschapsrust is elke beroepsactiviteit verboden.
* **Moederschapsuitkering**: Forfaitair bedrag per week: 872,87 euro voor de eerste 4 weken, daarna 798,37 euro. Betaling gebeurt de eerste keer uiterlijk op de 30e kalenderdag, daarna maandelijks.
* **Moederschapscheques**: 105 gratis dienstencheques, geldig gedurende 8 maanden.
* **Vrijstelling SZ-bijdragen**: Vrijstelling van betaling van sociale bijdragen voor het kwartaal na het kwartaal van de bevalling, met behoud van alle rechten.
#### 2.4.4 Geboorteverlof
Het vroegere "vaderschapsverlof" biedt de keuze tussen:
* Max. 20 dagen verlof binnen 4 maanden na geboorte, aaneensluitend of niet, eventueel halftijds, met een uitkering van 101,50 euro per dag.
* Max. 8 dagen verlof plus een premie voor 15 dienstencheques (135 euro).
Voorwaarden: Zelfstandige in hoofdberoep, vader of meeouder van het kind (via huwelijk, erkenning, wettelijke of feitelijke samenwoonst), en onderbreking van de activiteit. Aanvraag binnen het kwartaal volgend op het geboortekwartaal bij het sociaalverzekeringsfonds.
#### 2.4.5 Adoptie- en pleegouderverlof
Dit verlof is gelijkgesteld met dat van werknemers.
#### 2.4.6 Mantelzorgverlof
Dit verlof is gebaseerd op de regeling uit de cursus.
#### 2.4.7 Pensioen
* **Wettelijk pensioen**: Omvat rustpensioen en overlevingspensioen. De pensioenleeftijd bedraagt 65 jaar en zal stijgen tot 67 jaar. De berekening is gebaseerd op beroepsinkomen en beroepsloopbaan (kwartalen als hoofdberoep). Er is ook een minimumpensioen.
* **Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ)**: Niet verplicht, wel raadzaam. Het biedt fiscale voordelen (storting is aftrekbaar als bedrijfslast) en sociale voordelen (geen sociale bijdragen op de storting). De uitkering van het kapitaal kent een milde belasting. Er zijn twee formules:
* **Gewoon VAPZ**: Maximaal 8,17% van het nettoberoepsinkomen, ter aanvulling op het rustpensioen (gegarandeerde interest plus eventuele winstdeelname).
* **Sociaal VAPZ**: Maximaal 9,40% van het nettoberoepsinkomen, ter aanvulling op het rustpensioen met extra sociale voordelen zoals een rente bij invaliditeit.
#### 2.4.8 Overbruggingsrecht
* **Wat?**: Maandelijkse financiële uitkering gedurende maximaal 12 maanden (in de loopbaan). De bedragen zijn 1606,15 euro (zonder personen ten laste) en 2007,06 euro (met minstens één persoon ten laste). Dit recht omvat ook het kosteloos behoud van sociale rechten op gezinsbijslag en ZIV (gezondheidszorgen en uitkeringen) gedurende maximaal 4 kwartalen (in de loopbaan). Verlenging van het basispakket is mogelijk indien er extra pensioenvormende kwartalen zijn, maar dit leidt niet tot opbouw van pensioenrechten.
* **Voor wie?**:
1. **Gefailleerde zelfstandigen/helpers/meewerkende echtgenoten**: Zowel eenmanszaken als zaakvoerders, bestuurders en werkende vennoten van failliet verklaarde handelsvennootschappen.
2. **Zelfstandigen/helpers/meewerkende echtgenoten in collectieve schuldenregeling**: Niet-handelaars in kennelijk onvermogen.
3. **Zelfstandigen bij "gedwongen onderbreking"**: Inkomensverlies door gedwongen en niet zelf veroorzaakte onderbreking of stopzetting wegens natuurramp, brand, onbruikbaarheid van gebouw/uitrusting door beschadiging, beroepsspecifieke allergie (zonder ZIV-uitkering), of een beslissing van een derde met economische impact.
4. **Stopzetting omwille van "economische moeilijkheden"**: Wanneer het leefloon, de vrijstelling van bijdragen of de minimale bijdragedrempel niet worden behaald. Hierbij is een minimum aantal bijdragekwartalen vereist.
* **Voorwaarden?**: De betrokken zelfstandige moet:
* Hoofdverblijfplaats in België hebben.
* Aangesloten zijn als zelfstandige in hoofdberoep gedurende de 4 kwartalen voorafgaand aan het relevante feit.
* Effectief bijdragen hebben betaald gedurende minstens 4 kwartalen in de 16 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal volgend op het relevante feit.
* Geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen, noch een vervangingsinkomen genieten.
---
# Rechten van zelfstandigen binnen het sociale zekerheidssysteem
Dit gedeelte behandelt de diverse rechten waar zelfstandigen aanspraak op maken binnen het sociale zekerheidssysteem, waaronder gezinsbijslag, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, moederschaps-, geboorte- en adoptieverlof, pensioen en het overbruggingsrecht.
## 3. Rechten van zelfstandigen binnen het sociale zekerheidssysteem
Zelfstandigen genieten binnen het Belgische sociale zekerheidssysteem verschillende rechten, hoewel de organisatie en omvang hiervan afwijken van die voor werknemers. De zelfstandige dient zelf initiatieven te nemen voor zijn sociale zekerheid, zoals de aansluiting bij een sociaalverzekeringsfonds. De sociale zekerheid voor zelfstandigen is minder uitgebreid dan voor werknemers en omvat voornamelijk: ziekte en invaliditeit (arbeidsongeschiktheid en gezondheidszorgen), gezinsbijslag, pensioenen en het overbruggingsrecht.
### 3.1 Gezinsbijslagen
Sinds 1 juli 2014 hebben zelfstandigen recht op gezinsbijslagen die volledig gelijkgeschakeld zijn met die van werknemers. Dit betekent dat zij, mits aan de voorwaarden voldaan is, kinderbijslag ontvangen voor hun kinderen.
### 3.2 Ziekte- en invaliditeitsverzekering
De ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zelfstandigen dekt twee hoofdelementen:
* **Recht op geneeskundige verzorging:** Dit is volledig gelijkgesteld aan dat van werknemers, wat betekent dat de kosten voor medische zorgen (doktersbezoek, ziekenhuisopname, medicatie, etc.) grotendeels worden terugbetaald door de ziekteverzekering.
* **Recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen:** Dit recht is opgesplitst in verschillende periodes:
* **Niet-vergoedbare periode (zorgperiode):** Dit is een periode van 7 dagen vanaf de eerste dag van arbeidsongeschiktheid.
* **Vergoedbare periode van primaire arbeidsongeschiktheid:** Indien de arbeidsongeschiktheid langer dan 7 dagen duurt en beoordeeld wordt ten opzichte van de eigen activiteit van de zelfstandige, ontvangt de zelfstandige een uitkering vanaf de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (na het ondertekenen van een getuigschrift). Deze periode duurt tot maximaal 12 maanden.
* **Invaliditeitsperiode:** Na 12 maanden arbeidsongeschiktheid wordt de invaliditeit beoordeeld ten opzichte van vergelijkbare jobs. In geval van stopzetting van de zaak wordt de vergoeding verhoogd. De uitkering is een forfaitair dagbedrag, afhankelijk van de gezinssituatie.
### 3.3 Moederschap
Zelfstandige moeders hebben recht op moederschapsrust en een moederschapsuitkering.
* **Moederschapsrust:**
* Zelfstandige moeders hebben recht op maximaal 12 weken moederschapsrust.
* Hiervan zijn 3 weken verplicht (één week vóór de bevalling en twee weken na de bevalling).
* De resterende 9 weken zijn facultatief en kunnen per week (voltijds of halftijds) opgenomen worden.
* Bij een meerlingzwangerschap wordt de rustperiode verlengd met één week.
* Bij hospitalisatie van de pasgeboren baby na de zevende dag, kan de rustperiode verlengd worden met de duur van de hospitalisatie, met een maximum van 24 weken.
* Tijdens de moederschapsrust mag de zelfstandige geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen.
* **Moederschapsuitkering:**
* De uitkering is een forfaitair bedrag per week. Voor de eerste 4 weken bedraagt dit 872,87 euro, daarna 798,37 euro.
* De eerste betaling gebeurt uiterlijk op de 30ste kalenderdag na de eerste dag van de moederschapsrust, en daarna maandelijks.
* **Moederschapscheques:** Zelfstandige moeders ontvangen 105 gratis dienstencheques, die 8 maanden geldig zijn. Deze cheques bieden geen recht op belastingvermindering.
* **Vrijstelling sociale bijdragen:** Voor het kwartaal dat volgt op het kwartaal van de bevalling zijn zelfstandige moeders vrijgesteld van betaling van sociale bijdragen, met behoud van alle sociale rechten.
### 3.4 Geboorteverlof
Het geboorteverlof, voorheen vaderschapsverlof genoemd, stelt zelfstandige vaders of meeouders in staat om verlof op te nemen na de geboorte van een kind. Er zijn twee opties:
* **Optie 1:** Maximaal 20 dagen verlof, op te nemen binnen 4 maanden na de geboorte. Dit verlof kan aaneensluitend of gespreid, voltijds of halftijds opgenomen worden. De uitkering bedraagt 101,50 euro per dag.
* **Optie 2:** Maximaal 8 dagen verlof, gecombineerd met een premie voor 15 dienstencheques (een waarde van 135 euro).
**Voorwaarden voor geboorteverlof:**
* De zelfstandige moet in hoofdberoep zijn.
* De zelfstandige moet vader of meeouder van het kind zijn (via huwelijk, erkenning, wettelijke samenwoonst of feitelijke samenwoonst gedurende minstens 3 jaar).
* De zelfstandige moet zijn activiteit onderbreken.
* De aanvraag moet gebeuren binnen het kwartaal volgend op het geboortekwartaal, bij het sociaalverzekeringsfonds.
### 3.5 Adoptie- en pleegouderverlof
Zelfstandigen hebben recht op adoptie- en pleegouderverlof dat vergelijkbaar is met dat voor werknemers. De specifieke details worden toegelicht in de cursus.
### 3.6 Mantelzorgverlof
Net als bij adoptie- en pleegouderverlof, is het mantelzorgverlof voor zelfstandigen vergelijkbaar met dat voor werknemers en wordt dit verder toegelicht in de cursus.
### 3.7 Pensioen
Zelfstandigen bouwen, net als werknemers, een wettelijk pensioen op.
* **Wettelijk pensioen:** Dit omvat het rustpensioen en het overlevingspensioen. De pensioenleeftijd is 65 jaar, maar zal stijgen tot 67 jaar. De berekening is gebaseerd op het beroepsinkomen en de beroepsloopbaan, waarbij kwartalen als hoofdberoep meetellen. Er is ook een minimumpensioen voorzien.
* **Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ):** Dit is geen verplichting, maar wel sterk aangeraden.
* **Fiscaal voordeel:** Stortingen zijn aftrekbaar als bedrijfslast.
* **Sociaal voordeel:** Er zijn geen sociale bijdragen verschuldigd op de stortingen.
* **Belasting bij uitkering:** De uitkering van het kapitaal wordt mild belast.
* Er bestaan twee formules voor VAPZ:
* **Gewoon VAPZ:** Maximaal 8,17% van het nettoberoepsinkomen. Dit is een aanvulling op het rustpensioen, met gegarandeerde rente en eventuele winstdeling.
* **Sociaal VAPZ:** Maximaal 9,40% van het nettoberoepsinkomen. Dit biedt een aanvulling op het rustpensioen en extra sociale voordelen, zoals een rente bij invaliditeit.
### 3.8 Overbruggingsrecht
Het overbruggingsrecht is een financiële ondersteuning voor zelfstandigen die hun activiteit moeten onderbreken omwille van specifieke omstandigheden, met behoud van bepaalde sociale rechten.
* **Basispakket (financieel):**
* Maandelijkse financiële uitkering gedurende maximaal 12 maanden (in de loopbaan).
* De uitkering bedraagt 1606,15 euro (zonder personen ten laste) of 2007,06 euro (met minstens één persoon ten laste).
* **Basispakket (behoud sociale rechten):**
* Kosteloos behoud van sociale rechten op gezinsbijslag en ziekte-invaliditeitsverzekering (gezondheidszorgen en uitkeringen) gedurende maximaal 4 kwartalen (in de loopbaan).
* **Verlenging:** Het basispakket kan verlengd worden, maar dit gebeurt zonder opbouw van nieuwe pensioenrechten.
**Voor wie is het overbruggingsrecht bedoeld?**
1. **Gefailleerde zelfstandigen/helpers/meewerkende echtgenoten:** Dit geldt voor eenmanszaken en voor zaakvoerders, bestuurders en werkende vennoten van failliet verklaarde handelsvennootschappen.
2. **Zelfstandigen/helpers/meewerkende echtgenoten in collectieve schuldenregeling:** Dit betreft niet-handelaars die kennelijk onvermogen vertonen.
3. **Zelfstandigen bij "gedwongen onderbreking":** Dit is van toepassing bij inkomensverlies door een gedwongen (en niet zelf veroorzaakte) onderbreking of stopzetting van de activiteit, wegens specifieke oorzaken zoals:
* Natuurramp
* Brand
* Onbruikbaar worden van gebouw en/of uitrusting door beschadiging
* Allergie die eigen is aan het beroep (en geen ZIV-uitkering biedt)
* Beslissing van een derde economische actor of een economische gebeurtenis met impact.
4. **Stopzetting omwille van "economische moeilijkheden":** Dit is van toepassing wanneer de zelfstandige geen leefloon ontvangt, vrijgesteld is van bijdragen, of de minimale bijdragedrempel niet behaalt. Hiervoor is een minimum aantal bijdragekwartalen vereist.
**Voorwaarden voor het overbruggingsrecht:**
* De zelfstandige moet zijn hoofdverblijfplaats in België hebben.
* De zelfstandige moet aangesloten zijn als zelfstandige in hoofdberoep gedurende de 4 kwartalen vóór het kwartaal van het relevante feit.
* Effectief bijdragen moeten betaald zijn gedurende minstens 4 kwartalen in de periode van 16 kwartalen vóór het kwartaal volgend op het kwartaal van het relevante feit.
* De zelfstandige mag geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen en mag geen vervangingsinkomen genieten.
**Hoe aanvragen?** De aanvraag verloopt via het sociaalverzekeringsfonds.
---
# Specifieke regelingen voor startende, meewerkende en student-zelfstandigen
Dit onderdeel bespreekt de bijzondere sociale zekerheidsregelingen en berekeningsmethoden voor specifieke categorieën zelfstandigen, namelijk startende zelfstandigen, meewerkende echtgenoten en student-zelfstandigen.
### 4.1 Algemene organisatie van de sociale zekerheid voor zelfstandigen
De sociale zekerheid voor zelfstandigen verschilt van die voor werknemers doordat de zelfstandige zelf initiatieven moet nemen, zoals aansluiting bij een sociaalverzekeringsfonds. De dekking is minder uitgebreid en omvat doorgaans ziekte en invaliditeit (arbeidsongeschiktheid en gezondheidszorgen), gezinsbijslag, pensioenen en het overbruggingsrecht. De belangrijkste betrokken instelling is het erkend sociaalverzekeringsfonds.
#### 4.1.1 Wie is zelfstandige?
Onder zelfstandigen vallen natuurlijke personen die een beroepsactiviteit uitoefenen zonder verbonden te zijn door een arbeidsovereenkomst. Dit wordt vaak afgeleid uit fiscale criteria zoals bedrijfswinsten. Mandatarissen van vennootschappen worden ook als zelfstandige beschouwd, tenzij hun mandaat kosteloos is. Zelfstandigen kunnen dit in hoofdberoep (hun voornaamste of enige activiteit) of in bijberoep (naast een andere hoofdactiviteit) uitoefenen.
##### 4.1.1.1 De helpers
Helpers zijn natuurlijke personen die een zelfstandige bijstaan of vervangen in zijn beroep, zonder arbeidsovereenkomst. Ook zij kunnen dit in hoofd- of bijberoep doen. Uitzonderingen op de verzekeringsplicht zijn de "toevallige helper" (niet-regelmatige en tijdelijke activiteit van minder dan 90 dagen per jaar, of studenten tot 25 jaar die recht hebben op kinderbijslag) en de "ongehuwde helper" tot de eerste januari van het jaar waarin die 20 jaar wordt.
##### 4.1.1.2 De meewerkende echtgenoten
Meewerkende echtgenoten vormen een bijzondere categorie helpers. Het gaat om de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van een zelfstandige die geen eigen beroeps- of vervangingsinkomen heeft met sociale zekerheidsdekking. Dit is een wettelijk vermoeden. Er zijn uitzonderingen: wanneer de partner bedrijfsleider is van een vennootschap, of wanneer de echtgenoot niet effectief meewerkt of dit slechts toevallig doet (onregelmatig en minder dan 90 dagen per jaar). In dat laatste geval moet dit bevestigd worden via een verklaring op erewoord. De meewerkende echtgenoot moet zich aansluiten bij het sociaalverzekeringsfonds van de partner, betaalt bijdragen zoals een zelfstandige in hoofdberoep en geniet dezelfde rechten.
#### 4.1.2 Verplichtingen van de zelfstandige
Zelfstandigen hebben de verplichting zich aan te sluiten bij een sociaalverzekeringsfonds en een ziekenfonds/kinderbijslagfonds, en sociale bijdragen te betalen.
##### 4.1.2.1 Aansluiten bij een sociaalverzekeringsfonds
De aansluiting gebeurt bij een erkend sociaalverzekeringsfonds naar keuze of, indien nodig, ambtshalve bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Dit moet gebeuren vóór de aanvang van de zelfstandige activiteit. De aansluiting is kosteloos, maar er zijn beheerskosten verschuldigd, met een maximum van 4,75%. Bij stopzetting of wijziging van de activiteit moet het sociaalverzekeringsfonds binnen 15 dagen op de hoogte worden gebracht.
##### 4.1.2.2 Aansluiten bij een ziekenfonds en kinderbijslagfonds
Aansluiting bij een ziekenfonds naar keuze of de Hulpkas ZIV is vereist voor tussenkomsten in gezondheidszorgen en arbeidsongeschiktheid. Evenzo is aansluiting bij een kinderbijslagfonds naar keuze of FONS nodig om gezinsbijslagen te ontvangen.
##### 4.1.2.3 Betalen van sociale bijdragen
Sociale bijdragen worden berekend op het geherwaardeerde nettoberoepsinkomen. Dit inkomen is het brutoberoepsinkomen min de bedrijfskosten en eventuele bedrijfsverliezen, zoals vastgesteld door de belastingadministratie. De bijdragen worden driemaandelijks betaald aan het einde van elk kwartaal. De kwartalen zijn ondeelbaar. De bijdragen zijn fiscaal aftrekbaar in het jaar van betaling. Er wordt een vergoeding voor beheerskosten (max. 4,75%) aangerekend, en bij laattijdige betaling zijn nalatigheidsintresten verschuldigd.
###### 4.1.2.3.1 Zelfstandige in hoofdberoep
De berekening van de bijdragen voor zelfstandigen in hoofdberoep gebeurt op basis van drie inkomensschijven: een minimumdrempel, een tussenplafond en een maximumplafond. Er zijn twee bijdragepercentages: 20,5% op de minimumdrempel en 20,5% op het inkomen tot het tussenplafond, en 14,16% op de inkomensschijf tussen het tussenplafond en het maximumplafond. Boven het maximumplafond is geen bijdrage meer verschuldigd. De kwartaalbijdrage wordt berekend als: `geherwaardeerd nettobedrijfsinkomen x bijdragepercentage + administratiekosten / 4`.
Sinds 2015 wordt gewerkt met een voorlopige bijdrage gebaseerd op het inkomen van drie jaar voordien (N-3), met een regularisatie op basis van het werkelijke inkomen. Er is echter een mogelijkheid tot aanpassing van de voorlopige bijdrage (verhoging of verlaging) indien bewijs van "objectieve elementen" wordt geleverd en het sociaalverzekeringsfonds akkoord gaat. Regularisatie kan leiden tot bijbetaling zonder verhoging of terugbetaling zonder bonificatie. Bij te laag ingeschatte verlaging kan een bijbetaling met verhoging volgen. Vrijstelling van betaling is mogelijk bij bewijs van (quasi-)behoeftigheid, waarbij de rechten op ZIV en gezinsbijslag behouden blijven, maar er geen pensioenrechten worden opgebouwd.
###### 4.1.2.3.2 Zelfstandige in bijberoep
Zelfstandigen in bijberoep betalen enkel bijdragen als hun inkomen boven een vrijstellingsdrempel ligt. Er is geen minimumbijdrageplicht en de betaalde bijdragen leiden niet tot opbouw van rechten. Er is geen vrijstellingsmogelijkheid in geval van behoeftigheid. Een gelijkstelling met zelfstandigen in hoofdberoep is mogelijk onder bepaalde voorwaarden (art. 37), zoals een beperkt beroepsinkomen en vrijwaring van socialezekerheidsrechten.
#### 4.1.3 Specifieke regelingen voor bepaalde categorieën
##### 4.1.3.1 Startende zelfstandige
Startende zelfstandigen in hoofdberoep betalen de eerste drie volledige jaren voorlopige bijdragen berekend op de minimumdrempel met een percentage van 20,5%. Ook hier volgt regularisatie op het werkelijke inkomen, met de mogelijkheid tot verhoging.
Startende zelfstandigen in bijberoep betalen de eerste drie volledige jaren voorlopige bijdragen berekend op de vrijstellingsdrempel met een percentage van 20,5%, met eveneens regularisatie op het werkelijke inkomen en mogelijkheid tot verhoging.
Sinds 2018 zijn er "primostarters": gedurende de eerste vier kwartalen betalen zij een verlaagde bijdrage als hun jaarinkomen onder een bepaalde drempel blijft. Een primostarter is iemand die in de 20 kwartalen vóór aanvang/herneming/overstap van de zelfstandige activiteit in hoofdberoep op geen enkel moment een zelfstandige in hoofdberoep (of daarmee gelijkgesteld) is geweest. De verrekening gebeurt automatisch bij de definitieve bijdrageberekening of via een aanvraag tot verminderde bijdragen op basis van objectieve elementen.
##### 4.1.3.2 Meewerkende echtgenoot
Voor meewerkende echtgenoten bestaan twee regimes:
1. **Ministatuut:** Bijdragen worden berekend op de geglobaliseerde beroepsinkomsten van de zelfstandige en zijn meewerkende echtgenoot, zonder opsplitsing.
2. **Maxistatuut:** Bijdragen worden berekend op het afzonderlijke inkomen (fiscaal meewerkinkomen), met opsplitsing. Er geldt een minimumbijdrageplicht. Vrijstelling van betaling is mogelijk in geval van behoeftigheid, mits de partner-hoofdzelfstandige ook behoeftig is.
##### 4.1.3.3 Student-zelfstandige
Om als student-zelfstandige te worden beschouwd, moet aan volgende voorwaarden worden voldaan:
* Leeftijd tussen 18 (vanaf kwartaal verjaardag) en 25 jaar (tot einde derde kwartaal of einde studies).
* Studies volgen in een erkende onderwijsinstelling (België of buitenland), met minimaal 27 studiepunten of 17 lesuren per week.
* Regelmatig lessen volgen, deelnemen aan examens, of erkend zijn door de school als student-ondernemer.
* Uitoefenen van een zelfstandige activiteit zonder gezagsrelatie.
De bijdragen voor student-zelfstandigen zijn afhankelijk van het inkomen:
* **Inkomen lager dan een grensbedrag (helft van de minimumdrempel voor hoofdberoep):** vrijstelling van bijdragen.
* **Grensbedrag < Inkomen < minimumdrempel hoofdberoep:** bijdrage enkel op het inkomen boven het grensbedrag.
* **Inkomen hoger dan minimumdrempel hoofdberoep:** bijdragen zoals een zelfstandige in hoofdberoep, met opbouw van sociale rechten.
Voor starters onder studenten geldt een minimumbijdrage gelijk aan die van een zelfstandige in bijberoep, met vrijstelling mogelijk indien het raming van het inkomen lager is dan het grensbedrag.
### 4.2 Rechten van zelfstandigen
Zelfstandigen hebben recht op:
* Gezinsbijslagen
* Ziekte- en invaliditeitsverzekering (ziekteverzekering)
* Moederschap, geboorteverlof, adoptie- en pleegouderverlof, mantelzorgverlof
* Pensioen
* Overbruggingsrecht
#### 4.2.1 Gezinsbijslag
Sinds 1 juli 2014 is er een volledige gelijkschakeling van de gezinsbijslagen voor zelfstandigen met die van werknemers.
#### 4.2.2 Ziekte- en invaliditeitsverzekering
Zelfstandigen hebben recht op geneeskundige verzorging, volledig gelijkgesteld met werknemers. Ze hebben ook recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Dit is onderverdeeld in drie periodes:
1. **Niet-vergoedbare periode:** Een primaire arbeidsongeschiktheid van 7 dagen (carensperiode).
2. **Vergoedbare periode van primaire arbeidsongeschiktheid:** Beoordeling ten opzichte van de eigen activiteit, tot 12 maanden. De vergoeding start vanaf de eerste dag na ondertekening van het getuigschrift.
3. **Invaliditeit:** Na 12 maanden arbeidsongeschiktheid wordt de arbeidsongeschiktheid beoordeeld ten opzichte van equivalente jobs. Bij stopzetting van de zaak is er een verhoogde vergoeding, die forfaitair is (afhankelijk van de gezinssituatie) en geen percentage betreft.
#### 4.2.3 Moederschap
Zelfstandigen hebben recht op moederschapsrust, maximaal 12 weken, waarvan 3 weken verplicht (één week vóór de bevalling en twee weken na de bevalling). De resterende 9 weken zijn facultatief en kunnen per week (voltijds of halftijds) opgenomen worden. Bij meerlingen of hospitalisatie van de pasgeborene na 7 dagen is er een verlenging mogelijk. Tijdens de moederschapsrust is geen enkele beroepsactiviteit toegestaan.
Zij ontvangen een moederschapsuitkering, een forfaitair bedrag per week: 872,87 euro voor de eerste 4 weken en 798,37 euro daarna. De betaling gebeurt de eerste keer uiterlijk op de 30e kalenderdag na de start van de moederschapsrust, daarna maandelijks.
Daarnaast ontvangen zij 105 gratis dienstencheques ("moederschapscheques") met een geldigheidsduur van 8 maanden. Er is geen recht op belastingvermindering. Zelfstandigen zijn vrijgesteld van het betalen van SZ-bijdragen voor het kwartaal na het kwartaal van de bevalling, met behoud van alle rechten.
#### 4.2.4 Geboorteverlof
Het vroegere "vaderschapsverlof" is uitgebreid tot geboorteverlof. Zelfstandigen (vader of meeouder) kunnen kiezen tussen:
* Maximaal 20 dagen verlof binnen 4 maanden na de geboorte, aaneensluitend of niet, eventueel halftijds, met een uitkering van 101,50 euro per dag.
* Maximaal 8 dagen verlof plus een premie voor 15 dienstencheques (135 euro).
Voorwaarden zijn dat de aanvrager een zelfstandige in hoofdberoep is, vader of meeouder van het kind, de activiteit onderbreekt en de aanvraag wordt ingediend binnen het kwartaal volgend op het geboortekwartal bij het sociaalverzekeringsfonds.
#### 4.2.5 Adoptie- en pleegouderverlof, mantelzorgverlof
Voor adoptie-, pleegouder- en mantelzorgverlof verwijzen de regelingen naar die van werknemers en de inhoud van de cursus.
#### 4.2.6 Pensioen
Zelfstandigen hebben recht op een wettelijk pensioen (rust- en overlevingspensioen). De pensioenleeftijd is 65 jaar, maar wordt geleidelijk opgetrokken tot 67 jaar. De berekening is gebaseerd op het beroepsinkomen en de beroepsloopbaan (kwartalen als hoofdberoep). Er is een minimumpensioen voorzien.
Daarnaast bestaat het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ), dat niet verplicht is maar wel raadzaam. Het biedt fiscale voordelen (storting is aftrekbaar als bedrijfslast) en sociale voordelen (geen sociale bijdragen op de storting). Bij uitkering van het kapitaal is er een milde belasting. Er zijn twee formules:
* **Gewoon VAPZ:** Maximaal 8,17% van het nettoberoepsinkomen. Dit is een aanvulling op het rustpensioen.
* **Sociaal VAPZ:** Maximaal 9,40% van het nettoberoepsinkomen. Dit is een aanvulling op het rustpensioen met extra sociale voordelen, zoals een rente bij invaliditeit.
#### 4.2.7 Overbruggingsrecht
Het overbruggingsrecht biedt een maandelijkse financiële uitkering gedurende maximaal 12 maanden in de loopbaan. De bedragen zijn 1606,15 euro (zonder personen ten laste) of 2007,06 euro (met minstens één persoon ten laste). Daarnaast worden de sociale rechten op gezinsbijslag en ZIV (gezondheidszorgen en uitkeringen) kosteloos behouden gedurende maximaal 4 kwartalen in de loopbaan. Een verlenging van het basispakket is mogelijk als extra pensioenvormende kwartalen worden verworven, maar zonder opbouw van pensioenrechten.
Het overbruggingsrecht is van toepassing voor:
1. **Gefailleerde zelfstandigen/helpers/meewerkende echtgenoten:** Dit geldt voor eenmanszaken, zaakvoerders, bestuurders en werkende vennoten van failliet verklaarde handelsvennootschappen.
2. **Zelfstandigen in collectieve schuldenregeling:** Dit betreft niet-handelaars in kennelijk onvermogen.
3. **Zelfstandigen bij "gedwongen onderbreking":** Hieronder valt inkomensverlies door gedwongen (niet zelf veroorzaakte) onderbreking of stopzetting ten gevolge van natuurrampen, brand, onbruikbaarheid van professioneel vastgoed of uitrusting door beschadiging, allergie eigen aan het beroep (zonder ZIV-uitkering), of beslissingen van derden met economische impact.
4. **Stopzetting omwille van "economische moeilijkheden":** Dit is van toepassing indien het leefloon, de vrijstelling van bijdragen of de minimale bijdragedrempel niet behaald wordt.
Vereiste voorwaarden voor het overbruggingsrecht zijn:
* Hoofdverblijfplaats in België hebben.
* Aangesloten zijn als zelfstandige in hoofdberoep gedurende de 4 kwartalen vóór het relevante feit.
* Effectief bijdragen betaald hebben gedurende minstens 4 kwartalen in de 16 kwartalen vóór het kwartaal volgend op het kwartaal van het relevante feit.
* Geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen, noch een vervangingsinkomen genieten.
De aanvraag verloopt via het sociaalverzekeringsfonds.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Sociaal statuut | De wettelijke en regelgevende bepalingen die de sociale rechten en plichten van een specifieke groep personen, zoals zelfstandigen of werknemers, regelen. Het omvat verzekeringen, bijdragen en uitkeringen. |
| Zelfstandige | Een natuurlijk persoon die in België een beroepsactiviteit uitoefent zonder gebonden te zijn door een arbeidsovereenkomst of een statuut dat hem als werknemer classificeert. Dit criterium omvat ook vennootschappen die een verplichte bijdrage betalen. |
| Sociaalverzekeringsfonds (SVF) | Een erkende instelling die verantwoordelijk is voor de inning van sociale bijdragen van zelfstandigen en de uitbetaling van bepaalde sociale uitkeringen, zoals pensioenen en overbruggingsrecht. |
| Meewerkende echtgenoot | Een bijzondere vorm van helper; de partner van een zelfstandige die meewerkt in de zaak zonder zelf een eigen beroeps- of vervangingsinkomen met sociale zekerheidsdekking te hebben. Er geldt een wettelijk vermoeden hiervoor. |
| Nettoberoepsinkomen | Het brutobedrijfsinkomen verminderd met de bedrijfskosten en eventuele bedrijfsverliezen, zoals vastgesteld door de belastingadministratie. Dit inkomen vormt de basis voor de berekening van sociale bijdragen. |
| Primaire arbeidsongeschiktheid | De initiële periode waarin een zelfstandige arbeidsongeschikt is, beoordeeld ten opzichte van zijn eigen specifieke beroepsactiviteit. Deze periode duurt in principe tot 12 maanden. |
| Carensperiode | Een periode van 7 dagen na de vaststelling van arbeidsongeschiktheid waarin een zelfstandige geen vergoeding ontvangt. Dit is de niet-vergoedbare periode van primaire arbeidsongeschiktheid. |
| Invaliditeitsperiode | De periode die volgt op 12 maanden van arbeidsongeschiktheid, waarbij de arbeidsongeschiktheid beoordeeld wordt ten opzichte van equivalente jobs. De vergoeding is forfaitair. |
| Moederschapsrust | De periode waarin een zelfstandige moeder verplicht is haar beroepsactiviteit te onderbreken voor en na de bevalling. Dit omvat zowel verplichte als facultatieve weken. |
| Dienstencheques | Een systeem waarbij huishoudelijke diensten betaald kunnen worden met speciale cheques die fiscaal aftrekbaar zijn en recht geven op sociale zekerheidsrechten. |
| Overbruggingsrecht | Een financiële uitkering en kosteloos behoud van sociale rechten voor zelfstandigen die hun activiteit noodgedwongen moeten onderbreken of stopzetten door bepaalde omstandigheden zoals faillissement of natuurrampen. |
| Vrijstellingsdrempel | Een inkomensgrens waaronder zelfstandigen in bijberoep geen sociale bijdragen hoeven te betalen. |
| Minimumbijdrage | Een verplichte minimale sociale bijdrage die betaald moet worden, ook indien het netto beroepsinkomen lager is dan een bepaalde drempel. Dit geldt met name voor zelfstandigen in hoofdberoep. |