Cover
Jetzt kostenlos starten 3. Start to invest - 2526 - deel 1.pptx
Summary
# De noodzaak van een financiële buffer alvorens te beleggen
Dit onderwerp benadrukt het cruciale belang van het opbouwen van een liquide financiële buffer voor onvoorziene uitgaven, alvorens te beginnen met beleggen in risicovollere producten.
## 1. Waarom een financiële buffer essentieel is
Traditioneel sparen via een spaarboekje levert tegenwoordig nauwelijks nog rendement op. Dit leidt ertoe dat veel mensen, ondanks een gebrek aan financiële geletterdheid, op zoek gaan naar een hoger rendement. Hogere rendementen gaan echter vaak gepaard met hogere risico's. Voordat men zich waagt aan beleggen, is het cruciaal om een financiële buffer aan te leggen voor onvoorziene omstandigheden.
### 1.1 Onvoorziene omstandigheden
Er zijn diverse situaties die onverwachte financiële uitgaven kunnen veroorzaken, waaronder:
* **Jobverlies:** Het verlies van inkomen vereist middelen om lopende kosten te dekken.
* **Onverwachte uitgaven:** Denk hierbij aan reparaties aan de woning, dringende medische kosten die niet volledig gedekt worden door de verzekering, of andere noodzakelijke aankopen.
* **Ziekte:** Langdurige ziekte kan leiden tot inkomensverlies en extra medische kosten.
### 1.2 De rol van de buffer bij beleggen
Beleggen brengt risico's met zich mee, waaronder de mogelijkheid van paniekverkopen of snelle, emotionele reacties op marktfluctuaties. Zonder een financiële buffer kunnen deze situaties ertoe leiden dat men gedwongen wordt om beleggingen te verkopen op een ongunstig moment om aan onverwachte uitgaven te voldoen. Dit kan leiden tot aanzienlijke verliezen. Een liquide buffer zorgt ervoor dat deze onverwachte uitgaven kunnen worden opgevangen zonder de beleggingsportefeuille aan te spreken.
> **Tip:** De buffer beschermt uw beleggingen en uw gemoedsrust, waardoor u beleggingsbeslissingen rationeler kunt nemen.
### 1.3 Hoe groot moet de buffer zijn?
De ideale omvang van de financiële buffer is persoonsgebonden en afhankelijk van individuele omstandigheden, zoals de stabiliteit van het inkomen en de maandelijkse vaste lasten. Er zijn diverse tools en berekenaars beschikbaar om een indicatie te krijgen van de aanbevolen buffer.
> **Voorbeeld:** Een veelgebruikte vuistregel is om een buffer aan te houden die gelijk is aan drie tot zes maanden van de vaste maandelijkse uitgaven. Dit kan variëren afhankelijk van het risicoprofiel van de persoon en de zekerheid van het inkomen.
## 2. Beleggen met spaargeld dat overblijft na de buffer
Pas nadat de financiële buffer volledig is opgebouwd, kan het overgebleven spaargeld worden overwogen voor beleggingen met het doel waardebehoud of -groei.
### 2.1 Beleggingsprofiel en MiFID II
De Markets in Financial Instruments Directive (MiFID II) is een Europese wetgeving die bedoeld is om beleggers te beschermen en de financiële markten te reguleren. Deze richtlijn is van toepassing op risicovolle beleggingsproducten zoals aandelen, obligaties, derivaten, rechten van deelneming in beleggingsfondsen en bepaalde verzekeringsproducten. Het is niet van toepassing op deposito's, leningen en ontleningen.
Banken en financiële instellingen zijn verplicht om het beleggingsprofiel van hun klanten te bepalen voordat zij adviseren of producten verkopen. Dit omvat het peilen naar:
* **Kennis en ervaring:** Hoeveel kennis heeft de klant over beleggingsproducten?
* **Financiële situatie:** Wat is de financiële draagkracht van de klant?
* **Beleggingsdoelstellingen:** Wat wil de klant bereiken met beleggen?
* **Risicoacceptatie:** Hoe risicoavers is de klant en hoeveel risico is hij bereid te dragen?
* **Buffer:** Hoe groot is de liquide buffer van de klant?
Deze informatie helpt de bank om te bepalen welke producten geschikt zijn voor de klant en om te voldoen aan de "know your customer" en "inform your customer" verplichtingen.
#### 2.1.1 Categorieën beleggers
MiFID II onderscheidt doorgaans drie categorieën beleggers:
* **Professionele beleggers (AKT):** Grote beleggers, zoals collectieve beleggingsondernemingen en grote multinationals. Deze groep geniet minder bescherming.
* **Niet-professionele beleggers:** Dit is de grootste groep, waaronder de meeste particuliere beleggers vallen. Zij genieten de hoogste mate van bescherming onder MiFID II.
Klanten kunnen soms aangeven van categorie te willen veranderen, wat als "opt out" of "opt in" kan worden beschouwd, afhankelijk van de specifieke regelgeving en de keuze van de klant.
#### 2.1.2 Het bepalen van het beleggingsprofiel
Financiële instellingen, zoals banken, gebruiken vragenlijsten om het beleggingsprofiel van een klant in te delen. Deze profielen kunnen variëren, maar omvatten vaak de volgende gradaties:
* **Defensief:** Gericht op maximale zekerheid en een constant rendement.
* **Neutraal/Evenwichtig:** Een balans tussen zekerheid en potentieel rendement.
* **Dynamisch:** Bereid om meer risico te nemen voor een potentieel hoger rendement, waarbij tijdelijk verlies acceptabel is.
> **Voorbeeld:** Een defensief profiel kan leiden tot aanbevelingen voor obligatie(fondsen), spaarrekeningen, kasbons of termijnrekeningen. Een dynamisch profiel kan daarentegen leiden tot aanbevelingen voor aandelen, grondstoffen of vastgoed in bepaalde markten.
#### 2.1.3 Producten passend bij het beleggingsprofiel
Het beleggingsprofiel bepaalt welke beleggingsproducten als passend worden beschouwd:
* **Defensief:** Obligatie(fondsen), spaarrekening, kasbon, termijnrekening, Tak21 (levensverzekering met kapitaalgarantie).
* **Dynamisch:** Grondstoffen, aandelen, vastgoed (buiten de Benelux), Tak23 (verzekeringsproducten met meer risico, niet beschermd).
#### 2.1.4 Aandacht voor bijzondere producten
Er is speciale aandacht nodig voor producten die buitensporig hoge rendementen beloven, zoals kunst, oude manuscripten, dranken, vastgoed in exotische landen, cryptomunten en binaire opties. Deze producten brengen vaak zeer hoge risico's met zich mee.
### 2.2 De informatieplicht van financiële instellingen
MiFID II legt financiële instellingen een strikte informatieplicht op. Informatie over beleggingsproducten moet:
* **Tijdig** worden verstrekt.
* **Correct en duidelijk** zijn.
* **Niet misleidend** zijn.
### 2.3 Vrije concurrentie en best execution
MiFID II bevordert vrije concurrentie in Europa, wat kan leiden tot lagere prijzen voor beleggers. Het principe van "best execution" verplicht financiële instellingen om redelijke stappen te ondernemen om het best mogelijke resultaat voor de klant te verkrijgen bij het uitvoeren van transacties. Dit omvat het vergelijken van productfiches en het overwegen van factoren zoals:
* Looptijd
* Liquiditeit
* Rendement (rente, dividend, koerswinst)
* Risico
* Kosten en taksen
* Minimum inleg
* Periodiciteit van rente-uitkering
* Uitgifteprijs
* Successie en erfbelasting
* Opvolging
### 2.4 Risico's van beleggen
Beleggingen zijn onderhevig aan diverse risico's:
* **Debiteurenrisico:** Het risico dat een schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt.
* **Renterisico:** Het risico van gemiste kansen op hogere rente.
* **Koopkrachtrisico (inflatie):** Het risico dat de inflatie de reële waarde van de belegging aantast.
* **Valutarisico:** Het risico bij beleggingen in een andere munt.
* **Beursrisico:** Het risico bij aandelen dat de waarde daalt of dat het aandeel niet verkocht kan worden.
* **Kapitaalrisico:** Het risico op verlies van het geïnvesteerde kapitaal.
> **Tip:** Controleer altijd de reële rente (nominale rente minus inflatie) om de werkelijke winstgevendheid van uw belegging te beoordelen.
### 2.5 Kosten en taksen
Beleggingen zijn ook onderhevig aan diverse kosten en taksen, waaronder:
* Instapkosten
* Uitstapkosten
* Beheerskosten
* Transactiekosten
* Taks op beursverrichtingen
* Effectentaks
* Meerwaardetaks
* Verzekeringstaks
* Taks op lange termijn sparen
Het is essentieel om deze kosten mee te nemen in de berekening van het netto-rendement van een belegging.
---
# Het beleggingsprofiel en de rol van MiFID II
Dit deel verkent het concept van een beleggingsprofiel, de verplichtingen die MiFID II oplegt aan financiële instellingen om de klant te kennen en te informeren, en de indeling van beleggers in categorieën.
### 2.1 De noodzaak van een beleggingsprofiel
Traditioneel sparen via een spaarboekje levert tegenwoordig weinig rendement op. Veel mensen zoeken daarom naar een hoger rendement, wat vaak gepaard gaat met hogere risico's. Financiële instellingen mogen echter niet zomaar beleggingsproducten verkopen. Zij zijn verplicht om de kennis van de klant over beleggingsproducten te peilen en te adviseren in het belang van de klant.
Voordat men begint met beleggen, is het cruciaal om een **liquide buffer** aan te leggen. Deze buffer dient ter dekking van onverwachte uitgaven, zoals werkloosheid, ziekte of andere onvoorziene omstandigheden. Het spaargeld dat overblijft nadat deze buffer is aangelegd, kan vervolgens worden belegd.
### 2.2 MiFID II en de verplichtingen van financiële instellingen
De Markets in Financial Instruments Directive (MiFID II) is van toepassing op risicovolle producten zoals aandelen, obligaties, derivaten, rechten van deelneming in beleggingsfondsen en bepaalde verzekeringsproducten. Deposito's, leningen en ontleningen vallen hier buiten.
MiFID II verplicht banken om de klant te kennen. Dit houdt in dat financiële instellingen van elke klant moeten weten:
* Hoe risicoavers de klant is.
* Hoeveel buffer de klant heeft.
* Hoeveel kennis de klant heeft over beleggen.
Dit wordt ook wel aangeduid als het "Know Your Customer"-principe.
### 2.3 Categorieën van beleggers
MiFID II onderscheidt drie categorieën beleggers:
1. **Professionele beleggers (Prof. client)**: Dit zijn grote beleggers, zoals collectieve beleggingsondernemingen en grote multinationals.
2. **Niet-professionele beleggers (Niet prof. client)**: Dit is de grootste groep en MiFID II is met name op deze groep gericht om hen de hoogste bescherming te bieden. De belangrijkste verplichtingen voor financiële instellingen ten aanzien van deze groep zijn:
* Know your customer (de klant kennen).
* Inform your customer (de klant informeren).
* Best execution en vrije concurrentie tussen beurzen.
3. **Niet gespecificeerd (AKT)**: Deze categorie is niet verder uitgewerkt in de context van de verplichtingen ten aanzien van niet-professionele beleggers.
Beleggers kunnen, door dit aan te geven bij hun bank, zelf van groep veranderen ("opt out" of "opt in").
> **Tip:** Financiële instellingen maken gebruik van vragenlijsten (vaak via bank-apps) om beleggers in deze klassen in te delen, afgestemd op de producten die zij verkopen.
### 2.4 Het beleggingsprofiel: bepaling en indeling
Het beleggingsprofiel wordt bepaald aan de hand van verschillende factoren die financiële instellingen door middel van een test bij de klant peilen:
* **Financiële positie**: de financiële draagkracht van de klant.
* **Beleggingsdoelstelling**: wat de klant met zijn beleggingen wil bereiken.
* **Ervaring met beleggen**: de mate waarin de klant bekend is met beleggen.
* **Risicoacceptatie**: de bereidheid om risico te nemen.
Op basis van deze factoren wordt een beleggingsprofiel toegekend, dat doorgaans wordt ingedeeld in de volgende categorieën:
* **Defensief**: Gericht op maximale zekerheid en een constant rendement.
* **Evenwichtig**: Een balans tussen risico en rendement.
* **Dynamisch**: Bereidheid om risico te nemen, waarbij tijdelijke verliezen acceptabel zijn in ruil voor een fluctuerend rendement.
* **Neutraal**: Een profiel dat tussen defensief en dynamisch in kan liggen, afhankelijk van de specifieke invulling.
> **Voorbeeld KBC Beleggingsprofiel:**
> * **Defensief**: Maximale zekerheid, constant rendement.
> * **Dynamisch**: Niet bang van risico, tijdelijk verlies OK, fluctuerend rendement.
Het vastgestelde beleggingsprofiel bepaalt welke producten geschikt zijn voor een belegger.
* **Defensieve beleggingen** omvatten onder andere obligatie(fondsen), spaarrekeningen, kasbons en termijnrekeningen (zoals Tak21).
* **Dynamische beleggingen** kunnen bestaan uit grondstoffen, aandelen, vastgoed (buiten de Benelux) en Tak23-producten.
### 2.5 Producten en risico's
#### 2.5.1 Tak 21 en Tak 23
* **Tak21**: Dit is een levensverzekering met een veilige belegging en een kapitaalgarantie. Het wordt ook beschermd door een garantiefonds.
* **Tak23**: Dit zijn fondsen met meer risico en bieden geen bescherming door een garantiefonds.
#### 2.5.2 Speculatieve beleggingen
Er moet extra voorzichtigheid worden betracht bij beleggingen die uitzonderlijk hoge rendementen beloven. Dit geldt met name voor:
* Kunst, oude manuscripten, dranken, vastgoed in exotische landen.
* Cryptomunten.
* Binaire opties ("alles of niets"-opties).
* Pyramidespelen.
#### 2.5.3 Beleggingsrisico's
Beleggingen zijn onderhevig aan diverse risico's:
* **Debiteurenrisico**: Het risico dat de uitgever van een schuld (bijvoorbeeld een obligatie) zijn verplichtingen niet kan nakomen. Kredietratings bieden inzicht in de kredietwaardigheid.
* **Renterisico**: Het risico dat men kansen mist op een hogere rente.
* **Koopkrachtrisico**: Het risico dat inflatie de reële waarde van de belegging aantast. Het controleren van de reële rente is hierbij belangrijk.
* **Valutarisico**: Van toepassing bij beleggingen in een andere munt dan de eigen valuta.
* **Beursrisico**: Bij aandelen het risico dat de aandelenkoers daalt en de vraag of men het aandeel nog kan verkopen. Het beursklimaat is hierbij een factor.
* **Kapitaalrisico**: Het risico op verlies van het ingelegd kapitaal. Kapitaalbescherming is een belangrijk aspect hierbij.
#### 2.5.4 Kosten en taksen
Beleggingen zijn ook onderhevig aan diverse kosten en taksen, waaronder:
* Instapkosten
* Uitstapkosten
* Beheerskosten
* Transactiekosten
* Roerende voorheffing (RV)
* Taks op beursverrichtingen
* Effectentaks
* Meerwaardetaks
* Verzekeringstaks
* Taks op langetermijnsparen
### 2.6 Informatieplicht en best execution
#### 2.6.1 Informatieplicht
De informatieplicht die MiFID II oplegt, houdt in dat financiële instellingen hun klanten tijdig, correct, duidelijk en niet-misleidend moeten informeren over beleggingsproducten.
#### 2.6.2 Vrije concurrentie en best execution
MiFID II stimuleert vrije concurrentie in Europa, wat kan leiden tot lagere prijzen voor beleggers. Het principe van **best execution** verplicht financiële instellingen om redelijke stappen te ondernemen om het best mogelijke resultaat voor de klant te verkrijgen bij het uitvoeren van transacties.
Bij het vergelijken van producten moeten klanten letten op:
* Looptijd
* Liquiditeit
* Rendement (rente, dividend, koerswinst)
* Risico
* Kosten
* Belastingen en taksen
* Minimuminlage
* Periodiciteit van interestuitkering
* Uitgifteprijs
* Successie en erfbelasting
* Opvolging
Het is raadzaam om productfiches te bekijken en verschillende producten met elkaar te vergelijken.
---
# Risico's, kosten en transparantie bij beleggingen
Dit onderwerp verkent de diverse risico's, kosten en de noodzaak van transparantie bij beleggingsactiviteiten, met een focus op de bescherming van de belegger.
### 3.1 De noodzaak van een financiële buffer
Voordat men begint met beleggen, is het cruciaal om een financiële buffer aan te leggen voor onvoorziene omstandigheden. Deze buffer dient om tegenslagen zoals baanverlies, onverwachte uitgaven of ziekte op te vangen. Het traditionele spaarboekje levert tegenwoordig nauwelijks rendement op, wat ertoe leidt dat mensen op zoek gaan naar hogere opbrengsten, vaak gepaard gaand met hogere risico's. Beleggen met het oog op waardestijging is pas aan de orde als de spaargelden die overblijven na het aanleggen van de buffer dit toelaten.
### 3.2 Het beleggingsprofiel (MIFID II)
De Markets in Financial Instruments Directive (MIFID II) is van toepassing op risicovolle beleggingsproducten zoals aandelen, obligaties, derivaten, beleggingsfondsen en verzekeringsproducten. Deposito's en leningen vallen hier niet onder. Banken mogen dergelijke producten niet zomaar verkopen; ze moeten rekening houden met het belang van de klant en een beleggingsprofiel opstellen. Dit profiel peilt naar:
* Hoe risicoavers een persoon is.
* De omvang van de financiële buffer.
* De kennis van de persoon over beleggingen.
Er worden drie hoofdcategorieën van beleggers onderscheiden:
* **Grote beleggers (AKT)**: Dit zijn collectieve beleggingsondernemingen.
* **Professionele cliënten**: Dit betreft grote multinationals.
* **Niet-professionele cliënten**: Deze groep geniet de hoogste bescherming onder MIFID II.
Het opstellen van een beleggingsprofiel omvat een "Know Your Customer" (KYC) proces. Banken hanteren hiervoor eigen vragenlijsten, afgestemd op hun productaanbod, om de financiële positie, beleggingsdoelstellingen, ervaring met beleggen en risicoacceptatie te bepalen.
#### 3.2.1 Categorieën beleggingsprofielen
Op basis van het beleggingsprofiel kunnen beleggers ingedeeld worden in categorieën zoals defensief, evenwichtig, dynamisch en neutraal.
* **Defensief**: Streeft naar maximale zekerheid en een constant rendement.
* **Dynamisch**: Is niet bang voor risico's en accepteert tijdelijke verliezen voor een potentieel fluctuerend rendement.
Producten die bij deze profielen passen variëren:
* **Defensief**: Obligatie(fondsen), spaarrekeningen, kasbons, termijnrekeningen, Tak21 levensverzekeringen (veilige belegging met kapitaalgarantie, beschermd door garantiefonds).
* **Dynamisch**: Grondstoffen, aandelen, vastgoed (buiten Benelux), Tak23 levensverzekeringen (fondsen met meer risico, niet beschermd).
#### 3.2.2 Waarschuwingen bij bijzondere beleggingen
Er dient extra voorzichtigheid te worden betracht bij beleggingen die uitzonderlijk hoge rendementen beloven, zoals kunst, oude manuscripten, dranken, vastgoed in exotische landen, cryptomunten en binaire opties (alles-of-niets opties). Ook piramidespelen vallen hieronder.
### 3.3 Transparantie en informatieplicht
MIFID II legt banken een informatieplicht op om beleggers tijdig, correct, duidelijk en niet-misleidend te informeren. Dit draagt bij aan transparantie in de markt.
### 3.4 Concurrentie en "Best Execution"
MIFID II bevordert vrije concurrentie in Europa, wat kan leiden tot lagere prijzen voor beleggers. Het principe van "Best Execution" vereist dat financiële instellingen redelijke stappen ondernemen om het best mogelijke resultaat voor de klant te verkrijgen bij het uitvoeren van transacties.
#### 3.4.1 Producten vergelijken
Bij het kiezen van beleggingen is het essentieel om productfiches te bekijken en producten te vergelijken op basis van:
* Looptijd
* Liquiditeit
* Rendement (rente, dividend, koerswinst)
* Risico
* Kosten
* Belastingen en taksen
* Minimum inleg
* Periodiciteit van interestuitkering
* Uitgifteprijs
* Successie en erfbelasting
* Opvolging
### 3.5 Risico's bij beleggingen
Beleggingen zijn onderhevig aan diverse risico's:
* **Debiteurenrisico**: Het risico dat een schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt. Dit kan worden ingeschat via kredietratings.
* **Renterisico**: Het risico van het missen van kansen op hogere rente.
* **Koopkrachtrisico**: Het risico dat inflatie de reële waarde van beleggingen aantast. De reële rente dient te worden gecheckt ($reële\ rente = nominale\ rente - inflatie$).
* **Valutarisico**: Het risico verbonden aan beleggingen in een vreemde munt.
* **Beursrisico**: Het risico dat de waarde van aandelen daalt of dat aandelen niet verkoopbaar zijn, afhankelijk van het beursklimaat.
* **Kapitaalrisico**: Het risico op verlies van het ingelegde kapitaal, tenzij er sprake is van kapitaalbescherming.
### 3.6 Kosten en taksen
Naast de inherente risico's zijn beleggingen ook verbonden aan diverse kosten en taksen:
* Instapkosten
* Uitstapkosten
* Beheerskosten
* Transactiekosten
* Roerende voorheffing (RV)
* Taks op beursverrichtingen
* Effectentaks
* Meerwaardetaks
* Verzekeringstaks
* Taks op langetermijnsparen
> **Tip:** Het grondig analyseren van de productfiches en het maken van een gedetailleerde vergelijking is cruciaal om weloverwogen beleggingsbeslissingen te nemen en potentiële risico's en kosten te minimaliseren.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| KMO | Klein en middelgroot bedrijf. Deze bedrijven volgen vaak een benadering waarbij ze geen operationele bedrijfsuitgaven (OPO) boeken, maar zich in plaats daarvan richten op budgettering. |
| Financieel ongeletterd | Dit verwijst naar een gebrek aan kennis en begrip van financiële concepten, producten en risico's, wat kan leiden tot suboptimale financiële beslissingen. |
| Hoger rendement | Het nastreven van een grotere opbrengst op investeringen, wat doorgaans gepaard gaat met een verhoogd niveau van risico. |
| Liquide buffer | Een reserve aan direct beschikbare fondsen om onverwachte uitgaven te dekken zonder dat men gedwongen wordt beleggingen te verkopen onder ongunstige omstandigheden. |
| Paniekverkopen | Het verkopen van financiële activa als gevolg van angst of paniek, vaak getriggerd door negatief marktnieuws of economische onzekerheid, wat kan leiden tot aanzienlijke verliezen. |
| Beleggingsprofiel | Een persoonlijk profiel dat de risicobereidheid, financiële situatie, beleggingsdoelstellingen en ervaring van een belegger weerspiegelt, cruciaal voor het bepalen van geschikte beleggingsproducten. |
| MiFID II (Markets in Financial Instruments Directive) | Een Europese richtlijn die regels stelt aan financiële markten en dienstverleners om de transparantie, concurrentie en beleggersbescherming te verbeteren. Het is van toepassing op risicovolle producten zoals aandelen, obligaties en fondsen. |
| Risicoavers | Een beleggingsstijl waarbij de voorkeur uitgaat naar veiligheid en het vermijden van potentiële verliezen, zelfs als dit ten koste gaat van een potentieel hoger rendement. |
| Kolektieve beleggingsondernemingen | Entiteiten die geld van meerdere beleggers bundelen om te beleggen in een gediversifieerde portefeuille van activa, beheerd door professionals. |
| Professionele cliënt | Een investeerder die voldoet aan specifieke criteria, zoals een hoog niveau van expertise en financiële middelen, waardoor deze mogelijk minder bescherming geniet dan particuliere beleggers. |
| Niet-professionele cliënt | Een particuliere belegger die de hoogste mate van bescherming geniet onder de MiFID II-regelgeving. |
| Know your customer (KYC) | Een verplichting voor financiële instellingen om de identiteit en risicoprofiel van hun klanten te verifiëren, teneinde fraude te voorkomen en te voldoen aan regelgeving. |
| Inform your customer | De plicht van financiële instellingen om klanten te voorzien van accurate, tijdige en niet-misleidende informatie over producten en diensten, zodat zij weloverwogen beslissingen kunnen nemen. |
| Best execution | Een beginsel waarbij financiële tussenpersonen verplicht zijn redelijke stappen te ondernemen om het best mogelijke resultaat te behalen voor hun cliënten bij het uitvoeren van transacties. |
| Vrije concurrentie tussen beurzen | Het principe dat financiële instellingen de vrijheid hebben om transacties uit te voeren op verschillende beurzen, met als doel de beste prijs en uitvoering voor de klant te realiseren. |
| Defensief beleggingsprofiel | Een risicoprofiel dat zich richt op kapitaalbehoud en stabiliteit, met een lage tolerantie voor schommelingen en een voorkeur voor veilige beleggingen zoals obligaties en spaarrekeningen. |
| Dynamisch beleggingsprofiel | Een risicoprofiel dat bereid is om hogere risico's te accepteren voor het potentieel van hogere rendementen, waarbij tijdelijke verliezen worden getolereerd in ruil voor groeimogelijkheden. |
| Obligatie(fondsen) | Beleggingen die deelname bieden in een gediversifieerde portefeuille van obligaties, wat een gestructureerde manier is om te investeren in de vastrentende markt. |
| Tak 21 | Een type levensverzekering met kapitaalgarantie, beschouwd als een veilige belegging en beschermd door een garantiefonds, gericht op kapitaalbehoud. |
| Tak 23 | Een type levensverzekering dat investeert in fondsen met een potentieel hoger risico en rendement, zonder kapitaalgarantie en niet beschermd door een garantiefonds. |
| Cryptomunten | Digitale of virtuele valuta die cryptografie gebruiken voor beveiliging en transactieverificatie, bekend om hun hoge volatiliteit en speculatieve aard. |
| Binaire opties | Een type optie waarbij de uitkomst een vaste winst of verlies is, vaak beschreven als een alles-of-niets weddenschap, met een hoog risicoprofiel. |
| Pyramid scheme (piramidespel) | Een frauduleus beleggingsschema waarbij deelnemers geld verdienen door nieuwe leden te werven in plaats van door legitieme handel of investeringen, wat leidt tot het instorten van het schema. |
| Debiteurenrisico | Het risico dat een debiteur (iemand die geld verschuldigd is) zijn financiële verplichtingen niet nakomt, wat kan leiden tot verliezen voor de kredietverstrekker. |
| Renterisico | Het risico dat de waarde van een belegging daalt als gevolg van veranderingen in de marktrente, met name van invloed op vastrentende effecten. |
| Koopkrachtrisico (inflatie) | Het risico dat de inflatie de koopkracht van investeringsrendementen erodeert, waardoor de werkelijke waarde van het geld afneemt, zelfs als het nominale rendement positief is. |
| Valutarisico | Het risico dat de waarde van een belegging beïnvloed wordt door schommelingen in de wisselkoersen van verschillende valuta's. |
| Beursrisico | Het risico dat de waarde van aandelen of andere beursgenoteerde activa daalt als gevolg van algemene marktomstandigheden of specifieke bedrijfsfactoren. |
| Kapitaalrisico | Het risico dat het oorspronkelijk geïnvesteerde kapitaal geheel of gedeeltelijk verloren gaat. |
| Instapkosten | Kosten die worden betaald bij de aankoop van een beleggingsproduct of het aantrekken van een lening. |
| Uitstapkosten | Kosten die worden betaald bij de verkoop van een beleggingsproduct of het terugbetalen van een lening. |
| Beheerskosten | Terugkerende kosten die worden aangerekend voor het beheer van een beleggingsfonds of portefeuille. |
| Transactiekosten | Kosten die worden gemaakt bij het kopen of verkopen van financiële instrumenten, zoals makelaarskosten. |
| RV (Roerende Voorheffing) | Een belasting op inkomsten uit roerende goederen, zoals dividenden en rente. |
| Taks beursverrichting | Een belasting die geheven wordt op transacties die op de beurs worden uitgevoerd. |
| Effectentaks | Een belasting die geheven wordt op de bezitting van effecten, zoals aandelen en obligaties. |
| Meerwaardetaks | Een belasting op de winst die wordt gerealiseerd bij de verkoop van een actief, zoals aandelen of onroerend goed. |
| Verzekeringstaks | Een belasting die wordt geheven op verzekeringsproducten. |
| Taks LT sparen | Een belasting gerelateerd aan langetermijnsparen, mogelijk van toepassing op specifieke spaarproducten of -schema's. |