Cover
Jetzt kostenlos starten Consolidatie les 2 - BE GAAP versie studenten (4).pptx
Summary
# Consolidatieplicht en controlebevoegdheden
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding over de consolidatieplicht en controlebevoegdheden, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 1. Consolidatieplicht en controlebevoegdheden
Dit gedeelte verkent de basisprincipes van consolidatie, waaronder de entiteiten die een consolidatieplicht hebben en hoe controlebevoegdheden, zowel juridisch als feitelijk, worden beoordeeld.
### 1.1 Consolidatieplicht: wie moet consolideren?
In het kader van de consolidatie is de kernvraag wie verplicht is om financiële overzichten te consolideren. Hoewel het document zich voornamelijk richt op de methoden en eliminaties binnen consolidatie, impliceert de context dat entiteiten die controle uitoefenen over andere entiteiten een dergelijke plicht hebben. De verdere uitwerking in het document focust op de *hoe* van consolidatie, aannemende dat de *wie* reeds is vastgesteld op basis van controle.
### 1.2 Controlebevoegdheden: juridische vs. feitelijke controle
De beoordeling van controle is cruciaal voor het bepalen van de consolidatieplicht. Controle kan zowel juridisch als feitelijk worden uitgeoefend.
* **Juridische controle** refereert aan de bevoegdheden die voortvloeien uit wettelijke bepalingen, zoals stemrecht op de algemene vergadering van aandeelhouders.
* **Feitelijke controle** kan bestaan, zelfs wanneer de juridische controle beperkt is. Dit kan blijken uit bijvoorbeeld contractuele afspraken, de samenstelling van het bestuur, of andere invloedrijke factoren die de besluitvorming van een dochteronderneming sturen. Het document benadrukt het belang van beide aspecten bij de beoordeling van controle, hoewel de specifieke criteria voor het vaststellen van deze controle buiten het directe toepassingsgebied van dit specifieke gedeelte vallen.
### 1.3 Consolidatiepercentage versus belangenpercentage
Het is van belang om onderscheid te maken tussen het consolidatiepercentage en het belangenpercentage van de groep.
* Het **consolidatiepercentage** bepaalt welk deel van de activa, passiva, opbrengsten en kosten van de dochteronderneming wordt opgenomen in de geconsolideerde cijfers. Bij integrale consolidatie wordt doorgaans 100% van de posten opgenomen, ongeacht het uiteindelijke belang van de groep.
* Het **belangenpercentage** (ook wel aandeel van derden genoemd) reflecteert het gedeelte van het eigen vermogen en resultaat van de dochteronderneming dat niet toebehoort aan de moedermaatschappij of de groep. Dit percentage wordt gebruikt om het belang van minderheidsaandeelhouders correct weer te geven in de geconsolideerde financiële overzichten.
### 1.4 Uitsluitingen uit de consolidatiekring
Niet elke entiteit waarin een groep een belang heeft, hoeft noodzakelijkerwijs geconsolideerd te worden. Er kunnen redenen zijn om bepaalde dochterondernemingen uit te sluiten van de consolidatie. Hoewel het document de specifieke gronden voor uitsluiting niet uitgebreid behandelt, kan men denken aan situaties waarin:
* De controle beperkt of tijdelijk is.
* Een dochteronderneming wordt aangehouden uitsluitend met het oog op latere doorverkoop.
* De informatie niet tijdig en betrouwbaar kan worden verkregen.
### 1.5 Verschillende consolidatiemethoden
Het document introduceert het concept van verschillende consolidatiemethoden, waarbij de focus in het verstrekte materiaal ligt op de **integrale consolidatie** volgens Belgische GAAP.
#### 1.5.1 Integrale consolidatie (BE GAAP)
Bij integrale consolidatie worden alle elementen van de balans en de resultatenrekening van de moeder- en dochteronderneming voor 100% opgenomen.
##### 1.5.1.1 Toepassingsgebied moederonderneming en dochteronderneming
Integrale consolidatie is van toepassing wanneer een moederonderneming controle uitoefent over een dochteronderneming. De definitie van moeder- en dochteronderneming is hierbij cruciaal.
##### 1.5.1.2 Werkwijze
* **Balansconsolidatie:** Alle activa en passiva worden integraal opgenomen. Groepswaarderingsregels worden toegepast om de activa en passiva van de dochteronderneming correct te waarderen. Het eigen vermogen van de dochteronderneming wordt herwerkt. De deelneming van de moedermaatschappij in de dochteronderneming wordt geëlimineerd tegen het eigen vermogen van de dochteronderneming. Belangen van derden (minderheidsbelangen) en onderlinge vorderingen en schulden worden eveneens geëlimineerd. Ook winsten en verliezen die begrepen zijn in de waarde van een actief (intragroepsverliezen/winsten) worden geëlimineerd.
* **Uitzondering op integrale eliminatie:** Soms kan eliminatie plaatsvinden a rato van het belangenpercentage, wat de complexiteit van de consolidatie verhoogt.
* **Resultatenrekeningconsolidatie:** Alle opbrengsten en kosten worden integraal opgenomen. Resultaatbestemmingen anders dan dividenden (bijvoorbeeld toevoeging aan reserves) worden geconsolideerd. Belastingvrije reserves worden verwerkt. Onderlinge opbrengsten en kosten worden geëlimineerd. Net als bij de balans worden winsten en verliezen die begrepen zijn in de waarde van een actief geëlimineerd. Gerealiseerde meer- of minwaarden op deelnemingen, dividenden en waardeverminderingen worden correct verwerkt. Het aandeel van derden in het resultaat wordt apart weergegeven.
* **Uitzondering op integrale eliminatie:** Ook hier kan eliminatie a rato van het belangenpercentage mogelijk zijn.
##### 1.5.1.3 Eenvoudig voorbeeld van integrale consolidatie
* **Gegeven:** M verwerft 100% van de aandelen van D op 1 januari 20N1 voor 123.000 euro. Op 31 december 20N1 heeft D een schuld van 20.000 euro ten aanzien van M.
* **Gevraagd:** Horizontaal consolidatieblad.
* De verwerving van 100% impliceert dat de activa en passiva van D volledig in de consolidatie van M worden opgenomen. De schuld van D aan M van 20.000 euro zal bij de consolidatie van de balans worden geëlimineerd, aangezien het een intragroepsverplichting betreft.
### 1.6 Het consolidatieverschil (BE GAAP)
Het consolidatieverschil ontstaat wanneer de kostprijs van de deelneming (aanschaffingswaarde) niet gelijk is aan het eigen vermogen van de dochteronderneming op de datum van verwerving.
#### 1.6.1 Begrip en oorzaken
Het consolidatieverschil is het verschil tussen de boekwaarde van de deelneming van de groep in het eigen vermogen van de dochteronderneming en de aanschaffingswaarde van die deelneming.
* **Positief consolidatieverschil (goodwill):** Kan ontstaan door onderwaardering van de activa, overwaardering van de passiva, verwachte gunstige toekomstige resultaten, of strategische keuzes.
* **Negatief consolidatieverschil (badwill):** Kan ontstaan door overwaardering van de activa, onderwaardering van de passiva, of verwachte ongunstige toekomstige resultaten.
#### 1.6.2 Toewijzing consolidatieverschillen
Consolidatieverschillen worden zoveel mogelijk toegerekend aan de activa en passiva van de dochteronderneming.
* **Eerste consolidatieverschil:** Aanschaffingswaarde minus boekhoudkundig eigen vermogen van de dochteronderneming.
* **Tweede consolidatieverschil:** Aanschaffingswaarde van het verworven aandeel minus het eigen vermogen van de dochteronderneming via toewijzing aan specifieke activa en passiva.
#### 1.6.3 Bepaling consolidatieverschil
De bepaling van het consolidatieverschil omvat de volgende stappen:
1. **Bepalen aanschaffingswaarde (AW):** De kostprijs van de verwerving van de deelneming.
2. **Bepalen overgenomen eigen vermogen (EV):** Het netto-actief van de dochteronderneming op de datum van verwerving. Dit wordt bepaald via herwerking van de boekhoudkundige waarden conform groepswaarderingsregels en eventueel fiscale geïnspireerde waarderingsregels. Hierbij wordt rekening gehouden met boekwaarde, eventuele waardeverminderingen, en vreemde valuta.
3. **Toewijzing consolidatieverschil:** Het verschil tussen de AW en het overgenomen EV wordt toegewezen aan activa en passiva. Latente belastingen en pre-acquisitieresultaten worden hierbij meegenomen.
Het consolidatieverschil wordt bepaald op de datum van verwerving, hoewel afwijkingen mogelijk zijn bij de eerste consolidatie.
#### 1.6.4 Boekhoudkundige verwerking consolidatieverschil
* **Positief consolidatieverschil:** Wordt opgenomen op het actief in de rubriek 'Positieve consolidatieverschillen' (goodwill). Dit wordt afgeschreven volgens een passend afschrijvingsplan. Indien de afschrijvingsperiode langer is dan 5 jaar, is een motivering in de toelichting vereist. De afschrijvingen gaan ten laste van het bedrijfsresultaat of financieel resultaat.
* **Negatief consolidatieverschil:** Wordt opgenomen onder het eigen vermogen in de rubriek 'Negatieve consolidatieverschillen'. Dit geldt voor de duur van de participatie. Indien het negatieve consolidatieverschil te verklaren is door verwachte negatieve resultaten die zich daadwerkelijk voordoen, kan het in het resultaat worden genomen.
#### 1.6.5 Compensatie van consolidatieverschillen
Compensatie van positieve en negatieve consolidatieverschillen is verboden, tenzij ze betrekking hebben op dezelfde dochteronderneming, in welk geval compensatie verplicht is. Een eenmaal bepaald consolidatieverschil blijft onveranderd, met uitzondering van afschrijvingen, inresultaatname van negatieve consolidatieverschillen, en wijzigingen in het belangenpercentage.
### 1.7 Belangen van derden (BE GAAP)
Bij integrale consolidatie worden alle activa en passiva, opbrengsten en kosten, en rechten en verplichtingen opgenomen, zelfs als de moederonderneming niet alle aandelen bezit. Dit wordt gecorrigeerd door de weergave van 'Belangen van derden'.
* Het gedeelte van het resultaat van een dochteronderneming dat wordt toegerekend aan aandelen die niet door de moederonderneming of de groep worden aangehouden, wordt opgenomen onder de post 'Aandeel van derden'. Dit is geen deel van het eigen vermogen van de groep, maar een aparte weergave van het belang van minderheidsaandeelhouders.
### 1.8 Consolidatie van de resultaatverwerking (BE GAAP)
Dit omvat de verwerking van winsten en de correctie van het resultaat op groepsniveau.
#### 1.8.1 Winstbestemmingstabel
Een winstbestemmingstabel consolideert de winstbestemmingen van de moeder- en dochterondernemingen, rekening houdend met eventuele eliminaties van intragroepsverrichtingen.
#### 1.8.2 Voorbeeld 1: Consolideren van winst en resultaatcorrecties
* **Situatie:** Vennootschap D is een 80%-dochter van M. Beide ondernemingen maakten winst. D keerde 2.000 euro tantièmes uit aan derden-bestuurders. Er vonden eliminaties plaats ten gevolge van onderlinge verrichtingen.
* De consolidatie van de resultaatverwerking zal rekening houden met het aandeel van M in de winst van D, de tantièmes betaald aan derden (die de winst van D verminderen), en de impact van de intragroepseliminaties op het geconsolideerde resultaat.
### 1.9 Eliminatie van vorderingen en schulden
Onderlinge saldi van vorderingen en schulden tussen entiteiten binnen de groep moeten worden geëlimineerd om een correct beeld te geven van de financiële positie van de groep ten opzichte van externe partijen.
#### 1.9.1 Principe
Alle onderlinge saldi van vorderingen en schulden worden geëlimineerd. Eventuele verschillen die voortvloeien uit administratieve organisatie of consolidatiewerkzaamheden worden nauwkeurig onderzocht.
#### 1.9.2 Voorbeeld: Eliminatie van intragroepschulden en -vorderingen
* **Gegeven:** M heeft een vordering op D1 van 100.000 euro. M heeft een vordering op D2 wegens een lening van 400.000 euro. D1 heeft een handelsschuld bij D2 van 20.000 euro.
* **Afstemming en consolidatiejournaal:** Deze posten worden in de consolidatiejournaalboekingen geëlimineerd om de totale groepsbalans te zuiveren van interne transacties.
### 1.10 Eliminatie in de resultatenrekening
Onderlinge opbrengsten en kosten binnen de groep moeten worden geëlimineerd om te voorkomen dat deze tweemaal worden geboekt en om een realistisch beeld van de externe opbrengsten en kosten te verkrijgen.
#### 1.10.1 Principe
Net als bij vorderingen en schulden, worden ook onderlinge opbrengsten en kosten geëlimineerd.
#### 1.10.2 Voorbeeld: Eliminatie van intragroepsopbrengsten en -kosten
* **Gegeven:** M verkocht grondstoffen voor 200.000 euro aan D1 en 250.000 euro aan D2. D2 rekende 75.000 euro huur aan M aan. D1 rekende 5.000 euro rente aan D2 aan.
* **Afstemming en consolidatiejournaal:** Deze intragroepsopbrengsten en -kosten worden geëlimineerd in de consolidatiejournaalboekingen.
### 1.11 Eliminaties met impact op balans en resultatenrekening
Bepaalde intragroepsverrichtingen hebben directe gevolgen voor zowel de balans als de resultatenrekening.
#### 1.11.1 Winsten en verliezen begrepen in de waarde van een actief
Dit betreft bijvoorbeeld intragroepsverkopen van vaste activa of goederen die nog deel uitmaken van de voorraad bij de kopende partij.
#### 1.11.2 Gerealiseerde intragroeps meer- en minwaarden op deelnemingen
Winsten of verliezen die ontstaan bij de verkoop van een deelneming tussen groepsentiteiten.
#### 1.11.3 Dividenden
Intragroepsdividenden moeten worden geëlimineerd.
#### 1.11.4 Waardeverminderingen op deelnemingen
Waardeverminderingen op deelnemingen tussen groepsentiteiten moeten ook worden geëlimineerd.
### 1.12 Eliminatie van het resultaat bij verkoop van vaste activa
Winsten of verliezen die ontstaan bij de verkoop van vaste activa binnen de groep worden geëlimineerd in de consolidatie.
* **Meerwaarde gerealiseerd tijdens boekjaar / vorige boekjaren:** Indien een vast actief wordt verkocht binnen de groep, wordt de gerealiseerde meerwaarde geëlimineerd. Afschrijvingen op basis van de verkoopprijs door de kopende partij moeten ook worden aangepast.
* **Voorbeeld:** M verkoopt een machine aan D. De verkoopprijs is hoger dan de boekwaarde van M. De meerwaarde wordt geëlimineerd. De afschrijvingen door D op basis van de verkoopprijs worden gecorrigeerd om rekening te houden met de oorspronkelijke kostprijs van M en de resterende gebruiksduur.
### 1.13 Eliminatie bij onderlinge verkopen van goederen die tot de voorraden behoren
Winsten die nog niet gerealiseerd zijn ten opzichte van derden, doordat goederen binnen de groep worden verkocht en nog deel uitmaken van de voorraden van de kopende partij, moeten worden geëlimineerd.
* **Kopende onderneming heeft alle goederen al doorverkocht:** Indien de kopende onderneming alle goederen reeds heeft doorverkocht aan externe partijen, is de winst gerealiseerd en hoeft deze niet meer geëlimineerd te worden.
* **Kopende onderneming heeft nog niet alle goederen doorverkocht:** De nog niet gerealiseerde winst in de eindvoorraad wordt geëlimineerd. Dit vereist een consolidatiejournaal om de voorraad te corrigeren en de winst te crediteren.
### 1.14 Eliminatie van intragroepsdividenden
Dividenden die door een dochteronderneming aan haar moederonderneming worden uitgekeerd, worden geëlimineerd om dubbele weergave van winsten te voorkomen.
* **Voorbeeld:** Indien M een deelneming van 80% heeft in D en D een dividend uitkeert aan M, wordt dit dividend in de consolidatie geëlimineerd. Als niet alle dividenden zijn uitbetaald, of indien ze door de genieter nog niet zijn geboekt, zijn specifieke consolidatieboekingen vereist.
### 1.15 Eliminatie van waardevermindering op deelnemingen
Waardeverminderingen die binnen de groep op deelnemingen worden geboekt, moeten in de consolidatie worden geëlimineerd indien ze geen realiteit zijn ten opzichte van externe partijen.
* **Voorbeeld:** Indien M een waardevermindering boekt op haar deelneming in D, en deze waardevermindering is ingegeven door interne factoren die niet extern gerealiseerd zijn, dan dient deze in de consolidatie te worden geëlimineerd. Dit kan een impact hebben op de winstbestemmingstabel en de resultaatbestemming.
### 1.16 Uitgestelde belastingen en belastinglatenties
Uitgestelde belastingen en belastinglatenties ontstaan door tijdelijke verschillen tussen de fiscale en boekhoudkundige waardering van activa en passiva.
#### 1.16.1 Uitgestelde belastingen en belastinglatenties (artikel 3:119 KB van 29 april 2019)
* **Permanente verschillen:** Verschillen die nooit meer zullen verdwijnen.
* **Tijdelijke verschillen:** Verschillen die in de toekomst zullen verdwijnen.
* **Actieve belastinglatentie of uitgestelde belastingvordering:** Ontstaat wanneer de fiscale winst lager is dan de boekhoudkundige winst, wat leidt tot een toekomstige belastingbesparing.
* **Passieve belastinglatentie of uitgestelde belastingschuld:** Ontstaat wanneer de fiscale winst hoger is dan de boekhoudkundige winst, wat leidt tot een toekomstige extra belasting.
* **Overdraagbare verliezen:** Fiscale verliezen die in de toekomst verrekend kunnen worden.
#### 1.16.2 Voorbeelden
* **Voorbeeld 1 – Belastingslatenties ten gevolge van verschillen in afschrijvingen:** Wanneer een actief in de boekhouding anders wordt afgeschreven dan fiscaal, ontstaat een tijdelijk verschil. Dit resulteert in een uitgestelde belastingschuld of -vordering. De boekingen in 20N1 en 20N2 tonen hoe deze latenties worden verwerkt en hoe ze in de daaropvolgende jaren worden geactualiseerd.
* **Voorbeeld 2 – Actieve versus passieve belastinglatenties:** Illustreert de boekingen voor zowel actieve als passieve belastinglatenties in de consolidatiejournaal en hun impact op de winstbestemmingstabel.
* **Voorbeeld 3 – Verkoop van een vast actief binnen de groep met winst:** Wanneer een vast actief met winst wordt verkocht binnen de groep, ontstaat er een verschil tussen de boekhoudkundige winst en de fiscale realisatie. Dit vereist een consolidatiejournaal om de latente belasting op de ongerealiseerde intragroepsmeerwaarde te verwerken. De analyse van de gegevens en de consolidatieboekingen tonen de impact op de balans en de resultatenrekening.
---
# Integrale consolidatie volgens Belgische GAAP
Dit gedeelte behandelt de integrale consolidatiemethode onder Belgische GAAP, waarbij de balans en resultatenrekening van de dochteronderneming volledig worden opgenomen in die van de moederonderneming, met specifieke eliminaties en correcties.
### 2.1 Toepassingsgebied van de integrale consolidatie
De integrale consolidatiemethode wordt toegepast door de moederonderneming op haar dochterondernemingen. Dit houdt in dat alle elementen van de balans (activa, passiva, eigen vermogen), alle opbrengsten en kosten van de resultatenrekening, en alle rechten en verplichtingen van zowel de moeder- als de dochteronderneming integraal (100%) worden opgenomen.
### 2.2 Werkwijze voor de balans
Bij de integrale consolidatie van de balans worden de volgende stappen doorlopen:
* **Groepswaarderingsregels:** Activa en passiva van de dochteronderneming worden herwerkt naar de groepswaarderingsregels.
* **Overgenomen eigen vermogen:** Het eigen vermogen van de dochteronderneming wordt herwerkt.
* **Eliminatie van de deelneming:** De boekwaarde van de deelneming van de moeder in de dochter wordt geëlimineerd tegen het overgenomen eigen vermogen van de dochter.
* **Eliminatie van belangen van derden:** Het deel van het eigen vermogen dat niet tot de groep behoort (belangen van derden) wordt uitgedrukt.
* **Eliminatie van onderlinge vorderingen en schulden:** Saldi tussen de moeder en dochter (en tussen dochters onderling) worden volledig geëlimineerd.
* **Eliminatie van winsten en verliezen in activa:** Winsten of verliezen die begrepen zijn in de waarde van een actief dat intragroeps werd overgedragen, worden geëlimineerd.
Een uitzondering op de integrale eliminatie is mogelijk, waarbij eliminaties pro rata het belangenpercentage van de moederonderneming worden toegepast.
### 2.3 Werkwijze voor de resultatenrekening
De consolidatie van de resultatenrekening omvat:
* **Groepswaarderingsregels:** Opbrengsten en kosten worden herwerkt naar de groepswaarderingsregels.
* **Resultaatbestemming anders dan dividend:** Winstbestemmingen van de dochter die geen dividend zijn, worden behandeld.
* **Belastingvrije reserves:** Belastingvrije reserves worden geëlimineerd.
* **Eliminatie van onderlinge opbrengsten en kosten:** Transacties tussen groepsvennootschappen worden volledig geëlimineerd.
* **Eliminatie van winsten en verliezen in activa:** Gedeelten van winsten of verliezen die nog niet gerealiseerd zijn met externe partijen en in de waarde van activa zijn begrepen, worden geëlimineerd.
Specifieke elementen die aandacht vereisen, zijn:
* Gerealiseerde meer- of minwaarden op deelnemingen.
* Dividenden.
* Waardeverminderingen.
* Aandeel van derden in het resultaat.
Ook hier is een uitzondering op de integrale eliminatie mogelijk, waarbij eliminaties pro rata het belangenpercentage van de moederonderneming worden toegepast.
### 2.4 Het consolidatieverschil
Het consolidatieverschil ontstaat wanneer de verwervingsprijs van een deelneming niet overeenkomt met het reële eigen vermogen van de dochteronderneming op de datum van verwerving.
#### 2.4.1 Bepaling van het consolidatieverschil
Het consolidatieverschil wordt berekend als het verschil tussen de aanschaffingswaarde van de deelneming en het overgenomen eigen vermogen van de dochteronderneming, na herwerking volgens groepswaarderingsregels en eventuele aanpassingen voor latente belastingen en pre-acquisitieresultaten.
$$
\text{Consolidatieverschil} = \text{Aanschaffingswaarde deelneming} - \text{Overgenomen netto-actief (EW)}
$$
Het overgenomen eigen vermogen wordt bepaald na herwerking van de activa en passiva volgens de waarderingsregels van de groep. Dit kan ook rekening houden met fiscale geïnspireerde waarderingsregels.
#### 2.4.2 Boekhoudkundige verwerking van het consolidatieverschil
* **Positief consolidatieverschil (goodwill):** Dit wordt opgenomen op de actiefzijde van de geconsolideerde balans onder de rubriek 'Positieve consolidatieverschillen'. Het wordt afgeschreven volgens een passend afschrijvingsplan. Indien de afschrijvingsperiode langer is dan vijf jaar, is een motivering in de toelichting vereist. De afschrijvingen worden ten laste genomen van het bedrijfsresultaat of het financieel resultaat.
* **Negatief consolidatieverschil (badwill):** Dit wordt opgenomen onder het eigen vermogen van de geconsolideerde balans in de rubriek 'Negatieve consolidatieverschillen'. Dit bedrag blijft behouden voor de duur van de participatie. Het wordt in het resultaat genomen indien dit te verklaren is door verwachte negatieve resultaten die zich voordoen.
#### 2.4.3 Compensatie en wijzigingen
Het compenseren van positieve en negatieve consolidatieverschillen is verboden, tenzij ze betrekking hebben op dezelfde dochteronderneming; in dat geval is compensatie verplicht.
Een consolidatieverschil, eenmaal bepaald, blijft onveranderd, behalve door:
* Afschrijvingen op positieve consolidatieverschillen.
* Inresultaatname van negatieve consolidatieverschillen.
* Wijzigingen in het belangenpercentage in de dochteronderneming (verhoging of verlaging).
### 2.5 Belangen van derden
Bij integrale consolidatie wordt het volledige eigen vermogen van de dochteronderneming opgenomen, ook indien de moederonderneming niet 100% van de aandelen bezit. Het gedeelte van het eigen vermogen dat niet tot de groep behoort, wordt uitgedrukt als 'Belangen van derden' en wordt niet als eigen vermogen van de groep voorgesteld.
Het aandeel van derden in het resultaat van een dochteronderneming, dat niet wordt toegerekend aan aandelen die wel door de moederonderneming of de groep worden aangehouden, wordt opgenomen onder de post 'Aandeel van derden' in de geconsolideerde resultatenrekening.
### 2.6 Eliminatie van vorderingen en schulden
Onderlinge saldi van vorderingen en schulden tussen groepsvennootschappen worden integraal geëlimineerd. Dit geldt zowel voor de balans (onderlinge vorderingen en schulden) als voor de resultatenrekening (onderlinge opbrengsten en kosten). Eventuele overblijvende verschillen na deze eliminatie kunnen wijzen op administratieve organisatieproblemen.
### 2.7 Eliminatie in de resultatenrekening
Onderlinge opbrengsten en kosten tussen groepsvennootschappen worden geëlimineerd om ervoor te zorgen dat de geconsolideerde resultatenrekening enkel transacties met externe partijen weerspiegelt. Dit omvat onder andere verkopen van goederen, leveren van diensten, en het aanrekenen van rente of huur.
### 2.8 Eliminaties met impact op balans en resultatenrekening
Naast onderlinge vorderingen en schulden, en opbrengsten en kosten, zijn er andere eliminaties die impact hebben op zowel de balans als de resultatenrekening:
* **Winsten en verliezen begrepen in de waarde van een actief:** Indien een actief intragroeps is verkocht, wordt de niet-gerealiseerde winst of het niet-gerealiseerde verlies dat nog in de waarde van dat actief schuilt, geëlimineerd. Dit geldt voor activa die nog deel uitmaken van de voorraden of die als vaste activa worden aangehouden.
* **Gerealiseerde intragroep meer- en minwaarden op deelnemingen:** Bij de verkoop van een deelneming aan een andere groepsvennootschap worden de gerealiseerde meer- of minwaarden geëlimineerd.
* **Dividenden:** Intragroepsdividenden worden geëlimineerd.
* **Waardeverminderingen op deelnemingen:** Waardeverminderingen die binnen de groep zijn geboekt, worden geëlimineerd indien ze niet slaan op een externe gebeurtenis.
#### 2.8.1 Eliminatie van het resultaat bij verkoop van vaste activa
Bij de verkoop van een vast actief binnen de groep wordt het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde van het actief, zijnde de winst of het verlies, geëlimineerd. Deze eliminatie is nodig omdat het actief nog steeds eigendom is van de groep. De amortisatie van het actief na de verkoop moet ook worden aangepast om het effect van de intragroepsverkoop te neutraliseren.
> **Tip:** Bij de eliminatie van winsten op verkochte vaste activa die nog deel uitmaken van het actief van de kopende entiteit, wordt de winst geëlimineerd. De latere afschrijvingen door de kopende entiteit zullen gebaseerd zijn op de herwaardeerde verkoopprijs, terwijl de oorspronkelijke afschrijvingen door de verkopende entiteit nog intact blijven. Dit leidt tot een verschil dat gecorrigeerd moet worden.
#### 2.8.2 Eliminatie bij onderlinge verkopen van goederen die tot de voorraden behoren
Wanneer goederen intragroeps worden verkocht en deze nog deel uitmaken van de voorraden van de kopende onderneming aan het einde van het boekjaar, moet de nog niet-gerealiseerde winst of het nog niet-gerealiseerde verlies worden geëlimineerd. Dit geldt voor de eindvoorraad. Indien de goederen echter al door de kopende onderneming zijn doorverkocht aan een externe partij, wordt de winst of het verlies volledig geëlimineerd, aangezien de realisatie met een externe partij heeft plaatsgevonden.
#### 2.8.3 Eliminatie van intragroepsdividenden
Dividenden die door een dochteronderneming aan haar moederonderneming (of aan een andere groepsvennootschap) worden uitgekeerd, worden geëlimineerd in de geconsolideerde resultatenrekening. Dit om te voorkomen dat dividenden tweemaal worden verrekend, aangezien het dividend reeds deel uitmaakte van het resultaat van de dochter die reeds integraal was opgenomen.
#### 2.8.4 Eliminatie van waardeverminderingen op deelnemingen
Indien er intragroepsverrichtingen zijn die leiden tot een waardevermindering op een deelneming, dient deze correct te worden geëlimineerd. Dit is met name relevant wanneer een dochteronderneming een waardevermindering op aandelen van de moederonderneming boekt, of vice versa.
### 2.9 Uitgestelde belastingen en belastinglatenties
Uitgestelde belastingen en belastinglatenties worden berekend op tijdelijke verschillen tussen de fiscale en boekhoudkundige waardering van activa en passiva.
* **Tijdelijke verschillen:** Deze ontstaan wanneer de boekhoudkundige en fiscale behandeling van een transactie of situatie verschillend is en dit verschil in de toekomst zal worden vereffend.
* **Actieve belastinglatentie (uitgestelde belastingvordering):** Ontstaat wanneer de fiscale winst hoger is dan de boekhoudkundige winst, wat leidt tot een toekomstige belastingbesparing.
* **Passieve belastinglatentie (uitgestelde belastingschuld):** Ontstaat wanneer de boekhoudkundige winst hoger is dan de fiscale winst, wat leidt tot een toekomstige extra belastingbetaling.
Bij consolidatie moeten deze latenties worden meegenomen om de totale belastinglast van de groep correct weer te geven. Dit is met name van belang bij intragroepsverkopen, afschrijvingsverschillen, en waardeverminderingen.
> **Voorbeeld:** Wanneer een moederonderneming een vast actief verkoopt aan haar dochteronderneming met winst, en de dochter het actief vervolgens met een hogere boekwaarde afschrijft dan fiscaal is toegestaan, ontstaat er een tijdelijk verschil. Dit verschil leidt tot een passieve belastinglatentie in de geconsolideerde boekhouding.
Bij de eliminatie van winsten of verliezen uit intragroepsverkopen van vaste activa, is het cruciaal om rekening te houden met de impact op de uitgestelde belastingen. De winst die wordt geëlimineerd, kan een aanleiding zijn voor het ontstaan van uitgestelde belastingen of de correctie van bestaande latenties.
---
# Eliminatietechnieken in de consolidatie
Dit gedeelte behandelt de essentiële eliminatietechnieken die cruciaal zijn voor een correcte consolidatie, inclusief de aanpak van onderlinge vorderingen en schulden, resultaten uit intragroepstransacties, winsten en verliezen op vaste activa, en intragroepsdividenden.
### 3.1 Principe van eliminatie
Eliminatietechnieken zijn noodzakelijk om de financiële overzicht te presenteren alsof de groep één enkele economische entiteit is. Hierbij worden alle intragroepsverrichtingen en -saldi uit de geconsolideerde cijfers verwijderd om dubbeltellingen en misleidende informatie te vermijden.
### 3.2 Eliminatie van vorderingen en schulden
Onderlinge saldi van vorderingen en schulden tussen moeder- en dochterondernemingen, of tussen dochterondernemingen onderling, moeten integraal geëlimineerd worden in de geconsolideerde balans. Dit geldt ongeacht of de vordering of schuld al dan niet een financiële verrichting betreft.
> **Tip:** Een nauwkeurige afstemming van de saldi is cruciaal om te bepalen of er nog onopgeloste verschillen bestaan die nader onderzoek vereisen.
#### 3.2.1 Voorbeeld: Eliminatie van vorderingen en schulden
Stel, moedervennootschap M consolideert dochterondernemingen D1 en D2. Op 31 december 20N1 zijn er de volgende onderlinge relaties:
* M heeft een vordering op D1 van 100.000,00 euro.
* M heeft een vordering op D2 wegens een lening van 400.000,00 euro.
* D1 heeft een handelsschuld bij D2 van 20.000,00 euro.
De consolidatiejournaalposten zouden deze vorderingen en schulden elimineren.
### 3.3 Eliminatie in de resultatenrekening
Net zoals bij balansposten, moeten ook resultaten die voortkomen uit intragroepsverrichtingen geëlimineerd worden. Dit omvat bijvoorbeeld winsten of verliezen op verkochte goederen, intresten op leningen en huurinkomsten/-kosten tussen groepsondernemingen.
#### 3.3.1 Voorbeeld: Eliminatie in de resultatenrekening
Een moedervennootschap M consolideert dochterondernemingen D1 en D2. Op 31 december 20N1 zijn er de volgende intragroepsrelaties in de resultatenrekeningen:
* M verkocht goederen aan D1 voor 200.000,00 euro en aan D2 voor 250.000,00 euro.
* D2 heeft huur aan M aangerekend voor 75.000,00 euro.
* D1 heeft interest aan D2 aangerekend voor een onderlinge lening van 5.000,00 euro.
De consolidatiejournaalposten zullen deze opbrengsten en kosten elimineren.
### 3.4 Eliminaties met impact op balans en resultatenrekening
Bepaalde transacties hebben gevolgen voor zowel de balans als de resultatenrekening. Hieronder vallen de eliminatie van winsten en verliezen die begrepen zijn in de waarde van een actief, intragroepswinsten op deelnemingen, en dividenden.
#### 3.4.1 Eliminatie van het resultaat bij verkoop van vaste activa
Wanneer een vast actief binnen de groep wordt verkocht, moet de intragroepsmeer- of minderwaarde geëlimineerd worden. Dit geldt voor zowel meerwaarden die tijdens het huidige boekjaar als in vorige boekjaren zijn gerealiseerd. Ook de impact op toekomstige afschrijvingen moet meegenomen worden.
> **Tip:** De eliminatie van de intragroepsmeerwaarde in het jaar van verkoop vermindert de boekwaarde van het actief naar de oorspronkelijke kostprijs voor de groep, en corrigeert de afschrijvingen. Latere afschrijvingen door de verkrijgende partij moeten ook worden aangepast.
##### 3.4.1.1 Voorbeeld: Eliminatie van het resultaat bij verkoop van vaste activa
Vennootschap M (80% belang in D) verkoopt een machine aan D.
* Aankoop door M: 1.200.000,00 euro.
* Afschrijving door M (5 jaar lineair): 240.000,00 euro per jaar.
* Verkoop aan D in 20N1: 1.000.000,00 euro (machine was 60% afgeschreven).
* Resterende gebruiksduur D: 4 jaar.
De oorspronkelijke meerwaarde voor M is 1.000.000,00 euro (verkoopprijs) - (1.200.000,00 euro * 40% resterende boekwaarde) = 520.000,00 euro.
De consolidatieboekingen zullen deze meerwaarde en de bijbehorende correctie van afschrijvingen elimineren. De netto-impact op het resultaat van de groep in 20N1 is de eliminatie van de meerwaarde minus de extra afschrijving door D vergeleken met M.
##### 3.4.1.2 Consolidatiejournaal
In het jaar van verkoop (20N1):
* Debiteren: Eigen vermogen (intragroepsmeerwaarde op vaste activa)
* Crediteren: Vaste activa (het verschil tussen de verkoopprijs en de resterende boekwaarde voor de groep)
* Crediteren: Resultaat (de extra afschrijving door D t.o.v. M)
In de volgende jaren (bv. 20N2-20N5), zal de correctie op de afschrijvingen worden geëlimineerd.
#### 3.4.2 Eliminatie bij onderlinge verkopen van goederen die tot de voorraden behoren
Winsten of verliezen op intragroepsverkopen van goederen die nog in de voorraad zitten bij de einddatum van de consolidatie, moeten worden geëlimineerd.
> **Tip:** Als de kopende onderneming alle goederen al heeft doorverkocht, is er geen intragroepsresultaat meer te elimineren in de eindvoorraad. Echter, als een deel van de goederen nog in voorraad is, moet het niet-gerealiseerde winstbestanddeel worden afgeboekt.
##### 3.4.2.1 Voorbeeld: Nog niet alle goederen doorverkocht
Een moedervennootschap M verkoopt goederen aan dochteronderneming D voor 100.000,00 euro, met een winstmarge van 20%. Op de balansdatum heeft D nog voor 40.000,00 euro aan deze goederen op voorraad. Het intragroepsresultaat op deze nog niet verkochte goederen is 20% van 40.000,00 euro = 8.000,00 euro.
De consolidatiejournaalpost elimineert deze niet-gerealiseerde winst:
* Debiteren: Voorraden (het niet-gerealiseerde winstbestanddeel)
* Crediteren: Winst op verkopen binnen de groep
#### 3.4.3 Eliminatie van intragroepsdividenden
Dividenden die door een dochteronderneming aan de moederonderneming worden uitgekeerd, moeten geëlimineerd worden. Dit zorgt ervoor dat de geconsolideerde winst niet wordt verhoogd met dividenden die binnen de groep worden uitgekeerd.
##### 3.4.3.1 Voorbeeld: Eliminatie van intragroepsdividenden
Dochteronderneming D keert een dividend uit van 10.000,00 euro aan moederonderneming M.
De consolidatiejournaalpost elimineert dit dividend:
* Debiteren: Eigen vermogen (dividenduitkering door dochter)
* Crediteren: Ontvangen dividenden (door moeder)
Indien niet alle dividenden werden uitgekeerd of door de genieter zijn geboekt, zijn er aanpassingen nodig om dit correct te verwerken.
#### 3.4.4 Eliminatie van waardevermindering op deelnemingen
Waardeverminderingen op deelnemingen die een moederonderneming heeft geboekt op haar investering in een dochteronderneming, moeten worden geëlimineerd indien deze waardeverminderingen voortkomen uit intragroepsverliezen die nog niet tot uiting komen in de geconsolideerde resultaten.
##### 3.4.4.1 Voorbeeld: Eliminatie van waardevermindering op deelnemingen
Moeder M boekt een waardevermindering op haar deelneming in dochter D van 5.000,00 euro wegens intragroepsverliezen die nog niet volledig geëlimineerd zijn in de consolidatie.
De consolidatiejournaalpost elimineert deze waardevermindering:
* Debiteren: Waardevermindering op deelnemingen (door moeder)
* Crediteren: Eigen vermogen (correctie van de waardevermindering)
Dit wordt verder verwerkt in de winstbestemmingstabel.
### 3.5 Uitgestelde belastingen en belastinglatenties
Bij het toepassen van eliminatietechnieken kunnen tijdelijke verschillen ontstaan die leiden tot de noodzaak van het boeken van uitgestelde belastingen (actieve belastinglatenties of vorderingen) en passieve belastinglatenties (schulden). Dit is in lijn met de Belgische regelgeving.
> **Tip:** Let goed op permanente verschillen versus tijdelijke verschillen. Alleen tijdelijke verschillen kunnen leiden tot uitgestelde belastingen.
#### 3.5.1 Voorbeeld 1: Belastinglatenties ten gevolge van verschil in afschrijvingen
Indien een activa door M sneller wordt afgeschreven dan door D, ontstaat er een tijdelijk verschil. Dit kan leiden tot een passieve belastinglatentie.
##### 3.5.1.1 Boekingen in 20N1
* Bij M: Eliminatie van de meerwaarde op de verkochte machine.
* Correctie van de afschrijvingen om de intrinsieke waarde voor de groep te behouden.
* Boeking van de passieve belastinglatentie op de meerwaarde.
##### 3.5.1.2 Boekingen in 20N2
* Boeking van de correctie op de afschrijvingen om de oorspronkelijke afschrijvingen te reflecteren.
* Ontboeking van een deel van de passieve belastinglatentie.
#### 3.5.2 Voorbeeld 2: Actieve versus passieve belastinglatenties
Verschillen in boekhoudkundige en fiscale waardering kunnen leiden tot zowel actieve als passieve belastinglatenties, afhankelijk van de aard van het verschil en de richting ervan.
#### 3.5.3 Voorbeeld 3: Verkoop van een vast actief binnen de groep met winst
Bij de verkoop van een vast actief met winst binnen de groep, ontstaat er een tijdelijk verschil tussen de boekwaarde voor de groep en de fiscale waarde. Dit vereist de boeking van een uitgestelde belastinglatentie.
> **Tip:** Analyseer zorgvuldig de impact van elke intragroepstransactie op zowel de balans als de resultatenrekening, en identificeer de eventuele belastinggevolgen. Zorg voor consistente consolidatieboekingen over de jaren heen.
---
# Uitgestelde belastingen en belastinglatenties
Deze sectie behandelt de analyse van uitgestelde belastingen en belastinglatenties binnen de consolidatie, inclusief hun definities, de soorten verschillen die ertoe leiden, en praktische voorbeelden van boekingen.
### 4.1 Definities en Oorzaken
Uitgestelde belastingen en belastinglatenties zijn relevant in de consolidatiepraktijk, met name in de context van Belgische GAAP, conform artikel 3:119 van het Koninklijk Besluit van 29 april 2019. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen permanente verschillen en tijdelijke verschillen.
* **Permanente verschillen**: Deze verschillen zijn van aard dat ze in de toekomst niet meer kunnen worden gecorrigeerd. Ze hebben geen impact op uitgestelde belastingen.
* **Tijdelijke verschillen**: Dit zijn verschillen die in de loop van toekomstige perioden zullen worden teruggedraaid of die voortvloeien uit de combinatie van boekhoudkundige en fiscale waarderingsregels. Deze verschillen creëren de basis voor uitgestelde belastingen.
Tijdelijke verschillen kunnen leiden tot:
* **Actieve belastinglatentie (uitgestelde belastingvordering)**: Ontstaat wanneer de boekhoudkundige winst hoger is dan de fiscale winst, of wanneer er een verwachting is van toekomstige fiscale voordelen.
* **Passieve belastinglatentie (uitgestelde belastingschuld)**: Ontstaat wanneer de fiscale winst hoger is dan de boekhoudkundige winst, of wanneer er een verwachting is van toekomstige fiscale lasten.
* **Overdraagbare verliezen**: Fiscale verliezen die in de toekomst kunnen worden verrekend met toekomstige winsten.
### 4.2 Oorzaken van Tijdelijke Verschillen
Tijdelijke verschillen die leiden tot uitgestelde belastingen en belastinglatenties kunnen voortkomen uit diverse situaties, waaronder:
* **Verschillen in afschrijvingen**: Wanneer de boekhoudkundige afschrijvingsmethode of levensduur afwijkt van de fiscale methode of levensduur.
* **Niet-gerealiseerde winsten/verliezen op intragroepstransacties**: Bij verkoop van activa binnen de groep waar nog geen externe realisatie heeft plaatsgevonden.
* **Waardeverminderingen**: Boekhoudkundige waardeverminderingen die fiscaal niet direct aftrekbaar zijn.
* **Verschillen in opbrengsten- en kostenherkenning**: Tussen boekhoudkundige en fiscale regels.
### 4.3 Praktische Voorbeelden van Boekingen
De impact van tijdelijke verschillen op de consolidatie wordt gerealiseerd door specifieke boekingen die uitgestelde belastingen creëren.
#### 4.3.1 Voorbeeld 1: Belastingslatenties door Verschil in Afschrijvingen
Stel, vennootschap M koopt een machine voor 1.200.000 dollars. Boekhoudkundig wordt deze machine lineair afgeschreven over 5 jaar, wat resulteert in een jaarlijkse afschrijving van 240.000 dollars. Fiscaal gezien mag de machine echter versneld worden afgeschreven in 3 jaar, met een jaarlijkse afschrijving van 400.000 dollars.
* **Jaar 1:**
* Boekhoudkundige afschrijving: $240.000$ dollars
* Fiscale afschrijving: $400.000$ dollars
* Verschil: $160.000$ dollars (fiscale afschrijving is hoger)
* Dit creëert een tijdelijk verschil dat leidt tot een **passieve belastinglatentie**. Bij een belastingtarief van 25% bedraagt de latentie $160.000 \text{ dollars} \times 25\% = 40.000$ dollars.
**Boeking in 20N1:**
* Debet: Resultaat (fiscale last) $40.000$ dollars
* Credit: Passieve belastinglatentie $40.000$ dollars
* **Jaar 2:**
* Boekhoudkundige afschrijving: $240.000$ dollars
* Fiscale afschrijving: $400.000$ dollars
* Verschil: $160.000$ dollars
**Boeking in 20N2:**
* Debet: Resultaat (fiscale last) $40.000$ dollars
* Credit: Passieve belastinglatentie $40.000$ dollars
* **Jaar 3:**
* Boekhoudkundige afschrijving: $240.000$ dollars
* Fiscale afschrijving: $400.000$ dollars
* Verschil: $160.000$ dollars
**Boeking in 20N3:**
* Debet: Resultaat (fiscale last) $40.000$ dollars
* Credit: Passieve belastinglatentie $40.000$ dollars
* **Jaar 4:**
* Boekhoudkundige afschrijving: $240.000$ dollars
* Fiscale afschrijving: $0$ dollars (fiscale afschrijving is voltooid)
* Verschil: $240.000$ dollars (boekhoudkundige afschrijving is hoger)
* Dit keert het verschil om en leidt tot een **actieve belastinglatentie**. De voorheen gecreëerde passieve latenties worden hierdoor ontmanteld.
**Boeking in 20N4:**
* Debet: Actieve belastinglatentie $120.000$ dollars
* Credit: Resultaat (fiscale baten) $120.000$ dollars
* **Jaar 5:**
* Boekhoudkundige afschrijving: $240.000$ dollars
* Fiscale afschrijving: $0$ dollars
* Verschil: $240.000$ dollars
**Boeking in 20N5:**
* Debet: Actieve belastinglatentie $120.000$ dollars
* Credit: Resultaat (fiscale baten) $120.000$ dollars
> **Tip:** De consolidatieboeking van uitgestelde belastingen corrigeert het resultaat van de groep door de fiscale impact van tijdelijke verschillen te weerspiegelen, zodat de totale belastinglast van de groep correct wordt weergegeven.
#### 4.3.2 Voorbeeld 2: Actieve versus Passieve Belastinglatenties
In dit voorbeeld wordt gekeken naar twee scenario's die leiden tot respectievelijk een actieve en een passieve belastinglatentie.
* **Scenario A: Passieve belastinglatentie**
Een dochteronderneming heeft een opbrengst geboekt in de boekhouding, maar deze is fiscaal pas volgend jaar belastbaar. Dit resulteert in een lagere fiscale winst in het lopende jaar en een verwachte hogere fiscale winst in de toekomst.
* Boekhoudkundige winst > Fiscale winst in het lopende jaar.
* Ontstaat een **passieve belastinglatentie**.
* **Scenario B: Actieve belastinglatentie**
Een dochteronderneming heeft een voorziening gevormd voor een potentiële juridische kost, die boekhoudkundig ten laste is genomen. Fiscaal is deze kost echter pas aftrekbaar wanneer deze effectief wordt betaald. Dit resulteert in een hogere fiscale winst in het lopende jaar. Bovendien kunnen er, indien de dochteronderneming fiscale verliezen kan overdragen, actieve belastinglatenties ontstaan gerelateerd aan deze verliezen.
* Fiscale winst > Boekhoudkundige winst in het lopende jaar.
* Ontstaat een **actieve belastinglatentie**.
**Consolidatiejournaal voor een passieve latentie:**
* Debet: Resultaat (fiscale last)
* Credit: Passieve belastinglatentie
**Consolidatiejournaal voor een actieve latentie (gerelateerd aan voorziening):**
* Debet: Actieve belastinglatentie
* Credit: Resultaat (fiscale baten)
**Consolidatiejournaal voor een actieve latentie (gerelateerd aan overdraagbare verliezen):**
* Debet: Actieve belastinglatentie
* Credit: Resultaat (fiscale baten)
#### 4.3.3 Voorbeeld 3: Verkoop van een Vast Actief binnen de Groep met Winst
Stel dat moedermaatschappij M een deelneming van 80% heeft in dochteronderneming D. In het boekjaar 20N1 verkoopt M een machine aan D voor 1.000.000 dollars. De machine werd door M aangekocht voor 1.200.000 dollars en was reeds voor 60% afgeschreven. M's lineaire afschrijving over 5 jaar betekent dat de boekwaarde bij verkoop 480.000 dollars was ($1.200.000 \times (1 - 60\%)$). De gerealiseerde meerwaarde voor M is dus $1.000.000 - 480.000 = 520.000$ dollars.
D schrijft de machine af over een resterende gebruiksduur van 4 jaar.
* **Analyse:**
* **Boekhoudkundig:** De meerwaarde van $520.000$ dollars is door M als winst geboekt. De afschrijving door D bedraagt $1.000.000 / 4 = 250.000$ dollars per jaar. Als de machine niet intragroeps was verkocht, zou de afschrijving door M $1.200.000 / 5 = 240.000$ dollars per jaar zijn geweest. Het verschil in afschrijving in jaar 1 is $250.000 - 240.000 = 10.000$ dollars. Dit creëert een tijdelijk verschil.
* **Fiscaal:** Er wordt aangenomen dat de fiscale regels de boekhoudkundige realisatie van de meerwaarde volgen, maar dat er ook correcties komen voor de afschrijvingen.
* **Latente belasting:** Bij een belastingtarief van 25% ontstaat een latente belasting op de niet-gerealiseerde meerwaarde en een correctie op de afschrijvingen.
* **Consolidatiejournaal in 20N1:**
Om de niet-gerealiseerde meerwaarde en de impact op de afschrijvingen te elimineren, worden de volgende boekingen gemaakt:
1. **Eliminatie van de niet-gerealiseerde meerwaarde:**
De winst van 520.000 dollars die M heeft geboekt, moet worden geëlimineerd, omdat deze nog niet extern is gerealiseerd.
* Debet: Gerealiseerde winst op vaste activa $520.000$ dollars
* Credit: Gekochte vaste activa (door D) $520.000$ dollars
2. **Correctie van de afschrijvingen:**
Het verschil in afschrijvingen (250.000 dollars door D versus 240.000 dollars door M) is 10.000 dollars. Dit verschil is een gevolg van de intragroepstransactie. De extra afschrijving door D moet worden tenietgedaan.
* Debet: Gekochte vaste activa (door D) $10.000$ dollars
* Credit: Afschrijvingen op vaste activa $10.000$ dollars
3. **Boeking van de latente belastingen:**
De meerwaarde van 520.000 dollars is fiscaal herkend door M. De correctie van de afschrijvingen door D vermindert de fiscale winst. De impact op de latente belasting is:
* Latente belasting op de meerwaarde: $520.000 \times 25\% = 130.000$ dollars (passieve latentie).
* Latente belasting op het verschil in afschrijvingen: $10.000 \times 25\% = 2.500$ dollars (actieve latentie).
* Netto latente belasting: $130.000 - 2.500 = 127.500$ dollars.
* Debet: Resultaat (fiscale last) $127.500$ dollars
* Credit: Passieve belastinglatentie $130.000$ dollars
* Credit: Actieve belastinglatentie $2.500$ dollars
> **Belangrijk:** Bij verkoop van activa binnen de groep moet niet alleen de winst/het verlies worden geëlimineerd, maar ook de impact op toekomstige afschrijvingen en de hieruit voortvloeiende uitgestelde belastingen.
#### 4.3.4 Eliminatie van de Latente Belasting bij Volledige Realisatie
Wanneer de activa die intragroeps werden verkocht, volledig zijn afgeschreven of verkocht aan een derde partij, wordt de latente belasting die eerder is geboekt, ontmanteld. In het voorbeeld van de machine:
* **Consolidatiejournaal in 20N2:**
* De machine wordt door D verder afgeschreven. Het verschil in afschrijving tussen D en M is 10.000 dollars.
* Debet: Gekochte vaste activa (door D) $10.000$ dollars
* Credit: Afschrijvingen op vaste activa $10.000$ dollars
* De latente belasting gerelateerd aan het verschil in afschrijvingen wordt ontmanteld: $10.000 \times 25\% = 2.500$ dollars.
* Debet: Passieve belastinglatentie $2.500$ dollars
* Credit: Resultaat (fiscale baten) $2.500$ dollars
* **Consolidatiejournaal in 20N3 en 20N4:**
Dezelfde boeking als in 20N2 wordt herhaald om het verschil in afschrijvingen te verwerken en de bijbehorende latente belastingen te ontmantelen.
* **Ontmanteling van de rest van de latente belasting:**
Nadat de machine volledig is afgeschreven door D, en de latente belasting op het verschil in afschrijvingen is verwerkt, blijft de latente belasting op de oorspronkelijke meerwaarde over om ontmanteld te worden. Dit gebeurt naarmate de machine wordt afgeschreven door D, waarbij de boekwaarde van de machine door D de historische kostprijs van M benadert.
> **Let op:** De ontmanteling van latente belastingen moet nauwkeurig worden gevolgd in de consolidatiejournaals over meerdere jaren, afhankelijk van de gebruiksduur van het actief.
### 4.4 Integratie met de Winstbestemmingstabel
Uitgestelde belastingen beïnvloeden zowel de winstbestemmingstabel als de consolidatieboekingen. Ze corrigeren het resultaat van de groep voor de fiscale impact van tijdelijke verschillen, zodat de netto winst na belastingen van de geconsolideerde entiteit correct wordt weergegeven.
Bij het verwerken van de impact van uitgestelde belastingen, worden de consolidatieboekingen doorgevoerd die de balans en de resultatenrekening van de groep aanpassen, teneinde de economische realiteit van de groep als één geheel weer te geven. Dit omvat zowel de correctie van het belastbaar resultaat als de weerspiegeling van de impact op de balansposten, zoals uitgestelde belastingvorderingen of -schulden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Consolidatieplicht | De wettelijke verplichting voor bepaalde ondernemingen, met name moederondernemingen, om hun financiële staten samen te voegen met die van hun dochterondernemingen om een geconsolideerd beeld van de groep te geven. |
| Controlebevoegdheden | De macht om het financiële en operationele beleid van een onderneming te sturen, wat essentieel is om te bepalen of er sprake is van een dochteronderneming voor consolidatiedoeleinden. Dit kan zowel juridisch (via stemrecht) als feitelijk (via invloed) worden uitgeoefend. |
| Integrale consolidatie | Een methode van consolidatie waarbij 100% van de activa, passiva, opbrengsten en kosten van de dochteronderneming worden opgenomen in de geconsolideerde financiële staten van de moederonderneming, ongeacht het controlepercentage. |
| Consolidatieverschil | Het verschil dat ontstaat bij consolidatie tussen de boekwaarde van de deelneming in een dochteronderneming en het deel van het eigen vermogen van die dochter dat aan de moedermaatschappij toebehoort. Dit kan positief (goodwill) of negatief zijn. |
| Belangen van derden | Het deel van het geconsolideerde eigen vermogen en resultaat dat toebehoort aan aandeelhouders of andere partijen die geen deel uitmaken van de moederonderneming of de groep. Dit wordt apart gepresenteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. |
| Eliminatie | Het proces waarbij intragroepsmutaties, zoals onderlinge vorderingen, schulden, opbrengsten en kosten, uit de geconsolideerde financiële staten worden verwijderd om een zuiver beeld te geven van de financiële positie en prestaties van de groep ten opzichte van externe partijen. |
| Onderlinge saldi | Vorderingen en schulden die bestaan tussen twee of meer ondernemingen binnen dezelfde groep. Deze moeten worden geëlimineerd bij consolidatie om dubbeltellingen te voorkomen. |
| Intragoepstransacties | Transacties die plaatsvinden tussen entiteiten binnen dezelfde groepsstructuur, zoals de verkoop van goederen of diensten, leningen, of verhuur. Deze transacties worden geëlimineerd om de geconsolideerde cijfers te vereenvoudigen. |
| Gerealiseerde meer- of minwaarden | Winsten of verliezen die voortvloeien uit de verkoop van activa tussen ondernemingen binnen een groep. Deze moeten worden geëlimineerd tot het deel dat toebehoort aan de groep, tenzij de activa aan een externe partij zijn verkocht. |
| Uitgestelde belastingen | Belastingverplichtingen of -vorderingen die voortvloeien uit tijdelijke verschillen tussen de boekhoudkundige waarde en de fiscale waarde van activa en passiva. Deze worden verwerkt om een getrouw beeld te geven van de toekomstige belastinglasten of -voordelen. |
| Belastinglatentie | Een passieve belastinglatentie is een verwachte belastingverplichting in de toekomst, vaak gerelateerd aan tijdelijke verschillen. Een actieve belastinglatentie is een verwachte belastingvordering. |
| Goodwill | Een positief consolidatieverschil dat ontstaat wanneer de betaalde prijs voor een overname van een dochteronderneming hoger is dan de reële waarde van het netto-actief van die dochter. Het vertegenwoordigt de immateriële waarde zoals merknaam, reputatie, etc. |
| Eigen vermogen (EV) | Het verschil tussen de activa en de passiva van een onderneming, wat de waarde vertegenwoordigt die toebehoort aan de eigenaars (aandeelhouders). Bij consolidatie wordt het eigen vermogen van de dochteronderneming herwerkt naar groepswaarderingsregels. |