Cover
Comença ara de franc Ultra_Hfd 4_4.2. De elleboog.pdf
Summary
# Sportletsels per lichaamsregio: de elleboog
Dit gedeelte van het document richt zich op specifieke letsels aan de elleboog die vaak voorkomen bij sporters, met nadruk op tenniselleboog, golferselleboog en werperselleboog, inclusief hun problemen, symptomen, diagnose, behandeling en preventie [4](#page=4).
### 1.1 Tenniselleboog of epicondylitis lateralis
De tenniselleboog is een ontsteking of beschadiging van de pezen die de strekspieren van de pols verbinden met de buitenzijde van de elleboog, vaak veroorzaakt door overbelasting en repetitieve bewegingen. Deze blessure komt vaker voor bij oudere sporters, typisch tussen de 30 en 50 jaar, en wordt veelal geassocieerd met de backhandbeweging in racketsporten zoals tennis, squash of padel [5](#page=5).
#### 1.1.1 Problemen en symptomen
Het voornaamste symptoom is pijn aan de buitenzijde van de elleboog, die verergert bij het strekken van de pols [6](#page=6).
#### 1.1.2 Diagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van de pijnlocatie en de verergering van de pijn bij polsextensie. Een echografie kan de diagnose bevestigen [6](#page=6).
#### 1.1.3 Behandeling
De behandeling omvat het tijdelijk vermijden van de uitlokkende activiteit, ijsapplicaties, en het gebruik van lokale ontstekingsremmende patches of gel. Een strapbrace rond de arm met een licht compressieve gelpad op de aanhechting kan de tractie op de peesvezels verminderen en de genezing versnellen [7](#page=7).
Soms kan een lokale corticosteroïde-injectie overwogen worden. Het effect van een cortisone-injectie verloopt in fasen: directe pijnvermindering door de verdovende werking (lidocaïne), waarna de pijn na ongeveer twee uur terugkomt als de verdoving uitwerkt. De klachten nemen na twee tot drie dagen af doordat de cortisone begint te werken, met een volledig effect dat na twee weken beoordeeld kan worden. Indien een injectie helpt maar de klachten terugkomen, kan een tweede injectie overwogen worden. Er mogen niet meer dan drie injecties per jaar op dezelfde plaats gegeven worden om schade aan gewrichten en pezen te voorkomen [8](#page=8).
Mogelijke bijwerkingen van cortisone-injecties zijn lokaal (pijn, infectie, huidverkleuring of -verdunning, weefselatrofie, peeszwakte of -scheuren) en systemisch (verhoogde bloedsuikerspiegel, gewichtstoename, botverlies, onderdrukking van de bijnierschors, stemmingswisselingen, slaapstoornissen) ] [10](#page=10) [9](#page=9).
In zeer hardnekkige gevallen kan extracorporele shockwave therapie (ESWT) of chirurgische ingrepen overwogen worden [11](#page=11).
Voordelen van shockwave-therapie omvatten pijnvermindering, stimulatie van weefselherstel, een niet-invasieve aanpak, verhoging van mobiliteit, korte behandelingssessies, versnelde genezing, en toepasbaarheid voor diverse aandoeningen zoals peesontstekingen en tenniselleboog [12](#page=12).
#### 1.1.4 Preventie
Preventie omvat het gedoseerd belasten van de polsstrekkers en het preventief uitvoeren van rekoefeningen voor de tenniselleboog [13](#page=13).
### 1.2 Golferselleboog of epicondylitis medialis
De golferselleboog is een ontsteking aan de binnenzijde van de elleboog, ter hoogte van de aanhechting van de spieren die de pols aansturen, met name de flexoren (buigspieren) en de m. pronator teres. Dit letsel treedt op bij sporters met herhaalde polsbuigingen in combinatie met draaibewegingen, en kan worden beschouwd als het spiegelbeeld van de tenniselleboog maar dan aan de binnenzijde [15](#page=15).
#### 1.2.1 Problemen en symptomen
De blessure wordt gekenmerkt door pijn aan de binnenzijde van de elleboog [15](#page=15).
#### 1.2.2 Diagnose
De diagnose is eenvoudig vast te stellen op basis van de locatie van de pijn en de verergering ervan bij het plooien van de pols tegen weerstand. Bevestiging kan plaatsvinden met echografie [16](#page=16).
#### 1.2.3 Behandeling
De behandeling omvat het vermijden van de uitlokkende sportactiviteit, ijsapplicaties, en lokale ontstekingsremmende middelen. Een strapbrace rond de arm kan de tractie op de peesvezels verminderen en de genezing bevorderen. Soms kan een lokale corticosteroïde-injectie overwogen worden, maar een operatie is doorgaans niet nodig [17](#page=17).
#### 1.2.4 Preventie
Preventie bestaat uit het doseren van torsie- en flexiebelasting van de pols om overbelasting en ontsteking te vermijden, aangevuld met preventieve rekoefeningen voor de golferselleboog [18](#page=18).
### 1.3 Werperselleboog
De werperselleboog is een combinatie van drie letsels die ontstaan door belasting buiten de natuurlijke bewegingsas van het ellebooggewricht. Het ellebooggewricht is een scharniergewricht dat voornamelijk beweging toelaat rond één as voor plooien en strekken; zijwaartse bewegingen zijn minimaal. Bewegingen buiten deze as leiden tot wringing en beschadiging van het gewricht [19](#page=19).
#### 1.3.1 Problemen en symptomen
Bij werpbewegingen, zoals bij speerwerpen of baseball, kan een onvoldoende hoge armpositie leiden tot aanzienlijke zijwaartse krachten (valguskracht) op de elleboog. Deze valguskracht veroorzaakt rek op de mediale structuren van de elleboog en compressie op de laterale onderdelen van het gewricht [20](#page=20).
Valgus is een standafwijking waarbij het distale deel van een ledemaat naar buiten afwijkt ten opzichte van de mediaanlijn, bijvoorbeeld bij een valgus-knie, hallux valgus (grote teen), of cubitus valgus (elleboog) . Varus daarentegen is een standafwijking waarbij het distale deel naar binnen wijst, richting de mediaanlijn, zoals bij een varus-knie, hallux varus, of cubitus varus [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24) [26](#page=26) [27](#page=27) [28](#page=28).
De werperselleboog omvat een combinatie van drie letsels:
1. Een scheur of verrekking in de mediale stabiliserende spieren.
2. Een scheur of verrekking in het mediale band: het ulnaire collaterale ligament.
3. Compressie en beschadiging van het laterale kraakbeen [29](#page=29).
Technische uitvoering is cruciaal; bijna geen enkele atleet werpt altijd perfect, waardoor de werperselleboog voor werpers bijna onvermijdelijk is. Een lage worp vanuit de heup kan performant zijn maar leidt vaak onbewust tot een "ongezonde" techniek [29](#page=29).
#### 1.3.2 Diagnose
De pijn kan acuut optreden na een enkele slecht uitgevoerde worp, of geleidelijk verergeren bij een aanhoudend slechte techniek. Pijn kan zowel aan de binnenzijde (mediaal) als aan de buitenzijde (lateraal) van de elleboog gevoeld worden. Een grondige evaluatie van de schade aan de drie betrokken structuren is noodzakelijk [30](#page=30).
1. **Mediale stabiliserende spiergroep (flexor-pronatorgroep):** Dit is de eerste beschermingslijn tegen valguskracht. Beschadiging treedt op wanneer de reflexmatige contractie onvoldoende is om de elleboog te stabiliseren tegen de valguskracht van een technisch slechte worp, wat kan leiden tot verrekking, partiële of volledige spierscheur. Druk op de spier is erg pijnlijk. Echografie of NMR kan de ernst van het letsel verduidelijken [30](#page=30).
2. **Ulnaire collaterale ligament:** Dit is de tweede beschermingslijn tegen valguskracht. Als de flexor-pronatorgroep de valguskracht niet voldoende kan opvangen, komt het ulnaire collaterale ligament onder tractie te staan, wat kan leiden tot verrekking, partiële of volledige scheur. Dit ligament functioneert als de mediale gewrichtsband van de elleboog [31](#page=31).
3. **Laterale kraakbeenschade (chondrose):** Dit is onvermijdelijk wanneer zowel de mediale flexor-pronatorgroep als het ulnaire collaterale ligament de valguskracht onvoldoende opvangen, wat resulteert in te grote compressie op het buitenste deel van het gewricht. Kraakbeenschade kan variëren van losgekomen schilfers tot fragmentatie. NMR of arthro-CT kan hier duidelijkheid over verschaffen [32](#page=32).
#### 1.3.3 Behandeling
De behandeling richt zich op elk van de drie geïdentificeerde structuren:
1. **Geïsoleerde verrekking of partiële scheur pronatorspiergroep:** Behandeling omvat ijsapplicaties, lokale ontstekingsremmende middelen, en het dragen van een elleboogbrace gedurende drie tot vier weken. Ontstekingsremmers mogen maximaal tien dagen gebruikt worden. Plooien en strekken van de elleboog is direct toegestaan om verstijving tegen te gaan. Na drie tot vier weken start versteviging en stabilisatietraining. Zodra de sporter pijnvrij is en de echografie genezing aangeeft, kan de training geleidelijk hervat worden met specifieke aandacht voor de correcte techniek. Bij een volledige scheur is de behandeling vergelijkbaar, maar draagt de patiënt de brace vijf tot zes weken langer [33](#page=33).
2. **Bijkomende schade aan ulnaire collaterale ligament:** Er wordt sowieso vijf tot zes weken een brace gedragen. Bij een volledige scheur is soms een operatie nodig, wat echter vaak het einde van de carrière van de sporter betekent, met een revalidatie die een jaar kan duren en waarbij de resultaten teleurstellend kunnen zijn met blijvende pijn en restlaxiteit [36](#page=36).
3. **Bijkomende kraakbeenschade:** Indien er grote kraakbeenfragmenten "rondzwemmen" in het gewricht ("gewrichtsmuizen"), worden deze via een kijkoperatie verwijderd en worden instabiele randen van het kraakbeen gestabiliseerd [37](#page=37).
#### 1.3.4 Preventie
Preventie richt zich primair op het aanleren van een correcte werptechniek of het optimaliseren van de bestaande werptechniek [38](#page=38).
---
# Algemene structuur van letselbespreking
De gestandaardiseerde aanpak voor het bespreken van sportletsels volgt een vast patroon, onderverdeeld in vier kernonderdelen [3](#page=3).
### 2.1 Problemen en symptomen
Dit onderdeel focust op de initiële klachten en waarnemingen die gerelateerd zijn aan het letsel. Hierbij worden de specifieke problemen die zich manifesteren en de symptomen die de patiënt ervaart gedetailleerd beschreven [3](#page=3).
### 2.2 Diagnose
Na het identificeren van de problemen en symptomen, volgt het proces van diagnose. Dit omvat het vaststellen van de aard en oorzaak van het letsel [3](#page=3).
### 2.3 Behandeling
Zodra de diagnose is gesteld, wordt de passende behandeling besproken. Dit kan variëren afhankelijk van het type en de ernst van het letsel [3](#page=3).
### 2.4 Preventie
Indien mogelijk, wordt tevens aandacht besteed aan preventieve maatregelen om herhaling van het letsel te voorkomen of de kans erop te verkleinen [3](#page=3).
> **Tip:** Het volgen van dit vaste patroon zorgt voor een systematische en volledige bespreking van elk sportletsel [3](#page=3).
---
# Concepten van standafwijkingen: valgus en varus
Dit onderwerp introduceert en definieert de termen valgus en varus, twee veelvoorkomende standafwijkingen van ledematen, met voorbeelden die relevant zijn voor het begrijpen van bepaalde sportletsels.
### 3.1 Standafwijkingen: valgus en varus
Standafwijkingen, zoals valgus en varus, beschrijven de abnormale positie van een ledemaat ten opzichte van de anatomische middellijn van het lichaam. Deze afwijkingen zijn cruciaal voor het diagnosticeren en begrijpen van mechanische stress op gewrichten en weefsels, en zijn met name relevant bij sportblessures zoals de werperselleboog [21](#page=21) [22](#page=22) [26](#page=26).
#### 3.1.1 Valgus
Valgus is een standafwijking waarbij het distale deel van een ledemaat afwijkt van de anatomische middellijn, wat betekent dat het verder naar buiten beweegt. Dit fenomeen kan zich voordoen in verschillende delen van het lichaam [22](#page=22).
> **Voorbeelden van valgus:**
> * **Valgus-knie:** De knieën wijzen naar binnen, waardoor de ruimte tussen de onderbenen groter wordt [22](#page=22).
> * **Hallux valgus:** Dit is een afwijking van de grote teen, waarbij de teen naar buiten afwijkt van de middellijn van de voet [23](#page=23).
> * **Cubitus valgus:** Dit verwijst naar een valgusstand van de elleboog, waarbij de onderarm van het lichaam afwijkt wanneer de arm gestrekt is [24](#page=24).
#### 3.1.2 Varus
Varus is daarentegen de tegenovergestelde standafwijking van valgus. Bij varus wijst het distale deel van een ledemaat juist naar de anatomische middellijn toe, wat resulteert in een naar binnen gerichte afwijking [26](#page=26).
> **Voorbeelden van varus:**
> * **Varus-knie:** De knieën wijzen naar buiten, waardoor de benen een boogvorm aannemen en de knieën elkaar niet raken bij het staan [26](#page=26).
> * **Hallux varus:** Hierbij buigt de grote teen naar binnen, richting de andere tenen [27](#page=27).
> * **Cubitus varus:** Dit is een varusstand van de elleboog, waarbij de onderarm naar het lichaam toe afwijkt wanneer de arm gestrekt is [28](#page=28).
> **Tip:** Het onthouden van valgus ("naar buiten") en varus ("naar binnen") kan worden vergemakkelijkt door te denken aan de letters in de woorden: 'V'algus wijst naar buiten, 'V'arus wijst naar binnen. Of denk aan het Engelse 'bow-legged' (kromme benen) wat geassocieerd wordt met varus-knieën.
Deze concepten zijn fundamenteel voor het begrijpen van biomechanica en orthopedische aandoeningen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Sportletsels | Letsels die ontstaan tijdens het beoefenen van sportactiviteiten, variërend van overbelastingsblessures tot acute trauma's. |
| Elleboog | Het gewricht dat de bovenarm verbindt met de onderarm, bestaande uit het opperarmbeen, ellepijp en spaakbeen, en essentieel is voor het buigen en strekken van de arm. |
| Tenniselleboog | Een veelvoorkomende aandoening die gekenmerkt wordt door pijn aan de buitenzijde van de elleboog, vaak veroorzaakt door overbelasting van de pezen die de onderarmspieren aanhechten. |
| Epicondylitis lateralis | De medische term voor tenniselleboog, duidend op een ontsteking of irritatie van de pezen aan de laterale epicondyl (buitenzijde) van het opperarmbeen. |
| Golferselleboog | Een aandoening die vergelijkbaar is met de tenniselleboog, maar dan met pijn aan de binnenzijde van de elleboog, veroorzaakt door overbelasting van de pezen die de pols buigen. |
| Epicondylitis medialis | De medische term voor golferselleboog, duidend op een ontsteking of irritatie van de pezen aan de mediale epicondyl (binnenzijde) van het opperarmbeen. |
| Werperselleboog | Een complexe blessure die optreedt bij sporten met werpbewegingen, waarbij de elleboog buiten zijn natuurlijke bewegingsas wordt belast, leidend tot schade aan diverse structuren. |
| Valgus | Een standafwijking waarbij het distale deel van een ledemaat naar buiten afwijkt ten opzichte van de mediaanlijn van het lichaam. |
| Varus | Een standafwijking waarbij het distale deel van een ledemaat naar binnen afwijkt ten opzichte van de mediaanlijn van het lichaam. |
| Ulnaire collaterale ligament | Een belangrijk ligament aan de binnenzijde van de elleboog dat stabiliteit biedt tegen valguskrachten en essentieel is voor de stabiliteit van het ellebooggewricht. |
| Extracorporele Shockwave Therapie (ESWT) | Een niet-invasieve behandelmethode die gebruikmaakt van geluidsgolven om weefselherstel te stimuleren, pijn te verminderen en ontstekingen te bestrijden, vaak toegepast bij pees- en spierklachten. |
| Corticosteroïde-injectie | Een injectie met een ontstekingsremmend medicijn (corticosteroïd) direct in een ontstoken gebied om pijn en zwelling te verminderen. |
| Arthroscopie | Een minimaal invasieve chirurgische procedure waarbij een kleine incisie wordt gemaakt en een camera (arthroscoop) wordt ingebracht om het gewricht van binnenuit te inspecteren en te behandelen. |