Cover
Comença ara de franc Intellectuele rechten.pdf
Summary
# Inleiding tot intellectuele rechten
Intellectuele rechten vertegenwoordigen een uitzondering op de beginselen van vrije mededinging en vrijheid van nabootsing binnen het economisch recht, door de schepper of houder exclusieve rechten te verlenen op immateriële goederen [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.1 Begrip en definitie van intellectuele rechten
Intellectuele rechten worden beschouwd als positieve rechten, die deel uitmaken van het objectieve recht en die voor iedereen gelden. Ze onderscheiden zich van het eigendomsbegrip uit het Burgerlijk Wetboek, dat betrekking heeft op materiële zaken, aangezien intellectuele rechten betrekking hebben op immateriële resultaten van geestelijke arbeid [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.2 Plaats van intellectuele rechten in het economisch recht
#### 1.2.1 Decreet d'Allarde en vrije mededinging .
Het Decreet d'Allarde van 1791 bevestigde de vrijheid van handel en nijverheid, wat indertijd de gilden verving. Deze vrijheid van handel en nijverheid blijft een fundamenteel principe in het hedendaagse economische recht. De vrije mededinging is een onderdeel van deze economische vrijheid, maar is niet onbeperkt. De concurrentiestrijd mag niet leiden tot onrechtmatige middelen of het bewust berokkenen van schade aan derden, wat afwijkt van het gewone aansprakelijkheidsrecht (art. 1382 ev BW) [1](#page=1).
#### 1.2.2 Vrijheid van nabootsing
De vrijheid van nabootsing houdt in dat men vrij is om bestaande voorbeelden na te volgen met minimale eigen inspanningen, mits er voldoende onderscheid is om verwarring bij het publiek te vermijden. Intellectuele rechten vormen echter een uitzondering op deze vrijheid van nabootsing en op de vrije mededinging [1](#page=1).
#### 1.2.3 Intellectuele rechten als uitzondering
Intellectuele rechten verlenen de houder exclusieve rechten op de exploitatie van zijn schepping of vinding, wat een afwijking is van het principe van vrije mededinging. Deze exclusiviteit kan vergeleken worden met een monopolie en stelt de houder in staat om derden te verbieden handelingen te verrichten die onder het exclusieve recht vallen, of hen toestemming te verlenen tegen betaling [1](#page=1).
> **Tip:** Begrijp de intellectuele rechten als een mechanisme dat creativiteit en innovatie beloont door tijdelijke exclusiviteit te garanderen, wat de economische waarde van deze immateriële goederen stimuleert.
### 1.3 Sector van de intellectuele rechten
De sector van de intellectuele rechten kan worden onderverdeeld in industriële rechten en artistieke rechten [2](#page=2).
#### 1.3.1 Industriële rechten (IndR)
Industriële rechten omvatten onder andere:
* Merkenrecht [2](#page=2).
* Octrooirecht [2](#page=2).
* Tekeningen en modellen [2](#page=2).
* Kwekersrecht [2](#page=2).
* Bescherming van halfgeleiders (chips) [2](#page=2).
#### 1.3.2 Artistieke rechten (sensu lato)
Artistieke rechten omvatten:
* **Auteursrechten (sensu stricto):** Beschermt werken van letterkunde, muziek, beeldende kunst, audiovisuele werken, artistieke tekeningen en computerprogramma's [2](#page=2).
* **Naburige rechten:** Beschermt uitvoerende kunstenaars, producenten en omroeporganisaties [2](#page=2).
#### 1.3.3 Gemeenschappelijke kenmerken
Ondanks de verschillende soorten, delen intellectuele rechten een aantal gemeenschappelijke kenmerken [2](#page=2):
* **Inhoudelijk:** Ze worden beschouwd als een vorm van eigendomsrecht, een grondrecht [2](#page=2).
* **Immaterieel:** Ze beschermen het resultaat van geestelijke arbeid dat het reeds gekende overstijgt (originaliteit) [2](#page=2).
* **Exclusief:** Alleen de houder mag het recht exploiteren [2](#page=2).
* **Tijdsgebonden:** Na de beschermingsduur vallen de werken in het openbaar domein. De minimale duur is vijf jaar en de maximale duur is levenslang van de auteur plus zeventig jaar [2](#page=2).
* **Economische waarde:** Ze bezitten economische waarde en worden geëxploiteerd door middel van licenties [2](#page=2).
* **Inbreuk:** Inbreuk op de exclusiviteit wordt beschouwd als namaking, wat kan leiden tot blokkering van goederen door de douane of inbeslagname [2](#page=2).
* **Territorialiteit:** De rechten zijn gebonden aan een specifiek grondgebied [2](#page=2).
#### 1.3.4 Verschil tussen artistieke en industriële rechten
Het onderscheid tussen artistieke en industriële rechten is met name zichtbaar in hun finaliteit, ontstaanswijze en persoonsgebonden aspect [2](#page=2).
* **Finaliteit:**
* Artistieke rechten hebben een cultureel doel, gericht op de expressie van de schepper (bv. een mooie film, een juweel) [2](#page=2).
* Industriële rechten hebben een economisch doel, gericht op het verhandelen van producten [2](#page=2).
* **Ontstaanswijze:**
* Artistieke rechten ontstaan door een rechtsfeit: een feit dat iemand stelt waaruit rechten voortkomen zonder dat deze expliciet beoogd werden. Handelingsbekwaamheid is hierbij niet vereist [2](#page=2).
* Industriële rechten ontstaan door een rechtshandeling, waarvoor handelingsbekwaamheid wel vereist is [2](#page=2).
* **Persoonsgebonden aspect:**
* Artistieke rechten omvatten morele rechten, zoals het recht op vaderschap ("paterniteit") [2](#page=2).
* Industriële rechten hebben dit persoonsgebonden aspect enkel bij octrooien [2](#page=2).
> **Tip:** Hoewel er een onderscheid is, vervaagt dit soms door beschermingsproblematiek bij onderwerpen als software en databanken [2](#page=2).
#### 1.3.5 Organisatie en economisch belang
De Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) in Genève is de internationale organisatie die zich bezighoudt met intellectuele rechten en streeft naar administratieve samenwerking tussen staten, registratie en arbitrage. Intellectuele rechten hebben een aanzienlijk economisch belang, met een bijdrage van 45% aan het Bruto Nationaal Product (BNP) [2](#page=2).
### 1.4 Bevoegdheden inzake intellectuele rechten
#### 1.4.1 Wetgevende bevoegdheden
De bevoegdheid inzake economie is een gewestaangelegenheid, terwijl intellectuele eigendom federaal en Benelux-bevoegd is. Er is echter een verschuiving van het wetgevend initiatief naar de Europese Unie. Sinds 2014 maken intellectuele rechten deel uit van het Wetboek Economisch Recht (WER), met specifieke boeken voor definities (Boek I), intellectuele rechten (Boek XI), rechtshandhaving (Boek XV) en bijzondere procedures (Boek XVI) [3](#page=3).
#### 1.4.2 Administratieve instanties
De Dienst voor de Intellectuele Eigendom (D.I.E.) is een onderdeel van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand & Energie [3](#page=3).
---
# Auteursrechten en naburige rechten
Dit deel behandelt de bescherming van werken van letterkunde en kunst, inclusief auteursrechten (sensu stricto) en naburige rechten, de reikwijdte van deze bescherming en uitzonderingen [4](#page=4).
### 2.1 Auteursrechten (sensu stricto)
Auteursrecht (AR) beschermt diverse creaties, van literatuur en muziek tot beeldende kunst en software, en is van belang voor zowel makers als gebruikers. Het omvat economische belangen in sectoren zoals pers, reclame, muziek, theater, fotografie, film, radio en tv [4](#page=4).
#### 2.1.1 Toepassingsgebied
Volgens artikel 2 van de Bern-conventie en artikel XI, 165 WER, beschermt het auteursrecht "werken van letterkunde of kunst". Dit omvat onder meer [4](#page=4):
* Werken van letterkunde [4](#page=4).
* Werken van beeldende kunst [4](#page=4).
* Geluidswerken [4](#page=4).
* Audiovisuele werken [4](#page=4).
* Databanken [4](#page=4).
* Computerprogramma's [4](#page=4).
#### 2.1.2 Bescherming
De bescherming van auteursrecht is automatisch en in principe absoluut, mits het werk:
* Is uitgedrukt in een concrete vorm [4](#page=4).
* Origineel is [4](#page=4).
Er is geen registratie vereist voor auteursrechtelijke bescherming; een depot of het ©-symbool is niet nodig buiten de Verenigde Staten, waar het ©-symbool wel juridische waarde heeft. Het wettelijk depot (wet 8 april 1965) is een verplichting tot het deponeren van elk in België gepubliceerd werk bij de Koninklijke Bibliotheek, en staat los van het auteursrecht [4](#page=4).
#### 2.1.3 Titulariteit van het auteursrecht
De bescherming van het auteursrecht kan worden ingeroepen door de maker van het werk, dit is enkel een fysieke persoon. Na het overlijden van de auteur gaan de rechten over op de erfgenamen, zelfs voor postume werken die na het overlijden bekend worden gemaakt. Bij samenwerking, tussen "mede-scheppers" (art. XI.168 + 169 WER), zoals bij strips (tekenaar + schrijver) of liederen (componist + tekstdichter), zijn er mede-auteurs. Voor audiovisuele werken en film geldt de hoofdregisseur als auteur, met mogelijke co-auteurs zoals de scenarioschrijver, tekstdichter, grafisch ontwerper of muziekauteur [4](#page=4).
#### 2.1.4 Beschermingsomvang
De beschermingsomvang van het auteursrecht is tweeledig:
* **Morele rechten:** Deze rechten sluiten nauw aan bij de persoon van de auteur en zijn onvervreembaar, al kan de auteur er schriftelijk van verzaken. Na het overlijden gaan ze over op de erfgenamen. De morele rechten omvatten [4](#page=4):
* **Openbaarmaking (divulgatierecht):** Slechts eenmalig uit te oefenen [5](#page=5).
* **Vaderschap (recht):** Het recht om erkend te worden als maker [5](#page=5).
* **Recht op eerbied (integriteit):** Het recht om zich te verzetten tegen elke wijziging van het werk en tegen vervorming, verminking of aantasting. Dit is een absoluut recht, maar kan door rechtspraak worden beperkt door ‘misbruik van recht’ en ‘belangenafweging’ [5](#page=5).
* **Vermogensrechten:** Deze rechten geven de auteur het exclusieve recht om het werk te gebruiken en te bepalen hoe het gebruikt wordt; het is een verbodsrecht. Dit omvat [5](#page=5):
* **Reproductierecht (art. XI.165, §1 WER):** Het exclusieve recht om het werk tijdelijk, duurzaam, volledig of gedeeltelijk te reproduceren of te laten reproduceren, wat neerkomt op het materieel vervaardigen van kopieën. In ruimere zin omvat dit ook het geven van toestemming om het werk te bewerken, te vertalen, te verhuren of uit te lenen. Het distributierecht onderscheidt zich van communautaire uitputting voor tastbare versies van het werk [5](#page=5).
* **Mededeling aan het publiek:** Dit omvat elke handeling waarbij een niet-tastbare vorm van het werk waarneembaar wordt gemaakt voor een publiek, ongeacht het gebruikte procédé. Dit kan live gebeuren, via materiële of technische middelen (radio, tv, dvd, cd, video), of via transmissie (kabel, satelliet, internet). Een uitvoering wordt als publiek beschouwd indien deze plaatsvindt op een openbare plaats (bv. café, winkel, showroom), aan een vrij groot aantal of verschillende personen, op één of meerdere plaatsen of tijdstippen, of zelfs op individueel gekozen plaats en tijdstip. Een Belgische bijzonderheid is dat privé-uitvoeringen niet per se de grens van de publieke uitvoering overschrijden. Winstoogmerk is niet noodzakelijk voor een publieke mededeling [5](#page=5).
#### 2.1.5 Uitzonderingen op het auteursrecht
Niet voor elke handeling is telkens toestemming van de auteur vereist. Er wordt gestreefd naar een evenwicht tussen het exclusieve recht van de auteur en het algemeen belang of de rechten van anderen. Uitzonderingen zijn wettelijke licenties, die het vermogensrecht van de auteur ontnemen. Deze kunnen gewone wettelijke uitzonderingen zijn of uitzonderingen gekoppeld aan een vergoedingsrecht [5](#page=5).
De EU Richtlijn 2001/29/EG heeft geleid tot een uitbreiding van deze uitzonderingen. Voorwaarden voor toepassing zijn [5](#page=5):
* Het werk moet op geoorloofde wijze openbaar zijn gemaakt [5](#page=5).
* De uitzonderingen worden restrictief toegepast [5](#page=5).
* Het betreft dwingend recht, wat betekent dat contractuele afwijking niet mogelijk is. Dit geldt niet voor diensten 'on demand' [5](#page=5).
* De **3-stappen test**:
1. De uitzondering geldt in bepaalde uitzonderlijke gevallen [5](#page=5).
2. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de normale exploitatie van de werken [5](#page=5).
3. De wettige belangen van de rechthebbende worden niet onredelijk geschaad [5](#page=5).
Het **volgrecht** is een specifieke uitzondering (art. XI.175 WER) die kunstenaars een aandeel geeft in de opbrengsten bij elke verkoop van hun werken van beeldende kunst binnen de EU, door iemand uit de professionele kunsthandel. Hierop kan geen afstand worden gedaan. Dit geldt niet voor verkopen door de kunstenaar zelf of tussen particulieren. De vergoeding bedraagt 4% tot 0,25% van de verkoopprijs, met een minimum van twee duizend euro en een maximum van twaalf duizend vijfhonderd euro [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 2.1.6 Overeenkomsten inzake vermogensrechten
Vermogensrechten kunnen worden overgedragen, globaal of gedeeltelijk, definitief of tijdelijk, middels een overeenkomst. Deze overeenkomsten moeten schriftelijk zijn, restrictief worden geïnterpreteerd, en de exploitatie moet in overeenstemming zijn met eerlijk beroepsgebruik. De overdracht van een werk impliceert niet automatisch het exploitatierecht. Algemene bedingen, de overdracht van nog onbekende exploitatievormen, en de overdracht van toekomstige werken zijn verboden. Er dient een billijke vergoeding van de auteur te zijn in exploitatiecontracten [6](#page=6).
Er gelden bijzondere regels voor werken tot stand gekomen in dienstbetrekking of op bestelling, evenals voor overeenkomsten in grafische of beeldende kunst, audiovisuele bewerkingen en opvoeringscontracten [6](#page=6).
#### 2.1.7 Duur en sancties
De duur van het auteursrecht is tot 70 jaar na het overlijden van de auteur. Voor werken onder pseudoniem geldt 70 jaar vanaf de bekendmaking, en voor ontdekte oude meesters 25 jaar na de eerste bekendmaking. De berekening gebeurt vanaf 1 januari volgend op het jaar van ontstaan. Men moet opletten voor naburige rechten [6](#page=6).
Sancties bij inbreuk omvatten geldboetes (vijfhonderd tot honderdduizend euro, te vermeerderen met 8 opcent, met verdubbeling bij recidive), inbeslagname, gevangenisstraffen van 3 maanden tot 2 jaar, en schadevergoeding [6](#page=6).
### 2.2 Naburige rechten
Naburige rechten, geïntroduceerd in 1994, zijn verwante rechten aan het auteursrecht en kennen geen uitsluiting, maar wel samenloop. Er zijn drie titularissen van naburige rechten [6](#page=6):
* Uitvoerende kunstenaars [6](#page=6).
* Producenten [6](#page=6).
* Omroeporganisaties [6](#page=6).
#### 2.2.1 Uitvoerende kunstenaars
Dit betreft de bescherming van de interpretatie van een (al dan niet auteursrechtelijk beschermd) werk. Uitvoerende kunstenaars zijn zij die een werk meedelen aan het publiek, zoals zangers, muzikanten, acteurs, dansers en variété-artiesten, maar niet technisch personeel zoals licht- of geluidstechnici [6](#page=6).
* **Vermogensrechten (art. XI.205 WER):** Deze zijn vergelijkbaar met de exploitatierechten van auteurs. Ze omvatten het reproductierecht van de prestatie (bv. via opname van een concert), het toestaan van mededeling van de prestatie aan het publiek, en specifieke rechten voor filmacteurs (overdracht aan de filmproducent) en uitvoeringen van ensembles (overdracht aan solisten, dirigent, regisseur) [7](#page=7).
* **Uitzonderingen (art. XI.217-218 WER):** Primair zijn dit wettelijke licenties van het auteursrecht. Er is een bijkomende uitzondering voor de secundaire mededeling van gefixeerde opnames op openbare plaatsen, waarvoor een billijke vergoeding verschuldigd is [7](#page=7).
* **Overeenkomsten:** De regels zijn vergelijkbaar met die voor auteursrechten: restrictief interpreteren, schriftelijk, niet voor onbekende exploitatievormen, beperkingen m.b.t. overdracht van rechten op toekomstige prestaties, en speciale regels voor prestaties in dienstverband of op bestelling (o.a. overdracht aan de producent bij audiovisuele werken, behalve voor reclame en de niet-culturele sector) [7](#page=7).
* **Morele rechten (art. XI.204 WER):** Deze zijn beperkter dan die van auteurs en omvatten enkel het recht op vermelding van hun naam, verzet tegen onjuiste toeschrijving, misvorming, verminking of aantasting van hun eer of reputatie [7](#page=7).
#### 2.2.2 Producenten
Producenten worden beschermd met betrekking tot de eerste vastlegging van geluid of beeld. Dit geldt voor producenten van fonogrammen (eerste vastlegging van geluid) en filmproducenten (eerste vastlegging van een cinematografisch of audiovisueel werk). De bescherming is gericht op investeringen, niet op het artistieke of creatieve aspect, en doet geen afbreuk aan het auteursrecht [6](#page=6).
* **Vermogensrechten (art. XI.209 WER):** Producenten van fonogrammen en film hebben enkel vermogensrechten (geen morele rechten) met betrekking tot de eerste vastlegging. Deze omvatten het reproductierecht, het recht op verhuur of uitlening, distributie, en mededeling aan het publiek. Uitzonderingen zijn vergelijkbaar met die voor uitvoerende kunstenaars [7](#page=7).
#### 2.2.3 Omroeporganisaties
Omroeporganisaties zijn organisaties die geluid of beeld/geluid uitzenden via radio-elektrische golven (ether, kabel, satelliet) voor het publiek. Dit omvat alle uitzendingen, ongeacht of deze auteursrechtelijk beschermd zijn [6](#page=6).
* **Rechten (art. XI.215 WER):** Zij hebben het recht om toestemming te geven voor heruitzendingen (direct of later), doorgifte via kabel of satelliet, het maken van reproducties van uitzendingen, elke betalende mededeling aan het publiek, en 'on demand' uitzendingen [7](#page=7).
#### 2.2.4 Duur van de bescherming
De duur van de bescherming voor uitvoerende kunstenaars, producenten en omroeporganisaties is 50 jaar vanaf de datum van de prestatie. In geval van overlijden van de uitvoerend kunstenaar gaan de rechten over op erfgenamen of legatarissen. De duur kan worden verlengd tot 70 jaar voor uitvoerende artiesten wier prestatie is vastgelegd op een fonogram, en voor producenten van muziekopnames die voldoen aan bepaalde voorwaarden met betrekking tot aanbod voor verkoop en de verdeling van inkomsten [7](#page=7).
### 2.3 Bescherming van technische voorzieningen en elektronische informatie
#### 2.3.1 Technische bescherming (art. XI.191 WER)
Technische maatregelen beschermen digitale werken door de toegang en het gebruik ervan te controleren (bv. vergrendeling, codering, wachtwoorden). Inbreuken hierop zijn onder meer het omzeilen van beveiligingen en het vervaardigen of verkopen van producten die de beveiliging kunnen omzeilen [8](#page=8).
#### 2.3.2 Elektronische informatie (art. XI.292 WER)
'Digital rights management' (DRM) maakt gebruik van elektronische informatie gehecht aan werken of prestaties voor betere identificatie. Het omzeilen, verwijderen of wijzigen van deze informatie wordt bestraft op dezelfde manier als inbreuken op het auteursrecht [8](#page=8).
### 2.4 Aansprakelijkheid internet providers (ISP) voor doorgifte illegaal materiaal
ISP's zijn niet automatisch aansprakelijk voor de doorgifte van beschermd materiaal via peer-to-peer netwerken, mits zij voldoen aan de bepalingen van de Richtlijn 2000/31/EG inzake elektronische handel en de Belgische wet van 11 maart 2003 [8](#page=8).
* **Doorgeefluik (art. XII.17 WER):** Een ISP is niet aansprakelijk indien hij niet zelf het initiatief tot doorgifte nam, de ontvanger niet zelf selecteerde en de informatie niet wijzigde, zelfs indien hij op de hoogte is van de inhoud [8](#page=8).
* **Caching (art. XII.18 WER):** Bij tijdelijke opslag van informatie is de ISP niet aansprakelijk indien de informatie niet is gewijzigd, beveiligingsmaatregelen zijn nageleefd, regels voor bijwerken zijn gevolgd, de gebruikelijke technologie voor toegang niet is gewijzigd en de gecachete informatie wordt verwijderd zodra bekend is dat deze op de oorspronkelijke plaats is verwijderd [8](#page=8).
* **Hosting:** Bij het opslaan van informatie ten behoeve van gebruikers is de ISP niet aansprakelijk indien hij geen kennis heeft van het onrechtmatige karakter van de informatie en deze desgevallend onmiddellijk verwijdert [8](#page=8).
In alle gevallen is de ISP gevrijwaard van mogelijke schadevergoedingen, maar een rechter kan bevelen tot beëindiging van de inbreuk, voorzorgsmaatregelen, of een verbod op doorgifte. Normale ISP's verschillen van P2P-technologieën zoals Kazaa of LimeWire [8](#page=8).
### 2.5 Bescherming van computerprogramma's
Computerprogramma's worden beschermd via het auteursrecht, assimilatie met literaire werken, als 'lex specialis' (Softwarewet - SW) naast de algemene Auteurswet (AW) [9](#page=9).
* **Voorwerp en voorwaarden:** Beschermd is de uitdrukkingswijze (broncode), mits deze getuigt van "oorspronkelijke creatie" en de "schepping eigen is aan de auteur". Het basisidee wordt niet beschermd [9](#page=9).
* **Titularis:** Voor niet-werknemers geldt de maker (natuurlijk persoon) als auteur. Voor werknemers komen de auteursrechten (enkel vermogensrechten) automatisch toe aan de werkgever krachtens de SW [9](#page=9).
* **Beschermingsomvang:** Vermogensrechten (reproductie, vertalen, bewerken, distributie, verhuren, uitlenen) duren tot 70 jaar na het overlijden van de maker [9](#page=9).
* **Uitzonderingen:** Voor compatibiliteit tussen programma's geldt een reservekopie, en het observeren, testen, en reverse-engineeren of decompilatie is toegestaan om de grondslag van het programma te achterhalen [9](#page=9).
* **Morele rechten:** Beperkter dan bij algemene auteursrechten, met name vaderschap en verzet tegen misvorming of verminking ter bescherming van de goede naam [9](#page=9).
* **Sancties:** Idem als bij auteursrecht [9](#page=9).
#### 2.5.1 Open Source Software (FLOSS)
Openbronsoftware (Open Source) laat toe dat iedereen de software kan aanpassen, gebruiken, reproduceren, kopiëren, verkopen en wijzigen. Morele rechten (zoals naamsvermelding) blijven echter gelden. Er bestaan verschillende standaardlicenties (GPL, LGPL, MPL, EUPL) [9](#page=9).
* **Free software:** Dit is niet noodzakelijk gratis, maar wel vrij van rechten in zoverre het auteursrecht het toelaat. Het blijft volledig door auteursrecht beschermd, met behoud van morele rechten [9](#page=9).
* **Public domain software:** Hierbij doet de houder afstand van het auteursrecht, of het recht is verlopen na 70 jaar na het overlijden van de auteur [9](#page=9).
### 2.6 Software bescherming via octrooi-recht
Het octrooirecht kan software beschermen die een technisch karakter heeft en onderdeel is van een industrieel procédé. EU-octrooibescherming gedoogt software met een technisch karakter, zoals bij gegevensverwerking of autotechniek [10](#page=10).
### 2.7 Databanken
Databanken worden auteursrechtelijk beschermd (art. XI.305 WER ev). De bescherming is gebaseerd op de originaliteit van de structuur van de databank en volgt de regels van het auteursrecht, met verschillen in de vermogensrechten [10](#page=10).
### 2.8 Bestraffing
Inbreuken op auteursrechten en naburige rechten worden bestraft als het misdrijf van namaak. De straffen omvatten sancties van niveau 6, geldboetes, en eventueel gevangenisstraffen [10](#page=10).
---
# Merkenrecht
Dit gedeelte van het document behandelt de wetgeving, het toepassingsdomein, de juridische betekenis en de verschillende soorten merken, alsook de vereisten voor bescherming en de procedures voor verkrijging en handhaving.
## 3. Merkenrecht
### 3.1 Wetgeving
De wetgeving rond merkenrecht is op meerdere niveaus vastgelegd:
* **Benelux-regelgeving:**
* Het Benelux Verdrag van 19 maart 1962 tot invoering van een eenvormige Beneluxwet op de merken (BMW) [11](#page=11).
* Dit verdrag voorziet in prejudiciële vragen aan het Benelux Gerechtshof en een Benelux merkenbureau in Den Haag [11](#page=11).
* Het Verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom van merken en tekeningen of modellen (BVIE) heeft op 1 september 2006 geleid tot de oprichting van het Benelux-Bureau voor Intellectuele Eigendom (BBIE) [11](#page=11).
* Strafrechtelijke regels zijn opgenomen in Boek XV van het Wetboek Economisch Recht (WER) [11](#page=11).
* **EU-regelgeving:**
* Er is een actieplan sinds de jaren '70 gericht op harmonisatie van nationale wetten en een uniform beschermingssysteem [11](#page=11).
* Richtlijn (2015/2436) betreffende de aanpassing van het merkerecht der lidstaten (EMRL) heeft tot doel de nationale wetten te harmoniseren, hoewel er nog steeds nationale verschillen bestaan [11](#page=11).
* Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk (voorheen het Gemeenschapsmerk onder Verordening (EG) nr. 207/2009) introduceert een uniform merkbeschermingssysteem voor alle lidstaten, beheerd door het Europees Bureau voor de Harmonisatie van de Interne Markt (EUIPO) in Alicante. Een combinatie met een nationaal merk is mogelijk [11](#page=11).
* **Internationale bescherming:**
* Het Unieverdrag van Parijs tot bescherming van de Industriële eigendom van 20 maart 1883 [11](#page=11).
* Het Oprichtingsverdrag en Protocol van Madrid van 14 april 1891 betreffende de internationale inschrijving van merken [11](#page=11).
* Het Oprichtingsverdrag van Nice van 13 mei 1977 betreffende de internationale classificatie van waren en diensten [11](#page=11).
* De TRIPs-Overeenkomst van 15 april 1994 [11](#page=11).
### 3.2 Toepassingsdomein en de functie van een merk
Een merk dient om waren of diensten te onderscheiden van die van anderen. Het heeft zowel een maatschappelijk als economisch belang. De belangrijkste functies van een merk zijn [11](#page=11):
* **Identificatie:** Het merk identificeert de herkomst van producten of diensten [11](#page=11).
* **Kwaliteitswaarborg:** Het merk geeft een indicatie van de kwaliteit van de producten of diensten [11](#page=11).
### 3.3 Juridische betekenis van een merk
Een merk is in juridische zin een onderscheidingsteken voor producten of diensten afkomstig van een bepaalde onderneming [11](#page=11).
### 3.4 Soorten merken
Er zijn verschillende soorten merken te onderscheiden:
* **Soorten op basis van de aard van het beschermde goed:**
* **Warenmerk:** Ter ondersteuning van waren en producten [11](#page=11).
* **Dienstenmerk:** Om aangeboden diensten te onderscheiden van andere diensten. Bescherming hiervoor bestaat in de Benelux sinds 1987, daarvoor via de wet handelspraktijken [11](#page=11).
* **Soorten op basis van de houder:**
* **Individueel merk:** Onderscheidt producten of diensten van de ene onderneming van die van andere ondernemingen. Dit vertegenwoordigt 99% van de merken [11](#page=11).
* **Collectief merk:** Karakteriseert producten of diensten uit verschillende ondernemingen en benadrukt gemeenschappelijke kenmerken. Het duidt op lidmaatschap van een bepaalde vereniging. De houder is een vereniging van fabrikanten of dienstverrichters, met een reglement op gebruik en toezicht. Weigerings- en nietigheidsgronden zijn opgenomen in artikel 2.34 Qua / 76 UMVO [12](#page=12).
* **Garantie of certificerings of kwaliteitsmerk:** Een merk dat de kwaliteit van materiaal of vervaardiging van waren of diensten expliciteert. Het kenmerkt een bepaalde norm met betrekking tot materiaal of wijze van vervaardiging. Geografische herkomst kan nooit via certificering worden beschermd [12](#page=12).
#### 3.4.1 Vergelijking collectief merk versus certificeringsmerk
| Kenmerk | Collectief merk | Certificeringsmerk |
| :--------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ |
| **Definitie** | Benadrukt gemeenschappelijke kenmerken van producten/diensten uit verschillende ondernemingen; duidt lidmaatschap aan. | Expliciteert de kwaliteit van materiaal of vervaardiging van waren of diensten; kenmerkt een bepaalde norm. | [12](#page=12).
| **Houder** | Vereniging van fabrikanten of dienstverrichters. | Natuurlijke persoon, rechtspersoon, overheid (moet voldoende neutraal zijn). | [12](#page=12).
| **Reglement** | Gebruik, toezicht, sancties. | Gebruik, kenmerken, toezicht, sancties. | [12](#page=12).
| **Weigering/Nietigheid** | Ontbreken/onvolledig reglement, strijd met OO, misleiding, geografische herkomst. | Geografische herkomst, strijd met OO, misleiding. | [12](#page=12).
| **Verval** | Geen redelijke maatregelen ter voorkoming van gebruik in strijd met reglement, misleidend gebruik, wijziging reglement. | Onvoldoende neutraliteit houder, geen redelijke maatregelen ter voorkoming van gebruik in strijd met reglement, misleidend gebruik, wijziging reglement. | [12](#page=12).
#### 3.4.2 Definitie van een merk
Volgens artikel 2.1 BVIE is een merk "de benamingen, tekeningen, afdrukken, stempels, letters, cijfers, vormen van waren of van verpakking en alle andere voor grafische voorstelling vatbare tekens, die dienen om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden". Tekens die uitsluitend bestaan uit een vorm die door de aard van de waar wordt bepaald, een wezenlijke waarde aan de waar geeft, of noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, zijn uitgesloten. De definitie is open en geen limitatieve opsomming. Enkel tekens die duidelijk en nauwkeurig kunnen worden voorgesteld, komen in aanmerking [12](#page=12).
### 3.5 Beschermingsvereisten
Om voor merkbescherming in aanmerking te komen, moet een teken voldoen aan de volgende vereisten:
#### 3.5.1 Beschikbaarheid
Een merk moet beschikbaar zijn, wat betekent dat het geen identiek reeds bestaand merkteken mag zijn. Dit is geen absolute regel, maar geldt relatief binnen de betrokken sector. Het specialiteitsbeginsel kan doorbroken worden ten voordele van een bekend/bestaand merk, ook in een andere sector [13](#page=13).
* **Anterioriteit:** Dit verwijst naar een eerder gedeponeerd of gebruikt merk. Een nieuw merk moet overeenstemmen of verwarrend zijn met een ouder, bestaand merk [13](#page=13).
* **Bestaande algemeen bekende merken:** Deze hebben voorrang op nieuwe depots, zowel voor soortgelijke als niet-soortgelijke producten, conform art. 2.2ter BVIE. Voor identieke waren in Benelux en EU is registratie van een algemeen bekend merk niet nodig, enkel bewijs van verwarring. Voor niet-overeenstemmende producten of waren is inschrijving wel vereist [13](#page=13).
* **Anterioriteit van gebruik:** Algemeen gebruikelijk geworden kentekens [13](#page=13).
* **Depot ter kwader trouw:** Dit leidt tot absolute nietigheid conform art. 2.2bis BVIE en 59.4 UMVO [13](#page=13).
* **Eerder gebruik ter goeder trouw:** Conform art. 8.4 UMVO [13](#page=13).
* **Bescherming via andere mechanismen:** Dit kan bijvoorbeeld via een handelsnaam of vennootschapsbenaming. Cumulatieve voorwaarden hierbij zijn: aantonen van een ouder merk, het recht hebben om een nieuw merk te verbieden in een EU Lidstaat, het teken wordt gebruikt in economisch verkeer, en het heeft een ruimere dan lokale betekenis [13](#page=13).
#### 3.5.2 Toelaatbaarheid
Bepaalde tekens zijn niet toelaatbaar als merk [13](#page=13):
* Tekens die bestaan uit een vorm bepaald door de aard van de waar (nuttige vs. niet-functionele vorm) [13](#page=13).
* Tekens die bestaan uit de vorm noodzakelijk voor de technische uitkomst, zoals legoblokjes [13](#page=13).
* Tekens die bestaan uit een vorm die de waar een wezenlijke waarde geeft, zoals de vorm van chocolade of kristallen servies [13](#page=13).
* Tekens strijdig met openbare orde en goede zeden [13](#page=13).
* Uitgesloten tekens conform art. 6ter VvParijs, zoals wapens, vlaggen, overheidsstempels [13](#page=13).
* Misleidende tekens, zoals "Klosterstoff" of "Alpro melk vervanger" [13](#page=13).
* Andere verboden aanduidingen, zoals misleidende geografische aanduidingen [13](#page=13).
#### 3.5.3 Onderscheidend vermogen
Een merk moet onderscheidend vermogen hebben om de herkomst en identiteit van een product of dienst aan te duiden. Dit wekt de aandacht van de koper en wijst op de industriële/commerciële afkomst. Er is geen definitie, maar er zijn verduidelijkingen in art. 2.11 BVIE en 7.1 UMVO [14](#page=14).
* **Criteria voor beoordeling:**
* Perceptie bij het publiek: kan het publiek de afkomst identificeren op basis van het merk? [14](#page=14).
* Globale beoordeling: alle relevante factoren worden meegenomen, zoals de uniciteit van het woord, synoniemen, de aard van het product/dienst, het doelpubliek, en de bekendheid van het merk [14](#page=14).
* **Fluctuerend karakter:** Onderscheidend vermogen kan in de loop der tijd veranderen.
* **Inburgering:** Een merk wordt sterker (art. 2,2bis BVIE) [14](#page=14).
* **Uitburgering:** Een merk wordt zwakker, bijvoorbeeld door generieke benamingen zoals "Thermos" of "Aspirine" [14](#page=14).
* Het tijdstip van beoordeling is het moment van de inbreuk [14](#page=14).
### 3.6 Soorten tekens die als merk kunnen dienen
Een breed scala aan tekens kan als merk dienen [13](#page=13):
* **Woordmerken:** Fantasiewoorden, normale woorden, afkortingen, slogans, letter en cijfercombinaties (bv. 4711, 747). Familie of geslachtsnamen kunnen ook als woordmerk dienen [13](#page=13).
* **Beeldmerken:** Emblemen, tekeningen [13](#page=13).
* **Kleurmerken:** Zoals de kleur geel van Zwitsal [13](#page=13).
* **Vormmerken:** Driedimensionale vormen, zoals de Coca-Cola fles of Toblerone. Uitgesloten zijn vormen die door de aard van de waar bepaald zijn, bv. ijzerdraadrollen [13](#page=13).
* **Geluidsmerken:** Tunes in radio- en tv-reclame [13](#page=13).
* **Andere:** Positiemerken, hologrammen, geur en smaakmerken [13](#page=13).
* **Gecombineerde of complexe merken:** Combinaties van bovenstaande [13](#page=13).
### 3.7 Procedure merkverkrijgen
#### 3.7.1 Benelux merk
* **Indienen:**
* **Wie:** Iedereen (natuurlijk/privépersoon, publiekrechtelijke of privaatrechtelijke RP). De deponent is niet noodzakelijk de exploitant [14](#page=14).
* **Waar:** FOD Economie, KMO, Middenstand & Energie (Dienst IE), Benelux merkenbureau (Den Haag), Gemeenschapsmerkenbureau (Alicante), Internationaal bureau (WIPO, Genève) [14](#page=14).
* **Wat:** Officiële aanvraagformulier (per post of elektronisch) [14](#page=14).
* **Kosten:** EUR 244 (Benelux) [14](#page=14).
* **Formeel onderzoek:** Naam, adres, rechtsvorm, afbeelding merk, waren/diensten, type merk (woord/beeld/etc.). Indien in orde, staat de datum van het depot vast [14](#page=14).
* **Anterioriteitsonderzoek:** Onderzoek of het merk nog niet door derden is geregistreerd. Dit kan via het online merkenregister van het BBIE [14](#page=14).
* **Publicatie van het depot:** Dit biedt derden de kans om zich te verzetten [14](#page=14).
* **Oppositieprocedure:** Derden kunnen verzet aantekenen indien zij houder zijn van een ouder merk, dat identiek of overeenstemmend is met de aangevraagde, en geregistreerd voor identieke/soortgelijke producten. Dit is niet mogelijk indien het teken niet als merk is gedeponeerd. Termijn: 2 maanden na de maand van publicatie [15](#page=15).
* **Absolute weigeringsgronden:** Art. 2.2bis & 2.11 BVIE (onderscheidend vermogen, uitgesloten vorm, strijd met OO/GZ, onjuiste geografische aanduiding). Er is een voorlopige weigering, waarna de aanvrager 3 (max. 6) maanden heeft om aan te passen. Hoger beroep is mogelijk bij het Benelux Gerechtshof, met eventueel cassatieberoep [15](#page=15).
* **Inschrijving en publicatie:** Na goedkeuring wordt het merk ingeschreven in het merkenregister en bekendgemaakt in het Benelux-Merkenblad. Een bewijs van inschrijving wordt aan de merkhouder verstrekt [15](#page=15).
#### 3.7.2 Uniemerk
* **Indienen:**
* **Wie:** Iedereen (natuurlijk/privépersoon, publiekrechtelijke of privaatrechtelijke RP). De deponent is niet noodzakelijk de exploitant [15](#page=15).
* **Waar:** FOD Economie, KMO, Middenstand & Energie (Dienst IE), Benelux merkenbureau (Den Haag), EUIPO (Alicante), WIPO (Genève) [15](#page=15).
* **Wat:** Officiële aanvraagformulier + bijlagen [15](#page=15).
* **Talen:** Werktalen zijn EN, FR, DU, IT, ES. Aanvraag mag in 1 van de 23 officiële EU-talen [15](#page=15).
* **Kosten:** 850 - 1000 euro. Een 'fast track' procedure is mogelijk sinds 2014 [15](#page=15).
* **Formeel onderzoek:** Vergelijkbaar met de Benelux procedure, met focus op vormvereisten [15](#page=15).
* **Anterioriteitsonderzoek:** Facultatief, op verzoek van de merkaanvrager. EU-diensten zijn gratis, nationale diensten betalend. Dit is een informatief onderzoek [15](#page=15).
* **Onderzoek van absolute weigeringsgronden:** Aanduidingen van soort, kwaliteit, hoeveelheid, waarde, herkomst, uitgesloten vormen, strijd met OO of GZ. Het uniciteitsbeginsel (geldig merk in de gehele Unie) is een weigeringsgrond. Het is mogelijk de aanvraag aan te passen of in te trekken [15](#page=15).
* **Publicatie en mogelijke reactie (oppositie):** Iedereen kan bezwaar maken op grond van absolute weigeringsgronden. Houders van oudere rechten kunnen bezwaar maken op grond van relatieve weigeringsgronden. Termijn: 3 maanden na publicatie. De aanvrager heeft 2 maanden om de aanvraag in te trekken of aan te passen [16](#page=16).
* **Beroepsprocedure:** Binnen 2 maanden na kennisgeving tegen beslissingen van onderzoekers, oppositie, of afdeling merkenadministratie. Behandeld door de Kamer van Beroep in Alicante, met extern beroep bij het Gerecht van eerste aanleg/HvJ [16](#page=16).
* **Inschrijving en publicatie:** Indien aanvraag voldoet, onderzoek negatief, geen oppositie. Inschrijving in "Register van Uniemerken" en publicatie in "Uniemerkenblad" [16](#page=16).
* **Omzetting naar nationaal merk:** Indien de aanvraag geweigerd wordt, kan dit omgezet worden naar een aanvraag voor een nationaal merk binnen 3 maanden na weigering [16](#page=16).
#### 3.7.3 Internationaal merk
* **Oprichtingsverdrag en Protocol van Madrid (VvM):** Eén centrale procedure voor internationale inschrijving van merken. Dit is een bundeling van nationale merken, geen 'internationaal merk' in absolute zin [16](#page=16).
* **Procedure:** Aanvraag tot registratie in het land van oorsprong, gevolgd door internationale inschrijving in de aangeduide landen lid van het VvM. Er is 18 maanden (ipv 12) om een weigeringsgrond bekend te maken [16](#page=16).
* **Koppeling met EU merkenstelsel:** Recht van voorrang: gedurende 6 maanden kan bij depot in een ander lidstaat de datum van het oorspronkelijk depot gehanteerd worden [16](#page=16).
### 3.8 Houder (Titularis)
Een natuurlijke persoon of rechtspersoon kan merkhouder zijn. De WG-WN verhouding is minder relevant dan bij auteursrecht. Verval treedt op indien het merk meer dan 5 jaar niet gebruikt wordt [16](#page=16).
### 3.9 Beschermingsomvang
De merkhouder heeft het exclusieve recht om het merk te gebruiken en aan te brengen op een product of dienst [16](#page=16).
### 3.10 Merk als onderdeel van het vermogen
Het merkrecht is een zakelijk recht en kan worden overgedragen, verpand of in licentie gegeven [17](#page=17).
* **Overdracht:** Merkteken afstaan los van de handelszaak of voor een deel van de waren. Voorwaarde is een schriftelijke vastlegging, registratie voor tegenstelbaarheid, en betrekking hebben op het gehele gebied van de EU/Benelux (uniciteitsbeginsel) [17](#page=17).
* **Merklicenties:** De licentienemer mag producten of diensten commercialiseren onder het merk, mits betaling van royalty's aan de licentiegever. Dit is anders dan een distributieovereenkomst. Voor tegenstelbaarheid is registratie in het Benelux-register of Register van Uniemerken vereist [17](#page=17).
* **Rechten licentienemer:** Vergoeding ontvangen van eventuele inbreukmakers; vorderingsrechten (verwijdering, vernietiging), enkel mits belang en toestemming [17](#page=17).
* **Rechten licentiehouder:** Schadevergoeding bij inbreuken; vordering moet ingesteld worden door de merkhouder/licentiegever [17](#page=17).
### 3.11 Optreden tegen inbreuk
De merkhouder heeft het recht op te treden tegen inbreuk, naast de algemene regels van art. 1382 BW [17](#page=17).
* **"Gebruik":**
* Aanbrengen van het teken [17](#page=17).
* In voorraad hebben, in de handel brengen, aanbieden van waren [17](#page=17).
* In- en uitvoeren van waren met het teken [17](#page=17).
* Gebruik van het teken op documenten of in reclame [17](#page=17).
* Gebruik in economisch verkeer, niet privé/wetenschappelijk [17](#page=17).
* **Stopzetting:** Bevel tot stopzetting bij gebruik [17](#page=17).
* **Gebruik van een identiek teken voor identieke waren of diensten:** Dit is merkpiraterij. Vertalingen zijn niet mogelijk indien het publiek de tekens als overeenstemmend ervaart [17](#page=17).
* **Gebruik van een overeenstemmend teken voor soortgelijke waren/diensten:** Niet toegestaan vanwege overeenstemming, verwarring of associatie [17](#page=17).
* **Beoordeling van overeenstemming tussen merk en teken:** Visuele, auditieve en begripsmatige gelijkenis, en de totaalindruk die wordt opgeroepen. Vooral het dominante bestanddeel is belangrijk [17](#page=17).
* **Beoordeling van soortgelijkheid tussen waren en/of diensten:** Publiek moet menen dat betrokken waren of diensten van dezelfde onderneming zijn [17](#page=17).
* **Beoordeling van onderscheidend vermogen:** Verwarring is groter naarmate de onderscheidingskracht groter is [17](#page=17).
* **Gebruik identiek/overeenstemmend teken (voor niet soortgelijke waren of diensten):** De merkhouder kan optreden buiten zijn sector, normaliter enkel voor niet-soortgelijke waren en diensten. Sinds 2003 is dit ook mogelijk voor soortgelijke waren en diensten, indien de mogelijke verwarring wordt bewezen [17](#page=17).
* **Bekendheid aantonen:** Het betwiste merk moet aan het gekende merk denken en het territorium waarbinnen het merk bekend is [18](#page=18).
* **Aantasting onderscheidend vermogen of reputatie van het gekend merk:** Ongerechtvaardigd voordeel door het nieuwe merk obv reputatie van het oudere merk, of afbreuk door het nieuwe merk aan het bestaande merk [18](#page=18).
* **Onrechtmatig gebruik zonder geldige reden:** Gebruik van een identiek of soortgelijk teken anders dan ter onderscheiding van waren of diensten. Dit geldt niet voor gebruik in een handelsnaam, reclame, boeken, film, lied, videoclip indien dit niet schadelijk is. Ook niet voor gebruik als versiering [18](#page=18).
* **Andere mogelijkheden tot rechtsherstel:** Schadevergoeding, winnafdracht [18](#page=18).
#### 3.11.1 Uitzonderingen en beperkingen
* **Gedogen:** Meer dan 5 jaar nalaten actie te ondernemen [18](#page=18).
* **Eerlijk gebruik in het economisch verkeer:**
* Naam en adres [18](#page=18).
* Informatieve aanduidingen (soort, kwaliteit, hoeveelheid, waarde) [18](#page=18).
* Vermelding van het merk ter informatie [18](#page=18).
* **Bestaan van ouder (erkend) recht van plaatselijke betekenis:** Bijvoorbeeld een plaatselijke handelsnaam [18](#page=18).
* **Vergelijkende reclame:** Mag mits verwarring wordt uitgesloten, niet kleinerend is, geen oneerlijk voordeel geniet, en niet als imitatie wordt vermeld (art. VI.17 WER) [18](#page=18).
* **Communautaire uitputting:** Eenmaal een product in de EU (EER) is, mag het vrij verhandeld worden binnen de EER. Dit geldt enkel voor waren, niet voor diensten. Wijziging of verslechtering van de waren is niet toegestaan, tenzij noodzakelijk, de oorspronkelijke toestand niet aantast, geen reputatieschade veroorzaakt, de inpakker en initiële fabrikant duidelijk vermeld zijn, en de merkhouder op de hoogte is gebracht [18](#page=18).
### 3.12 Duur van de bescherming
* **Verstrijken van geldigheidsduur:** Merken zijn 10 jaar geldig vanaf de datum van depot en kunnen verlengd worden in schijven van 10 jaar. Dit gebeurt niet automatisch [18](#page=18) [19](#page=19).
* **Einde automatisch:** Tgv doorhaling of afstand van de inschrijving [19](#page=19).
* **Niet langer gebruiken:** Indien het merk meer dan 5 jaar niet wordt gebruikt, behoudens geldige redenen. Omstandigheden buiten de wil van de houder, afnemende vraag of onderhandelingsperiodes zijn geen geldige redenen. Invoerbeperkingen of overheidsmaatregelen wel [19](#page=19).
* **Verwording tot soortnaam:** Wanneer het merk door nalatigheid van de merkhouder verloren gaat, bijvoorbeeld door het niet treffen van redelijke maatregelen om het merk te beschermen [19](#page=19).
* **Misleidend gebruik:** Waren of diensten die het publiek misleiden mbt aard of geografische herkomst [19](#page=19).
### 3.13 Nietigverklaring
Nietigverklaring leidt tot het verdwijnen van het merkrecht ex tunc (vanaf het begin), in tegenstelling tot verval (ex nunc) [19](#page=19).
* **Absolute nietigheidsgronden:** Openbare orde, goede zeden, misleiding van het publiek, verboden vlaggen en emblemen [19](#page=19).
* **Relatieve nietigheidsgronden:** Enkel op te werpen door belanghebbenden, zoals houders van oudere rechten (bv. anterioriteit van een ouder aanvraag of inschrijving of eerder gebruik) [19](#page=19).
---
# Octrooirecht
Het octrooirecht voorziet in een tijdelijk exclusief recht op de exploitatie van een uitvinding in ruil voor openbaarmaking ervan, met als doel innovatie te stimuleren en de stand van de techniek te vergroten [20](#page=20).
### 4.1 Wetgevend kader
Het octrooirecht in België kent een nationaal wetgevend kader, met de Wet op de Economische Wetgeving (WER) als centrale wetgeving, die de oudere Wet op Uitvindings-octrooien vervangt. Daarnaast zijn er belangrijke Europese invloeden en verdragen die het octrooisysteem vormgeven, waaronder het Europees Octrooi Verdrag (EOV). Internationaal zijn verdragen zoals het Unieverdrag van Parijs en het Verdrag van Washington (PCT) relevant [20](#page=20).
#### 4.1.1 Belgisch octrooirecht
* **Wetgevend kader:** Art. XI.1 – 103 WER [20](#page=20).
* **Vervanging:** De WER vervangt de Wet op Uitvindings-octrooien van 28 maart 1984 [20](#page=20).
* **Europese invloeden:** Sinds 1960 is er een streven naar Europese harmonisatie, resulterend in het Europees Octrooi Verdrag [20](#page=20).
* **Eenheidsoctrooi en Octrooirechtbank:** Recente ontwikkelingen omvatten het Eenheidsoctrooi (Verordening (EU) nr. 1257/2012) en bijbehorende taalregelingen (Verordening (EU) nr. 1260/2012), evenals de oprichting van een EenheidsOctrooi Gerecht [20](#page=20).
#### 4.1.2 Internationale octrooirecht
* **Verdragen:**
* Unieverdrag van Parijs tot bescherming van de Industriële Eigendom [20](#page=20).
* Verdrag van Washington tot samenwerking inzake octrooien (PCT) [20](#page=20).
* Verdrag van München inzake de verlening van Europese octrooien [20](#page=20).
* TRIPS-overeenkomst [20](#page=20).
### 4.2 Toepassingsdomein en soorten uitvindingen
Het octrooisysteem verleent een tijdelijk exclusief recht op de exploitatie van een uitvinding. Dit recht is een negatief verbod (verbodsrecht) en geen absoluut positief recht. Voor bepaalde producten, zoals geneesmiddelen, is naast een octrooi ook een specifieke goedkeuring vereist [20](#page=20).
#### 4.2.1 Soorten uitvindingen
* **Voortbrengsel:** Een product, stof, werktuig [20](#page=20).
* **Werkwijze:** Een methode, procedé, fabricage-, bereidings- of constructiemethode [20](#page=20).
### 4.3 Beschermingsvereisten voor uitvindingen
Een uitvinding moet aan verschillende voorwaarden voldoen om octrooieerbaar te zijn: nieuw, inventief en industrieel toepasbaar, met een technisch karakter [20](#page=20).
#### 4.3.1 Nieuwheid
* **Definitie:** De uitvinding mag geen deel uitmaken van de stand van de techniek [21](#page=21).
* **Stand van de techniek:** Alles wat vóór de aanvraagdatum wereldwijd bekend, toegankelijk of voor het publiek beschikbaar was, ongeacht de vorm (publicatie, voordracht, beurs, verkoop, etc.) [21](#page=21).
* **Uitzondering:** Openbaarmaking tot zes maanden vóór de aanvraagdatum wordt niet meegerekend indien deze voortvloeit uit kennelijk misbruik of tentoonstelling [21](#page=21).
#### 4.3.2 Inventiviteit (uitvinderswerkzaamheden)
* **Vereiste:** De uitvinding mag niet voor de hand liggend zijn voor een deskundige. Er is een zekere originaliteit en inventiviteit vereist [21](#page=21).
#### 4.3.3 Industriële toepasbaarheid
* **Vereiste:** De uitvinding moet kunnen worden vervaardigd of toegepast [21](#page=21).
#### 4.3.4 Technisch karakter
* **Definitie:** De uitvinding moet een technische bijdrage leveren aan de stand van de techniek, wat betekent dat het een technisch effect teweeg moet brengen [20](#page=20).
#### 4.3.5 Uitgesloten uitvindingen
Bepaalde zaken zijn uitgesloten van octrooibescherming:
* **Algemeen uitgesloten (Art. XI.4 §2 WER):**
* Ontdekkingen [20](#page=20).
* Wiskundige en wetenschappelijke theorieën of methoden [20](#page=20).
* Esthetische vormgevingen [20](#page=20).
* Stelsels en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid (bv. boekhoudplannen, financieringsplannen) [20](#page=20).
* Computerprogramma's [20](#page=20).
* Presentatie van gegevens/data [20](#page=20).
* **Biologische materialen en planten/dierenrassen (Art. XI.5 WER):**
* Biologisch materiaal [21](#page=21).
* Plantenrassen en dierenrassen, alsmede de voortbrenging ervan door middel van specifieke werkwijzen (bv. kruising, selectie) [21](#page=21).
* Mens of deel ervan (bv. cel) is in strijd met de openbare orde en goede zeden, tenzij bijzondere regels van toepassing zijn [21](#page=21).
* Wapens zijn uitgesloten [21](#page=21).
* **Geneeskundige behandelingen:**
* Behandelingsmethoden voor mensen of dieren zijn uitgesloten [21](#page=21).
* Dit geldt echter niet voor stoffen of farmaceutische producten die voor deze behandelingen worden gebruikt [21](#page=21).
### 4.4 Verkrijging van het octrooi
Het octrooi wordt aangevraagd bij de Dienst voor de Inschakeling van de Expertise (D.I.E.) van de FOD Economie, KMO, Middenstand & Energie [21](#page=21).
#### 4.4.1 Procedure voor een Belgisch octrooi
1. **Indiening octrooiaanvraag:** De aanvraag dient de identiteit van de aanvrager, een beschrijving van de uitvinding (technisch domein, stand van de techniek, wijze van verwezenlijking, wijze van toepassing) en conclusies (wezenlijk doel en onderwerp) te bevatten. Een tekening is niet verplicht [21](#page=21).
2. **Aanvaarding aanvraag:** De datum van de aanvraag is bepalend en kan dienen als eerste indiening voor de 12-maanden voorrangstermijn [21](#page=21).
3. **Nieuwheidsonderzoek:** Dit is optioneel en vereist een taks van driehonderd dollars. Het wordt uitgevoerd door het Europees Octrooi Bureau binnen 18 maanden na de aanvraag [21](#page=21) [22](#page=22).
4. **Publicatie:** De octrooiaanvraag wordt gepubliceerd [22](#page=22).
5. **Verlening en publicatie:** Het octrooi wordt verleend middels een ministerieel besluit, wat een officiële bekrachtiging is dat aan de formaliteiten is voldaan. De werkelijke octrooieerbaarheid wordt later bepaald, eventueel na een vordering tot nietigverklaring. Het octrooi wordt vermeld in het Register der uitvindingsoctrooien en de Verzameling van Uitvindingsoctrooien [22](#page=22).
#### 4.4.2 Europees octrooi
Een Europees octrooi biedt bescherming in meerdere lidstaten (momenteel 38 landen) middels één aanvraag en procedure. Het Europees Octrooi Bureau (EOB) voert de administratie. De beschermingsomvang, overdracht en handhaving worden evenwel onderworpen aan de nationale regels van de betreffende landen [22](#page=22).
* **Europees Octrooi met Eenheidswerking:** Dit is een verdere stap in Europese samenwerking die naast de klassieke Europese octrooien bestaat en 25 EU-lidstaten omvat. De procedure is vergelijkbaar met een klassiek Europees octrooi, met een keuze tussen eenheidsoctrooi of traditioneel octrooi aan het einde van de procedure [22](#page=22).
#### 4.4.3 Internationale procedure (“Wereldoctrooi”)
Er bestaat geen universeel "wereldoctrooi". De internationale procedure, geregeld door het Patent Cooperation Treaty (PCT), bundelt nationale octrooiaanvragen [22](#page=22).
* **Internationale fase:** Omvat een internationaal nieuwheidsonderzoek [22](#page=22).
* **Nationale fase:** De verleningsprocedure verloopt volgens de nationale regels van elk aangewezen land [22](#page=22).
### 4.5 Eigendom en titularis van het octrooi
#### 4.5.1 Uitvindersbeginsel
De uitvinder is in beginsel de rechtverkrijgende van het octrooi en is een natuurlijk persoon. Tegenwoordig gaat het vaak om teams van onderzoekers [23](#page=23).
#### 4.5.2 Revindicatievordering
De rechtmatige uitvinder of eigenaar kan binnen een bepaalde termijn (vier jaar na aanvraag of drie jaar na verlening) de teruggave van het octrooi vorderen, mits bewijs van creatieve inbreng. Kwade trouw is hierbij niet vereist [23](#page=23).
#### 4.5.3 Uitvindingen in dienstverband
Er is geen algemene wettelijke regeling voor uitvindingen gedaan in dienstverband; de contractuele vrijheid van partijen is bepalend [23](#page=23).
* **Dienstuitvinding:** De uitvinding is het gevolg van de onderzoeks- of takenpakket van de werknemer [23](#page=23).
* **Afhankelijke uitvinding:** Er is een verband met de taken die de werkgever oplegt, maar het is geen pure dienstuitvinding [23](#page=23).
* **Vrije uitvinding:** Dit is geen dienst- of afhankelijke uitvinding [23](#page=23).
Specifieke regelingen bestaan voor uitvindingen aan Vlaamse universiteiten en hogescholen [23](#page=23).
### 4.6 Beschermingsomvang
De beschermingsomvang van een octrooi omvat zowel morele rechten als exploitatierechten.
#### 4.6.1 Moreel recht
* **Vaderschapsrecht:** De uitvinder heeft het recht om vermeld te worden in het octrooidocument. Dit recht is niet afdwingbaar door de uitvinder zelf [23](#page=23).
#### 4.6.2 Exploitatierecht
De houder van het octrooi geniet het exclusieve recht op exploitatie. De omschrijving in het octrooidocument is hierbij cruciaal [23](#page=23).
* **Dwanglicentie:** Indien de octrooihouder het octrooi niet binnen vier jaar na verlening exploiteert, kan een derde een dwanglicentie verkrijgen [23](#page=23).
#### 4.6.3 Recht tot overdracht of licentie
* **Overdracht:** De octrooihouder kan het octrooi, geheel of gedeeltelijk, overdragen aan derden, al dan niet tegen vergoeding, middels een schriftelijke overeenkomst op straffe van nietigheid [23](#page=23).
* **Licenties:** Dit betreft de toestemming van de octrooihouder om de uitvinding of een deel ervan te exploiteren, waarbij de octrooihouder eigenaar blijft [23](#page=23).
#### 4.6.4 Recht om op te treden tegen inbreuken
* **Inbreukmakende handelingen:** Dit omvat vervaardiging, aanbieding, in het verkeer brengen of het gebruiken van de geoctrooieerde uitvinding, het toepassen van een geoctrooieerde werkwijze met handelsdoeleinden, het aanbieden of leveren van een voortbrengsel verkregen door de toepassing van het octrooi, en indirecte namaak (toepassen van onderdelen van het octrooi) [23](#page=23).
* **Equivalentie:** Het toepassen van technisch vergelijkbare maatregelen valt ook onder inbreuk [23](#page=23).
* **Uitzonderingen (Art. XI.34 WER):**
* Wettelijke bepalingen [23](#page=23).
* Particuliere niet-commerciële doeleinden [23](#page=23).
* Wetenschappelijke doeleinden (research exemption) [23](#page=23).
* Bereidingen voor direct gebruik in apotheken van geneesmiddelen [24](#page=24).
* Communautaire uitputting voor persoonlijk gebruik [24](#page=24).
#### 4.6.5 Gedwongen licentie (specifieke gevallen)
* Voor belanghebbenden wegens onvoldoende exploitatie [24](#page=24).
* Gevolg van een afhankelijke uitvinding [24](#page=24).
* In belang van de volksgezondheid [24](#page=24).
### 4.7 Duur van het octrooi
De normale geldigheidsduur van een octrooi is twintig jaar vanaf de datum van indiening [24](#page=24).
* **Aanvullende beschermingsduur:** Voor geneesmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen kan een aanvullende periode van vijf jaar worden toegekend vanwege de lange vergunningsprocedures [24](#page=24).
### 4.8 Einde van het octrooi
Een octrooi kan eindigen door nietigverklaring, herroeping, beperking, verval, afstand of het verstrijken van de geldigheidsduur.
#### 4.8.1 Nietigverklaring (Art. XI.57 WER)
Gronden voor nietigverklaring zijn onder meer:
* Gebrek aan octrooieerbaarheidsvereisten [24](#page=24).
* Onduidelijke beschrijving [24](#page=24).
* Onderwerp is niet vatbaar voor octrooi [24](#page=24).
* Octrooihouder is niet de rechtmatige rechthebbende [24](#page=24).
#### 4.8.2 Herroeping of beperking (Art. XI.56 WER)
Dit kan via een gerechtelijke procedure, zowel op initiatief van een derde als van de octrooihouder zelf [24](#page=24).
#### 4.8.3 Verval
* Verstrijken van de geldigheidsduur [24](#page=24).
* Niet betalen van de instandhoudingstaksen [24](#page=24).
* Afstand door de houder [24](#page=24).
### 4.9 Alternatief van geheimhouding
Innoveren kost geld. Het octrooieren maakt de innovatie publiek en biedt bescherming voor een beperkte duur. Geheimhouding kan exclusiviteit bieden voor een langere periode, maar vereist bewijs van het idee [24](#page=24).
* **Registratie bij FOD Economie (AAPD):** Verkrijgt een vaste datum terwijl de inhoud geheim blijft [24](#page=24).
* **I-depot bij BBIE:** Vijf jaar geldig [24](#page=24).
* **WIPO-Proof:** Biedt geen bewijs van intellectueel eigendomsrecht [24](#page=24).
> **Tip:** Het afwegen van de voordelen en nadelen van octrooieren versus geheimhouding is een strategische beslissing die afhangt van het type uitvinding, de markt en de concurrentie [24](#page=24).
---
# Andere intellectuele rechten
Dit onderwerp verkent diverse intellectuele rechten die buiten de traditionele categorieën van octrooien, merken en auteursrechten vallen, waaronder tekeningen en modellen, kwekersrecht, de bescherming van computerchips en de rechten op creaties van werknemers.
### 5.1 Tekeningen en modellen
Tekeningen en modellen beschermen het uiterlijk van een product, hetzij tweedimensionaal (tekeningen) of driedimensionaal (modellen). Het beschermde element is de combinatie van omtrek, vorm, kleur, textuur en materiaal van een vervaardigd voorwerp. Computertprogramma's vallen hier niet onder [25](#page=25).
#### 5.1.1 Beschermingsvereisten
Om bescherming te verkrijgen, moet een tekening of model aan twee belangrijke vereisten voldoen:
* **Nieuwheid**: Er mag geen identieke tekening of model bekend zijn gemaakt vóór de aanvraagdatum van het depot. Modellen met verschillende details kunnen toch als identiek worden beschouwd [25](#page=25).
* **Eigen karakter**: De tekening of het model moet bij de geïnformeerde gebruiker een algemene indruk wekken die verschilt van de algemene indruk van reeds bestaande modellen. Dit betekent dat er aanzienlijke verschillen moeten zijn, en niet slechts in de details [25](#page=25).
Modellen die uitsluitend door hun technische functie worden bepaald, zijn wettelijk uitgesloten van bescherming. Daarnaast zijn modellen die gebruik maken van wapens, vlaggen, emblemen, officiële symbolen of namen strijdig met de openbare orde en goede zeden [25](#page=25).
#### 5.1.2 Cumul met andere IE-rechten
Tekeningen- en modellenrecht kan samengaan met andere intellectuele rechten:
* **Auteursrecht**: Cumul is mogelijk; men kan kiezen voor een depot en geen auteursrecht inroepen, geen depot en wel auteursrecht inroepen, of tegelijkertijd beide beschermingen inroepen [25](#page=25).
* **Merkbescherming**: Cumul is ook hier mogelijk, hoewel bepaalde vormen van merkbescherming uitgesloten kunnen zijn vanwege de aard van het waar [25](#page=25).
* **Octrooirecht**: Een dubbele bescherming is mogelijk indien de uitvinding en de vorm materieel van elkaar gescheiden kunnen worden. Indien de vormgeving noodzakelijk verbonden is met het octrooi, is tekeningen- en modellenrecht uitgesloten [25](#page=25).
#### 5.1.3 Verkrijging van recht
Het tekeningen- of modellenrecht wordt verkregen door het eerste depot bij een bevoegde instantie, zoals het DIE (FOD Economie) of het Beneluxbureau voor de Intellectuele Eigendom. Er vindt geen onderzoek naar de inhoudelijke geldigheid plaats; enkel formele voorschriften worden gecontroleerd. De geldigheid kan achteraf voor de rechtbank worden betwist [25](#page=25).
#### 5.1.4 Beschermingsomvang en duur
Het recht geeft een exclusief exploitatierecht, wat inhoudt dat de houder zich kan verzetten tegen wederrechtelijk gebruik en het recht kan vervreemden. Er zijn echter uitzonderingen, zoals communautaire uitputting, het recht van voorgebruik ten gunste van een sterk gelijkend model dat tegelijkertijd is gedeponeerd, en gebruik voor niet-commerciële doeleinden zoals onderwijs en onderzoek [25](#page=25).
De exclusieve exploitatie duurt aanvankelijk vijf jaar en kan met maximaal vijf opeenvolgende termijnen worden verlengd, wat resulteert in een maximale beschermingsduur van vijfentwintig jaar [25](#page=25).
#### 5.1.5 Einde van de bescherming
Het recht kan eindigen door het verstrijken van de termijn of door vrijwillige doorhaling. Nietigverklaring kan plaatsvinden indien het tekening- of model in strijd is met oudere rechten, gebruikt wordt in een ouder merk zonder toestemming, gebruik maakt van een auteursrechtelijk beschermd werk, in strijd is met de goede zeden en openbare orde, of niet overeenkomt met het depot [26](#page=26).
### 5.2 Kwekersrecht
Kwekersrecht beschermt nieuwe rassen van planten, gebaseerd op het Internationaal Verdrag van 1961 van de International Union for the Protection of New Varieties of Plants (UPOV). Het beschermt kweekproducten, wat inhoudt nieuwe rassen van alle botanische geslachten en soorten [26](#page=26).
#### 5.2.1 Beschermingsvereisten
Om in aanmerking te komen voor kwekersrecht moet een ras voldoen aan de volgende vereisten:
* **Onderscheidbaarheid**: Het ras moet duidelijk verschillen van elk ander ras. Dit verschil kan betrekking hebben op bladvorm, kleur, smaak, voedingswaarde, geur, zuurte of suikergehalte van de vruchten [26](#page=26).
* **Homogeniteit**: De eigenschappen van het ras moeten bij alle planten van dat ras gelijkmatig aanwezig zijn, en niet slechts bij een deel. Kleine variaties zijn wel toegestaan [26](#page=26).
* **Bestendigheid**: De specifieke eigenschappen van het ras moeten door de tijd heen behouden blijven [26](#page=26).
* **Nieuwheid**: Het ras mag niet reeds eerder publiekelijk bekend zijn gemaakt. Dit verschilt van het octrooirecht [26](#page=26).
* **Rasbenaming**: Een onderscheidende en niet-verwarrende rasbenaming, goedgekeurd door de Dienst, is vereist [26](#page=26).
#### 5.2.2 Verkrijging van recht
Het kwekersrecht wordt verkregen na een aanvraag bij het DIE, gevolgd door een formeel onderzoek en een wezenlijk onderzoek naar de grond. Dit laatste gebeurt echter niet in België [26](#page=26).
#### 5.2.3 Beschermingsomvang en duur
Het kwekersrecht verleent een exploitatierecht dat een monopolie inhoudt op de productie en verhandeling van het teeltmateriaal van het ras, niet noodzakelijk van het gehele eindproduct. Voor sierplanten, zoals rozen en tulpen, geldt een uitzondering. Er is ook een exploitatieplicht om het ras in stand te houden [26](#page=26).
Uitzonderingen op dit recht omvatten privégebruik, wetenschappelijk onderzoek en het tot stand brengen van nieuwe of andere rassen. Sinds 1 november 2007 is het mogelijk om bij inbreuk een strafrechtelijke procedure te starten [26](#page=26).
De beschermingsduur bedraagt 25 jaar, met een verlenging tot 30 jaar voor bomen en wijnstokken. Er is geen automatisch verval door niet-betaling van een jaarlijks recht [27](#page=27).
### 5.3 Bescherming van computerchips
De bescherming van computerchips, meer specifiek de topografie van halfgeleiders of microchips, is ontstaan door de hoge investeringskosten en de relatieve eenvoud van kopiëren. Bestaande beschermingsmechanismen zoals de Auteurswet (niet origineel genoeg), de Softwarewet (slechts enkele componenten) en octrooien (geen uitvinding, niet nieuw) bleken onvoldoende [27](#page=27).
#### 5.3.1 Bescherming volgens Belgische wetgeving
De Belgische wetgeving beschermt de topografie als de driedimensionale configuraties van elementen en verbindingen in geïntegreerde schakelingen, mits deze voortkomen uit intellectuele inspanningen en niet algemeen bekend zijn [27](#page=27).
* **Duur**: De bescherming duurt 10 jaar vanaf de eerste commerciële exploitatie of vanaf het depot, afhankelijk van wat het eerst komt [27](#page=27).
* **Inhoud**: Het omvat een reproductierecht en het recht op commerciële exploitatie (invoeren, aanbieden, verkopen, verhuren, etc.) [27](#page=27).
* **Uitzonderingen**: Reverse engineering, gebruik voor onderwijs, analyse, evaluatie, communautaire uitputting en exploitatie ter goeder trouw zijn toegestaan [27](#page=27).
### 5.4 Creaties van werknemers
De wetgever heeft een specifiek regime uitgewerkt voor creaties van werknemers die onder auteursrecht, databanken, kweekproducten, halfgeleidertopografieën en tekeningen/modellen vallen. Voor octrooien is er geen algemene wettelijke regeling en is contractvrijheid de norm [27](#page=27).
#### 5.4.1 Uitvindingen door werknemers
Bij uitvindingen door werknemers is de eigendomssituatie afhankelijk van de aard van de uitvinding en eventuele overeenkomsten:
* **Dienstuitvindingen**: Dit zijn uitvindingen die een direct gevolg zijn van onderzoekstaken opgelegd door de werkgever. De morele rechten komen toe aan de werknemer (uitvinder), terwijl de vermogensrechten aan de werkgever toekomen [27](#page=27).
* **Afhankelijke uitvindingen**: Deze hebben weliswaar geen direct verband met de dienstuitvoering, maar er is wel een verband met de inbreng van de werkgever (financieel, materieel, intellectueel). De werknemer blijft eigenaar, maar de werkgever kan aanspraak maken op rechten [27](#page=27).
* **Vrije uitvindingen**: Dit zijn uitvindingen die de werknemer in zijn vrije tijd tot stand brengt. De werknemer is de volledige eigenaar [27](#page=27).
#### 5.4.2 Regeling voor universiteiten en hogescholen
Voor Vlaamse universiteiten en hogescholen regelt het Universiteitsdecreet (art. 169ter) en het Hogeronderwijsdecreet (art. 215bis) de rechten op creaties van onderzoekers. De morele rechten blijven bij de werknemer-onderzoeker, terwijl de vermogensrechten bij de werkgever (instelling) liggen. De werknemer heeft echter recht op een billijk deel van de geldelijke opbrengsten [27](#page=27).
#### 5.4.3 Auteurswerken door werknemers
Auteurswerken die in het kader van de gewone taken van een werknemer worden gecreëerd, komen niet automatisch aan de werkgever toe. Een uitdrukkelijke overeenkomst tot overdracht is vereist. Bij twijfel over de overeenkomst geniet de werknemer voordeel. Indien de werkgever ruimere rechten wil verwerven dan wat voortvloeit uit de normale arbeidstaak, is een gedetailleerde opsomming van de exploitatiemodaliteiten vereist [28](#page=28).
#### 5.4.4 Computerprogramma's, databanken en chips
* **Computerprogramma's**: Vallen onder het auteursrecht en de bescherming van werknemerscreaties is geregeld in de softwarewet. De werkgever verkrijgt de vermogensrechten, de werknemer de morele rechten [28](#page=28).
* **Databanken**: Beschermd door de Auteurswet, net als computerprogramma's, indien ze binnen het kader van normale taken zijn gemaakt en niet in de culturele sector vallen. De werkgever krijgt de vermogensrechten en de werknemer de morele rechten. Er bestaat ook een *sui generis* bescherming voor niet-originele databanken, gebaseerd op financiële inspanningen [28](#page=28).
* **Chips**: De bescherming van chips is analoog aan die van softwarewetgeving. De werkgever verkrijgt de vermogensrechten bij normale uitoefening van de functie door de werknemer, terwijl de werknemer de morele rechten behoudt [28](#page=28).
#### 5.4.5 Merken door werknemers
Merken kleven aan een product of dienst en niet aan een persoon, wat ze minder relevant maakt in deze context. De rechten komen toe aan de werkgever met betrekking tot de producten of diensten van de onderneming. Het ontwerp van een merk door een werknemer gebeurt in principe op vraag van de werkgever [28](#page=28).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Intellectuele rechten | Een verzamelnaam voor rechten die voortkomen uit creaties van de menselijke geest en die de maker exclusieve rechten verlenen op het gebruik en de exploitatie van deze creaties. Deze rechten zijn essentieel voor de bescherming van innovatie en culturele expressie. |
| Economisch recht | Het rechtsgebied dat de economische activiteiten en relaties tussen individuen en bedrijven reguleert, inclusief de concurrentie, handel en bescherming van economische belangen. Intellectuele rechten maken hier een belangrijk onderdeel van uit. |
| Vrije mededinging | Het principe dat iedereen de vrijheid heeft om deel te nemen aan economische activiteiten en handel te drijven, met als doel de concurrentie te bevorderen. Dit principe kent echter beperkingen door de exclusieve rechten die intellectuele rechten verlenen. |
| Nabootsing | Het kopiëren of imiteren van producten, diensten of creaties van anderen. Hoewel vrije mededinging de mogelijkheid tot nabootsing toelaat, beperken intellectuele rechten dit om innovatie en creativiteit te beschermen. |
| Positief recht | Het door de mens vastgestelde recht, zoals wetten en reglementen, dat van toepassing is op een specifieke gemeenschap op een bepaald moment. Intellectuele rechten vallen onder het positieve recht, aangezien ze wettelijk zijn vastgelegd. |
| Natuurrecht | Een rechtsfilosofie die uitgaat van universele, inherente rechten die voortvloeien uit de menselijke natuur of de goddelijke orde, onafhankelijk van positieve wetgeving. Het document noemt het recht op leven, vrijheid en eigendom als voorbeelden. |
| Industriële rechten | Een categorie van intellectuele rechten die gericht is op de bescherming van uitvindingen, merken, ontwerpen en andere industriële creaties. Voorbeelden hiervan zijn octrooien, merkenrecht en recht op tekeningen en modellen. |
| Artistieke rechten (sensu lato) | Een brede categorie van intellectuele rechten die de bescherming omvat van creatieve werken zoals literatuur, muziek, beeldende kunst, audiovisuele werken en software. Dit omvat zowel auteursrechten als naburige rechten. |
| Auteursrechten (sensu stricto) | Het exclusieve recht van de maker van een origineel werk van letterkunde, kunst of wetenschap om zijn werk te reproduceren, te verspreiden en publiekelijk uit te voeren. Dit is een essentieel onderdeel van de artistieke rechten. |
| Naburige rechten | Rechten die vergelijkbaar zijn met auteursrechten, maar die toebehoren aan uitvoerende kunstenaars, producenten van opnamen en omroeporganisaties, ter bescherming van hun prestaties en opnamen. |
| Exclusiviteit | Het kenmerk van intellectuele rechten dat de houder ervan het exclusieve recht verleent om de beschermde creatie te exploiteren, wat betekent dat anderen dit zonder toestemming niet mogen doen. Dit vormt een uitzondering op de vrije mededinging. |
| Tijdgebondenheid | Het principe dat de bescherming die intellectuele rechten bieden, beperkt is in de tijd. Na het verstrijken van de beschermingsduur vallen de creaties in het publieke domein en kunnen ze vrijelijk worden gebruikt. |
| Territorialiteit | Het principe dat intellectuele rechten geldig zijn binnen de grenzen van het land of de regio waar ze zijn verleend of erkend. Internationale verdragen trachten echter de reikwijdte van deze rechten te harmoniseren. |
| Auteursrecht (sensu stricto) | Het exclusieve recht dat aan een maker van een origineel werk van letterkunde of kunst toekomt, dat betrekking heeft op zowel morele als vermogensrechten, en dat automatisch ontstaat zonder registratievereiste. |
| Werk van letterkunde of kunst | Een creatie die voldoet aan de vereisten van originaliteit en is uitgedrukt in een concrete vorm, waaronder literatuur, beeldende kunst, geluidswerken, audiovisuele werken, databanken en computerprogramma's vallen. |
| Origineel werk | Een werk dat de intellectuele schepping van de auteur weerspiegelt en niet louter een kopie is van bestaande werken, wat essentieel is voor auteursrechtelijke bescherming. |
| Titularis van het auteursrecht | De persoon die gerechtigd is om de auteursrechtelijke bescherming in te roepen, wat primair de maker van het werk is, maar ook diens erfgenamen kan omvatten. |
| Morele rechten | Persoonsgebonden rechten van de auteur die nauw verbonden zijn met zijn of haar persoonlijkheid, zoals het recht op openbaarmaking, het vaderschapsrecht en het recht op eerbiediging van het werk. |
| Vermogensrechten | De exclusieve economische rechten die aan de auteur toekomen met betrekking tot het gebruik en de exploitatie van zijn of haar werk, zoals het reproductie-, distributie- en mederecht aan het publiek. |
| Reproductierecht | Het exclusieve recht om een werk, geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of duurzaam, te verveelvoudigen, zowel in materiële zin (kopieën maken) als in bredere zin (bewerking, vertaling). |
| Mededeling aan het publiek | Het toegankelijk maken van een werk in een niet-tastbare vorm voor een publiek, ongeacht de gebruikte middelen, wat live, via technische middelen of via transmissie kan gebeuren. |
| Uitzonderingen op auteursrechten | Wettelijk vastgelegde beperkingen op de exclusieve rechten van auteurs, die beoogen een evenwicht te vinden tussen de belangen van de auteur en het algemeen belang, zoals het recht op citaat of privégebruik. |
| Volgrecht | Een specifiek recht voor kunstenaars van beeldende kunst, waarbij zij recht hebben op een deel van de opbrengsten bij elke doorverkoop van hun werk binnen de EU door professionele kunsthandelaren. |
| Producent van fonogrammen | De persoon of entiteit die als eerste geluid van een uitvoering of andere geluiden vastlegt op een drager, en hierdoor bescherming geniet voor deze eerste vastlegging. |
| Omroeporganisatie | Een entiteit die geluid of beeld en geluid uitzendt via radio-elektrische golven (ether, kabel, satelliet) voor het publiek, ongeacht of de uitgezonden content auteursrechtelijk beschermd is. |
| Technische beveiligingsmaatregelen | Technologieën, inrichtingen of onderdelen die worden ingezet om de toegang tot en het gebruik van (digitale) werken te controleren en te beperken, zoals codering en wachtwoorden. |
| Digital Rights Management (DRM) | Een systeem gebaseerd op elektronische informatie die aan werken of prestaties is gehecht, om de identiteit van werken te beheren en controle uit te oefenen op hun gebruik en distributie. |
| Internet Service Provider (ISP) | Een dienstverlener die toegang tot het internet faciliteert, en die onder bepaalde voorwaarden aansprakelijk kan zijn voor de doorgifte van illegaal materiaal via zijn netwerk. |
| Computerprogramma | Een reeks instructies die bedoeld is om een computer te laten functioneren, en dat auteursrechtelijk wordt beschermd als een werk van letterkunde, waarbij de broncode bescherming geniet. |
| Open Source Software (OSS) | Software waarvan de broncode openbaar is en die door iedereen mag worden gebruikt, aangepast en verspreid onder specifieke licentievoorwaarden, wat innovatie bevordert. |
| Databank | Een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen, die systematisch of methodisch geordend zijn en afzonderlijk toegankelijk zijn, en die auteursrechtelijk beschermd kan zijn vanwege de structuur. |
| Namaak | Het kwaadwillig of bedrieglijk plegen van inbreuk op auteursrechten en naburige rechten, of het onrechtmatig aanwenden van de naam van een auteur of rechthebbende. |
| Benelux merkenbureau (BBIE) | Het Benelux-Bureau voor Intellectuele Eigendom, gevestigd in Den Haag, dat belast is met de registratie van merken en tekeningen of modellen in de Benelux-regio. |
| Collectief merk | Een merk dat de producten of diensten van verschillende ondernemingen kenmerkt en gemeenschappelijke kenmerken benadrukt, waarbij de houder een vereniging van fabrikanten of dienstverrichters is. Dit merk duidt op lidmaatschap van een bepaalde vereniging van waren of diensten. |
| Certificeringsmerk (Garantie- of kwaliteitsmerk) | Een merk dat expliciet de kwaliteit van materiaal of vervaardiging van waren of diensten aangeeft en de waren of diensten met een gemeenschappelijk kenmerk aanduidt dat voldoet aan een bepaalde norm. |
| Depot | Het indienen van een officiële aanvraag voor merkregistratie, waarbij de datum van indiening cruciaal is voor het vaststellen van de rechten. |
| Discriminatie | Een weigeringsgrond of grond voor nietigheid voor collectieve en certificeringsmerken, waarbij het reglement van gebruik discriminerende vergoedingen voorschrijft. |
| EUIPO (Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie) | Het Europese bureau dat verantwoordelijk is voor de registratie van Uniemerken, voorheen bekend als het Bureau voor harmonisatie binnen de Interne Markt (OHIM). |
| Formeel onderzoek | Het onderzoek dat plaatsvindt na indiening van een merkdepot, gericht op de naleving van formele vereisten zoals naam, adres, afbeelding en de waren of diensten waarvoor het merk bestemd is. |
| Gemeenschapsmerk (Uniemerk) | Een merk dat bescherming geniet in alle lidstaten van de Europese Unie, met één enkele registratieprocedure. |
| Handelspraktijkenwet | Een wet die voorheen werd gebruikt om waren of diensten te beschermen wanneer er nog geen specifieke merkbescherming bestond, zoals voor banken, verzekeringen en reisbureaus. |
| Industriële eigendom | Een breed begrip binnen het intellectueel eigendomsrecht dat onder andere merken, octrooien en tekeningen of modellen omvat, gericht op de bescherming van industriële en commerciële uitvindingen en creaties. |
| Intellectueel eigendomsrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de bescherming van creaties van de menselijke geest, waaronder merkenrecht, auteursrecht en octrooirecht. |
| Merk | Elk teken dat ertoe strekt om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden van die van andere ondernemingen. Dit kan bestaan uit benamingen, tekeningen, afdrukken, letters, cijfers, vormen, of een combinatie hiervan. |
| Merkinbreuk | Het ongeautoriseerd gebruik van een merk dat identiek is aan of verwarring kan veroorzaken met een geregistreerd merk, op waren of diensten die identiek of soortgelijk zijn. |
| Merkregister | Een officieel register waarin geregistreerde merken worden opgenomen, wat zorgt voor publieke kennisname en bewijs van eigendom. |
| Merkpiraterij | Het gebruik van een identiek teken voor identieke waren of diensten, waarbij vertalingen niet zijn toegestaan indien het publiek de tekens als overeenstemmend ervaart. |
| Merkterritorium | Het geografische gebied waarin een merk bescherming geniet, zoals de Benelux of de gehele Europese Unie. |
| Nietigverklaring | Het ongeldig verklaren van een merkrecht vanaf het moment van registratie (ex tunc), gebaseerd op absolute weigeringsgronden zoals strijdigheid met de openbare orde. |
| OHIM (Bureau voor harmonisatie op de Interne Markt) | De vroegere naam van het EUIPO, het bureau dat verantwoordelijk was voor de registratie van Gemeenschapsmerken. |
| Onderscheidend vermogen | De capaciteit van een teken om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden van die van concurrenten, en om de consument te helpen de herkomst van het product te identificeren. |
| Oppositieprocedure | Een procedure waarbij derden verzet kunnen aantekenen tegen een merkdepot, indien zij houder zijn van een ouder, identiek of overeenstemmend merk voor identieke of soortgelijke producten. |
| Relatieve nietigheidsgrond | Een grond voor nietigheid die enkel kan worden opgeworpen door belanghebbenden, zoals houders van oudere rechten, bijvoorbeeld bij anterioriteit of eerder gebruik. |
| TRIPs-Overeenkomst | De Overeenkomst inzake handelsgerelateerde aspecten van intellectuele eigendomsrechten, die internationale normen stelt voor de bescherming van intellectuele eigendom. |
| Uniemerk | Zie Gemeenschapsmerk. |
| Verval (vervallen) | Het tenietgaan van een merkrecht na registratie, bijvoorbeeld wegens niet-gebruik gedurende een bepaalde periode, verwording tot soortnaam, of misleidend gebruik. Dit werkt ex nunc (vanaf nu). |
| Verdrag van Parijs | Het Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom, een internationaal verdrag dat basisprincipes vaststelt voor de bescherming van industriële eigendom, inclusief merken. |
| Verdrag van Madrid | Het Verdrag van Madrid inzake de internationale registratie van merken, dat een gestroomlijnde procedure biedt voor de internationale bescherming van merken. |
| Vormmerk | Een merk dat bestaat uit een driedimensionale vorm, zoals de vorm van een fles of een product, mits deze de aard van het product niet bepaalt of een technische uitkomst nastreeft. |
| Vormvereisten | De specifieke eisen waaraan een merk moet voldoen om te worden geregistreerd, gerelateerd aan de aard van het teken en de manier waarop het grafisch kan worden voorgesteld. |
| Warenmerk | Een merk dat ter ondersteuning van waren en producten dient, om deze te onderscheiden van andere waren. |
| Wet handelspraktijken | Zie Handelspraktijkenwet. |
| Wettelijke vereiste | Een eis die door de wet wordt gesteld aan een merk, zoals het onderscheidend vermogen om waren of diensten te onderscheiden. |
| Woordmerk | Een merk dat uitsluitend bestaat uit woorden, lettercombinaties, cijfercombinaties of slogans. |
| Octrooirecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de bescherming van uitvindingen door middel van octrooien, inclusief het wetgevend kader, de vereisten voor octrooieerbaarheid, de verkrijgingsprocedures en de omvang van de bescherming. |
| Uitvinding | Een technische oplossing voor een probleem die voldoet aan de vereisten van nieuwheid, inventiviteit en industriële toepasbaarheid, en die in aanmerking komt voor octrooibescherming. |
| Nie uwheid | Een uitvinding is nieuw als deze geen deel uitmaakt van de stand van de techniek, wat betekent dat deze vóór de indieningsdatum van de octrooiaanvraag nergens ter wereld publiekelijk bekend of toegankelijk was. |
| Inventiviteit (Uitvinderswerkzaamheid) | De eis dat een uitvinding niet voor de hand liggend mag zijn voor een vakman op het betreffende technische gebied; er is een zekere originaliteit en creativiteit vereist. |
| Industriële toepasbaarheid | De vereiste dat een uitvinding vervaardigd of toegepast kan worden in enig industrieel bedrijf, wat inhoudt dat de uitvinding praktisch bruikbaar moet zijn. |
| Europees Octrooi | Een octrooi dat, via één aanvraag en procedure bij het Europees Octrooibureau (EOB), bescherming verleent in meerdere lidstaten van het Europees Octrooiverdrag (EOV). |
| Eenheidsoctrooi | Een optioneel octrooi dat, na verlening van een Europees octrooi, bescherming biedt in een geselecteerd aantal EU-lidstaten met een uniforme rechtsgang en één gerecht. |
| Vaderschapsrecht | Het morele recht van de uitvinder om als schepper van de uitvinding te worden vermeld in het octrooidocument, zelfs als hij niet de rechthebbende van het octrooi is. |
| Exploitatierecht | Het exclusieve recht van de octrooihouder om de uitvinding te gebruiken, te produceren, te verkopen en te verspreiden, en om anderen hiervan uit te sluiten. |
| Dwanglicentie | Een door de overheid verleende vergunning die een derde toestaat een octrooibeschermde uitvinding te exploiteren, zelfs tegen de wil van de octrooihouder, onder bepaalde voorwaarden zoals onvoldoende exploitatie. |
| Inbreuk | Het handelen in strijd met de exclusieve rechten die door een octrooi worden verleend, zoals het zonder toestemming vervaardigen, gebruiken of verkopen van de geoctrooieerde uitvinding. |
| Stand van de techniek | Alle informatie die wereldwijd vóór de indieningsdatum van een octrooiaanvraag publiekelijk toegankelijk was, ongeacht de vorm waarin deze is verstrekt. |
| Revindicatievordering | Een gerechtelijke vordering ingesteld door de rechtmatige uitvinder of eigenaar om het octrooi terug te vorderen dat onrechtmatig is verkregen. |
| Tekeningen en modellen | Dit recht beschermt het uiterlijk van een vervaardigd voorwerp, ofwel in twee dimensies (tekening, b.v. schikking van lijnen of figuren) ofwel in drie dimensies (model, b.v. een stoel of scheerapparaat). De bescherming omvat de combinatie van omtrek, vorm, kleur, textuur en materiaal, zolang het voorwerp een nieuw en eigen karakter heeft. |
| Nieuwheid (voor tekeningen en modellen) | Een tekening of model wordt als nieuw beschouwd indien er vóór de aanvraagdatum geen identieke tekening of model publiekelijk beschikbaar was. Modellen met verschillende details kunnen echter toch als identiek worden beschouwd. |
| Eigen karakter (voor tekeningen en modellen) | Een model heeft een eigen karakter indien het bij de geïnformeerde gebruiker een algemene indruk wekt die verschilt van de algemene indruk van reeds bestaande modellen, wat duidt op aanzienlijke verschillen en niet enkel op details. |
| Kwekersrecht | Dit recht beschermt nieuwe kweekproducten, oftewel nieuwe rassen van alle botanische geslachten en soorten. Het vereist dat de rassen onderscheidbaar, homogeen, bestendig en nieuw zijn, en dat de rasbenaming verschillend en niet verwarrend is. |
| Onderscheidbaarheid (voor kwekersrecht) | Een nieuw plantenras is onderscheidbaar indien het duidelijk verschilt van elk ander bestaand ras, bijvoorbeeld door verschillen in bladvorm, kleur, smaak, voedingswaarde, geur, zuurte of suikergehalte van vruchten. |
| Homogeniteit (voor kwekersrecht) | Een plantenras is homogeen indien de belangrijkste eigenschappen bij alle planten van dat ras gelijk blijven, en dit niet slechts bij een deel van de planten. |
| Bestendigheid (voor kwekersrecht) | Een plantenras is bestendig indien de belangrijkste eigenschappen ervan altijd behouden blijven doorheen de tijd, zonder significante veranderingen. |
| Bescherming van computerchips (topografie) | Dit recht beschermt de driedimensionale configuraties van elementen en verbindingen in geïntegreerde schakelingen (microchips), mits deze voortkomen uit intellectuele inspanning en niet algemeen bekend zijn. Het omvat het reproductierecht en commerciële exploitatie. |
| Topografie van halfgeleiders | Dit is de driedimensionale opbouw of het ontwerp van de componenten en hun onderlinge verbindingen binnen een geïntegreerd circuit, wat beschermd kan worden onder specifieke wetgeving. |
| Creaties van werknemers | Dit betreft intellectuele werken of uitvindingen die door een werknemer zijn gecreëerd tijdens de duur van zijn of haar dienstverband. Afhankelijk van de aard van de creatie en de contractuele afspraken, kunnen de rechten toebehoren aan de werknemer of de werkgever. |
| Dienstuitvinding | Een uitvinding die een direct gevolg is van onderzoekstaken die aan de werknemer zijn opgelegd door de werkgever. De morele rechten komen toe aan de werknemer, terwijl de vermogensrechten aan de werkgever toekomen. |
| Afhankelijke uitvindingen | Uitvindingen die weliswaar niet direct voortvloeien uit dienstuitvoering, maar wel een verband hebben met de werkzaamheden van de werknemer en waar de werkgever een financiële, materiële of intellectuele inbreng heeft gehad. |
| Vrije uitvindingen | Uitvindingen die de werknemer creëert buiten zijn of haar reguliere werktijd en zonder directe betrokkenheid van de werkgever. |
| Sui generis bescherming (databanken) | Een speciale beschermingsvorm voor databanken die niet voldoen aan de vereisten voor originaliteit van het auteursrecht, maar toch beschermd worden vanwege de financiële redenen die gemoeid zijn met de totstandkoming ervan. |