Cover
Comença ara de franc hoorcollege1 VE WRP_WUG.S2N 17.09.2025.pdf
Summary
# Rechten van de patiënt
Dit gedeelte behandelt de diverse rechten die patiënten hebben binnen de gezondheidszorg, inclusief hun recht op informatie, toestemming, privacy en inzage in hun medisch dossier.
### 1.1 Recht op samenwerking, respect en overleg
Het recht op samenwerking, respect en overleg is vastgelegd in artikel 4 van de Wet op de Rechten van de Patiënt (WRP) [7](#page=7).
#### 1.1.1 Samenwerkingsplicht
De zorgverstrekking is een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de patiënt als de zorgverstrekker. Dit betekent dat de patiënt een medewerkingsplicht heeft. De geneesheer-correspondent (GB’aar) heeft echter een onderzoeksplicht en moet de juiste vragen stellen om deze samenwerking te faciliteren [7](#page=7).
#### 1.1.2 Wederzijds respect
Dit omvat de eerbiediging van de menselijke waardigheid, zelfbeschikking en het bieden van zorg zonder onderscheid op welke grond dan ook, aangepast aan de behoeften van de patiënt. De patiënt dient zich ook respectvol te gedragen ten opzichte van de geneesheer-correspondent en derden [7](#page=7).
#### 1.1.3 Recht op overleg
In het belang van de patiënt is er recht op overleg, inclusief multidisciplinair overleg en, op verzoek van de patiënt, overleg met door de patiënt aangewezen naasten. Deze overleggen dienen goed vermeld te worden in het medisch dossier, met inachtneming van het beroepsgeheim [8](#page=8).
### 1.2 Recht op zelfbeschikking, kwaliteitsvolle dienstverlening en vroegtijdige zorgplanning
Dit recht is opgenomen in artikel 5, lid 1 van de WRP [9](#page=9).
#### 1.2.1 Zelfbeschikking en kwaliteitsvolle dienstverlening
Patiënten hebben recht op zorg zonder onderscheid op basis van sociale status, godsdienst, geslacht, enzovoort. De zorg moet van de best mogelijke kwaliteit zijn, conform de stand van de wetenschap. De geneesheer-correspondent moet de algemene zorgvuldigheidsnorm naleven, handelend als een "goed huisvader". Een patiënt kan een behandeling vragen, maar deze moet wel beantwoorden aan zijn behoeften. Indien de geneesheer-correspondent niet akkoord gaat met het verzoek van de patiënt, kan hij de relatie beëindigen, mits zorgcontinuïteit gewaarborgd blijft door doorverwijzing of het aanbieden van alternatieven, zoals bepaald in artikel 17 van de Kwaliteitswet [9](#page=9).
#### 1.2.2 Vroegtijdige zorgplanning
Vroegtijdige zorgplanning is een ingeschreven patiëntenrecht. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en waarden van de patiënt. Het is een continu communicatieproces tussen de patiënt en de geneesheer-correspondent, en op vraag van de patiënt, met zijn naasten, om waarden, levensdoelen en voorkeuren voor huidige en toekomstige zorg te bespreken (artikel 2, 5° WRP) [10](#page=10).
**Meer over vroegtijdige zorgplanning:**
* De patiënt heeft het recht om geïnformeerd, voorafgaandelijk en vrij toe te stemmen in iedere tussenkomst van de gezondheidszorgbeoefenaar [11](#page=11).
* Wensen die de patiënt schriftelijk heeft vastgelegd toen hij nog wilsbekwaam was, dienen te worden gerespecteerd zolang hij ze niet herroept op een moment dat hij weer wilsbekwaam is [11](#page=11).
* Een schriftelijke weigering van een welomschreven tussenkomst door de patiënt toen hij nog wilsbekwaam was, dient eveneens te worden geëerbiedigd zolang hij ze niet herroept [11](#page=11).
* Vertrouwenspersonen en vertegenwoordigers informeren de gezondheidszorgbeoefenaar over het bestaan van een voorafgaande zorgplanning of weigeringsverklaring [11](#page=11).
* Dit kan gebeuren via wilsverklaringen [11](#page=11).
### 1.3 Recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar
Dit recht is een specifieke toepassing van het recht op fysieke integriteit en zelfbeschikking, vastgelegd in artikel 6, paragraaf 1 van de WRP [12](#page=12).
#### 1.3.1 Keuze en wijziging
De patiënt heeft het recht om een beroepsbeoefenaar te kiezen en deze keuze te wijzigen [12](#page=12).
#### 1.3.2 Beperkingen aan de vrije keuze
Dit recht is niet absoluut en kan beperkt worden in de volgende gevallen:
* **Wettelijke verplichtingen:** Bijvoorbeeld wetgeving rond arbeidsongevallen of medische behandeling in gevangenissen [12](#page=12).
* **Praktische en organisatorische redenen:** De zorgverzekeraar (RS) houdt rekening met praktische mogelijkheden van de dienst of organisatorische redenen, zoals de aanwezigheid van slechts één specialist ter zake in een ziekenhuis, wachtdiensten of werkroosters [12](#page=12).
#### 1.3.3 Nieuwe bepalingen in artikel 6 WRP
* **Paragraaf 2:**Introduceert een actieve informatieplicht voor de geneesheer-correspondent over maatregelen die zijn beroepsuitoefening beperken, zoals schorsingen. De patiënt mag de beroepsbekwaamheid van de geneesheer-correspondent bevragen over diens bekwaamheid en ervaring [13](#page=13).
* **Paragraaf 3:** De geneesheer-correspondent informeert de patiënt of hij beschikt over een verzekeringsdekking of andere bescherming met betrekking tot beroepsaansprakelijkheid. Tevens informeert de geneesheer-correspondent over zijn vergunnings- en registratiestatus of andere beperkingen, bijvoorbeeld op de website [13](#page=13).
### 1.4 Recht op informatie over de gezondheidstoestand
Dit recht is vastgelegd in artikel 7 van de WRP [14](#page=14).
#### 1.4.1 Algemene informatieplicht
De patiënt heeft recht op alle informatie die nodig is om inzicht te krijgen in zijn gezondheidstoestand en de vermoedelijke evolutie ervan. Dit omvat informatie over de stopzetting en gevolgen van een behandeling. De informatieplicht onderscheidt zich van de plicht tot het verkrijgen van toestemming [14](#page=14).
#### 1.4.2 Verstrekking van informatie
* De informatie kan mondeling of schriftelijk worden verstrekt, zeker bij complexe of pertinente informatie, en op vraag van de patiënt of de geneesheer-correspondent [14](#page=14).
* Er dient voldoende tijd te worden voorzien voor de informatieverstrekking en de patiënt moet worden uitgenodigd om vragen te stellen [14](#page=14).
* De communicatie moet in duidelijke taal gebeuren, aangepast aan het bevattingsvermogen van de patiënt [14](#page=14).
* De informatie wordt verstrekt aan de patiënt, eventueel ook aan een vertrouwenspersoon, en bij wilsonbekwamen aan hun vertegenwoordiger(s) [14](#page=14).
* De bewijslast ligt bij de geneesheer-correspondent, die verantwoordelijk is om toe te zien op het begrip van de patiënt [14](#page=14).
#### 1.4.3 Uitzonderingen op de informatieplicht
##### 1.4.3.1 Recht om niet te weten (artikel 7, paragraaf 3 WRP)
De patiënt kan er uitdrukkelijk voor kiezen om diagnostische informatie niet te ontvangen [15](#page=15).
* **Uitzondering hierop:** Wanneer het niet meedelen van informatie een ernstig nadeel zou toebrengen aan de patiënt en/of derden (bijvoorbeeld bij SOA, HIV, TBC). In zo'n geval geldt er een informatieplicht. Dit vereist consultatie van een collega en eventueel een vertrouwenspersoon, en dient genoteerd te worden in het medisch dossier [15](#page=15).
##### 1.4.3.2 Therapeutische exceptie
* De geneesheer-correspondent mag informatie onthouden aan de patiënt [16](#page=16).
* **Voorwaarden:**
* Het meedelen van de informatie mag een ernstig nadeel toebrengen aan de gezondheid van de patiënt [16](#page=16).
* Consultatie van een andere beroepsbeoefenaar is vereist [16](#page=16).
* Er moet nagegaan worden of graduele of gedeeltelijke informatie niet mogelijk is, en dit moet worden vermeld in het patiëntendossier [16](#page=16).
* Een schriftelijke motivering van de beslissing moet in het patiëntendossier worden opgenomen [16](#page=16).
* Indien een vertrouwenspersoon is aangeduid, dient deze verwittigd te worden [16](#page=16).
* Zodra het nadeel wegvalt, moet de informatie alsnog worden meegedeeld en bijgehouden in het patiëntendossier [16](#page=16).
### 1.5 Recht op geïnformeerde toestemming
Dit recht is vastgelegd in artikel 8 van de WRP [17](#page=17).
#### 1.5.1 Kernprincipe: Shared Decision Making
Het doel is dat patiënt en geneesheer-correspondent samen tot een besluit komen, bekend als "shared decision making", wat een nieuwe invulling is. Voor elke ingreep, behandeling, tussenkomst, weigering of intrekking moet de patiënt of diens vertegenwoordiger voorafgaande, vrije en geïnformeerde toestemming geven [17](#page=17).
#### 1.5.2 Informatieverplichting van de Geneesheer-correspondent
De geneesheer-correspondent informeert de patiënt voorafgaand en tijdig over voorgenomen tussenkomsten en de ontwikkelingen ervan. De informatieverstrekking door de geneesheer-correspondent en de daaropvolgende toestemming van de patiënt vormen de basis van de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Tijdens het overleg informeert de geneesheer-correspondent zich over de situatie en voorkeuren van de patiënt, nodigt hij uit tot het stellen van vragen en verstrekt op verzoek informatie schriftelijk of elektronisch [17](#page=17).
#### 1.5.3 Vereiste informatie voor toestemming (artikel 8, paragraaf 2 WRP)
Een minimumlijst aan informatie is voorzien:
1. Het doel, de aard, de graad van urgentie, de duur en de frequentie van de tussenkomst [18](#page=18).
2. De voor de patiënt relevante tegenaanwijzingen, nevenwerkingen en risico's, rekening houdend met de ernst van het gevaar, de frequentie van het risico, de patiënt zelf en de aard van de ingreep [18](#page=18).
3. Verwachte ontwikkelingen en nazorg [18](#page=18).
4. Mogelijke alternatieven, al dan niet uitgevoerd door een andere gezondheidszorgbeoefenaar [18](#page=18).
5. Andere verduidelijkingen, inclusief de relevante wettelijke bepalingen die met betrekking tot een tussenkomst moeten worden nageleefd [18](#page=18).
6. De financiële gevolgen van de tussenkomst [18](#page=18).
#### 1.5.4 Wijze van toestemming (artikel 7, paragraaf 2 WRP)
* Toestemming wordt uitdrukkelijk gegeven, tenzij de gedragingen van de patiënt redelijkerwijs op zijn toestemming wijzen [19](#page=19).
* Op vraag van de patiënt of de geneesheer-correspondent kan toestemming schriftelijk worden vastgelegd, bijvoorbeeld via toestemmingsformulieren [19](#page=19).
* De informatieverstrekking moet op maat van de patiënt zijn [19](#page=19).
* **Weigeren of intrekken van toestemming:** De patiënt heeft het recht om toestemming te weigeren of in te trekken. Zowel de weigering als de intrekking, indien schriftelijk vastgelegd op verzoek van de patiënt of geneesheer-correspondent, worden toegevoegd aan het patiëntendossier [19](#page=19).
* De geneesheer-correspondent informeert de patiënt over de mogelijke gevolgen van weigering of intrekking en overlegt over alternatieve tussenkomsten [19](#page=19).
* Het intrekken van toestemming of weigering leidt niet tot het stoppen van het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening [19](#page=19).
* De bewijslast ligt bij de geneesheer-correspondent [19](#page=19).
#### 1.5.5 Timing van toestemming
* Toestemming moet voorafgaand aan de ingreep worden verkregen, met een redelijke termijn in functie van de dringendheid [20](#page=20).
* De patiënt moet volledig bewust zijn; toestemming is niet geldig indien de patiënt onder narcose of pre-anesthesie is [20](#page=20).
* **Bij spoedgevallen:** Indien de wilsuiting van de patiënt of zijn vertegenwoordiger onduidelijk is, vindt elke noodzakelijke tussenkomst onmiddellijk plaats in het belang van de gezondheid van de patiënt (hulpverleningsplicht). Melding hiervan gebeurt in het patiëntendossier en zodra mogelijk wordt alsnog toestemming gevraagd aan de patiënt of vertegenwoordiger [20](#page=20).
#### 1.5.6 Wilsverklaringen
* **Positieve wilsverklaringen** (bv. wensen voor toekomstige zorg) zijn niet juridisch afdwingbaar [21](#page=21).
* **Negatieve wilsverklaringen** (bv. weigering van bepaalde behandelingen) zijn juridisch afdwingbaar. Er is geen officiële registratiemogelijkheid; ze worden best opgenomen in het huisartsendossier. Dit is belangrijk voor vroegtijdige zorgplanning [21](#page=21).
### 1.6 Rechten met betrekking tot het patiëntendossier
Dit recht is vastgelegd in artikel 9 van de WRP en samen te lezen met de Kwaliteitswet [22](#page=22).
#### 1.6.1 Wat is een patiëntendossier?
Er is geen wettelijke definitie van een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier [22](#page=22).
#### 1.6.2 Recht op inzage en afschrift
* **Door wilsbekwame meerderjarige patiënt:** De patiënt heeft het recht om het volledige dossier in te zien en om toelichting te vragen. Ook inzage in persoonlijke notities is mogelijk [23](#page=23).
* **Uitzonderingen:**
* Informatie die betrekking heeft op derden [23](#page=23).
* Motivering van een therapeutische exceptie [23](#page=23).
* Inzage in deze uitzonderlijke gevallen kan wel door een vertrouwenspersoon die zelf ook geneesheer-correspondent is [23](#page=23).
* **Termijn:** Inzage dient te gebeuren binnen 15 dagen na het verzoek van de patiënt [22](#page=22) [24](#page=24).
* **Bijstand:** Een vertrouwenspersoon kan de patiënt bijstaan bij inzage (artikel 11 WRP) [24](#page=24).
* **Wijze van inzage:** Inzage kan plaatsvinden via de geneesheer-correspondent of via elektronische systemen zoals COZO (zonder toelating van de arts) [24](#page=24).
* **Afschrift:** Een afschrift kan geweigerd worden als er vrees bestaat voor druk van derden (bv. werkgever, verzekeraar). Het eerste afschrift is gratis [24](#page=24).
#### 1.6.3 Door wilsonbekwame meerderjarige patiënt
* De vertegenwoordiger van de patiënt oefent het inzagerecht uit [25](#page=25).
* Inzage en afschrift kunnen volledig of gedeeltelijk geweigerd worden indien dit de privacy van de patiënt schendt (artikel 15, paragraaf 1 WRP). Het inzagerecht kan dan uitgeoefend worden door een geneesheer-correspondent aangewezen door de vertegenwoordiger [25](#page=25).
#### 1.6.4 Bij overleden patiënt
* **Meerderjarige overleden patiënt:** Het inzagerecht is beperkt tot de echtgenoot, wettelijk samenwonende partner, feitelijke partner, en bloedverwanten tot de tweede graad. Inzage en afschrift kunnen geweigerd worden bij verzet van de patiënt tijdens het leven (ruim te interpreteren, mondeling of schriftelijk). Het inzagerecht wordt uitgeoefend door een geneesheer-correspondent die door de nabestaanden wordt aangewezen [26](#page=26).
* **Minderjarige overleden patiënt:** Het recht op inzage is rechtstreeks voorbehouden aan degene die tijdens het leven de vertegenwoordiger was, en bloedverwanten tot de tweede graad [27](#page=27).
#### 1.6.5 Voorwaarden voor inzagerecht
* **Specificatie:** Het verzoek tot inzage moet gespecificeerd zijn (welk deel van het dossier, bv. ziekenhuisdossier, medisch dossier thuiszorg) [28](#page=28).
* **Motivering:** Het verzoek moet gemotiveerd zijn, bijvoorbeeld voor onderzoek naar medische fouten, genetisch onderzoek, onderzoek naar doodsoorzaak in kader van verzekering, of onderzoek naar handelingsbekwaamheid bij vermogensrechtelijke discussies [28](#page=28).
#### 1.6.6 Recht op toevoeging van documenten
De patiënt heeft het recht om documenten toe te voegen aan zijn dossier [22](#page=22).
### 1.7 Recht op privacy
Dit recht is vastgelegd in artikel 10 van de WRP [29](#page=29).
* Patiënten hebben recht op bescherming van hun gezondheidsinformatie [29](#page=29).
* Er moet respect zijn voor de intimiteit van de patiënt [29](#page=29).
* De lokalen waar zorg wordt verleend, moeten de nodige privacy garanderen [29](#page=29).
* De aanwezigheid in de zorgruimte is beperkt tot diegenen die beroepshalve noodzakelijk zijn. Stagiairs mogen aanwezig zijn mits akkoord van de patiënt [29](#page=29).
### 1.8 Recht op klachtenbehandeling
Dit recht is vastgelegd in artikel 11 van de WRP [30](#page=30).
#### 1.8.1 Rol van de ombudsdienst
De ombudsdienst heeft de volgende opdrachten:
* **Preventie:** Bevorderen van de communicatie tussen patiënt en beroepsbeoefenaar [30](#page=30).
* **Bemiddeling:** Bemiddelen bij klachten met het oog op een oplossing [30](#page=30).
* **Doorverwijzing:** Bij gebrek aan oplossing, informeren van de patiënt over verdere afhandeling van de klacht [30](#page=30).
* **Informatie:** Informeren over de werking, procedure en organisatie van de ombudsdienst [30](#page=30).
* **Aanbevelingen:** Aanbevelingen doen [30](#page=30).
#### 1.8.2 Klachtrecht na overlijden
Na het overlijden van een patiënt kan het klachtrecht worden uitgeoefend door nabestaanden [30](#page=30).
* Bij een minderjarige overleden patiënt: de vroegere wettelijke vertegenwoordiger [30](#page=30).
* Bij een meerderjarige overleden patiënt: de echtgenoot, wettelijk of feitelijk samenwonende partner, bloedverwanten in de tweede graad en de persoon die op het moment van overlijden handelde als vertegenwoordiger (tenzij de patiënt voorafgaand verzet heeft aangetekend) [30](#page=30).
### 1.9 Recht op vertegenwoordiging
De regeling voor vertegenwoordiging van de patiënt is vastgelegd in artikelen 12-15 van de WRP [31](#page=31) [32](#page=32).
#### 1.9.1 Vertrouwenspersoon (artikel 11 bis WRP)
De patiënt heeft het recht zich te laten bijstaan door een vertrouwenspersoon of personen [31](#page=31).
* De patiënt bepaalt de draagwijdte van de bevoegdheid van de vertrouwenspersoon [31](#page=31).
* De patiënt kan zijn inzagerecht via de vertrouwenspersoon uitoefenen [31](#page=31).
* Er zal nog een Koninklijk Besluit volgen om de aanstelling van een vertrouwenspersoon via elektronische weg te regelen en de wijze waarop de gezondheidszorgbeoefenaar hiervan kennis krijgt [31](#page=31).
* Huidige praktijk: impliciet door aanwezigheid bij consultaties, schriftelijk bij communicatie zonder patiënt [31](#page=31).
* De geneesheer-correspondent bevraagt de patiënt regelmatig of de aanduiding van de vertrouwenspersoon nog strookt met de wil van de patiënt [31](#page=31).
* Meerdere vertrouwenspersonen en vertegenwoordigers zijn mogelijk; de patiënt moet de volgorde aanduiden [31](#page=31).
#### 1.9.2 Vertegenwoordiging van minderjarigen
* Minderjarigen oefenen hun rechten uit via hun ouders of voogd [32](#page=32).
* Rechten die uitgeoefend worden: vrije keuze beroepsbeoefenaar, informatie, geïnformeerde toestemming, inzage patiëntendossier, klacht neerleggen [32](#page=32).
* Rechten die **niet** door vertegenwoordigers, maar wel door de minderjarige zelf (indien mondig) worden uitgeoefend: kwaliteitsvolle dienstverlening, recht om niet te weten [32](#page=32).
* **Beperkingen aan rechten ouders:** De beroepsbeoefenaar mag afwijken van de beslissing van de ouders indien deze een ernstige bedreiging impliceert voor het leven of de gezondheid van de minderjarige. Wettelijke beperkingen (bv. verplichte inentingen) blijven van kracht. Er is geen inzagerecht in het dossier bij vermoeden van kindermishandeling [32](#page=32).
* **Mondige minderjarige:** Minderjarigen worden betrokken bij beslissingen naarmate hun leeftijd en maturiteit vorderen. Een mondige minderjarige (die redelijke belangen kan beoordelen) oefent zelf de patiëntenrechten uit. Er is geen dubbele toestemmingsvereiste (uitzondering: orgaantransplantatiewet bij minderjarigen > 12 jaar). Bij zware en risicovolle ingrepen is extra voorzichtigheid geboden. Bij een zwakke financiële positie van de minderjarige dient de toestemming van de ouders gevraagd te worden. Het beroepsgeheim geldt ook tegenover de ouders bij een mondige minderjarige [33](#page=33).
#### 1.9.3 Vertegenwoordiging van meerderjarigen (wilsonbekwamen)
* **Bevoegdheid van de bewindvoerder:** De meerderjarige die onder bewind staat wat zijn persoon betreft, laat zijn patiëntenrechten uitoefenen door de bewindvoerder, gemachtigd door de vrederechter, tenzij de patiënt eerder een vertrouwenspersoon WRP heeft aangesteld [34](#page=34).
* **Vertegenwoordiger aangeduid door de patiënt:**
* De rechten worden uitgeoefend door een vertegenwoordiger aangeduid door de patiënt op een moment dat hij hiertoe nog in staat was [34](#page=34).
* Dit dient schriftelijk te gebeuren in een gedateerd document, ondertekend door de patiënt (eventueel in bijzijn van getuigen) en de vertegenwoordiger [34](#page=34).
* Deze aanstelling is herroepbaar [34](#page=34).
* Er kunnen meerdere vertegenwoordigers zijn, waarbij de patiënt de volgorde bepaalt [34](#page=34).
* **Vertegenwoordiger aangeduid door de wet:** Indien de patiënt niemand heeft aangeduid, treden vertegenwoordigers op in dalende volgorde: echtgenoot/wettelijk/feitelijk samenwonende partner, meerderjarig kind/ouder/meerderjarige broer/zus van de patiënt [34](#page=34).
* **Multidisciplinair overleg:** Betrokken beroepsbeoefenaar, eventueel in multidisciplinair overleg. Bij onenigheid beslist de geneesheer-correspondent [34](#page=34).
* **Betrekken van de patiënt:** De patiënt moet zoveel mogelijk betrokken worden bij de uitoefening van zijn rechten [34](#page=34).
#### 1.9.4 Uitzonderingen op de vertegenwoordiging
* Afwijken van de beslissing van een vertegenwoordiger is mogelijk bij bedreiging van het leven of de gezondheid van de patiënt, na multidisciplinair overleg. Bij een door de patiënt aangeduide vertegenwoordiger is dit enkel toegestaan indien er geen uitdrukkelijke wil van de patiënt kan worden aangetoond (wilsverklaring) [35](#page=35).
* Inzage/afschrift van het patiëntendossier kan aan een wettelijk vertegenwoordiger geweigerd worden indien dit in strijd is met het recht op privacy van de patiënt [35](#page=35).
* De vertegenwoordiger moet een beroepsbeoefenaar aanstellen [35](#page=35).
---
# Wet patiëntenrechten en algemene bepalingen
Dit onderdeel geeft een overzicht van de Wet Patiëntenrechten, de evolutie ervan, de pijlers van recente wijzigingen en het toepassingsgebied.
### 2.1 Historische context en noodzaak tot regelgeving
Voordat de Wet Patiëntenrechten van kracht werd, bestond er geen specifieke, gecodificeerde regelgeving die de rechten en plichten van patiënten en zorgverstrekkers duidelijk afbakende. De bestaande regels waren verspreid over een amalgaam van internationale verdragen, bepalingen uit het strafrecht, rechtspraak, rechtsleer en algemene rechtsbeginselen. Dit creëerde een noodzaak voor een duidelijke wettelijke basis die de relatie tussen patiënt en zorgverstrekker regelt. De oorspronkelijke Wet Patiëntenrechten dateert van 26 september 2002 [3](#page=3).
### 2.2 Evolutie en recente wijzigingen
De Wet van 22 augustus 2002 is geëvalueerd en aangepast door de Wet van 6 februari 2024. Deze grondige wijziging is gebaseerd op drie grote pijlers [4](#page=4):
* **Centrale rol van de voorkeur en wensen van de patiënt:** De nieuwe wetgeving benadrukt expliciet dat de voorkeuren en wensen van de patiënt centraal staan in de zorgverlening [4](#page=4).
* **Inschrijving van vroegtijdige zorgplanning:** Vroegtijdige zorgplanning wordt nu wettelijk verankerd, wat impliceert dat patiënten proactief kunnen nadenken en beslissen over hun toekomstige zorg [4](#page=4).
* **Belangrijkere rol voor familie en vrienden:** De rol van familie en vrienden in het zorgproces en bij besluitvorming wordt belangrijker. Dit houdt ook verband met het belang van een vertrouwenspersoon en vertegenwoordiger(s) [4](#page=4).
Daarnaast wordt er meer aandacht besteed aan informatie over de digitalisering van de zorg, de toegankelijkheid van patiëntendossiers en duidelijkheid over de kosten van de zorg [4](#page=4).
### 2.3 Toepassingsgebied van de Wet Patiëntenrechten
De Wet Patiëntenrechten is van toepassing op alle privaatrechtelijke (contractueel en buitencontractueel) en publiekrechtelijke rechtsverhoudingen die betrekking hebben op gezondheidszorg verstrekt door een gezondheidszorgbeoefenaar (GB’aar) aan een patiënt (pt) [5](#page=5).
* **Patiënt:** De term patiënt omvat een natuurlijke persoon of diens vertegenwoordiger, ongeacht of de zorgverlening op eigen verzoek gebeurt (bijvoorbeeld bij een gedwongen opname) [5](#page=5).
* **Gezondheidszorg:** Dit begrip omvat diensten verstrekt door een beroepsbeoefenaar met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van de patiënt. Sinds 2013 valt hier ook onder het wijzigen van het uiterlijk van de patiënt om esthetische redenen, alsook stervensbegeleiding. De wet geldt tevens voor controlegeneeskunde en gerechtelijke geneeskunde [5](#page=5).
* **Gezondheidszorgbeoefenaar (GB’aar):** Dit zijn de beoefenaars bedoeld in de Gecoördineerde Wet op de gezondheidsberoepen. Dit omvat zowel zelfstandigen als werknemers in loondienst (WUG). De wet is ook van toepassing op samenwerkingsverbanden zoals bedoeld in de Kwaliteitswet. Sinds 2013 is de wet van toepassing op zowel conventionele als niet-conventionele praktijken [5](#page=5).
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te kennen tussen de oorspronkelijke wet van 2002 en de ingrijpende wijzigingen door de wet van 2024, aangezien dit invloed heeft op de actuele interpretatie van patiëntenrechten.
>
> **Tip:** Noteer de specifieke data van de wetten (26/09/2002 en 06/02/2024) en de belangrijkste pijlers van de wijzigingen voor examengerichtheid.
---
# Beroepsgeheim en de uitzonderingen
Dit gedeelte behandelt de geheimhoudingsplicht van zorgverleners, de wettelijke grondslag, en de diverse uitzonderingen en plichten tot spreken of melden [37](#page=37).
### 3.1 Het beroepsgeheim: basisprincipes
Het beroepsgeheim, geregeld in artikel 458 van het Strafwetboek (SWB) geldt voor een brede groep zorgverleners, waaronder heel- en vroedkundigen, artsen, officieren van gezondheid en apothekers. Het omvat kennis die men verkrijgt uit hoofde van het beroep, ongeacht of het medische of niet-medische zaken betreft. De interpretatie van wat als een "geheim" geldt, en of het door toevertrouwing als zodanig is bestempeld, wordt in geval van betwisting door de rechter beslist. Het doel van het beroepsgeheim is tweeledig: de bescherming van de privacy van de patiënt en het waarborgen van de toegang tot gezondheidszorg in de maatschappij. De geheimhoudingsplicht geldt tegenover de patiënt, diens vertrouwenspersoon, de ouders van een minderjarige patiënt, familie van de patiënt, collega's, de politie (indien de patiënt dader of slachtoffer is), de pers en anderen [38](#page=38).
#### 3.1.1 Schending van het beroepsgeheim
Een schending van het beroepsgeheim vereist in beginsel opzet voor het strafrecht, maar kan leiden tot burgerlijke aansprakelijkheid. Het geldt niet wanneer geheimen gedeeld worden met andere personen die eveneens aan het beroepsgeheim gebonden zijn. De toepassing van het beroepsgeheim is restrictief; het principe is "necessary to know" en niet "nice to know" [39](#page=39).
> **Tip:** Bij twijfel over de reikwijdte van het beroepsgeheim of een mogelijke uitzondering, is het raadzaam juridisch advies in te winnen.
### 3.2 Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht
Er bestaan diverse uitzonderingen op de strikte geheimhoudingsplicht.
#### 3.2.1 Spreken in rechte en parlementair onderzoek
Zorgverleners hebben het recht om te getuigen in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie, wat bekend staat als het spreekrecht. Dit spreekrecht geldt ten aanzien van de burgerlijke, strafrechtelijke of onderzoeksrechter, maar niet ten aanzien van de politie of het openbaar ministerie. De zorgverlener behoudt het recht om te zwijgen, tenzij de wet expliciet een plicht tot spreken oplegt. De uiteindelijke beslissing over het afwenden van het beroepsgeheim berust bij de rechter [39](#page=39).
#### 3.2.2 Wettelijke spreekplichten en meldingsplichten
Artikel 458 bis SWB breidt de geheimhoudingsplicht uit naar minderjarigen en kwetsbare personen en introduceert een spreekrecht. Wanneer de wet de verplichting oplegt om geheimen bekend te maken, spreekt men van een spreekplicht. Er is discussie over een enge dan wel ruime interpretatie van dergelijke wettelijke verplichtingen. Voorbeelden van wettelijke spreekplichten zijn [40](#page=40):
* Aangifteplicht van besmettelijke ziekten, zoals bepaald door een Vlaams Decreet van 5 april 1995 [40](#page=40).
* Kennisgeving van bevalling en aangifte van geboorte volgens artikel 56, paragraaf 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) [40](#page=40).
* Het opmaken van een medisch verslag voorafgaand aan een gedwongen opname [40](#page=40).
* Verplichtingen in geval van opvorderingen [40](#page=40).
#### 3.2.3 Rechterlijk bevel en hulpverleningsplicht
Onder een rechterlijk bevel kan de geheimhoudingsplicht vervallen. Het is echter belangrijk op te merken dat er geen algemene wettelijke plicht bestaat om misdrijven aan te geven. Niettemin is er de wettelijke hulpverleningsplicht, vastgelegd in artikel 422 bis SWB [41](#page=41).
#### 3.2.4 Toestemming van de patiënt
Toestemming van de patiënt is geen rechtvaardigingsgrond voor het doorbreken van het beroepsgeheim. De rechtspraak evolueert echter naar een interpretatie waarbij toestemming als niet-schendend wordt beschouwd, mits deze vrij, voorafgaand gegeven is en de patiënt de enige belanghebbende is [41](#page=41).
> **Tip:** Zorg ervoor dat de toestemming van de patiënt expliciet, geïnformeerd en vrijwillig is, en documenteer deze goed.
#### 3.2.5 Noodtoestand
De noodtoestand kan een rechtvaardigingsgrond zijn voor het doorbreken van de geheimhoudingsplicht [42](#page=42).
##### 3.2.5.1 Noodtoestand en aangifte van misdrijven
* **Patiënt als dader:** Aangifte van misdrijven waarbij de patiënt de dader is, is in beginsel verboden. Een uitzondering geldt indien dit noodzakelijk is om meer fysieke aanslagen te vermijden [42](#page=42).
* **Patiënt als slachtoffer:** In geval van een patiënt die het slachtoffer is van een misdrijf, bestaat er een spreekrecht, geen spreekplicht. Een uitzondering hierop geldt voor minderjarige slachtoffers, conform de Wet van 28 november 2000. Deze uitzondering is van toepassing indien het ernstig dreigend gevaar betreft en de bescherming van het slachtoffer anderszins niet mogelijk is [42](#page=42).
#### 3.2.6 Eigen recht van verdediging
Het eigen recht van verdediging van de zorgverlener zelf, bijvoorbeeld in een juridische procedure waarbij de zorgverlener betrokken is, geeft eveneens spreekrecht [42](#page=42).
---
# Uitoefening van gezondheidsberoepen en verpleegkundige activiteiten
Dit gedeelte behandelt de wettelijke basis voor gezondheidsberoepen, de specifieke regels voor het beroep van verpleegkundige, zorgkundige en vroedkundige, en de verschillende soorten verpleegkundige activiteiten.
### 4.1 Wettelijke basis voor gezondheidsberoepen
De wettelijke basis voor de uitoefening van gezondheidsberoepen wordt gevormd door de Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 op de uitoefening van de gezondheidsberoepen (W.U.G.). Deze wet vervangt het Koninklijk Besluit (KB) 78. De W.U.G. regelt de uitoefening van diverse beroepen binnen de gezondheidszorg, waaronder [44](#page=44):
* Beoefenaars geneeskunde: artsen, tandartsen en vroedvrouwen [44](#page=44).
* Beoefenaars kinesitherapie, verpleegkunde en paramedici [44](#page=44).
* Beoefenaars artsenijbereidkunde of apothekers [44](#page=44).
* Ondersteundende beroepen: zorgkundigen, hulpverleners, ambulanciers [44](#page=44).
* Andere beroepen in de gezondheidszorg: klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen, psychotherapeuten [44](#page=44).
#### 4.1.1 Wettelijke voorwaarden om een gezondheidsberoep uit te oefenen
Om een gezondheidsberoep wettelijk te mogen uitoefenen, zijn er drie kernvoorwaarden [45](#page=45):
1. Het voorleggen van een geldig diploma, opleidingstitel of erkenning [45](#page=45).
2. Het verkrijgen van een visum van het diploma door de bevoegde provinciale commissie [45](#page=45).
3. Voor artsen en apothekers is er de bijkomende voorwaarde van inschrijving bij de bevoegde orde [45](#page=45).
### 4.2 Het beroep van verpleegkundige
#### 4.2.1 Bescherming van het beroep van verpleegkundige
Het beroep van verpleegkundige is beschermd. Om dit beroep te mogen uitoefenen, zijn de volgende voorwaarden van toepassing [46](#page=46):
* Het bezit van een diploma of titel van bachelor in de verpleegkunde [46](#page=46).
* Het bezit van een brevet of titel van HBO5 verpleegkunde [46](#page=46).
* Tot 1995 was een brevet of titel van verpleegassistent ook voldoende [46](#page=46).
Er bestaan echter uitzonderingen voor bepaalde beroepen die verpleegkundige handelingen kunnen verrichten onder specifieke voorwaarden [46](#page=46):
* Artsen, vroedvrouwen, kinesitherapeuten en paramedici, rekening houdend met de specifieke reglementering van hun eigen beroep [46](#page=46).
* Hulpverleners-ambulanciers [46](#page=46).
* Studenten verpleegkunde (VE) en verpleegkunde (VK), etc. [46](#page=46).
* Personen die voor 1 januari 1990 minimaal drie jaar verpleegkundige handelingen hebben verricht, mits dit werd bekendgemaakt voor 1 april 1996 [46](#page=46).
* Sommige specifieke gevallen bepaald bij Koninklijk Besluit (KB) [46](#page=46).
#### 4.2.2 Zorgkundigen
Zorgkundigen hebben beperkte bevoegdheden en mogen enkel de handelingen verrichten die bij KB van 2006 zijn bepaald en die hen door een verpleegkundige zijn toevertrouwd. Door een recente wetswijziging mogen zorgkundigen, vanaf 1 september 2019, na delegatie, ook de volgende vijf verpleegkundige handelingen uitvoeren (enkel voor Vlaanderen) [47](#page=47):
* Meten van parameters zoals bloeddruk of suikerspiegel [47](#page=47).
* Toedienen van medicatie die is voorbereid door een verpleegkundige of apotheker, met uitzondering van verdovende middelen [47](#page=47).
* Oraal toedienen van voeding of vocht [47](#page=47).
* Manueel verwijderen van fecalomen [47](#page=47).
* Verwijderen/opnieuw aanbrengen van kousen of verbanden ter preventie/behandeling van veneuze aandoeningen [47](#page=47).
#### 4.2.3 Andere verpleegkundige beroepen en rollen
* **Basisverpleegkundigen en verpleegkundigen algemene zorg** [48](#page=48).
* **Hulpverleners-ambulanciers** mogen enkel de handelingen verrichten die bij KB zijn bepaald [48](#page=48).
* **Vroedvrouwen**:
* Met een diploma behaald vóór 1 oktober 2018 hebben zij dezelfde bevoegdheden als verpleegkundigen (VE) [48](#page=48).
* Met een diploma behaald na 1 oktober 2018 verrichten zij verpleegkundige handelingen binnen de domeinen van verloskunde, fertiliteit, neonatologie en gynaecologie [48](#page=48).
### 4.3 Verpleegkundige activiteiten
Verpleegkundige activiteiten worden ingedeeld in verschillende categorieën:
#### 4.3.1 Globale verpleegkundige activiteiten (A-handelingen)
Deze handelingen vereisen geen voorschrift van een arts en worden volledig autonoom en onder eigen verantwoordelijkheid uitgevoerd. Ze omvatten [49](#page=49):
* Observeren, herkennen en vastleggen van de gezondheidsstatus [49](#page=49).
* Omschrijven van verpleegproblemen [49](#page=49).
* Bijdragen aan de medische diagnose door de arts en het uitvoeren van voorgeschreven behandelingen [49](#page=49).
* Informeren en adviseren van de patiënt en diens familie [49](#page=49).
* Voortdurend bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen gericht op het behoud, de verbetering en het herstel van de gezondheid van gezonden en zieken [49](#page=49).
* Stervensbegeleiding en begeleiding van het rouwproces [49](#page=49).
#### 4.3.2 Technisch verpleegkundige activiteiten (B1 en B2 handelingen)
Deze activiteiten worden uitgevoerd via standaardplannen in samenspraak met een arts. Ze omvatten onder andere [50](#page=50):
* Behandelingen met betrekking tot het ademhalingsstelsel, bloedsomloopstelsel, etc. [50](#page=50).
* Voedsel- en vochttoediening [50](#page=50).
* Mobiliteit [50](#page=50).
* Hygiëne [50](#page=50).
* Fysieke beveiliging [50](#page=50).
* Activiteiten gerelateerd aan diagnose en behandeling [50](#page=50).
* Assistentie bij medische handelingen [50](#page=50).
Deze handelingen mogen worden uitgevoerd door verpleegkundigen, HBO5 verpleegkundigen, vroedvrouwen, ziekenhuisassistenten en personen die voor 1 september 1990 minimaal drie jaar verpleegkundige handelingen hebben verricht [51](#page=51).
* **B1 handelingen** vereisen geen medisch voorschrift [51](#page=51).
* **B2 handelingen** vereisen een medisch voorschrift [51](#page=51).
#### 4.3.3 Toevertrouwde geneeskundige activiteiten (C-handelingen)
Deze handelingen worden door een arts aan een verpleegkundige toevertrouwd. Voorbeelden hiervan zijn [52](#page=52):
* Voorbereiden en toediening van chemotherapeutische middelen [52](#page=52).
* Beoordelen van glycemiewaarden [52](#page=52).
* Bedienen van medische beeldvormingstoestellen [52](#page=52).
Deze activiteiten worden uitgevoerd op basis van procedures en zijn uitsluitend voorbehouden voor verpleegkundigen (VE), verpleegkundigen (VK) en HBO5 verpleegkundigen [52](#page=52).
##### 4.3.3.1 Voorwaarden voor de uitvoering van C-handelingen
De uitvoering van C-handelingen is gebonden aan strikte voorwaarden [53](#page=53):
* Er is een medisch voorschrift vereist [53](#page=53).
* Strikt medische handelingen kunnen niet worden gedelegeerd [53](#page=53).
* De arts moet ervan overtuigd zijn dat de delegatie veilig kan gebeuren aan de betreffende verpleegkundige [53](#page=53).
* De arts verstrekt de nodige instructies, bij voorkeur gedocumenteerd in het verpleegkundig dossier [53](#page=53).
* Er is medische begeleiding vereist in functie van het risico [53](#page=53).
* De arts heeft een controleverplichting [53](#page=53).
#### 4.3.4 Drie types medische voorschriften
Er worden drie types medische voorschriften onderscheiden [54](#page=54):
* **Schriftelijk voorschrift**: Dit kan voluit of gestandaardiseerd zijn, moet leesbaar zijn en de overeengekomen benaming of nummering van de procedure vermelden. Voor geneesmiddelen zijn er verplichte aanduidingen [54](#page=54).
* **Mondeling voorschrift**: De verpleegkundige herhaalt het voorschrift en verwittigt de arts van de uitvoering. De arts bevestigt het voorschrift zo snel mogelijk schriftelijk. Indien de verpleegkundige de aanwezigheid van de arts noodzakelijk acht, meldt hij dit [54](#page=54).
* **Staand order**: Dit is een door de arts vooraf schriftelijk opgesteld behandelingsschema [54](#page=54).
> **Tip:** Het verpleegkundig dossier is van cruciaal belang, met name bij aansprakelijkheidsvorderingen [55](#page=55).
### 4.4 Het beroep van zorgkundige
Zorgkundigen ondersteunen de verpleegkundige. Zij moeten werken binnen een gestructureerde equipe en onder toezicht van een verpleegkundige. Het is belangrijk op te merken dat het takenpakket van zorgkundigen in Vlaanderen uitgebreid is vanaf 1 september 2019 [56](#page=56).
### 4.5 Verpleegkundig attest voor mantelzorgers
Dit attest is gegroeid uit een noodzaak. Sinds de wet van 10 april 2014 mogen mantelzorgers verpleegkundige technieken uitvoeren mits zij hiervoor een opleiding volgen en een attest behalen. De verpleegkundige blijft echter verantwoordelijk voor het correct aanleren van de zorg, het inschatten van de mantelzorger en het respecteren van de wensen van de patiënt. Er moet een uitgeschreven procedure van de verpleegkundige techniek aanwezig zijn [57](#page=57).
### 4.6 Het beroep van vroedkundige
Het diploma van vroedkundige moet geviseerd worden door de Directie-generaal Gezondheidsberoepen, medische bewaking en welzijn op het werk van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid [58](#page=58).
#### 4.6.1 Autonome handelingen van de vroedkundige
Vroedvrouwen verrichten autonoom de volgende handelingen [58](#page=58):
* Diagnose van zwangerschap [58](#page=58).
* Toezicht op zorg en advies tijdens de zwangerschap, bevalling en nazorg [58](#page=58).
* Opvolgen van normale zwangerschappen en normale bevallingen, en verlenen van eerste zorg aan pasgeborenen en gezonde zuigelingen [58](#page=58).
* Uitvoeren van preventieve maatregelen en opsporen van risico's bij moeder en kind [58](#page=58).
* In dringende gevallen: het uitvoeren van noodzakelijke handelingen in afwachting van deskundige medische hulp [58](#page=58).
* Gezondheidsvoorlichting [58](#page=58).
* Adviseren over prenatale voeding en voorbereiding op het ouderschap [58](#page=58).
#### 4.6.2 Handelingen onder verantwoordelijkheid van een arts
Vroedvrouwen werken onder de verantwoordelijkheid van een arts mee aan de opvang en behandeling van [59](#page=59):
* Vruchtbaarheidsproblemen [59](#page=59).
* Zwangerschap en bevalling met verhoogd risico [59](#page=59).
* Pasgeborenen in risicocondities [59](#page=59).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wet Patiëntenrechten | Een Belgische wet die de rechten en plichten van patiënten en zorgverleners regelt inzake gezondheidszorg, met als doel de patiënt centraal te stellen en de kwaliteit van zorg te waarborgen. |
| Zorgverstrekker | Een persoon of instelling die gezondheidszorg diensten verleent aan een patiënt, waaronder artsen, verpleegkundigen, tandartsen en andere paramedische professionals. |
| Gezondheidszorgbeoefenaar (GB’aar) | Elk individu dat bevoegd is om gezondheidszorg te verlenen, zoals gedefinieerd in de wetgeving betreffende gezondheidsberoepen. Dit omvat een breed scala aan medische en paramedische professionals. |
| Patiënt (pt) | Een natuurlijke persoon die gezondheidszorg ontvangt, of diens vertegenwoordiger, ongeacht of de zorg op eigen verzoek wordt verleend of bijvoorbeeld bij een gedwongen opname. |
| Zelfbeschikking | Het recht van een patiënt om eigen beslissingen te nemen met betrekking tot zijn of haar gezondheidszorg, inclusief de keuze voor of tegen een behandeling, gebaseerd op eigen waarden en voorkeuren. |
| Vroegtijdige zorgplanning (VZP) | Een continu communicatieproces tussen de patiënt en zorgverleners, en eventueel naasten, om de waarden, levensdoelen en voorkeuren voor huidige en toekomstige zorg te bespreken en vast te leggen. |
| Geïnformeerde toestemming | Het proces waarbij een patiënt, na volledige en begrijpelijke informatie te hebben ontvangen over een voorgestelde medische tussenkomst, vrijwillig en voorafgaandelijk zijn of haar toestemming geeft of weigert. |
| Patiëntendossier | Een verzameling van medische en zorggerelateerde informatie over een patiënt, die zorgvuldig moet worden bijgehouden en bewaard, en waar de patiënt recht op inzage en afschrift van heeft. |
| Beroepsgeheim | De wettelijke plicht van zorgverleners om confidentiële informatie over patiënten niet openbaar te maken, met als doel de privacy van de patiënt te beschermen en het vertrouwen in de gezondheidszorg te waarborgen. |
| Vertrouwenspersoon | Een persoon die de patiënt bijstaat en vertegenwoordigt, met name bij het uitoefenen van zijn of haar rechten, zoals het recht op inzage in het medisch dossier of het deelnemen aan besluitvorming. |
| Vertegenwoordiger | Een persoon die namens een handelingsonbekwame patiënt (zoals minderjarigen of wilsonbekwame meerderjarigen) beslissingen neemt en rechten uitoefent met betrekking tot de gezondheidszorg. |
| Shared decision making | Een samenwerkingsmodel waarbij zowel de patiënt als de zorgverstrekker gezamenlijk tot een beslissing komen over de medische behandeling, gebaseerd op de medische expertise van de zorgverstrekker en de waarden en voorkeuren van de patiënt. |
| Klachtenbemiddeling | Het proces waarbij een ombudsdienst patiënten en zorgverleners bijstaat bij het oplossen van klachten, met als doel de communicatie te verbeteren en geschillen te vermijden of op te lossen. |
| Gecoördineerde wet op de uitoefening van de gezondheidsberoepen (W.U.G.) | De Belgische wet die de voorwaarden regelt voor de uitoefening van diverse gezondheidsberoepen, inclusief opleidingsvereisten, registratie en de bevoegdheden van verschillende professionals. |
| A-handelingen | Autonome verpleegkundige handelingen die geen medisch voorschrift vereisen en binnen de eigen verantwoordelijkheid van de verpleegkundige vallen, zoals observeren, verpleegproblemen identificeren en patiënten informeren. |
| C-handelingen | Toevertrouwde geneeskundige activiteiten die door een arts aan een verpleegkundige worden gedelegeerd, zoals de voorbereiding en toediening van chemotherapie, en die strikt gebonden zijn aan procedures en medische voorschriften. |